ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Vergelijkbare documenten
UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

UITWERKINGEN OPGAVEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Opgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =

d. Contributiemarge: 160 ( 295 -/ /- 66) = Constante kosten /- Bedrijfsresultaat bij direct costing

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Opgave 6.2. PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 6. Opgave 6.1

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC

Voorraadwaardering. Fabricagekosten: = = 25 => fabricage kostprijs

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?

Direct costing en break even analyse

2 Constante en variabele kosten

Samenvatting M&O De Industrie

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming

2 Constante en variabele kosten

Antwoorden hoofdstuk 14

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!!

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie

Bedrijfseconomie samenvatting H1 Les 1

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Diagn.Toets

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

De kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten. dinsdag 14 juni 2016

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

Antwoorden hoofdstuk 10

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

De kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Kostencalculatie niveau 4 1 / 9

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Kostprijscalculatie

2. Bepaal de omvang van de rationele overcapaciteit en splits deze uit naar de gebruikelijke oorzaken.

Deel 2 hoofdstuk 12 BOEKHOUDEN GEBOEKSTAAFD -- DEEL 2 -- HFD 12. Versie aug Voorbeeld 1 analyse van het resultaat

Omschrijf wat er verstaan wordt onder proportioneel variabele kosten.

M&O VWO 2011/

Modulehandleiding Bedrijfseconomie 1.2. Collegejaar AC/adBE/BE/FSM Periode 2

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER UUR

De standaard kostprijs. Kostencalculatie Niveau 5 MBA

Eerste avonturen met een budgetresultaat Verkenning aan de hand van opdracht 29 uit De Industrie (Stoffels)

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Bedrijfsadministratie Opgave 1 Fabrieksboekhouding 25 punten

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Deze examenopgaven bestaan uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Samenvatting door Sabien 1939 woorden 15 juni keer beoordeeld

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Deze examenopgave bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 23 vragen.

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

7 Directe en indirecte kosten

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

Bedrijfseconomie. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN. Tweede druk

OPGAVEN HOOFDSTUK 3 ANTWOORDEN

Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20. Tentamentraining

Deze examenopgave bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 26 vragen.

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

Uitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

Hoofdstuk 2 Budgettering en prestatiemanagement

a. Indirecte kosten afhankelijk van de grondstofkosten: % = 40%

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

Dinsdag hebben we gewerkt aan de spontane casus van de Schoenenfabriek. Volgens afspraak tref je die hieronder 'rustig' uitgeschreven aan.

OPGAVEN HOOFDSTUK 7 ANTWOORDEN

Vraag Antwoord Scores. x 100% = 55%

Examen PC 2 Accounting 1

Internetopgaven hoofdstuk 7

Cost & Managementaccounting. Vrijdag 24 juni uur

EXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Uitwerkingen hoofdstuk 4 Kostenindelingen en kostprijs

Let bij de correctie op doorwerkfouten! SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING VRIJDAG 24 JUNI

3 Voorcalculatie, nacalculatie en verschillenanalyse

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x = cijfer 63

Opmerkingen vooraf aan het examen: Tenzij anders gemeld, hoeft u geen rekening te houden met btw.

Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Vooraf lees de opdracht eerst heel rustig door. Analyseren is echt het halve werk. Want:

De break-evenanalyse. De break-evenanalyse De veiligheidsmarge Het indifferentiepunt Differentiële kosten

Lever origineel en kopie van het examenpapier in.

Eindexamen m&o vwo II

Dit examen bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad en bestaat uit 3 opgaven met in totaal 18 vragen.

PROEFEXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)

Motiveer altijd uw antwoorden, ook als dat niet expliciet wordt gevraagd.

Transcriptie:

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10 Opgave 1 Onderneming De groene wand maakt geluidswallen waarin beplanting is opgenomen. Voor 2020 is de volgende begroting samengesteld. Constante fabricagekosten 450.000 Variabele fabricagekosten 1.500 Constante verkoopkosten 36.000 Totaal verwachte variabele verkoopkosten 100.000 Normale afzet/productie 900 Werkelijk begrote afzet 1.000 Werkelijke begrote productie 800 a. Waarom zal de normale productie en afzet aan elkaar gelijk zijn? Het heeft geen zin om een verkoopafdeling te hebben die normaal 15.000 kan verkopen terwijl de productie normaal 9.000 eenheden kan produceren. Dan is er bij de verkoopafdeling continu altijd sprake van een onderbezetting. De capaciteit van beiden moeten met elkaar in de pas lopen. b. Waarom wordt bij het bepalen van de kostprijs uitgegaan van begrote getallen? De kostprijs moet bekend zijn voordat ermee wordt gewerkt. Voordat het jaar gaat beginnen moet bekend zijn tegen welke prijs de goederen verkocht gaan worden, met welke waarde de voorraad gereed product in het magazijn wordt opgeslagen, enzovoorts c. Bereken de integrale fabricagekosten 2.000 d. Bereken de integrale verkoopkosten 140 e. Met welk bedrag verandert de voorraad? 400.000

Opgave 2 Onderneming De groene wand maakt geluidswallen waarin beplanting is opgenomen. Voor 2020 is de volgende begroting samengesteld. Constante fabricagekosten 450.000 Variabele fabricagekosten 1.500 Constante verkoopkosten 36.000 Totaal verwachte variabele verkoopkosten 100.000 Normale afzet/productie 900 Werkelijk begrote afzet 1.000 Werkelijke begrote productie 800 De verkoopprijs van een geluidselement is 3.200 De onderneming wil in 2020 gaan werken met de direct costing methode. a. Bereken de fabricagekostprijs met de variabele calculatiemethode 1.500 b. Bereken de kostprijs van de verkoopafdeling met de variabele calculatiemethode 100 c. Met welk bedrag neemt de voorraad af? 300.000 Opgave 3 Onderneming De groene wand maakt geluidswallen waarin beplanting is opgenomen. Voor 2020 is de volgende begroting samengesteld. De onderneming past de variabele kostprijscalculatiemethode toe. Constante fabricagekosten 450.000 Variabele fabricagekosten 1.500 Variabele verkoopkosten 100 Constante verkoopkosten 36.000 Normale afzet/productie 900 Werkelijk begrote afzet 1.000 Werkelijke begrote productie 800 De verkoopprijs van een geluidselement is 3.200 a. Bereken het bedrijfsresultaat door de opbrengst te verminderen met de kosten 1.114000

Opgave 4 Onderneming De groene wand maakt geluidswallen waarin beplanting is opgenomen. Voor 2020 is de volgende begroting samengesteld. De onderneming werkt met de integrale kostprijsmethode Constante fabricagekosten 450.000 Variabele fabricagekosten 1.500 Constante verkoopkosten 36.000 Variabele verkoopkosten 100 Normale afzet/productie 900 Werkelijk begrote afzet 1.000 Werkelijke begrote productie 800 De commerciële kostprijs is 2.140 De verkoopprijs van een geluidselement is 3.200 a. Bereken het bedrijfsresultaat door de opbrengst te verminderen met de kosten 1.014.000 b. Bereken het bedrijfsresultaat door het verkoopresultaat te corrigeren met de bezettingsverschillen. 1.014.000 Opgave 5 De fabricagekostprijs bij de integrale kostprijsmethode is 2.000. De fabricagekostprijs bij direct costing is 1.500. Op 1 januari is de voorraad 600 elementen. In het lopende jaar zal de voorraad met 200 elementen afnemen. De normale productie en afzet is 900 elementen. a. Wat is de voorraad op 31-12 volgende de integrale kostprijsmethode? 800.000 b. Wat is de voorraad op 31-12 volgende de variabele kostprijsmethode? 600.000 c. Verklaar het verschil. Het verschil in de fabricagekostprijs komt doordat er bij de integrale kostprijs een deel voor de dekking van de vaste kosten is opgenomen. Bij direct costing worden de vaste fabricagekosten direct op de resultatenrekening geboekt. d. Welke gevolgen heeft dit voor het bedrijfsresultaat? Bij een afname van de voorraad is het bedrijfsresultaat bij toepassing van de integrale kostprijsmethode lager dan bij direct costing.

e. Bereken de vaste fabricagekosten. 450.000 Opgave 6 Een onderneming maakt en verkoopt product Z10. De fabricagekostprijs bij de integrale kostprijsmethode is 40. Op 1 januari is de voorraad 4.000 stuks. In het eerste kwartaal is de productie 50.000 en de afzet 48.000. De verkoopprijs van Z10 is 110. De variabele verkoopkosten zijn 30. De totale constante kosten zijn 600.000 a. Wat is waarde van de voorraad op 31-03. 240.000 Wanneer de variabele calculatiemethode zou zijn toegepast was de waarde van de voorraad 150.000 geweest. b. Bereken de dekkingsbijdrage. 55 c. Bereken de break-evenomzet. 1.200.100 Opgave 7 Ondernemer Van Dam heeft voor 2018 de volgende begroting samengesteld: Constante kosten 550.000 Normale afzet/productie 11.000 stuks Werkelijk verwachte productie en afzet 12.000 stuks De variabele kosten per eenheid zijn 75 De verkoopprijs is 170 a. Bereken het begrote bedrijfsresultaat. 590.000 b. Bereken het verwachte totale verkoopresultaat. 540.000

Het verschil tussen het verwachte bedrijfsresultaat en totale verwachte verkoopresultaat: 590.000 540.000 = 50.000 c. Waardoor ontstaat dit verschil? Maak de noodzakelijke berekening. Het verkoopresultaat moet nog worden gecorrigeerd met een eventueel bezettingsresultaat. Bezettingsresultaat is 50.000 d. Is erbij Van Dam een begrote onderbezetting of overbezetting? Verklaar het antwoord. Overbezetting Opgave 8 Sörensen heeft voor 2018 de volgende begroting samengesteld: Toegestane constante kosten fabricageafdeling 650.000. Totaal toegestane variabele kosten fabricageafdeling 1.650.000. Toegestane constante kosten verkoopafdeling 850.000. Toegestane variabele kosten verkoopafdeling 25 per stuk. De normale productie/afzet is 5.000 stuks. De verwachte productie is 5.500 stuks. De verwachte afzet is 5.500 stuks. De verkoopprijs is 900. a. Bereken de commerciële kostprijs. 625 b. Bereken het totaal te verwachten verkoopresultaat. 1.512.500 c. Bereken het te verwachten bedrijfsresultaat door van de opbrengst de kosten af te trekken. 1.662.500 d. Bereken het te verwachten bedrijfsresultaat door het verkoopresultaat te corrigeren met de bezettingsresultaten. 1.662.500

Opgave 9 K. Verkerk past in haar onderneming de variabele kostencalculatie toe. Voor 2018 verwacht zij de volgende gegevens: Grondstoffen 4 kg à 7,80 = 31,20 Loonkosten 2 uur à 58,00 = 116,00 147,20 De productiemedewerkers werken op basis van een nul-urencontract. De begrote vaste fabricagekosten zijn 615.000. De begrote vaste verkoopkosten zijn 53.000. De toegestane variabele verkoopkosten bedragen 112 per stuk. De gecalculeerde verkoopprijs is 400. De begrote productie en afzet is 12.000. De normale productie en afzet is 10.000. a. Waarom speelt bij de berekening van het begrote bedrijfsresultaat de normale hoeveelheid geen rol? Bij het begrote bedrijfsresultaat wordt de volledige constante kosten in de totale kosten verwerkt. De normale hoeveelheden zijn belangrijk bij het berekenen van de standaardkostprijs bij de integrale kostprijsmethode. b. Waarom kan bij de variabele kostprijsmethode niet het verkoopresultaat worden bepaald? Bij de variabele kostprijs worden de constante kosten niet in de kostprijs opgenomen maar rechtstreeks naar de winst- en verliesrekening geboekt. Het verschil tussen de verkoopprijs en de kostprijs is dan de dekkingsbijdrage. De kosten bestaan alleen uit variabele kosten. c. Bereken de dekkingsbijdrage. 140,80 d. Bereken voor Verkerk het begrote bedrijfsresultaat. 1.021.600

Opgave 10 A. Schenk bouwt luxe schuren. Januari 2017 start Schenk met drie projecten: Alkmaar, Haarlem en Noordwijk. Voor de schuren heeft Schenk de volgende gegevens begroot: Variabele kosten Alkmaar Haarlem Noordwijk Materiaal 6.000 8.000 4.000 Uren 400 300 100 Vaste kosten per jaar 240.000 Uurtarief 45 Mogelijke verkoopprijs Alkmaar 60.000 Haarlem 41.500 Noordwijk 25.000 Schenk past de variabele kostprijsmethode toe. a. Bereken de mogelijke dekkingsbijdrage per project. Alkmaar 36.000, Haarlem 20.000, Noordwijk 16.500 Schenk heeft per maand maximaal 400 uur arbeidsuren ter beschikking. b. Welke project(en) neemt Schenk aan? Motiveer uw antwoord. Haarlem en Noordwijk c. Bereken het begrote bedrijfsresultaat voor de maand januari wanneer de gekozen projecten in die maand worden afgerond. 16.500 Bij het voorgaande is ervan uitgegaan dat de uren variabele kosten zijn. Wanneer de uren vaste medewerkers zijn verandert er het één en ander. Alkmaar Haarlem Noordwijk Materiaal 6.000 8.000 7.000 Opbrengst 60.000 41.500 25.000 Medewerkers: 270.000 per jaar Overige vaste kosten per jaar 240.000

d. Bereken de dekkingsbijdrage van de verschillende projecten. Alkmaar 54.000, Haarlem 33.500, Noordwijk 18.000 Schenk heeft per maand maximaal 400 uur arbeidsuren ter beschikking. Voor de projecten zijn de volgende uren begroot: Begroting uren per project Alkmaar Haarlem Noordwijk Uren 400 300 100 e. Voor welke projecten kiest Schenk nu en wat is het begrote bedrijfsresultaat voor januari wanneer hiervoor wordt gekozen. Alkmaar, Bedrijfsresultaat 11.500