Kader voor organisatiebeheersing Lokaal bestuur Brasschaat

Vergelijkbare documenten
Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing

Doelstellingenmanagement en monitoring vanuit de auditbril. Eddy Guilliams 1 april 2014

Intern controlesysteem PEVA RWWOOV. Artikel 17 van de samenwerkingsovereenkomst tussen het provinciebestuur en de PEVA omschrijft:

Infosessie Externe audit voor de lokale besturen Vrijdag 13/12/2013

Algemene vergadering VVSG

LEIDRAAD ORGANISATIEBEHEERSING voor lokale besturen

LEIDRAAD ORGANISATIEBEHEERSING voor lokale besturen

RAAD voor MAATSCHAPPELIJK WELZIJN ZITTING van 18 juni 2014

Vlaamse overheid. Leidraad organisatiebeheersing VOOR LOKALE BESTUREN

Externe audit, interne controle en IT. Steven Van Roosbroek

Vlaamse overheid. Leidraad organisatiebeheersing VOOR LOKALE BESTUREN

Gewijzigde doelstellingen in de leidraad interne controle/ organisatiebeheersing VLAAMSE OVERHEID. (inwerkingtreding: 1 januari 2015)

NOTA voor de provincieraad

Structurele bevindingen uit de eerste reeks organisatie-audits bij lokale besturen

Hoe wordt je gemeente en OCMW bestuurd?

Verslag van de vergadering van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 13 januari 2016

Rapport Organisatiebeheersing stad Poperinge. Kader intern controlesysteem

Externe audit Partner of pijnbank. Eddy Guilliams Steven Van Roosbroek Veerle Vanderlinden

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9

Hoofdstuk 1. Over Audit Vlaanderen

Audio Interne Auditcharter

DE KWALITEITSBAROMETER BINNEN DE COCKPIT VAN UW ORGANISATIE

Startnota: interne controle:

Beleidsbrief Algemeen Regeringsbeleid

Externe audit en interne controle

Netwerk organisatiebeheersing. 20 april 2017

Positionering, rol en bijdrage van forensic audits binnen de Vlaamse administratie en lokale besturen

Functiebeschrijving. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Functienaam: beleidsmedewerker.

Interne controlesysteem OCMW Ninove. Rapport aan de ocmw-raad over Voorstel van planning voor Raad van 09 juni 2011

VISIETEKST INTEGRALE KWALITEITSZORG (IKZ)

nr. 236 van MARIUS MEREMANS datum: 13 januari 2016 aan LIESBETH HOMANS Organisatie-audits bij lokale besturen - Verbeterpunten

Organisatie-audit na zelfevaluatie Gemeente, AGB en OCMW Westerlo

FUNCTIEBESCHRIJVING 1

Functiebeschrijving. Functiehouder. Functiegegevens. Doel van de functie. Plaats in de organisatie OCMW SCHOTEN

Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager

Rapport. Organisatie-audit bij. Gemeente Meerhout. Auditopdracht

Zelfevaluatie. 1. Inleiding: er was eens Zelfevaluatie. 2. Zelfevaluatie gekaderd in de regelgeving. 3. Zelfevaluatie gekaderd in de ROK

Maturiteit risicomanagement bij de Entiteit X

Organisatie-audit bij de Entiteit X

Audit Vlaanderen & Agentschap Binnenlands Bestuur. Studiedag over de globale rapporten van Audit Vlaanderen Oostkamp 21 maart 2016

Zelfevaluatie. 1. Inleiding: er was eens Zelfevaluatie. 2. Zelfevaluatie gekaderd in de regelgeving. 3. Zelfevaluatie gekaderd in de ROK

FUNCTIEBESCHRIJVING 1

Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Interne Controle Introductienota

Code. Plaats in de organisatie - Werkt onder de leiding van en rapporteert aan de Raad voor maatschappelijk welzijn.

Bedrijfscontinuïteitsmanagement en crisiscommunicatie Kadering

Functie. Doel van de entiteit

Beleids- en BeheersCyclus. Cursus beleidsplanning, -monitoring en evaluatie: Inleidend hoofdstuk

Functiebeschrijving. Werkt onder de leiding van en rapporteert aan directeur (Interne Zaken) Geeft leiding aan alle medewerkers van de dienst

Competentieprofiel deskundige ICT

Functiebeschrijving. Subsector:

GEMEENTE LAARNE OCMW-RAAD NOTULEN woensdag 26 juni 2019

Financiële dienst stad en ocmw

Centrum voor Politiestudies Hasselt, 8 mei 2012

X.X Algemeen kader zelfevaluatie. Goedgekeurd door: Stuurgroep Kwaliteit

Functiebeschrijving: Directeur audit

Functie- en competentieprofiel Financieel Directeur

ZITTING VAN

AFSPRAKENNOTA tussen OCMW-RAAD en MANAGEMENTTEAM

Voor kennisname Schrijf voor kennisname, vul datum en naam in en plaats uw handtekening

WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR

Introductie BBC. Stijn Lombaert Guy Van Goethem. Stijn Lombaert, directeur Griffie Management & Organisatie provincie West- Vlaanderen

College-onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid o.g.v. art. 213a Gemeentewet

ZITTING VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN KRUISHOUTEM VAN 9 SEPTEMBER 2009.

BESLUITENLIJST OPENBARE ZITTING. 1. Mogelijkheid voor de bevolking om vragen over de agenda van de OCMW-raad te stellen aan de raadsleden.

GOOD PUBLIC GOVERNANCE: JAARRAPPORT VAN HET AUDITCOMITÉ 2010

ZITTINGSVERSLAG VAN DE RAAD VAN HET OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN IN ZITTING VAN : 27 FEBRUARI 2018

Functiebeschrijving. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Graadnaam: algemeen directeur Afdeling: /

Je ontwikkelt een gedeelde HR-visie en vertaalt deze in strategische doelstellingen, die passen binnen het strategisch meerjarenplan van KORTRIJK.

AFDELING 9. ORGANISATIEBEHEERSING EN INTERNE AUDIT

Functiekaart. Subdienst:

gemeenteraad college van burgemeester en schepenen gemeentesecretaris gemeentelijke diensten

Beschrijving. Strategisch Leidinggevend Beleidscoördinator. Rapporteert aan en krijgt functionele leiding van de secretaris.

Medewerker administratieve processen en systemen

Financiële verslaggeving lokale besturen: is er een probleem? Jan Leroy, directeur bestuur VVSG

FUNCTIEBESCHRIJVING 1

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v)

Functiekaart. Functie. Doel van de entiteit. Plaats in de organisatie. Voor kennisname. Functienaam: afdelingshoofd Omgeving. Dienst: Subdienst:

Algemene vergadering Welzijnsband Meetjesland. Woensdag 13 april 2011

Doel van de rol Iedere Compliance Officer heeft als doel het beheersen van de risico s die BKR loopt in haar strategische en operationele processen.

Interne analyse. 1 Publicatiereeks Verbeteren door zelfevaluatie. Bijdrage voor de lokale meerjarenplanning

Afsprakennota tussen het bestuur en de administratie. Overeenkomstig artikel 86 2 van het OCMW-decreet van 19 december 2008.

Functiebeschrijving: Projectportfoliobeheerder

FUNCTIEBESCHRIJVING 1

Bijlage 3. Intern reglement van het Auditcomité

Bart De Peuter Instituut voor de Overheid, KU Leuven CPS studiedag Organisatiebeheersing 8 mei Hasselt

Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Aan de slag met het OK op school werkwinkel SOK-congres 7/12/2018

GOEDE PRAKTIJK/BONNE PRATIQUE Verbetermanagement en strategische planning bij OCMW Genk Lut Brenard Carlo Pecquet

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

OCMW Ninove Burchtstraat 50, 9400 Ninove. Interne Controle Introductienota. OCMW Ninove

Coördinator buitenschoolse kinderopvang

Pilootproject VVM De Lijn

/ IJssels. Intern controleplan Samenwerking

De effectieve directie

Rol: Maatschappelijk assistent

Organisatie-audit Gemeente en AGB Grimbergen

DOELSTELLINGENNOTA 2014

Slimme IT. Sterke dienstverlening. E-START ONDERSTEUNING OP MAAT VAN LOKALE BESTUREN BIJ E-GOVERNMENT EN ORGANISATIEONTWIKKELING

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5

Transcriptie:

Kader voor organisatiebeheersing Lokaal bestuur Brasschaat

1 Context Net als zijn voorgangers (gemeentedecreet en ocmw-decreet) bevat het decreet Lokaal Bestuur een hoofdstuk rond organisatiebeheersing en audit. Het decreet Lokaal Bestuur definieert organisatiebeheersing als het geheel van maatregelen en procedures die ontworpen zijn om een redelijke zekerheid te verschaffen dat het lokaal bestuur als organisatie: 1 de vastgelegde doelstellingen bereikt en de risico's om deze te bereiken kent en beheerst; 2 wetgeving en procedures naleeft; 3 over betrouwbare financiële en beheersrapportering beschikt; 4 op een effectieve en efficiënte wijze werkt en de beschikbare middelen economisch inzet; 5 de activa beschermt en fraude voorkomt. Beheersen wil zeggen sturing geven en onder controle hebben. Zo kan de organisatie de juiste dingen doen en de dingen juist doen. Deze beheersing situeert zich zowel op niveau van de organisatie als op dienstniveau en procesniveau. Het organisatiebeheersingssysteem bepaalt op welke wijze de organisatiebeheersing van de gemeente en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt georganiseerd, met inbegrip van de te nemen controlemaatregelen, procedures en de aanwijzing van de personeelsleden en organen die ervoor verantwoordelijk zijn, en de rapporteringsverplichtingen van de personeelsleden die bij het organisatiebeheersingssysteem betrokken zijn. Het organisatiebeheersingssysteem beantwoordt minstens aan het principe van functiescheiding waar mogelijk en is verenigbaar met de continuïteit van de werking van de gemeentelijke diensten. Het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam. Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. Het algemeen kader van het organisatiebeheersingssysteem moet een antwoord bieden op volgende vragen: 1. Vanuit welk model vertrekt de organisatie? 2. Welke systematiek bouwt de organisatie in zijn organisatiebeheerssysteem in om verbeterpunten en/of risico s en de remediëring ervan op te volgen en te rapporteren? 3. Aan wie, wanneer en met welke frequentie rapporteert de organisatie over het organisatiebeheersingssysteem? Een degelijk kader voor organisatiebeheersing moet de organisatie meer zekerheid bieden dat risico s systematisch en volgehouden worden aangepakt. De ontwikkeling van een organisatiebeheerssysteem maakt daarom ook best onderdeel uit van het meerjarenplan. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.

2 Kader van het organisatiebeheersingssysteem Dit kader heeft betrekking op zowel de gemeente als het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. 2.1 Gekozen model 2.1.1 Leidraad audit Vlaanderen als model Het lokaal bestuur Brasschaat kiest als model om haar systeem van organisatiebeheersing op organisatieniveau op te enten voor de leidraad van audit Vlaanderen. Deze leidraad definieert een aantal doelstellingen rond organisatiebeheersing, risico s en beheersmaatregelen die ondersteuning kunnen bieden bij het uitbouwen van een kader rond organisatiebeheersing. De overkoepelende doelstelling is te komen tot een goed beheerste organisatie. In een organisatie zijn er: 1. Kernprocessen, richten zich op het afleveren van producten en diensten aan externen bv aflevering rijbewijs, bouwvergunning, 2. Managementprocessen, richten zich op het sturen van de organisatie bv opmaak doelstellingenkader; aanpak organisatiebeheersing 3. Ondersteunende processen, helpen bij het realiseren van de kern- en managementprocessen bv back-up proces ICT-systemen in kader van het garanderen van continuïteit; aanwervingsproces Organisatiebeheersing op organisatieniveau focust in hoofdzaak op de management- en ondersteunende processen. Een organisatie waarvan deze processen goed functioneren, voldoet immers aan de basisvoorwaarden voor een vlotte werking van de kernprocessen. Uiteraard moet er ook ingezet worden op de beheersing van de kernprocessen maar dat situeert zich eerder op afdelingsniveau. 2.1.2 Hoe ziet dit model eruit? Het model bestaat uit 10 thema s waarvoor telkens doelstellingen rond organisatiebeheersing en beheersmaatregelen zijn uitgewerkt. Die doelstellingen zijn de basisvoorwaarden om een organisatie goed te kunnen beheersen. Het model formuleert naast deze 10 thema s ook doelstellingen voor de aanpak van organisatiebeheersing. De thema s zijn: 1. Doelstellingen en procesmanagement 2. Belanghebbendenmanagement 3. Monitoring 4. Financieel management 5. Organisatiestructuur 6. Personeelsbeleid 7. Organisatiecultuur

8. Informatie en communicatie 9. Facilitaire middelen, opdrachten en contracten 10. Informatie-en communicatietechnologie Tussen de thema s bestaat een voortdurende wisselwerking want elk thema heeft raakpunten met alle andere. Naast de 10 thema s hanteert het model de PDCA-cyclus, zowel voor het model in het algemeen als voor de afzonderlijke thema s. Plan: doelstellingen formuleren en plannen maken om die doelstellingen te bereiken; Do: de organisatie zo uitbouwen dat plannen en doelstellingen op een effectieve, efficiënte, integere en kwaliteitsvolle manier kunnen gerealiseerd worden; Check: regelmatig opvolgen van de realisaties op basis van de planning; Adjust/act: bijsturen van realisaties en mogelijk ook van de plannen en doelstellingen. De globale doelstelling van het model is te komen tot een goed beheerste organisatie. Dit kan vertaald worden in 4 onderliggende algemene doelstellingen rond organisatiebeheersing: effectiviteit, integriteit, kwaliteit en efficiëntie. 1. Effectiviteit geeft aan dat de organisatie de juiste dingen doet. Ze doet wat ze moet doen, steeds binnen de politiek vastgelegde krijtlijnen. 2. Integriteit geeft aan dat de organisatie inzet op de versterking van haar integriteit in haar geheel en van het eerlijk en oprecht handelen van de individuele personeelsleden. 3. Kwaliteit slaat op de mate waarin de organisatie streeft naar voortdurende verbetering, rekening houdend met wat de belanghebbenden van haar verwachten. 4. Efficiëntie betekent dat ze haar middelen correct inzet. De visie achter de leidraad is dat een organisatie die inzet op een sterke interne werking voor de 10 thema s, daarmee ook zorgt voor de randvoorwaarden om een effectieve, integere, kwaliteitsvolle en efficiënte organisatie te zijn. 2.2 Systematiek 2.2.1 Intern De organisatiebeheersing wordt zowel organisatiebreed als op afdelingsniveau georganiseerd. Organisatiebreed ligt de focus op de ondersteunende- en managementprocessen. Op afdelingsniveau ligt het accent vooral op de kernprocessen. Rollen en verantwoordelijkheden Het organisatiebeheersingssysteem wordt vastgesteld door de algemeen directeur, na overleg met het managementteam. Het algemene kader van het organisatiebeheersingssysteem en de elementen daarin die raken aan de rol en de bevoegdheden van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn zijn onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn.

De algemeen directeur kan volgens het decreet Lokaal Bestuur zijn bevoegdheden toevertrouwen aan andere personeelsleden. Het beheer, de uitvoering en opvolging van het organisatiebeheersingssysteem vertrouwt de algemeen directeur toe aan de beleidsmanager organisatieontwikkeling. De aanpak van de risico s en opvolging van de verbeterpunten ligt in handen van de beleidsmanager van de betrokken afdeling. 2.2.1.1 Organisatieniveau Per legislatuur plannen we 2 maal, met andere woorden om de 3 jaar, een zelfevaluatie van de organisatie. Omdat er begin 2017 een eerste zelfevaluatie werd uitgevoerd en 2018 audit Vlaanderen een organisatieaudit uitvoerde, zal de eerstvolgende zelfevaluatie plaatsvinden begin 2021. Dit geeft de organisatie voldoende tijd om de gedetecteerde verbeterpunten aan te pakken. Vanaf dan wordt deze zelfevaluatie driejaarlijks herhaald (2024, 2027; ). De zelfevaluatie moet uiteindelijk leiden tot de detectie van risico s en verbeterpunten. Per thema formuleerde audit Vlaanderen in zijn model 1 of meerdere controledoelstellingen. Per controledoelstelling moet de organisatie een overzicht geven van de beheersmaatregelen die de organisatie al dan niet heeft om risico s af te dekken. Hiervoor zal er input gevraagd worden aan verschillende medewerkers in de organisatie en per thema besproken worden in een werksessie. Iedere werksessie moet uiteindelijk uitmonden in een lijst van sterke en verbeterpunten per besproken controledoelstelling. De beleidsmanager organisatieontwikkeling coördineert de zelfevaluatie en stelt hiervoor een zelfevaluatieteam samen dat bestaat uit de MAT-leden. Het zelfevaluatieteam: Bepaalt wie aan welke werksessies deelneemt en welke medewerkers extra input wordt gevraagd maar niet deelnemen aan de werksessies. Stelt een planning voor de zelfevaluatie op (welke thema s aanpakken in welke volgorde) en volgt deze op Bepaalt na de zelfevaluatie de prioritering van de gedetecteerde risico s en verbeterpunten. Dit zal gebeuren door middel van pair-ranking. Stelt op basis van de prioritering een haalbaar actieplan op en integreert dit in overleg met het CBS in het meerjarenplan zodat ook de nodige middelen kunnen voorzien worden voor de uitvoering ervan. 2.2.1.2 Afdelingsniveau Zoals de leidraad van audit Vlaanderen aangeeft is de beheersing van de kernprocessen zeker zo belangrijk binnen het organisatiebeheersingssysteem. Om hier blijvend aandacht voor te hebben, hanteren we ook hier een systematische aanpak. Elke afdeling zal om de 2 jaar door de afdeling organisatieontwikkeling bevraagd worden rond de wijze waarop ze hun kernprocessen beheersen en risico s hierbinnen onder controle houden. Dit zal gebeuren aan de hand van gesprekken met de leidinggevende en de medewerkers. Opnieuw moet dit risico s en verbeterpunten aan het licht brengen en uitmonden in een actieplan. Het benoemen van de risico s en verbeterpunten gebeurt door de afdeling organisatieontwikkeling. Het opstellen van het actieplan gebeurt door de betrokken afdeling en beleidsmanager en kunnen zich laten bijstaan door de afdeling organisatieontwikkeling. Hier zal, net als op organisatieniveau, gebruik worden gemaakt van een methodologie om te prioriteren. De verdere opvolging ligt in handen van het afdelingshoofd

en de betrokken beleidsmanager. De betrokken beleidsmanager rapporteert hierover rechtstreeks aan de algemeen directeur. De afdeling organisatieontwikkeling zal geauditeerd worden door de algemeen directeur. De beleidsmanager organisatieontwikkeling is verantwoordelijk voor de coördinatie van de procesbevragingen op afdelingsniveau en de rapportering over de risico s en verbeterpunten. 2.2 Extern De organisatie zal eveneens op regelmatige tijdstippen door Audit Vlaanderen geauditeerd worden. Zij voeren 5 types audits uit: Organisatie audits Thema audits Detectie audits Procesaudits Forensische audits Deze audits gebeuren op initiatief van Audit Vlaanderen met uitzondering van de forensische audits die ook op aangeven van derden bv. een lokaal bestuur zelf kunnen gebeuren wanneer er vermoedens van onregelmatigheden zijn. In 2018 onderging de organisatie een organisatieaudit. Dit resulteerde in 4 aanbevelingen, die zullen opgenomen worden in het nieuwe meerjarenplan zodat hierover op regelmatige tijdstippen zal worden gerapporteerd aan MAT, CBS, VB, GR en de raad voor maatschappelijk welzijn,. 4 Rapportering De beleidsmanager organisatieontwikkeling rapporteert per kwartaal aan het managementteam over de voortgang van het organisatiebeheersingssysteem dwz planning van de organisatiebrede zelf-evaluaties en van de bevraging van de afdelingen rond hun kernprocessen de gedetecteerde risico s en verbeterpunten (organisatiebreed en per afdeling) de opmaak en voortgang van het organisatiebrede actieplan. Tot aan de eerstvolgende zelfevaluatie in 2021 zal dit actieplan bestaan uit de aanbevelingen die audit Vlaanderen formuleerde tijdens de organisatieaudit van 2018 en de actiepunten geformuleerd tijdens de zelfevaluatie in 2017. De beleidsmanagers rapporteren minstens ieder kwartaal over de opmaak en voortgang van de actieplannen van hun betrokken afdelingen rechtstreeks aan de algemeen directeur. De algemeen directeur rapporteert jaarlijks aan het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad, de raad voor maatschappelijk welzijn en het vast bureau over de organisatiebeheersing. Die rapportering gebeurt jaarlijks uiterlijk voor 30 juni van het daaropvolgende jaar.