Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door M. 965 woorden 21 juni 2014 4,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand 2 Mediterraan klimaat en landschap. Middellandse Zeeklimaat: De middellandse zee heeft een grote invloed op het klimaat van de omliggende landen. Mengvorm van het steppeklimaat en een gematigd klimaat. Droge, warme zomers & milde, vochtige winters. In de zomer schuiven de hoge drukgebieden van Noord-Afrika naar het noorden à tijdelijk steppe klimaat op de middellandse zee. S zomers is er een watertekort à verschil neerslag & verdamping (waterbalans) berekenen. Zware buiten intensiteit van de neerslag is hoog. Ene jaar veel regen & ander jaar niet variabiliteit in de neerslag. Middellandse Zeegebied is onderdeel van de subtropische zone: Mediterrane vegetatie: planten met leerachtige bladeren. Er is irrigatielandbouw à feel fruit en groente Mediterrane landbouw: heeft veel water nodig à ontziltinginstallaties De regen is onvoorspelbaar, weinig regen betekend veel vraag naar irrigatiewater. de regen op de braakliggende akkers à erosie 3 Aardbevingen en vulkanen Rond de Middellandse Zee liggen veel gebergtes: bij de Middellandse Zee botst de Afrikaanse plaat tegen de Euraziatische plaat. Spanje + Portugal: Iberische Plaat à drukt tegen Frankrijk aan Aupulische plaat: oostelijk deel Italië & Adriatische Zee Arabische plaat: oosten Pagina 1 van 5
Aardkorstplaten botsen à gebergtes & groeien nog steeds à alpien plooiings gebied Als de aardkorst opeens wat meer verschuift à aardbeving Grens tussen twee platen die botsen à convergente plaatgrens Bij plaatgrenzen vind je vulkanen: Explosieve eruptie: kraterpijp is verstopt geraakt & magma hoopt zich op. Stratovulkaan: door laagjes as & lava word de vulkaan steeds groter. De as wordt samengedrukt door nieuwere lagen à tuf (licht gesteente vol gaatjes) Lava: vloeiend gesteente (magma) dat naar buitenkomt Basalt: door een oude oceaanbodem komt er zwart, zwaar gesteente naar boven. Een vulkaan die basalischtische lava spuwt barst rustig uit/geen kegelvormige stratovulkaan. Caldera: de wegduikende aardkorst begint te smelten en zorgt voor onrustige aarde. Wanneer de vulkaan uitbarst verdwijnt de krater à groot gat..4 mens en natuur Verwering: gelijdelijk uiteenvallen van gesteente onder invloed van externe factoren Erosie: opname van los materiaal door wind, water, ijs, ontstaat door verwering à wordt beperkt door plantengroei (vegetatie). Wanneer de vegetatie beschadigd is à versnelde bodem erosie Bovenste laag van een bodem wordt door water meegenomen à afspoeling Water gaat zich concentreren in geulen à geulerosie Aardverschuiving: wanneer een groot stuk grond naar beneden schuift Sedimentatie: materiaal dat geërodeerd is valt neer op een plek waar het minder hard waait of stroomt à sterk geërodeerd dan kan er verwoestijning ontstaan Door verzilting blijft er zout achter als het water verdampt Beschadiging van de bodem = landdegradatie Door deze processen ontstaan rivierdalen, duinen & delta s: landvormen (geomorfologie) 5 Wereldwijde luchtstromen Lucht zet bij opwarming uit à minder luchtdeeltjes per volume-een-ming = lage drukgebied Lage drukgebied rond de evenaar: intertropische convergentiezone Op hoogte neemt de luchtdruk af à de lucht koelt af à regen Wanneer de lucht weer daalt is de lucht zwaar = hoge drukgebied Luchtstromen bij elkaar: atmosferische circulatie / grote windsystemen Pagina 2 van 5
Wet van Buys Ballot: er zit een afwijking in de windrichting doordat de aarde draait Passaten: noordelijk halfrond: wind uit het noord oosten & zuidelijk halfrond: uit het zuidoosten Moesson: noordelijk halfrond: wind uit het zuidwesten & zuidelijk halfrond: noordwesten à veel regen 6 Zeestromen en klimaat gebieden Wind die over zee waait sleurt zeestromen mee à zeestromen (zelfde patroon als luchtstromen) Vormen een del van de oceanische circulatie Warme zeestroom: zeestroom is afkomstig uit een warm gebied Koude zeestroom: zeestroom is afkomstig uit een koud gebied Subtropen: koude zeestromen met veel woestijnen koude zeewater koelt lucht vast à weinig vocht à opwarming Antarctica: westenwinddrift die niet bereikbaar is voor zee/luchtstromen à ijskappen die licht weerkaatste à aarde koelde af. We leven nu tussen twee ijstijden: het interglaciaal Klimaatgebieden: grote gebiede met het zelfde klimaat Gebergtes houden wind en zee tegen à droge binnenlanden Gebieden aan zee: regenrijker, milde winters, koele zomers Moesson: veel regen (vooral in Zuid-Azië) & 8 Landschapszones Landschapszones: gebieden waarin bepaalde bodem & vegetatietypen domineren. Tropische zone: Regenwoud rond de evenaar, daaromheen de savanne. Hele jaar warm & vochtig à snelgroeiende/afbrekende planten Bodem is meestal onvruchtbaar à platbranden voor akkers Aride zone: Weinig leven à voedingsstoffen in de bodem à landbouw mogelijk (irrigratiewater) Veel woestijnen die bestaan uit stenen à geen landbouw mogelijk Er steppes nomaden die met vee rondtrekken om voedsel te krijgen Pagina 3 van 5
Subtropische zone: Gebied met Middellandse Zeeklimaat Droge, hete zomers & milde, regenachtige winters Het hogedrukgebied van de woestijn schuift er s zomers overheen Aangepaste vegetatie Gematigde zone: Niet bijzonder warm/koud, droog/nat = gematigd Veel loofbossen/droog grassteppes à vruchtbare bodems/ koud naaldbossen Erg geschikt voor bewoning Boreale zone: Lijkt op gematigde zone à vooral in de winter kouder Veel naaldbossen à weinig vegetatie door de kou Door zanderig materiaal & weinig vegetatie à weinig vruchtbare bodems Nauwelijks aanwezig op het zuidelijk halfrond Polaire zone: Het is koud Naaldbossen worden steeds minder dicht tot mossen/grassen à toendra Mensen op de toendra leven van de jacht op rendieren & visserij 9 Landschap en klimaatverandering Dynamisch systeem: het landschap is voortdurend in beweging Factoren die het landschap bepalen: geofactoren. Klimaat, gesteente & reliëf bepalen voor een belangrijk deel het landschap Reliëf geeft vorm aan water / water erodeert en vormt het reliëf Regen, milde winters & koele zomers zorgen voor een groen landschap (vegetatie) Zanderige ondergrond à dierenwereld Mens is een dominante geofactor Klimaatverandering: verandering van het klimaat wat steeds warmer wordt Broeikaseffect: co2 uitstoot houd de warmtestraling tegen à warmte blijft hangen Door temperatuurstijging veranderen de landschappen à landschapszones verschuiven Pagina 4 van 5
Kunnen mens, plant en dier zich op tijd aanpassen? 10 landdegradatie en duurzaam landgebruik Landdegradatie: de bodem gaat geleidelijk in kwaliteit achteruit. Versnelde bodemerosie: wegspoelen/wegwaaien van bodemdeeltjes Treed op na ontbossing Treed op wanneer boeren land in de droge tijd laten braak liggen Treed op wanneer er overbeweiding is à te vel vee laten grazen Irrigatie: het irrigatie water verdampt en er blijft een beetje zout achter à verzilting Problematisch voor de landbouw à teveel zout voor gewassen Zout gaat in de poriën van de bodem zitten à te weinig zuurstof voor bodemleven à komt vooral voor in de aride en subtropische landschapszone: weinig vegetatie/veel irrigatiewater à land wordt amper geschikt voor plantengroei à verwoestijning (wordt versterkt door opwarming) Oplossingen landdegradatie: Azië: terrassenbouw Goedkoper: steile hellingen altijd met bos/gras bedekken Akkers in stroken te verbouwen Oplossingen verzilting: Drainage à irrigatiewater snel door buizen in de grond afvoeren Deze maatregelen horen bij duurzaam landgebruik à kwaliteit van de bodem te behouden. Pagina 5 van 5