HOOFDSTUK 3 : KLIMAAT EN LANDSCHAPSZONES
|
|
- Filip Verlinden
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 HOOFDSTUK 3 : KLIMAAT EN LANDSCHAPSZONES 1.ORIËNTATIE Drie vragen staan in dit hoofdstuk centraal: 1. Hoe wordt de energie van de zon door lucht en water over de aarde verspreid? 2. Waarom zijn er o paarde duidelijke verschillen in klimaat en landschap? 3. Waarom vinden we in veel gebieden op aarde vormen van landdegradatie? 2. DE ZON ALS MOTOR VAN HET KLIMAATSYSTEEM 2.1 Weer en klimaat Weer = De toestand van de atmosfeer of dampkring, zoals deze op een bepaalde plaats op een bepaald moment aanwezig is. Klimaat = Klimaat is de belangrijkste geofactor. Het klimaat geeft het gemiddelde van de weersverschijnselen (zoals temperatuur en neerslag) in een gebied aan over een langere periode. 2.2 Wie verwarmt onze luchtlaag: de zon of de aarde? De inkomende straling van de zon Kortgolvige straling = Straling met een golflengte kleiner dan 0,004 mm. Door de hoge oppervlaktetemperatuur zendt de zon vooral in dit golflengtegebied straling uit. De atmosfeer laat de binnenkomende kortgolvige straling niet zomaar passeren: 1. 20% van de straling wordt door stoffen in de atmosfeer opgenomen. Waaronder absorptie van een deel van de schadelijke ultraviolette straling door de ozonlaag. Absorptie = Opnemen van straling en omzetten in warmte. Bij straling di top materie valt, is er sprake van absorptie of reflectie (absorptie + reflectie = 100% van de straling) Ozonlaag = De ozonlaag is een luchtlaag op kilometer hoogte in de atmosfeer waar, door absorptie van schadelijke ultraviolette straling, de aanmaak van ozon (O3) uit zuurstofmoleculen (O2) wordt bevorderd. De dikte van de ozonlaag wordt continu gemeten in verband met de schadelijke invloed op mensen, planten en dieren van te hoge concentraties ultraviolette straling % van de kortgolvige straling wordt door wolken en allerlei vaste deeltjes (ijsdeeltjes en stofdeeltjes) die in de lucht zitten, terugkaatst naar de ruimte. Zo n reflectie vindt ook op het aardoppervlak zelf plaats. De reflectie is vooral groot bij een lage invalshoek van de zon en bij een lichte kleur van het aardoppervlak (sneeuw of wit zand) en bedraagt gemiddeld 5% van de kortgolvige straling. Reflectie = Weerkaatsen van de straling die op materie (aardoppervlak, stofdeeltjes, ijsdeeltjes) valt. Door de reflectie is er geen absorptie van de opgeslagen energie % van de straling wordt door het aardoppervlak geabsorbeerd. Opwarming van het aardoppervlak is hier het gevolg van. Uitgaande straling van de aarde Langgolvige straling = Straling met een golflengte groter dan 0,004. Door de lage oppervlaktetemperatuur zendt de aarde vooral straling in dit golflengtegebied uit. Wereldwijs, Aarde 1, Hoofdstuk 3 1
2 Broeikaseffect = Het natuurlijk verschijnsel van opwarming van de atmosfeer doordat de kortgolvige straling van de zon wel goed wordt doorgelaten, maar de langgolvige straling van de aarde door absorptie van broeikasgassen (kooldioxide, waterdam, methaan) wordt vastgehouden. Versterkt broeikaseffect = De versterking van het natuurlijk broeikaseffect door de mens door het in de lucht brengen van broeikasgassen als stikstofoxide, methaan, kooldioxide en cfk s. 2.3 De energiehuishouding van de aarde Stralingsbalans = Het saldo aan het aardoppervlak van de inkomende kortgolvige straling van de zon en de langgolvige uitgaande straling van de aarde. Dit saldo kan positief (stralingsoverschot) of negatief (stralingstekort) zijn en komt ten goede aan het aardoppervlak en de atmosfeer. Stralingsdichtheid = De hoeveelheid zonnestraling per oppervlakte-eenheid. Wordt bepaald door de invalshoek van de zon. Bij een grote invalshoek van de zon (lage breedten) is de stralingsdichtheid groter dan bij een kleine invalshoek van de zon (hoge breedten) Energiebalans = De energiehuishouding van de aarde. Het is de combinatie van de stralingsbalans (inkomende zonnestraling uitgaande aardse straling) en het warmtetransport door de luchtcirculatie, zeestromen en de kringloop van het water. 2.4 De zonkracht en ozon Bepalend voor de hoogte van de zonkracht zijn: 1. De hoogte van de zon; hoger uv-gehalte tussen 12 en 15 dan daarbuiten. 2. De bewolkingsgraad; Met bevolking de helft van de zonkracht dan zonder. 3. De hoogteligging; Hoe hoger het land hoe sterker de zonkracht 2.5 De aantasting van de ozonlaag Aantasting van de ozonlaag = Het zeer dun worden van de ozonlaag vooral boven Antarctica door het in de lucht brengen van vooral chloorhoudende stoffen (zoals drijfgassen van spuitbussen) die ozon afbreken. Sinds 1 januari 1989 verbiedt het Montreal-Protocol het gebruik van ozonafbrekende stoffen. 3. WATER ALS ENERGIETRANSPORTEUR 3.1 Energietransport door zeestromen Oceanische circulatie = Het stromingspatroon van het zeewater in de oceaan, Globaal bezien stroomt er vanaf de tropen opgewarmd zeewater (warme zeestromen) richting polen en stroomt er vanaf de poolgebieden afgekoeld water (koude zeestromen) terug. Warme zeestromen = Zeestroom die opgewarmd warm zeewater uit de tropen en subtropen naar de hogere breedten voert. Koude zeestromen = Zeestroom die koud afgekoeld water uit de poolgebieden naar lagere breedten voert. Thermohaline stroming = Het optreden van bovenstromen en onderstromen in het zeewater door verschillen in dichtheid op basis van temperatuur (thermo) en zoutgehalte (haline): Wereldwijs, Aarde 1, Hoofdstuk 3 2
3 1. De verhitting door de zon leidt in het zeewater tot verschillen in temperatuur. Zon dringt tot 100 meter diep door. Warme water zet uit en wordt minder dicht. Dus bovenlaag van warm licht water. Daaronder lagere temperatuur met hoge dichtheid en daarom zwaarder en dus eronder. 2. Het zoutgehalte kan de dichtheid van het zeewater en de stromingen beïnvloeden. Hoger zoutgehalte = dichter zeewater = zwaarder. Beïnvloed door verdamping (meer zout blijft achter), verdunning (extra toestroming van rivierwater, lager zoutgehalte) vorming van zee-ijs (alleen water bevriest dus relatief meer zout in water) Afzinkgebieden = Gebieden met dalend zeewater (door afkoeling en toename van zoutgehalte) die de warme bovenstromen en koude onderstormen in de oceaan met elkaar verbinden. Bevorderen de toestroom van warm zeewater naar hoge breedten. Diepwaterpomp = De daling van zeewater door afkoeling en een hoog zoutgehalte in de afzinkgebieden op hoge breedte. De daling bevordert de oceanische circulatie en verbindt de warme bovenstromen en d koude onderstromen in de oceanen met elkaar. Door de oceanische circulatie wordt warm zeewater uit de tropen naar hoge breedten gevoerd. 3.2 Energietransport door de hydrologische kringloop Hydrologische kringloop = De kringloop van het water in een gebied. Is geen echte gesloten circulatie (tussen zee, lucht en wolken en land) maar een continue stroming. De stroming heeft twee kenmerken: 1. Het is een stroming tussen reservoirs (bijvoorbeeld lucht, bodem, grondwater, rivieren, zee) 2. Het is een stroming tussen toestanden (waterdam, water, ijs) Bij deze overgangen is er sprake van opslaan en vrijkomen van energie. Als water verdampt wordt energie opgeslagen en als het uitregent komt de energie weer vrij. 3.3 Een grote buffervoorraad warmte in de zee Buffervoorraad = In de zee wordt een enorme hoeveelheid zonnestraling opgeslagen wat een buffervoorraad vormt die aan de lucht kan worden afgegeven. Zeeklimaat = Een klimaat dat door de nabijheid tot de zee geen groot temperatuurverschil kent tussen zomer en winter. Wordt gekenmerkt door zachte winters en niet erg hete zomers. De zee heeft als het ware een nivellerend effect op de temperatuur van het land. Landklimaat (continentaal klimaat) = Een klimaat dat door de grote afstand tot de zee een groot temperatuurverschil kent tussen zomer en winter. Wordt gekenmerkt door koude winters en zeer hete zomers. 4. LUCHT ALS ENERGIETRANSPORTEUR 4.1 Het ontstaan van luchtdrukverschillen Hogeluchtdrukgebied (H) of maximum = Gebied met hoge luchtdruk waar sprake is van een dalende luchtbeweging en uitstromen van lucht naar alle richtingen (divergentie). Wordt gekenmerkt door een wolkeloze hemel en droogte. Een voorbeeld vormt het subtropische hogedrukgebied bij 30* breedte. Wereldwijs, Aarde 1, Hoofdstuk 3 3
4 Lageluchtdrukgebied (L) of minimum = Gebied met lage luchtdruk en dus met opstijgende luchtbeweging en het toestromen van lucht uit alle richtingen (convergentie). Wordt gekenmerkt door wolkenvorming en neerslag. Een voorbeeld vormt de intertropische covergentiezone ITCZ bij de evenaar. 4.2 Drie circulatiecellen per halfrond Wet van Buys Ballot = Belangrijke wet die de aftuiging van lucht bij stroming van hoge druk naar lage druk formuleert: Met de wind in de rug (dus bezien vanaf een hogedrukgebied) ondervindt een wind op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links. Luchtcirculatie = De kringloop van de luchtmassa s (het windsysteem) in het onderste deel van de atmosfeer. Op de schaal van de aarde zijn er op ieder halfrond drie grote circulatiecellen: 1. De Hadlelycel (tussen 0* en 35* breedte) Luchtcirculatiecel in de tropen en subtropen. De lucht stijgt op door de intensieve verhitting op plaatsen met een loodrechte zonnestand bij de evenaar. Zowel het noordelijk als zuidelijk halfrond kennen een Hadleycel. 2. De Ferrelcel (tussen 35* en 60* breedte) De Ferrelcel in de gematigde breedten moet op wereldschaap het systeem sluiten. Deze cel wordt aan het aardoppervlak gedomineerd door westenwinden. 3. De Polaire cel (tussen 60* en 90* breedte) De zwak ontwikkelde Polaire cel wordt aan het aardoppervlak gedomineerd door zware koude lucht die van het hogedrukgebied bij d pool gaat wegstromen. 4.3 De eigenschappen van hoge- en lagedrukgebieden Door verschillen in temperatuur tussen zee en land is er vaak sprake van kernen van lage of hoge luchtdruk: 1. Kernen van lage luchtdruk worden gekenmerkt door het stijgen van lucht. Opstijgende lucht, wolkvorming, neerslag, toestroming van lucht. 2. Kernen van hoge luchtdruk kennen een dalende luchtstroming. Dalende lucht, wolkloos, droogte, uitstroming van lucht. 4.4 De luchtcirculatie op lage breedten Bij de luchtcirculatie op aarde zijn de volgende elementen belangrijk: 1. Lage druk in de tropen (ITCZ) Zone van lage druk in de tropen die het gevolg is van de intensieve verhitting op plaatsen met een loodrechte zonnetoestand. De ITCZ heeft geen vaste ligging maar verschuift in samenhang met het verplaatsen van de loodrechte zonnestand. Omdat land sneller opwarmt dan zee, is de verschuiving boven landoppervlak het sterkst. 2. Hoge druk in de subtropen De gestegen lucht in de tropen stroomt op beide halfronden hoog in de atmosfeer naar hogere breedten. 3. Passaten Constant waaiende winden aan het aardoppervlak van het subtropische hogedrukgebied rond de 30* breedte naar de intertropische convergentiezone (ITCZ) rond de evenaar. Op het noordelijk halfrond waaien ze door de afwijking die veroorzaakt wordt door de Corioliskracht uit het noordoosten (noordoostpassaat) en op het zuidelijk halfrond uit het zuidoosten (zuidoostpassaat). Wereldwijs, Aarde 1, Hoofdstuk 3 4
5 Corioliskracht = de neiging van een bewegend voorwerp op of boven de aardoppervlakte om van zijn koers af te drijven door de draaisnelheid en draairichting van de aarde (west naar oost). Toelichting: Een van de krachten die de watercirculatie in de oceanen veroorzaakt. 4. Moessons Een passaat waarbij sprake is van een halfjaarlijkse omkering van de windrichting. In de zomer is er een natte moesson (sterke verhitting en lage luchtdruk) en in de winter een droge moesson (afkoeling en hoge luchtdruk. 4.5 De luchtcirculatie in de gematigde breedten Depressies = Bijzonder soort lagedrukgebied in de gematigde breedten. Ontstaat door de gedwongen stijging van de lucht bij de botsing van warme lucht uit de subtropen en koude lucht uit het poolgebied. De zware koude lucht dringt zich onder de warme lucht die hierdoor draaiend opstijgt. 4.6 El Niño Langjarige verandering in het luchtdruksysteem van de Hadleycvel in de Grote Oceaan. De subtropische hoge druk is dan minder droog en de lage druk bij de evenaar van de ITCZ minder laag. Normaal gesproken zorgen stabiele passaatwinden in de Grote Oceaan voor westwaarts transport van de warme bovenlaag van het zeewater. Bij Indonesie, Nieuw-Guinea en de Filipijnen vinden we het warmste zeewater met hierboven intensieve stijging van lucht, lage druk (ITCZ) en veel neerslag. In het oostelijk deel van de Grote Oceaan zorgt het westwaartse transport van de warme bovenlaag voor opwellend koud voedsel- en visrijk zeewater aan de kust alsmede voor droogte. Tijdens El Nino vermindert door het geringere luchtdrukverschil de kracht van de passaten en ontstaat er zelfs een omkering van de windrichting. Een zwakke westenwind zorgt voor een oostwaartse verplaatsing van het warmste zeewater en van de lage druk. In Indonesie en Nieuw-Guinea ontstaan door minder lage druk droogteperioden en bosbranden. Voor de kust van Peru en Ecuador wordt de toestroming van warm zeewater voor minder opwelling van voedselrijk water en voor minder vis. Er is meer neerslag met kans op overstromingen. 5. DE KLIMAATGEBIEDEN OP AARDE 5.1 Klimaatindeling Klimaatgebieden = Gebied met gelijke klimaatkenmerken volgens het klimaatsysteem van Köppen. 5.2 De klimaatgebieden van Köppen Klimaatindeling van Köppen = Indeling in klimaatgebieden waarbij de plantengroei op aarde gekoppeld is aan drie kenmerken: - De gemiddelde temperatuur (per jaar, van de warmste maand, an de koudste maand) - De gemiddelde jaarlijkse neerslag - Het seizoen waarin de neerslag valt. Hij gebruikt in zijn klimaatsysteem: - de letters A, B, C, D Wereldwijs, Aarde 1, Hoofdstuk 3 5
6 - de kleine letters f (neerslag in alle jaargetijden), s (droge zomers) en w (droge winters) 5.3 Klimaten verklaren zie boek blz LANDSCHAPSZONES EN KLIMAAT 6.1 Het landschap: de samenwerking van geofactoren Landschap = De waarneembare samenhang van ene gebied zoals deze ontstaan is door de samenwerking van geofactoren: gesteente en relief, klimaat en lucht, bodem, water, vegetatie,en mens en dier. Geofactoren = De factoren die samen de werking van het landschap bepalen. Binnen de geofactoren is sprake van een rangorde. Klimaat heeft de hoogste positie in de rangorde. Dat wil zeggen een klimaatverandering op de andere geofactoren zal doorwerken. Klimaatverandering = Een verandering van het klimaat in een land of gebied door natuurlijke of menselijke oorzaken. 6.2 De landschapszones op aarde Landschapszones = Aardomvattend natuurlijk gebied, dat wat betreft de opbouw en werking van klimaat, plantengroei, water en bodem een eenheid vormt. In iedere landschapszone is de werking van de natuurlijke processen en de aanpassing van de mens daaraan anders. Tropische zone = Landschapszone in de tropen met een A-klimaat (Af en Aw) en al natuurlijke vegetatie tropisch regenwoud, moessonbos of savanne. Van evenaar naar pool: Aride en semi-aride zone = De landschapszone in het gebied van de woestijn- en steppeklimaat (BW en BS) met woestijnplanten grassteppeplanten. Subtropische zone = Landschapszone in de warme gematigde zone (subtropen) met een Middellandse Zeeklimaat (Cs) en een altijd groene mediterrane vegetatie. De neerslag valt er vooral in de winter en ind e zomer is er doorgaans sprake van vochttekort. Gematigde zone = De landschapszone in het gebied van het Cf- en Df-klimaat met zomergroen loofbos als natuurlijke plantengroei. Boreale zone = De landschapszone in het gebied van een D-klimaat met naaldbos als natuurlijke plantengroei en permafrost. Polaire zone = Landschapszone met een E-klimaat met toendraplanten als vegetatie, en permafrost. 6.3 Water en plantengroei Transpiratie = De verdamping van water door de planten door de opname van water en voedingsstoffen door plantenwortels uit de bodem. Het water is de transporteur van voedingsstoffen door de plant en verdampt uiteindelijk via de huidmondjes aan de bladeren. Oppervlakteverdamping = Verdamping van het neerslagwater op het aardoppervlak van de bodem of de bladeren van de planten. Vochtbalans en de bodem = Grafiek waarin het verloop van neerslag en verdamping door het jaar aangeeft wanneer er in de bodem sprake is van een vochttekort of een vochtoverschot. Wereldwijs, Aarde 1, Hoofdstuk 3 6
7 6.4 De landschapszones in het geologisch verleden IJstijd = Perioden tijdens het Pleistoceen waarbij de julitemperatuur benden de 10 C daalde. Er was bij de polen sprake van een forse groei van ijskappen en opschuiving van de koude klimaten en landschapszone naar gematigde breedten. Interglaciaal = Tussentijds. Periode met een julitemperatuur boven de 10 C. In het Pleistoceen schoof tijdens een tussenijstijd de polaire en boreale landschapszones weer richting pool. De huidige geologische periode (het Holoceen) kunnen we ook beschouwen als een tussenijstijd. 7. LANDSCHAPSZONES EN DE MENS 7.1 Landdegradatie en hazard management Landdegradatie = Alle veranderingen in het landschap die het vermogen van bodem en grond verminderen om gezond voedsel, gewassen, zoet water, brandhout (natuurlijk hulpbronnen) te produceren. Ramp = Landdegradatie op grote schaal met veel schade en/of een groot aantal slachtoffers. Natuurramp = Ramp door een natuurlijke oorzaak met grote economische schade en/of veel slachtoffers. Vooral aardbevingen, hurricanes, vulkaanuitbarstingen en tsunami s kunnen zorgen voor een ramp. Milieuramp = Ramp waarbij door menselijk handleen ernstige schade wordt aangebracht aan het milieu (water, lucht en bodem) als leefomgeving van mensen, planten en dieren. Hazard management = Het geheel van maatregelen om de schade door natuurrampen of milieurampen te voorkomen of hun effecten te verminderen. Het is een planmatige vorm van beheersing van gevaar. Risico = In het geval van een ramp: het mogelijke gevaar voor schade of verlies. Factoren die de omvang van de schade door landdegradatie bepalen zijn: 1. De omvang en reikwijdte van de oorzaak van landdegradatie. 2. De kwetsbaarheid van de samenleving. Belangrijk zijn de bevolkingsdichtheid, de bevolkingsspreiding en de waarde van gebouwen en economische activiteiten. 3. De voorbereiding van de samenleving. Dit is een belangrijk onderdeel van hazard management. De beleving (perceptie) van het risico van landdegradatie door de samenleving bepaalt of er wel of niet een goede voorbereiding plaatsvindt. Belangrijk is de herhalingsperiode waarbij een mogelijke ramp optreedt. Herhalingsperiode = De frequentie waarmee gevaar door een natuur- of een milieuramp optreedt. Heeft invloed op de beleving van risico. 4. Concrete maatregelen van de overheid, het bedrijfsleven en de burgers kunnen de omvang van schade beperken. In een berggebied met veel erosie kunnen bijvoorbeeld terrassen worden aangelegd. Het ontwikkelingspeil van een gebied en zijn bewoners heeft grote invloed op de omvang van maatregelen om schade te beperken. Overheid, Bedrijfsleven, Burgers = Betrokkene bij het voorkomen of beperken van de schade van landdegradatie door een natuurramp of milieuramp. 7.2 Landdegradatie in de aride en semi-aride landschapszone Bodemerosie = Het opnemen en afvoeren van de gronddeeltjes aan de bovenkant van de bodem door wind of water. Kan door de mens versneld worden, bijvoorbeeld door het kappen van bomen of het weghalen van begroeiing. Verwoestijning = Een ernstige vorm van landdegradatie waarbij een gebied door natuurlijke of menselijke oorzaken steeds minder plantenmassa kan produceren en steeds meer woestijnachtige kenmerken krijgt. 1. Het kan steeds minder plantenmassa produceren door natuurlijke planten of gewassen. Wereldwijs, Aarde 1, Hoofdstuk 3 7
8 2. Het krijgt steeds meer eigenschappen van een woestijn (schaarse plantengroei, geen humus in de bodem, groot verschil tussen dag- en nachttemperatuur, veel windwerking, veel watererosie) Overbeweiding = Verdwijnen van de bodembeschermende plantengroei door een te intensieve beweiding door vee. Komt vaak voor in de steppegebieden aan de randen van woestijnen. Bodemuitputting = Sterke afname van het vermogen van de bodem om plantenmateriaal te produceren door uitputting van voedingsstoffen. Treedt op bij intensieve benutting van bodems zonder voldoende toevoer van meststoffen. Verzilting = Toename van de concentratie aan zouten in en op de bodem. Is vaak het gevolg van het verdampen van irrigatiewater. De in het irrigatiewater opgeloste zouten slaan bij verdamping neer. Irrigatielandbouw = Landbouw met gebruik van irrigatiewater dat via een netwerk van waterlopen en irrigatiegoten wordt aangevoerd of wordt opgepompt. Bij irrigatielandbouw is het watergebruik door de grote verdamping hoog. Grondwater = Het water in het gedeelte van de bodem of ondergrond waar poriën geheel gevuld zijn met water. Oases = Gebieden in woestijnen en steppegebieden met een groot aanbod aan water in een verder droge omgeving. Vaak is er sprake van rivieroases die gevoed worden door water dat uit omringende gebergten toestroomt. Grondwater kan ook uit diepe gesteentelagen worden opgepompt. 7.3 Landdegradatie in de subtropische en gematigde landschapszone In beide landschapszones hebben ingrepen van de mens geleid tot vormen van landdegradatie: 1. Ontbossing van hellingen ten behoeve van de landbouw of het toerisme hebben in vele gevallen geleid tot bodemerosie en het optreden van aardverschuivingen. Geulerosie = Beginvorm van watererosie op een helling. De geultjes vormen het begin van het ontstaan van een dalstelsel. Aardverschuivingen = Het naar beneden glijden van een met water verzadigde puinmassa over een glijvlak. Bij veel aardverschuivingen komt glijden voor in combinatie met vloeien. 2. Irrigatielandbouw zorgt in de subtropische zone voor verzilting. 7.4 Landdegradatie in de boreale en polaire landschapszone Permafrost = Permanent bevroren bodem en ondergrond in de polaire en boreale landschapszones. De bovenlaag ervan (de actieve laag) ontdooit in de zomer en bevriest in de winter. De permafrost is in de polaire landschapszone het dikst. In de boreale landschapszone wordt de permafrost minder diep en meer onderbroken. 7.5 De landschapszones in de toekomst Duurzaam landgebruik = Vorm van gebruik van het landschap dat de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet in gevaar brengt. Er is een evenwicht tussen de mogelijkheden van het landschap en de benutting ervan voor menselijke activiteiten. Belangrijk is het evenwichtige gebruik van de watervoorraad en het tegengaan van landdegradatie door bodemerosie, verzilting, verwoestijning en vervuiling. Wereldwijs, Aarde 1, Hoofdstuk 3 8
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Klimaat en landschapszones op aarde
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Klimaat en landschapszones op aarde Samenvatting door een scholier 1974 woorden 19 juni 2011 7,3 68 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Hoofdstuk
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Systeem aarde: hoofdstuk 1
Samenvatting Aardrijkskunde Systeem aarde: hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 3131 woorden 24 oktober 2011 6,6 23 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Paragraaf 1 De zon als motor van het
Nadere informatie-Land-waterverdeling. Land warmt sneller op dan water, maar koelt ook sneller af.
Samenvatting door J. 1848 woorden 15 maart 2015 8,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs SAMENVATTING AARDRIJKSKUNDE H1: Het weer is de toestand van de atmosfeer of dampkring, zoals
Nadere informatieAardrijkskunde hoofdstuk 3 Klimaat en landschapszones 1. Oriëntatie
Aardrijkskunde hoofdstuk 3 Klimaat en landschapszones 1. Oriëntatie 3 vragen: 1. Hoe wordt de energie van de zon door lucht en water over de aarde verspreid? De zon is leverancier van energie. De verschillen
Nadere informatieAARDE 1 HAVO ANTWOORDENBOEK HOOFDSTUK 6 KLIMAAT EN LANDSCHAPSZONES
HOOFDSTUK 6 Paragraaf 1 Oriëntatie 1 a Hoe lager de geografische breedte is, hoe meer zonnestraling het aardoppervlak ontvangt. b Het woestijngebied van de Sahara en Arabië. Het is hier overwegend onbewolkt,
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde H.2 tot paragraaf 8
Samenvatting Aardrijkskunde H.2 tot paragraaf 8 Samenvatting door Anouk 747 woorden 19 januari 2018 6,3 7 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand H.2 Klimaat 1 De stralingsbalans van de aarde
Nadere informatieAardrijkskunde voor de tweede fase LEERKATERN HAVO. Aarde
Aardrijkskunde voor de tweede fase LEERKATERN HAVO Aarde Aardrijkskunde voor de tweede fase LEERKATERN HAVO Auteurs: Wout Lentjes Hans Palings Theo Savelkouls Maarten Terlingen Peter Teune Brigitte Weidema
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door M. 965 woorden 21 juni 2014 4,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand 2 Mediterraan klimaat en landschap. Middellandse Zeeklimaat:
Nadere informatieAARDE 1 VWO ANTWOORDENBOEK HOOFDSTUK 3 KLIMAAT EN LANDSCHAPSZONES
HOOFDSTUK 3 Paragraaf 1 Oriëntatie 1 a Hoe lager de geografische breedte is, hoe meer zonnestraling het aardoppervlak ontvangt. b Het woestijngebied van de Sahara en Arabië. Het is hier overwegend onbewolkt
Nadere informatieHoofdstuk 2 AARDE Klimaat en landschap
Hoofdstuk 2 AARDE Klimaat en landschap Feitjes over de aarde: 1. De aarde is een bol met een scheve aardas 2. graadnet paralellen = breedtecirkels bijv. evenaar max. 90 graden meridianen = lengtecirkels
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door J. 181 woorden 13 januari 2016 6,1 48 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra 2.1 Klimaten A Waardoor is het bij de evenaar warm? In bron
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Landschapszones
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Landschapszones Samenvatting door M. 900 woorden 6 december 2015 7,1 13 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde SAMENVATTING AARDRIJKSKUNDE HOOFDSTUK 2 VWO 6 LANDSCHAPSZONES
Nadere informatieSoms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.
Samenvatting door een scholier 1790 woorden 1 juni 2016 7,9 13 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 2: KLIMATEN 2.1 Klimaten Waardoor is het niet
Nadere informatieAarde: De aarde als natuurlijk systeem; samenhangen en diversiteit
Aarde: De aarde als natuurlijk systeem; Aardrijkskunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht domeinen CE Aardrijkskunde A1: Geografische benadering B1: Samenhang en verscheidenheid in de wereld C1: De aarde
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6
Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6 Samenvatting door een scholier 1392 woorden 15 januari 2014 5,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs AARDRIJKSKUNDE PW 4.1 T/M 4.6 H 4 1 *Reliëfkaart:
Nadere informatieAardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.
Samenvatting door S. 1016 woorden 28 februari 2016 6,2 47 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Aardrijkskunde samenvatting H2: Nadeel tropische klimaten: het vocht, en de insecten/ziektes.
Nadere informatieToets_Hfdst2_WeerEnKlimaat
Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat Antwoorden Samengesteld door: visign@hetnet.nl Datum: dinsdag 31 januari 2017 Tijd: 11:02 Samenstelling: Geowijzer Vraag: 3, 4, 5, 7, 8, 10, 11, 11, 12, 12, 13, 13, 14, 14, 15,
Nadere informatieWat is Meteorologie?
Meteorologie Niek van Andel www.alweeronline.nl Wat is Meteorologie? Latijn: Meteorologia Grieks: Meteorologos metewros (hoog in de lucht) logos (leer van) Leer van iets, hoog in de lucht (abstract) 1
Nadere informatieINDONESIË. Natuurlijke en landschappelijke kenmerken
INDONESIË Natuurlijke en landschappelijke kenmerken Structuur [1/2] De kandidaat kan gebiedskenmerken van een ontwikkelingsland beschrijven en analyseren. Het betreft: a. sociaal-geografische en fysisch-geografische
Nadere informatieKlimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.
Samenvatting door Annique 1350 woorden 16 mei 2015 7,3 333 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Klimaten Paragraaf 2.2 Weer en klimaat Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1.1 1.2 en 4.1 4.2 Samenvatting door een scholier 1402 woorden 5 december 2017 7 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Humboldt Aardrijkskunde toetsweek 1
Nadere informatieKlimaten Verschillende klimaten - Tropisch klimaat - Droog klimaat - Gematigd klimaat - Landklimaat - Poolklimaat - Mediterraan klimaat - Subtropisch klimaat https://schooltv.nl/video/klimaatzones-van-de-wereld-waarom-zijn-er-verschillende-klimaatzones/
Nadere informatieDe algemene luchtcirculatie
De algemene luchtcirculatie De Aarde wordt niet gelijkmatig opgewarmd door de Zon. Bij de polen is het het hele jaar beduidend kouder dan aan de evenaar. Er is dus een effect van de breedteligging op de
Nadere informatieDe inkomende straling (vanaf de zon) stellen we 100 eenheden we gaan nu bekijken hoe dit wordt gebruikt :
Boekverslag door E-B-Svaneke 3445 woorden 29 maart 2014 7.5 52 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Aardrijkskunde HF 2: Klimaat 2: De energiebalans van de aarde De energiebalans De zon
Nadere informatieToets_Hfdst2_WeerEnKlimaat
Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat Vragen Samengesteld door: visign@hetnet.nl Datum: 31-1-2017 Tijd: 11:02 Samenstelling: Geowijzer Vraag: 3, 4, 5, 7, 8, 10, 11, 11, 12, 12, 13, 13, 14, 14, 15, 16, 17, 18, 19,
Nadere informatieHoe komen de verschillende klimaten op Aarde tot stand?
Klimaat Wat is klimaat? Klimaat is de gemiddelde toestand van het weer over een langere periode op een bepaalde plaats. Veel meteorologische instituten hanteren een periode van 30 jaar voor de berekening
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 122 woorden 17 juni 2016 6, 75 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Humboldt Samenvatting aardrijkskunde H2 2.1 Het weer: beschrijft
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3
Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3 Samenvatting door Jordan 595 woorden 14 december 2017 5,5 2 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdstuk 3 Aardrijkskunde Weer en klimaat in de VS
Nadere informatieKlimaatverandering en de landschapszones in het hooggebergte
Plus Casequest 2 Klimaatverandering en de landschapszones in het hooggebergte 1/5 Inleiding Van de evenaar naar de polen vinden we aan het aardoppervlak een opeenvolging van landschapszones. Opeenvolgend
Nadere informatie2 Landschapszones op aarde SO 1
Aardrijkskunde 1 havo/vwo 2 Landschapszones op aarde SO 1 Deze toets bestaat uit tien vragen: open vragen en meerkeuzevragen. Ook zijn er vragen waarbij de atlas (Grote Bosatlas, editie 54) nodig is. Bij
Nadere informatie7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.
Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april 2017 7,5 15 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand paragraaf 2 klimaten wereldwijd breedteligging: de afstand van een plaats tot de evenaar in
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Klimaatzones en landschappen
Samenvatting Aardrijkskunde Klimaatzones en l Samenvatting door S. 2507 woorden 2 december 2012 4,9 34 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand 1. Een gebied van uitersten - Middellandse zeegebied
Nadere informatie2. Algemene circulatie
2. Algemene circulatie 2.1 Inleiding De atmosfeer is voortdurend in beweging. Op het eerste gezicht lijkt dat bewegingspatroon een totale chaos, maar toch blijkt het te voldoen aan bepaalde regels. Beweging
Nadere informatie- Een gele grote binnenzee, die slechts door een smalle opening bij Gibraltar verbonden is met de Atlantische Oceaan.
Samenvatting door K. 2237 woorden 17 november 2016 4,4 22 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 De Middellandse zee: - Een gele grote binnenzee, die slechts door een smalle
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door Dylan 2503 woorden 13 april 2017 5,9 3 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Paragraaf 1 Paragraaf 2
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 6t/m 14
Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 6t/m 14 Samenvatting door een scholier 1712 woorden 1 november 2008 7,2 27 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Begrippenlijst Ak Interglaciaal
Nadere informatieklimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk
Achtergronden Klimaatverandering en klimaatscenario s Prof Dr Bart van den Hurk Watis 06 hetmondiale klimaatprobleem? Klimaatverandering is van alle tijden Natuurlijke invloeden: Interne schommelingen
Nadere informatie20 keer beoordeeld 18 juni 2013
5,7 Samenvatting door F. 1438 woorden 20 keer beoordeeld 18 juni 2013 Vak Aardrijkskunde Methode De Geo Aardrijkskunde, Hoofdstuk 3, Paragraaf 1, 2 en 3. India is een groot cultuurgebied met scherpe natuurlijke
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 2311 woorden 14 juni 2011 6,4 67 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Samenvatting Aardrijkskunde H1 2: energiebalans
Nadere informatieThema 5 Weer en klimaat
Naut samenvatting groep 7 Mijn Malmberg Thema 5 Weer en klimaat Samenvatting Wordt het warm vandaag? De stralen van de zon zorgen voor warmte op aarde. De zon geeft niet altijd dezelfde temperatuur. Doordat
Nadere informatieTentamen Inleiding Atmosfeer 3 mei 2016 UITWERKINGEN TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 3 mei 2016, 13:30-16:30 uur
UITWERKINGEN TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER 3 mei 2016, 13:30-16:30 uur 2 a. Gebruik De barometrische hoogteformule: p(z) = p 0 e (gm dz R T) Punt A: 50 10 3 = 101 10 3 (9.81 28.96 z 831 273.15 e ) geeft
Nadere informatie4vwo les1. 4vwo les1. Hoofdstuk 1 Extern systeem en klimaatzones Paragraaf 1 t/m 4
4vwo les1 4vwo les1 - Leerlingenlijst controleren - De onderwerpen dit jaar - De opzet van het boek en werkboek (o.a. BOX en CHECK IT OUT opdrachten) - Knipbladen - Werkoverzichten - intro hoofdstuk 1
Nadere informatieExtra CaseQuest 1 Watergebruik in het Middellandse Zeegebied
Extra CaseQuest 1 Watergebruik in het Middellandse Zeegebied 1/5 Inleiding Het Middellandse Zeegebied ligt in een landschapszone die vanwege zijn klimaat prettig is om te wonen of om er als toerist op
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 paragraaf 2 t/m 10
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 paragraaf 2 t/m 10 Samenvatting door Martijn 3223 woorden 29 december 2014 4,6 35 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand 2 Mediterraan klimaat en
Nadere informatieOpdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde.
Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde. 1-Maak een begrippenlijst van de rood gedrukte begrippen. 2-Wat zijn de drie elementen van weer en klimaat?
Nadere informatie2. Noem 4 belanghebbenden die botsen met elkaar als je het hebt over stedelijke distributie.
Antwoorden door een scholier 3456 woorden 7 juni 2012 6,5 11 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde 1. Leg het begrip stedelijke distributie uit. 2. Noem 4 belanghebbenden die botsen met elkaar als je het
Nadere informatie1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?
1 Kun je aan planten zien wat je aan moet? Hoofdstuk 1 Les 1 Zoek het op Bij de evenaar staat de zon hoog. Het is er warm en daardoor verdampt het water. Die warme damp stijgt op en koelt af: dan gaat
Nadere informatieAntwoorden 6 vwo 2 Landschapszones
Antwoorden 6 vwo Landschapszones De schatkamer op aarde verdwijnt langzaam a Als het stroomgebied van de Amazonerivier. b 00 km breed en 00 km lang. c Een polair klimaat: het hooggebergteklimaat; een maritiem
Nadere informatieEnergiebalans = verschil instraling en uitstraling = weinig/geen verschil: dynamisch evenwicht.
Hoofdstuk 1 Extern systeem en klimaatzones 2 De energiebalans van de aarde Zon belangrijkste energiebron van de aarde. 1. Instraling: Zonnestralen gaan door de atmosfeer. UV straling door ozon tegengehouden.
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Natuur en milieu
Samenvatting Aardrijkskunde Natuur en milieu Samenvatting door een scholier 1889 woorden 17 mei 2004 3,9 34 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Natuur en Milieu Hst. 1 Het ontstaan van diversiteit De landschappelijke
Nadere informatieSamenvatting aardrijkskunde H9:
Samenvatting aardrijkskunde H9: 1.Opbouw van de atmosfeer: opbouw atmosfeer of dampkring gebaseerd op temperatuursschommelingen. Hoogte atmosfeer Naam atmosfeerlaag Temp.-verloop verschijnsel 80-1000Km
Nadere informatieWeer en klimaat. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 16 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/87209 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatieOpdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde.
Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) 3.1.1. Temperatuurverschillen op aarde. 1-Maak een begrippenlijst van de rood gedrukte begrippen. 2-Wat zijn de drie elementen van weer en klimaat?
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde De werking en het gebruik van het natuurlijk milieu (mens en milieu hoofdstuk 2)
Samenvatting Aardrijkskunde De werking en het gebruik van het natuurlijk milieu (mens en milieu hoofdstuk 2) Samenvatting door een scholier 1510 woorden 11 mei 2005 6,2 83 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde
Nadere informatieHet soort weer dat een land tijdens een lange periode heeft. Gebied in de wereld waar het klimaat overal hetzelfde is.
Meander Samenvatting groep 6 Thema 4 Streken en klimaten Samenvatting Klimaatgebieden De aarde kun je verdelen in gebieden met verschillende klimaten. Nederland heeft een zeeklimaat. Dat is een gematigd
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Aarde Hoofdstuk 2 paragraaf 1 t/m 5
Samenvatting Aardrijkskunde Aarde Hoofdstuk 2 paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting door J. 2150 woorden 8 april 2015 7,9 3 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Hoofdstuk 2: Een verandering in
Nadere informatieWelke soort winden en zeestromen speelden een rol bij de historische vaarroutes van de schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie?
Praktische opdracht Aardrijkskunde In hoeverre wordt bij de zeilvaart over de oceaan rekening gehouden met het vaste luchtcirculatiesysteem van de aarde en de zeestromen? Praktische-opdracht door een scholier
Nadere informatieKlimaat in de 21 e eeuw
Klimaat in de 21 e eeuw Hoe verandert ons klimaat? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Waargenomen klimaatverandering Wat verwachten we wereldwijd en voor Nederland Mogelijke
Nadere informatieBedreigingen. Broeikaseffect
Bedreigingen Vroeger gebeurde het nogal eens dat de zee een gat in de duinen sloeg en het land overspoelde. Tegenwoordig gebeurt dat niet meer. De mensen hebben de duinen met behulp van helm goed vastgelegd
Nadere informatie11. Weersituaties. 11.1 Inleiding. 11.2 Weertype
11. Weersituaties 11.1 Inleiding et weer wordt voor een belangrijk deel bepaald door de eigenschappen van de lucht die wordt aangevoerd. Nu eens zitten we in lucht die boven zee flink wat vocht heeft opgepikt;
Nadere informatieEnergiebalans aarde: systeemgrens
Energiebalans aarde: systeemgrens Aarde Atmosfeer Energiebalans Boekhouden: wat gaat er door de systeemgrens? Wat zijn de uitgaande stromen? Wat zijn de ingaande stromen? Is er accumulatie? De aarde: Energie-instroom
Nadere informatieKlimaatmodellen. Projecties van een toekomstig klimaat. Wiskundige vergelijkingen
Klimaatmodellen Projecties van een toekomstig klimaat Aan de hand van klimaatmodellen kunnen we klimaatveranderingen in het verleden verklaren en een projectie maken van klimaatveranderingen in de toekomst,
Nadere informatieWerkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect
Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect Werkstuk door een scholier 1310 woorden 20 juni 2006 6,2 45 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Het Broeikaseffect Inhoudsopgave Inleiding 1.0 Wat is het broeikaseffect?
Nadere informatiePraktische opdracht Aardrijkskunde Landschapszones
Praktische opdracht Aardrijkskunde Landschap Praktische-opdracht door een scholier 2835 woorden 20 juli 2012 5,8 112 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding De wereld. Heel veel natuurlijke elementen
Nadere informatieFysische modellen De Aarde zonder en met atmosfeer
Fysische modellen De Aarde zonder en met atmosfeer J. Kortland Cdb, Universiteit Utrecht Inleiding Bij het ontwerpen van een computermodel van de broeikas Aarde maak je gebruik van fysische modellen. Deze
Nadere informatiePraktische opdracht Economie Broeikaseffect
Praktische opdracht Economie Broeikaseffect Praktische-opdracht door S. 1631 woorden 7 april 2015 4 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie De economische kijk op het broeikaseffect.
Nadere informatieAtmosfeer De atmosfeer bestaat uit troposfeer (8-18 km dik), stratosfeer (tot 50 km), mesosfeer en thermosfeer.
Samenvatting door C. 2143 woorden 24 juni 2015 6 8 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 2 Afbraak en vorming van landschappen De hoofdvraag in dit hoofdstuk is: Op welke wijze werken exogene
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door J. 261 woorden 2 april 2014 6,5 11 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 1 2 3 4 2.1 De aarde als systeem De vier sferen Atmosfeer,
Nadere informatieWat is de wisselwerking tussen de atmosfeer, de oceanen en het land bij de totstandkoming van klimaten?
Samenvatting door C. 2771 woorden 23 mei 2016 7,3 52 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 1 Het klimaatsysteem De hoofdvraag in dit hoofdstuk is: Wat is de wisselwerking tussen de atmosfeer,
Nadere informatieKNMI 06 klimaatscenario s
KNMI 06 klimaatscenario s Stof tot nadenken? Opzet presentatie Klimaatverandering en het (versterkte) broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering De nieuwe KNMI-klimaatscenario s Mogelijke effecten 1
Nadere informatieEindexamen aardrijkskunde oud progr vwo 2010 - I
Actieve aarde Opgave 7 Platentektoniek en klimaat Bestudeer bron 1 die bij deze opgave hoort. 1p 25 Welke atlaskaart moet je gebruiken om inzicht te krijgen in de plaattektonische bewegingen vanaf het
Nadere informatieKNMI 06 klimaatscenario s
KNMI 06 klimaatscenario s Hoe verandert ons klimaat? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Klimaatscenario s Mogelijke
Nadere informatieeconomische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen
economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen REDD+ een campagne voor bewustwording van suriname over haar grootste kapitaal Wat is duurzaam gebruik van het bos: Duurzaam
Nadere informatie5.6. Samenvatting door een scholier 1069 woorden 24 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2.1 De aarde als systeem
Samenvatting door een scholier 1069 woorden 24 juni 2016 5.6 2 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 2.1 De aarde als systeem 4 sferen: - Atmosfeer: Dampkring, bestaande uit gassen Bestaat
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde H2, paragraaf 1 t/m 3
Samenvatting Aardrijkskunde H2, paragraaf 1 t/m 3 Samenvatting door A. 1377 woorden 2 februari 2017 6,9 63 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Hoofdstuk 2 par. 1-3 wat moet je leren samenvatting
Nadere informatieInspectie Verkeer en Waterstaat
Inspectie Verkeer en Waterstaat PPL voorbeeldexamen Meteorologie 1 Waarvan zijn zichtbare weersverschijnselen in de troposfeer voornamelijk het gevolg? A) Van subsidentie. B) Van luchtvervuiling. C) Van
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 en 3 (Actieve aarde)
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2 en 3 (Actieve aarde) Samenvatting door een scholier 1641 woorden 7 december 2004 6 29 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Aardrijkskunde Actieve aarde Hoofdstuk 2
Nadere informatiePeriode Aardrijkskunde 10 e klas. Klimatologie. Versie 2011-5
Periode Aardrijkskunde 10 e klas Klimatologie Versie 2011-5 Fokko Hooijer Januari 2011 2 Inhoud Inleiding... 3 Praktische informatie... 3 Hoe word je beoordeeld?... 3 Wat moet je kennen en kunnen?... 4
Nadere informatieTekst 49 De indeling van Köppen De gemiddelde toestand van het weer, berekend over een langere periode noem je het klimaat. Het
Samenvatting door een scholier 2047 woorden 18 december 2004 4,9 36 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Autonomie van de aarde DE DUNNE KORST Tekst 10 Ouderdom van de aarde Er zijn verschillende
Nadere informatieAARDRIJKSKUNDE SAMENVATTING- DIEDE H6
AARDRIJKSKUNDE SAMENVATTING- DIEDE H6 1. ORIENTATIE De kenmerken die bij de landen van het Middellands-Zeegebied horen: - mediterraan klimaat - mediterrane plantengroei, bv olijfbomen - mediterrane landbouw
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2
Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk Samenvatting door Jordan 93 woorden 14 december 017 6,1 18 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Samenvatting Aardrijkskunde Water Hoofdstuk 1 Rivieren in China
Nadere informatieSamenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3
Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3 Samenvatting door een scholier 3820 woorden 14 juni 2009 6,4 176 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Samenvatting Systeem aarde 3 De blauwe
Nadere informatieKlimaatverandering. Opzet presentatie
Klimaatverandering Welke extremen kunnen we in de toekomst verwachten? J. Bessembinder e.v.a. Opzet presentatie Wat is klimaat(verandering)? Het broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering Klimaatscenario
Nadere informatieSamenvatting ANW Hoofdstuk 7, Leven op aarde
Samenvatting ANW Hoofdstuk 7, Leven op aarde Samenvatting door een scholier 1461 woorden 2 juni 2003 7,6 96 keer beoordeeld Vak Methode ANW Solar ANW Hoofdstuk 7 boekje 2 7.1 een leefbare planeet de aarde
Nadere informatie5,8. Antwoorden door Saskia 4449 woorden 26 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde
Antwoorden door Saskia 4449 woorden 26 oktober 2015 5,8 16 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde havo De Geo Aardrijkskunde voor de tweede fase Systeem aarde Samenvatting H1 H2 H3 Samenvatting Systeem Aarde
Nadere informatieVERANDEREN VAN KLIMAAT?
VERANDEREN VAN KLIMAAT? Tropisch klimaat, gematigd klimaat, klimaatopwarming, klimaatfactoren...misschien heb je al gehoord van deze uitdrukkingen. Maar weet je wat ze echt betekenen? Nova, wat bedoelen
Nadere informatieKlimaatverandering Wat kunnen we verwachten?
Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Yorick de Wijs (KNMI) Veenendaal - 09 05 2019 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1 Klimaatverandering Oorzaken en risico s wereldwijd Trends en
Nadere informatieLes 5: Factoren van weer en klimaat
Les 5: Factoren van weer en klimaat 1 De stand van de zon 1.1 seizoen Zoek de januari- en julitemperatuur van de volgende steden op. AW weerstation (plaats) temperatuur januari temperatuur juli Stockholm...
Nadere informatieIJSLAND: EEN LAND VAN WATER EN VUUR
Naam: Klas : Nr: Datum: IJSLAND: EEN LAND VAN WATER EN VUUR A. Roegis & L. Van Eycken 2014-2015 BACHELORPROEF HOGENT Aardrijkskunde IJsland: een land van water en vuur Pagina 2 Deze werkbundel mag gebruikt
Nadere informatie3 havo 4 water, 2 t/m 4
3 havo 4 water, 2 t/m 4 Mozambique: soms te veel India: vaak te weinig De blauwe planeet: alles stroomt Welke kringloop heeft de meeste betekenis voor de mens en waarom? De lange kringloop (B) omdat deze
Nadere informatie4 Leven in een koud gebied
4 Leven in een koud gebied 1 a Canada b/c W16 d 73 2 a Te koud: s zomers < 10º C b gebruik van sneeuwscooter en sleden kleding c te koud om voedsel te verbouwen 3a/4 W17 Toendra: wat, waar en waarom daar?
Nadere informatieTentamen Inleiding Atmosfeer 3 mei 2016 TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 3 mei 2016, 13:30-16:30 uur
TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER 3 mei 2016, 13:30-16:30 uur E E R S T D I T L E Z E N!! 1. Vermeld duidelijk je NAAM en REGISTRATIENUMMER in de linkerbovenhoek van elk in te leveren foliovel (de foliovellen
Nadere informatieWordt de klimaatsverandering veroorzaakt door de mens, of is het een natuurlijk proces?
Werkstuk door een scholier 1718 woorden 9 februari 2009 5,3 20 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding. De aarde warmt op. Daarover gaat deze praktische eindopdracht van ANW. Dit verslag gaat over klimaatverandering.
Nadere informatieLes bij klimaatverandering:
Les bij klimaatverandering: Lesdoelen: De leerlingen zijn aan het einde van de les meer te weet gekomen over het gevolg van de opwarming van de aarde. De leerlingen kunnen zich verplaatsen in kinderen
Nadere informatie5,9. Werkstuk door een scholier 2016 woorden 21 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Broeikaseffect. Inhoudsopgave:
Werkstuk door een scholier 2016 woorden 21 mei 2007 5,9 37 keer beoordeeld Vak Scheikunde Broeikaseffect. Inhoudsopgave: Deelvragen: - Wat is de oorzaak van het broeikaseffect? - Wat zijn de gevolgen van
Nadere informatieKLIMAATVERANDERING. 20e eeuw
KLIMAATVERANDERING 20e eeuw Vraag De temperatuur op aarde is in de afgelopen honderd jaar gestegen met 0.2-0.5 C 0.6-0.9 C Antwoord De temperatuur op aarde is in de afgelopen honderd jaar gestegen met
Nadere informatieAntwoorden Aardrijkskunde Hoofdstuk 5 en 6
Antwoorden Aardrijkskunde Hoofdstuk 5 en 6 Antwoorden door een scholier 3521 woorden 8 december 2012 5 33 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Hoofdstuk 5 Antwoorden paragraaf 1: Opdracht
Nadere informatie1. LESBEGIN. 2. Lesuitwerking De verschillende klimaten de Europese kaart situeren. LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE TIJD
1. LESBEGIN 2. Lesuitwerking De verschillende klimaten de Europese kaart situeren. Onderwijsleergesprek 2 III. Factoren van weer en klimaat. 1. De temperatuur verschilt volgens het seizoen. - 21 juni staat
Nadere informatieLeren voor de biologietoets. Groep 8 Hoofdstuk 5
Leren voor de biologietoets Groep 8 Hoofdstuk 5 Weer of geen weer 1 Het weerbericht Het weer kan in Nederland elke dag anders zijn. Daarom luisteren en kijken wij vaak naar weerberichten op de radio en
Nadere informatieH2: Europa, verenigd of versnipperd?
H2: Europa, verenigd of versnipperd? Klas 2 Geo Vragen 5 1. Europa is te herkennen aan een aantal natuurkenmerken. Noem er drie. 6 2. Het aantal inwoners verandert door natuurlijk bevolkingsgroei (geboorte
Nadere informatie