Gemeente Eindhoven. Uitvoeringsprogramma. Participatiebudget



Vergelijkbare documenten
De Participatiewet. Raad op Zaterdag Den Haag, 21 september Edith van Ruijven

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein

Beleidsplan Participatiewet. Berkelland

Presentatie Participatiewet & Wijzigingen Wwb. Commissie Samenleving Brielle

GEMEENTE OLDEBROEK. Informatie van het college aan de raad. Portefeuillehouder: E.G. Vos-van de Weg Kenmerk: /

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 30 oktober 2014 Onderwerp: Re-integratieverordening. Aan de raad. Participatiewet

Participatiewet. 9 september raadscommissie EM - 1 -

Arbeidsparticipatie naar vermogen

ACTIEVE INFORMATIEPLICHT COLLEGE RAAD

Transitieplan. 12 september 2013

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september Aan de raad

Verordeningen Participatiewet

Overdrachtsdocument voor (nieuw) bestuur na de gemeenteraadsverkiezingen

Een nieuwe taak voor gemeenten

Regionale Impact Participatiewet. 1. Participatiewet West-Brabant 2. Gecoördineerde werkgeversbenadering

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

De Participatiewet, banenafspraak & quotum. Fabian Ouwehand Re-integratie & Participatie

Participatiewet. 1 januari 2015

Participatiewet. Wetgeving

Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. Presentatie gemeenteraden regio 12 april en 17 mei

Uitvoeringsprogramma re-integratie gemeente Grave 2016

arbeid / dagbesteding Participatiewet

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

Kadernota Participatie en Inkomen. Raadsinformatieavond 14 januari 2014

Informatie over stand van zaken vorming Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. 3 februari 2015

Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. Presentatie gemeenteraden regio 12 april en 17 mei

Inhoud. Participatiewet & Participatiebudget. Indicatie aantallen (bijstand en nieuw instrumentarium) Aanleiding en opdracht werkgroep

Werk, inkomen. sociale zekerheid

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Werkbedrijf Flevoland

Participatiewet, Banenafspraken en Quotumwet. Door: Tanja Willemsen Divosa

Notitie Regionaal Werkbedrijf

2014 In cijfers SOCIALE WERKVOORZIENING

Participatiewet en Quotumheffing White Paper

Visie Participatiewet

De Participatiewet in Almere

Workshops Arbeidsmarktbeleid

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Ontwikkelingen wet- en regelgeving bij arbeidsintegratie. November 2013 Neeltje Huvenaars

NovaWork. Aan de slag op de arbeidsmarkt in zes stappen Werkgevers en opdrachtgevers. Iedereen doet mee!

Beleidskader en verordeningen Participatiewet Eddy van der Spek Eva Mercks

Unieke Achterhoekers aan het werk? Doet u ook mee? Hans Bakker & Evert Jan Hamer Namens Werkbedrijf Achterhoek 10 december 2015

Uitvoeringsprogramma. Participatie

De Participatiewet en De Banenafspraak. Stijn van Bruggen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

Sociale werkbedrijven de toekomst

Plan van aanpak social return. Gemeente Gouda

Invoering Participatiewet. Raadscommissie Samenleving 8 oktober 2014

BESCHUT WERK NIEUW AGENDA. De ontwikkeling van de sociale werkvoorziening en het oude beschut werk

Participatiewet / Wsw. Raadsinformatieavond - 3 juli 2013

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

Naar een stad die werkt Benen op tafel bijeenkomst. 14 juni 2011 Jan Lagendijk Marc Bevers

Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Startnotitie Werken naar Vermogen

Wajong en Participatiewet

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

uitstroombevordering

Bijlage 1 : Beschut werk

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan

I Cluster Maatschappelijke en Economische Ontwikkeling Contactpersoon Leon Beernink Doorkiesnummer

DE PARTICIPATIEWET VOOR U ALS WERKGEVER

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Overheidsbemoeienis versus maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wat betekent deze wet voor u als werkgever?

PARTICIPATIEWET. Dag van de uitvoering 19 juni 2014

Beschut werk in Aanleiding

Gemeente Den Haag. Stand van zaken Regionaal Werkbedrijf arbeidsmarktregio Haaglanden. Geachte voorzitter,

De Zijl Bedrijven Van sociale werkvoorziening tot Brug naar Werk. Jan-Jaap de Haan Wethouder Leiden

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014

Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten Onze ref.:

Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd.

Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet:

2015 In cijfers SOCIALE WERKVOORZIENING

ir. G.C.F.M. Depla Memo

De decentralisatie van arbeidsparticipatie. Louis Polstra

De Onderwijsspecialisten. Participatiewet. Hoe en wat? Richard Brenkman & Frans van der Ven. Zutphen, februari 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kerngetallen 4 maandsrapportage Avres. Toeleiding naar werk, talentontwikkeling en sociale ontwikkeling

Nadere achtergrondinformatie participatiewet

Beleidskaders Participatiewet

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Opinieronde / peiling

De Participatiewet. In een politiek krachtenveld. 25 september Twitter mee! hashtag: #VGNparticipatie

Participatiewet Nieuwe opgaven Uitgangspunten Financiële keuzes

Werkleerbedrijf, vervolgrapportage

Drie Sporen: Onze doelen richten daarom op:

Doelgroep Voorziening Ondersteunende voorzieningen Loonwaarde 40-80% WML 2 en eventueel aangewezen op een Baanafspraakbaan

Visie en uitgangspunten (1)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192

Oktober Participatiewet; kansen in samenwerking

één werkbedrijf voor het Rijk van Nijmegen

De gemeente aan zet. Presentatie t.b.v. bijeenkomst Dongemondraden op 10 juni Ad Baan Maarten Adelmeijer

Opinienota toekomst uitvoering Participatiewet en Wsw

Gemeente Westvoorne AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Kader van het regionaal arbeidsontwikkelbedrijf Voorne-Putten

Transcriptie:

A Gemeente Eindhoven Uitvoeringsprogramma Participatiebudget 2014

Uitvoeringsprogramma Participatiebudget 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1 INLEIDING...3 1.1 KADER...3 1.2 PRIORITERING BUDGET 2014...5 1.3 ONTWIKKELING RICHTING PARTICIPATIEWET...5 2 TRAJECTEN 2014...7 2.1 TRAJECTEN TEN LASTE VAN HET WERKDEEL...7 2.1.1 Speerpunt 1: Hoe meer werk, hoe minder werkzoekenden...7 2.1.2 Speerpunt 2: De vraag van de ondernemer staat centraal & Speerpunt 3: We gaan uit van talenten en helpen mensen deze verder te ontwikkelen...10 2.1.3 Speerpunt 4: We benutten ieders talenten...11 2.1.4 Speerpunt 5: We werken integraal samen & Speerpunt 6: We weten wat we doen...12 2.2 TRAJECTEN TEN LASTE VAN HET INBURGERINGSDEEL...13 2.3 TRAJECTEN TEN LASTE VAN HET EDUCATIEDEEL...13 2.4 MONITORING IN 2014...13 2.5 OVERZICHT PARTICIPATIETRAJECTEN 2014...15 3 BIJLAGE: RESULTATEN 2013...16 3.1 RESULTATEN WERK...16 3.1.1 Werkleerbedrijf (WLB)...16 3.1.2 Werkgeversbenadering...16 3.1.3 Bureau PB...17 3.1.4 Stedelijk Kompas...17 3.2 RESULTATEN INBURGERING...17 3.3 RESULTATEN EDUCATIE...17 3.4 RESULTATEN IN CIJFERS...18 gemeente Eindhoven 2

1 Inleiding In januari 2014 heeft de Raad de werkgelegenheids- en participatievisie Met elkaar aan het werk vastgesteld. De visie zal de komende jaren als leidraad dienen bij de invulling van het gemeentelijk werkgelegenheids- en participatiebeleid. In de visie staat beschreven hoe vraag en aanbod op de lokale en regionale arbeidsmarkt (nog) beter op elkaar kan worden afgestemd en daar waar mogelijk kan worden gestimuleerd en gefaciliteerd. De inzet van het Participatiebudget vormt een onderdeel van het werkgelegenheids- en participatiebeleid. Naar aanleiding van de visie Met elkaar aan het werk heeft de Raad een prioritering aangegeven met betrekking tot de inzet van het budget. De besteding van het Participatiebudget wordt jaarlijks vastgelegd en is voor 2014 beschreven in dit uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma sluit zoveel mogelijk aan bij de speerpunten zoals beschreven in de visie Met elkaar aan het werk. Voor achtergrondinformatie wordt verwezen naar de betreffende visie en overige relevante nota s van voorgaande jaren. Bij de besteding van het Participatiebudget voor dit jaar is rekening gehouden met (financiële) verplichtingen die zijn aangegaan in voorgaande jaren. Deze verplichtingen hebben invloed op het beschikbare Participatiebudget voor 2014. 1.1 Kader De inzet van het Participatiebudget op grond van het Raadsbesluit van januari 2014 heeft als uitgangspunt het streven naar uitkeringsonafhankelijkheid. Het budget wordt ingezet om: Te voorkomen dat mensen een beroep doen op de WWB; Uitstroom van bijstandsgerechtigden te bevorderen; Een goed functionerende arbeidsmarkt te creëren (match vraag en aanbod). Om deze uitgangspunten te bereiken zullen we in de dienstverlening ook gebruik maken van de generalistenteams ( meer inzetten in lijn met WIJ Eindhoven). Daarnaast houden we al rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals de oprichting van de Werkbedrijven, de intensivering van de samenwerking met het bedrijfsleven bij de aanpak van arbeidsmarktvraagstukken en het matchen van vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt. In eerste instantie ligt de verantwoordelijkheid om in eigen onderhoud te voorzien bij de burger. Deze zoekt dan ook naar oplossingen in zijn eigen sociale netwerk. Op individueel niveau wordt vervolgens maatwerk geboden waarbij waar nodig instrumenten vanuit het Participatiebudget worden ingezet. Wanneer een burger ondanks bovenstaande inzet toch bijstandsafhankelijk blijft is er vaak sprake van een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. De ervaring leert dat deze groep het meest gebaat is bij de inzet van re-integratie instrumenten. Zo kunnen instrumenten worden ingezet om de werknemer klaar te stomen voor de arbeidsmarkt, regelingen voor de werkgever om het aantrekkelijk te maken de betreffende werknemer aan te nemen en instrumenten om de match tussen werkgever en werknemer te borgen. In het hierna volgende plaatje staan mogelijke instrumenten benoemd. gemeente Eindhoven 3

Begeleiding op de werkvloer Nazorg Werkgever No riskpolis Loonkostensubsidie Baanbonus Werknemersvaardigheden Sollicitatietraining Training/opleiding Werknemer Wanneer in de praktijk blijkt dat burgers stijgen op de zelfredzaamheidmatrix kan een omgekeerde beweging ontstaan. Landelijk gezien zet Eindhoven het Participatiebudget innovatief in dankzij een instrument als het PRB (persoonsgebonden budget). Inzet van het PRB levert maatwerk aan de werkzoekende op waarbij een grote mate van zelfbeschikking en eigen verantwoordelijkheid aan de orde is. De sector Economische Zaken zet zich actief in voor het verbeteren van het vestigingsklimaat, kent de werkgeversbehoefte en zet zich, in overleg met bedrijven en kennisinstituten, in voor passende scholing die aansluit bij de arbeidsmarkt. Voorwaarden om een positief klimaat te creëren voor werkgevers. Dankzij een integrale samenwerking wordt een zo sluitend mogelijke aanpak gerealiseerd waarbij werkgever en werknemer elkaar kunnen vinden. Om de aanpak nog beter aan te laten sluiten wordt in onderlinge samenwerking en met de behoefte van de individuele werkgever en werknemer in beeld, gezocht naar innovatieve projecten. Voorbeelden hiervan zijn job carving, social return afspraken met individuele werkgevers en social impact bonds. Daarbij worden ook Aschermiddelen ingezet voor de bestrijding van de jeugdwerkloosheid (PvA jeugdwerkloosheid). Er worden Europese middelen verworven in het kader van ESF, waarmee acties en projecten gericht op de onderkant van de arbeidsmarkt en op mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt kunnen worden bekostigd. Ook wordt samen met de regio bekeken of aanvullend de Aschermiddelen mede ingezet kunnen worden voor sectorplannen, in lijn met de visie Met elkaar aan het Werk. Om te kunnen beoordelen waar de beschreven aanpak aanscherping of verbetering behoeft wordt gebruik gemaakt van de MKBA. De MKBA 2.0 geeft een integrale kosten/baten analyse voor de herinrichting van het Sociaal Domein waarin de onderlinge samenhang tussen de verschillende domeinen (inclusief werk, zorg, welzijn en jeugdzorg) tot uitdrukking komt. Het model wordt flexibel opgesteld zodat het doorrekenen van verschillende maatregelen en scenario s mogelijk is. De resultaten hiervan worden vertaald naar de effecten op de kadernota 2015/gemeentebegroting 2017. De ontwikkelingen die zich afspelen op de verschillende deeldomeinen hangen samen en beïnvloeden elkaar. De interventies hebben immers betrekking op (een groot deel van) dezelfde doelgroepen. Deze onderlinge samenhang is verwerkt in de aanpak van het model. De MKBA 4 gemeente Eindhoven

leert ons daarmee 'integraal te denken' en geeft inzicht hoe en in welke mate bepaalde investeringen leiden tot bepaalde resultaten. In relatie tot het Participatiebudget betekent dit dat inzichtelijk wordt gemaakt welke investeringen op het gebied van re-integratie leiden tot de gewenste resultaten. De relatie tussen de MKBA en de inzet van het Participatiebudget wordt dus gelegd op grond van een leercyclus. 1.2 Prioritering budget 2014 De Raad heeft in januari 2014 gekozen voor inzet van het Participatiebudget met de volgende prioritering: Inzet van het werkdeel om het doel (arbeids)participatie te behalen voor alle bijstandsgerechtigden, rekening houdende met lopende verplichtingen vanuit voorgaande jaren; Inzet van het werkdeel op succesvol gebleken instrumenten gericht op arbeidsinschakeling zoals het werkleerbedrijf, de werkgeversbenadering, inzet van loonkostensubsidie en individuele trajecten via Bureau PB (persoonsgebonden reintegratiebudget); Inzet op een individuele diagnose bij bijstandsgerechtigden met arbeidspotentie (loonwaarde tussen 30 en 80%) wat zal leiden tot een re-integratietraject met aandacht voor maatwerk; Inzet van het educatiedeel voor basiseducatie NT1 en NT2. 1.3 Ontwikkeling richting Participatiewet Met het wetsvoorstel Participatiewet wil de regering één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt invoeren, namelijk voor de huidige doelgroepen van de WWB, WSW en een gedeelte van de Wajong. De wet is bedoeld voor personen met arbeidsvermogen, die (tijdelijk) ondersteuning nodig hebben. De invoering van de Participatiewet staat gepland voor 1 januari 2015. Op basis van de huidige voorstellen wordt de toegang tot de Wsw afgesloten. Gemeenten krijgen wel de mogelijkheid om beschut werken te organiseren en een nieuw instrument loonkostensubsidie in te zetten. De Wajong blijft alleen toegankelijk voor mensen die vanwege hun beperking nooit meer kunnen werken (volledig en duurzaam arbeidsongeschikt). Op grond van het sociaal akkoord is afgesproken dat er in de loop van de komende jaren landelijk 125.000 extra banen beschikbaar worden gesteld voor mensen met een arbeidsbeperking. Met de invoering van de Participatiewet komt er een gebundeld re-integratiebudget waaruit de gemeenten alle ondersteunende maatregelen voor inwoners kunnen bekostigen. Decentralisaties 2014 2015 2016 2017 2018 2019 Struct. Participatiebudget incl. sociaal akkoord en t/m aanpassingen 4e Nota v.wijziging (Invoeringswet Participatiewet) December 2013 1 Macobudget Wsw "oude stijl" (landelijk) 2.360 2.256 2.084 1.915 1759 0 2 Re-integratiemiddelen (landelijk) 689 668 693 707 741 1202 a wv Participatiebudget "oude stijl" 689 638 598 560 548 548 b wv. Begeleiding nieuwe doelgroep regulier X 5 17 31 43 243 gemeente Eindhoven 5

c wv. Begeleiding nieuwe doelgroep beschut X 7 23 37 49 260 d wv. Overheveling re-integratie Wajong X 15 45 60 75 111 e wv. Overheveling no-risk polis X 3 10 19 26 40 Budget Eindhoven (vuistregel 1/60e) - Wsw oude stijl 36,80 35,21 32,79 30,53 28,42 0,00 - Re-integratiemiddelen 11,13 11,55 11,78 12,35 20,03 Participatiebudget Eindhoven (in mln) 46,34 44,34 42,31 40,77 20,03 Om meer kansen te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt wordt onder meer gebruik gemaakt van het keurmerk PSO (Prestatieladder Socialer Ondernemen). Als onderdeel van het Eindhovense arbeidsmarktbeleid worden bedrijven en instellingen gestimuleerd om socialer te ondernemen. Om het goede voorbeeld te geven heeft de gemeente Eindhoven ook zelf een aanvraag ingediend voor het keurmerk PSO. 6 gemeente Eindhoven

2 Trajecten 2014 In de visie Met elkaar aan het werk worden 6 speerpunten benoemd. Deze speerpunten zijn gericht op het werkgelegenheids- en participatiebeleid in Eindhoven. Inzet van het Participatiebudget draagt bij aan het behalen van doelen binnen deze breed beschreven visie. In dit hoofdstuk wordt de relatie gelegd tussen het uitvoeringsprogramma Participatiebudget en de speerpunten met als kanttekening dat de speerpunten een breder terrein beslaan dan het uitvoeringsprogramma. Daarnaast is rekening gehouden met de prioritering zoals vastgesteld door de Raad. Aan de Raad is de toezegging gedaan dat er in 2014 alles aan wordt gedaan om minimaal 700 bijstandsgerechtigden (volledig) naar betaald werk uit te laten stromen en 500 bijstandsgerechtigden parttime. Na het bereiken van deze streefgetallen worden de activiteiten niet stopgezet, maar blijft de ondersteuning erop gericht dat zoveel mogelijk bijstandsgerechtigden zelfstandig in hun onderhoud kunnen voorzien. WIJeindhoven Generalisten in de WIJteams spreken mensen aan op hun talenten en eigen netwerk. Mensen worden zo gestimuleerd hun talenten verder te ontwikkelen waardoor ze sterker komen te staan in hun eigen kracht. Zo worden zij attent gemaakt op het feit dat ze ook via hun eigen netwerk een nieuwe werkgever kunnen vinden. Omdat een deel van de re-integratietaken op wijkniveau uitgevoerd wordt moet het ook voor de WIJteams mogelijk zijn om in 2014 een beroep te doen op het Participatiebudget. Er zal dan ook sprake zijn van onderlinge samenwerking en integrale afstemming waar mogelijk. Maatwerk staat bij de WIJteams voorop. De samenwerking met Bureau PB met betrekking tot de inzet van het persoonsgebonden budget (PRB) kan hierin een meerwaarde bieden. In het kader van werkhervatting zal ook de relatie en samenwerking met de regionale Werkbedrijven die per 1 januari 2015 van start gaan, gelegd moeten worden. Dankzij de contacten van de generalisten wordt duidelijk waar behoeftes van de burger liggen die nu nog niet te vertalen zijn naar het gemeentelijke re-integratieaanbod. Op basis van deze praktijkervaring kan nieuw instrumentarium ontwikkeld worden. Hierdoor kan voorkomen worden dat burgers een beroep doen op een bijstandsuitkering. Wanneer een specifieke vraag veelvuldig terug blijkt te komen dan kan vanuit de WIJteams een projectplan worden ingediend waarmee een beroep wordt gedaan op het participatiebudget. 2.1 Trajecten ten laste van het werkdeel 2.1.1 Speerpunt 1: Hoe meer werk, hoe minder werkzoekenden Dit doen we door 1 : 1. Heel helder te weten en te communiceren wat de talenten van iedere werkzoekende zijn; 2. Actief te achterhalen wat de echte vraag van iedere ondernemer is; 3. Op pad te gaan met een menukaart met arrangementen die we op maat kunnen inzetten; 4. Werkzoekenden te helpen hun talenten verder te ontwikkelen, het liefst op de werkvloer. 1 Uit de nota Met elkaar aan het werk. gemeente Eindhoven 7

Hier speelt de match tussen vraag en aanbod, werkgever en werknemer een belangrijke rol. Vaak vinden werknemer en werkgever elkaar zonder ondersteuning van buitenaf. De werkzoekende heeft een sociaal netwerk waar op terug gevallen kan worden als hij ondersteuning nodig heeft. Lukt dit niet zelfstandig dan kunnen de generalisten in de WIJteams net de extra ondersteuning bieden die nodig is om aan het werk te komen. Werkzoekenden worden zo geholpen hun talenten te ontwikkelen om zo beter aan te sluiten bij de vraag van de ondernemer. Aan de kant van de werkgever worden arrangementen ingezet om de match nog beter te maken. Instrumenten die deze beweging ondersteunen zijn: Werkgeversbenadering Met ondernemers worden (op maat) allerlei arrangementen en projecten afgesproken. Er worden instrumenten ingezet zoals werkgeverssubsidie, verzuimbegeleiding en Social Return. Dit levert aan de ene kant een voordeel op voor de werkgever en maakt het aan de andere kant aantrekkelijker bepaalde werkzoekenden aan te nemen. Het werkgelegenheidsteam (WGT) biedt werkgevers dienstverlening op het gebied van werving en selectie. In lijn met de visie Met elkaar aan het Werk wordt het WGT in eerste instantie ondergebracht bij de sector EC, de afdeling EZA. Dit levert synergie op met de inzet vanuit EC en de accountmanagers bij Economische Zaken die een breed relatienetwerk met ondernemers onderhouden. In de loop van 2014 wordt dit team vervolgens ondergebracht in een regionaal team. Ook regionaal wordt de samenwerking opgezocht. Gemeenten willen gezamenlijk de werkgeversbenadering intensiveren en verder concretiseren. Dit wordt onder meer gerealiseerd door het bieden van één centrale ingang. In 2014 worden alle medewerkers die namens UWV, Ergon en de gemeenten Veldhoven, A2-gemeenten, Waalre en Eindhoven werken aan de werkgeversbenadering, samengebracht in één team. Dit moet leiden tot het binnenhalen van meer vacatures waardoor de uitstroommogelijkheden naar werk toenemen. Om de beschikbare werkgeversinstrumenten inzichtelijk te maken is een instrumentenwaaier in ontwikkeling. Door intensief contact met de werkgever wordt inzichtelijk waar behoeftes liggen buiten de beschreven instrumenten. Op basis van praktijkervaring kunnen de huidige instrumenten worden aangevuld en uitgebreid. Dat betekent ook dat de inzet van het Participatiebudget deels door de werkgevers zelf zal worden bepaald. Het feit dat werkgevers breder kijken dan puur de bijstandspopulatie zal zijn impact hebben op het in te zetten budget. Dit betekent dat het huidige door de Raad vastgestelde kader mogelijk in de nabije toekomst moet worden aangepast. Nieuwe ontwikkeling: de regionale Werkbedrijven De Participatiewet en het Sociaal Akkoord 2013 kennen twee kerndoelstellingen: Meer banen voor meer mensen; Meer succesvolle plaatsingen voor mensen met een arbeidsbeperking. Wat er moet worden gedaan om deze doelstellingen te realiseren zal per regio verschillen. Regionale arbeidsmarkten kennen regionale problemen en verdienen regionale oplossingen. In elke arbeidsmarktregio wordt daartoe momenteel een regionaal Werkbedrijf opgericht (besluit 8 gemeente Eindhoven

landelijk Sociaal Akkoord). Werkgevers, werknemers en gemeenten werden het daarover eens in de Werkkamer. Deze overeenstemming zal wettelijk worden verankerd. Voor wat betreft de feitelijke uitvoering wordt vooral aangesloten bij reeds bestaande initiatieven. Er is pas sprake van een Werkbedrijf als er een marktbewerkingplan tot stand is gekomen, waarin ook gemaakte samenwerkingsafspraken en de operationele invulling van het zogenaamde basispakket (zie hieronder) zijn vastgelegd. Dit marktbewerkingplan is in onze regio een uitwerking van de bredere arbeidsmarktagenda van het Regionaal Arbeidsmarktplatform. De basis van het werkbedrijf wordt gevormd door een integrale, en regionale werkgeversdienstverlening. In dat kader ligt er een primaire functie in het matchen van mensen met een arbeidsbeperking (tot en met 2016 primair Wajongers en mensen op de WSW-wachtlijst) en de garantiebanen die de werkgevers in de komende jaren open gaan stellen en/of creëren (te beginnen in 2014 met 5.000 extra banen in de marktsector en 2.500 bij de overheid). Van daaruit volgt een doorontwikkeling naar een bredere functie die zich richt op het functioneren van de regionale arbeidsmarkt in het algemeen. Er wordt aansluiting gezocht bij belangrijke arbeidsmarktontwikkelingen, de brede ondernemersbenadering in de regio en de lokale ontwikkelingen in het sociaal-economisch domein. In dit verband kunnen mogelijk meer partners aansluiten, zoals onderwijsinstellingen, kenniscentra en private spelers op de regionale arbeidsmarkt. De gemeenten hebben een voortrekkersrol. Op 1 januari 2015 moet het Werkbedrijf er staan. De werkgevers zijn zwaar vertegenwoordigd in het bestuur en zijn betrokken bij de financiering van het werkbedrijf (2 citaten uit de rapportage van de Werkkamer). De betreffende wethouder van de centrumgemeente is voorzitter van het bestuur. De partners (in eerste instantie gemeenten, werkgevers, werknemers, UWV) maken gezamenlijk een regionaal marktbewerkingplan. Daarin zijn in elk geval kansen en mogelijkheden beschreven voor het plaatsen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, in het bijzonder mensen met een arbeidsbeperking. De ontwikkeling van de Werkbedrijven zal vanaf 2015 mogelijk ook gevolgen hebben voor de wijze waarop het Participatiebudget (verbreding naar andere doelgroepen dan bijstandsgerechtigden) wordt ingezet en de keuze voor prioritering. Wel is het daarbij van belang de taakstellingen met betrekking tot plaatsingen uit de bijstand op het gewenste niveau te houden, omdat hier de inverdieneffecten voor de gemeente liggen. Bovendien ligt hier een toezegging aan de Raad. Stand van zaken regionaal Werkbedrijf Eindhoven Het Werkbedrijf wordt als netwerkorganisatie bestuurd door de betrokken gemeenten, werkgevers en werknemers, in samenspraak met het UWV en de de SW-bedrijven in de arbeidsmarktregio. Het huidige portefeuillehoudersoverleg in de arbeidsmarktregio wordt doorontwikkeld tot een 'algemeen bestuur' met vertegenwoordigers vanuit deze organisaties/groeperingen. Vanuit dit brede algemeen bestuur kan vervolgens een dagelijks bestuur worden gekozen waarbij de wethouder van de centrumgemeente als voorzitter zal optreden. De samenstelling van de al eerder genoemde 'zware vertegenwoordiging van de werkgevers' richt zich op praktiserend ondernemers. Deze dienen ervaring te hebben met het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking en een achterban van andere werkgevers te gemeente Eindhoven 9

hebben. Daarnaast moet er sprake zijn van een goede spreiding over de regio en de diverse bedrijfstakken en diversiteit in bedrijfsomvang. De concrete- en inhoudelijke 2 vormgeving van het Werkbedrijf wordt voorbereid in een regiobrede projectgroep. Deze bestaat inmiddels uit alle betrokken gemeenten, UWV en SWbedrijven. Op korte termijn zullen delegaties van werkgevers en werknemers de projectgroep gaan completeren. In dit samenwerkingsverband worden lokale contexten (zoals WIJeindhoven) en bestaande subregionale samenwerkingsvormen (zoals de KempenPlus) gerespecteerd. Voor de gemeente Eindhoven is er sprake van een subregionale samenwerking met de gemeenten uit de 'Ergonregio', het UWV en Ergon. Deze samenwerking heeft betrekking op de werkgeversbenadering, de nieuwe instroom in de Wet Werk en Bijstand via het Werkleerbedrijf en een gezamenlijke aanpak in de activering van 'het zittend bestand'. Werkleerbedrijf (WLB) Daar waar nieuwe werkzoekenden bijstandsafhankelijk zijn geworden en meer ondersteuning nodig hebben om de afstand tot de arbeidsmarkt te overbruggen kan het werkleerbedrijf ondersteuning bieden. Binnen het WLB wordt op basis van maatwerk de werkpotentie van bijstandsgerechtigden onderzocht en versterkt. Deelnemers verrichten 2 dagen per week werkzaamheden en twee dagdelen per week krijgen ze ondersteuning bij het vinden van werk, bijvoorbeeld door inzet van een sollicitatietraining. Het WLB is gericht op drie succesfactoren: hoge contactfrequentie, relevant zoekgedrag richting werk en motivatie. Het WLB is succesvol en wordt op basis van een leercyclus continu doorontwikkeld. Inmiddels heeft er uitbreiding plaatsgevonden van het aantal werksoorten, zodat maatwerk ook direct toepasbaar is. Er is dus meer diversiteit in werklocaties. 2.1.2 Speerpunt 2: De vraag van de ondernemer staat centraal & Speerpunt 3: We gaan uit van talenten en helpen mensen deze verder te ontwikkelen Dit doen we door 3 : 1. Het aanspreken van mensen op hun talenten en niet op hun belemmeringen; 2. Activering, bijvoorbeeld in de wijk door de WIJeindhoventeams; 3. Activiteiten als activeringstrajecten, dagbesteding, beschut werk en vrijwilligerswerk. Instrumenten die deze beweging ondersteunen zijn: Bureau PB Via Bureau PB zijn individuele re-integratietrajecten in te kopen waardoor maatwerk kan worden geleverd aan de werkzoekende. Dit biedt een grote mate van zelfbeschikking en eigen verantwoordelijkheid. Naast de algemene trajecten, de zogenaamde maatwerktrajecten, zijn er vier projectplannen opgenomen in het budget van Bureau PB. Deze hebben betrekking op bijstandsgerechtigden. Evenals in 2013 ligt in 2014 de nadruk van de trajecten op werkactivering. Hierbij is extra aandacht voor jongeren (27-) en ouderen (45+). Dankzij de ruimere middelen kan op alle 2 Het basispakket, één marktbewerkingsplan, één werkgeversservicepunt, afspraken over invulling van de garantiebanen. 3 Uit de nota Met elkaar aan het werk. 10 gemeente Eindhoven

onderdelen worden geïntensiveerd, waarbij vanzelfsprekend aandacht blijft voor de te behalen resultaten en voor kostenbesparing. Stedelijk Kompas Het schakelpunt Werk en Activering van het Stedelijk Kompas richt zich op leer-werktrajecten voor (dreigend) dak- en thuislozen. Het schakelpunt is in 2012 opgestart en heeft zich in 2013 verder ontwikkeld. Er staat nu een duidelijk werkproces. Deelnemers krijgen via een screening zicht op hun mogelijkheden met betrekking tot werk. Vervolgens wordt er een passend traject ingezet op de juiste werkplek dat uitzicht biedt op het voor de deelnemer maximaal haalbare resultaat. Deze werkwijze heeft ook geleid tot een netwerk van werkgevers die bereid zijn een leer-werk plek te bieden aan personen behorend tot het Stedelijk Kompas. De werkzaamheden worden dan ook voortgezet in 2014. Voor 2014 is binnen het Participatiebudget een aparte post gereserveerd voor de kosten van nieuwe leer-werktrajecten voor (dreigend) dak- en thuislozen en de begeleiding daarvan. De inkoop van deze trajecten zullen zoveel mogelijk worden ondergebracht bij het Bureau PB. 2.1.3 Speerpunt 4: We benutten ieders talenten Dit doen we door 4 : 1. Al ons beleid te toetsen op de vraag of het voortkomt uit een vraag van buiten; 2. Te herorganiseren langs de lijnen van WIJeindhoven; 3. Intensief samen te werken met ondernemers, kennisinstellingen en andere partners; 4. Gebruik te maken van kennis van wat werkt en niet bij andere(n) (gemeenten); 5. Regelmatig te meten of we onze doelen halen; 6. Kritische succesfactoren van onze instrumenten en werkwijzen te achterhalen; 7. Instrumenten die niet (goed) blijken te werken bij te stellen of af te schaffen. Al eerder is beschreven hoe WIJeindhoven zich tot de inzet van het Participatiebudget verhoudt. Ook is beschreven hoe de samenwerking met partners verloopt. Naast externe contacten zijn ook de interne lijnen verkort. Er is in toenemende mate sprake van een integrale samenwerking tussen het Sociaal Domein en de sector Economische Zaken. Monitoren en MKBA Aan alle instrumenten die bekostigd worden vanuit het Participatiebudget liggen projectplannen ten grondslag. Maandelijks worden de projectplannen gemonitord op planning en uitgaven. Hierdoor ontstaat een hoge mate van flexibiliteit, waarbij op deelgebieden kan worden ingesprongen en bijgestuurd. Om te kunnen beoordelen waar aanscherping of verbetering aan de orde is wordt daarnaast gebruik gemaakt van de MKBA. Zoals eerder beschreven wordt het model flexibel opgesteld zodat het doorrekenen van verschillende maatregelen en scenario s mogelijk is. Instrumenten die deze beweging ondersteunen zijn: Bijstandsgerechtigden met arbeidspotentie In 2014 wordt extra geïnvesteerd in het zittend bestand. Via een individuele diagnose worden de talenten en mogelijkheden van bijstandsgerechtigden richting werk in beeld gebracht. Dit 4 Uit de nota Met elkaar aan het werk. gemeente Eindhoven 11

vergroot de kansen op de arbeidsmarkt. Een goede diagnose is cruciaal: wie kan wat en wat moet/kan er verder aangeleerd worden? Het centrale uitgangspunt hierbij is de eigen kracht van mensen. Als bijstandsgerechtigden ondersteuning nodig hebben naar werk, dan wordt deze geboden. Dat kan in de vorm van bijvoorbeeld begeleiding, training of scholing. De diagnose wordt ingezet voor bijstandsgerechtigden die gedurende 1 jaar of langer een beroep doen op een bijstandsuitkering. Daarnaast moeten zij minimaal in staat zijn om maatschappelijk te participeren. Het betreft ongeveer 2500 personen voor de gemeente Eindhoven. Vanwege de oplopende bijstandspopulatie en met het oog op de toename van het bijstandsbestand na invoering van de Participatiewet, is het van belang om te weten wat men aan competenties in huis heeft en welke steun nodig is om deze competenties tot hun recht te laten komen. Voor de meest kwetsbaren, waarvoor economische onafhankelijkheid een stap te ver is, zal worden ingezet op sociale activering in de wijk. Een verdere uitwerking is te lezen in de nota Regionaal investeren in het zittend bestand. Binnen het voor dit doel gereserveerde budget is rekening gehouden met het ontwikkelen van nieuw instrumentarium wanneer hier in de praktijk behoefte aan blijkt te zijn. MKB Jongerencoaching (JCE) JCE zet zich in voor alle jongeren in de regio Eindhoven. JCE streeft er naar jaarlijks 100 jongeren te helpen. De focus ligt op het coachen van (risico)jongeren tussen de16 en 23 jaar bij het behalen van hun studie en hun zoektocht naar een geschikte opleiding of werk. Voor dit doel getrainde vrijwillige coaches uit het bedrijfsleven coachen de jongeren. De doelgroep voor inzet van het Participatiebudget betreft iedereen van 18 jaar en ouder én jongeren van 16 en 17 jaar die nog niet hebben voldaan aan de leer- of kwalificatieplicht. In dit project wordt hier voor de groep jongeren van 16 en 17 jaar strikt op gemonitord. Om het welslagen van JCE te monitoren wordt gemeten op aantallen jongeren in traject, het succes van de trajecten (70%) en de tevredenheid van zowel jongeren als coaches (ook 70%). Het traject met inzet van het participatiebudget loopt tot het einde van het huidige schooljaar (2013-2014). Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar de nota Jongeren Coaching Eindhoven. 2.1.4 Speerpunt 5: We werken integraal samen & Speerpunt 6: We weten wat we doen De WIJeindhoventeams komen de inwoners in de wijken tegen. Werk maakt een essentieel onderdeel uit van deze aanpak. Ook voor de WIJteams moet het mogelijk zijn om in 2014 een beroep te doen op het participatiebudget. Er zal dan ook sprake zijn van onderlinge samenwerking en integrale afstemming waar mogelijk. Maatwerk staat bij de WIJteams voorop. De samenwerking met Bureau PB kan hierin een meerwaarde bieden. Dankzij de diagnose van het zittend bestand ontstaat meer kennis over de talenten van bijstandsgerechtigden. In de praktijk wordt duidelijke welke ondersteuning zij (eventueel) nodig hebben om aan het werk te kunnen. Dankzij deze kennis wordt aan de slag gegaan met het verbeteren van de match tussen ondernemers en werkzoekenden. Maandelijks worden de projectplannen die ten grondslag liggen aan de inzet van het participatiebudget gemonitord. Hierdoor ontstaat een duidelijk beeld of alles volgens planning loopt en wat de resultaten zijn. Dit maakt tijdig bijsturen mogelijk. Het kan voorkomen dat een 12 gemeente Eindhoven

projectplan niet het resultaat levert dat in eerste instantie werd verwacht. In dit geval wordt het project beëindigd. Het budget dat hierdoor vrijkomt kan worden ingezet om nieuwe ontwikkelingen vorm te geven. 2.2 Trajecten ten laste van het inburgeringsdeel Gezien de gewijzigde Wet inburgering 2013, waarbij de gemeente geen verantwoordelijkheid meer heeft rondom het aanbieden en financieren van trajecten gericht op het inburgeringsexamen, moet er een aanbod worden gedaan aan asielgerechtigden aan wie vóór 1 januari 2013 voor het eerst een verblijfsdocument is afgegeven. Het betreft het verblijfsdocument asiel bepaalde tijd (behorend bij de eerste IND beschikking). Voor 2014 zal naar schatting nog voor maximaal 15 personen een inburgeringstraject ingekocht worden. Daarnaast worden de lopende trajecten (zowel de alfabetiseringstrajecten als de inburgeringstrajecten) gefinancierd en gemonitord. De trajectkosten zullen ten laste komen van het werkdeel (Bureau PB), omdat er vanaf 2014 geen inburgeringsdeel meer in het participatiebudget is opgenomen. 2.3 Trajecten ten laste van het educatiedeel De middelen voor educatie worden (conform de verplichte winkelnering) nog steeds besteed bij het SUMMA-college Eindhoven. Deze verplichting blijft gelden tot 2015. Daarna is er sprake van een geleidelijke afbouw in verplichte inkoop. De gemeente had in 2013 alleen een budget voor basiseducatie op gebied van NT1 en NT2, omdat zowel VAVO als alfabetisering (voortrajecten inburgering) niet meer uit de WEB-middelen gefinancierd werden. Voor 2014 is dit budget hoger dan 2013, waardoor er dit jaar extra trajecten ingekocht kunnen worden. Gezien de taalnota Taal telt! zal extra geïnvesteerd worden op NT1-trajecten. Daarnaast zal de goede samenwerking met de sector Werk gehandhaafd blijven, waardoor steeds meer bijstandsgerechtigden een taaltraject kunnen krijgen, veelal op locatie bij het werkleerbedrijf. Het bestaande aanbod van het Stercollege blijft verder gehandhaafd, wat betekent dat ook arbeidsmigranten een aanbod kunnen krijgen. 2.4 Monitoring in 2014 Uit ervaring weten we dat budgetten die vooraf worden toebedeeld aan trajecten en arrangementen niet altijd volledig worden benut. Dankzij de meeneemregeling van 25% van het beschikbare jaarbudget hebben gemeenten ruimte om het onderbesteedde deel mee te nemen naar het komende jaar. In het laatste kwartaal van 2013 was er sprake van een onderbesteding aan middelen waardoor enkele kostenposten met betrekking tot participatieactiviteiten alsnog gefinancierd konden worden. Deze activiteiten passen binnen de verantwoordingssystematiek van het participatiebudget. Voorbeelden hiervan zijn de personeelslasten van schulddienstverlening en extra kosten binnen het Stedelijk Kompas betreffende activeringstrajecten. gemeente Eindhoven 13

In de prioriteringsnota van 2013 was voorgesteld om bij voorbaat het maximale bedrag te reserveren voor 2014. Hierbij is geanticipeerd op bezuinigingen die de komende jaren aan de orde zijn. In 2014 vindt er een bewuste overbesteding plaats. Hierbij is uitgegaan van de kennis van voorgaande jaren dat niet alle kosten daadwerkelijk besteed zullen worden aan de vooraf vastgestelde trajecten en arrangementen. Dit heeft onder meer te maken met voortijdige uitval van deelnemers, niet succesvolle beëindiging van trajecten en gewijzigde inzichten rondom projecten. Ondanks de geraamde overbesteding wordt er gestuurd op budgettaire neutraliteit. Zo wordt er fors ingezet op het monitoren van de planning en de uitgaven. Dit gebeurt door middel van projectplannen die, daar waar nodig, maandelijks worden bijgesteld. Hierdoor ontstaat een hoge mate van flexibiliteit, waarbij op deelgebieden kan worden ingesprongen en bijgestuurd. Door het gekozen bestedingstraject is het niet mogelijk om in het kader van de meeneemregeling een percentage te reserveren voor 2015. 14 gemeente Eindhoven

2.5 Overzicht participatietrajecten 2014 Budget 2014 Re-integratie 10.774.806 Meeneemregeling 2013 naar 2014 2.434.548 Herbestemming BUIG reserve 1.200.000 Totaal beschikbaar budget 14.409.354 Verplichtingen voortvloeiend uit Uitvoeringsprogramma 2013 Budget ID-WIW 540.000 PRB 150.000 Inburgering 450.000 Arbeidspool 600.000 Werkgeversteam 50.000 Conciërge bedrijven terrein 12.219 Servicepunt Leren en Werken 70.000 Totaal aan verplichtingen 1.872.219 Uitvoeringsprogramma 2014 Budget Werkleerbedrijf 2.000.000 Buurtbedrijf 600.000 Werkgeversteam 514.000 PRB 1.000.000 Loonkosten eigen personeel 2.200.000 Inbesteding (flexibele schil) 4.500.000 Uren schulddienstverlening 1.200.000 Zittend bestand 3.000.000 Loonkosten subsidie 250.000 Baanbonus 300.000 Premie participatie plaats 20.000 No risk polis 10.000 Verzuimbegeleiding 50.000 Begeleidingsvoucher/werkcheques 175.000 Instroomprojecten 125.000 Kinderopvang re-integratie 10.000 Springplank 040 60.000 Kinderopvang gemeentelijke regeling 180.000 Stedelijk Kompas 1.100.000 MKB jongeren coaching 115.000 Totaal aan trajectkosten 17.409.000 Totaal Uitvoeringsprogramma 2014 19.281.219 Saldo - 4.871.865 Volwasseneneducatie (WEB) Budget Totaal 821.817 gemeente Eindhoven 15

3 Bijlage: resultaten 2013 In deze bijlage zijn de resultaten van 2013 als onderdeel opgenomen. Er is naar gestreefd om de resultaten kort weer te geven, zonder afbreuk te doen aan de successen die zijn behaald. Eind 2013 is er sprake van 5.880 WWB uitkeringen. Hiermee blijft onze gemeente onder de 6.009 uitkeringen die op basis van de CPB prognose in combinatie met de Eindhovense bestandsontwikkeling is geprognosticeerd. Maandelijks wordt het aantal bijstandscliënten gemonitord onder meer in relatie tot de in- en uitstroom. Ten aanzien van de uitstroom was het streven dat er tussen de 500 en 600 personen volledig zouden uitstromen richting betaald werk (uitkeringsonafhankelijkheid). In 2013 zijn 567 personen volledig uitgestroomd naar werk. Daarnaast zijn er ongeveer 500 personen die parttime werk verrichten. Ondanks een vertragende arbeidsmarkt is er in 2013 een uitstroom van 10% gerealiseerd. 3.1 Resultaten werk 3.1.1 Werkleerbedrijf (WLB) Het WLB is eind 2011 opgericht in samenwerking met Ergon. Vorig jaar zijn de ervaringen gepresenteerd in de nota Werkleerbedrijf, bevindingen na één jaar. Inmiddels is aan de slag gegaan met de verbeterpunten die hierin stonden vermeld. Met betrekking tot de resultaten voor 2013 kan worden vermeld dat van het totaal aantal nieuwe uitkeringsaanvragen van 4.585 personen uiteindelijk 29% (1.322 personen) is doorverwezen naar het WLB. In 2013 zijn 1.279 WLB trajecten daadwerkelijk afgerond. Van deze groep is de uitstroom naar betaald werk 36%. In totaal werd 39% na het WLB-traject terugverwezen naar de dienstverlening van de werkteams van de sector Werk. Veelal werd aan hen een vervolgtraject op het gebied van sociale activering aangeboden. Het restant, 26%, bleek uiteindelijk geen recht (meer) op een uitkering te hebben. 3.1.2 Werkgeversbenadering In samenwerking met werkgevers zetten medewerkers van het werkgelegenheidsteam projecten op. Hierbij wordt door de werkgever een werkgarantie afgegeven en ondersteunt de gemeente daar waar nodig bijvoorbeeld door middel van het vergoeden van eventuele opleidingskosten en/of door de inzet van tijdelijk werken met behoud van uitkering. In 2013 zijn er via het werkgelegenheidsteam 469 personen uitgestroomd naar regulier werk. Van de 469 geplaatste personen is 61% man en 39% vrouw. Ongeveer 20% van de geplaatste personen is jonger dan 27 jaar en ongeveer 23% van de geplaatste personen is 45 jaar of ouder. Van de geplaatste personen is 12% preventief ondersteund naar werk. Deze personen hebben geen uitkering (nuggers). 60% Van de geplaatste personen is alleenstaand, 15% zijn alleenstaande ouders, 10% is gehuwd. Van15% (68) van de personen ontbreekt een dossier, zij zijn bemiddeld voor registratie. 16 gemeente Eindhoven

3.1.3 Bureau PB Bij het Bureau PB zijn er in 2013 in totaal 441 trajecten van start gegaan. Er zijn 317 trajecten beëindigd met een startdatum die voor of in 2013 lag. Groene Activering maakte in 2013 een voornaam onderdeel uit van ingezette PB-activiteiten. Groene Activering is een instrument voor personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (participatieladder trede 1 en 2). Primaire doelstelling is om deelnemers middels een zinvolle dagbesteding uiteindelijk minimaal 12 uur vrijwilligerswerk bij een externe organisatie aan te bieden. De stijgende lijn van succesvolle trajecten waarbij de primaire doelstelling is behaald zet zich voort en is de afgelopen periode gestegen naar 86% (netto resultaat). De overige 14% is een ander passend traject aangeboden of middels handhaving op hun re-integratie verplichtingen gewezen. 3.1.4 Stedelijk Kompas Voor 2013 was binnen het participatiebudget een aparte post gereserveerd voor de kosten van nieuwe leer-werktrajecten voor dak- en thuislozen en de begeleiding daarvan. Dit vanuit de visie dat werk (in de breedste zin van het woord) in combinatie met wonen het beroep op zorg en ondersteuning vermindert en uiteindelijk effectief is voor de aanpak van dak- en thuisloosheid. De trajecten zijn gericht op activering en participatie. Er wordt naar gestreefd om voor daklozen een passend traject te verzorgen met als doel een stijging op de participatieladder naar minimaal trede 4 of 5, liefst 6. De ingezette leer-werktrajecten hebben zich gericht op (schutting)bouw, horeca en schoonmaak. De uiteindelijke resultaten worden vastgesteld in mei 2014. De huidige prognose 2013 betreft een uitstroom van 26 personen naar betaald werk via de ingezette leer-werktrajecten. Naast de leer-werktrajecten is er ook ingezet op acquisitie. Dit heeft geleid tot een uitstroom van minimaal 35 personen. 3.2 Resultaten inburgering In 2013 zijn 65 inburgeringtrajecten opgestart en 308 trajecten afgerond. In totaal zijn er nog 136 lopende trajecten. Deze zullen volgens de huidige planning in 2018 worden afgerond, waarbij de grootste afname in 2014 wordt verwacht. 3.3 Resultaten educatie Voor het educatiedeel is er tot 2015 sprake van verplichte winkelnering bij een ROC. Het budget 2013 is volledig besteed bij het SUMMA-college Eindhoven (voorheen ROC Eindhoven) ten aanzien van basiseducatie. Op het gebied van basiseducatie hebben in totaal 582 personen deelgenomen aan trajecten taal en rekenen. In totaal zijn 59 trajecten hiervan gefinancierd vanuit participatiemiddelen breed en niet uit het WEB-budget. Het betreft hier trajecten taal- en computervaardigheden voor bijstandsgerechtigden, en specifieke trajecten bij het WLB. gemeente Eindhoven 17

3.4 Resultaten in cijfers Jaar Uitstroom naar werk Uitstroom rechtmatigheid Uitkeringen ultimo jaar % Werk tov aantal WWB ultimo jaar Werkloze beroepsbevolking NL ultimo jaar (x 1000) 2006 832 2.261 5.231 16% 410 2007 739 1.639 5.023 15% 286 2008 731 1.595 4.847 15% 279 2009 541 1.203 5.253 10% 404 2010 712 1.112 5.442 13% 373 2011 727 1.409 5.320 14% 427 2012 526 1.362 5.416 10% 543 2013 567 1.295 5.880 10% 641 Ondanks een vertragende arbeidsmarkt is er in 2013 een uitstroompercentage van 10% gerealiseerd. Hieronder zijn de uitstroomgegevens gespecificeerd naar leefvorm, leeftijdscategorie en uitkeringsduur. Leefvorm Totaal Leeftijdcategorie Totaal Uitkeringsduur Totaal Alleenstaanden 427 0 t/m 26 jaar 123 0-1 jaar 386 Alleenstaande ouders 71 27 t/m 35 jaar 198 1-2 jaar 107 Gehuwden 69 36 t/m 45 jaar 146 2-3 jaar 31 Totaal 567 46 t/m 55 jaar 83 3-5 jaar 22 55 jaar of ouder 17 5-10 jaar 16 Totaal 567 10 jaar of langer 5 Eindtotaal 567 De verschillende gegevens zijn procentueel vergeleken met de opbouw van het WWB-bestand per 31-12-2013. Op basis van deze vergelijking kan worden gesteld dat, ten opzichte van de opbouw van het klantenbestand, de volgende categorie cliënten een hoger uitstroompercentage kennen: alleenstaanden (+9%); jongeren tot 27 jaar (+13%); personen van 27 tot 35 jaar (+16%); personen met een uitkeringsduur van 0 tot 1 jaar (+49%); personen met een uitkeringsduur van 1 tot 2 jaar (+5%). Leefvorm uitstroom Totaal Leefvorm totale WWBpopulatie Totaal Alleenstaande 75% Alleenstaande 66% Alleenstaande ouder 13% Alleenstaande ouder 23% Gehuwd 12% Gehuwden/samenwonend 11% Eindtotaal 100% Eindtotaal 100% 18 gemeente Eindhoven