inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.

Vergelijkbare documenten
Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee

inhoud 1. Overal sterren 2. Wat is een ster? 3. Het leven van een ster 4. Een ster dichtbij 5. De zon 6. Sterren en kleuren 7.

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

inhoud Het konijn 1. Bos en duin 2. Het hol 3. Keutels 4. Gevaar 5. Een huisdier 6. Rassen 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud 1. Allemaal de kiebels 2. De bult 3. Kiebels in mijn haar 4. De kwal 5. De brandnetel 6. Huisdieren 7. Vlooien 8. Hooikoorts 9.

inhoud blz. 1. Drijven of zinken? 2. Lucht is licht 3. De duikboot 4. De zwemles 5. Zout en zoet water 6. Olie en water 7.

inhoud 1. Vuur in de natuur 2. Mens en vuur 3. De mens maakt vuur 4. Licht en warmte 5. Vuur en eten 6. Werken met vuur 7.

inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon

inhoud blz. 1. Au! Dat prikt! 3 2. Stekels 4 3. Nacht 5 4. Op zoek naar eten 6 5, Egel, pas op! 7 6. Mensen 8 7. Het nest van de egel 9 8.

inhoud blz. 1. Prikken en steken 2. De bij 3. De brandenetel 4. De mug 5. De kwal 6. De pieterman 7. De rode mier 8.

Inhoud 1. Allemaal botten 2. Stevig 3. Licht 4. Beschermen 5. Bewegen 6. Grote botten, kleine botten 7. In het gips 8. Dieren 9. Filmpje Pluskaarten

Zintuigen. zien ruiken. horen. voelen. proeven

1. De maan 3 2. Volle maan 4 3. Een maand 6 4. De maan trekt 8 5. Een reis naar de maan 9 6. Op de maan Maanweetjes 11 8.

inhoud 1. De ijsbeer 2. Hier woon ik 3. Mijn jas is warm 4. Mijn voeten 5. Jagen 6. In het hol 7. Erop uit 8. Bedreigd 9. Berenweetjes 10.

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

inhoud 1. Voeten en poten 2. De olifant 3. De vlieg 4. De uil 5. De sprinkhaan 6. De giraf 7. De struisvogel 8. De gekko 9.

inhoud Neuzen 1. Je neus 2. Groot is mooi 3. Wroeten 4. Grijpneus 5. Speurneus 6. Onder water 7. Zoem, zoem, ik ruik je 8. Ruiken met je tong

inhoud 1. Slangen 2. Een reptiel 3. Maten 4. Waar? 5. Ruiken 6. Gif 7. Wurgen 8. Hap, slik! 9. Een nieuwe jas 10. Weetjes 11. Filmpje Pluskaarten

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

Het museum museum mu

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

Inhoud 1. Het gebit 2. De eerste tanden 3. Wisselen 4. Een nieuw gebit 5. Zorg voor je gebit 6. De tandarts 7. Een gaatje 8. Zoet 9.

inhoud blz 1. Buideldieren 3 2. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum De numbat De suikereekhoorn 12 8.

1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing Was Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

Raar, maar waar! Natuur Na

inhoud 1. Ontdek 2. Insecten 3. Een hart klopt 4. Het spoor 5. De magneet 6. Zie ik dat wel goed 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud 1. Staarten 2. Weg vlieg! 3. Evenwicht. 4. Een fopstaart 5. Hoe vind je mijn staart? 6. Een extra arm 7. Een praatstaart 8.

inhoud 1. In de lucht 3 2. Ik zweef 4 3. Een sigaar in de lucht 5 4. Brand! 6 5. In de luchtballon 7 6. Landen op water 8 7. Op reis 9 8.

inhoud 1. Mmmmm lekker zoet 2. Waar komt suiker vandaan? 3. Suiker vind je overal 4. Nog meer suiker 5. Te veel suiker 6. Hoe word je te dik?

inhoud 1. Oren 2. De vleermuis 3. De olifant 4. De uil 5. De dolfijn 6. De postduif 7. De tijgermot 8. De kat 9. De hond 10. Filmpjes Pluskaarten

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Lekker 3 2. Bij de boer 3 3. Tarwe malen 4. Bij de bakker 7 5. Bruin of wit 5. Allemaal broden 6. Filmpje 7. Pluskaarten Colofon 15

inhoud blz. Kou 1. Het weer 2. Rillen van de kou 3. Kleren 4. Koelkast en vriezer 5. Koude kleuren 6. Noordpool en Zuidpool 7.

inhoud blz. 1. Zoet 2. Honing 3. Suiker 4. Zoet water 5. Smaak en proeven 6. Zoet en tanden 7. Wie zoet is. 8. Snoep 9. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Groeien 2. In de buik 3. De baby 4. De peuter 5, De kleuter 6. Het schoolkind 7. De puber 8. Volwassen 9. Bejaard 10. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz. 1. Borst of fles 2. Zogen 3. De boer en zijn dieren 4. De fabriek 5. Slagroom, boter en karnemelk 6. Kaas 7. Meer zuivel 8.

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

Inhoud blz. 1. Op reis 2. De trekschuit 3. De postkoets 4. De stoomtrein 5. De auto 6. Het vliegtuig 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud blz. 1. Haar 2. Met of zonder haar 3. Haar beschermt 4. Voelen met haar 5. Praten met haar 6. Mens en haar 7. Wenkbrauwen en wimpers

inhoud 1. De merel 2. Waar is mijn eten? 3. De tuin 4. Vogels helpen 5, Wat eten vogels? 6. Vogels in de tuin 7. Een goede plek 8.

inhoud 1. Textiel? Wat is dat? 2. Weven met papier 3. Stoffen van textiel 4. Wol 5, Zijde 6. Katoen 7. Linnen 8. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz. 1. Een wereld vol letters 2. Letters 3. Plaatjes lezen 4. Het pictogram 5. Van plaatje naar teken 6. Letters en klanken

inhoud 1. Inleiding 3 2. Wat is een maan? 4 3. Het ontstaan van de maan 4. De maan en de maanden 5. Kijken naar de maan 6. Landing op de maan

1. Seizoenen Lente Zomer Herfst Winter Filmpje Pluskaarten 17 Bronnen 19 Colofon en voorwaarden 20

inhoud blz. 1. Huisdieren 3 2. De hond 5 3. De kat 6 4. De witte muis 7 5. De goudvis 8 6. Het konijn 9 7. De cavia De tamme rat 11 9.

inhoud blz. 1. Een wereld vol cijfers 2. Een bot met streepjes 3. Tellen 4. Turven 5. Oude getallen 6. Onze cijfers 7. Tellen in drie talen

inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9.

inhoud blz. 1. Donker 3 2. Dikke jas 4 3. Het vriest 5 4. Sneeuw 6 5, Dieren in de winter 8 6. Bomen Winterkost Beweeg 12 9.

inhoud 1. Mijn fiets 2. De delen van een fiets 3. De loopfiets 4. Trappen maar! 5. Hoog op een wiel 6. De ketting 7. De damesfiets 8.

inhoud blz. 1. Wielen 2. Draaien maar! 3. De boomstam 4. Rollen maar! 5. Van rollen naar rijden 6. Lichter, beter, sterker 7.

inhoud blz. Lucht 1. Lucht is leven 2. Adem 3. Vieze lucht 4. Warme lucht 5. Wind: lucht beweegt 6. Lucht is sterk 7. Boeren en winden 8.

inhoud blz. Helikopters 3 1. De geboorte van de helikopter 4 2. De delen van de helikopter 6 3. In de cockpit 7 4. De rotor 8 5.

inhoud 1. Vogels op reis 3 2. Vogeltrek 4 3. Zomervogels 4. Wintergasten 5. Standvogels 6. Deeltrekkers 7. Op reis

inhoud blz. Overal gereedschap 3 1. De timmerman 4 2. De schilder 5 3. De tandarts 6 4. De kok 7 5. De schoonmaker 8 6. De leerling 9 7.

Inhoud blz. 1. Honden 2. Van wolf naar hond 3. Rassen 4. Rashonden 5. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

inh oud 1. Inleiding 3 2. Kijken en zien 4 3. Proefjes 4. Hoogte, breedte en diepte 5. Gefopt door licht en donker 6. Gefopt door schuine lijnen

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Spelen met zand. Zandpaspoort voor kinderen van 7 tot en met 12 jaar

1. De zolder van opa 3 2. Spullen van vroeger 4 3. De stoof 5 4. Het leesplankje 6 5. De Keulse pot 7 6. De tol 8 7. De foto 9 8.

inhoud 1. Torens 3 2. De kerktoren 4 3. Het kasteel 5 4. Nog meer torens 6 5. Beroemde torens 9 Pluskaarten 12 Bronnen 13 Colofon en voorwaarden 14

inhoud 1. Dolfijnen 2. De bouw van een dolfijn 3. De zintuigen 4. De school 5. Voedsel 6. Sprongen en spel 8. Gevaar! 9.

inhoud blz. Inleiding 1. Twee hoofdsoorten 2. Echo 3. Huid en vleugels 4. Jonge vleermuizen 5. Vleermuizen in Nederland

inhoud 1. Kunst! Wat is dat? 2. Het schilderij 3. Het beeld 4. Het verhaal 5. De dans 6. Het gebouw 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud 1. Inleiding 2. Water is een wonder. 3. De kringloop van het water 4. Zoet, zout of brak 5. Drinkwater 6. Liter na liter

inhoud blz. Inleiding 1. Met je mond vol tanden 2. Giftanden 3. Tanden als scheermesjes 4. Knaagtanden 5. Het paard 6.

inhoud Deze buurt is niet meer wat het geweest is,

Les met werkblad - biologie

inh oud Huid en haar 1. De huid in lagen 2. Nieuwe huid 3. De huid in kleurtjes 4. Voelen met je huid 5. Zweet 6. Haartjes en kippenvel 7.

inhoud Airbus A De eerste vlucht 2. Samenwerken 3. Het vervoer 4. Aan boord 5. De motoren 6. Maten 7. Luchthavens 8. Airbusweetjes 9.

Rekenen Groep 6-2e helft schooljaar.

Dieren in de winter 3

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

inhoud 1. Herten 2. Herten over de wereld 3. Hertenweetjes 4. Herten in Nederland 5. Nog meer herten 6. Filmpje Bronnen en foto s

Brunelleschi. De Dom van Florence

inhoud blz. De zeppelin 1. Graaf von Zeppelin 2. Hoe vliegt een zeppelin? 3. Zeppelin of blimp 4. De ramp met de Hindenburg 5. Filmpjes Pluskaarten

inhoud blz. Dieren in groepen 1. Insecten: de zwerm of kolonie 2. Vogels: de vlucht 3. Vissen: de school 4. Zoogdieren: de kudde 5.

Geen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

inhoud blz. Klei 1. Hoe is klei ontstaan? 2. Wat is er bijzonder aan klei? 3. Klei in vroeger tijd 4. Gebruik in onze tijd 5.

Griezelboek. groep 3 en 4

Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen

inhoud DEZE ZANDBAK IS TE GEK!

inhoud blz. Inleiding 3 1. De farao 4 2. De dood van de farao 5 3. Bewaard als mummie 6 4. Het graf 7 5. Groter en groter 8 6. De vorm 9 7.

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

inhoud blz. 1. Inleiding 2. Snavels 3. Wat eet ik 4. Nectar 5. Insecten 6. Zaden 7. Vissen en andere waterdieren 8. Schelpen 9. Kleine waterdiertjes

inhoud blz. De computer 3 1. Wat is een computer De delen van een computer 5 3. Hoe werkt een computer? 8 4. Van groot naar klein 12 5.

kopvoeters rood demo jeska

Er werd goed naar de maan gekeken. vragen: kromp tot nieuwe maan. chocolade

In houd 1. Inleiding 2. De luchthaven 3. De vertrekhal 4. De douane 5. De wachtkamer 6. De bagage 7. Eten en drinken 8. De brandstof 9.

Transcriptie:

Zee, strand en duin

inhoud Zee, strand en duin 3 1. Zand 4 2. Zon en wind 5 3. Het duin 6 4. Dieren in het duin 7 5. Eb en vloed 8 6. De jutter 9 7. Schelpen 10 8. De zeehond 11 9. Naar het strand 12 10. Veilig 13 11. Filmpje 14 Pluskaarten 15 Bronnen en foto s 17 Colofon en voorwaarden 18

Zee, strand en duin Een dagje naar het strand is leuk. Lekker uit! Op naar de zon, zand, wind en zee! Je gaat naar de kust. Aan de kust komen de zee en het land elkaar tegen. Er is van alles te zien. Dit boek gaat over zee, strand en duinen. Je krijgt antwoord op de volgende vragen: Wat is zand? Hoe komt zand op het strand? Wat zijn duinen? Welke dieren leven in de duinen?

1. Zand Rots en steen Bij strand denk je aan zand en zee. Het strand ligt vol zand. Waar komt dat zand vandaan? Het verhaal begint bij een rots (1). Er breekt een stuk van de rots (2). Het breekt in kleine stukken (3). 1 Het regent. Het water neemt de stukjes mee. De rivier Het water komt in een rivier. De rivier stroomt hard. De stukjes rots schuren langs elkaar. De stukjes worden steeds kleiner (4). Het worden kleine korrels. Die rivier stroomt naar zee. De kleine korrels spoelen de zee in. Bij hoog water komt de zee terug. En gooit de korrels op het strand (5). 4 2 5 3

2. Zon en wind Droog De zee brengt het zand naar het strand. Het zand is nat (1). De korrels plakken aan elkaar. De zon schijnt. Het natte zand droogt. De korrels plakken niet meer (2). Op reis Het waait. De wind neemt de korrels mee. Ze waaien verder het strand op. Zo komt het zand over het hele strand. 1 2 De hoop Soms waait het zand op een hoopje. Het hoopje groeit. Het wordt een heuvel (3). Er gaan plantjes op groeien. 3

3. Het duin Een rij duinen De zandheuvel groeit en groeit. Die heuvel noem je een duin. Er ligt een hele rij van die duinen. Ze zijn hoog en breed. De duinen houdt de zee tegen (1). Zo wonen de mensen achter de duinen veilig. 1 Planten In de duinen groeien planten. Ze houden van het zand. Helmgras (2) is zo n plant. De plant heeft lange wortels. Ze groeien in het zand. Die wortels houden het zand vast. Zo waait het duin niet weg. 2 2

Het konijn Er zijn dieren die graag in de duinen wonen. Het konijn eet van het gras. De wortels van planten zijn ook lekker. In het duin maakt het konijn een hol. Daar is het veilig wonen. De vos De vos is dol op konijnen. Die zijn er volop in de duinen. De vos woont graag in de duinen. Ze jagen ook op vogels. Ook eten ze bramen. De meeuw Rond de duinen zie je veel meeuwen. Ze maken herrie. Ze leven samen in grote groepen. Ze eten vis en afval. 4. Dieren in het duin

5. Eb en vloed Laag Het water staat laag. De zee is ver weg. Het strand is nu heel breed. Dat lage water noem je eb (1). De zee beweegt Het water komt. De zee beweegt. De zee groeit en wordt dieper. Hoog Het water staat hoog. De zee is dichtbij. Het stand is heel smal. Dat hoge water noem je vloed (2). Elke dag is het 2 keer eb en 2 keer vloed. 1 2 Waar blijft de vloed?

Vloed Bij vloed brengt de zee van alles mee. Niet alleen zand. De zee gooit een stuk hout op het strand. Soms verliest een schip iets. De golven nemen het mee. Een hoge golf gooit het in het zand. Bij eb blijft alles liggen op het strand. 6. De jutter De jutter Er loopt een man op het strand. Hij zoekt iets. Het is een jutter (1). De jutter kijkt of de zee iets heeft voor hem. Het kan van alles zijn. De jutter neemt het mee. Vooral bij zware storm is er veel te vinden. De zee gaf het cadeau. 1

7. Schelpen Een hard huis Schelpen zijn dieren. Ze wonen in een hard huis. Het zijn de botten van het dier. Het diertje (1) woont binnen in de schelp. In de schelp is het diertje veilig. Leeg 2 Op het strand liggen veel schelpen. Ze zijn open en leeg. Het diertje is weg. Het is dood. Of een dier at het op. Dicht Soms zit de schelp dicht. Die schelp leeft. 2 Het diertje zuigt water naar binnen. In het water zit het eten van de schelp. De mossel (2), de kokkel (3) en het nonnetje (4) zijn schelpdieren. 3 1 4

De kust Langs de kust leeft ook de zeehond. De zeehond jaagt op vis. Ze komen niet het strand op. Het is er niet stil. Er komen mensen. 8. De zeehond Stilte De zeehond houdt van stilte. Hij rust uit op een zandbank (1). Een zandbank is een zandheuvel. Die zandheuvel steekt boven de zee uit bij eb. Het is een eiland van zand Daar is het veilig en stil. De zeehond is niet alleen. Hij leeft in een groep met andere zeehonden. 1 KLAP KLAP KLAP KLAP UITSLOVER

9. Naar het strand Zomer Vooral in de zomer is het fijn op het strand. In de zon is het lekker. De wind maakt het soms koel De zon is fel. Pas op! Anders verbrand je. Smeer je in met zonnebrand. Zo is je huid beschermd. INSMEREN, SUFFERD! Spelen Neem een schep, een emmer en vormpjes mee. In het natte zand kun je van alles bouwen. Een dam tegen het water. Of een zandkasteel met torens. De branding Spelen in de branding is ook leuk. In de branding komen de golven aan land (1). Ze schuimen en zijn wild. En gooien je omver. 1

10. Veilig De stroming De zee is sterk. De branding is wild. Soms is de zee niet veilig. De zee trekt aan je benen. Je valt. De stroming neemt je mee (1). De strandwacht De strandwacht (2) werkt op het strand. Hij kijkt goed naar de zee. Gaat daar iemand te ver? Hij blaast op een fluitje. Die man moet terug. Gered Soms is het al te laat. Twee handen in de lucht. Ze steken uit de zee. De strandwacht gaat de zee op (3). Gelukkig net op tijd. Hij haalt de man terug. 3 1 2

11. Filmpje Huisje Boompje Beestje Een dagje op het strand Bekijk het filmpje Het Klokhuis Schelpdieren Bekijk het filmpje

Bronnen http://nl.wikipedia.org/wiki/strand_kust http://www.kustgids.nl http://nl.wikipedia.org/wiki/duin_geografie

Colofon en voorwaarden Dit is een uitgave van E-duboek Website: www.eduboek.nl Copyright Age Cnossen 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.