Woordenkennis In Huis. Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 00



Vergelijkbare documenten
Woordenkennis! In de tuin. Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer

Leesboekje het huis. Leesboekje Het Huis Pagina 1

15 min NL Spelregels _ikleer_naar groep2_guide.indd :10

Engelse woordjes. Het is ook een leermiddel dat docenten op school en ouders thuis kunnen gebruiken.

Hoe gaat het in groep 1/2 b

De Zwaluwen Piraten 2016

Speel met spel ROOD!

getalkaartjes 20 spelsuggesties voor thuis!

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 4-5-6

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 1 Les 1

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis

Ik help je wel. illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder

Lees hieronder de spelregels, het is ongetwijfeld een feest der herkenning. Alleen nu spelen jullie de hoofdrollen. Maak er wat moois van!

Mijn huis, mijn thuis

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Plannen van het huishouden.

Habermaaß-spel Nr Slot Sidderstein. Een griezelige spellenverzameling voor 1-6 kleine spookjes van jaar. Kai Haferkamp & Markus Nikisch

Breukenpizza! Ga je mee om de wonderlijke wereld van de breuken te ontdekken? Bedacht en ontwikkeld door Linda van de Weerd.

Ik heb een nieuw horloge, zegt papa. Kijk.

Lezen niveau 1. Het is ook een leermiddel dat docenten op school en ouders thuis kunnen gebruiken.

= een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een hoge lamp die langs de weg staat.

Leerniveau s en Trunk Control Test zie laatste blz.

Handleiding basiswoordenschat.

van Dieter Gebhardt Leeftijd: vanaf 6 jaar (muts, strikje, hemd, in rood, geel en blauw 28 lange neus -kaarten 6 Pinocchio-kaarten

ACTIVITEITEN JAARPLAN 2015 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK

Hiervoor zet ik me in! in klas

Handleiding KLIK KLAK KLAAR reken maar!

Auditieve oefeningen bij het thema: Mijn huis

Vermenigvuldigen 1. Het is ook een leermiddel dat docenten op school en ouders thuis kunnen gebruiken.

Schoonmaakrooster. Badkamer

op weg naar groep 3 Inhoud - 4 lottokaarten - 48 lotto fiches - 4 kruiswoordplaten - 90 letterkaartjes - 10 cijferkaarten - 1 plaat met de heks

De schatkist wordt in het midden op tafel gezet, zodat elke speler er goed bij kan. Het rode kussen wordt er naast gelegd.

Regen. ( 20 oktober 14 november)

Acties / Werkwoorden

Speluitleg: Gebruik bij de speluitleg het bestand Hoe wordt het spel gespeeld op

15 min NL Spelregels _ikleer_naar groep1_guide.indd :39

Plannen van het huishouden.

- je kan me wat - module 2. docere delectare movere. tekeningen -

Auditieve oefeningen bij het thema: de kinderboerderij

INHOUD. 50 speelkaarten:

2b nr. 1 Zinnen met verschillende volgorde

Handleiding. Dag in Dag uit. Kopieerrecht voor één groep

Speel met je kindje zijn voeten.

Hulpmiddelen. Voor het invulschema is gebruik gemaakt van de 11 domeinen uit de zelfredzaamheidmatrix.

Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS

Tijd Winnen (een kaartspel voor vier spelers) Groep / niveau Groep 5/6

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

ACTIVITEITEN JAARPLAN 2013 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK

Er was eens.een anderstalig kind. Josée Coenen HCO

INHOUD. 50 kaarten: Op iedere kaart staat Merlijn, de tovenaar, afgebeeld. Merlijn verandert onophoudelijk, van kaart tot kaart, zijn verschijning.

Inhoud. Voor wie is dit spel. Spelduur. Spelvoorbereiding

1 speelbord voorstellende de wereldkaart verdeeld in 42 gebieden, welke weer ondergebracht zijn in 6 continenten:

Nederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2

Thuishulp is ingedeeld in twee categorieën:

Activiteitenboek SOM-J. Stip Observatie Methodiek-Jongeren

Spellen bij kern 3 Spel 1: Schrijven op je rug Spel 2: Winkeltje spelen Spel 3: Lezen voor het slapen gaan Spel 4: Blijven voorlezen

10 tips om je partner zo goed mogelijk te ondersteunen.

Woordsoorten. Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord Voorzetsels Werkwoorden

Breuknotatie, breuken in verschillende verschijningsvormen

Liggen of leggen / kennen of kunnen

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Ik hoop dat U veel plezier beleeft in het samen praten met uw kind.

SPELREGELS min. leeftijd. speelduur. spelers

VAN HAIM SHAFIR. Inhoud: 112 speelkaarten 1 spelregelboekje. Aantal spelers: 2-10 Leeftijd: vanaf 5 jaar Spelduur: ca. 15 min.

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Patience spelen AaNn Patience betekent geduld.

Thema 1: Wie zijn wij?

Lekker slapen. Tips voor een goede (nacht)rust

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes!

PATIËNTENBROCHURE. Krachten sparen en werk eenvoudig maken

Doe-tips bij Pauline Oud prentenboeken

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

Dagelijkse taken HOOFDSTUK. Een bad nemen

Lekker slapen. Tips voor een goede (nacht)rust

Lekker slapen. Tips voor een goede (nacht)rust

Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Informatiebrief voor ouders over Kindervakantiekamp 2016

Spelregels IK BOX spel (3 of 4 personen)

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

KNF Zwolle. Afdeling KNF Zwolle. Alles over het EEG-Onderzoek

Voor 3 tot 5 spelers vanaf 8 jaar. Speelduur: ca. 45 minuten.

Saboteur Amigo, 2004 MOYERSOEN Frederic 3-10 spelers vanaf 8 jaar ± 30 minuten

TOETSTAAK 1: ALLES KRIJGT EEN PLAATS

Het droogbed boek Werkboek bij de droogbedtraining in het ziekenhuis.

Tip. 1Meenemen voorwerp

Over slapen, (teveel) huilen en regelmaat

Weeknieuws week 41. Peutercollege weetjes

Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.

Als praten niet vanzelf gaat

Wij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen!

thema: Huis Opzegliedje: we bouwen een huis We bouwen een huis, een heel groot huis Deurtje open en deurtje toe; Kiekeboe!

de keuken het huis de woonkamer de tuin de badkamer

De boom staat op de berg Door Kim Wagemans

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

INHOUD 25 ballonkaarten: Er zijn 5 kaarten van iedere kleur ballon. Alle 25 ballonkaarten hebben dezelfde achterkant.

Weekprogramma: 3+ Voorstellen aan puk (naam leeftijd, gezinssamenstelling)

Pakket 8 Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen met de nadruk op verzorging/verpleging

Transcriptie:

Woordenkennis In Huis Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 00 K2-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat 37 NL-2411 CS Bodegraven Telefoon +31(0)172 61 03 75 Telefax +31(0)172 61 43 96 info@k2-publisher.nl www.k2-publisher.nl 1

Inhoud van het spel: 150 (75 x 2) kaarten met afbeeldingen in kleur: 30 x 2 kaarten met zelfstandige naamwoorden 30 x 2 kaarten met werkwoorden 15 x 2 kaarten met bijvoeglijke naamwoorden (tegenstellingen) Handleiding met woordbetekenis en uitvoerige tips voor het verwerken. 2

Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Ook geschikt voor allochtone kinderen en voor mensen met afasie. Doel: Opbouw en versterken van de woordenschat, zowel receptief alsook productief Vorming van het rangschikken van begrippen met - Woordenkennis een reeks spellen in combinatie en voor uitbreiding vatbaar Ontdekken en aanleren van tegenstellingen Aanleren van flexibele zinnen met voorbeelden- ook vraagzinnen- door uitbeelden van handelingen en handelingsaflopen Series leren herkennen 3

Oefen- en spelvariaties: De voor een spel uitgekozen paren kunnen ook aan de hand van de desbetreffende leerstap in het semantische gebied worden ingedeeld. Zo kan de moeilijkheidsgraad optimaal aangepast worden. Ook kunnen de beeldkaarten met de items van Woordenkennis met een reeks vervolgspellen gecombineerd worden. 4

1. Woord/beeld indeling (receptieve oefening) Zoek je...? (lotto eenvoudig) Spelers: Doel: Materiaal: 1 spelleider 1 of meer spelers opbouw van de receptieve woordenschat paren met zelfstandige naamwoorden of paren met werkwoorden Spelregels: De paren worden uit- en opgedeeld. De helft wordt open neergelegd, de andere helft wordt op een stapel omgekeerd ernaast gelegd. De spelleider pakt nu de bovenste kaart, laat hem niet zien en vraagt wat hij op de kaart ziet: Vind je: in bad gaan? Vindt het kind de bijbehorende kaart, dan heeft het een paar. Vindt het kind de afbeelding niet, dan laat de spelleider de kaart zien en legt die kaart dan op een extra stapel. De zo gevormde extra stapel kaarten wordt aan het eind nog een keer op dezelfde manier gespeeld, tot er geen kaarten meer over zijn. Variatie: ook met bijvoeglijke naamwoorden mogelijk (paren met tegenstellingen) Om het gegeven voorbeeld flexibel te houden, kunnen de gezochte kaarten ook als volgt gevraagd worden: Voorbeelden: douchen Jette doucht zich. of: Omdat Jette vies is, doucht ze zich. of: Ze doucht zich in bad, enz. vies Wat is vies? of: De laarzen zijn vies. of: Omdat het buiten regent, zijn de laarzen vies. of: De vieze laarzen moeten schoongemaakt worden, enz. kast De kast is groen. of: De trui ligt in de kast of: In de kast liggen sokken, enz. Het kind moet nu ook hier de juiste kaart vinden. 5

2. Beeld/beeld indeling (receptieve en/of productieve oefening) Wie heeft... (lotto) Spelers: Doel: Materiaal: 1 spelleider 1 of meer spelers opbouw van de receptieve en/of productieve woordenschat paren zelfstandige naamwoorden, werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden Spelregels: De paren worden gescheiden en een helft wordt onder de spelers verdeeld, zodat ieder evenveel kaarten krijgt. Deze worden nu voor iedere speler open neergelegd. De andere kaarten worden omgekeerd voor de spelers neergelegd. Nu wordt er om de beurt een kaart omgedraaid. Nu benoemt de spelleider of een medespeler de kaart. Daarna wordt hij bij de bijbehorende kaart gelegd. Wie heeft alle paren het eerst bij elkaar? 6

3. Paren zoeken (productieve oefening) Dat hoort bij elkaar! Spelers: Doel: Materiaal: 2 of meer spelers opbouw van de productieve woordenschat, gebruik van het meervoud paren zelfstandige naamwoorden, werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden Spelregels: Alle gekozen paren worden door elkaar geschud en omgekeerd neergelegd. Nu worden om de beurt steeds 2 kaarten omgedraaid en benoemd. Zijn deze kaarten hetzelfde, dan mag de speler ze houden en nog een keer proberen. Zo niet, worden de kaarten weer omgedraaid en de volgende speler is aan de beurt. Wie heeft aan het eind de meeste paren? Variatie: Indeling van begrippen De spelleider kiest als paar bijv. kleding/meubels Bijv. sokken/muts = paar, rek/bed = paar Wat vind ik in de badkamer? / Wat staat er in de huiskamer? Bijv. spiegel/tandenborstel = paar, lamp/stoel = paar Lichaamsverzorging/huishoudelijk werk Bijv. insmeren/douchen = paar strijken/stofzuigen = paar Deze oefening is naar eigen inzicht uit te breiden en te combineren met de Woordenkennis serie spellen met veel nieuwe zelfstandige naamwoorden, beroepen en bijvoeglijke naamwoorden op verschillend semantisch gebied. 7

4. Geheugenspel (productieve oefening) Wat ontbreekt er? Spelers: Doel: Materiaal: 2 of meer spelers opbouw van de productieve woordenschat kaarten met zelfstandige naamwoorden, werkwoorden of bijvoeglijke naamwoorden Spelduur en moeilijkheidsgraad zijn variabel. Spelregels: De uitgekozen beeldkaarten worden open neergelegd. Alle spelers onthouden nu welke kaarten er op tafel liggen. Dan wordt er een kaart omgedraaid door een speler, terwijl alle anderen hun ogen dicht houden. Wie raadt het eerste wat er op de kaart staat? Om de beurt wordt een kaart omgedraaid enz. Ook hier kan de moeilijkheidsgraad door het aantal speelkaarten zelf worden vastgesteld. 8

5. Voorwerpen beschrijven Wat is dat? Spelers: Doel: Materiaal: 2 of meer spelers toepassing van de productieve woordenschat, verkrijgen van de semantische zekerheid, bevordering van de vertelvaardigheid kaarten met zelfstandige naamwoorden Spelduur en moeilijkheidsgraad zijn variabel. Voorbeelden: Kast Hij is groot, maar soms ook klein. Hij staat in veel kamers. Je kan er veel dingen in opbergen, als je opruimt. Hij heeft deuren. Er ligt speelgoed in, kleding of ook veel andere dingen. Wat is het? Föhn Het voorwerp is in de badkamer. Om hem te laten werken, heeft hij een stopcontact nodig. Dan wordt hij vaak ook erg warm, want er komt hete lucht uit. Hij is er voor het drogen van de haren. Wat is het? 9

6. Series maken en vertellen Wat gebeurt er? Spelers: Doel: Materiaal: 2 of meer spelers toepassing van de productieve woordenschat, series herkennen bevordering van het vertellen series kaarten Spelduur en moeilijkheidsgraad zijn variabel. Zelf te bedenken series: nat föhnen droog naakt aankleden aangekleed spelen opruimen vol uitkleden in bed liggen kussen / kus geven slapen opstaan gapen uitrekken tandenpoetsen douchen afdrogen douchen afdrogen naakt aankleden aangekleed De spelleider zoekt de serie uit om te oefenen, schudt de kaarten en legt ze omgekeerd neer. Nu wordt er om de beurt een kaart omgedraaid en wordt er verteld, wat er op deze kaart gebeurt of wat er op deze kaart te zien is. Als alle kaarten omgedraaid zijn, wordt er samen overlegd wat de logische volgorde is en wordt het hele verhaal verteld. Variatie: W-vraag De serie ligt open en gesorteerd op tafel. De spelleider vertelt wat er gebeurt. Daarna vraagt de spelleider aan de medespelers over de situatie op de afbeelding. Mogelijke W-vragen: Wie..? Wat...? Waar...? Wanneer...? Waarom...? Waarmee...? Waarvoor...? enz. Voorbeelden: nat föhnen droog Wat doet moeder? Waarom föhnt zij haar haren? Waarmee föhnt ze haar haren? Hoe zitten haar haren nu? uitkleden in bed liggen een kus geven/ kussen slapen Waarom kleedt Jette zich uit? Waar liggen haar kleren? Waar gaat ze liggen? Wie geeft Jette een nachtkus? Waarom slaapt Jette nu? 10

Woordenlijsten Zelfstandige naamwoorden 1. bed 2. kast 3. rek 4. tafel 5. stoel 6. lamp 7. toilet 8. wastafel 9. tandenborstel 10. handdoek 11. zeep/zeeppompje 12. handdouche 13. bad 14. föhn 15. spiegel 16. raam 17. klok 18. foto 19. kussen 20. deken 21. computer/laptop 22. televisie 23. radio. 24. plant 25. lange broek 26. trui 27. schoen 28. sokken 29. jack 30. muts 11

Werkwoorden 1. opstaan 2. gapen / uitrekken 3. tandenpoetsen 4. douchen 5. zich wassen 6. zich afdrogen 7. föhnen 8. haren kammen 9. zich insmeren 10. kammen 11. zich aankleden 12. eten 13. drinken 14. voeren 15. spelen 16. stofzuigen 17. was ophangen 18. strijken 19. ramen wassen 20. krant lezen 21. aaien 22. televisie kijken 23. telefoneren 24. opruimen 25. muziek luisteren 26. zich uitkleden 27. in bad gaan 28. in bed liggen/gaan slapen 29. kussen 30. slapen 12

Bijvoeglijke naamwoorden / tegenstellingen: 1. groot / klein 2. licht / donker 3. rond / vierkant 4. schoon / vies 5. hard / zacht 6. naakt / aangekleed 7. nat / droog 8. open / dicht 9. moe / opgewekt 10. lang / kort 11. heel / kapot 12. koud / warm 13. zwart /wit 14. oud / nieuw 15. leeg / vol 13

Semantisch gebied: Meubels bed kast rek tafel stoel lamp Badkamer toilet wastafel tandenborstel handdoek zeep/zeeppompje handdouche bad föhn spiegel tandenpoetsen douchen in bad gaan zich wassen zich afdrogen föhnen haren kammen zich insmeren scheren Kleding lange broek trui schoenen sokken jack muts zich aankleden zich uitkleden strijken was ophangen Woonkamer computer/laptop televisie radio plant deken klok foto lamp televisie kijken 14