thema: Huis Opzegliedje: we bouwen een huis We bouwen een huis, een heel groot huis Deurtje open en deurtje toe; Kiekeboe!

Transcriptie

1 thema: Huis Beste ouders, verzorgers, Het huis is een plaats die veiligheid biedt en bescherming, een basisbehoefte van een kind. Het project huis staat dichtbij de ervaringswereld van ieder kind. Voor ons allemaal maakt het huis deel uit van de directe, meest vertrouwde leefomgeving. Zo kunnen kinderen hun eigen vertrouwde leefomgeving leren verkennen en benoemen. Wij gaan de buitenkant van het huis benoemen en vervolgens de binnenkant, de diverse kamers en wat je daar zoals doet, zoals spelen, eten, wassen en slapen. Tenslotte zal ook nog aandacht worden besteed aan verschillende woonvormen, zoals een woonboot, woonwagen of een boerderij. Versjes >> Dit is ons huis Dit is ons huis, hier wonen wij. De deur zit voor, En de muren opzij hier is het raam, en boven is het dak In ons huis wonen wij, Fijn op ons gemak. >> Wie komt er in mijn huisje Wie komt er in mijn huisje? Ik heb thee en koek Druk maar op de bel, En kom op bezoek Kom hier zitten op een stoel, We drinken thee uit een kopje En weet je wat ik ook nog heb? Voor allebei een dropje! Opzegliedje: we bouwen een huis We bouwen een huis, een heel groot huis Deurtje open en deurtje toe; Kiekeboe! Liedjes >> Zagen,zagen >> Bim Bam Buisje Zagen, zagen, wiede wiede wagen. Bim bam buisje, Jan kwam thuis om een boterham te vragen Wie woont er in dat huisje? Vader was niet thuis, moeder was niet thuis Trek maar aan de bel, Piep, zei de muis in het voorhuis. En je ziet het wel!

2 >> In Holland staat een huis >> Huisje bouwen In Holland staat een huis (2x) In Holland staat een huis ja ja Van je tingele tingela hop sa sa In Holland staat een huis (2x) Blokken sjouwen, Huisje bouwen. 1 blok hier, 1 blok daar kijk! Nu is mijn huisje klaar! In dat huis daar woont een man (2x) >> Opa Bakkebaard In dat huis daar woont een man ja ja Opa Bakkebaard heeft een huisje, Van je tingele tingela hop sa sa En in dat huisje, daar is het goed. In dat huis daar woont een man (2x) Opa Bakkebaard is aan het werken En weet je wel wat hij doet? En die man die kiest een vrouw, etc. Hij veegt de vloer, En die vrouw die kiest een kind, etc Met een bezem, met een bezem En dat kind dat kiest meid, etc Hij veegt de vloer, En die meid die kiest een knecht, etc. Zo veegt hij de vloer. En die knecht die kiest een hond, etc. En die hond die kiest een kat, etc. Maar dan steken ze dat huis in brand, etc. En nu blijft dat kind alleen (3x) Van je singela singela hop sa sa En nu blijft dat kind alleen (2x) Opzegversjes >> Huis dicht, huisje open. Huisje dicht, huisje open (Met de handen een huisje maken, vingers naar boven, dan huisje openvouwen) En wie komt daar uitgekropen? (Duimen uit het huis naar voren steken) Dit ben ik en dat ben jij (linkerduim knikken, rechterduim knikken) Buiten zijn we allebei (Beide duimen knikken) Maar oh,oh de regen gaat beginnen (verschrikt naar boven kijken) Dan gaan we maar snel naar binnen (Duimen weer naar binnen vouwen) Nu wordt het ook nog donker buiten Laten we dan het huisje sluiten (Handen weer dichtvouwen)

3 >> In ons huis In ons huis. Woont in elke hoek.. één muis Ze trippelen en ze trappelen Ze kribbelen en ze krabbelen En ze zitten op de tafel En op de stoel En in de kast En op de bank (met handen een driehoek maken, met vingers naar boven) (puntdak (vingertoppen) naar voren bewegen) (een vinger omhoog steken) (met de vingertoppen op de benen trippelen) (met de vingertoppen krabbelen op de schoot) (een hand recht op de andere hand zetten) (met 2 handen een stoel maken, een hand recht omhoog, andere hand met een knik er tegenaan) (van handen een kast maken, 2 handen rechtop t.o. elkaar) (bank maken,) En als ik zeg VANG (katteklauwen uitbeelden die een muis vangen) Dan kruipen ze allemaal achter t behang (twee handen met bewegende vingers achter je rug verstoppen) Boekentip Welk huis is van muis? Luc Cousins Kom maar binnen Guido van Genechte Een huis vol Muziek Kleine muis zoekt een huis Bas helpt mama Claudia Verhelst P. Horacek Dagmar Stam

4 Oudertip Maak met behulp van een tafel, dekens en wasknijpers een huis. Ook kun je bij je kind op bezoek gaan. Met een theeserviesje erbij wordt het helemaal echt! Woordjes oefenen >> Binnen: Kamer, tafel, stoel, bed, wc, spelen, slapen, eten, wassen. >> Wat doe je in huis: Douchen, Aankleden, televisie kijken, boekje lezen, pyjama aan, knuffel, pop, auto, blok, drinken, bord, beker. >> Een huis aan de buitenkant: Huis, Dak, raam, muur, deur, bel, wonen, opendoen, dicht doen, binnen, buiten. >> Soorten huizen: Flat, boerderij, woonboot, woonwagen, huis. Versje: een huis tekenen Ik teken een huis. Zeg maar hoe het moet. Eerst de muren, zo dat is goed. Nu teken ik het dak, Mooi er bovenop. Met een echte schoorsteen, die komt op de top Hier teken ik de deur, met daarnaast een echte bel. Hier is de brievenbus, dat zie je wel. Nu nog de ramen. 1 hier en een daar. Met bloemen ervoor, en het huis is klaar! Tot slot, een praat-plaat voor thuis. Wat zie je allemaal? (zie volgende pagina) Wij wensen alle kinderen veel plezier tijdens dit thema! team KDV Madelief & PSZ t Boemeltje

5