In je kracht Werkboek voor deelnemers
Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers een groot vel wit papier (minimaal A3-formaat) Een stapel tijdschriften, plaatjes en foto s Scharen Lijm of plakband Stiften of kleurpotloden Doelen: De eigen gevoelens, ideeën en wensen voor de toekomst zichtbaar maken. Op nieuwe ideeën komen. Bestaande ideeën en wensen naar buiten brengen. De eigen ideeën en wensen voor de toekomst delen. TOELICHTING VOORAF Allereerst een korte uitleg wat een moodboard is. Een moodboard laat een bepaald idee of gevoel, een bepaalde sfeer of gedachte zien. Het helpt om ideeën zichtbaar te maken en te kiezen. Je verzamelt afbeeldingen en teksten die de sfeer en inhoud van je wensen en doelen weergeven. Een moodboard is een goede werkvorm om de vrouwen die je begeleidt te helpen om na te denken over hun toekomst. Door afbeeldingen en teksten in tijdschriften te zoeken, kunnen nieuwe ideeën ontstaan. Ook kunnen de afbeeldingen en teksten verbeelden wat de deelnemer al in haar hoofd heeft. In beide gevallen wordt zichtbaar waar zij enthousiast van wordt en van droomt! De ervaring leert dat het zoeken naar teksten en tijdschriften de intuïtie aanspreekt en dingen naar boven haalt die in een gesprek niet direct naar voren komen. Daarom is het maken van een toekomstmoodboard een goede werkvorm om in te zetten in de fase dat deelnemers zich nog aan het oriënteren zijn op hun wensen en ideeën voor de toekomst (korte en lange termijn).
1. Uitleggen wat een moodboard is Leg in eenvoudige woorden uit wat een moodboard is en waarom de deelnemers dit gaan maken. Om na te denken over je toekomst kun je een moodboard maken. Je gebruikt hiervoor foto s, tekeningen en teksten uit tijdschriften. Je zoekt foto s, tekeningen en teksten die jouw gevoel, ideeën, wensen of doelen voor de toekomst laten zien. Dit kan zijn voor over een maand of over een jaar. De foto s, tekeningen en teksten knip of scheur je uit. En je plakt ze op een groot vel papier. Dit vel papier is het moodboard. Door het zoeken van foto s, tekeningen en teksten kun je op nieuwe ideeën komen. Of iets laten zien waar je aan denkt. Je gevoel, je doel of de stappen die je wilt zetten in de toekomst worden duidelijker. We gaan nu een toekomstmoodboard maken. Op het moodboard laat je jouw wensen, dromen en ideeën voor de toekomst zien. 2. Werken aan de moodboards De deelnemers werken aan hun moodboard. Je kunt ervoor kiezen om er zelf ook een te maken. Dit werkt motiverend en kan als voorbeeld dienen wanneer de deelnemers moeilijk op gang komen. Als je met een grote groep werkt, kun je er ook voor kiezen om rond te lopen en vrouwen vragen te stellen of tips te geven als ze moeilijk op gang komen. Vragen die je deelnemers kunt stellen om hen op weg te helpen: - Waar word je blij van? - Wat vind je leuk? - Wat wil je graag bereiken? - Wat zijn je wensen en doelen? - Hoe wil je dat jouw toekomst eruitziet? 3. Nabespreking/korte presentatie Vraag de deelnemers eerst hoe het was om het moodboard te maken. Vervolgens kun je hen vragen om hun werk te laten zien aan de andere deelnemers en kort toe te lichten. Wees hierbij geïnteresseerd en vraag eventueel door. Vragen die je kunt stellen: - Wat betekent dit plaatje voor jou? (als dit niet duidelijk is geworden bij het vertellen over het moodboard) - Wat maakt jou blij/enthousiast over dit plaatje? - Wat zegt deze tekst over jouw wens/droom/ideeën?
Werkblad Mijn toekomst! Om na te denken over je toekomst kun je een moodboard maken. Je gebruikt hiervoor foto s, tekeningen en teksten uit tijdschriften. Je zoekt foto s, tekeningen en teksten die jouw gevoel, ideeën, wensen of doelen voor de toekomst laten zien. Dit kan zijn voor over een maand of over een jaar. De foto s, tekeningen en teksten knip of scheur je uit. En je plakt ze op een groot vel papier. Dit vel papier is het moodboard. Door het zoeken van foto s, tekeningen en teksten kun je op nieuwe ideeën komen. Of iets laten zien waar je aan denkt. Je gevoel, je doel of de stappen die je wilt zetten in de toekomst worden duidelijker. Dit heb je nodig: - een groot wit vel papier - een stapel tijdschriften, plaatjes of foto s - een schaar - lijm en plakband - stiften of kleurpotloden Voorbeeld Opdracht Je gaat nu zelf een moodboard maken. Je laat jouw wensen, dromen en ideeën voor de toekomst zien. Ben je klaar? Vertel dan aan jouw begeleider en de anderen over je moodboard.
Hoe kun je meer informatie hierover krijgen? De deelnemers denken hierover na en kruisen hun antwoord aan. Je kunt hierover ook (eerst) in de groep met de deelnemers in gesprek gaan: - Wie kan je helpen om informatie te geven over geschikte cursussen en opleidingen? - Hoe kun je hier zelf informatie over vinden? Stimuleer de deelnemers om in gesprek te gaan met iemand die een opleiding doet of gedaan heeft en die hen interessant lijkt. Of met iemand die werkt in het gewenste beroep. De deelnemers kunnen dan vragen welke ervaring, kennis, opleiding enzovoort deze persoon nodig heeft gehad om met het werk te beginnen.
Uitleg Rollen Benodigdheden: Werkblad Rollen Doelen: Kennismaken met het begrip rollen. De deelnemers denken na welke rollen zij allemaal hebben. De deelnemers realiseren zich dat alle rollen tijd en energie kosten. De deelnemers geven aan welke rollen zij op dit moment niet hebben, maar in de toekomst wel willen. TOELICHTING VOORAF Een rol is een samenhangend geheel van taken en verantwoordelijkheden die bij een bepaalde positie in de samenleving hoort of verwacht wordt. Bijvoorbeeld de rol van ouder, werknemer, familielid of begeleider. Sommige aspecten van een rol maken je blij en geven energie. Bijvoorbeeld je kind de eerste stapjes zien zetten, geeft een blij gevoel. Andere aspecten van een rol kunnen tijd en energie kosten. Ruziënde kinderen kosten een moeder bijvoorbeeld energie. In deze opdrachten denken de deelnemers na over de rollen die zij hebben. En over welke aspecten hun energie geven of juist kosten. Dit helpt hen om inzicht te krijgen hoe de verschillende rollen in hun leven al dan niet in balans zijn en bevrediging geven. Ook wordt de vraag gesteld welke rol die zij nu niet hebben, zij in de toekomst wel zouden willen. Hiermee kun je als begeleider in de fase van oriëntatie op de toekomst zicht krijgen op de stappen die de vrouw zou willen zetten.
1. Introductie van het begrip rollen Introduceer het begrip rollen aan de deelnemers in eenvoudige woorden. Ieder mens heeft verschillende rollen in zijn leven. Soms heb je de ene rol, soms de andere. Bijvoorbeeld: - moeder - cursist - vrijwilliger - werknemer Bij elke rol horen taken en dingen die je doet. Bijvoorbeeld: - Als moeder zorg je ervoor dat je kinderen naar school gaan. - Als cursist zorg je ervoor dat je op tijd bent voor de les. En dat je je huiswerk maakt. - Als werknemer zorg je ervoor dat je goed je werk doet. Elke rol in je leven kost tijd. Bijvoorbeeld: - Het kost tijd om de kinderen naar school te brengen. - Het kost tijd om naar de les of naar je werk te gaan. Sommige rollen kosten energie. Je wordt er moe van. Andere rollen geven juist energie. Je wordt er blij van. Je hebt zin om dingen te doen. 2. Het Werkblad uitdelen en lezen Deel het Werkblad uit. Lees indien nodig samen met de deelnemers de tekst door, zodat zij goed begrijpen wat rollen zijn. (De tekst is hetzelfde als wat jij net verteld hebt, maar soms kan het goed en leerzaam zijn om de tekst samen nog een keer (voor) te lezen). 3. Opdracht 2: welke rollen heb jij? Vraag de deelnemers om de rollen aan te kruisen die zijzelf hebben. Loop rond om te helpen als dat nodig is. 4. Opdracht 3 en 4: wat geeft jou energie en wat kost jou energie? Vraag de deelnemers om na te denken over welke rollen hun energie geven en welke hun energie kosten. De deelnemers schrijven op wat hun in deze rollen energie geeft of juist kost. Loop rond om te helpen als dat nodig is.
5. Opdracht 5: welke rol wil jij nog? Vraag de deelnemers na te denken over een rol die zij nu niet hebben, maar in de toekomst wel zouden willen hebben. Ze kruisen dit aan op het Werkblad. Afhankelijk van de grootte van de groep kun je dit meer of minder uitgebreid nabespreken. Vragen die je kunt stellen zijn: - Welke rol(len) zou je in de toekomst nog willen? - Wat vind je leuk aan die rol? - Wat is er nu nodig om die rol te krijgen? 6. Opdracht 6: de cirkels van het leven In deze opdracht tekenen de vrouwen hun rollen in een cirkel van het leven. Elke rol beslaat een bepaald deel van de cirkel: hoe meer tijd en energie een rol kost, des te groter het deel in de cirkel. Er zijn twee cirkels. In de eerste cirkel tekenen zij de situatie zoals die nu is. In de tweede cirkel tekenen ze de gewenste situatie in de toekomst. Afhankelijk van de grootte van de groep kun je dit meer of minder uitgebreid nabespreken. Vragen die je kunt stellen zijn: - Aan welke rollen zou je minder tijd en energie willen besteden in de toekomst? - Aan welke rollen zou je juist meer tijd energie willen besteden? - Wat kun je doen om dit mogelijk te maken?
Werkblad Rollen Ieder mens heeft verschillende rollen in het leven. Soms heb je de ene rol, soms de andere. Bijvoorbeeld: - moeder - cursist - vrijwilliger - werknemer Bij elke rol horen taken. In elke rol doe je dingen. Bijvoorbeeld: - Als moeder zorg je ervoor dat de kinderen naar school gaan. - Als cursist zorg je ervoor dat je op tijd bent voor de les. En dat je je huiswerk maakt. - Als werknemer zorg je ervoor dat je goed je werk doet. Elke rol in je leven kost tijd. Bijvoorbeeld: - Het kost tijd om de kinderen naar school te brengen. - Het kost tijd om naar de les of je werk te gaan. Sommige rollen kosten energie. Je wordt er moe van. Andere rollen geven juist energie. Je wordt er blij van. Je hebt zin om dingen te doen. Opdracht 1. Lees het rijtje met rollen en de uitleg. 2. Denk na: welke rollen heb jij? Kruis ze aan. Zet hier een kruisje als je deze rol hebt. Rol Uitleg Jij? moeder dochter vriendin iemand die zorgt voor het huishouden familielid je gaat bijvoorbeeld bij je ouders op bezoek of zorgt voor hen je maakt schoon, doet boodschappen, ruimt op, kookt enzovoort je zorgt bijvoorbeeld voor andere mensen in je familie
werknemer vrijwilliger cursist student ondernemer en wat nog meer iemand die betaald werk heeft bij een baas iemand die werk doet waar niet voor betaald wordt iemand die meedoet aan een cursus iemand die een opleiding volgt iemand die een eigen bedrijf heeft 3. Denk na: welke rollen die jij hebt, geven jou plezier en energie? Schrijf op wat jou plezier en energie geeft in deze rollen. 4. Denk na: welke rollen die jij hebt, kosten jou energie? Schrijf op wat jou energie kost in deze rollen. 5. Welke rollen heb je niet, maar wil je wel? Denk er rustig over na. Kruis ze aan: O moeder O zus O dochter
O vriendin O iemand die zorgt voor het huishouden O familielid O werknemer O vrijwilliger O cursist O student O ondernemer O (hier kun je zelf nog iets invullen) 6. Op de volgende bladzijde staan twee cirkels. Voor de eerste cirkel staat NU. Voor de tweede cirkel staat TOEKOMST. In de eerste cirkel teken je welke rollen je nu hebt. En hoeveel tijd en energie de verschillende rollen nu kosten. Hieronder staat een voorbeeld hoe je dat kunt doen. In een tweede cirkel teken je welke rollen je in de toekomst wilt hebben. En hoeveel tijd en energie je wilt dat de rollen dan kosten.
NU TOEKOMST
Problemen oplossen Gesprekken met andere mensen voeren Administratie doen Mensen helpen (bijvoorbeeld brieven van de bank lezen, rekeningen betalen of een lijst maken met namen van kinderen die meegaan op schoolreisje) Opvoeden Iets met je handen maken Leidinggeven Luisteren (een groep mensen leiden) Met de computer werken Een verhaal vertellen aan anderen Ontwerpen Opruimen en netjes maken (bedenken en schrijven of tekenen hoe iets dat gemaakt moet worden, eruit komt te zien) Een auto, bus, vrachtwagen besturen Snel inzicht hebben in een probleem (snel begrijpen hoe een probleem in elkaar zit) Toneelspelen Lesgeven
Uitleg Waarom werk? Benodigdheden: Doelen: Werkblad Waarom werk? Nadenken over werk. Ontdekken waarom de deelnemers willen werken. 1. Introductie Leg de deelnemers uit dat jullie gaan praten over werk en waarom je wilt werken. De reden om te willen werken kan voor iedereen anders zijn. Stel een paar vragen en laat (enkele) deelnemers antwoorden: - Wie heeft gewerkt? - Wat deed je dan? (vraag eventueel ook naar betaald of vrijwilligerswerk) - Wil je (weer) gaan werken? Tip: Werk jij zelf of heb je ooit gewerkt? Gebruik dan jezelf als voorbeeld om iets te vertellen. 2. Het Werkblad invullen en kort nabespreken Deel het Werkblad uit. Leg uit dat de deelnemers de vragen gaan invullen. Laat hen de vragen lezen. Vraag hen om woorden waarvan ze de betekenis niet kennen, op te schrijven of te onderstrepen. De deelnemers bespreken daarna met elkaar of met jou en de groep de betekenis van de voor hen onbekende woorden. Dit kan lastig zijn, dus geef ze hiervoor voldoende tijd. Laat iedereen de vragen invullen. Loop rond en help waar nodig met in- of aanvullen. Als iedereen klaar is met invullen, kun je de groep vragen wat voor hen belangrijk is in werk.
Uitleg Wat heb je nodig om te groeien? Benodigdheden: Doelen: Werkblad Wat heb je nodig om te groeien? Kennismaken met het begrip persoonlijke ontwikkeling en groei. Nadenken over wat de deelnemers zelf nodig hebben om zich te (blijven) ontwikkelen en stappen te zetten. TOELICHTING VOORAF Centraal thema in deze opdracht is persoonlijke ontwikkeling en groei. Omdat dit best een abstract begrip is, wordt eerst het voorbeeld gegeven van een plantenzaadje dat onder andere zon, regen, een vruchtbare bodem en voeding nodig heeft om uit te groeien tot een sterke en bloeiende plant. Vervolgens wordt de link gelegd naar persoonlijke ontwikkeling en groei: wat heb je als mensen nodig om jezelf te (blijven) ontwikkelen en verder te komen in je leven?
Werkblad Wat heb je nodig om te groeien? Een zaadje van een plant heeft verschillende dingen nodig om te groeien. Om zich te ontwikkelen van zaadje tot plant. Zoals: zon, regen, een goede bodem en extra voeding. Ook om mooi, gezond en sterk te blijven, heeft een plant dit nodig! Anders verliest de plant zijn kracht. En wordt hij slap. Of gaat hij dood. Mensen ontwikkelen zich ook. Een baby groeit tot een kind. Een kind groeit tot een volwassene. Maar ook als je volwassen bent, kun je blijven groeien. Groeien betekent dan: jezelf blijven ontwikkelen. Dit is belangrijk om je goed en sterk te blijven voelen. jezelf ontwikkelen = groeien als persoon Opdracht Wat heb jij nodig om te groeien? Om jezelf te blijven ontwikkelen? Om je goed en sterk te voelen? Schrijf hieronder op wat jij nodig hebt.