Praktische-opdracht door een scholier 2097 woorden 16 maart keer beoordeeld. Inleiding

Vergelijkbare documenten
Keuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl

Economische Modellen. Hoofdstuk 1: Conjunctuur en Structuur. Hoofdstuk 2: Klassieken en Keynes. Samenvatting door Job 3058 woorden 27 juli 2017

Aantekeningen VWO-6 Economie Lesbrief Economische Modellen

Samenvatting Economie Lesbrief Modellen

Bruto binnenlands product

Keynesiaanse modellen hebben betrekking op de korte termijn, klassieke modellen op de lange termijn.

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Economie. Boekje Conjunctuur Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Arbeid = arbeiders = mensen

Uitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.

Modellen. Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid

Eindexamen vwo economie 2014-I

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

UIT theorie ASAD

Antwoorden Economie Handel

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Eindexamen economie havo I

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Internationale handel H7 1. Internationale handel. Waarom importeren: Waar komt het vandaan?

UNIFORM EINDEXAMEN VWO 2015

ALGEMENE ECONOMIE /03

Samenvatting Economie Internationale Handel

Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90

Samenvatting Economie Modellen

Eindexamen economie vwo II

INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land

H1: Economie gaat over..

Vijf oefenopgaven bij de voorbereiding op toets 1, h5 ec12. 1 van 5

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Opdracht 1 Macro-economie [30p]

Vraag Antwoord Scores

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

Samenvatting Economie Lesbrief Internationale handel

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-I

Samenvatting Economie Vervoer

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-II

Samenvatting Economie Hst. 4 Het Buitenland

Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1

1. natuurlijke omstandigheden. 2. loonkosten. 3. infrastructuur

5,8. Praktische-opdracht door een scholier 1585 woorden 12 december keer beoordeeld

Samenvatting Economie Lesbrief Modellen

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Samenvatting Economie Internationale handel

Economische conjunctuur

Innovatie, modernisering, goede scholing - een land levert dan goede kwaliteit. Afnemers; goede verhouding prijs en kwaliteit

Eindexamen economie 1-2 vwo I

Eindexamen economie 1 vwo 2001-II

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

Werken of vrije tijd?

Eindexamen vwo economie II

Eindexamen havo economie oud programma I

MINISTERIE VAN ONDERWIJS WETENSCHAP EN CULTUUR

Overheid en economie

Examen HAVO. Economie 1

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Inleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en het nationaal inkomen bestaat.

Eindexamen economie pilot havo II

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

5.1 Wie is er werkloos?

5,3. Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober keer beoordeeld. Economie in context

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: ECONOMIE 1,2

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

De groei van de wereldeconomie wordt gemeten aan de hand van de groei van de nationale productie van alle landen in de wereld

indexcijfers geven de verhouding weer tussen de omvang van een grootheid in een bepaalde periode en de op 100 gestelde omvang

Eindexamen economie 1 vwo 2001-II

HOOFDSTUK 21: OEFENINGEN

Productie is het voortbrengen van goederen en diensten met als doel het verwerven van een inkomen door de verkoop van deze producten.

Fiscale faciliteiten op milieugebied,

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Eindexamen economie 1 vwo 2008-I

HOOFDSTUK 14: OEFENINGEN

Hoofdstuk 15 Economische relaties

wisselkoers Euro in Amerikaanse dollar 1,3644 Hoeveel dollar is 590?

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 5

Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6

Eindexamen economie 1-2 havo 2008-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-I

Vraag Antwoord Scores

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I

HOOFDSTUK 21: DE VRAAGZIJDE DE REELE SFEER

Vraag Antwoord Scores

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

Conjuncturele werkloosheid vmbo-kgt34

Eindexamen economie havo I

Transcriptie:

Praktische-opdracht door een scholier 2097 woorden 16 maart 2004 5 27 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding De huidige economie gebruikt veel modellen om de toekomst te voorspellen m.b.t. economie. In het begin van de twintigste eeuw waren er twee hoofdstromen. De klassieke theorie, die erom bekend stond dat de overheid zich zo min mogelijk moest bemoeien en het marktmechanisme zijn gang moest laten gaan. De theorie van Keynes (Foto) was erop gebaseerd dat de regering veel inspraak had en zo deels de economie bepaalde. Voor het vak economie hadden wij de opdracht om zelf een model voor een land te bedenken op basis van gegevens uit de media. Deze opdracht helpt ons beter te begrijpen hoe een economisch model in elkaar steekt en zo zijn we beter voor bereid op deze lesstof. Het model is van toepassing op een open economie met een overheid. Met behulp van gegevens van internet en kranten hebben wij het model bedacht. Wij hebben ons laten inspireren door het model Keynes en hierop ons eigen model gebaseerd. (Keynes) Gevonden cijfers Bevolking NL 16.254.933 100% Beroepsbevolking 10.920.000 67,1796% Aa Werkloze beroepsbevolking 644.280 5.9% U Netto Arbeidsparticipatie 10.581.961 65,10% Uitvoer goederen/diensten (export) 278.429 In mln euro s E Invoer goederen/diensten (import) 255.713 In mln euro s M Saldo 22.716 Overschot Belasting Inkomsten Totaal 96.640 In mln euro s B Inkomsten Totaal 148.957 In mln euro s Oy Uitgaven Totaal 139.937 In mln euro s O Saldo 9.019 Overschot Consumptieve bestedingen 330.755 In mln euro s C Investeringen 92.155 In mln euro s I Nationaal Inkomen 585.563 In mln euro s Y Nationaal product 209.759 In mln euro s W https://www.scholieren.com/verslag/15339 Pagina 1 van 10

Y = Nationaal inkomen C = Consumptie I = Investeringen Aao = Arbeids aanbod Av = Arbeids vraag U = Werkeloosheid beroepsbevolking Oy = Overheids inkomsten totaal Oo = Overheids uitgaven totaal B = Belasting inkomsten totaal E = Export M = Import Es = Export subsidie W = Nationaal product S = Spaarfunctie S is berekend door ontbrekende getal in lopende rekening in te vullen. (?-I)+(B-O) = E-M S = 158.168 miljoen euro Export quote = E/Y = 0,48 Toelichtingen autonome cijfers in het model: Alle autonome cijfers die in het model verwerkt zijn komen van www.cbs.nl. Toch zijn sommige cijfers niet direkt overgenomen, sommige hebben we moeten aanpassen. Hieronder een korte toelichting bij alle gebruikte cijfers. Bevolking Nederland Aantal: 16.254.933 mensen Bevolkingsaantal in 2003 in Nederland. Beroepsbevolking Aantal: 10.920.000 mensen Bevolking tussen de 15 en de 65 jaar in 2003. Beroepsbevolking als percentage van de gehele bevolking: 67,1796% Model letter: Aa Werkloze beroepsbevolking Aantal: 644.280 mensen Bevolking tussen de 15 en de 65 jaar die werkloos zijn. https://www.scholieren.com/verslag/15339 Pagina 2 van 10

Als percentage van de beroepsbevolking: 5,9% Model letter: U Uitvoer goederen/diensten (export) Bedrag: 278.429 miljoen euro Totale export in miljoenen euro s van Nederland in 2002. Ons model omvat grotendeels 2003. Aangezien deze cijfers nog niet bekend waren over 2003, hebben wij voor het gemak de cijfers van 2002 gebruikt. We hebben deze niet zelf verzonnen om het model toch realistisch te houden. Model letter: E Invoer goederen/diensten (import) Bedrag: 255.713 miljoen euro Totale import in miljoenen euro s van Nederland in 2002. Ons model omvat grotendeels 2003. Aangezien deze cijfers nog niet bekend waren over 2003, hebben wij voor het gemak de cijfers van 2002 gebruikt. We hebben deze niet zelf verzonnen om het model toch realistisch te houden. Model letter: M Saldo lopende rekening Bedrag: 22.716 miljoen euro Overschot op de lopende rekening in Nederland over 2002 Belasting inkomsten Rijk Bedrag: 96.640 miljoen euro Totale inkomsten van de overheid aan belastingen in 2003 in miljoenen euro s. De 4e kwartaal cijfers waren nog niet bekend dus hebben wij de overige 3 kwartaal cijfers geëxtrapoleerd: 1e kwartaal: 23.318 miljoen euro 2e kwartaal: 25.813 miljoen euro 3e kwartaal: 23.349 miljoen euro 23.318 + 25.813 + 23.349 = 72.480 72.480 / 3 x 4 = 96.640 miljoen euro Door te extrapoleren zijn wij op een totaal getal gekomen van de belasting inkomsten van de overheid over 2003. Model letter: B https://www.scholieren.com/verslag/15339 Pagina 3 van 10

Totale inkomsten Rijk Bedrag: 148.957 miljoen euro Totale inkomsten van de overheid in Nederland over 2003 in miljoenen euro s. Model letter: Oy Totale uitgaven Rijk Bedrag: 139.937 miljoen euro Totale uitgaven van de overheid in Nederland over 2003 in miljoenen euro s. Model letter: O Saldo overheid Bedrag: 9.019 miljoen euro Overschot bij de overheid in Nederland over 2003 in miljoenen euro s. Consumptieve bestedingen Bedrag: 330.755 miljoen euro Totale bestedingen in Nederland in 2003. Model letter: C Investeringen Bedrag: 92.155 miljoen euro Totale investeringen in Nederland in 2003. Model letter: I Nationaal inkomen Bedrag: 585.563 miljoen euro Het binnenlands product is gelijk aan het totaal van de door de bedrijfsklassen gevormde toegevoegde waarde in Nederland over 2003. Wij zijn op deze manier aan dit getal gekomen door C+O+I+E-M uit te rekenen. Model letter: Y Ons model -Bedragen in miljoenen euro s (1)EV = W https://www.scholieren.com/verslag/15339 Pagina 4 van 10

(2)W = Y (3)Y = C+I+O+E-M (4)C = 0,56Y (5)Io = 92.155 (6)Aao = 10.920 (7)Av = Aa-U (8)U = 0,059Aa (9)Oo = 131.027+Es (10)B = 0,17Y (11)Eo = 278.429 (12)Mo= 255.713 (13)Es = 0,032E (14)S = 158.168 (15)Oy = 148.957 Uit het model kunnen we de volgende gegevens afleiden. Y = 585.563 miljoen euro C = 330.755 miljoen euro I = 92.155 miljoen euro Aao = 10.920.000 mensen Av = 10.275.720 mensen U = 644.280 mensen Oo = 139.937 miljoen euro B = 96.640 miljoen euro E = 278.429 miljoen euro M = 255.713 miljoen euro Es = 9.019 miljoen euro S = 992.653 miljoen euro Saldo lopende rekening = Nationaal spaarsaldo = (S-I)+(B-O) Lekken L = Totaallek ML = Importlek SL = Spaarlek ES = Exportsubsidies B = Belastinglek L = Y-C SL = L-B-ML https://www.scholieren.com/verslag/15339 Pagina 5 van 10

ML = L-B-SL B = L-ML-SL L-B = ML + SL Het Lek Gezinnen en particulieren zorgen in een land voor de consumptie. Mensen kunnen consumeren wanneer zij inkomen hebben. Er is alleen een punt dat mensen zullen ophouden met consumeren wanneer zij b.v. bevredigd zijn in hun behoefte. Dit noemt men ook wel het verzadigingsinkomen. Het gedeelte van het inkomen dat niet word geconsumeerd noemen we het lek. Het lek is onder te verdelen in drie klassen, het spaar-belasting-en import lek. Wanneer iemand 100 euro aan inkomen heeft maar echter 80 euro consumeert is het vanzelfsprekend dat die persoon 20 euro spaart. Het spaarlek is deze keer dan ook 20 euro. S = Spaarfunctie S is berekend door het ontbrekende getal in lopende rekening in te vullen. (?-I)+(B-O) = E-M S = 158.168 miljoen euro Op deze manier hebben wij berekend dat dit het spaarlek moet zijn. Volgens de wet moet iedereen een deel van zijn inkomen afdragen aan de overheid d.m.v. belastingen. Wanneer iemand over zijn jaarsalaris van 100.000 euro b.v. 17.000 euro moet afdragen aan belasting zoals in ons model sprake van is, dan is het belastinglek 17.000 euro en houdt de persoon 83.000 euro over. B = 0,17Y Met behulp van de gegevens in het model hebben wij berekend dat er 96.640 miljoen euro aan belasting betaald moet worden. Het belastinglek is dus 96.640 miljoen euro want dit bedrag kan niet geconsumeerd worden maar moet worden afgedragen aan de belasting. Wanneer gezinnen of particulieren bepaalde goederen willen consumeren die in Nederland niet worden geproduceerd zullen deze uit het buitenland moeten worden gehaald. We spreken van het importeren van goederen. Als iemand dus een inkomen heeft van 1.000 euro en hij koopt een t.v. uit Japan ter waarde van 600 euro dan is het importlek 600 euro. Nieuwe MEP-subsidie voor duurzame energie Meer doen met minder subsidie voor duurzame energie, dat kan volgens het ministerie van Economische Zaken. De subsidieregelingen voor energie en milieu EIA, MIA en VAMIL werden onlangs gesloten maar komen volgend jaar in afgeslankte vorm terug. De groenregeling blijft mogelijk, maar het beschikbare budget wordt gehalveerd. Voor energieproducenten komt er een nieuwe subsidie: de MEP. https://www.scholieren.com/verslag/15339 Pagina 6 van 10

Dat meldde het ministerie van Economische Zaken op de Duurzame Energiedag van Novem op 8 oktober. Vanaf 2003 geldt VAMIL alleen voor milieu-investeringen, niet meer voor energie. De lijsten van gesubsidieerde hulpmiddelen onder EIA en MIA worden aangepast en flink verminderd. Een behoorlijk aantal projecten die duurzame energie en technologie toepassen vallen daarmee buiten de boot. Er wordt gevreesd dat veel bedrijven hun vernieuwing staken en dat burgers afstappen van groene stroom. Maar volgens het ministerie van EZ zijn de gevolgen beperkt, omdat de nieuwe regelingen vooral moeten voorkomen dat geld naar het buitenland verdwijnt. Dit is het zogenaamde importlek: subsidie ie voor groene stroom die in het buitenland wordt opgewekt. Ook wil men voorkomen dat projecten die op zichzelf rendabel zijn subsidie krijgen ('freerider' effect). Er komt een nieuwe regeling, MEP, die is bedoeld voor de producenten van energie. Zij krijgen voor ieder duurzaam opgewekte kilowattuur een financiële bijdrage van het ministerie, gedurende maximaal 10 jaar. Het ministerie wil investeerders in nieuwe technologie over langere tijd zekerheid geven over overheidssubsidie, maar in hoeverre de MEP dit garandeert is nog niet duidelijk. De subsidie geldt overigens alleen voor Nederlandse producenten en niet voor oude installaties. Alle duurzame energie komt in aanmerking, naast bio-energie ook warmtekracht en klimaatneutrale energieopwekking. Ondanks de optimistische geluiden van het ministerie zijn bedrijven en gemeenten bezorgd over de effecten van de teruglopende stimulering. Zonder subsidies is er groot risico dat de zakelijke markt voor energie-efficiënte investeringen instort. Uit een aantal demonstratieprojecten blijkt duidelijk dat de eerste jaren grote technische opstartproblemen optreden die ondernemers alleen kunnen overwinnen met ondersteuning. Bedrijfsleven en overheid hebben wel grote belangstelling voor informatie over duurzame energie: de Nationale Energiedag van Novem had 800 deelnemers, terwijl 1200 andere belangstellenden moesten worden teleurgesteld. AgriHolland, 09/10/02 Copyright 2002 AgriHolland Export Subsidies Het model hebben wij nog wat gecompliceerder gemaakt door er een exportsubsidie aan toe te voegen. Deze zal worden betaald uit het positieve saldo van de overheid. Om het een beetje reëel te maken hebben we zelf een krantenartikel geschreven waarin we dit bekend maken. Het uitkeren van exportsubsidies is https://www.scholieren.com/verslag/15339 Pagina 7 van 10

een vorm van protectionisme. Dit is een beleid wat de overheid kan toepassen met het oog op het volgende aspecten die in dit geval van toepassing is. De werkgelegenheid. Tijdens een recessie houden beschermende maatregelen de werkgelegenheid in zwakke bedrijfstakken in stand. Positief saldo op de lopende rekening. Doordat de producten goedkoper de wereld markt op kunnen zal er meer geexporteerd worden dan er wordt geimporteerd. Wat een gevolg van de subsidieverstrekking kan zijn is dat bedrijven meer gaan produceren dan was gecalculeerd. Hiervoor is een exportquotering die de productie tot een zekere hoogte subsidieëert. Hiermee voorkom je dat de overheidsuitgaven uit de hand lopen. Hieronder het kranten bericht. Daaronder komt het hele verhaal in cijfer/formule vorm. Krantenartikel: Nederland nieuwe Exportsubsidie regeling: Den Haag, 1-1-2003. Vandaag is besloten dat Nederland in het kader van protectionisme een exportsubsidieregeling gaat treffen. Hierbij krijgt een producent voor elke miljoen euro aan producten die hij exporteert een nog nader te bepalen som geld. Hierdoor kunnen de producenten hun prijzen laten zakken. De minister van economische zaken hoopt hiermee de export te vergroten en hiermee het tekort op de lopende rekening te laten verdwijnen. Ook wil hij hiermee de werkgelegenheid laten toenemen. Wel heeft de minister een exportquotering opgesteld. Hierin staat een maximaal bedrag wat aan subsidie zal worden uitgekeerd om te voorkomen dat de overheidsuitgaven uit de hand lopen. (Volgens de Europese regels is het verboden is om dit beleid te voeren. Hier zijn wij ons van bewust. Wij onderzoeken enkel het effect ervan.) Cijfer/formule uitwerking van de exportsubsidie regeling: Overheid 2003: Inkomsten totaal: 148.957 miljoen euro Uitgaven totaal: 139.937 miljoen euro Saldo: 9.019 miljoen euro (overschot) Lopende Rekening 2003: Uitvoer goederen/diensten (export = E): 278.429 miljoen euro Invoer goederen/diensten (import = M): 255.713 miljoen euro Er is een overschot bij de overheid van 9.019 miljoen euro, hiermee wil de minister van economischie zaken de exportsubsidies gaan betalen. Ze nemen dit overschot en deze export als standaard en gaan vanuit hier hun regels opmaken: https://www.scholieren.com/verslag/15339 Pagina 8 van 10

278.429 / 9.019 = 30,87 30,87 / 30,87 = 1 1.000.000 / 30,87 = 32.394 euro Dit wil zeggen dat voor elke miljoen euro aan goederen die word geëxporteert, word 32.394,- euro uitgekeert. De overheid blijft de export subsidieëren tot er 278.429 euro aan goedereen is geëxporteert. De bedrijven mogen door gaan met hun productie alleen krijgen zei hier geen vergoeding voor. Als model letter hebben wij voor de Exportsubsidie: ES 9.019 / 278.429 x 100 = 3,24% De vergelijking die hierbij past ziet er als volgt uit: ES = 0,0324E Voor 2003 geld dus: ES = 0,0324 x 278.429 = 9.019 miljoen euro (Klein verschil i.v.m. de afronding.) Toekomstverwachtingen Gevolgen van de export subsidie In ons model is naar voren gekomen dat wanneer wij de overheidsuitgaven van de overheidsinkomsten af hebben getrokken wij een overschot over houden op het overheidssaldo. Dit overschot gebruiken wij om exportsubsidies te verstrekken waardoor de bedrijven hun producten tegen een lage prijs op de wereldmarkt kunnen afzetten en daardoor zeer aantrekkelijk zijn voor het buitenland. Hierdoor zal onze export toenemen wat voor extra inkomsten zorgt. Doordat de vraag naar onze producten zal stijgen zal dit ook leiden tot meer vraag naar arbeidskrachten waardoor de werkloosheid zal dalen. Stel dat in de toekomst dit land geen overschot heeft dan valt ook de subsidie voor de export weg. Dit kan als gevolg hebben dat de export instort waardoor ons land een negatief saldo op de lopende rekening kan krijgen. Gevolgen van de lage belasting Wij zijn ervan uitgegaan dat wanneer er geen nationaal inkomen is er ook geen belasting betaald kan worden. Hierdoor is de belasting altijd een variabele van het nationale inkomen. Doordat onze belasting relatief laag is zal dit de netto arbeidsparticipatie bevoordelen. Mensen worden namelijk gemotiveerd om te werken omdat zij niet veel belasting hoeven te betalen. Gevolgen van een hoog inkomen m.b.t. het sparen https://www.scholieren.com/verslag/15339 Pagina 9 van 10

Door de lage belastingen en de stijgende inkomens zullen mensen meer gaan sparen. Stel dat in de toekomst het land economisch minder goed gaat is er een goede buffer om dit op te vangen. Het grote voordeel hiervan is, is dat wij geen geld hoeven te lenen om de economie er boven op te krijgen in de tijd van recessie. Bronvermelding www.cbs.nl Studieboek Macro-economische werkingen Lesbrieven LWEO o Modellen o Welvaart o Europa o De overheid www.rtlz.nl www.kranten.com https://www.scholieren.com/verslag/15339 Pagina 10 van 10