concept Welzijnsbeleid in een helder perspectief Welzijnskader gemeente Heusden 2005 t/m 2007



Vergelijkbare documenten
Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Bestuursopdracht beleidsplan zorg voor jeugd ( )

Initiatiefvoorstel aan gemeenteraad

Raadsvoorstel. orstel. Maatschappelijke participatie informatieronde Terugkoppeling koerswijzer Wmo en visie nieuw beleidsplan Wmo

Startnotitie. Vrijwilligerswerk Vrijwilligers maken het verschil! Versie: 21 april

: Vaststellen conceptbeleidskader Wet maatschappelijke ondersteuning.

Leren en Leven. Wat omvat het programma?

Beleidregels Sociaal Cultureel Werk 2005 (en verder)

Knelpunten Hieronder worden de 10 belangrijkste knelpunten bij de vormgeving van de regierol op het gebied van integrale veiligheid samengevat.

Onderwerp: Nota lokaal gezondheidsbeleid: Gezondheid, welzijn en welbevinden.

Raadsvergadering, 29 januari Voorstel aan de Raad

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 25 september 2014 Agendanummer : 12 Datum : 26 augustus 2014

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Verslaglegging bijeenkomst voor informatie en opinie op 13 september 2011 van uur tot uur

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 30 juni 2008 Agenda nr: Onderwerp: Beleidsplan Bibliotheekwerk Heuvelland Gemeenten Aan de gemeenteraad,

De Kunst van verbinden en verankeren.

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen

GRIFFIE POLITIEKE TERMIJN AGENDA

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck

Startnotitie jeugd- en jongerenbeleid Dalfsen Segment-groep, J. de Zeeuw september 2008

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD

Rapportage doelstellingen 2009 Kadernota Wmo.

Advies aan de gemeenteraad

Nieuw model voor Maatschappelijke Ondersteuning. Hans Weggemans 12 november 2014

voortgang van het actieprogramma en de resultaten die hiermee zijn bereikt.

RAADSBERICHT (voor de leden van de raad en de algemene raadscommissie)

Raadsvoorstel. Pagina 1 van 5

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren.

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Voorstel voor de Raad

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december Beleidsplan Re-integratiebeleid

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Voorstel / besluit: Wij verzoeken de gemeenteraad het beleidskader Schuldhulpverlening 2018 vast te stellen.

Vervolgblad Informatienotitie Pagina 1. Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Veiligheidsbeleid

Subsidieverlening voor landelijke deskundigheidsbevordering van vrijwilligers.

Onderwerp: Verlengen nota Lokaal gezondheidsbeleid Wijk bij Duurstede

VISIE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING BOEKEL, LANDERD, SINT-OEDENRODE UDEN EN VEGHEL

Nr.: a/6/A.22, C Groningen, 10 februari 2005

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Memo woensdag 15 februari aanstaande Wat is de relatie tussen het beëindigen van de tijdelijke contracten bij WML en de aanstaande fusie?

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Blaricum

RAADSVOORSTEL Agendanummer 7.4. Onderwerp: Nota Speelruimtebeleid Spelen in Moerdijk

VERGADERING GEMEENTERAAD d.d.. AGENDA NR. Vul agendanr in. VOORSTEL Kunst- en cultuurbeleid Gennep De Kunst van Samen. Aan de Gemeenteraad

Nota Integraal Jeugdbeleid Gemeente Heusden

: Vaststellen kaders van de onderwijsvisie

1. Beslispunten 1. Het Beleidskader financiering zorg, welzijn, kunst, cultuur en toerisme Gooise Meren 2018 (bijlage 1) vast te stellen.

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

OCW, provincie Zuid-Holland, provincie Noord-Holland, gemeente Leiden, gemeente Haarlem

Startnotitie. Voorstelnummer RV/16/ Startnotitie leesstimulering en laaggeletterdheid

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE. Westland

Datum : 4 oktober 2005 Nummer PS : PS2005ZCW08 Dienst/sector : MEC/DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2005MEC001886i Portefeuillehouder : A.

Participatieverslag Nieuw & Anders

Startnotitie nota mantelzorg en vrijwilligerswerk Hellevoetsluis 2015

Plan van aanpak (offerte) jeugdbeleid gemeente Son & Breugel. Uw vraag. Ons aanbod

Manifest. Is gemeente Boxmeer ouderenproof?

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

Scholder an Scholder Verenigen voor de toekomst Werken met de methodiek scholder an scholder 2.0

Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 25 maart 2008, afdeling MOW, nummer: 2008int219494;

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Raadsvoorstel. Vergadering van : Agendanummer : Onderwerp : Wmo Beleidsvisie Programma : Met elkaar voor elkaar

Concept nota. Evenementenbeleid. gemeente Gouda

KBO Zeeland. beleidsplan

Subsidieprogramma 2016

Uitwerking Kadernota Jeugd

Naar nieuw Jeugd-, Onderwijs- en Zorgbeleid

Cliëntenperspectief op de compensatieplicht

Betreft Kadernota Integrale Veiligheid Westelijke Mijnstreek Veiligheid kent geen grenzen.

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. 3. Inleiding. 3.1 Aanleiding, achtergrond. Agenda nr.12

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Bijlage 2. Bestuursopdracht Integraal jeugdbeleid. Heerenveen, oktober 2011 (gewijzigd 10 november 2011)

Raadsnota. Aan de gemeenteraad,

Koppel notitie subsidie en accommodatiebeleid

Transformatie in de gemeente Dalfsen. Dichter bij de kern

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

REACTIE OP HET ADVIES VAN DE WMO ADVIESRAAD DE BILT INZAKE CONCEPT GEZONDHEIDSNOTA

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

Aan de leden van het college van B&W van de gemeente Barneveld

De rekenkamercommissie heeft voor het onderzoek offertes gevraagd aan 3 adviesbureaus en heeft de opdracht gegund aan Partners+Pröpper.


gemeente Heemskerk 15 december december 2016 R Rs

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

Lokaal gezondheidsbeleid Workshop 18 februari 2016

Raadsvoorstel agendapunt

COMMISSIEVOORSTEL Opiniërend BIJ ZAAKNUMMER: AST/2016/008032

SUBSIDIEREGELING JEUGD DEN HAAG 2016 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS

CONCEPT-OPDRACHT STICHTING EINDHOVEN/BRABANT 2018

Raadsvergadering d.d.: 25 april 2016 Agenda nr: Onderwerp: Vaststellen Algemene subsidieverordening Gemeente Valkenburg aan de Geul 2016

Notitie Onderwijs en LEA 2011

COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS - BESLUIT

Met elkaar voor elkaar

Effect indicator Aantal activiteiten totaal

Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein

Programmabegroting

Inwoners en organisaties in de burgersamenleving. Sociaal domein

VVD- Best. Verkiezingsprogramma Best in Balans

agendanummer afdeling Simpelveld VI- onderwerp Kadernotitie Integraal Veiligheidsbeleid Gemeente Simpelveld

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg

Transcriptie:

concept Welzijnsbeleid in een helder perspectief Welzijnskader gemeente Heusden 2005 t/m 2007

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Samenvatting... 4 Inleiding... 7 Hoofdstuk 1 Terugblikken en vooruitblikken... 10 Hoofdstuk 2 Welzijnskaders... 13 Hoofdstuk 3 Jeugd... 15 3.1 Wettelijke kaders en bovenlokaal beleid... 15 3.2 Lokale ontwikkelingen... 16 3.3 Huidige stand van zaken... 16 3.4 Aanvullende kaderstelling... 18 3.4.1 Visie op Jeugd... 18 3.4.2 Speerpunten van beleid... 18 Hoofdstuk 4 Onderwijs... 21 4.1 Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid... 21 4.1.1 Hoofdlijnen Samen bouwen aan meer kansen... 21 4.1.2 Bestaande situatie... 22 4.1.3. Aanvullende kaders... 22 4.1.4. Regierol van de gemeente... 23 4.2 Volwasseneneducatie... 23 4.2.1 Lokale speerpunten... 24 4.3 Inburgering oud- en nieuwkomers... 24 4.3.1 Huidig beleid... 24 4.3.2 Nieuwe kaders... 25 4.3.3 Gemeentelijke regierol... 26 Hoofdstuk 5 Kunst en Cultuur... 27 5.2 Landelijke ontwikkelingen... 27 5.3 Provinciale ontwikkelingen... 27 5.3 Lokale ontwikkelingen... 28 5.4 Rol van de gemeente... 31 Hoofdstuk 6 Leefbaarheid... 32 6.1 Leefbaarheid algemeen... 32 6.1.1 Landelijke en regionale ontwikkelingen... 32 6.1.2 Leefbaarheid in Heusden... 32 6.1.3 Regierol gemeente... 34 6.2 Speel- en spelvoorzieningen... 34 6.2.1 Wettelijke kaders... 34 6.2.2 Lokale speerpunten... 34 Hoofdstuk 7 Vrijwilligers... 36 7.1 Trends en ontwikkelingen... 36 7.2 Gemeentelijke speerpunten... 37 7.3 Nieuwe kaders... 38 7.4 Financieel kader... 38 7.5 Regierol gemeente... 38 Hoofdstuk 8 Recreatie... 39 8.1 Schets van relevante landelijke ontwikkelingen... 39 8.2 Schets van ontwikkelingen op provinciaal en regionaal niveau... 40 8.3 Schets van lokale ontwikkelingen en speerpunten van beleid... 42 8.4 Financieel kader... 42 2

8.5 Regierol gemeente... 43 Hoofdstuk 9 Sport... 44 9.2 Ontwikkelingen in de sport... 45 9.3 Lokale visie en ontwikkelingen... 46 9.3.1 Lokale visie... 46 9.3.2 Lokale gegevens en ontwikkelingen... 46 9.3.3 Gemeentelijke speerpunten... 47 9.4 Gemeentelijke regie... 48 9.5 Financieel kader... 48 Hoofdstuk 10 Zorg... 49 10.1 Wetgeving... 49 10.2 Lokale speerpunten... 49 10.3 Aanvullende kaders: Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)... 51 10.4 Rol gemeente... 52 Hoofdstuk 11 Subsidies... 53 11.1 Hoofdlijnen subsidieregels Awb... 53 11.2 Bestaande situatie... 54 11.3 Aanvullende kaders... 54 Hoofdstuk 12 Accommodatiebeleid... 57 12.1 Huidig beleid... 57 12.2 Ontwikkelingen... 57 12.3 Lokale kaders... 58 Hoofdstuk 13 Prioriteiten stellen... 60 Hoofdstuk 14 Het financieel kader... 61 Hoofdstuk 15 Plan van aanpak... 62 3

Samenvatting Voor u ligt het welzijnsplan Welzijnsbeleid in een helder perspectief van de gemeente Heusden. Een breed kader waarbinnen het gemeentelijk welzijnsbeleid in de jaren 2005 tot en met 2007 gestalte moet krijgen. Helder is het uitgangspunt van dit plan. Dit vertaalt zich met name in consequente, eenvoudige en realistische doelstellingen. Participatie en inspraak van het veld zijn uiteraard van belang geweest bij het opstellen van dit beleidsplan. Om dit te bereiken is een conferentie voor betrokken instellingen georganiseerd. Tijdens deze conferentie is het oude plan geëvalueerd en zijn prioriteiten voor het nieuwe geformuleerd. Daarnaast heeft men de mogelijkheid gekregen om te reageren op de inhoud van dit plan. Allereerst wordt in de vorm van een evaluatie teruggeblikt naar het oude welzijnsplan. Betrokken instellingen hebben in dat verband aangegeven dat men behoefte heeft aan een duidelijk kader. Een belangrijke conclusie is voorts dat een eenduidig subsidie- en accommodatiebeleid ontbreekt. De instellingen vragen om een slagvaardige gemeente en een haalbaar beleid. In het regeerakkoord Meedoen, meer werk en minder regels van kabinet Balkenende is eigen verantwoordelijkheid een belangrijk uitgangspunt. De overheid trekt zich terug en vertrouwt op de zelfredzaamheid van de burger en zijn omgeving. Landelijke en lokale ontwikkelingen zijn de basis voor het beleid van de gemeente Heusden op de verschillende gebieden van het welzijnsterrein. Alle relevante beleidsvelden worden besproken. Hieronder vindt u een korte samenvatting van deze terreinen. Jeugd De gemeente heeft door de invoering van een aantal nieuwe wetten (Wet basisvoorziening kinderopvang, Wet op de jeugdzorg) veel meer verantwoordelijkheden gekregen. Lokaal is op het gebied van jeugdbeleid behoefte aan een meer samenhangend beleid. Een ander lokaal speerpunt is Jeugd en Veiligheid, gericht op probleemjongeren. Ten slotte wordt betere afstemming tussen provincie en gemeente nagestreefd. Allemaal aspecten die nadere invulling zullen krijgen in een nota Integraal Jeugdbeleid die eind 2004 gereed zal zijn. Onderwijs Het beleidsveld onderwijs bestaat uit een aantal onderdelen. Ten eerste het onderwijsachterstandenbeleid. Op dit beleidsterrein is sprake van vastgesteld gemeentelijk beleid, maar dienen zich verschillende wettelijke veranderingen aan. Allereerst wordt de verantwoordelijkheid voor het voeren van een onderwijsachterstandenbeleid verplaatst van de gemeente naar de scholen. Daarnaast worden er door de rijksoverheid aanzienlijke bezuinigingen doorgevoerd op dit beleidsveld. Een ander onderdeel van onderwijs is volwasseneneducatie. Ook hier heeft men te maken met bezuinigingen. De gedwongen winkelnering bij de Regionale Opleidingen Centra (ROC s) wordt waarschijnlijk afgeschaft. De gemeente moet zich nog bezinnen op een gepast beleid op dit gebied. 4

Het laatste aspect van het onderwijsbeleid is inburgering. In 2004 zal de nieuwe Wet Inburgering Nieuwkomers worden ingevoerd. Deze houdt in dat de inburgeraar zelf financieel verantwoordelijk wordt gesteld voor inburgering. Het volgen van een inburgeringstraject wordt behalve voor nieuwkomers, ook voor oudkomers met een uitkering verplicht gesteld. Kunst en cultuur Vanuit het Rijk en de Provincie bestaat beleid waarbij gemeenten kunnen aansluiten. Een belangrijke nieuwe ontwikkeling is de Bibliotheekvernieuwing. Dit houdt een herstructurering van bibliotheekfilialen in, waarbij één basisbibliotheek de versnipperde, kleine en slecht bezochte filialen moet vervangen. In het lokaal beleid zijn de speerpunten een onderzoek naar de mogelijkheden van de bibliotheken in het kader van de bibliotheekvernieuwing, het vereenvoudigen en verstevigen van de structuur in het muziekonderwijs en het ontwikkelen van een bezoekerscentrum in Heusden. Leefbaarheid Multifunctionele centra en behoud van voorzieningenniveau in kleine dorpen zijn landelijke ontwikkelingen die spelen op het gebied van leefbaarheid. Wijkgericht werken en decentralisatie sluiten hierbij aan. In het verlengde hiervan wordt in de gemeente Heusden de leefbaarheid onder andere bevorderd door twee steunpunten/wijkwinkels in de wijken Vliedberg en Oudheusden. Ook bestaan er plannen voor de vorming van Brede Scholen in beide wijken. Vrijwilligers De behoefte aan vrijwilligers neemt toe, terwijl het aantal vrijwilligers afneemt. Om vrijwilligerswerk te stimuleren is de Tijdelijke Stimuleringsregeling Vrijwilligerswerk in het leven geroepen. Op basis van eerdere besluitvorming door de gemeenteraad is in dit kader een subsidieaanvraag bij het Rijk inmiddels gehonoreerd. Lokale speerpunten zijn onder andere het beter faciliteren van het bestaande vrijwilligerssteunpunt, het aantrekkelijker maken van vrijwilligerswerk en duidelijkere regelgeving. Recreatie Het landelijk gebied staat centraal in het recreatie- en toerismebeleid van het Rijk. De gemeente Heusden heeft in een regionaal samenwerkingsverband een visie opgesteld. Belangrijkste uitgangspunt is het gezond houden van de sector en het stimuleren van nieuwe ontwikkelingen. Een actualisering van het gemeentelijk beleid op het gebied van toerisme en recreatie is voorzien voor het eind van het jaar 2004. Sport De gemeente Heusden heeft onlangs een subsidieaanvraag in het kader van de Breedtesportimpuls ingediend bij het ministerie van VWS. De aanvraag richt zich op het oprichten van een sportloket en het verzorgen van verenigingsondersteuning. Andere lokale speerpunten zijn het accommodatiebeleid, nieuwbouw Sporthal Onder de Bogen en een duidelijk aanspreekpunt bij de gemeente als het gaat om sport. In de tweede helft van het jaar 2004 zal een sportnota ter besluitvorming aan de gemeenteraad worden voorgelegd. 5

Zorg Op het gebied van zorg is sprake van aanzienlijke veranderingen. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten wordt gemoderniseerd en in 2006 zal de Wet Maatschappelijke Ondersteuning worden ingevoerd. Dit alles houdt in dat meer taken bij de gemeente komen te liggen en dat de burger meer wordt aangesproken op zijn of haar eigen verantwoordelijkheid. Lokaal zijn de speerpunten van beleid het oplossen van het tekort in de huisartsenzorg, ouderen, jongeren, het werken aan de regiogrensproblematiek en ten slotte de vermaatschappelijking van de zorg. Het gemeentelijk beleid op dit gebied is vastgelegd in de eind 2003 vastgestelde nota lokaal gezondheidsbeleid Heusden op Gezonde Koers. Subsidies Het ontbreekt de gemeente Heusden op dit moment aan eenduidigheid in het subsidiebeleid. Vanuit het veld wordt aangegeven dat hier veel behoefte aan is. In dit welzijnsplan zijn kaders geformuleerd die als basis voor de opzet van een nieuw beleid dienen. Gestreefd wordt bijvoorbeeld naar een behoorlijke vermindering van het aantal verschillende subsidiesoorten en zullen de subsidiecriteria voor de genormeerde subsidies opnieuw tegen het licht worden gehouden. Accommodatiebeleid Accommodaties spelen een belangrijke rol in het welzijnsbeleid. Het huidige accommodatiebeleid richt zich voornamelijk op beheer en te weinig op beleid. De gemeente werkt aan een nieuw beleid. In nieuw op te stellen beleid zijn speerpunten onder andere multifunctioneel gebruik en een zo optimaal mogelijke bezettingsgraad. Tussen de gemeente en instellingen moet meer duidelijkheid zijn over de verdeling van verantwoordelijkheden. Daarnaast moet de gemeente zorgdragen voor een eenduidig aanspreekpunt. Dit welzijnsplan wordt afgesloten met een prioriteitenstelling en een financieel kader. Bestaande en nieuwe ombuigingstaakstellingen zullen op basis hiervan worden ingevuld. Het welzijnsplan wordt afgesloten met een plan van aanpak waarin wordt aangegeven welke onderdelen van de beleidsterreinen uitgevoerd zullen worden, op welke termijn en in welke vorm. 6

Inleiding In het raadsprogramma 2003-2006 is als speerpunt opgenomen het actualiseren van het welzijnsplan. Het vorige welzijnsplan, Eigen verantwoordelijkheid binnen nieuwe grenzen, gold voor de periode 1998-2001. Het opstellen van een lokaal welzijnsplan is niet wettelijk verplicht, maar wel wenselijk. De behoefte aan een welzijnsplan komt voort uit de aanwezigheid van een scala aan onderwerpen binnen het brede welzijnsbeleid. Op verschillende onderdelen zijn of worden specifieke beleidsplannen geschreven. Bestuurlijk en beleidsmatig bestaat de behoefte aan een kader voor al deze bestaande en nieuwe beleidsinitiatieven. Uit dit kader in de vorm van het voorliggende welzijnsplan spreekt een brede welzijnsvisie op strategisch niveau. Dit kader is consistent en zo uniform mogelijk. Missie en doelstellingen In het verlengde van de Welzijnswet en anticiperend op de Wet maatschappelijke ondersteuning heeft de gemeente Heusden op welzijnsgebied de volgende missie: Iedere inwoner van de gemeente Heusden heeft toegang tot een breed pakket van welzijnsvoorzieningen en krijgt kansen om zich te ontplooien tot een zelfstandige deelnemer aan de Heusdense gemeenschap. Bij het nastreven van deze missie gelden de volgende uitgangspunten: een vraaggericht en voorwaardenscheppend aanbod; het klantgericht opereren door zowel de gemeentelijke organisatie als uitvoerende welzijnsorganisaties; het realiseren van zo laagdrempelig mogelijke voorzieningen; de eigen verantwoordelijkheid van de burger staat voorop; een optimale verhouding tussen prijs- en kwaliteit van het voorzieningenniveau, staat hierbij centraal. De doelstellingen die de gemeente Heusden heeft geformuleerd om de missie na te streven worden beschreven in de volgende hoofdstukken. Looptijd De looptijd van het nieuwe welzijnsplan, Welzijnsbeleid in een helder perspectief, is gesteld op 2005-2007. Dit betekent dat het welzijnsplan voor drie jaar wordt opgesteld. Deze looptijd is een jaar korter dan een reguliere looptijd van vier jaar. Het uitgangspunt is dat iedere gemeenteraad op basis van zijn inzichten een nieuw welzijnsplan moet kunnen vaststellen. De zittingsperiode van de huidige gemeenteraad duurt tot voorjaar 2006. Met de looptijd van het nieuwe welzijnsplan krijgt een nieuwe gemeenteraad voldoende gelegenheid eigen vervolgbeleid te bepalen. Motto Het motto van het nieuwe welzijnsplan is Helder. Dit kan vertaald worden naar eenvoudig, consequent en realistisch. De ambitie is om regelingen waar mogelijk te vereenvoudigen. Dit betekent het aantal regelingen beperken, maar ook regelingen zelf versimpelen. De gemeente wil consequent zijn in het beleid en daarmee duidelijk maken waar de gemeente voor staat. Het welzijnsplan fungeert als waarborg voor het voeren van een consequent beleid. Het nieuwe welzijnsplan is tenslotte realistisch van karakter. 7

Bestaand beleid zal bijvoorbeeld niet worden geherformuleerd, maar worden ingepast in het nieuwe welzijnsplan. Daarnaast zullen er in het plan alleen doelen worden geformuleerd die op basis van de aanwezige randvoorwaarden (menskracht, tijd en financiële middelen) realistisch zijn. Het motto Helder loopt als een rode draad door het welzijnsplan. Participatie Nieuw beleid komt niet tot stand achter het bureau. Met de instellingen op het brede welzijnsterrein is in het voortraject van het welzijnsplan overleg geweest. Op 17 februari 2004 heeft de gemeente een conferentie georganiseerd waar instellingen in aanwezigheid van afgevaardigden van verschillende politieke partijen het voorgaande welzijnsplan hebben geëvalueerd en prioriteiten hebben geformuleerd voor het nieuwe welzijnsplan. Met deze prioriteiten is rekening gehouden bij de totstandkoming van het plan. Door middel van de toezending van het conceptplan, zijn relevante organisaties voorts in de gelegenheid gesteld om te reageren op het plan. De reacties zijn nog niet verwerkt in het voorliggende plan, maar dienen als voeding voor de door de gemeenteraad te voeren kaderstellende discussie over dit plan. De ontvangen reacties treft u in gebundelde vorm aan als bijlage bij het raadsvoorstel behorende bij dit plan. Procedure Op 17 februari 2004 heeft het veld gesproken over het oude en het nieuwe welzijnsplan. Vaststelling van het welzijnsplan door het college van Burgemeester en Wethouders vond plaats op 11 mei 2004. Zoals hiervoor al is aangegeven, is een conceptversie van het plan vervolgens vrijgegeven voor inspraak. De Commissie Inwonerszaken (IZ) heeft op 16 juni 2004 het plan besproken. Na vaststelling in de gemeenteraad wordt uitvoering gegeven aan het plan van aanpak. Regierol van de gemeente De gemeente heeft een regierol op het brede welzijnsveld. Deze regierol is primair gericht op de totstandkoming van de lokale doelstellingen en resultaten, die in overleg met betrokkenen uit verschillende disciplines tot stand moeten komen. De gemeente geeft per beleidsterrein een andere invulling aan de regierol. Per onderwerp en veld kan de mate van sturing verschillen. De regierol heeft betrekking op stimuleren, situeren, steun creëren, structureren, sturen en signaleren. Stimuleren: de gemeente neemt initiatief, heeft een actieve houding en er is politieke aandacht voor het te formuleren beleid. Situeren: benutten van het netwerk en daarmee ook kennis hebben van het netwerk. Er wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de bestaande initiatieven. Steun creëren: de gemeente dient met betrekking tot het formuleren van het beleid draagvlak te ontwikkelen. Dit kan alleen door partijen betrokken te laten zijn in het proces en ze daarin serieus te nemen. Structureren: de netwerken en relaties moeten worden onderhouden, de gemeente heeft hierin zelf de rol van aanjager. De gemeente stimuleert, schept de randvoorwaarden en is zelf actief in relatiebeheer. 8

Sturen: Signaleren: de gemeente heeft het totaal en daarmee ook het integrale karakter in beeld, legt relaties met andere beleidsterreinen en stuurt indien nodig bij. de gemeente pakt tijdig lokale initiatieven, stelt tekorten in samenwerkingsrelaties aan de orde, pakt nieuw beleid en andere initiatieven vanuit bijvoorbeeld wijk-en buurtcommissies op en koppelt die aan het reeds bestaande beleidsplan. De gemeente heeft hiervoor verschillende instrumenten in handen, zoals subsidies, juridische bevoegdheden enz. De verschillende rollen moeten in onderlinge samenhang gezien en uitgevoerd worden. Bij de verschillende beleidsterreinen in dit welzijnsplan wordt aandacht besteed aan de invulling van de regierol. Leeswijzer In hoofdstuk 1 wordt teruggekeken op het welzijnsplan 1998-2001, Eigen verantwoordelijkheid binnen nieuwe grenzen. Het beleid wordt kort geëvalueerd. Hoofdstuk 2 geeft algemene kaders weer van het regeerakkoord van het kabinet Balkenende II. Gekeken wordt naar landelijk, provinciaal en lokaal beleid. Ook wordt hier gekeken naar aanpalende beleidsterreinen. Hoofdstuk 3 tot en met 10 geven een thematische verdieping weer van de diverse onderwerpen die het welzijnsbeleid omvat. Dit zijn: 3. Jeugd 4. Onderwijs 5. Kunst en Cultuur 6. Leefbaarheid 7. Vrijwilligerswerk 8. Recreatie 9. Sport 10. Zorg In elk van de bovenstaande hoofdstukken komen bovenlokale en lokale ontwikkelingen aan de orde. Ook de hieruit voortvloeiende speerpunten van het gemeentelijk beleid worden besproken. Eventuele nieuwe ontwikkelingen waar de gemeente nog geen beleid op heeft geformuleerd, worden ook beschreven. Per beleidsterrein wordt aangegeven welke regierol de gemeente zich zou moeten aanmeten. In de hoofdstukken komen de financiën alleen aan de orde als er sprake is van specifieke financiële consequenties die afwijken van de reguliere geldstromen. Een algemene financiële paragraaf bevindt zich aan het einde van dit plan. Hoofdstuk 11 behandelt de subsidies, een belangrijk instrument voor de vormgeving van het welzijnsbeleid. In hoofdstuk 12 wordt een ander belangrijk instrument van het welzijnsbeleid beschreven, het accommodatiebeleid. In hoofdstuk 13 worden de speerpunten van het welzijnsbeleid in de vorm van prioriteiten weergegeven. Hoofdstuk 14 is de algemene financiële paragraaf. Daar waar zich, wordt dit in het betreffende hoofdstuk apart weergegeven.tot slot wordt in hoofdstuk 15 een plan van aanpak weergegeven om vorm te geven aan de uitvoering van het welzijnsplan. 9

Hoofdstuk 1 Terugblikken en vooruitblikken Op 17 februari 2004 heeft een conferentie plaatsgevonden met instellingen uit het brede welzijnsveld om het welzijnsplan, Welzijnsbeleid binnen nieuwe grenzen 1998-2001, te evalueren. Tijdens deze bijeenkomst zijn tevens aandachtspunten geformuleerd voor het nieuwe welzijnsplan. Ook de gemeentelijke organisatie heeft het welzijnsplan geëvalueerd. Hieronder zijn de uitkomsten van deze evaluaties opgenomen. Algemeen De meeste instellingen kennen het welzijnsplan niet of zijn het vergeten. De instellingen hebben behoefte aan kaders voor hun eigen instellingsbeleid. De gemeente concludeert dat ongeveer 50% van het welzijnsplan is gerealiseerd. De oorzaak hiervan ligt in de haalbaarheid van de geformuleerde doelstellingen. Haalbaarheid moet in het nieuwe welzijnsplan dan ook een belangrijk aandachtspunt zijn. De genoemde prioriteiten worden gezien als te abstract en te weinig gedifferentieerd. In het nieuwe plan zou per beleidsveld een aantal prioriteiten moeten worden genoemd die in een plan van aanpak verder uitgewerkt moeten worden. Een koppeling tussen de prioriteiten en een eventuele herverdeling van middelen moet duidelijk naar voren komen. In het nieuwe welzijnsplan dient meer aandacht te zijn voor de invulling van de gemeentelijke regierol. Dit geeft voor alle partijen duidelijkheid over wat zij kunnen verwachten van de gemeente (en wat niet). In het nieuwe welzijnsplan moet helder strategisch beleid worden uitgezet, waarbij aandacht is voor integraliteit, vertaling naar organisatorische condities en meetbare en toetsbare doelstellingen. Subsidie De instellingen hebben behoefte aan een eenduidiger subsidiebeleid. Voor hen is niet duidelijk welke criteria gelden. Ook zijn er te veel normen en criteria volgens de instellingen. Ook hebben zij behoefte aan tijdige duidelijkheid over de hoogte van de subsidie. Dat wil zeggen op een eerder moment dan tot dan toe gebruikelijk was, aan het einde van het jaar. Een aantal instellingen opteert daarom voor meerjarenafspraken. De gemeente vindt dat het bestaande subsidiebeleid op zich goede mogelijkheden biedt voor sturing op de diverse beleidsterreinen. Aandachtspunten voor een nieuw subsidiebeleid zijn de ontbrekende consistentie en de veelheid aan soorten subsidies. Deze aandachtspunten komen terug in het nieuwe plan. Accommodaties Aandachtspunten voor het accommodatiebeleid zijn het onderhoud, het gebrek aan passende ruimte voor sommige instellingen en het formuleren van beleid voor de accommodaties. Dit zijn verbeterpunten die door de instellingen genoemd zijn. De gemeente is blij met het inzicht in de kosten van de accommodaties dat is ontstaan door het formuleren van accommodatiebeleid. Daar staat tegenover dat, evenals bij het subsidiebeleid, een veelheid aan afspraken bestaat die de eenduidigheid van het beleid niet ten goede komt. Achterliggend beleid ontbreekt waardoor het accommodatiebeleid niet helemaal uit de verf is gekomen. Het uitgangspunt is dat accommodaties goed genoeg moeten zijn om de welzijnsdoelstellingen te kunnen realiseren. 10

Vrijwilligers De meeste instellingen waarderen de vrijwilligersavond die de gemeente heeft georganiseerd. Men betreurt het dat slechts maximaal 3 personen per organisatie welkom zijn op de vrijwilligersavond. Over het vrijwilligersbeleid is door de instellingen aangegeven dat zij behoefte hebben aan een onkostenregeling. Het belang van een goed functionerend vrijwilligersbeleid wordt door de gemeente onderkend. Via de inzet van de tijdelijke stimuleringsmaatregel op dit gebied wordt het vrijwilligersbeleid in de gemeente een flinke impuls gegeven (zie ook hoofdstuk 7). Klantgerichtheid In het algemeen zijn de instellingen tevreden over de klantgerichtheid van de gemeente. Een enkele organisatie spreekt uit het gevoel te hebben niet voldoende gewaardeerd te worden. Een aantal organisaties opteert voor een vaste contactpersoon per organisatie en vergaderingen in de avonduren als tegemoetkoming aan de vrijwilligers. In het kader van de klantgerichtheid werd een aantal consumentenplatforms beoogd. Door te hoge ambities en het ontbreken van allerlei randvoorwaarden zoals draagvlak en facilitering, zijn de consumentenplatforms niet echt van de grond gekomen. Er zijn wel instellingenplatforms (zoals bijvoorbeeld de sportraad) en b.v. het Gehandicaptenplatform gerealiseerd. De klantgerichtheid in de richting van de verschillende instellingen en de individuele burger wordt in het nieuwe welzijnsplan met name vormgegeven door de één loket-gedachte en het aanwijzen van duidelijke contactpersonen. Sportraad Dit wordt beschouwd als een goed initiatief. De ervaring met platforms in de gemeente is positief. Veel instellingen uiten de wens dat de gemeente aan sportstimulering gaat doen. De sportraad wordt door de gemeente als een volwaardige gesprekspartner gezien. De samenwerking is inmiddels geformaliseerd door middel van een convenant. Kernen Door de groep die dit onderwerp heeft besproken is de wens uitgesproken het kernenbeleid te behouden. De eigenheid van de kernen draagt in positieve zin bij aan de leefbaarheid. Als knelpunt wordt ervaren het openbaar vervoer. Door de gemeente wordt het kernenbeleid als een goed voornemen beschouwd. Met name het uitgangspunt van het behoud van de eigenheid van de verschillende kernen wordt nog steeds onderschreven. Kunst en cultuur Het culturele aanbod wordt wisselend ontvangen. Een aantal instellingen wenst een platform voor de kunst. Van de gemeente wordt een voorwaardenscheppende rol verwacht bij het bekendmaken van het aanbod. Recreatie en toerisme De voorzieningen op het gebied van recreatie en toerisme worden gezien als goed en toegankelijk. Het openbaar vervoer wordt ook hier als een belemmering beschouwd. 11

Conclusie Het ervaren gebrek aan kaders en aan bekendheid met het welzijnsplan 1998-2001 leidt tot de nadrukkelijke wens van de instellingen om nu met een plan te komen en aan de slag te gaan. Geen woorden maar daden is het devies. Daarom is een vertaling van de ambities naar doelstellingen en van doelstellingen naar activiteiten noodzakelijk. Daarmee worden politiek commitment en haalbaarheid verhoogd. Ook is er veel behoefte aan duidelijke afspraken over subsidies en accommodaties. De bestaande systematiek wordt als omslachtig en onduidelijk ervaren. Dit is vooral te wijten aan te veel verschillende criteria en normen en een te weinig consistent beleid. Binnen de gemeentelijke organisatie wordt de haalbaarheid van het nieuwe plan een belangrijk aandachtspunt. Er wordt gestreefd naar een praktisch plan met een hoog realiteitsgehalte. Dit zal vooral uit het plan van aanpak blijken. Met de inhoudelijke verbeterpunten op andere terreinen wordt zover mogelijk rekening gehouden in de uitwerking van de doelstellingen van het nieuwe plan. 12

Hoofdstuk 2 Welzijnskaders Meedoen, meer werk en minder regels, zo heet het regeerakkoord van het kabinet Balkenende II. Het kabinet zet zich in voor een sterke economie, een slagvaardige overheid, een betere democratie en een veilige samenleving. Het kabinet vraagt om deze doelen te bereiken de inzet van de hele Nederlandse samenleving. Iedereen moet meedoen. Met werk, met vrijwilligersactiviteiten, in het verenigingsleven, op school en in de buurt. Meedoen betekent niet alles van een ander of van de overheid verwachten, maar ook zelf verantwoordelijkheid nemen. De nadruk komt meer op de Civil Society te liggen. 1 De term Civil Society omvat behalve maatschappelijke organisaties die door burgers worden gedragen (zoals bijvoorbeeld kerken en verenigingen), ook het individueel handelen van burgers (het verlenen van diensten aan elkaar). 2 Deze uitgangspunten hebben duidelijke gevolgen op het gebied van welzijn. Gekeken naar bijvoorbeeld onderwijs is een afname van het aantal regels te zien. Wat zorg betreft wordt de groeiende eigen verantwoordelijkheid duidelijk, denk in dit verband bijvoorbeeld aan het toenemende belang van de mantelzorg. Goed functionerend vrijwilligerswerk speelt uiteraard een grote rol in de door het kabinet nagestreefde Civil Society. Een korte weergave van de door het kabinet geformuleerde speerpunten van het regeerakkoord treft u hieronder aan. Onderwijs De vitale rol van het onderwijs voor onze samenleving moet worden versterkt. Onderwijs en kennis vormen de basis voor economische kracht, eigen verantwoordelijkheid en saamhorigheid. Onderwijs is ook een belangrijke plaats voor het doorgeven van Nederlandse waarden en normen, die voorwaarde zijn voor succesvolle integratie in de samenleving. Sterke economie Het kabinet wil de economische kracht en de concurrentiepositie van Nederland herstellen door werkgelegenheid en arbeidsparticipatie te bevorderen, de kwaliteit van onderwijs en wetenschap te verbeteren, mobiliteit mogelijk te maken en de tekorten op de begroting weg te werken. Dit alles binnen de grenzen van draagkracht en duurzaamheid. Slagvaardige overheid, betere democratie De slagvaardige overheid moet zich kenmerken door minder bureaucratie en regelzucht, concrete beleidsdoelstellingen, een voortvarende aanpak van langslepende problemen en herstel van de verantwoordelijkheden van de samenleving. Versterking van het representatieve karakter van de democratie, meer rechtstreekse invloed van de burger en bestuurlijke vernieuwing moeten de afstand tussen kiezer en gekozene verkleinen. 1 Bron: www.regering.nl; meedoen, meer werk, minder regels 2 Bron: www.ipo.nl; kabinetsvisie, andere overheid. 13

Veilige samenleving De kerntaak van de overheid, het waarborgen van veiligheid, moet worden waargemaakt. Daartoe moeten criminaliteit en vandalisme harder worden aangepakt, maar moet er ook veel meer energie worden gestoken in preventie, verantwoordelijkheid van mensen zelf en overdracht van waarden en normen. Voor naleving van regels is zichtbaar en merkbaar toezicht een voorwaarde. Handhaving is in dit kader sluitstuk. Daarmee opent zich een perspectief op een samenleving die wordt gekenmerkt door respect voor elkaar en tolerantie. De gevolgen van dit nieuwe kabinetsbeleid worden in het voorkomende geval in de betreffende hoofdstukken van dit plan nader beschouwd. 14

Hoofdstuk 3 Jeugd In Heusden bestaat al geruime tijd de behoefte om meer samenhang te brengen in het lokale jeugdbeleid. Er gebeurt namelijk veel in Heusden, maar de onderlinge afstemming laat soms te wensen over. In dit hoofdstuk van het welzijnsplan is het de bedoeling om kaders te formuleren waarbinnen uiteindelijk een nota integraal jeugdbeleid dient te worden vormgegeven. Een nota die volgens planning ter vaststelling zal worden voorgelegd in de raadsvergadering van 21 december 2004. 3.1 Wettelijke kaders en bovenlokaal beleid Jeugdbeleid in Ba(l)ans In Jeugdbeleid in Ba(l)ans (1999) hebben het rijk, provincies en gemeenten een visie geformuleerd in de vorm van vijf criteria voor een gezamenlijk jeugdbeleid. De overheden beschouwen deze visie en bijbehorende criteria als richtinggevend voor het te formuleren jeugdbeleid. De criteria zijn: samen met de jeugd (en hun opvoeders) beleid maken en niet over hun hoofden heen; balans brengen in het jeugdbeleid. Jeugdbeleid moet zich niet alleen richten op problemen, maar dient ook de algemene voorzieningen te versterken om de kansen van de jeugd te vergroten en risico s te beperken (preventieve taak); niet wachten tot er problemen ontstaan, maar inspelen op situaties waarin jeugdigen extra risico s lopen; er gezamenlijk voor zorgdragen dat instellingen een samenhangend aanbod realiseren dat een adequaat en herkenbaar antwoord geeft op de vragen van de jeugd en hun ouders; alleen projecten uitvoeren als deze bijdragen aan versterking van het structurele aanbod. Welzijnswet Op basis van de Welzijnswet 1994 zijn gemeenten verantwoordelijk voor het preventieve welzijnsbeleid gericht op jeugd. Een en ander met uitzondering van de gebieden waarop de Wet jeugdhulpverlening van toepassing is. Wet op de Jeugdzorg Op 1 januari 2005 treedt de nieuwe Wet op de jeugdzorg in werking (zie paragraaf 3.4.2 afstemming gemeentelijk jeugdbeleid en provinciaal beleid jeugdzorg). De afgelopen jaren is het beleidsterrein jeugd steeds nadrukkelijker op de politieke agenda gekomen en in 1999 is, zoals eerder aangegeven, het Bestuursakkoord-nieuwe-stijl (BANS) (zie ook hoofdstuk 6 Leefbaarheid) ondertekend door het Kabinet, het Inter Provinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Dit heeft geresulteerd in de volgende taakverdeling: de rijksoverheid is verantwoordelijk voor een richtinggevend kader voor preventieve en curatieve jeugdzorg; de provincies en de vier grote steden voeren de regie over het creëren van een samenhangende jeugdzorg; 15

gemeenten zijn verantwoordelijk voor en vervullen een regierol bij het realiseren van een samenhangend preventief jeugdbeleid. Regiovisie Jeugd De rol van de provincie richt zich met name op het voeren van regie over het creëren van een samenhangende jeugdzorg. Dit heeft geresulteerd in een Regiovisie Jeugd Noordoost Brabant 2002-2006. Daarbij hoort een werkplan dat samen met de Regiovisie aan de gemeenteraad is voorgelegd op 20 mei 2003. De hierin opgenomen uitgangspunten dienen als richtinggevend te worden beschouwd bij het opstellen en uitvoeren van het integrale jeugdbeleid. Deze Regiovisie ligt bij de overige stukken ter inzage. Wet Basisvoorziening Kinderopvang Per 1 januari 2005 treedt een nieuwe Wet op de kinderopvang in werking die consequenties heeft voor de gemeente Heusden. In het kader van de WBK maakt de huidige gesubsidieerde financieringsvorm plaats voor een driepartijenfinanciering door ouders, werkgevers en gemeenten. De gemeentelijke bijdrage is in dat geval geen subsidie, maar in feite een deel van de werkgeversbijdrage voor bijzondere doelgroepen zoals herintreders en nieuwkomers. De bestaande subsidierelatie met twee instellingen voor kinderopvang zal worden beëindigd/afgebouwd waardoor de gemeente alleen nog verantwoordelijk is voor de bijdrage van een aantal doelgroepouders en het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvanginstellingen. 3.2 Lokale ontwikkelingen Er zijn tal van voorzieningen waar jongeren gebruik van maken en de afgelopen periode zijn nieuwe ontwikkelingen in gang gezet, waarvan jongeren zullen profiteren. Zo is de capaciteit van de kinderopvang bijvoorbeeld sterk uitgebreid, is het lokaal onderwijsachterstandenbeleid vastgesteld (zie ook hoofdstuk 4) en is door de gemeenteraad aangegeven dat de mogelijkheden onderzocht moeten worden om een jeugdraad of een jeugdplatform op te richten. Daarnaast is de ontwikkeling van een Brede School in de Vliedberg in gang gezet en is de nota Lokaal Gezondheidsbeleid vastgesteld met daarin de jeugdgezondheidszorg als belangrijk onderdeel (zie ook hoofdstuk 10). Tenslotte is in dit kader van belang dat de voorgenomen fusie tussen de verschillende peuterspeelzalen binnen de gemeente Heusden niet doorgaat. In de loop van dit jaar zal er een voorstel aan de gemeenteraad worden aangeboden waarin de subsidiesystematiek en aanvullend beleid voor het jaar 2005 en voor later jaren verder worden uitgewerkt. 3.3 Huidige stand van zaken Door de grote hoeveelheid aan activiteiten bestaat er, zoals gezegd, behoefte om samenhang daarin aan te brengen door een nota integraal jeugdbeleid. De aandacht voor de jeugd moet verder reiken dan de welzijnsaspecten. Andere beleidssectoren leveren immers een belangrijke bijdrage aan de kansen en mogelijkheden van jongeren. Deze nota moet mede sturing geven aan nieuwe (en in gang gezette) ontwikkelingen en dient de samenhang tussen de voorzieningen en activiteiten te vergroten. 16

Op 10 maart 2003 is op initiatief van de gemeente een startbijeenkomst integraal jeugdbeleid gehouden waarbij een inventarisatie van het huidige beleid centraal heeft gestaan. Tijdens deze startbijeenkomst is een breed gezelschap van genodigden bij elkaar gekomen. Een en ander met de bedoeling om inzicht te krijgen in de subjectieve beleving van het jeugdbeleid binnen diverse groeperingen in onze gemeente. De belangrijkste conclusies uit deze startbijeenkomst komen in de volgende paragraaf terug. Een uitgebreidere samenvatting van deze startbijeenkomst ligt bij de raadstukken ter inzage. De GGD Hart voor Brabant, heeft in opdracht van de gemeenten en de provincie Noord-Brabant, in mei 2003 een grootschalig onderzoek onder jongeren van 12 t/m 17 uitgevoerd. Ruim 22.000 jongeren hebben via de post een vragenlijst ontvangen met onderwerpen als lichamelijke en geestelijke gezondheid, leefgewoonten, school/werk, relatie met ouders, vrijetijdsbesteding, vriendschap en seksualiteit, jeugdzorg, gemeentevoorzieningen, participatie en strafbare feiten. Binnen de gemeente Heusden hebben 1644 jongeren een enquête ontvangen, waarvan 860 jongeren de enquête hebben ingevuld en teruggestuurd. Er is per deelgemeente (Drunen/Elshout, Heusden, Vlijmen /Nieuwkuijk/Haarsteeg) gerapporteerd. De rapportages van de verschillende enquêtes liggen bij de raadstukken. In samengevatte vorm komt e.e.a. op het volgende neer. Hulpvraag Binnen de gemeente Heusden blijkt dat jongeren weinig hulp zoeken bij hulpverleners. Redenen dat jongeren geen professionele hulp vragen zijn dat ze hun problemen niet erg genoeg vinden, niet weten waar ze hulp moeten zoeken en wat ze kunnen verwachten en de angst om persoonlijke dingen te vertellen. Toegankelijkheid hulpverlening Een aantal hulpverleners heeft een lage drempel voor jongeren. Deze instanties zijn bekend en de jongeren maken er gebruik van. Dit zijn met name de leerlingbegeleiders/mentoren en de huisarts. Opvallend is dat de bekendheid van een aantal andere instanties waaronder Novadic en Bureau Jeugdzorg laag is. Inzet binnen het preventieve jeugdbeleid van de gemeente Heusden moet er dan ook op gericht zijn om de jeugd die een hulpvraag heeft beter toe te leiden naar de daarvoor bestemde instanties. Bureau Jeugdzorg zal zich o.a. door middel van een spreekuurfunctie op het toekomstige zorgloket beter op de kaart moeten zetten binnen de gemeente Heusden. Uitgaansgelegenheid Binnen de gemeente Heusden valt verder op dat weinig jongeren activiteiten of uitgaansgelegenheden in de gemeente missen. Hier is sprake van een duidelijk lagere score dan binnen de regio. Alleen binnen de kern Heusden geven jongeren aan activiteiten of uitgaansgelegenheden te missen. Veiligheid De jeugd binnen de gemeente Heusden voelt zich in het algemeen veiliger tijdens het uitgaan dan de jeugd binnen de regio. Vergelijking tussen de grote kernen Uitgesplitst naar de drie kernen springt de kern Drunen er positief uit. Zowel in het aantal jeugdigen dat hoger onderwijs bezoekt als in ziekteverzuim van school of werk. In negatieve zin springen de kernen Heusden en Vlijmen eruit. Heusden voor wat betreft de jeugd die in aanraking komt met bureau Halt. Vlijmen voor wat betreft het gebruik van alcohol en tabak onder jeugdigen. De inzet van preventieve programma s van bureau Halt en Novadic dienen in eerste instantie dan ook gericht te zijn op de kernen Heusden en Vlijmen. 17

3.4 Aanvullende kaderstelling In het verlengde van de hiervoor geschetste kaders staan wat ons betreft nog een aantal kaders ter discussie die lokaal ingekleurd moeten worden en daarmee van fundamenteel belang zijn voor de uiteindelijke inhoud van de nota integraal jeugdbeleid. Hieronder gaan we daar nader op in. 3.4.1 Visie op Jeugd Het ligt voor de hand om met de gemeentelijke visie aan te sluiten bij de visie zoals die is geformuleerd in Jeugdbeleid in Ba(l)ans. De diverse overheden beschouwen deze visie en bijbehorende criteria als richtinggevend voor het te formuleren jeugdbeleid. De kern van deze visie is de balans die in het jeugdbeleid moet worden gebracht. Dat betekent dat jeugdbeleid zich niet alleen moet focussen op de problemen, maar ook moet investeren in versterking van algemene voorzieningen voor jeugdigen om de kansen van de jeugd te vergroten en de risico s te beperken (preventieve taak). De focus op de preventieve taak sluit ook aan bij de taakverdeling tussen de verschillende overheden, zoals die in het BANS-akkoord is geformuleerd. Wat ons betreft betekent deze keuze dat de visie van de gemeente Heusden op het gebied van integraal jeugdbeleid voor de komende vier jaar nauw dient aan te sluiten bij de in onze gemeente gesignaleerde problemen op basis van de in paragraaf 3.3 geschetste kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksgegevens. 3.4.2 Speerpunten van beleid Aansluitend op onze keuze voor deze visie, maar met inachtneming van de noodzaak tot prioriteitenstelling opteren wij op basis van de op dit moment beschikbare gegevens om de volgende thema s centraal te stellen in het integrale jeugdbeleid van de gemeente Heusden: Samenhangend lokaal jeugdbeleid De legitimering voor de totstandkoming van een samenhangend lokaal jeugdbeleid vloeit met name voort uit de uitkomsten van de provinciale jeugdmonitor en datgene wat door de diverse deelnemers is aangegeven tijdens de startbijeenkomst integraal jeugdbeleid. Tijdens deze startbijeenkomst zijn met name de volgende onderwerpen naar voren gekomen: jeugdparticipatie, voorlichting, netwerkoverleg, accommodaties en voorzieningen en subsidies. Deze onderwerpen zullen hieronder kort worden toegelicht en in de uiteindelijke nota integraal jeugdbeleid verder worden uitgewerkt. Jeugdparticipatie Tijdens de startbijeenkomst op 10 maart 2003 geven de meeste deelnemers aan dat het onmogelijk is om van bovenaf een jeugdraad op te leggen waarin recht wordt gedaan aan de diverse groepen jeugd binnen de gemeente Heusden. 18

De eerste aanzet voor een vorm van jeugdparticipatie is om in samenwerking met de Nationale Jeugdraad een Lokaal Jeugddebat binnen de gemeente Heusden te organiseren. Het eerste debat heeft op 2 maart 2004 plaatsgevonden. Het is de bedoeling om dit jaarlijks te organiseren. De rol van deelnemende jongeren wordt hierin per jaar steeds belangrijker. Uiteindelijk zullen zij zonder begeleiding van de Nationale Jeugdraad in debat gaan met lokale politici over onderwerpen die hen bezighouden. Voorlichting De bekendheid over en weer van de verschillende organisaties, instellingen etc. die zich bezighouden met de jeugd zou groter moeten zijn. Een aantal instellingen (Halt, Sphinx, Bureau Jeugdzorg en de Sportraad) zou van elke instelling die zich bezighoudt met jeugd/jongeren informatie willen verzamelen en bundelen zodat iedereen van elkaars bezigheden op de hoogte is. Uit de provinciale jeugdmonitor blijkt niet alleen dat de voorlichting van instanties naar elkaar beter zou moeten, maar dat ook de voorlichting van instanties als Novadic en Bureau Jeugdzorg richting de doelgroep aandacht behoeft. Netwerkoverleg Integraal jeugdbeleid is veelomvattend. Het gaat om een netwerk van actoren die voor de realisering van het integraal jeugdbeleid onmisbaar zijn. De gemeente is als regisseur dan vooral een netwerkmanager die poogt complexe processen tussen organisaties op het gebied van jeugdbeleid te stimuleren, organiseren en begeleiden. Zoals uit de provinciale jeugdmonitor blijkt, zoeken jongeren in Heusden weinig hulp bij hulpverleners. De afstemming tussen de verschillende instanties zal beter moeten worden georganiseerd. Zowel voor wat betreft het punt voorlichting als voor wat betreft de deelname binnen de verschillende netwerken. Inmiddels zijn de netwerken binnen de gemeente Heusden die zich bezighouden met jeugdproblematiek in kaart gebracht. Samen met de deelnemende organisaties zullen daarin verbeteringen worden aangebracht. Accommodaties en voorzieningen Diverse deelnemers aan de startbijeenkomst constateren een algemeen gebrek aan voorzieningen voor jongeren vanaf 12 jaar. De uitkomsten van de provinciale jeugdmonitor rechtvaardigen deze conclusie niet direct. Alleen binnen de kern Heusden geven jongeren aan activiteiten en uitgaansgelegenheden te missen. In de praktijk blijkt dat de jeugd zich vooral richt op de eigen kern voor wat betreft het aanbod van voorzieningen. Bij de uitwerking van de nieuwe accommodatienota zou met de ontwikkeling van een aantal gelijkwaardige jongerenaccommodaties in de drie grotere kernen rekening moeten worden gehouden. Dit onderwerp zal worden uitgewerkt in de accommodatienota die dit jaar aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd. Subsidie Tijdens de startbijeenkomst wordt aangegeven dat de mogelijkheid zou moeten worden onderzocht om een apart budget beschikbaar te stellen voor activiteiten die door de jeugd zelf of jeugdorganisaties worden ontwikkeld. Dit onderwerp zal worden uitgewerkt in de subsidienota die dit jaar aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd. Jeugd en Veiligheid De uitkomsten van de provinciale jeugdmonitor geven niet direct aanleiding om dit als centraal thema te benoemen. De gemeente Heusden scoort bij het onderwerp onveilig gevoel bij uitgaansgelegenheden immers duidelijk lager dan de regio. Binnen de kern Heusden wordt bij het onderwerp wel eens een onveilig gevoel ook significant lager gescoord dan bij de ons omliggende regio. 19

Hierbij dient het voorbehoud te worden gemaakt dat het gaat om jongeren van 12 t/m 17 jaar. Met name de jeugdoverlast die door jongeren, vaak ouder dan 18 jaar, in de kernen Vlijmen en Heusden wordt veroorzaakt, is aanleiding om dit thema apart te benoemen. Daarnaast is in december 2003 een informatiebijeenkomst belegd voor de commissie Inwonerszaken met als centraal thema het signaleren en vermijden van probleemgedrag bij jongeren. Vanuit de commissie Inwonerszaken is aangegeven dat dit thema in ieder geval terug moet komen in de nota integraal jeugdbeleid. Lokaal veiligheids- en jeugdbeleid bevindt zich op het snijvlak van het lokale veiligheidsbeleid en het lokale jeugdbeleid. Afstemming tussen deze twee beleidsterreinen is hierbij dan ook van groot belang. Het gaat over jongeren die in hun omgeving problemen veroorzaken, maar ook over jongeren die problemen ondervinden en hulp nodig hebben. De gemeente heeft hierin de regierol: het inspireren van instellingen, het voortouw nemen bij de gezamenlijke visievorming en het maken van productafspraken. Afstemming gemeentelijk jeugdbeleid en provinciaal beleid jeugdzorg Op 1 januari 2005 treedt de Wet op de jeugdzorg in werking. Met deze wet is een belangrijke stap gezet in de richting van een meer cliëntgerichte en samenhangende jeugdzorg. Op basis van de uitgangspunten van deze nieuwe wet willen de 21 gemeenten in de regio Noordoost-Brabant de aansluiting tussen het lokaal jeugdbeleid (gemeentelijke verantwoordelijkheid) en de jeugdzorg (provinciale verantwoordelijkheid) verbeteren. De gemeenten hebben aan K2 (een provinciale organisatie voor advisering en begeleiding op het gebied van jeugd en jeugdbeleid) de opdracht verstrekt om ondersteuning te bieden in het verbeteren van de aansluiting tussen het jeugdbeleid en de jeugdzorg vanuit het gemeentelijk perspectief c.q. gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden. De belangrijkste aandachtspunten in deze ondersteuning zijn de lokale/(sub)regionale jeugdproblemen, het lokale aanbod en de aansluiting met de jeugdzorg. 3.4.3 Financieel kader Behoudens de in paragraaf 3.1 geschetste consequenties van de invoering van de Wbk zijn er op dit moment geen andere afwijkingen van de huidige budgetten voor het jeugdbeleid te melden. Uitwerking van keuzes als gevolg van deze kaderstellende discussie kunnen in de uiteindelijke nota Integraal Jeugdbeleid wel financiële gevolgen hebben. Deze keuzes en de daarbij behorende financiële consequenties zullen in de uiteindelijke nota Integraal Jeugdbeleid aan de gemeenteraad worden voorgelegd. 3.5 Gemeentelijke regie Voor de gemeentelijke regierol op het gebied van het jeugdbeleid wordt verwezen naar de verschillende afzonderlijke paragrafen in dit hoofdstuk. 20

Hoofdstuk 4 Onderwijs In dit hoofdstuk van het welzijnsplan komen achtereenvolgens het gemeentelijk onderwijsbeleid en het beleid op het gebied van de volwasseneneducatie en de inburgering aan de orde. Het gemeentelijk onderwijsbeleid is toegespitst op het inmiddels vastgestelde onderwijsachterstandenbeleid. Voor wat betreft de inburgering worden met name de nieuwe plannen van rijkswege nader aan de orde gesteld. 4.1 Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid Met de meeste kinderen en jongeren gaat het goed. Een aantal heeft een achterstand, soms al bij aanvang van de schoolloopbaan. Vaak is dit het gevolg van hun sociale, economische en culturele gezinsomstandigheden. Zij lopen gedurende hun schoolloopbaan kans om voortijdig de school te verlaten. Om dit te voorkomen en bestrijden heeft de gemeente een lokaal onderwijsachterstandenplan opgesteld, met daarin doelstellingen en activiteiten om de achterstanden te bestrijden. In de nota Bouwen aan meer kansen zijn de activiteiten opgenomen voor de gemeente Heusden voor de periode 2002-2006. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de hoofdlijnen van het lokale onderwijsachterstandenplan. Vervolgens wordt kort de bestaande situatie beschreven. Voor meer informatie wordt kortheidshalve verwezen naar de nota Samen bouwen aan meer kansen, onderwijsachterstandenplan 2002-2006 die ter inzage ligt bij het bijbehorende raadsvoorstel. Gedurende de werking van dit welzijnsplan zal in het onderwijsachterstandenbeleid veel veranderen. Een korte beschrijving van deze nieuwe ontwikkelingen is te vinden in de aanvullende kaders, aan het einde van deze paragraaf. 4.1.1 Hoofdlijnen Samen bouwen aan meer kansen De Wet gemeentelijk onderwijs achterstandenbeleid (Goa) voorziet in een landelijk beleidskader op dit gebied. De wet heeft als doelstelling de leerprestaties en de schoolloopbanen van kinderen en jongeren uit de doelgroepen van het onderwijsachterstandenbeleid te verbeteren. De ambitie is dat er uiteindelijk geen onderscheid in leerprestaties en schoolloopbanen tussen de doelgroepen en landelijk gemiddelde van de overige schoolpopulatie is, behalve voor zover toe te schrijven aan individuele verschillen in capaciteit. Binnen het landelijk beleidskader wordt een aantal speerpunten onderscheiden die vertaald zijn in de lokale nota. 21

Het gaat hierbij om: taalbeleid Het doel van de gemeente Heusden is de ontwikkeling van taalbeleid, met speciale aandacht voor het gebruik van de ICT-leeromgeving en het leren leren. Het beoogde resultaat is om de taalachterstand van allochtone leerlingen met 25% te reduceren. 0-6 jarigen Doelstelling is dat in 2006 tenminste 50% van de doelgroepkinderen heeft deelgenomen aan effectieve VVE-programma s. zorgbreedte Doelstelling is het terugdringen van voortijdig schoolverlaten met 30% in de periode 2002-2006. Belangrijk speerpunt is het in beeld krijgen van alle voortijdig schoolverlaters in de gemeente. monitoring De gemeente heeft de verplichting de lokale ontwikkelingen te volgen en te registreren. 4.1.2 Bestaande situatie In de gemeente Heusden behoort 32% van de inwoners tot de leeftijdsgroep 0-23 jaar. Dit is de doelgroep van het onderwijsachterstandenbeleid. Van het totaal aantal leerlingen in deze leeftijdsgroep is 1,2% Turks, 0,3% Marokkaans en 1,1% van een andere nationaliteit (niet Belgisch, Duits, Brits of Joegoslavisch). In het scholenveld wordt de noodzaak ervaren vroeg in de schoolloopbaan ondersteunende activiteiten te ontplooien voor taalontwikkeling en de ontwikkeling van sociale vaardigheden van de doelgroep. Dit sluit aan bij de doelstelling om de startcondities van de kinderen te verbeteren. Preventie wordt genoemd als rode draad in de nota. Ook is er speciale aandacht voor risicojongeren, ook later in de schoolloopbaan. Ouderparticipatie komt in alle projecten terug. Voor het uitwerken van de doelstellingen zijn lokale projectteams ingericht. Er zijn ter uitwerking deelplannen geschreven. De onderdelen schoolbegeleiding, OALT, levensbeschouwelijk onderwijs, logopedie en schoolzwemmen worden nog nader uitgewerkt. 4.1.3. Aanvullende kaders Het kabinet Balkenende II heeft diverse wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid aangebracht. Deze zijn gericht op vereenvoudiging van de regelgeving en op decentralisatie naar de scholen. Hieronder zijn deze wijzigingen weergegeven. Vereenvoudiging van de regelgeving In de huidige kabinetsperiode worden middelen voor onderwijsachterstandenbeleid en gewichtenregeling samengebracht in één nieuwe regeling. De overheid gaat zich in de toekomst vooral richten op de kwaliteit van de onderwijsoutput en zorgt voor toezicht daarop. Deze ontwikkeling is zeer recent en ten tijde van de totstandkoming van deze nota nog niet geheel uitgewerkt. Herverdeling van de verantwoordelijkheden Vanaf 2006 zal de verantwoordelijkheid voor het onderwijsachterstandenbeleid geheel bij de scholen komen te liggen voor wat betreft het onderwijsdeel. De gemeente blijft wel verantwoordelijk voor het functioneren van de lokale infrastructuur. 22