inhoud blz. Goochelen 3 1. Goochelen of toveren? 4 2. Goochelmanieren 5 3. Goochelen maar! 8 4. Filmpjes 15 Pluskaarten 16 Bronnen en foto s 18

Vergelijkbare documenten
Inhoud 1. Allemaal botten 2. Stevig 3. Licht 4. Beschermen 5. Bewegen 6. Grote botten, kleine botten 7. In het gips 8. Dieren 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz. 1. Drijven of zinken? 2. Lucht is licht 3. De duikboot 4. De zwemles 5. Zout en zoet water 6. Olie en water 7.

Griezelboek. groep 3 en 4

inhoud blz. 1. Een wereld vol cijfers 2. Een bot met streepjes 3. Tellen 4. Turven 5. Oude getallen 6. Onze cijfers 7. Tellen in drie talen

inh oud 1. Inleiding 3 2. Kijken en zien 4 3. Proefjes 4. Hoogte, breedte en diepte 5. Gefopt door licht en donker 6. Gefopt door schuine lijnen

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon

inhoud 1. In de lucht 3 2. Ik zweef 4 3. Een sigaar in de lucht 5 4. Brand! 6 5. In de luchtballon 7 6. Landen op water 8 7. Op reis 9 8.

inhoud blz. 1. Wielen 2. Draaien maar! 3. De boomstam 4. Rollen maar! 5. Van rollen naar rijden 6. Lichter, beter, sterker 7.

Raar, maar waar! Natuur Na

inhoud 1. Textiel? Wat is dat? 2. Weven met papier 3. Stoffen van textiel 4. Wol 5, Zijde 6. Katoen 7. Linnen 8. Filmpje Pluskaarten

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud 1. Voeten en poten 2. De olifant 3. De vlieg 4. De uil 5. De sprinkhaan 6. De giraf 7. De struisvogel 8. De gekko 9.

inhoud 1. Overal sterren 2. Wat is een ster? 3. Het leven van een ster 4. Een ster dichtbij 5. De zon 6. Sterren en kleuren 7.

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

1. De maan 3 2. Volle maan 4 3. Een maand 6 4. De maan trekt 8 5. Een reis naar de maan 9 6. Op de maan Maanweetjes 11 8.

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

inhoud 1. De ijsbeer 2. Hier woon ik 3. Mijn jas is warm 4. Mijn voeten 5. Jagen 6. In het hol 7. Erop uit 8. Bedreigd 9. Berenweetjes 10.

inhoud 1. Groeien 2. In de buik 3. De baby 4. De peuter 5, De kleuter 6. Het schoolkind 7. De puber 8. Volwassen 9. Bejaard 10. Filmpje Pluskaarten

inhoud 1. Ontdek 2. Insecten 3. Een hart klopt 4. Het spoor 5. De magneet 6. Zie ik dat wel goed 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

Zintuigen. zien ruiken. horen. voelen. proeven

Inhoud 1. Het gebit 2. De eerste tanden 3. Wisselen 4. Een nieuw gebit 5. Zorg voor je gebit 6. De tandarts 7. Een gaatje 8. Zoet 9.

inhoud blz. 1. Een wereld vol letters 2. Letters 3. Plaatjes lezen 4. Het pictogram 5. Van plaatje naar teken 6. Letters en klanken

inhoud Het konijn 1. Bos en duin 2. Het hol 3. Keutels 4. Gevaar 5. Een huisdier 6. Rassen 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud blz. 1. Huisdieren 3 2. De hond 5 3. De kat 6 4. De witte muis 7 5. De goudvis 8 6. Het konijn 9 7. De cavia De tamme rat 11 9.

inhoud blz. Kou 1. Het weer 2. Rillen van de kou 3. Kleren 4. Koelkast en vriezer 5. Koude kleuren 6. Noordpool en Zuidpool 7.

inhoud 1. Oren 2. De vleermuis 3. De olifant 4. De uil 5. De dolfijn 6. De postduif 7. De tijgermot 8. De kat 9. De hond 10. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Mijn fiets 2. De delen van een fiets 3. De loopfiets 4. Trappen maar! 5. Hoog op een wiel 6. De ketting 7. De damesfiets 8.

Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee

inhoud blz. Overal gereedschap 3 1. De timmerman 4 2. De schilder 5 3. De tandarts 6 4. De kok 7 5. De schoonmaker 8 6. De leerling 9 7.

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet

inhoud blz. 1. Haar 2. Met of zonder haar 3. Haar beschermt 4. Voelen met haar 5. Praten met haar 6. Mens en haar 7. Wenkbrauwen en wimpers

inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.

inhoud blz. De computer 3 1. Wat is een computer De delen van een computer 5 3. Hoe werkt een computer? 8 4. Van groot naar klein 12 5.

inhoud blz. 1. Prikken en steken 2. De bij 3. De brandenetel 4. De mug 5. De kwal 6. De pieterman 7. De rode mier 8.

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

inhoud 1. Kunst! Wat is dat? 2. Het schilderij 3. Het beeld 4. Het verhaal 5. De dans 6. Het gebouw 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud blz. Lucht 1. Lucht is leven 2. Adem 3. Vieze lucht 4. Warme lucht 5. Wind: lucht beweegt 6. Lucht is sterk 7. Boeren en winden 8.

inhoud 1. Lekker 3 2. Bij de boer 3 3. Tarwe malen 4. Bij de bakker 7 5. Bruin of wit 5. Allemaal broden 6. Filmpje 7. Pluskaarten Colofon 15

inhoud Neuzen 1. Je neus 2. Groot is mooi 3. Wroeten 4. Grijpneus 5. Speurneus 6. Onder water 7. Zoem, zoem, ik ruik je 8. Ruiken met je tong

inhoud blz. 1. Donker 3 2. Dikke jas 4 3. Het vriest 5 4. Sneeuw 6 5, Dieren in de winter 8 6. Bomen Winterkost Beweeg 12 9.

1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing Was Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en

inhoud blz. 1. Au! Dat prikt! 3 2. Stekels 4 3. Nacht 5 4. Op zoek naar eten 6 5, Egel, pas op! 7 6. Mensen 8 7. Het nest van de egel 9 8.

inhoud blz. De zeppelin 1. Graaf von Zeppelin 2. Hoe vliegt een zeppelin? 3. Zeppelin of blimp 4. De ramp met de Hindenburg 5. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Allemaal de kiebels 2. De bult 3. Kiebels in mijn haar 4. De kwal 5. De brandnetel 6. Huisdieren 7. Vlooien 8. Hooikoorts 9.

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

Inhoud blz. 1. Op reis 2. De trekschuit 3. De postkoets 4. De stoomtrein 5. De auto 6. Het vliegtuig 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

inhoud 1. Inleiding 3 2. Wat is een maan? 4 3. Het ontstaan van de maan 4. De maan en de maanden 5. Kijken naar de maan 6. Landing op de maan

inhoud 1. Mmmmm lekker zoet 2. Waar komt suiker vandaan? 3. Suiker vind je overal 4. Nog meer suiker 5. Te veel suiker 6. Hoe word je te dik?

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

inhoud blz. Helikopters 3 1. De geboorte van de helikopter 4 2. De delen van de helikopter 6 3. In de cockpit 7 4. De rotor 8 5.

inhoud 1. Staarten 2. Weg vlieg! 3. Evenwicht. 4. Een fopstaart 5. Hoe vind je mijn staart? 6. Een extra arm 7. Een praatstaart 8.

inhoud 1. De merel 2. Waar is mijn eten? 3. De tuin 4. Vogels helpen 5, Wat eten vogels? 6. Vogels in de tuin 7. Een goede plek 8.

Inhoud inhoud blz. 1. Alles over ijs 2. Het water bevriest 3. IJspegels en ijsbloemen 4. Neerslag 5, Kunstijs 6. De polen 7.

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht

inhoud 1. Vogels op reis 3 2. Vogeltrek 4 3. Zomervogels 4. Wintergasten 5. Standvogels 6. Deeltrekkers 7. Op reis

inhoud 1. Vuur in de natuur 2. Mens en vuur 3. De mens maakt vuur 4. Licht en warmte 5. Vuur en eten 6. Werken met vuur 7.

Goochelen met munten. Rekenen Handleiding Het Geheim groep 7-8. Rekenen met trucs

inhoud blz 1. Buideldieren 3 2. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum De numbat De suikereekhoorn 12 8.

inhoud blz. Inleiding 3 1. De farao 4 2. De dood van de farao 5 3. Bewaard als mummie 6 4. Het graf 7 5. Groter en groter 8 6. De vorm 9 7.

inhoud 1. Slangen 2. Een reptiel 3. Maten 4. Waar? 5. Ruiken 6. Gif 7. Wurgen 8. Hap, slik! 9. Een nieuwe jas 10. Weetjes 11. Filmpje Pluskaarten

REKENEN. Meetkunde voor 1F Deel 2 van 2

Leergebied: Oost Nederland. Over- Natuur- brengingen

Oefeningen voor de instabiele pols

inhoud blz. 1. Zoet 2. Honing 3. Suiker 4. Zoet water 5. Smaak en proeven 6. Zoet en tanden 7. Wie zoet is. 8. Snoep 9. Filmpjes Pluskaarten

Inhoud blz. 1. Honden 2. Van wolf naar hond 3. Rassen 4. Rashonden 5. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

inhoud blz. 1. Borst of fles 2. Zogen 3. De boer en zijn dieren 4. De fabriek 5. Slagroom, boter en karnemelk 6. Kaas 7. Meer zuivel 8.

1. De zolder van opa 3 2. Spullen van vroeger 4 3. De stoof 5 4. Het leesplankje 6 5. De Keulse pot 7 6. De tol 8 7. De foto 9 8.

Het museum museum mu

inhoud 1. Inleiding 2. Wat is een planeet 3. Soorten planeten 4. Het ontstaan van planeten 5. De planeten 1.Mercurius 2. Venus 3. De Aarde 4.

Opdrachtenfiche mijn orkest

In houd 1. Inleiding 2. De luchthaven 3. De vertrekhal 4. De douane 5. De wachtkamer 6. De bagage 7. Eten en drinken 8. De brandstof 9.

REKENEN METEN EN MEETKUNDE. Meetkunde voor 1F Deel 1 van 2

inhoud blz. Oude foto s 1. De scharensliep 2. De melkboer 3. De kruidenier 4. De tonnenman 5. De kolenboer 6. De putjesschepper

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

inh oud Mars 1. Ons zonnestelsel 2. De rode planeet 3. Mars en de aarde 4. Leven op Mars? 5. Mars en fantasie 6. Een kijkje op Mars 7.

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

Brunelleschi. De Dom van Florence

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

Kijk voor de gratis digibordles op rianvisser.yurls.net

inhoud Airbus A De eerste vlucht 2. Samenwerken 3. Het vervoer 4. Aan boord 5. De motoren 6. Maten 7. Luchthavens 8. Airbusweetjes 9.

Geen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens

inhoud 1. Torens 3 2. De kerktoren 4 3. Het kasteel 5 4. Nog meer torens 6 5. Beroemde torens 9 Pluskaarten 12 Bronnen 13 Colofon en voorwaarden 14

Inhoud 1. Wat voor weer wordt het? 3 2. Het weerbericht 4 3. Temperatuur 5 4. Wind 5. Neerslag 6. Bewolking Filmpje Pluskaarten Bronnen 17

lesbrieven werkbladen Lesbrief 3: avonturenpakket de uitvinders en het

Praktische sectororiëntatie. Techniek

inhoud 1. Inleiding 2. Water is een wonder. 3. De kringloop van het water 4. Zoet, zout of brak 5. Drinkwater 6. Liter na liter

inhoud Vliegers 1. De geboorte van de vlieger 2. De geluksvlieger 3. Vechten met vliegers 4. Vliegerfeesten 5. Vliegers en vliegtuigen

Een toverspaarpot Spaar jij graag geld? We gaan een spaarpot maken. Die kan toveren!

inh oud 1. Inleiding 3 2. Uilen 4 3. Nest en broeden 4. De braakbal 5. Uilen in Nederland 6. Bijgeloof en verhalen 7. Filmpjes Pluskaarten

Begeleide interne stage

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1:

inh oud Huid en haar 1. De huid in lagen 2. Nieuwe huid 3. De huid in kleurtjes 4. Voelen met je huid 5. Zweet 6. Haartjes en kippenvel 7.

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis

Transcriptie:

Goochelen

inhoud blz. Goochelen 3 1. Goochelen of toveren? 4 2. Goochelmanieren 5 3. Goochelen maar! 8 4. Filmpjes 15 Pluskaarten 16 Bronnen en foto s 18 Colofon en voorwaarden 19

Goochelen Houd je van goochelen? Ken je ook een truc? Nee? Dan heb je hier het juiste boek. Het gaat over goochelen en er staan ook vijf goocheltrucs in. Als je ze goed oefent, kun je misschien een voorstelling geven. Je leest ook over wat goochelaars allemaal met hun trucs kunnen. Aan het eind van het boek kun je vier filmpjes over goochelen bekijken.

1. Toveren en goochelen Toveren Toveren komt vaak voor in sprookjes. Denk maar aan een heks, een fee of aan een betoverd voorwerp. In sprookjes worden dingen onzichtbaar of kunnen dieren praten. Ook kan een heks zich in een dier veranderen. Of ze vliegt weg op haar bezem. Goochelen Je zou denken dat goochelen een soort toveren is. Dat is niet zo. Het lijkt toveren, maar het is het niet. Dat komt, omdat de goochelaar zijn publiek een eigenlijk voor de gek houdt. De vingers van de goochelaar bewegen erg vlug. Ze gaan te snel voor de ogen van het publiek. Of het publiek wordt tijdens een truc even afgeleid. Zo zien ze niet wat er precies gebeurt.

2. Goochelmanieren Goochelen kan op heel veel verschillende manieren gebeuren. Wat heeft een goochelaar allemaal in zijn doos vol trucs zitten? Van niets naar iets De goochelaar kan dingen uit het niets laten verschijnen. Het konijn uit de hoed en een hand vol kaarten verschijnt uit het niets. Of een emmer zit opeens vol munten. Een duif verschijnt uit een lege doos. Veranderen De goochelaar kan ook iets laten veranderen. Een zijden zakdoek verandert van kleur, een assistente verandert in een tijger. Verdwijnen Het omgekeerde kan natuurlijk ook. Munten, kaarten, een kooi vol duiven, een assistente in een kast... Opeens is alles verdwenen.

Van kapot naar heel De goochelaar maakt expres iets kapot en maakt het daarna weer heel. Hij knipt een touw doormidden en maakt er later weer een heel touw van. Hij slaat een horloge van iemand uit het publiek kapot met een hamer. En later verschijnt er weer een heel horloge. En een doorgezaagde persoon: twee losse stukken worden weer één lichaam. Van plaats veranderen Ook kan de goochelaar een voorwerp onzichtbaar van plaats laten veranderen. Een assistente zit in een kast en later zit ze achter in de zaal. Een kanarie in een kooi zit later op een heel andere plek. Gevangen De goochelaar kan zich ook op allerlei manieren laten boeien en opsluiten. Dat kan zelfs onder water. De goochelaar weet zich op een bijzonder manier te bevrijden.

Zweven De goochelaar laat een voorwerp of een persoon zweven. Een bal zweeft langs een doek of een zakdoek zweeft door de lucht. Nog meer indruk maakt een assistente die op haar rug door de lucht zweeft. Voorspellen De goochelaar voorspelt wat een toeschouwer zal kiezen. Hij voorspelt een nummer dat iemand opschrijft De goochelaar weet hoeveel klein geld iemand uit het publiek in zijn zak heeft. Of hij voorspelt wat iemand gaat tekenen. Er dwars doorheen De goochelaar duwt ringen tegen elkaar en opeens zitten ze aan elkaar vast. Een kaars gaat dwars door een arm. Er gaan zwaarden door een kast waarin een assistente zit opgesloten.

3. Goochelen maar! Iedereen vindt het leuk om een goochelaar aan het werk te zien. Je bent altijd nieuwsgierig hoe die goocheltruc werkt. Goochelaars houden hun goocheltrucs geheim. In dit hoofdstuk lees je meer over de geheimen van een paar trucs. Daarmee word jij opeens de goochelaar. Je kunt je geleerde truc het best een paar keer goed alleen oefenen. Op die manier gaat je truc steeds beter en soepeler. Later kun je dan je truc met veel show laten zien aan een publiek. Doe je trucs niet te snel, maar voer de spanning in het publiek een beetje op. Vlug naar de eerste truc.

Truc 1: Het toverpotlood Dit is een eenvoudige truc. Dit heb je nodig: een lang potlood Hoe kan dit potlood aan je hand blijven plakken? Wat moet je doen 1. Leg het porlood op een tafel. Op een tafelkleed gaat de truc gemakkelijker. Op een gewone tafel moet je het potlood op de tafelrand leggen. 2. Grijp met je ene hand rond de pols van je andere hand. 3. Leg je hand over het potlood en verschuif gelijk je wijsvinger van de grijphand onder de handpalm van de andere hand. Dit mag niet opvallen. (B) 4. Wriemel onopvallend je vinger onder het potlood. Dit moet je veel oefenen, zodat het echt soepel gaat. 5. Til je hand op. Het lijkt nu alsof het potlood aan je hand vastgeplakt zit. (A) 6. Leg je hand terug op tafel en haal voorzichtig je wijsvinger terug. Dit moet je ook extra oefenen. 7. Laat nu allebei je lege handpalmen zien. Zo kan het publiek zien dat er niets verdachts te zien is. A B Het geheim van deze truc? De manier waarop de grijphand de pols van de andere hand vast houdt.

Truc 2: Het potlood van rubber Dit is een eenvoudige truc. Dit heb je nodig: een lang potlood Hoe wordt dit potlood slap en buigzaam? (A) A Wat moet je doen 1. Houd het potlood tussen duim en wijsvinger. Houd je duim en wijsvinger heel erg ontspannen. Zo zit het potlood er losjes tussen. 2. Beweeg je hand op en neer (B). Omdat het potlood losjes tussen duim en wijsvinger zit, gaat het potlood heen en weer stuiteren tussen je vingers. 3. De beweging van je hand en het stuiteren van het potlood houden je oog en het oog van het publiek voor de gek. Het lijkt of het potlood slap wordt en doorbuigt. Je hoeft het potlood niet echt hard te bewegen. Oefen dit een paar keer goed. Kijk of je het potlood slap ziet worden. Heb je dat onder de knie dan kun je je truc aan publiek laten zien. 4. Denk eraan: het potlood zit heel los tussen duim en wijsvinger. B Het geheim van deze truc? Het gaat erom hoe je het potlood vasthoudt en hoe je je hand beweegt.

Truc 3: Het doorgezaagde weesmeisje Een geliefde truc van de goochelaar is de truc waarbij een dame in een kist doormidden gezaagd wordt. Hier doen we het met een papieren meisje. Zo wordt de truc niet te bloederig. Wat moet je doen 1. Voor deze truc moet je het een en ander voorbereiden. Neem de envelop en plak deze dicht. Daarna knip je de twee korte kanten van de envelop (B). Je hebt nu een open koker. Het is de kist voor het weesmeisje. 2. Neem een strook gekleurd papier die gemakkelijk in de kist past. De uiteinden van de strook steken uit. Teken op de strook een meisje. Hoofd en voeten steken uit de kist.(c) 3. Neem de lege envelop. Zorg dat de ene vouwlijn boven en de ander onder zit (D) Duw de envelop plat. Knip twee sleuven in de envelop. Knip tot de vouwlijn. De envelop heeft dan drie gelijke stukken. (zie de volgende bladzijde) A B Hoe blijft dit meisje heel? (A) Dit heb je nodig: Tekenpapier, een envelop, een pen en een schaar. D C Het geheim van deze truc? Gleuven in de envelop zorgen ervoor dat het meisje heel blijft.

Vervolg truc 3: Het doorgezaagde weesmeisje Wat moet je doen 4. Schuif nu het meisje op een speciale manier in de envelop. De sleuven zitten aan de achterkant. Het gezicht van het meisje zit aan de bovenkant. (E1) 5. Schuif het meisje door de sleuven, zoals op plaatje E2. Zorg dat het publiek deze kant niet ziet. 6. Je bent nu klaar voor je truc. Zeg tegen je publiek dat dit meisje in een goochelkist ligt. Je gaat haar doorknippen, maar ze zal toch heel blijven. 7. Neem de schaar. Nu moet je op de goede manier knippen. Aan de bovenkant lijkt het of de envelop doorgenknipt wordt met het meisje erin (F). Aan de onderkant gebeurt de truc. Je zorgt dat de schaar niet door het meisje gaat, maar dat die net boven haar knipt (G) 8. Je knipt de envelop door, maar niet het meisje. Houd de twee stukken envelop tegen elkaar (H) en trek het meisje eruit. Geef het meisje aan het publiek. Zo kunnen ze controleren of ze wel echt heel is. Terwijl jij het meisje geeft, frommel je onopvallend de twee stukken envelop samen. E 1 E 2 achterkant G achterkant H F

Truc 4: De verdewenen kraal Hoe verwisselt de kraal van beker naar broekzak? Wat moet je doen? 1. Deze truc moet je voorbereiden. Knip een gat in de bodem van de beker, zodat je voorwerp er gemakkelijk doorheen valt. (A) 2. Stop van tevoren een tweede zelfde voorwerp in je broekzak. (Houd je de beker in je rechterhand, stop dan het voorwerp in je linkerbroekzak. Zo kun je het er gemakkelijk uithalen met je andere hand. 3. Nu komt de truc. Zet de beker op je hand en laat duidelijk het voorwerp in de beker vallen. 4. Zorg dat het voorwerp door het gat valt. Houd je hand iets gebogen. Klem het voorwerp tussen je hand. Draai de beker nu om. Het voorwerp is verdwenen Zorg dat het publiek niet in de beker kan kijken. (B) 5. Steek nu je hand in je zak en haal het eerder verstopte voorwerp eruit. Hoe is dit voorwerp verhuisd? Dit heb je nodig: Een papieren of plastic bekertje. Twee dezelfde kralen, knikkers of munten Het geheim van deze truc? Het voorwerp verdwijnt door een gat in de beker. A Kraal zit in de hand B

Truc 5: Koud als ijs Hoe verandert het water in het kopje opeens in ijs? Wat moet je doen? 1. Deze truc moet je voorbereiden. Doe op de bodem van het kopje een stuk spons. De spons moet stevig vast blijven zitten op de bodem als je het kopje later omdraait. (B) 2. Op de spons leg je een ijsblokje uit de vriezer. Je bent nu klaar om voor je publiek te verschijnen.(c) 3. Giet een beetje water uit het glas in de beker met spons. Oefen even vooraf hoeveel water erin moet. Er mag later geen water uit de beker lopen. 4. Mompel een mooie toverspreuk. Beweeg je hand geheimzinnig boven het kopje. Of zeg dat je met je goochelhand het water gaat laten bevriezen. 5. Draai nu het kopje om boven de tafel of boven je hand. Het ijsblokje rolt uit het kopje. (D) 6. Zorg dat het publiek de kop niet meer kan zien. Dit heb je nodig: (A) Een kopje, een sponsje, een glas met een beetje water en een ijsblokje. Het geheim van deze truc? De spons op de bodem houdt het water vast, maar niet het ijsblokje. C A D B

4. Filmpjes Het Klokhuis: De illusionist Bekijk het filmpje

Bronnen en foto s http://en.wikipedia.org/wiki/stage_magician http://magic.about.com/od/libraryofsimpletricks/ig/easy-tricks-for-kids/

Dit is een uitgave van E-duboek Website: www.eduboek.nl Copyright Age Cnossen 2012 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.