Barometer Internationale Samenwerking 2007



Vergelijkbare documenten
Barometer Internationale Samenwerking 2008

Doelgroepen voor duurzame energie. Kennismaking Mentality

Tussen dromen en daden. het perspectief van de consument op duurzame financiële dienstverlening

Doelgroepen voor duurzame energie

Op weg naar 2030: verandering in waarden vormt de toekomst

Barometer Internationale Samenwerking 2009 NCDO Onderzoeksrapport

Barometer Internationale Samenwerking 2006

Motivaction ConceptScore. Onderzoek nieuwe methoden boodschappen doen

Onderzoeksdoelstelling en probleemstelling

Draagvlak participatiesamenleving is geen garantie voor toename vrijwilligerswerk

Politiek en Sociaal vertrouwen & Internationale Samenwerking

Stand.tv - FACTSHEET - Meting 30: Mexicaanse griep. Amsterdam, 19 augustus 2009 drs. Sander van Duijn drs. Frits Spangenberg

Steeds meer mensen zijn bewust flexitariër

Zonnepanelen in Nederland

Dé (zorg)consument bestaat niet

Rapport enquête Vissenbescherming en Dierenbescherming Amsterdam

Doelgroepen. Kennismaking Mentality

Wind op Zee Beknopt rapport Natuur & Milieu

Opiniepeiling: Polen thuis in Nederland?

Schoon is de norm. Publieksonderzoek in het kader van het NederlandSchoon-congres 2017 Het rendement van schoon. Willemijn Bot Lonneke Gijsbers

Barometer Internationale Samenwerking 2010 NCDO Onderzoeksrapport

BAROMETER INTERNATIONALE SAMENWERKING Auteur: Ilse Hento

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie

- Factsheet - Verkenning van de beleving. van het asielzoekersvraagstuk. in Nederland

PKN in contact met Nederland: kijk op het leven en kijk op geloven

Opinieonderzoek Klimaatakkoord

De publieke opinie over het doden van krabben, kreeften en vissen voor consumptie

Mening over sparen en beleggen van pensioenpremie

Crowdfunding vertrouwen in de economie

Segmenteren, Doelgroep Bepalen, Positioneren. Het afstemmen van een product of dienst op de behoefte vanuit de markt.

Leefstijlen en betrokkenheid Provincie Flevoland

Conclusies: leefstijlscore

Ouders leren kinderen voor zichzelf opkomen Zelfbeheersing is nog belangrijker. De grenzeloze generatie en de eeuwige jeugd van hun opvoeders

Randstad Online toets onder burgers Ministerie van VROM - samenvatting-

Social intelligence sleutel tot duurzaamheidsdoorbraak in Nederland

Opiniepeiling in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2012

Wat is er aan de hand?

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Bezuinigen op ambtenaren? Onderzoek onder het brede publiek en onder ambtenaren

Monitor Steun en Draagvlak

De economische situatie

Flitspeiling Voedselverspilling

Zijn Nederlanders klaar voor de participatiesamenleving en zelfzorgstaat? - Factsheet publieksonderzoek -

De beleving van armoede door de Nederlandse bevolking

Nederlanders aan het woord

Doelgroep-denken; zet je leden centraal. Presentatie Motivaction Congres SportService Zwolle 1

Wat vindt Nederland van de Kip van Morgen?

Terugkoppeling resultaten peiling levensstijl

Meerderheid Nederland niet van plan om geld te geven Nederlander twijfelt of geld voor noodhulp Hoorn van Afrika goed terecht komt

Mentaliteitstrends 2013

Beelden van de democratische rechtsstaat

61% Nederlanders wil natuur in nieuwe regeerakkoord

De Toekomst van Vrijwilligerswerk Cecilia Keuchenius MSc. Research manager

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Kwantitatief onderzoek naar de houding en opvattingen van Turkse en Marokkaanse jongeren jegens het conflict in de Gazastrook 1-meting Factsheet

Belastingontwijking en brievenbusfirma s

Betere samenleving vraagt om andere opvoeding

Mentality model. Achtergrond. Leefstijlscore. Subjectieve gezondheidsbeleving. Motivaties en omgevingsfactoren. Mentality. Verdieping leefstijlscore

Welkom in mijn achtertuin. Burgerschapsstijlen en voorzieningen voor dak- en thuislozen. Presentatie. Leeuwarden 19 Maart 2010

Standaard Eurobarometer 90. De publieke opinie in de Europese Unie

Samenvatting onderzoeksresultaten 2012

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Factsheet Nederlanders over het verzet

NEDERLANDERS & OVERHEIDSBUDGET ONTWIKKELINGS- SAMENWERKING ONDERZOEKSREEKS

Gemeente Woerden: Veiligheid

Nederlanders & Overheidsbudget Ontwikkelingssamenwerking. onderzoeksreeks

Gebiedsanalyse gemeente Den Haag

Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door onderzoeksbureau Kien Onderzoek.

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

Ouderen en nieuwe technologie

Eenzaamheid in Nederland Coalitie Erbij

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

HR & Participatie

Dag van de Domeinnaam

Werkdruk of werkgeluk? Ester Koot Jorn Lingsma Eric-Jan Klöne Thomas Vrakking

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

Hout stoken: lust of last? Milieu Centraal Rapportage Auteurs: Ikrame Azaaj, Jasper Visscher, Sibolt Mulder Project Z6422

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

De Begroting van het Volk 2012

Betaalbaarheid van pensioen in de toekomst

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Effect toiletreclame Vodafone Altermedia

Een onderzoek autoverzekeringen. Pricewise Rapportage Auteurs: Yvette Randsdorp, Rob Doornbos Project Z5003

Publieke opinie: transparantie investeringskeuzes bij verzekeringsgroepen

Standaard Eurobarometer 88. Die publieke opinie in de Europese Unie

Factsheet: financiële planning MBO-ers

Onderzoek duurzaam gedrag

Ray Anderson-lezing, MVO Nederland en Interface Door: Martijn Lampert, research director Motivaction

Achter de geraniums? Presentatie Motivaction tijdens debat 10 april: Hier is mijn moeder, regelt u het verder?

CONSUMER CONFIDENCE SCAN

Management summary Energiezuinig wonen in de Biezenakker

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012)

Rapportage omnibusvragen

Stand.tv. Meting 29: Moslims over het land van Wilders - FACTSHEET -

Opkomstgedrag en opkomstmotieven van Nieuwe Nederlanders bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012

Nederlanders aan het woord

Stand.tv. Meting 27: Omgangsvormen en onbeschoft gedrag - FACTSHEET -

Het bestaansrecht van de glastuinbouwsector. Onderzoek naar het imago van de glastuinbouwsector PT Glastuinbouw

Transcriptie:

bezoekadres Marnixkade 109 1015 ZL Amsterdam postadres Postbus 15262 1001 MG Amsterdam E moti@motivaction.nl T +31 (0)20 589 83 83 F +31 (0)20 589 83 00 W www.motivaction.nl Barometer Internationale Samenwerking 2007 Trends en ontwikkelingen NCDO Amsterdam, juni 2007 Projectnummer: L1925 drs. Martijn Lampert drs. Bram van der Lelij drs. Sander van Duijn Bankrelatie: Rabobank 3447.44.817, IBAN: NL77 RABO 0344 744 817, BIC/SWIFT: RABONL2U. Dossiernummer Motivaction International B.V. bij KvK Amsterdam: 33289976. Prijsopgaven en leveringen geschieden conform de Leveringsvoorwaarden gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam.

Dit rapport is opgesteld door Motivaction International B.V. Wij verzoeken de opdrachtgever bij publicatie Motivaction als bron te vermelden. Voor de opdrachtgever is een exemplaar van de bij dit onderzoek gehanteerde vragenlijst op aanvraag verkrijgbaar.

Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 6 1.1 Achtergrond 6 1.2 Methode van onderzoek 7 1.3 Samenvatting en conclusies 7 1.3.1 Draagvlak onder de Nederlandse bevolking 7 1.3.2 Vergelijking 2006-2007 11 1.3.3 Moderne burgerij 12 1.3.4 Opwaarts mobielen 14 1.3.5 Postmaterialisten 15 1.3.6 Nieuwe conservatieven 16 1.3.7 Traditionele burgerij 17 1.3.8 Kosmopolieten 18 1.3.9 Postmoderne hedonisten 19 1.3.10 Gemaksgeoriënteerden 20 1.3.11 Opwaarts mobielen en postmoderne hedonisten 21 2 Inleiding 23 2.1 Achtergrond van het onderzoek 23 2.2 Doelstelling en probleemstelling 24 2.3 Methode van onderzoek 25 2.4 Leeswijzer 26 3 Draagvlak onder de Nederlandse bevolking 27 3.1 Betrokkenheid en informatie 27 3.2 Overheid en beleid 29 3.2.1 Geloof in de werking van ontwikkelingssamenwerking 29 3.2.2 Budget ontwikkelingssamenwerking 30 3.2.3 Enkele actuele issues 32 3.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 36 3.3.1 Bekendheid en slagingskans millenniumdoelen 36 3.3.2 Vrije wereldhandel 39 3.3.3 Rol van de gemeenten 40 3.3.4 Nederland en multilaterale instellingen op het terrein van internationale samenwerking 41 3.4 Projectvoorkeur 41 4 Vergelijking 2006-2007 44 4.1 Betrokkenheid 44 4.2 Overheid en beleid 45 4.2.1 Budget ontwikkelingssamenwerking 45 4.2.2 Remittances 47 4.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 47 4.3.1 Bekendheid en slagingskans millenniumdoelen 4.3.2 Vrije wereldhandel 47 49 4.3.3 Rol van de gemeenten 50 4.3.4 Nederland en multilaterale instellingen op het terrein van internationale samenwerking 50

5 Mentality-milieus 52 5.1 Moderne burgerij 52 5.1.1 Betrokkenheid en informatie 52 5.1.2 Overheid en beleid 52 5.1.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 54 5.1.4 Projectvoorkeur 55 5.2 Opwaarts mobielen 55 5.2.1 Betrokkenheid en informatie 55 5.2.2 Overheid en beleid 55 5.2.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 56 5.2.4 Projectvoorkeur 57 5.3 Postmaterialisten 58 5.3.1 Betrokkenheid en informatie 58 5.3.2 Overheid en beleid 58 5.3.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 59 5.3.4 Projectvoorkeur 60 5.4 Nieuwe conservatieven 61 5.4.1 Betrokkenheid en informatie 61 5.4.2 Overheid en beleid 61 5.4.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 62 5.4.4 Projectvoorkeur 63 5.5 Traditionele burgerij 63 5.5.1 Betrokkenheid en informatie 63 5.5.2 Overheid en beleid 64 5.5.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 65 5.5.4 Projectvoorkeur 65 5.6 Kosmopolieten 66 5.6.1 Betrokkenheid en informatie 66 5.6.2 Overheid en beleid 66 5.6.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 67 5.6.4 Projectvoorkeur 68 5.7 Postmoderne hedonisten 5.7.1 Betrokkenheid en informatie 69 69 5.7.2 Overheid en beleid 69 5.7.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 70 5.7.4 Projectvoorkeur 71 5.8 Gemaksgeoriënteerden 71 5.8.1 Betrokkenheid en informatie 71 5.8.2 Overheid en beleid 72 5.8.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 73 5.8.4 Projectvoorkeur 73 5.9 Samenvatting Mentality-milieus 74 6 NCDO-doelgroepen opwaarts mobielen en postmoderne hedonisten 79 Bijlage 1 Achtergrond Mentality 83 Bijlage 2 Responsoverzicht 86 Bijlage 3 Weegspecificatie 87

Bijlage 4 Tabellen rechte tellingen (waar mogelijk vergelijking totalen 2006-2007) en Mentality 89

1 Samenvatting en conclusies In opdracht van NCDO heeft Motivaction International B.V. onderzoek uitgevoerd naar onderdelen van het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking en internationale samenwerking. Het onderzoek vormt de tweede meting van een jaarlijks onderzoek naar draagvlak onder de Nederlandse bevolking en de verschillende Mentality-milieus. Omdat niet alle onderdelen van het draagvlak onderzocht kunnen worden door middel van publiek opinieonderzoek verzamelt NCDO aanvullende data op andere manieren; deze gegevens zijn niet in dit rapport opgenomen. 1 1.1 Achtergrond De missie van NCDO kan als volgt worden omschreven: het maatschappelijke en politieke draagvlak in Nederland voor internationale samenwerking en duurzame ontwikkeling handhaven en versterken (Beleidskader 2007-2010). De doelstelling van het onderzoek is: Inzicht bieden in de publieke opinie betreffende onderwerpen van internationale samenwerking die deel uitmaken van het draagvlak voor internationale samenwerking. Op basis van deze inzichten kunnen NCDO en andere belanghebbenden het draagvlak zo effectief mogelijk onderhouden en versterken. De probleemstelling is meerledig en luidt: In welke mate en op welke manier is de Nederlandse bevolking betrokken bij ontwikkelingssamenwerking? Welke opvattingen bestaan er over de manier waarop ontwikkelingssamenwerking vorm moet krijgen en de rol van de overheid daarin? Welke opvattingen bestaan er over internationale samenwerking? Welke opvattingen en houding hebben de verschillende Mentalitymilieus? Welke ontwikkelingen zijn te onderscheiden in het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking vergeleken met de 0-meting van 2006? 1 Dit rapport bevat gegevens met betrekking tot enkele van de door NCDO onderscheiden indicatoren voor draagvlak, zoals bekendheid met millenniumdoelen, schatting overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking, draagvlak voor afbouw van Europese handelsbarrières, draagvlak voor actieve rol van de eigen gemeente in internationale samenwerking en draagvlak voor Nederlandse steun aan diverse multilaterale organisaties. 6

1.2 Methode van onderzoek Gekozen is voor een mixed mode opzet, waaraan zowel respondenten hebben meegedaan uit het webpanel van Motivaction (StemPunt.nu) als respondenten die eerder hebben geparticipeerd in schriftelijke Mentality-metingen. Het onderzoek is uitgevoerd onder een representatieve steekproef uit de Nederlandse bevolking tussen 15 en 80 jaar van n=1.487. Tevens is een extra steekproef (boost) van de NCDO-doelgroepen opwaarts mobielen en postmoderne hedonisten in het onderzoek opgenomen. De totale 'n' binnen deze groep bedraagt 1.436. Deze doelgroepen zullen in de komende jaren extra aandachtig worden gevolgd, met als doel door NCDO beoogde vergrotingen in het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking onder deze doelgroepen vast te kunnen stellen. 1.3 Samenvatting en conclusies In deze paragraaf wordt een samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten van de Barometer Internationale Samenwerking 2007. Allereerst wordt ingegaan op het draagvlak onder de totale Nederlandse bevolking. Daarbij komen de volgende onderwerpen aan bod: Betrokkenheid en informatie Overheid en beleid Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp De belangrijkste resultaten worden puntsgewijs weergegeven en steeds ingeleid met een conclusie. Vervolgens wordt ingegaan op verschillen van de huidige meting met de meting van 2006. Het gaat dan om vragen die in beide metingen zijn gesteld. Alleen de significante verschillen worden beschreven. Vervolgens worden per Mentality-milieu de opvattingen beschreven die typerend zijn voor dit segment. Hierbij wordt kort vermeld waar elk milieu relatief hoog of laag op scoort in vergelijking met het gemiddelde. De score hoeft niet per se in absolute zin hoog te zijn. 1.3.1 Draagvlak onder de Nederlandse bevolking Betrokkenheid en informatie Relatief veel Nederlanders geven aan te doneren voor acties of organisaties voor ontwikkelingslanden. Behoorlijk hoge bereidheid om meer te betalen voor fairtradeproducten. Iets minder dan de helft van de Nederlanders (44%) zegt in 2006 geld te hebben gegeven aan organisaties of acties voor ontwikkelingslanden. Het aangegeven gemiddeld gedoneerde bedrag van deze groep is 135 2. 2 Hierbij dient te worden opgemerkt dat dit gemiddelde omhoog getrokken wordt door extreem hoge donaties. Het hoogst gedoneerde bedrag was 5.000 euro. 7

29% is van mening dat men goed op de hoogte is van wat er in ontwikkelingslanden gebeurt 15% denkt dat de informatie over ontwikkelingslanden op de Nederlandse televisie meestal correct is 31% geeft aan soms tot regelmatig fairtradeproducten in de supermarkt aan te schaffen. 28% geeft aan deze producten nooit in de supermarkt te hebben gezien. Koffie is het meest bekende fairtradeproduct (71%), gevolgd door thee (61%), chocolade (52%) en sinaasappelsap (24%) Ruim de helft van de Nederlanders (53%) is bereid om tot 10% meer te betalen voor fairtradeproducten. 28% is niet bereid meer te betalen voor deze producten. Projectvoorkeur Meeste voorkeur voor 'Stop Aids Now' en 'Komt een boerka bij de dokter' Indien men een gewonnen geldprijs zou moeten schenken aan een van enkele voorgelegde goede doelen kiest 22% voor Stop Aids Now (opvang Aids-weeskinderen in Zuid-Afrika), 21% voor Cliniclowns (amusement voor kinderen in Nederlandse ziekenhuizen en 16% voor Mama Cash (leningen aan vrouwen in India die een eigen bedrijfje willen starten) Indien men zou mogen kijken naar een van enkele voorgelegde maatschappelijke televisieprogramma's kiest 27% voor 'Komt een boerka bij de dokter' (Artsen zonder Grenzen in Afghanistan), 16% voor 'Jumbo's en jakhalzen' (ivoorsmokkel in Tanzania) en 16% voor 'Jeans' (documentaire over een Chinese spijkerbroekenfabriek Als men als Minister van Ontwikkelingssamenwerking een geldbedrag zou mogen besteden in Mali aan een van enkele voorgelegde projecten, zou 21% kiezen voor de irrigatie van 400 boerenbedrijfjes, 21% voor de bouw van 100 basisscholen en 18% voor het aanleggen van een waterleiding in een grote sloppenwijk in de hoofdstad Overheid en beleid: werking ontwikkelingssamenwerking Geloof in principe van ontwikkelingssamenwerking maar velen betwijfelen of overheidsbudget goed wordt besteed 52% van de Nederlanders denkt dat de situatie van mensen ter plekke verbetert als geld aan ontwikkelingshulp goed wordt besteed 17% denkt dat het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking merendeels goed wordt besteed, 33% denkt dat het merendeels slecht wordt besteed Overheid en beleid: budget ontwikkelingssamenwerking Grote overschatting overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking. Meer dan de helft van de Nederlanders steunt huidige budget overheid voor ontwikkelingssamenwerking. 45% van de Nederlanders schat dat de overheid jaarlijks tussen de 2 en 6 miljard besteedt aan ontwikkelingssamenwerking, 38% denkt dat dit budget meer dan 6 miljard bedraagt en 17% schat het in op minder dan 2 miljard. Het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking in 2006 was circa 4 miljard euro. 8

66% is tegen verlaging van het huidige budget: hiervan vindt 53% dat de Nederlandse ontwikkelingshulp gelijk moet blijven en 13% wil een ruimer budget. 34% wil juist verlaging van het budget. Van degenen die een groter budget wensen, is de grootste groep (37%) voor circa 10% verhoging; van degenen die een lager budget wensen, is de grootste groep (34%) voor circa een halvering 35% staat achter het huidige beleid van relatief veel geld geven, 50% vindt dat Nederland evenveel aan ontwikkelingssamenwerking moet gaan uitgeven als andere landen De helft van de Nederlanders (50%) is tegen besteding van het budget voor ontwikkelingssamenwerking aan vredesoperaties. Ruim eenderde (37%) is hier voor. Overheid en beleid: enkele actuele beleidsissues Steun voor meer samenwerking overheid en bedrijfsleven bij besteding ontwikkelingsbudget 56% van de Nederlanders voelt ervoor dat de overheid een deel van het budget voor ontwikkelingssamenwerking geeft aan bedrijven ter investering in ontwikkelingslanden Remittances worden gezien als een vorm van ontwikkelingssamenwerking 61% vindt het een vorm van ontwikkelingssamenwerking als mensen in Nederland, die afkomstig zijn uit ontwikkelingslanden, geld of goederen sturen naar hun familie in het land van herkomst 40% denkt dat mensen afkomstig uit ontwikkelingslanden die in Nederland wonen minder geven aan ontwikkelingsdoelen dan de gemiddelde Nederlander De bevolking is verdeeld over vredesmissies 47% is tegen de missie in Afghanistan en 35% is voor 61% denkt dat de militairen zich uitsluitend of vooral bezighouden met militaire taken in plaats van wederopbouw 42% vindt dat de militairen volgens planning, in augustus volgend jaar, moeten terugkomen, 35% vindt dat de militairen eerder moeten terugkomen en 11% is van mening dat ze langer moeten blijven 3 Bijna de helft (49%) vindt dat de VN een missie naar Darfur moet sturen, 30% vindt van niet 52% vindt dat Nederland militairen naar Darfur moet sturen (46% als onderdeel van een VN-missie en 6% sowieso). Ruim eenderde (36%) is van mening dat Nederland geen militairen naar Darfur moet sturen. Verdeeldheid over punten in het regeerakkoord met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking. Meeste steun voor investering in duurzame energie voor ontwikkelingslanden. 32% is positief, 35% is negatief en 29% is neutraal over de plannen in het regeerakkoord om meer geld te besteden aan ontwikkelingssamenwerking 54% staat (zeer) positief tegenover extra geld voor duurzame energie in ontwikkelingslanden 39% staat (zeer) positief tegenover extra ondersteuning voor ontwikkelingslanden die achterlopen op een aantal belangrijke ontwikkelingsdoelstellingen 3 Deze peiling is nog van voor de twee omgekomen Nederlandse militairen in juni 2007. 9

38% staat (zeer) positief tegenover nieuwe stappen met betrekking tot het kwijtschelden van schulden van ontwikkelingslanden Overheid en beleid: rol gemeenten Redelijk draagvlak voor actieve betrokkenheid gemeenten bij ontwikkelingssamenwerking 32% vindt dat het bestuur van de gemeente waar men woont iets moet doen aan ontwikkelingssamenwerking, voor 44% is dat niet nodig 51% wil dat hun eigen gemeente een samenwerkingsverband aangaat met een gemeente in een ontwikkelingsland om de situatie daar te verbeteren 4 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp: millenniumdoelen Millenniumdoelen bij kleine minderheid bekend en het doel 'halvering aantal mensen onder armoedegrens' wordt niet haalbaar geacht 30% van de bevolking heeft mogelijk van de millenniumdoelen gehoord: hiervan geeft 12% aan ervan te hebben gehoord en 18% gelooft er van te hebben gehoord. 62% heeft er niet van gehoord. Van de 30% die (misschien) van deze doelen heeft gehoord, kan 48% geen juiste doelstellingen noemen. Van de overige 52% die wel een juist doel noemt, noemt 49% de armoede halveren en minder mensen honger, en 44% elk kind naar school Het met 75% terugdringen van moedersterfte tijdens de bevalling krijgt de hoogste slagingskans, 56% acht deze kans 50/50 of hoger Halvering van het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft, krijgt de laagste slagingskans, 78% acht deze kans gering of zelfs onmogelijk Ook de slagingskansen voor de oprichting van een internationaal samenwerkingsverband voor eerlijke handel in de wereld en alle kinderen tussen de 6 en 12 jaar naar school, worden relatief laag ingeschat. Respectievelijk 66% en 65% geeft deze millenniumdoelen een kleine tot geen kans van slagen. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp: vrije wereldhandel Een meerderheid is voor het vrij exporteren door ontwikkelingslanden, maar indien de belangen van Europa en ontwikkelingslanden meer worden geconcretiseerd worden de Europese handelsbarrières wel breder gesteund 57% vindt dat ontwikkelingslanden zonder belemmeringen moeten kunnen exporteren naar Europa 40% is voor handhaving van Europese handelsbarrières om de economie te beschermen en 35% vindt dat deze moeten worden opgeheven 35% is voor handhaving van handelsbarrières om de werkgelegenheid te beschermen en 26% vind dat deze moeten worden opgeheven om armoede te verminderen in ontwikkelingslanden 4 Dit percentage is hoger dan het percentage dat vindt dat het bestuur van de gemeente waar men woont iets moet doen aan ontwikkelingssamenwerking. Mogelijk krijgen initiatieven van het gemeentebestuur minder steun dan initiatieven waarbij gemeente en bestuur niet direct gekoppeld zijn. Dit zou aansluiten bij het lage vertrouwen van burgers in de overheid in het algemeen. 10

Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp: Nederland en multilaterale instellingen op het terrein van internationale samenwerking Een vrij kleine groep Nederlanders is van mening dat de overheid meer geld moet uitgeven aan verschillende multilaterale instellingen 32% van de bevolking vindt dat de Nederlandse overheid meer geld moet geven aan de WHO, gevolgd door Unicef (26%), Unesco (12%), VN (5%), Wereldbank (5%), NAVO (4%) en Europese Unie (3%) 51% vindt dat de overheid minder moet geven aan de Europese Unie, gevolgd door NAVO (44%), Wereldbank (37%), VN (37%), Unesco (19%), Unicef (13%) en WHO (11%) 1.3.2 Vergelijking 2006-2007 Betrokkenheid en informatie Percentage Nederlanders dat aangeeft geld te doneren is afgenomen Het aandeel Nederlanders (44%) dat zegt het afgelopen jaar geld te hebben gedoneerd aan acties of organisaties voor ontwikkelingslanden is wat minder dan in 2006 (49%) Van de Nederlanders die gedoneerd hebben is echter het aantal dat meer dan 100 euro geeft toegenomen van 20% in 2006 naar 24% in 2007. In 2007 denken meer Nederlanders (12%) dat de informatie over ontwikkelingslanden op televisie meestal onjuist is dan in 2006 (9%) Overheid en beleid: werking ontwikkelingssamenwerking Vertrouwen in werking en besteding toegenomen Het percentage Nederlanders dat denkt dat de situatie van mensen in ontwikkelingslanden verbetert als gevolg van ontwikkelingshulp is gestegen van 43% in 2006 naar 52% in 2007 Het aandeel dat denkt dat het geld dat de overheid uitgeeft merendeels slecht wordt besteed is afgenomen van 37% in 2006 naar 33% in 2007 Overheid en beleid: budget ontwikkelingssamenwerking Het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking wordt vaker te hoog ingeschat. Verschuiving van budgetverhoging naar gelijkblijvende uitgaven Het overheidsbudget voor ontwikkelingshulp wordt in 2007 (38%) vaker te hoog (boven de 6 miljard) ingeschat dan in 2006 (34%) Het aandeel mensen dat vindt dat het overheidsbudget moet worden vergroot is iets afgenomen: van 17% in 2006 naar 13% in 2007. Het percentage dat vindt dat dit budget gelijk moet blijven is gestegen van 46% in 2006 naar 53% in 2007 Overheid en beleid: enkele actuele beleidsissues Geen verschillen in de houding ten aanzien van remittances 11

Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp: millenniumdoelen Bekendheid millenniumdoelen is toegenomen. Daarnaast is men wat positiever over de slagingskans van halvering van armoede. Het percentage Nederlanders dat nog nooit gehoord heeft van millenniumdoelen is afgenomen van 69% in 2006 naar 62% in 2007 Van Nederlanders die beweren van de millenniumdoelen te hebben gehoord noemen in 2007 meer mensen (52%) tenminste een goed millenniumdoel dan in 2006 (47%) Het aantal mensen dat de halvering van armoede in de wereld 50% kans van slagen geeft is toegenomen van 16% in 2006 naar 20% in 2007. Het aandeel dat dit millenniumdoel geen kans van slagen geeft is afgenomen Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp: vrije wereldhandel Meer steun voor opheffing importbelemmeringen Het aandeel mensen dat geen mening heeft over de export van ontwikkelingslanden naar Europa zonder belemmeringen is toegenomen van 11% in 2006 naar 20% in 2007 Het aandeel dat voor handhaving is van de Europese handelsbarrières is in vergelijking met 2006 met 9% gedaald naar 40%. Het aandeel voor opheffing is gestegen van 30% naar 35%. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp: rol gemeenten Meer onduidelijkheid over de rol van gemeenten met betrekking tot ontwikkelingshulp Het aandeel Nederlanders dat geen mening heeft over de rol van de gemeenten bij internationale samenwerking is toegenomen van 20% in 2006 naar 24% in 2007 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp: Nederland en multilaterale instellingen op het terrein van internationale samenwerking Meer geld over voor de WHO In 2007 geven Nederlanders (32%) wat vaker aan dat de overheid meer geld moet geven aan de WHO dan in 2006 (29%) Minder mensen geven in 2007 aan dat de overheid minder geld moet geven aan de EU, NAVO en Unesco 1.3.3 Moderne burgerij Dit milieu is te omschrijven als de conformistische, statusgevoelige burgerij die een evenwicht zoekt tussen traditie en moderne waarden, zoals consumeren en genieten. Betrokkenheid en informatie Men zegt relatief minder vaak dat men geld doneert aan acties of organisaties voor ontwikkelingslanden. Moderne burgers zijn min of meer slecht geïnformeerd over ontwikkelingssamenwerking. Men geeft vaker aan slecht op de hoogte te zijn van wat er in ont- 12

wikkelingslanden gebeurt. Ook is men minder bekend met het fairtradeassortiment in de supermarkten en is men ook weinig bereid hier meer voor te betalen. Qua projectvoorkeur zijn moderne burgers meer gericht op projecten in Nederland die te maken hebben met gezondheid en kinderen. Wat betreft maatschappelijke televisie zou men vaker kijken naar programma's met een hoog amusementsgehalte zoals 'Idols in Suriname' Overheid en beleid Men is relatief negatief over de werking van ontwikkelingssamenwerking. Zo geven moderne burgers vaker aan dat de situatie in ontwikkelingslanden niet verbetert als gevolg van ontwikkelingshulp en denkt men vaker dat het overheidsgeld slecht wordt besteed. Moderne burgers zijn slecht op de hoogte van het overheidsbudget voor ontwikkelingshulp en schatten dit minder vaak goed in dan de gemiddelde Nederlander. Men is vaker van mening dat het budget moet worden verminderd. Men heeft binnen dit milieu vaker geen mening over het besteden van een gedeelte van het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking kan worden besteed aan bedrijven of aan vredesmissies. Moderne burgers hebben ook vaker geen mening ten aanzien van remittances. Wat betreft de vredesmissies staan moderne burgers minder positief tegenover van de missie in Afghanistan en men denkt vaker dat het leger hier uitsluitend militaire taken heeft. Men is dan ook vaker van mening dat de Nederlandse militairen eerder moeten terugkeren uit Afghanistan. Men is voor een missie naar Darfur (zowel van de VN als van Nederland). Ook over de aandacht voor ontwikkelingssamenwerking in het regeerakkoord zijn moderne burgers wat meer negatief gestemd. Op vrijwel alle punten is men negatiever dan de gemiddelde Nederlander. Kortom, moderne burgers zijn minder positief over extra inspanningen van het huidige kabinet op het gebied van ontwikkelingshulp. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Moderne burgers zijn minder bekend met de millenniumdoelen. Men geeft ook vaker een onjuist antwoord indien men wordt gevraagd een millenniumdoel te noemen. Daarnaast is men meer pessimistisch ingesteld over de slagingskans van terugdringing van armoede, alle kinderen naar school en vermindering van moedersterfte. Wat betreft vrije wereldhandel zijn moderne burgers ook wat negatiever ingesteld. Men vindt minder vaak dat ontwikkelingslanden zonder belemmeringen moeten kunnen exporteren naar Europa en men is vaker voor de handhaving van de Europese importbelemmeringen. Over de rol van de gemeenten inzake internationale samenwerking geven moderne burgers vaker aan dat men hierin geen rol voor de eigen gemeente ziet weggelegd. 13

Volgens moderne burgers zou de overheid vaker minder geld moeten besteden aan diverse multilaterale organisaties op het gebied van internationale samenwerking. Conclusie Kort samengevat is de moderne burger niet veel bezig met ontwikkelingssamenwerking. Men concentreert zich meer op Nederland en lokale problemen. Men vindt besteding van overheidsgeld aan ontwikkelingslanden eerder niet erg nuttig en heeft liever dat dit budget wordt verlaagd. Onder moderne burgers is relatief weinig draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. 1.3.4 Opwaarts mobielen Dit milieu is te omschrijven als carrièregerichte individualisten met een uitgesproken fascinatie voor sociale status, nieuwe technologie, risico en spanning. Betrokkenheid en informatie Men geeft binnen dit milieu minder vaak aan het afgelopen jaar geld te hebben gegeven aan ontwikkelingshulp. Wat betreft informatie over ontwikkelingssamenwerking en bekendheid met fairtradeproducten wijkt men nauwelijks af van het gemiddelde. Overheid en beleid Over de werking van ontwikkelingssamenwerking hebben opwaarts mobielen geen afwijkende mening. Ook wat betreft besteding van het overheidsbudget wijkt men niet erg af van de gemiddelde Nederlander. Typische waarden voor opwaarts mobielen zijn: praktisch, optimistisch, ondernemend, resultaatgericht en zakelijk. Men vindt het dan ook vaker een goed idee om een gedeelte van het overheidsbudget voor ontwikkelingshulp te geven aan bedrijven die dat investeren in ontwikkelingslanden. Ook stemmen opwaarts mobielen vaker in met besteding van het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking aan vredesoperaties. Opwaarts mobielen staan positiever tegenover vredesmissies dan de gemiddelde Nederlander. Men is het vaker eens met de aanwezigheid van het Nederlandse leger in Afghanistan en vindt ook vaker dat de militairen daar langer moeten blijven. Ook vindt men binnen dit milieu vaker dat Nederland een missie naar Darfur moet sturen. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Opwaarts mobielen zijn relatief optimistisch over de millenniumdoelen. Men geeft bijvoorbeeld vaker aan dat de volgende millenniumdoelen een grote of 50% kans van slagen hebben: terugdringen van armoede, alle kinderen naar school en eerlijke wereldhandel. Opwaarts mobielen zijn relatief vaker voor handhaving van de Europese handelsbarrières om de eigen economie en werkgelegenheid te beschermen. Werk en geld staan bij dit milieu in een hoog vaandel; men voelt zich hierin dan waarschijnlijk eerder bedreigd als de handelsbarrières zouden worden opgeheven. 14

Wat betreft de multilaterale organisaties is onder opwaarts mobielen relatief veel steun voor de NAVO. Dit komt overeen met de positieve houding van dit milieu ten aanzien van vredesmissies. Opwaarts mobielen hechten blijkbaar veel belang aan veiligheid. Conclusie Onder opwaarts mobielen bestaat een gering draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking in het algemeen, maar wel specifiek voor vredesmissies. Een bedrijfsmatige aanpak heeft de voorkeur. Men is optimistisch over millenniumdoelen en angstig voor vrije wereldhandel. 1.3.5 Postmaterialisten Dit milieu is te omschrijven als maatschappijkritische idealisten die zichzelf willen ontplooien, stelling nemen tegen sociaal onrecht en opkomen voor het milieu. Betrokkenheid en informatie Men zegt het afgelopen jaar relatief vaker en meer geld te hebben gedoneerd aan ontwikkelingsdoelen. Men is meer dan gemiddeld bekend met fairtradeproducten en men is ook meer bereid hiervoor extra te betalen. Projectvoorkeur Postmaterialisten hebben een voorkeur voor projecten in het buitenland. Dit waarschijnlijk omdat men denkt dat men daar meer hulp nodig heeft dan in Nederland. Men zou bijvoorbeeld een gewonnen geldprijs eerder doneren aan projecten als Stop Aids Now en Mama Cash. Overheid en beleid Posmaterialisten zijn positief over de werking van ontwikkelingshulp. Men is echter wel kritisch ten aanzien van de besteding van het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking. Dit wordt naar hun mening even vaak goed als slecht besteed. Men is wel vaker van mening dat dit budget moet worden verhoogd. Men vindt ook vaker dat Nederland in vergelijking met andere landen relatief veel moet blijven uitgeven aan ontwikkelingshulp. Verder is binnen dit milieu minder draagvlak voor besteding van het budget aan militaire vredesoperaties. Echter, men is wel vaker van mening dat de VN en/of Nederland een vredesmissie moet sturen naar Darfur. Niet verwonderlijk is dat postmaterialisten zeer positief zijn gestemd over alle nieuwe punten in het regeerakkoord ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking. Deze komen namelijk overeen met hun eigen opvattingen en maatschappelijke betrokkenheid. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Postmaterialisten geven vaker aan bekend te zijn met de millenniumdoelen. Daarnaast bestaat bij dit milieu ook veel draagvlak voor vrije wereldhandel. Men is vaker van mening dat Europa de handelsbarrières moet opheffen zodat arme landen kunnen meeprofiteren van vrije wereldhandel. Ook zien postmaterialisten vaker een rol voor de eigen gemeenten op het gebied van ontwikke- 15

lingssamenwerking. De samenwerking met multilaterale organisaties kan binnen dit milieu op veel steun rekenen. Men vindt bijvoorbeeld vaker dat de overheid meer geld moet geven aan Unicef, de WHO, Unesco en de VN. Conclusie Bij de postmaterialisten bestaat veel draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. Men ziet ontwikkelingshulp als nuttig en is vaker voor een verhoging van het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking, opheffen van importbelemmeringen en vrije wereld handel ten behoeve van de armere landen. Verder is men vaker bekend met millenniumdoelen en meer betrokken bij internationale samenwerking. 1.3.6 Nieuwe conservatieven Dit milieu is te omschrijven als de liberaal-conservatieve maatschappelijke bovenlaag, die alle ruimte wil geven aan technologische ontwikkeling, maar tegenstander is van sociale en culturele vernieuwing. Betrokkenheid en informatie Bij nieuwe conservatieven bestaat een gemiddeld draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. Men heeft het afgelopen jaar meer dan gemiddeld gedoneerd aan organisaties voor ontwikkelingshulp. Daarnaast is men meer op de hoogte van ontwikkelingssamenwerking. Nieuwe conservatieven staan echter relatief negatief tegenover fairtradeproducten. Men is hier wel vaker bekend mee, maar men koopt deze minder vaak dan de gemiddelde Nederlander. Projectvoorkeur Bij nieuwe conservatieven bestaat een voorkeur voor projecten die te maken hebben met ondernemerschap en zelfredzaamheid. Zo zou men vaker een gewonnen geldprijs doneren aan Mama Cash, om zo het ondernemerschap onder Indiase vrouwen te stimuleren. Als minister van Ontwikkelingssamenwerking zou men binnen dit milieu vaker subsidie geven aan een Nederlands onderneming die een bedrijf opstart in Afrika. Overheid en beleid Nieuwe conservatieven zijn relatief goed op de hoogte van het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking. Men vindt ook vaker dat een deel van dit geld kan worden besteed aan het bedrijfsleven dat investeert in ontwikkelingslanden of aan vredesmissies. Ook onder nieuwe conservatieven zijn relatief meer voorstanders van vredesmissies. Echter, men vindt wel vaker dat de Nederlandse militairen volgens planning moeten terugkeren uit Afghanistan. Nieuwe conservatieven denken vaker dat mensen uit ontwikkelingslanden woonachtig in Nederland, minder geld besteden aan ontwikkelingsdoelen dan de gemiddelde Nederlander. Wat betreft het nieuwe regeerakkoord zijn nieuwe conservatieven relatief negatief over de plannen om meer geld te besteden aan ontwikkelingssamenwerking. Men is wel positief over extra investering in duurzame energie. 16

Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Nieuwe conservatieven geven vaker aan wel eens van de millenniumdoelen te hebben gehoord. Men geeft het doel om de armoede in de wereld te halveren vaker een kleine slagingskans. Volgens nieuwe conservatieven hoeven gemeenten geen activiteiten op het gebeid van ontwikkelingssamenwerking te ontplooien. Conclusie Bij nieuwe conservatieven bestaat een gemiddeld draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. Men is wel bereid te doneren en doet dit in hoge mate. Men is negatief over verhoging van het overheidsbudget, maar ziet wel heil in het stimuleren van meer zelfredzaamheid via het bedrijfsleven. Verder is men redelijk positief over vredesmissies om zo de mondiale orde en veiligheid te bewaken. 1.3.7 Traditionele burgerij De plichtsgetrouwe burgers, die vasthouden aan traditionele normen en waarden en materiële bezittingen. Betrokkenheid en informatie Traditionele burgers geven aan een iets hoger dan gemiddeld bedrag uit te geven aan organisaties of acties voor ontwikkelingslanden, maar niet significant hoger. Dit milieu heeft wel moeite met informatie over dit onderwerp. Men geeft ook vaker aan niet te weten of men goed op de hoogte is. Men is minder bekend met het fairtradeassortiment in de supermarkt en heeft vaker geen idee of men meer wil betalen voor dergelijke producten. Projectvoorkeur Traditionele burgers hebben een voorkeur voor de traditionele Nederlandse projecten en projecten die te maken hebben met kinderen. Men zou een gewonnen geldbedrag bijvoorbeeld vaker schenken aan Jantje Beton en in de hoedanigheid van minister van Ontwikkelingssamenwerking zou men eerder een inentingsprogramma voor kinderziektes in Mali steunen. Overheid en beleid Traditionele burgers wijken niet veel af van de gemiddelde Nederlander voor wat betreft de mening over de rol overheid en het beleid met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking. Echter, op veel punten (budget, remittances en vredesmissies) geven traditionele burgers vaker aan geen mening te hebben. Het algemene beeld is dat de traditionele burger weinig zicht heeft op de activiteiten van de overheid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en dat men hierdoor moeite heeft met het vormen van een goed beeld. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Traditionele burgers geven minder vaak aan wel eens van millenniumdoelen te hebben gehoord. Ook hierbij geeft men vaker aan hier geen mening over te hebben. Men is wel wat vaker positief over de slagingskans van het millenniumdoel om de armoede in de wereld te halveren. 17

Ook ten aanzien van vrije wereldhandel en de rol van gemeenten binnen internationale samenwerking hebben traditionele burgers vaker geen mening. Conclusie Traditionele burgers hebben moeite met meningsvorming ten aanzien van internationale samenwerking en ontwikkelingshulp. Men heeft over veel zaken eigenlijk geen mening. De aandacht van deze groep gaat uit naar het verbeteren van omstandigheden van kinderen en het bestrijden van ziektes. Traditionele burgers zijn gemiddeld betrokken bij ontwikkelingssamenwerking. 1.3.8 Kosmopolieten Dit milieu bestaat uit open en kritische wereldburgers die postmoderne waarden vertegenwoordigen zoals ontplooien en beleven en deze integreren met moderne waarden als maatschappelijk succes, materialisme en genieten. Betrokkenheid en informatie Het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking onder kosmopolieten is relatief hoog. Men is maatschappelijk betrokken en mondiaal ingesteld. Zo zegt men vaker het afgelopen jaar geld te hebben gegeven aan ontwikkelingshulp. Men geeft ook vaker aan goed geïnformeerd te zijn over ontwikkelingssamenwerking. Kosmopolieten zijn wel kritisch ten aanzien van informatie over ontwikkelingslanden, men geeft namelijk vaker aan dat informatie hierover op televisie meestal onjuist is. Verder is men relatief bekend met fairtradeproducten in supermarkten. Men is ook vaker bereid hier meer voor te betalen (en wel tot 20% meer). Projectvoorkeur Ook uit de projectvoorkeur blijkt de internationale instelling van de kosmopoliet. Men kiest vaker internationale projecten zoals Stop Aids Now en men kijkt eerder naar een documentaire over een Chinese Spijkerbroekfabriek. Als men ontwikkelingsgeld van de overheid in Mali moest besteden dan zou men eerder kiezen voor de bouw van 100 basisscholen. Onderwijs en zelfontplooiing zijn binnen dit milieu belangrijke zaken. Overheid en beleid Ook over de rol van de Nederlandse overheid zijn kosmopolieten redelijk positief. Men geeft minder vaak aan dat, indien het budget goed wordt besteed, de situatie van mensen in ontwikkelingslanden niet verbetert. Men is gemiddeld goed op de hoogte van het overheidsbudget voor ontwikkelingsamenwerking en vindt dat dit budget gelijk moet blijven en minder vaak dat dit moet worden verminderd. Verder zijn kosmopolieten vaker van mening dat delen van het overheidsbudget mogen worden gebruikt voor vredesmissies. Vanuit de internationale instelling van deze groep is het niet verwonderlijk dat men positief is over remittances. Men ziet deze vaker als een vorm van ontwikkelingshulp en men is vaker van mening dat mensen afkomstig uit ontwikkelingslanden woonachting in Nederland meer geven aan ontwikkelingsdoelen dan de gemiddelde Nederlander. 18

Wat betreft de vredesmissies wijken kosmopolieten niet veel af van het gemiddelde. Men vindt wel vaker dat Nederland als onderdeel van een VN-missie militairen moet sturen naar Darfur. Vanuit hun betrokken houding zijn kosmopolieten vaker positief over vrijwel alle punten in het regeerakkoord die gaan over internationalesamenwerking en ontwikkelingshulp. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Kosmopolieten geven vaker aan wel eens van de millenniumdoelen te hebben gehoord. Het aantal mensen dat tenminste één goed millenniumdoel kan noemen is dan ook hoger dan gemiddeld. Men is wat positiever dan de gemiddelde Nederlander over de slagingskans van het doel om in 2015 alle kinderen tussen de 6 en 12 jaar onderwijs te laten genieten. Kosmopolieten staan relatief positief tegenover vrije wereldhandel. Men is vaker voor opheffing van de Europese handelsbarrières om de armoede in de ontwikkelingslanden te verminderen. Ook vinden kosmopolieten vaker dat hun eigen gemeente activiteiten moet ontplooien op het gebied van ontwikkelingssamenwerking of dat de gemeente een samenwerkingsverband moet aangaan met een gemeente in een ontwikkelingsland. Kosmopolieten hebben een voorkeur voor grote internationale organisaties en de Nederlandse overheid zou volgens hen vaker meer geld moeten geven aan de WHO, Unicef en Unesco. Conclusie De kosmopoliet is betrokken bij en staat achter ontwikkelingssamenwerking. Binnen dit milieu koopt men eerder fairtradeproducten en ook tegen een hogere prijs. Men vindt het belangrijk dat de overheid en gemeenten actief zijn in internationale samenwerking. Het opheffen van handelsbarrières en onderwijs zijn belangrijke middelen voor een vermindering van achterstanden in ontwikkelingslanden. 1.3.9 Postmoderne hedonisten Dit milieu omvat de pioniers van de beleveniscultuur, waarin experiment en het breken met morele en sociale conventies doelen op zichzelf zijn. Betrokkenheid en informatie Postmoderne hedonisten zijn gemiddeld betrokken bij ontwikkelingssamenwerking. Men is wel meer dan gemiddeld bekend met fairtradeproducten en ook het meest bereid om hiervoor extra te betalen. Projectvoorkeur Wat betreft projectvoorkeur lijken postmoderne hedonisten meer interesse te hebben in projecten die te maken hebben met ondersteuning van ondernemerschap (zoals Mama Cash). Binnen dit milieu wordt veel waarde gehecht aan 19

individualisme en onafhankelijkheid, Projecten als Mama Cash of het irrigeren van 400 Malinese boerenbedrijfjes kunnen daar een bijdrage aan leveren. Wat betreft de voorkeur voor televisieprogramma's kiezen postmoderne hedonisten voor meer spanning en sensatie, zoals Jumbo's en jakhalzen (documentaire over ivoorsmokkel in Tanzania). Overheid en beleid Postmoderne hedonisten geven vaker aan dat het merendeel van het overheidsbudget goed wordt besteed. Hierin is dit milieu dus optimistischer dan de gemiddelde Nederlander. Ook hecht men belang aan overheidsactiviteiten op dit gebied. Men geeft dan ook vaker aan dat het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking moet worden verhoogd en Nederland relatief meer moet uitgeven dan andere landen. Wat betreft vredesmissies en remittances wijken postmoderne hedonisten niet veel af van het landelijk beeld. De optimistische instelling van de postmoderne hedonisten blijkt ook uit hun positieve houding ten aanzien van de extra aandacht voor ontwikkelingssamenwerking in het nieuwe regeerakkoord. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Postmoderne hedonisten geven vaker aan wel eens van de millenniumdoelen te hebben gehoord. Men heeft ook meer dan gemiddeld tenminste één goed millenniumdoel genoemd. Wat betreft inschatting van de slagingskans wijkt men nauwelijks af van het gemiddelde. Wat betreft vrije wereldhandel en de rol van de gemeenten vertonen postmoderne hedonisten nauwelijks verschillen ten opzichte van de landelijke bevolking. Behalve dat men minder vaak aangeeft dat het eigen gemeentebestuur activiteiten moet ontplooien op het gebied van ontwikkelingshulp. Conclusie Bij dit milieu bestaat een redelijk draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. Men is relatief goed bekend met fairtradeproducten en wil er vaker meer voor betalen. Men is ook relatief goed bekend met de millenniumdoelen. Men staat positief tegenover de punten in het nieuwe regeerakkoord en denk vaker dat het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking goed wordt besteed. Kenmerkend voor deze groep is dat men waarde hecht aan onafhankelijkheid. Dit komt tot uitdrukking in de voorkeur voor projecten die ondernemerschap in ontwikkelingslanden stimuleren. 1.3.10 Gemaksgeoriënteerden De spontane consumenten die in de eerste plaats streeft naar een onbezorgd, plezierig en comfortabel leven. 20

Betrokkenheid en informatie Gemaksgeoriënteerden staan nogal onverschillig tegenover ontwikkelingshulp. Men zegt relatief weinig geld uit te geven aan ontwikkelingsdoelen, is onbekend met fairtradeproducten en ook niet bereid hier meer voor te betalen. Projectvoorkeur Gemaksgeoriënteerden hebben net als de moderne burgerij een voorkeur voor Nederlandse projecten met kinderen. Men zou bijvoorbeeld eerder een gewonnen geld bedrag doneren aan Jantje Beton. Wat betreft televisieprogramma's kijken gemaksgeoriënteerden vaker naar programma's met een hoog amusementsgehalte zoals 'Idols in Suriname' of 'Niks Miss in Maleisië'. Overheid en beleid Gemaksgeoriënteerden zijn negatiever gestemd over de werking van ontwikkelingshulp en daarnaast denkt men vaker dat het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking merendeels slecht wordt besteed. Men heeft verder geen uitgesproken mening over besteding van dit budget aan vredesmissies of het bedrijfsleven dat investeert in ontwikkelingslanden. Gemaksgeoriënteerden vinden remittances geen vorm van ontwikkelingshulp. Men heeft ook geen uitgesproken mening over vredesmissies of de punten over ontwikkelingssamenwerking uit het nieuwe regeerakkoord. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Gemaksgeoriënteerden zijn relatief slecht bekend met de millenniumdoelen. Men geeft vaker aan hier niet van te hebben gehoord. Wat betreft vrije wereldhandel, de rol van de gemeenten en steun aan multilaterale organisaties hebben gemaksgeoriënteerden geen afwijkende mening. Conclusie Onder gemaksgeoriënteerden is relatief weinig draagvlak voor ontwikkelingshulp. Men is hier niet zo in geïnteresseerd. Men is minder bekend met fairtradeproducten en ook niet bereid hiervoor meer te betalen. Indien internationale samenwerking hiermee kan worden gecombineerd met amusement en vermaakdan is deze groep misschien wat meer te interesseren. 1.3.11 Opwaarts mobielen en postmoderne hedonisten Binnen de speciale aandachtsgroep voor NCDO (de opwaarts mobielen en postmoderne hedonisten) zijn op de indicatoren voor draagvlak voor internationale samenwerking in vergelijking met vorig jaar de volgende verschillen gevonden. In 2007 geven minder mensen aan nog nooit te hebben gehoord van de millenniumdoelen 54% van de mensen die aangaven van de millenniumdoelen te hebben gehoord hebben tenminste één doel goed genoemd. In 2006 was dit 39%. De meest bekende millenniumdoelen onder de mensen die tenminste één goed millenniumdoel hebben genoemd zijn evenals in 2006 halvering van armoede en alle kinderen tussen de 6 en 12 jaar naar school. In 2007 schatten meer mensen het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking te hoog in (meer dan 6 miljard) 21

In 2007 zijn minder mensen voor belemmeringvrije export van ontwikkelingslanden naar Europa en meer mensen hebben hier geen mening over In 2007 hebben meer mensen geen mening over of het bestuur van de eigen gemeente activiteiten moeten ontplooien op het gebied van ontwikkelingssamenwerking Samengevat is de bekendheid van de millenniumdoelen onder deze doelgroep toegenomen. Daarnaast is de steun voor vrije export door ontwikkelingslanden naar Europa iets afgenomen. Op de overige indicatoren is vooral het aandeel mensen dat geen mening heeft toegenomen 22

2 Inleiding In opdracht van NCDO heeft Motivaction International B.V. onderzoek uitgevoerd naar onderdelen van het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking en internationale samenwerking. Het onderzoek vormt de tweede meting in een reeks jaarlijks te verrichten metingen naar draagvlak onder de Nederlandse bevolking en de verschillende Mentality-milieus. Het eerste onderzoek heeft vorig jaar (2006) plaatsgevonden. Omdat niet alle onderdelen van het draagvlak onderzocht kunnen worden door middel van publiek opinieonderzoek verzamelt NCDO aanvullende data op andere manieren; deze gegevens zijn niet in dit rapport opgenomen. 2.1 Achtergrond van het onderzoek De missie van NCDO kan als volgt worden omschreven: "NCDO heeft ten doel het maatschappelijke en politieke draagvlak in Nederland voor internationale samenwerking en duurzame ontwikkeling te handhaven en te versterken." NCDO geeft uitvoering aan haar doelstelling door brede publiekscommunicatie en -voorlichting, door investeringen in publieke meningsvorming, door (mede-) financiering van activiteiten waarmee burgers vanuit eigen kracht en motivatie hun verantwoordelijkheid nemen, en door publieksonderzoek en publicaties. NCDO stimuleert de betrokkenheid van burgers bij en participatie in beleid van de Nederlandse overheid. Vanaf 2007 gaat NCDO communiceren over resultaten van inspanningen van overheid en burgers en, in verbinding daarmee, over het Europese internationale beleid. In dit onderzoek zijn ook vragen ter voorbereiding op het nieuwe beleidskader 2007-2010 gesteld. Door genoemde doelstellingen na te streven draagt NCDO bij aan de realisatie van de doelen zoals geformuleerd in de VN Millenniumverklaring van New York 2000. 5 Om inzicht te krijgen in het maatschappelijke draagvlak voor ontwikkelingshulp en internationale samenwerking en aanknopingspunten te verkrijgen voor handhaving en versterking hiervan, peilt NCDO regelmatig het draagvlak door middel van grootschalig, empirisch onderzoek onder de bevolking. In 2006 is ervoor gekozen een nieuw, uitgebreider instrument te ontwikkelen om draagvlak te meten. Er zal niet meer alleen zoals voorheen gekeken worden naar het percentage van de bevolking dat het huidige overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking (ODA) steunt en het bedrag aan giften, maar ook andere indicatoren zullen onder de loep worden genomen. In onderling overleg hebben Motivaction en NCDO enkele van deze indicatoren geoperationaliseerd en is de vra- 5 NCDO Beleidskader 2007-2010. 23

genlijst zoals die voorheen werd gebruikt, hierop aangepast. De meting van 2006 geldt als 0-meting voor de periode 2007-2010. De huidige meting van 2007 geldt als 1-meting en wordt op relevante punten vergeleken met de 0-meting van 2006. Tevens is dit jaar aandacht besteed aan een aantal nieuwe onderwerpen zoals fairtradeproducten en projectvoorkeur. 2.2 Doelstelling en probleemstelling De doelstelling van het onderzoek is: Inzicht bieden in de publieke opinie betreffende onderwerpen van internationale samenwerking die deel uitmaken van het draagvlak voor internationale samenwerking. Op basis van deze inzichten kunnen NCDO en andere belanghebbenden het draagvlak zo effectief mogelijk onderhouden en versterken. De probleemstelling is meerledig en luidt: In welke mate en op welke manier is de Nederlandse bevolking betrokken bij ontwikkelingssamenwerking? Welke opvattingen bestaan er over de manier waarop ontwikkelingssamenwerking vorm moet krijgen en de rol van de overheid daarin? Welke opvattingen bestaan er over internationale samenwerking? Welke opvattingen en houding hebben de verschillende Mentalitymilieus? Welke ontwikkelingen zijn te onderscheiden in het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking vergeleken met de 0-meting van 2006? NCDO wil door middel van de draagvlakmonitor inzicht verkrijgen in onder meer de volgende vraagstukken: Betrokkenheid en informatie In hoeverre is de bevolking betrokken bij ontwikkelingslanden? Wat zijn de uitingsvormen van deze betrokkenheid? In welke mate zijn Nederlanders naar hun eigen mening op de hoogte van wat er in ontwikkelingslanden gebeurt? Hoe betrouwbaar vindt men informatie over ontwikkelingslanden op televisie? Hoe staat men tegenover fairtrade producten? Overheid en beleid Wat is de werking van ontwikkelingssamenwerking? Heeft men er vertrouwen in dat het overheidsbudget aan ontwikkelingshup goed wordt besteed? Hoeveel draagvlak is er voor het huidige overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking. Hoe weet men dit budget te schatten? Vindt men dat de overheid meer geld moet besteden aan ontwikkelingssamenwerking? Is er steun voor meer samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven bij besteding van het ontwikkelingsbudget? In hoeverre is het gewenst dat gemeenten een actievere rol op zich nemen bij ontwikkelingssamenwerking? Hoe kijkt men aan tegen militaire vredesoperaties? 24

Remittances Hoe kijkt men aan tegen inwoners van Nederland die afkomstig zijn uit ontwikkelingslanden die geld of goederen sturen naar het land van herkomst? Ziet men dit bijvoorbeeld als een vorm van ontwikkelingshulp? Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Hoe bekend zijn de millenniumdoelen onder Nederlanders? Welke kans van slagen hebben enkele millenniumdoelen volgens de Nederlandse bevolking? Hoeveel geld moet er beschikbaar worden gesteld voor multilaterale organisaties organisaties? Hoe kijkt men aan tegen handelsbarrières en importheffingen? Projectvoorkeur Welk soort projecten kan bij de gemiddelde Nederlander op de meeste steun rekenen? Welk soort televisieprogramma's over ontwikkelingssamenwerking kijkt men het liefst naar? 2.3 Methode van onderzoek Er zijn in totaal drie steeproeven getrokken: Nederland representatief, een 'boost' onder de voor NCDO belangrijke aandachtgroepen postmoderne hedonisten en opwaarts mobielen en boost onder jongeren in de leeftijd van 15 t/m 30 jaar. Het huidige rapport doet verslag van de eerste twee steekproeven. Van de steekproef onder jongeren wordt een separate rapportage opgesteld. Nederland representatief, mixed mode Gekozen is voor een mixed mode opzet. Enerzijds zijn er respondenten tussen de 16-65 jaar via een webmeting in het StemPunt.nu-panel van Motivaction benaderd. Om ook oudere respondenten, die niet goed zijn vertegenwoordigd in internetpanels, voldoende te kunnen betrekken in het onderzoek is er een aanvullende, schriftelijke meting gedaan. Hierbij zijn 65-80 jarigen benaderd. In totaal hebben 1.487 respondenten tussen 15 en 80 jaar deelgenomen aan het onderzoek 'Nederland representatief'. Van alle respondenten waren zowel sociodemografische kenmerken als Mentality-milieus al bekend. Boost postmoderne hedonisten en opwaarts mobielen Een specifieke wens van NCDO is de komende jaren speciaal aandacht te besteden aan het draagvlak onder de NCDO-doelgroepen opwaarts mobielen en postmoderne hedonisten. NCDO streeft ernaar dat het draagvlak onder deze doelgroepen jaarlijks met 2% stijgt. Om een dergelijke ambitieuze maar statistisch gezien erg kleine toename vast te kunnen stellen, dient een extra grote steekproef onder deze doelgroepen te worden getrokken. Om een toename van bijvoorbeeld 70 naar 72% als statistisch significant te kunnen aanmerken, dient de steekproef minimaal 2.400 te zijn. Een jaarlijkse steekproef van 2.400 postmoderne hedonisten en 2.400 opwaarts mobielen is erg kostbaar. Om de kosten beperkt te houden en toch iets zinnigs te kunnen zeggen over de ontwikkeling van draagvlak onder deze milieus, is besloten dit niet te toetsen onder postmoderne hedonisten en opwaarts mobielen apart maar onder deze groepen samengenomen. Ten tweede hebben we besloten 25