PROJECT DEN HAAG DANSSTAD

Vergelijkbare documenten
PROJECTBESCHRIJVING DEN HAAG DANSSTAD

PROJECT DANS EN SPORT

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT DE WIJK IN Leerlijn Erfgoed Thema Identiteit Groep 3 en 4 februari 2018

PROJECT SYMBOLISCHE VERHALEN

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT SAMEN ÉÉN

PROJECT HISTORISCHE PLEKKEN

PROJECT UTOPISCH DEN HAAG

Oriëntatie: Samen Scholen Beeldende Kunsteducatie. Helma Molenaars en Grada Buren.

PROJECT BEREGOEIE VERHALEN

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT DANS & SPORT

PROJECT INDUSTRIEEL ERFGOED

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT PERSPECTIEF Leerlijn Literatuur Thema Onze Stad Groep 5 en 6 maart 2018

PROJECT NOODZAAK OF NIET

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT DOOR, ONDER EN OVER

Lesbrief voor het voortgezet onderwijs. voorstelling BROOS

PROJECT BLIK OP DE TOEKOMST

PROJECT EVEN VOORSTELLEN

Cultuureducatie met Kwaliteit

PROJECT RECHT EN ONRECHT

Lesbrief. In Holland staat een Huis (AL) De Stilte/Huis voor Beeldcultuur

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT TOVEREN EN GAMES

Cultuureducatie met Kwaliteit

PROJECTBESCHRIJVING DE WIJK IN

Spot 2+ La Baracca (Italië)

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT RAAR Leerlijn Interdisciplinair Thema Identiteit Groep 5&6 nov 2018

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT DANS & SPORT

Erik Kessels, Holland Doc, De kijk van Kessels

De Stilte danst Alice

PROJECT BINNENSTEBUITEN

De Stilte 3x3 Festival op school

PROJECTBESCHRIJVING EVEN VOORSTELLEN

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT IN RAP EN ROER

Naschoolse activiteit Omschrijving Duur Locatie Prijs. 6 x 1 uur op school of het spilcentrum. x x x

PROJECT WIJ ZIJN BIJZONDER

PROJECT HAAGSE SKYLINE

Barrowland Ballet Tiger Tale / Tijgerverhaal

Brief LES. tegelijk GR EN. Handleiding voor de leerkracht Groep 7 en 8

RIETVELDS MEESTERWERK LEVE DE STIJL!

DANS MET MIJ! LESBRIEF

LESBRIEF. Bosch in Bed

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT EVEN VOORSTELLEN

PROJECT HAAGSE BOODSCHAPPEN

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT DAT HAD JE GEDROOMD

Vliegende Koe de Stilte (Nederland)

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

PROJECTBESCHRIJVING HISTORISCHE PLEKKEN

Brief LES. tegelijk GR EN. Groep 7 en 8

CONCEPT TOOL ONTWERPEN IN BEELD VOOR EIGEN GEBRUIK

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT DURF Leerlijn Interdisciplinair Thema Identiteit Groep 7&8 nov 2018

DOORLOPENDE LEERLIJNEN DANS

Shadow Games T42 (Zwitserland)

LESBRIEF. De Kartonbewoners

STILL: workshop fotobewerking

Blocks 2+ Puppet Theatre Maribor (Slovenië)

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT ERFGOED VAN DE INDUSTRIALISERING

1. Dansacties 1. Dansacties 1. Dansacties 1. Dansacties

PROJECTBESCHRIJVING NAAR BUITEN

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

PROJECT SCHATTIG SPELEN

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT DANSEN ALS EEN

Samen toekomst schrijven Groep 5-6

A Mano 6+ El Patio Teatro (Spanje)

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT IK SPEEL

Lesbrief. Mongens en Jeisjes

VLIEG OP! Laura van Hal & STIP Producties

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT DANSEN ALS EEN

Gratis cultuuronderwijs voor Haagse basisscholen: een digitale ladekast met 128 projecten voor de groepen 1-8

JA BUKA! Trešnja Municipal Theatre (Kroatië)

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT NIEUWE VERHALEN

PROJECT TEKST IN BEELD

Samenvatting leerlijn Cultureel Erfgoed Thema Verhalen

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT TEKST IN BEELD

Red met jouw klas de wereld! Handleiding van het digitale educatiepakket bij de voorstelling: Wij redden de wereld

Lesvoorbereiding Studie en loopbaan Keuze- en Loopbaanvaardigheden 3-4 vmbo

BELAND JIJ OP EEN VULKANISCH EILAND?

Het circus komt 3+ Clair de Lune Théâtre (België)

DOCENT. Thema: verhalen HIER STOND EEN KASTEEL! groep 3 en 4. Stadshagen

PROJECT MIJN BOOMHUT

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

FHKE Pabo Veghel Floor van Uittert. Vakspecialist muziek

Hoe kunnen we WAT ACTIE zodat IETS VERANDERT

Theater/Bioscoop De Nieuwe Kolk

PROJECTBESCHRIJVING SCHATTIG SPELEN

LEERLIJN. Muziek & Techniek, onderdeel Techniek Zie 'Inleiding Muziek & Techniek' voor de volgorde van alle onderdelen van de leerlijn.

PROJECTBESCHRIJVING ECHT IETS VOOR MIJ

Dieren deel 1 luisteren en noteren X Muziek noteren X Luisteren O Individueel X Duo 1. Inleiding: Oriëntatie: 3. Delen oefenen:

Hier ben ik (lessenserie Omgaan met pesten)

PROJECT 2014 FLL WORLD CLASS SM

Module 9 Kennis delen en coachen

De nieuwe zorgmedewerker

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT LUCHTKASTELEN

Lesbrief: Sporten met een doelgroep Thema: Waar ga ik heen?

In Evacuate the dancefloor van Cascada wordt een langer motief gebruikt. Meteen daarna wordt een variatie gespeeld.

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

Little Doll Dance Company

LES 23. GROEP: 3 t/m 8 Bewegen op muziek.

HANDLEIDING TALENTENQUIZ

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT PRIVACY, NOODZAKELIJK OF NIET?

DURVEN, ZIEN, ERVAREN & DELEN HET CREATIEF PROCES IN HET BASISONDERWIJS

Transcriptie:

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT DEN HAAG DANSSTAD Leerlijn Dans Thema Onze Stad Groep 7&8 juni 2018 Klaar voor de start? Gebruik de digitale versie van dit project. Download dit document op je computer voor het beste gebruik. We gaan ervan uit dat je kennis hebt van de opzet van COH. Vraag bij de voorbereiding zo nodig hulp aan je interne cultuurcoördinator of je cultuurcoach (laat je informeren over de scholingsmogelijkheden). Bereid het project bij voorkeur samen met je collega s voor (vergeet de vakleerkrachten niet). Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is van grote meerwaarde. Zie CultuurSchakel voor het actuele aanbod. Nodig als dat lukt een kunstenaar uit die betrokken wordt bij de uitvoering van het project. Zie CultuurSchakel. Bedenk van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt inschakelen. Je mag het project op maat maken, mits je de fasen van het creatieve proces blijft doorlopen. Trek voor het hele project zes tot acht lesmomenten van 45 minuten uit. Kijk ook even op de Facebookpagina van Cultuuronderwijs op zijn Haags voor meer informatie en het gebruikersplatform. Inhoudsopgave 1. Informatie... 2 2. Introductie... 3 3. Oriëntatie... 3 4. Opdracht: Wie, waar, waarom?... 4 5. Opdracht: Muren, drempels, trappen... 7 6. Opdracht: Dansplek... 9 1. Informatie Lees ter voorbereiding van de COH-lessen onderstaande informatie over de invulling en het doel van het project en manieren om het project te promoten. Ook zijn hieronder de algemene benodigdheden en de begrippenlijst opgenomen. 1

Wat doen de leerlingen in dit project? Dans is in Den Haag nooit ver weg. Er zijn verschillende danstheaters en er werken veel dansgezelschappen en choreografen in de stad. Kortom, we wonen in een dansstad en dat gaan de leerlingen ontdekken in dit project. Een goede introductie is om een choreograaf in de klas uit te nodigen. Als eerste opdracht onderzoeken de leerlingen de plekken waar je dans kun tegenkomen en dat is lang niet alleen in het theater. Daarna leren ze hoe je de omgeving in dans kunt gebruiken. Op school oefenen ze met banken, muren en kasten. Als spectaculair slot voeren ze in de openbare ruimte of in een gebouw een dans uit met de locatie als inspiratie Waarom dit project? Veel leerlingen van deze leeftijd ontwikkelen steeds meer interesse in muziek en/of zitten op dansles. Met elkaar ervaren de leerlingen dat bewegen fijn is en op verschillende manieren uiting gegeven kan worden aan gevoel, sfeer én persoonlijke eigenschappen en talenten. Met dit project leren de leerlingen op een speelse manier op welke karakteristieke manieren bewogen kan worden en dat locatie een grote rol speelt in de manier van dansen. Bovendien geeft het de leerling inzicht in de dansmogelijkheden binnen de stad Den Haag. Doelen In dit project worden bij de Introductie, de Oriëntatie en de Opdrachten steeds twee kennisdoelen en twee vaardigheidsdoelen benoemd. De volgende houdingsdoelen gelden voor het project in het algemeen: De leerling heeft een nieuwsgiereige houding en is pro-actief De leerling kan postief kritisch reflecteren op eigen werk en dat van anderen Promotie Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is. Denk na over manieren om het project te promoten. Stel ouders op de hoogte van het museumbezoek of de komst van de kunstenaar in de klas. Maak flyers voor de eindpresentatie en verspreid deze in de buurt. Maak foto s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen. Zorg dat de redactie van de wijkkrant tijdens de presentatie aanwezig is om een stukje te schrijven. Algemene benodigdheden Maak gedurende het hele project gebruik van de volgende ruimtes en materialen: klaslokaal of speellokaal muziekinstallatie en/of digibord digitaal foto- en filmtoestel (kleuren)printer postervellen en stiften voor de leerkracht om aantekeningen op te maken tijdens gesprekken in de klas Begrippenlijst Nederlandse taal Vaktaal Algemene woorden Werkwoorden het podium de locatie de flashmob het dansfestival het dansoptreden de danswedstrijd de danscursus de dansles de plattegrond het overzicht de feed back improviseren leunen steunen springen klimmen verdwijnen verschijnen 2

de omgevingskenmerken de bewegingswoorden de begin en eindhouding free running kracht emotie ruimte 2. Introductie Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen De leerling leert hoe de beroepspraktijk van een danser eruit ziet door een danser in de klas uit te nodigen en te interviewen. De leerling danst op een plek waar nooit gedanst wordt, hij doet dit vanuit improvisatie en plezier. Benodigdheden Geen extra materialen nodig naast de algemene benodigdheden. Aan de slag in de klas Maak een keuze uit onderstaande opdrachten om het project te introduceren: Dans! Kies met de leerlingen een plek uit waar nooit gedanst wordt. Zoek een voor dans ongewone en bijzondere plek. Denk aan de gangen of de koffiekamer van de school, het plein in de buurt, de straat voor de school, de fietsenstalling, het winkelcentrum. Zorg voor muziek en voldoende volume, zet de muziek aan en. DANS! Kunstenaar in de klas Nodig een danser of choreograaf uit die dansend de klas in komt. Laat de kunstenaar vertellen over zijn beroepspraktijk. Besteed aandacht aan de plekken waar gedanst wordt. Is dat altijd in een theater? Of ook buiten? En waar nog meer? Alleen in Den Haag of ook ergens anders? Hoe ziet de ruimte eruit waar altijd geoefend en gerepeteerd wordt? Heeft hij weleens op een hele ongewone plek opgetreden? Is er een plek waar hij heel graag eens zou willen dansen? En een plek waar hij ooit gedanst heeft maar dat nooit meer zou willen doen? Waar danste hij vroeger als kind of als jongere? 3. Oriëntatie Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen De leerling ervaart en bespreekt dat op allerlei plekken in de stad gedanst kan worden. De leerling inventariseert op welke ongebruikelijke plekken twee dansgezelschappen gedanst hebben in de stad in een Haagse plattegrond. Benodigdheden Geen extra materialen nodig naast de algemene benodigdheden. 3

Aan de slag in de klas Doorloop de vaste oriëntatie-onderdelen: het filosofisch gesprek en het uitvoeren van de eerste opdracht. Het filosofisch gesprek Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen: Kun jij een moment noemen waarop jij lekker gedanst hebt? Is er sprake van echt dansen als je dit tegen je zin moet doen? Op welke manier verandert een dans als je tussen de mensen danst in plaats van op een podium? Waar dans jij liever: op een plek waar niemand je ziet of op een plek waar veel mensen je dans kunnen zien? Waarom? Kunnen dieren dansen? Licht je antwoord toe. Oriëntatieopdracht Maak een keuze uit onderstaande opdrachten: Bekijk en bespreek het filmpje van de Heavy Hitters, het selectieteam van het Haags HipHop Centrum. Bekijk en bespreek het filmpje van het Haagse gezelschap De Dutch Don t Dance Division en inventariseer op welke plekken ze hebben opgetreden. Hang een plattegrond op van Den Haag of open deze op het smartboard. Laat leerlingen aangeven welke plekken ze herkend hebben en vraag wie deze plekken op de plattegrond kan aanwijzen. Wat is het verschil tussen dansen op locatie en dansen in een theater? Waarom zou je dansen op een ongebruikelijke locatie? Op welke verrassende plek heb je weleens mensen zien dansen? Heb je weleens mensen zien dansen op één van de gevonden plekken? Wat is een flashmob? Denk je dat je het leuk vindt om mee te doen aan een flashmob? Waarom? Heb je zelf weleens een dansoptreden gegeven? Waar was dat? 4

4. Opdracht: Wie, waar, waarom? In de onderzoeksfase van deze eerste opdracht onderzoeken de leerlingen op welke plekken in Den Haag gedanst wordt, met welk doel dit gebeurt en welke organisaties hierbij betrokken zijn. Deze info wordt met afbeeldingen samengevoegd in een groot overzicht waardoor de danskaart van Den Haag ontstaat. Op basis van deze informatie bedenken en maken de leerlingen in de uitvoerende fase een eigen dans voor een specifieke plek in de stad met een specifiek doel. In de presentatiefase laten de leerlingen de dansen aan elkaar zien en kunnen hier punten mee verdienen. Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen De leerling doet kennis op over verschillende plekken waar gedanst wordt in Den Haag, vanuit welk doel en organisatie dit gebeurt en maakt hier een overzicht van. De leerling bedenkt en maakt in een groepje een dans voor een specifieke plek in de stad met een specifiek doel. Benodigdheden danskaartjes (zie toolbox) Aan de slag in de klas Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren. Onderzoek Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen: 1. Laat de leerlingen in tweetallen onderzoeken op welke plekken, in welke situaties en door wie er gedanst wordt in Den Haag. Denk aan plekken als theaters, dansscholen, cultuurankers, straten, pleinen, parken, winkelcentra en buitenpodia. En situaties als festivals, feesten, optredens, wedstrijden, lessen en cursussen. 2. Koppel de plekken aan de situaties; maak een groot overzicht en gebruik hierbij de plattegrond. 3. Raadpleeg eventueel voor uitgebreider onderzoek onderstaande websites. Voor amateurdans: CultuurSchakel Culturele Kaart Den Haag Voor professionele dans en dansvoorstellingen: Den Haag Danst! Wat valt je op als je de plekken aan de situaties koppelt? Welke functies heeft dans? Wat is dan de relatie met de situatie en de plek? In welke situaties en op welke plekken heb jij weleens gedanst? Zijn er plekken en/of situaties bij waarvan je niet wist dat er ooit gedanst werd? Licht je antwoord toe. Vind jij dat er op bepaalde plekken of in bepaalde situaties echt nooit gedanst mag worden? Zo ja, welke? Uitvoeren 5

De leerlingen gaan in groepjes een dans maken die past bij een plek en een situatie in Den Haag. Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen: 1. Elk groepje kiest een situatie en een plek uit die is benoemd in het onderzoek. Bijvoorbeeld een feest, theater of wedstrijd. 2. De leerlingen bedenken een dans waarmee ze zonder woorden laten zien om welke plek en situatie het gaat. Deze dansen worden onderdeel van een quiz waarin klasgenoten gaan raden waar en waarom er gedanst wordt. 3. Laat de leerlingen hun dans uitwerken met behulp van de danskaartjes uit de Toolbox Dans. Elk groepje kiest vier danskaartjes. Denk aan alle kaartjes van tijd, kracht en ruimte. Van de lichaam-kaartjes laat u de leerlingen kiezen uit de dansacties isolatie, coördinatie en gebaren. Bijvoorbeeld: o bij dans op een feest passen kaartjes als: ritme, op één plek, soepel, coördinatie; o bij dans als wedstrijd passen kaartjes als: groot, dansacties, strak, solo/duo/groep. 4. Laat de leerlingen een afbeelding zoeken die past bij de dans en de plek die ze verbeelden. De medeleerlingen mogen niet weten welke afbeelding een groepje heeft gekozen. U verzamelt de afbeeldingen, bijvoorbeeld in een PowerPoint, en geeft ze een nummer. Hoe verliep het proces waarmee jullie de dans bedacht hebben? Hoe zijn jullie tot een keuze gekomen? Lukte het om met elkaar te bedenken hoe je in dans kunt laten zien om welke situatie het gaat? Welk effect hebben de danskaartjes gehad op jullie dans? Heb je een passende bijbehorende afbeelding gevonden? Waarom hebben jullie juist die afbeelding gekozen? Kunnen jullie ook benoemen waarom mensen dansen in de door jullie gekozen situatie? Bijvoorbeeld als beroep, als hobby, om geld te verdienen, voor plezier, om iets te leren, om beroemd te worden. Presenteren Organiseer de dansquiz met een leerling als quizmaster. Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen: 1. Bekijk alle verschillende achtergrondafbeeldingen op het smartboard. Laat de leerlingen de nummers met bijbehorende afbeelding onthouden. 2. De groepjes laten om de beurt hun danssituatie zien. De andere leerlingen raden per groepje welke afbeelding erbij hoort. Ze noteren het nummer van de afbeelding en wat de functie van dans is in deze situatie; waarom wordt hier gedanst? Per danspresentatie zijn dus twee punten te verdienen. 3. Laat eventueel na afloop alle groepjes nog één keer hun dans presenteren met daarbij de juiste achtergrond. 6

Welke danssituatie was makkelijk te herkennen? Hoe kwam dat? Welke danssituatie was moeilijk te herkennen? Hoe kwam dat? Wat vond je van de keuze van afbeeldingen door de andere groepjes? Welke tips en tops heb je voor de quizmaster? Wat vond je van deze vorm van presenteren? Evalueren Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen: Wat weet je nu over wie er danst en waar en waarom er gedanst wordt? Waar zou jij graag dansen en waarom juist daar? Waar zou je nooit willen dansen? Wat is je het meest opgevallen in deze deelopdracht? Leg uit waarom je hebt gekozen voor die specifieke plek en situatie. Hoe ging het combineren van de dans en de afbeeldingen? 7

5. Opdracht: Muren, drempels en trappen Tijdens de onderzoeksfase van deze opdracht onderzoeken de leerlingen de verschillen en overeenkomsten tussen twee dansen en letten daarbij op het gebruik van omgevingselementen. Op basis van dit onderzoek bedenken de leerlingen woorden die passen bij specifieke (dans) bewegingen. Met allerlei attributen en gymtoestellen maken de leerlingen een stad na en maken in deze stad een stad waarbij ze de bedachte woorden actief inzetten. In de presentatiefase laten de leerlingen elkaar de dansen zien en geven elkaar schriftelijk feedback. Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen De leerling onderzoekt overeenkomsten en verschillen tussen twee dansen en let daarbij op het gebruik van omgevingselementen. De leerling: bedenkt woorden die specifieke (dans) bewegingen uitdrukken; bedenkt en maakt in een groepje een dans in een zelfgemaakte stad met behulp van de bedachte woorden en kiezen hier passende muziek bij. Benodigdheden attributen bijvoorbeeld gymtoestellen waarmee een stad nagemaakt kan worden. Aan de slag in de klas Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren. Onderzoek Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen: 1. Bekijk en bespreek de volgende filmpjes: Murikamification, een dans van choreograaf Erik Kaiel in de binnenstad van Den Haag (YouTube). Jump Freerun op de Dag van de Architectuur Den Haag (YouTube). Welke overeenkomsten en verschillen zie je tussen de twee filmpjes? Welke stadse elementen gebruiken de dansers allemaal op straat voor hun dans? En hoe gebruiken ze deze elementen? Is het gymnastiek of is het dans? Waarom? 2. Verzamel met de leerlingen bewegingswoorden voor de bewegingen in de fragmenten. Bijvoorbeeld springen, hangen, klimmen, leunen, steunen, rollen, verdwijnen, rennen, draaien, balanceren, slingeren, schuiven, glijden. Dit zijn allemaal begrippen die al beweging in zich hebben en makkelijk naar dans te vertalen zijn. Schrijf de woorden op zodat ze voor alle leerlingen zichtbaar zijn. 3. Richt met de leerlingen de gymzaal of het speellokaal in als een stad. Dit naar analogie van de straat, met muurtjes, banken, trappen, etc. Gebruik met het oog op de veiligheid alleen lage speeltoestellen, zoals banken, lage kasten en matten. Ook de muren van de ruimte kunnen gebruikt worden om tegenaan te leunen en steunen. De laagste spijlen van een klimrek bieden ook veel mogelijkheden. 4. Gebruik de lijst met bewegingswoorden om met elkaar bewegingsmogelijkheden bij de toestellen te onderzoeken: op hoeveel manieren kun je ertegenaan leunen? Hoe kun je 8

eroverheen schuiven? Hoeveel verschillende draaien zijn er te maken in combinatie met een toestel? Laat de leerlingen zoveel mogelijk variaties onderzoeken. 5. De leerlingen laten hun variaties zien. Met behulp van de verzamelde bewegingswoorden benoemen ze met elkaar de bewegingen. Welke bewegingswoorden komen vaak terug in jullie onderzoek? Waarin verschillen de gevonden bewegingen van elkaar? Is er een beweging gemaakt waar geen bewegingswoord voor te vinden is? Wat was de vetste beweging? Uitvoeren Voer onderstaande opdrachten uit in het speellokaal of de gymzaal met het gebruik van banken, muren en kasten als nagebootste stad. Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen: 1. Maak twee- of drietallen. Laat de groepjes vier tot zes bewegingswoorden kiezen en hiermee een serie van ongeveer acht bewegingen maken. Laat ze de bewegingen in een vaste volgorde zetten en met elkaar oefenen. De leerlingen bedenken hoe ze hun omgeving willen gebruiken en welke toestellen ze daarvoor nodig hebben. 2. Geef de opdracht om van de serie bewegingen naar een dans toe te werken. Gebruik de blauwe en gele kaartjes van de danskaartjes tijd. Hiermee gaan de leerlingen de dansbewegingen verbinden: ga je snel of langzaam van de ene beweging naar de andere? Doe je dit allemaal tegelijk of na elkaar? Gebruik je het ritme van de muziek of kies je je eigen tempo? Houd je af en toe een interessante houding vast in freeze? 3. Laat de leerlingen hun dansstuk oefenen zodat ze het precies zo kunnen uitvoeren als ze met elkaar hebben afgesproken. Laat ze een duidelijke begin- en eindhouding afspreken en deze samen enkele tellen vasthouden. 4. Laat de leerlingen zelf een muziekstuk kiezen, of gebruik een van onderstaande nummers: Tukka Yoots Riddim door Us3 Night Run door René Aubry Hoe vond je het om op deze manier een dans te maken? Lukte alles wat jullie hadden bedacht? Welke kaartjes uit tijd hebben jullie gebruikt? Wat was het effect? Zijn er dansbewegingen die je graag in je dans had verwerkt maar wat niet gelukt is? Waarom? Welke invloed heeft de muziek op jullie dans? Wat zie je van de bewegingswoorden terug in jullie dans? Presenteren De groepjes laten hun dans zien aan de rest van de klas. Houd rekening met onderstaande aandachtspunten: Zorg dat de leerlingen die gaan presenteren de tijd nemen om goed klaar te staan. 9

De leerlingen geven elkaar schriftelijk feedback in de vorm van tips en tops. Laat de leerlingen de feedback meteen na het dansje opschrijven en aan het groepje overhandigen. Heb je iets gezien bij een ander groepje wat je verrassend vond? Kun je uitleggen waarom? Kon je bij een groepje zien welke danskaartjes er gebruikt zijn? Ging de dans tijdens het presenteren net zo goed als tijdens het oefenen? Hoe komt dat? Zou je de dans die je gemaakt hebt ook ergens buiten op straat kunnen doen? Waar precies? Evalueren Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen: Wat is het verschil tussen Freerunning/dansen in een gymzaal en buiten in de stad? Aan welk onderdeel heb je met het meeste plezier gewerkt: bewegingen verzinnen en uitproberen, een dans maken of een dans presenteren? Waarom? Was er een moment waarop je iets moeilijk of niet leuk vond? Wat heb je toen gedaan? Hoe is het om van bewegingen rond speeltoestellen en muren een dans te maken? Wat is de invloed van het speel- of gymlokaal op jullie dans? Is er iets uit de opdrachten waar je mee verder zou willen? Wat zou je dan willen? 10

6. Opdracht: Dansplek In deze laatste opdracht van dit project maken de leerlingen een dans op een locatie in de stad. In de onderzoeksfase voorafgaand hierop bekijken ze filmfragmenten van dansen in de openbare ruimte, bedenken op welke plek ze hun dans willen laten zien en inventariseren welke omgevingskenmerken ze bewust kunnen inzetten. Op basis van dit onderzoek bedenken en maken de leerlingen in groepjes een dans op locatie. In de eindpresentatie van deze opdracht kan gekozen worden uit een aantal mogelijkheden zoals het uitvoeren van de dansen op locatie in de vorm van een flashmob of het maken van een film van de dansen. Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen De leerling onderzoekt een geschikte plek in de openbare ruimte voor een dans waarbij gelet wordt op de inzet van de omgevingskenmerken. De leerling: bedenkt en maakt in een groepje een dans op locatie waarbij opgedane kennis en vaardigheden uit opdracht 1 en 2 worden ingezet; maakt een overzicht met specifieke kenmerken van hun dans naar aanleiding van de omgeving waarbij gelet wordt op passende bewegingen, ruimtegebruik en muziek. Benodigdheden A1 of A2 vellen papier Aan de slag in de klas Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren. Onderzoek De leerlingen maken een dans op een locatie in de openbare ruimte of in een gebouw. Ze laten zich inspireren door deze locatie en gebruiken de mogelijkheden en eventueel de sfeer die deze locatie biedt in hun dans. Verwerk de leeropbrengsten uit de voorgaande twee opdrachten in deze opdracht. Maak een keuze uit onderstaande opdrachten: De Haagse choreograaf Erik Kaiel maakt verschillende dansvoorstellingen op locatie. Bekijk de volgende YouTube-fragmenten uit choreografieën van Kaiel: Murikamification, in de binnenstad van Den Haag De trailer van Tetris, een voorstelling door het Utrechtse gezelschap De Dansers De dansfilm Tetris Variaties, opgenomen in Theater Kikker in Utrecht Bespreek de fragmenten aan de hand van onderstaande vragen: o Zag je iets wat je al eens eerder hebt gezien? En iets wat je nog nooit hebt gezien? o Waarom denk je dat de dans Tetris heet? o Wat zie je terug van het spel in de dans? o Welke delen van de dans hebben echt heel duidelijk met de omgeving te maken? Waar zie je dat aan? Vorm groepjes van drie tot vijf leerlingen en laat hen op zoek gaan naar een locatie in of rondom de school waar ze willen dansen. Laat hen zoeken naar ruimtes of bebouwing die veel mogelijkheden in zich hebben om variaties van bewegingen uit te voeren. Denk aan 11

steunen en leunen, springen en klimmen, verdwijnen en verschijnen. U kunt ook met de hele groep een locatie uitzoeken buiten de school, bijvoorbeeld een plein met veel trappen, banken en muurtjes, een park, een skatebaan of speeltuin. De leerlingen onderzoeken mogelijke bewegingen en oefenen deze. Naast de fysieke mogelijkheden die een omgeving biedt voor dans, kunt u een extra laag toevoegen door de betekenis van de plek een rol te laten spelen in de dans. Dit is goed te zien in het fragment Weerzien van de dansgroep Dansnest (YouTube). Het treinstation is de locatie voor deze dans met het thema ontmoeting en weerzien. Inventariseer op de gekozen plek wat daar allemaal gebeurt en welke sfeer er is. Laat de leerlingen concrete bewegingen benoemen die op deze locatie gemaakt worden. Bijvoorbeeld bij een drukke gang of straat: de sfeer is gehaast, druk, soms vrolijk, soms ontstaat ruzie omdat mensen tegen elkaar aan botsen, iedereen kijkt strak voor zich uit omdat ze snel naar huis willen. Concrete bewegingen zijn dan: lopen, rennen, duwen, botsen, dringen, iemand inhalen, stilstaan, springen om over hoofden heen te kijken, tussen iemands benen doorkruipen om sneller vooruit te kunnen, iemand begroeten. Laat de leerlingen danskaartjes uit kracht en emotie kiezen die passen bij de locatie en sfeer van hun dans. Deze kunnen bij de uitvoerende opdracht (5.2.) gebruikt worden om te versterken wat de dans uitdrukt. Mocht uw school gaan verhuizen, dan is het moment van afscheid nemen van het oude gebouw of het in gebruik nemen van het nieuwe gebouw heel geschikt voor deze dansopdracht. Wat spreekt je aan in de locatie? Welke mogelijkheden biedt de locatie? Kun je een beweging laten zien waarbij je de omgeving gebruikt? Welke van de bewegingsvormen steunen en leunen, springen en klimmen, verdwijnen en verschijnen hebben jullie benadrukt? Hoe? Uitvoeren Doorloop in deze opdracht onderstaande stappen: 1. Laat de leerlingen een plattegrond tekenen van de locatie waar ze gaan dansen. Laat ze dit ruim opzetten op een groot vel A1- of A2-papier, zodat ze de ruimte hebben om er notities bij te maken. 2. Laat de leerlingen afspraken maken over de verschillende aspecten van hun dans. Ruimtegebruik: o Waar starten we? o Hoe bewegen we door de locatie? o Waar gaan we als eerste naartoe, waar daarna, etc.? o Waar eindigen we? Dansbewegingen, bijvoorbeeld: o Hoe bewegen we langs deze muur? o Welke dansbeweging maken we op de trappen? o Hoe lang verstoppen we ons achter die boom? Muziek: 12

o De leerlingen kiezen een eigen muziekstuk dat past bij de locatie. 3. Laat de leerlingen de afspraken noteren op de plattegrond, met tekst, tekens, tekeningen, e.d. Gebruik eventueel de danskaartjes vormgeving. 4. De leerlingen zetten hun afspraken en plattegrond om in dans en oefenen op de locatie. Geef de leerlingen de opdracht om foto s te maken van houdingen en bewegingen op de locatie. Hoe verliep het maken van afspraken in je groepje? Wat ging goed en wat zou beter kunnen? Wat heb je gebruikt uit de vorige deelopdrachten? Waarom? Welke rol speelde de plattegrond bij het maken van jullie dans? Zijn jullie tevreden met het resultaat? Zo niet, wat heeft je groepje nodig om ervoor te zorgen dat jullie allemaal tevreden zijn? Welke eigenschappen van de locatie waren belangrijk bij het bedenken van jullie dans? Wat is de relatie tussen de locatie en de gekozen muziek? Presenteren Maak een keuze uit onderstaande opdrachten: De eindresultaten kunnen op verschillende manieren gepresenteerd worden: Pop-up dans De dansstukken kunnen getoond worden als een pop-up dans : onaangekondigd start de dans op locatie. Het publiek bestaat bijvoorbeeld uit voorbijgangers en andere leerlingen in de school. De toeschouwers hebben geen vaste plaats; ze kunnen blijven staan, rondlopen of doorlopen. Dansfilm Maak een dansfilm. Dans op locatie leent zich uitstekend om te filmen. Hierbij kan goed worden gespeeld met verschillende camerastandpunten, bijvoorbeeld van bovenaf, vanachter een raam, van heel veraf - of juist van heel dichtbij, waarbij alleen een deel van het lichaam gefilmd wordt. In het fragment van de dansfilm Tetris Variaties is dit goed te zien. Dans fotocompositie De gemaakte foto s kunnen op verschillende manieren gerangschikt worden. Bijvoorbeeld horizontaal gecombineerd met verticaal, waardoor verschillende kijkrichtingen ontstaan. Een andere mogelijkheid is het plakken van de foto s naast de plattegronden, waarbij rekening wordt gehouden met de structuur van de locatie. 13

Ben je tevreden met jullie presentatie? Waarom? Is het presenteren gegaan zoals jullie hadden afgesproken? Zo niet, wat zou je een volgende keer anders doen zodat dit wel lukt? Vind je dat er een verschil is tussen kijken naar dans die live wordt uitgevoerd en dans op een film? Wat is het verschil volgens jou? Als jij een choreograaf zou zijn, zou jij je dansen dan willen maken voor uitvoering in het theater of juist op heel andere plekken? Kun je uitleggen waarom? Zijn jullie ideeën over de bewegingsvormen op de locatie zichtbaar geworden voor het publiek? Evalueren Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen: Den Haag wordt ook wel dansstad genoemd. Waarom zou dat zijn? Wat heb je ervaren of geleerd over dans wat nieuw voor je is? Kijk je anders naar dans na dit project? Wat is er veranderd? Hoe zou jij omschrijven wat dans is? Hoe voelt het dansen op locatie? Waarin verschilt het dansen op locatie met dansen in het lokaal? Omschrijf dit project in twee woorden. Welke vervolgopdracht op dit project kun je bedenken? 14