6,6. Praktische-opdracht door een scholier 3852 woorden 28 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer

Vergelijkbare documenten
Werkstuk Maatschappijleer Maatschappelijk vraagstuk: Jeugdcriminaliteit

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 2854 woorden 16 april keer beoordeeld. Maatschappijleer

Praktische opdracht Maatschappijwetenschappen Jeugdcriminaliteit

Ik houd mijn spreekbeurt over de jeugdgevangenis, omdat steeds meer kinderen hierin terecht komen. En daarom wilde ik daar wat over vertellen.

Opdracht Maatschappijleer analyse-opdracht drugs

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Proeftoets E2 havo

Samenvatting Geschiedenis Criminaliteit

Criminaliteit. en rechtsspraak

6,4. Praktische-opdracht door een scholier 3711 woorden 18 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inleiding

Samenvatting Maatschappijleer Uitgaan en zinloos geweld (Hoofdstuk 1)

OP DE STOEL VAN DE RECHTER

Onderzoek is uitgevoerd tussen 17 augustus en 3 september 2010

Samenvatting Kinderrechtenmonitor 2012 voor kinderen en jongeren

Een tool om jongeren en jong volwassen die een strafbaar feit hebben gepleegd te laten nadenken over hun desistance proces.

6,5. Spreekbeurt door een scholier 1760 woorden 21 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Presentatie Zinloos Geweld!

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7

Praktische opdracht Maatschappijleer Voortijdige schooluitval

Als je in aanraking komt met de politie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo I

Psychosociale gezondheid en gedrag

Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren.

Hulpvragen Signs of Success

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8

Rapportage TIP Mook & Middelaar. Generiek december. 2 januari 2019

5,9. Praktische-opdracht door een scholier 2906 woorden 25 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Het jeugdstrafrecht.

OP DE STOEL VAN DE RECHTER

Schuingedrukte woorden worden uitgelegd in een woordenlijst op pagina 4.

Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf

Jeugdreclassering Informatie voor jongeren

Werkstuk Maatschappijleer Zinloos geweld

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Rapportage TIP Nederweert. Generiek december. 2 januari 2019

Praktische opdracht Maatschappijleer Euthanasie

Betoog Nederlands Alternatieve straffen (Bureau Halt)

Proeftoets E2 vwo4 2016

SPREEKBEURT POLITIE. Ga een dagje op stap met politieagent Arjan en leer meer over de politie

Werkstuk Maatschappijleer Moord en mishandeling

JE KUNT BETER EEN FLITSPAAL STELEN DAN GEFLITST WORDEN ALS JE DOOR ROOD RIJDT

12 mei Onderzoek: Vertrouwen in de politie

6. Veiligheid en criminaliteit

Werkstuk Maatschappijleer Geweld delicten

Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij

Opdracht Maatschappijleer Integratie en immigratie

Werkstuk Levensbeschouwing Gevangeniswezen

In Beeld: Misdaadcijfers

Voor ouders over de voogdijmaatregel

De overheid voert een tweesporenbeleid: preventie en repressie van criminaliteit.

Informatie voor ouders over de jeugdreclasseringsmaatregel

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Onderzoeksrapportage - Safer Internet Days 2018: Cybercrime onderzocht. 6 februari 2018

Boekverslag Nederlands Wij zijn wegwerpkinderen

Puberteit en ASS; een goede combinatie? Anneke E. Eenhoorn

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen 2013-I

Praktische opdracht Maatschappijleer Verkrachtingen en in het bijzonder groepsverkrachtingen

8,7. Praktische-opdracht door een scholier 1654 woorden 1 juli keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Scholen herdenken vermoorde leraar

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I

Bijlage VMBO-GL en TL

Werkstuk Maatschappijleer Jeugdcriminaliteit

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Heeft u in de afgelopen 5 jaar wel eens het noodnummer 112 gebeld om de POLITIE te bereiken? Nee... ga verder naar vraag 5 pagina 39

JEUGDRECLASSERING INFORMATIE VOOR OUDERS/OPVOEDERS

JEUGDRECLASSERING ALGEMENE INFORMATIE INFORMATIE VOOR JONGEREN 4 JEUGDRECLASSERING ALGEMENE INFORMATIE

Antwoorden Maatschappijleer Hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

maatschappijwetenschappen vwo 2015-II

Spreekbeurt Maatschappijleer Zinloos geweld

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2

Opdracht Levensbeschouwing Goed en kwaad

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT

Praktische opdracht Maatschappijleer Lerarentekort

Opdracht Geschiedenis Algemene beschouwing

Praktische opdracht Maatschappijleer Criminaliteit onder asielzoekers

Werkstuk Maatschappijleer Jeugd criminaliteit

Examen HAVO. Maatschappijleer (oude stijl en nieuwe stijl)

Spel op basis van 16 miljoen rechters


Bureau Jeugdzorg Flevoland gaat uit van het recht van ieder kind om uit te groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene.

Verdieping: argumenten van voor- en tegenstanders

Welke principes spelen in de kwestie Willem? Voor een correct antwoord is meer dan één keuze mogelijk.

Bij maatschappijleer onderzoek je maatschappelijke problemen. (verslaving, samenleving etc.)

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

openbare orde en veiligheid

Interview Stellingen over de Europese Unie

maatschappijwetenschappen havo 2017-II

Categorie (a): bij het op heterdaad betrappen op het plegen van een strafbaar feit

Informatie voor gezinnen

Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming

je rechten in een aantal nuttige adviezen en contacten om JE te helpen Je bent een minderjarige als je onder de 18 jaar bent

maatschappijwetenschappen havo 2016-I

7,6. Praktische-opdracht door Een scholier 2583 woorden 22 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Leerlingen weten dat er in een democratische rechtsstaat verschillende manieren zijn om conflicten op te lossen en dat rechtspraak daar één van is.

Mr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten

Puzzel: Wie is wie in de kinderrechtszaal?

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

i Een minister is politiek verantwoordelijk voor een bepaald onderwerp in

Transcriptie:

Praktische-opdracht door een scholier 3852 woorden 28 mei 2004 6,6 108 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Onderwerp: Jeugdcriminaliteit Hoofdvraag: Wat doe je tegen jeugdcriminaliteit? Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Het Probleem Hoofdstuk 2 Opvattingen Hoofdstuk 3 Belangen Hoofdstuk 4 Wetten en Beleid Hoofdstuk 5 Besluitvorming Hoofdstuk 6 Mogelijkheden voor actie Hoofdstuk 7 Eigen Mening Hoofdstuk Conclusie Conclusie Hoofdstuk Extra Interview Bronnenlijst Bronnen Inleiding Wij zijn aan deze praktische opdracht begonnen zondar dat we wisten welk onderwerp we wilden nemen, dat was dus fout. Na lang gelezen te hebben in het boek over de jeugdcriminaliteit kwamen we erachter dat we jeugdcriminaliteit wilden doen. We hebben ons dat voorgesteld en gingen alle drie akkoord. Na veel informatie te gezocht kwamen we toch tot zeer veel informatie. Vandaar ook de grote omvang van onze praktische opdracht. Dit onderwerp stond ons wel aan. Daar is opzicht ook best veel over te vertellen en het leuk ons leuk om eens over leeftijdgenoten een verslag te maken. Dat klonk vel interessanter dan een volwassen onderwerp zoals hooligans en seriemoordenaars. Hoofdstuk 1 Het Probleem Wat is het probleem? - Jeugdcriminaliteit is een verzamelnaam voor verschillende strafbare gedragingen van jongeren tot 24 jaar. Waar het jeugdstrafrecht zich op richt zijn de jongeren van 12 tot 18 jaar. Van 18 tot 24 jaar noemen we jongvolwassenen. Jeugdcriminaliteit is een soort opgroeigedrag waarbij wel eens de normen worden overschreden. De jeugd https://www.scholieren.com/verslag/17074 Pagina 1 van 11

heeft nu en dan de normale (gezonde) neiging om te experimenteren op onbekend gebied om grenzen te verkennen. Hoe omvangrijk is het probleem? (alleen Amsterdam, want niks gevonden over Nederland) - In 2002 daalde het aantal minderjarige arrestanten met 10%. Dit is opvallend, omdat het aantal minderjarige arrestanten het jaar ervoor met ruim 10% steeg. Acht van de tien jeugdige arrestanten zijn jongens. Minderjarige arrestanten naar geslacht en leeftijd, 2000-2002 (meest onveiligste stad in Nederland) Amsterdam 2000 2001 2002 jongens jonger dan 12 jaar 172 171 129 12-17 jaar 3604 3863 3383 totaal 3776 4034 3512 % 83,9 82,7 80,1 meisjes jonger dan 12 jaar 49 39 60 12-17 jaar 673 802 811 totaal 722 841 871 % 16,1 17,3 19,9 Meisjes/jongens totaaljonger dan 12 jaar 221 210 189 12-17 jaar 4277 4665 4194 totaal 4498 4875 4383 % 100 100 100 Leg uit waarom het een sociaal en/of een politiek probleem is? - Het is een Sociaal probleem omdat het probleem ontstaat bij jongeren die zich met hun groei steeds meer willen weten en daarom ook zo nu en dan eens de normen overschreden. Dat probleem kan alleen goedgemaakt worden door de ouders/verzorgers van dat kind, omdat zij de dichtst bij zijnde contactpersonen zijn van dat kind en omdat zij de normen en waarden moeten overbrengen aan dat kind. Dit wil niet zeggen dat het niets met de politiek heeft te maken, want de politiek ( de overheid) is hier degene die het moet tegenwerken en het zo veel mogelijk proberen te voorkomen. Hoe is het probleem ontstaan? - Het probleem ontstaat bij de verveling van de jeugdigen die bijvoorbeeld uit baldadigheid een paal proberen om te trappen of als ze geen geld op zak hebben een zakje chips proberen te stelen bij de supermarkt. Het probleem kan ook ontstaan bij bedwang van ouderen in de jeugd. Bijv. Een klein jongetje van 11 jaar gaat om met een jongen van 15. De jongen van 15 heeft vuurwerk bij zich en zegt tegen de jongen van 11 dat hij die moet afsteken in de brievenbus van een bewoner in de buurt. In een dergelijke situatie zal de jongen van 11 zijn oudere vriend gehoorzamen, want hij wil zijn vriend toch wel te vriend houden https://www.scholieren.com/verslag/17074 Pagina 2 van 11

Welke groepen houden zich met het probleem bezig? - Bij het onderwerp jeugdcriminaliteit zijn verschillende groepen betrokken. De belangrijkste groepen zijn: Slachtoffers Politie en justitie Dader(s) Toeschouwers/getuigen Rechter Politieke partijen (mening geven, leren van de fouten die anderen maken) Niet alle groepen hebben evenveel zeggenschap omdat niet iedereen evenveel te maken heeft met wat er gebeurd is. De argumenten van de politieke partijen: CDA zegt dat er meer man nodig is om criminaliteit tegen te gaan. VVD zegt dat de criminele jongeren onder speciale begeleiding moeten worden gezet zodat ze niet weer de fout ingaan. PvdA zegt dat we meer geld moeten steken in de opvoeding van onze kinderen zodat ze leren om in ieder geval niet de fout in te gaan. Groenlinks zegt omstandigheden te verbeteren zodat de jongeren geen reden hebben om het slechte pad op te gaan. D66 zegt keihard op te willen treden tegen de criminelen. Hoofdstuk 2 Opvatting Er zijn verschillende soorten groepen, maar ik bespreek de volgende: - criminele jongeren. - hun ouders. - de politie. - de overheid. 1.Welke opvattingen hebben de verschillend groepen over; - het aard van het probleem. - de oorzaken - het huidige beleid. - de oplossingen: (hoe) willen ze het beleid veranderd zien? 2. Welke normen hanteren de betrokkenen groepen? - Probeer deze normen in verband te brengen met hun waarden. (denk met name aan ideologie/ https://www.scholieren.com/verslag/17074 Pagina 3 van 11

levensbeschouwing). 3. Zijn de opvattingen van de betrokkenen groepen in de loop van de tijd veranderd? - in hoeverre bestaat er in andere samenlevingen andere opvattingen over oorzaken, beleid en oplossingen. Criminele Jongeren - Criminele jongeren hebben vaak geen idee van het aard van het probleem. Ze beseffen niet dat ze behoorlijk wat schade opleveren aan de maatschappij en aan de mensen in de omgeving, die ze overlast bezorgen. Ook vinden de jongere criminelen vaak dat het probleem ontstaat bij een verkeerde opvoeding of een tragische gebeurtenis in het verleden. Dit kan ook door een depressie op school. Ze vinden zelfs dat ze te streng worden aangepakt en vinden ook dat zij gedwongen worden tot criminele gedrag door de overheid, omat er niet genoeg activiteiten of hangplekken zijn. - de jongeren hanteren vaak niet alle normen en waarden die ze worden meegegeven door hun ouders en de omgeving. Ze hanteren de norm: Niet stelen ook niet. Hun ouders. - De ouders van de jeugdige criminelen zien vaak heel erg goed het aard van het probleem, daardoor proberen zij dat vaak terug te dringen op de kinderen. Dat lukt niet altijd, omdat ze het niet aan durven of, dat ze het gewoon niet kunnen. Want de kinderen die slecht zijn opgevoed kunnen niet meer de goede kant op. De ouders durven niet, omdat ze denken dat ze hun kinderen dan kwijt raken. Dat is het laatste wat ze willen. Veel ouders geven vaak toe dat zij dan ook in de fout hebben gezeten, omdat zij de jeugdigen niet goed hebben opgevoed, en niet alle normen en waarden hebben meegegeven. De ouders geven de school ook de schuld, omdat zij niet strenger tegen de jeugdigen optreden. Echter, vinden de ouders dat het beleid niet veranderd moet worden, want ze willen dat de jeugdige criminelen harder aangepakt moeten worden. - De ouders zijn degene die de normen en waarden moeten overbrengen aan de jeugdigen. Als deze jeugdigen deze normen en waarden niet nastreven dan moeten er maatregelen worden genomen tegen de strafbare feiten die deze jeugdige criminelen plegen. De politie. - De politie ziet de aard van het probleem natuurlijk zeer zeker in als heel ernstig en een steeds groeiend probleem. Zij wijzen ook steeds of meestal de schuld aan de ouders en/ of aan de media daar worden vele jongeren door beïnvloedt. Ze geven niet alleen de ouders de schuldwant ze weten dat niet ieder mens perfect is en dat er nou eenmaal problemen gebeurden. Ook de politie heeft een aantal meningen over het beleid. Ze vinden bijvoorbeeld dat het beleid niet streng genoeg is of dat het beleid juist te streng is of dat het zo moet blijven.eigenlijk hetzelfde ongeveer als de ouders denken over het beleid ondanks enige kleine verschillen in de straffen. Hetzelfde geld voor de oplossingen. - Ook de politie hecht normen aan de jongeren zij proberen dus jongere op te pakken die de normen niet naleen. De waarden zijn dan natuurlijk weer dat die jongeren het liefst geen misdaad pleegde maar dat is https://www.scholieren.com/verslag/17074 Pagina 4 van 11

dus niet het geval. De overheid. - De overheid ziet de aard van het probleem zeker in maar vaak omdat de pers en de media meespelen geven ze het niet toe dat het probleem eigenlijk een groot probleem is. Ze zeggen dan vaak dat het probleem druk wordt besproken of dat er maatregelen zijn genomen in vele gevallen is dit waar maar nog lang niet in alle. Ook de overheid geeft een gedeelte van de schuld aan de ouder maar ook aan de media en natuurlijk de opleiding (school). Want zij vinden vaak dat de jongeren verkeerde dingen zien op tv en dat dan overbrengen in het echte leven op school en daar vaak niet hard genoeg worden gestraft die jongeren denken dan dat het goed is en gaan ermee door en zo kunnen ze uiteindelijk in de criminaliteit belanden. De overheid vindt het huidige beleid in het grootste gedeelte natuurlijk goed maar vind dat er altijd verschillende veranderingen moeten worden gemaakt aan het beleid. Deze veranderingen verschillen per week en natuurlijk tijd. - De overheid stelt als het ware de gedragsregels van mensen, in dit geval de jongeren, op in de samenleving. Deze jongeren leven ze dus niet na en dan zijn dus de waarden die zouden moet zeggen dat die jongeren normaal gedrag moeten vertonen en dus niet de misdaad ingaan. - De algemene opvattingen over jeugdcriminaliteit zijn in de jaren niet veel veranderd maar er zijn natuurlijk wel weer kleine details. Bijvoorbeeld dat men vroeger er heel ernstig over dacht en het een zware zonde vond en vaak zeer erge straffen toepaste zijn natuurlijk nu de opvattingen over jeugdcriminaliteit wat versoepelt zoals ook de straffen. Er zijn natuurlijk andere samenlevingen waar men anders over jeugdcriminaliteit denkt. Bijvoorbeeld in Duitsland denkt men er al heel anders over en in China bijvoorbeeld denkt men er heel ernstig over en wordt het streng bestraft. Er zijn verschillende meningen qua samenleving maar over het algemeen denken de meeste mensen er hetzelfde over. Hoofdstuk 3 Belangen Welke belangen hebben de groepen die bij het probleem betrokken zijn? - De daders (de criminelen) hebben meestal wel belangen. De slachtoffers ook wel een paar belangen. Want ze willen wel graag dat het heel veilig is op straat, zodat zij veilig rond kunnen lopen in de straten. De belangen van de daders zijn vaak groepsdruk of het nodig hebben van geld. De overheid heeft ook een belang. Die wil natuurlijk de jeugdcriminaliteit minderen. Hoofdstuk 4 Wetten en Beleid Welk beleid met betrekking tot het probleem voert de overheid? - De overheid wil jongeren waarden en normen meegeven. Waardoor ze later goed in de samenleving kunnen functioneren. De middelen die daarvoor gebruikt worden zijn onder andere wetten en regels, begeleiding, voorlichting op scholen over bijvoorbeeld groepsdruk en stelen en het middel taakstraffen. De milde alternatieve taakstraffen zijn redelijke voorlopige oplossingen voor ontspoorde jongeren. Jongeren worden zo door hun opgelegde taak in de samenleving niet onmiddellijk het criminaliserende https://www.scholieren.com/verslag/17074 Pagina 5 van 11

detentiecircuit ingeduwd. Deze jongeren hebben vaak nog geen criminele persoonlijkheid ontwikkeld, en ontlenen dan ook nog geen gevoelens van eigenwaarde aan een crimineel milieu. Hierdoor kunnen zij nog gevoelig zijn voor bijsturing door ouders of opvoeders. Zeer belangrijk is daarom, dat ook de ouders wakkergeschut worden door de taakstraf. Door hun zorgen geven de ouders blijk van gevoelens van verbondenheid en de ontspoorde jongere krijgt dan ook extra aandacht. Dat kan hem het gevoel geven weer bij hen te horen. Hierdoor wil hij ook door hen gewaardeerd worden, en kan zijn houding veranderen. Doordat een taakstraf over een zekere periode gaat, worden de ouders ook over deze periode met de straf geconfronteerd. Hierdoor wordt langduriger hun aandacht en inzet gevraagd voor de verdere ontwikkeling van hun kind, dan bijvoorbeeld bij een boete die snel betaald kan zijn en vergeten. Fundamenteel bij dit alles is echter wel dat er een goede vertrouwensrelatie is. Bij jeugdcriminaliteit zou het echter beter, realistischer en overtuigender zijn, wanneer via de rechter excriminelen deze jongeren en ouders een poosje zouden begeleiden (als voogd). Dit dan in plaats van een straf. Voor jongeren die steeds maar weer de fout in gaan is een heropvoeding echter de enige goede oplossing. Een taakstraf verandert immers niets aan de fundamentele oorzaken van iemands crimineel gedrag. En een ge(taak)strafte is ook een gewaarschuwd man; doe het een volgende keer wat slimmer, en zorg ervoor dat je niet weer gepakt wordt. De overheid wil natuurlijk zo snel mogelijk de jeugdcriminaliteit oplossen, alleen is dat tot nu toe nog niet gelukt. Helemaal oplossen zal ook nooit gebeuren. Is het beleid van de overheid in de loop van de tijd veranderd? - Criminaliteit is de laatste jaren toegenomen. Dat kwam doordat ze niet streng genoeg waren. Nu willen ze de jongeren strenger aanpakken. En daarover zijn alle 3 de politieke partijen in de regering het eens. Het is dus sterk veranderd, want ze willen allemaal een meer stevigere aanpak. In hoeverre verschilt het overheidsbeleid in andere landen met dat van Nederland? - is weliswaar sprake van steeds hechtere Europese eenwording, maar als het op jeugdcriminaliteit aankomt, kiest ieder land nog steeds voor een eigen aanpak. Sinds enkele jaren staan thema's als veiligheid op straat en (jeugd)criminaliteit weer bovenaan de politieke agenda. En sindsdien wordt het criminaliteitsbeleid repressiever. Nederland lijkt daarin op Groot-Brittannië. Regelmatig klinkt een verzoek tot herinvoering van een publieke schandpaal, harder en vaker straffen, werkkampen, of het terugsturen van criminele allochtone jongeren. In vergelijking met andere Europese landen zitten er in onze samenleving veel jongeren achter tralies: jaarlijks ongeveer drieduizend. https://www.scholieren.com/verslag/17074 Pagina 6 van 11

Hoofdstuk 5 Besluitvorming Wie kunnen of moeten er in verband met het probleem een beslissing maken? - Er zijn hierin vier groepen te noemen die een beslissing moeten nemen bij een situatie op crimineel gebied. De dader Hij/Zij is de persoon die zich bij de eerste instantie moet bedenken of het wel menswaardig is, of dat het tegen de wet is. Hij/Zij is dus degene die een beslissing maakt of hij/zij zich in het criminele gedrag zal vertonen. Zodra de beslissing is genomen, dat is meestal snel gedaan bij een jeugdige, want deze wil dan ook de kick ervan beleven (zoals bijv. Bij een auto in de brand steken of een vrouw beroven of in een auto rijden met een minderjarige leeftijd). De justitie Zij zijn de groep die de beslissingen maakt over de jeugdcriminelen die de criminaliteit hebben gepleegd. Als het een overtreding is op wettelijk grond, dan wordt er een taakstraf toegediend die via de politie aan de crimineel wordt aangewezen. Zodra dit te vaak voorkomt bij eenzelfde persoon (als deze vaker een criminele aanslag pleegt), dan wordt er meer bekeken of deze jongen wel psychisch goed is, of dat hij/zij een heropvoeding nodig heeft, omdat hij niet goed is opgevoed bij zijn ouders/verzorgers. Deze persoon wordt dan overgebracht naar Een bepaalde opvang voor een heropvoeding wat een procedure oplevert van ongeveer 1 tot 2 jaar verblijf. De rechter De rechter is degene die in actie komt als het gaat om een misdaad die gepleegd wordt door een jeugdige crimineel. Een goed voorbeeld is de eenzijdige schietpartij op de Terra College waar een leerling, nadat hij een schorsing kreeg van een leraar, de leraar ook neerschoot in de kantine. Dit is dan een goed voorbeeld waarbij de rechter zijn functie moet voortbrengen. Deze jongen, Mourad D., heeft dan ook een gevangenisstraf gekregen van 5 jaar. De politieke partijen Een aantal van de politieke partijen die we in Nederland hebben vormen de groep die uiteindelijk na een verkiezing het land mogen regeren. Zij moeten dan na allerlei vergaderingen met elkaar overeenkomen welk beleid er aan zal komen bij een maatschappelijk probleem, Jeugdcriminaliteit is daar ook een van. Bij een vergadering in het 2de kamer wordt er door alle fractieleiders van de politieke partijen wel eens wat besproken, en de aanhangers van deze leiders moeten dan stemmen of ze akkoord gaan met de voorstellen die worden gemaakt door de partijen die in de coalitie zitten. Momenteel wordt de coalitie gevormd door het CDA, de VVD en D66. Hoofdstuk 6 Mogelijkheden voor acties Welke actiemiddelen worden er op dit moment door de groepen gebruikt? - Er zijn in het geheel 4 actiemiddelen te noemen. Deze middelen zijn eigenlijk gewoon verwijzingen van de https://www.scholieren.com/verslag/17074 Pagina 7 van 11

politie. De politie die arresteert de jeugdige crimineel en geeft hem daarna aan waar hij verder moet zijn. Dat zijn dus de actiemiddelen. - Bureau Halt, - De Jeugdzorg, - Het Raad voor de kinderbescherming en - De Kinderrechter. - De ouders ( af en toe ). Deze 4/5 groepen zijn de laatste tijd veel nauwer met elkaar in samenwerking dan tevoren, en het gaat zo goed dat het wordt voortgebracht. Zijn de actiemiddelen, voor zover je het kunt beoordelen, wel of niet in strijd met de wet? - Voor zover ik weet zijn de actiemiddelen zeker niet in strijd met de wet, want deze actiemiddelen zijn ontstaan uit wetgevingen vanuit de 2de kamer ( het parlement ). Ik heb het nog nagevraagd aan Hassan Doudouh, Hoofdagent van Limburg Zuid. Hij gaf als antwoord dat deze middelen niet in strijd kunnen zijn met de wet, want het zijn opzicht allemaal legale ondernemingen van de actiegroepen. Hoofdstuk 7 Eigen mening (Nourddin Doudouh) Welke oplossing vindt je het beste? Waarom? - Ik vind het voorstel dat is gemaakt door de PvdA en van groenlinks het beste, omdat die juist niet willen bezuinigen op het gebied van jeugd. Dat wil dus zeggen dat ze er ook genoeg geld aan besteden om de jeugd op het goede pad te houden. Ouders hebben hierin ook hun zeggenschap. Wat gebeurt er in de samenleving als jouw standpunt door de mensen die moeten beslissen, wordt overgenomen? - Dit is al sterk bewezen dat het goed werkt, want bijvoorbeeld in gemeente Beek wordt er gewerkt van het project om hangplekken te maken voor jongeren die hangen rond het station of voor winkels, zodat deze geen overlast kunnen opbrengen op de medemensen die dan aan het shoppen zijn of die net een trein afstappen. Ik vind dus dat het zeker zal werken want in dat gebied heeft het zeker geholpen en in Roermond en andere steden zijn ze er ook mee bezig. (Bob van Ratingen) Welke oplossing vindt je het beste? Waarom? - Nou ik vind dat de jeugdcriminelen wel iets strenger moeten worden aangepakt zodat ze weten dat ze fout zijn en zodat ze later het niet weer gaan doen. Wat gebeurt er in de samenleving als jouw standpunt door de mensen die moeten beslissen, wordt overgenomen? - Ik denk dat de jeugdcriminaliteit wel meer afneemt en ook het percentage jongeren dat nog iets https://www.scholieren.com/verslag/17074 Pagina 8 van 11

crimineels doet na de straf. (Danny Vosdellen) Welke oplossing vindt je het beste? Waarom? - Ik denk dat jeugdcriminaliteit in de toekomst wel toe zal nemen. De jeugd accepteert niet alle regels meer die ouders stellen en ik denk dat respect en discipline in veel huishoudens niet meer terug te vinden is. De jeugd gaat steeds meer hun eigen gang en ik denk dat dit alleen maar nadelig kan zijn. Misschien zal er toch wat strenger gestraft moeten worden. Meer uren taakstraf bijvoorbeeld. En ik denk ook dat het erg belangrijk is dat jongeren in de gaten worden gehouden door de school en de Jeugdbescherming. De school zal het kunnen doorgeven aan de Jeugdbescherming als er een vermoeden is, dat het gedrag van de jongere anders is dan dat van anderen of als er veel gespijbeld wordt. Wat gebeurt er in de samenleving als jouw standpunt door de mensen die moeten beslissen, wordt overgenomen? - Ik denk dat, welke standpunt je ook hebt en al zou het ook overgenomen worden, er toch niets zal veranderen omdat ik denk dat de jeugdcriminaliteit toeneemt. De jongeren die aan criminele activiteiten doen, worden dan nog meer gemotiveerd om strafbare feiten te plegen Conclusie - Uit deze informatie en eigen meningen trekken we de conclusie dat de jeugdcriminaliteit zeker niet zal uitsterven en dat het niet gemakkelijk wordt om hem te laten zakken maar het zal zeker een stuk zakken als men zwaardere straffen en meer aan de opvoeding en de censuur op tv doet. Ook zullen de straffen op scholen strenger moeten worden zodat de criminelen niet denken dat het normaal is dat je doet spijbelen en zo dus niet zo gemakkelijk in de criminaliteit terecht komen. Hoofdstuk Extra Het Interview Interviewer: Nourddin Doudouh Geïnterviewde: Hassan Doudouh Kwaliteit Geïnterviewde: Hoofdagent Werkgebied: Beek, Limburg Zuid Dit is een Interview met Hassan Doudouh, Hoofdagent van de politie in Limburg Zuid. Hassan Doudouh werkt al 6 jaar bij de politie. Hij is al 3 keer verplaatst van district. Eerst begon hij in Gemeente Geleen, daarna in Sittard en nu werkt hij in Beek. Heeft uzelf ook de jeugdcriminaliteit ervaren in uw jeugd? Ikzelf niet. Maar ik heb wel heel veel jeugdigen, criminele activiteiten zien verrichten. Dit soort criminaliteit bestond uit, winkeldiefstallen en veel overlast veroorzaken voor de bewoners in de omgeving. Waar ik wel deel van heb uitgemaakt, is als jeugdige, rondhengen met andere jongens op plekken waar, https://www.scholieren.com/verslag/17074 Pagina 9 van 11

voor mensen, veel overlast ontstond. Hebt u wel eens een jeugdcrimineel moeten arresteren? Zo ja, pakt u het dan hard aan of doet u het op een rustige manier? Ik heb zeker in mijn carrière jeugdigen opgepakt. Je kunt niet alle jeugdige criminelen over een kam scheren, want ze zijn niet allemaal hetzelfde. De een heeft een andere aanpak nodig dan de ander. In mijn optreden als politieagent heb ik allerlei soorten aanpak moeten gebruiken. Hebt u het ook wel eens bij een waarschuwing gelaten? Het ligt eraan welk strafbaar feit de jeugdige crimineel pleegt. Bij sommige strafbare feiten, zoals diefstal en vernieling is het onmogelijk en ook niet raadzaam om het tot een waarschuwing te laten. Dus voor soortgelijke feiten heb ik het ook nooit bij een waarschuwing gelaten. Bij minder erge strafbare feiten zoals, kleine baldadigheden kan het wel eens voorkomen dat er gewaarschuwd wordt. Echter, persoonlijk waarschuw ik dezelfde persoon niet meer dan één keer. Wat houdt uw functie eigenlijk in? Mijn functie is basis politie zorg. Dit houdt in dat ik op straat de openbare orde handhaaf en alle prioriteiten meldingen afhandel. Dit varieert van aanrijdingen met doden of gewonden, en eenvoudige aanrijding en inbraak dat op heterdaad betrapt is en burenruzies. Verder verricht ik allerlei bureauwerkzaamheden, zoals de inteek en de administratie. Ik ben ook een schooladoptie agent. Dit houdt in dat ik één keer per maand les geef over allerlei onderwerpen in groep 7 en 8 van de basisschool. Wordt er veel jeugdcriminaliteit gepleegd in uw werkgebied? Natuurlijk wordt er ook jeugdige criminaliteit bij mij in het werkgebied gepleegd, maar dit is met de jaren verminderd. Een reden hiervan is dat er voor de jeugd, hangplekken zijn gemaakt waar ze wel mogen hangen en dus geen overlast veroorzaken. Voorheen werd de jeugd overal weggestuurd. Met de hangplekken is gerealiseerd dat de jeugd op plekken waar het wel mag bij elkaar kunnen zijn. Voorbeeld: In een bepaalde wijk hebben bewoners geklaagd over overlast van de jeugd. Vervolgens schakelen ze de politie in, die de jeugdigen wegstuurt. Hierna gaan de jeugdigen als offer van het wraak aanslagen plegen op auto s en woningen zoals krassen maken op de auto s of ruiten ingooien. Met het creëren van de hangplekken is dit sterk teruggedrongen. Ook is de criminaliteit van de jeugd afgenomen door de verbeterde samenwerking van de Raad van Kinderbescherming, Bureau Halt en het project SAP (School Adoptie Politie). Als u nou eens minister was van Nederland en u mocht een voorstel doen over het beleid van de jeugdcriminaliteit. Wat waren dan uw voorstellen? Het kabinet wil overal op bezuinigen. Ik zet mijn vraagtekens of men voor wat betreft het jeugdbeleid ook moet bezuinigen? Ik vind dat men de criminaliteit van begin af aan moet aanpakken. Dus ik zou zeggen dat er heel veel geld moet komen om een jeugdige crimineel op tijd te begeleiden en Normen en Waarden van de Nederlandse https://www.scholieren.com/verslag/17074 Pagina 10 van 11

samenleving bij te brengen, voordat deze jeugdige crimineel een grote crimineel wordt. Ik denk dat als men hierin gaat bezuinigen, de jeugdige die een strafbaar feit heeft gepleegd, nooit de juiste begeleiding krijgt die hij/zij nodig heeft. De samenleving heeft daar alleen maar baat bij. Lijst met Bronnen -www.cda.nl -www.vvd.nl -www.pvda.nl -www.d66.nl -www.groenlinks.nl -www.justitie.nl -www.amsterdam.nl -www.politie.nl -www.ministerievanjustitie.nl -www.cbs.nl -www.google.nl (voor afbeeldingen) -Hassan Doudouh (voor het Interview en mogelijkheden voor acties) -Maatschappijleerboek: Criminaliteit -Tv: Het nieuws -Openbare Bibliotheek Posterholt -Winklers Prince Editie Encyclopedie -Bibliotheek Roermond https://www.scholieren.com/verslag/17074 Pagina 11 van 11