i Een minister is politiek verantwoordelijk voor een bepaald onderwerp in

Transcriptie

1 Als ik minister ben, dan pak ik alles anders aan! De verkiezingen komen er weer aan en dat betekent dat er ook nieuwe ministers benoemd worden die het één en ander willen veranderen in Nederland. Wat zou jij doen als je minister was? Welke wetten en regels zou jij veranderen of afschaffen? Dat ga je bedenken in deze lesbrief! i Een minister is politiek verantwoordelijk voor een bepaald onderwerp in Nederland, bijvoorbeeld het onderwijs. Dit is de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Hij/zij maakt wetsvoorstellen over dit onderwerp en zorgt zo dat het beter gaat. De wetsvoorstellen die de minister maakt moeten eerst goedgekeurd worden door de Eerste en Tweede Kamer voordat ze ingevoerd worden. Maak zes groepen in de klas. De docent verdeelt de drie ministeries hieronder over de zes groepen. Van ieder ministerie zijn er dus twee in de klas. Ministeries: 1. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2. Ministerie van Infrastructuur en Milieu 3. Ministerie van Veiligheid en Justitie Wist je dat? In totaal zijn er 11 ministeries in Nederland! Je krijgt tien stellingen van je docent die met jullie ministerie te maken hebben. Kies samen met je groepje drie stellingen uit die jullie zouden willen invoeren in jullie ideale land. Je krijgt hier tien minuten voor. Schrijf ze hieronder op:

2 Bedenk een politiek praatje waarin jullie de drie stellingen presenteren aan de klas. Je strijdt tegen het andere groepje met hetzelfde ministerie, maak het dus overtuigend! Zo maak je een presentatie overtuigend: Bedenk goede argumenten Bedenk wat je kunt zeggen op tegenargumenten Neem een zelfverzekerde houding aan Politiek praatje

3 Doe de presentaties. Presentatie 1: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Ministerie 1 en 2 presenteren hun stellingen. Na elke presentatie mogen twee leerlingen uit de klas een kritische vraag stellen. Op welk ministerie zou jij stemmen? Vul in. Ministerie 1 Ministerie 2 Presentatie 2: Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ministerie 1 en 2 presenteren hun stellingen. Na elke presentatie mogen twee leerlingen uit de klas een kritische vraag stellen. Op welk ministerie zou jij stemmen? Vul in. Ministerie 1 Ministerie 2 Presentatie 3: Ministerie van Veiligheid en Justitie Ministerie 1 en 2 presenteren hun stellingen. Na elke presentatie mogen twee leerlingen uit de klas een kritische vraag stellen. Op welk ministerie zou jij stemmen? Vul in. Ministerie 1 Ministerie 2

4 Stellingen per ministerie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 1. School is gratis voor iedereen. Leerlingen krijgen alle boeken en laptops gratis. Iedereen heeft recht op onderwijs. 2. De leerplicht wordt afgeschaft. Dit betekent dat kinderen niet meer naar school hoeven als ze dat niet willen. Iedereen mag zelf weten of ze naar school gaan of niet. 3. De niveaus op scholen bestaan niet meer. De cito-toets wordt afgeschaft en vmbo-, havoen vwo-leerlingen worden in dezelfde klassen gezet. 4. Leerlingen krijgen geen cijfers meer voor werkstukken en toetsen. De docenten kijken vooral of een leerling vooruit gaat of niet. 5. CKV- en dramalessen zijn verplicht op scholen. Het is belangrijk dat leerlingen iets leren over kunst en cultuur. 6. Alle musea worden gratis voor kinderen onder de 18 jaar. 7. Alle culturele schoolreisjes, kunst en andere uitjes op school worden afgeschaft. Dit geld kan beter naar andere dingen op school. 8. Alle musea en tentoonstellingen over geschiedenis moeten blijven bestaan, maar de rest van de musea worden gesloten. 9. Sinterklaas wordt afgeschaft, want het beledigt een groep mensen. 10. Leerlingen die blind en doof zijn moeten naar normale scholen gaan. Speciale scholen worden gesloten. Dit levert meer geld op.

5 Stellingen per ministerie Ministerie van Infrastructuur en Milieu 1. Als je afval op straat gooit, krijg je een hoge boete. Dit zorgt ervoor dat de straten schoon blijven en het is beter voor het milieu. 2. Mensen moeten verplicht één dag in de week vegetarisch eten. De vleesproductie kost veel energie en dat is slecht voor het milieu. 3. Global warming bestaat niet dus we hoeven er geen rekening mee te houden. 4. De lichten op straat mogen s nachts niet uit, want dan ontstaat er meer criminaliteit. 5. Iedereen die binnen vijf kilometer bij werk of school woont moet met de fiets. 6. Kleren moeten zo goedkoop mogelijk gehouden worden, zodat iedereen kleding kan kopen. Kledingwinkels hoeven geen rekening te houden met de werkomstandigheden in ontwikkelingslanden. 7. Mensen moeten meer met het openbaar vervoer en minder met de auto. 8. Er moeten meer snelwegen komen, er zijn te veel files en de treinen zijn overvol. 9. Zelf vuurwerk afsteken mag niet meer. Er worden vuurwerkshows georganiseerd door de gemeentes. 10. Afvalscheiding wordt afgeschaft.

6 Stellingen per ministerie Ministerie van Veiligheid en Justitie 1. Er moet meer geld naar het Nederlands leger om ons te beschermen in tijden van nood. 2. Nederlandse jongens moeten verplicht twee jaar in het leger als ze 18 jaar worden. 3. Als er te vaak rellen zijn bij voetbalwedstrijden van een bepaald voetbalteam, dan gaan de voetbalwedstrijden van het voetbalteam die periode niet door. 4. Hele zieke mensen met veel pijn moeten een prikje via de huisarts kunnen krijgen om een einde aan hun leven te maken. 5. De politie mag alle telefoons afluisteren en internetgegevens gebruiken om terroristen op te sporen. 6. We sluiten de grenzen voor vluchtelingen. 7. Vluchtelingen zijn altijd welkom, maar moeten tussen de Nederlanders wonen en niet bij elkaar geplaatst worden in een apart asielzoekerscentrum. 8. De kinderbescherming mag kinderen uit huis plaatsen als ze denken dat daar een reden voor is. 9. Vrijheid van meningsuiting mag alleen als je anderen daar niet mee beledigt of discrimineert. 10. Het downloaden van films via bijvoorbeeld Popcorn Time moet met hoge boetes bestraft worden.