Werkstuk Maatschappijleer Jeugdcriminaliteit

Transcriptie

1 Werkstuk Maatschappijleer Jeugdcriminaliteit Werkstuk door een scholier 4906 woorden 12 mei ,1 219 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer ALGEMENE INFORMATIE Jeugdcriminaliteit is een verzamelnaam voor alle strafbare delicten van jeugdigen onder de 24 jaar. Er zijn veel verschillende soorten van strafbare delicten en deze soorten lopen ook ver uiteen. Het gaat van een snoepje stelen bij de snoepwinkel tot vernielzucht en grof (seksueel) geweld. Kort samengevat is jeugdcriminaliteit al het gedrag wat tot overlast en/of schade voor personen en/of goederen leidt. Van kinderen en jongeren is het algemeen bekend dat zij hun grenzen gaan zoeken en verkennen. Daar is op zich helemaal niets mis mee. Maar soms blijft het niet alleen bij verkennen. Het kan dan gaan om strafbare feiten, jeugdcriminaliteit. Jeugdcriminaliteit is onder te verdelen in verschillende vormen: - Diefstal - Vernieling en vandalisme - Verschillende geweldsvormen - Mishandeling - Diefstal met geweld / afpersing - Seksuele geweldsdelicten (verkrachting, aanranding, enz.) - Misdrijven tegen leven en persoon (bedreiging, -poging tot- moord en doodslag, dood en letsel door schuld) Er zijn ook nog verschillende vormen van diefstal en vernieling, maar hier gaan we verder niet op in. Jeugdcriminaliteit kan men opsplitsten in vier duidelijke groepen: 1. De lichtcriminelen (ook wel gelegenheidsdelinquenten genoemd) 2. De zwaarcriminelen (hardekernjongeren) 3. De groepscriminelen 4. De allochtone criminelen Lichtcriminelen zijn jongeren die zich schuldig maken aan één of meerdere lichte vorm van criminaliteit die regelmatig voorkomen en/of hooguit één zwaar delict Zwaarcriminelen zijn jongeren die minimaal twee zware delicten hebben gepleegd. Er is dus een duidelijke Pagina 1 van 12

2 grens tussen lichte criminelen en zware criminelen. Bij groepscriminelen, het woord zegt het al, gaat het om een criminele groep. Samen staan ze sterker en er is niet direct één dader aan te wijzen als er iets gebeurt is. Vaak zijn het gesloten groepen met een hechte structuur. Dat houdt dus in dat er leiders, subleiders en aanhangers zijn. Daardoor verloopt de preventie van deze groeperingen vrij moeizaam en is men nog hard opzoek naar een manier hoe dit beter en gerichter kan. De jongeren in de groep proberen indruk op elkaar te maken. Ze jutten elkaar op en zo gebeuren er dingen die ze, als ze in hun ééntje waren, nooit zouden doen. Onder allochtone jongeren neemt de criminaliteit ook behoorlijk toe. Hiervoor zijn verschillende redenen. Eén van die redenen is dat de jongeren uit een laag sociaal-economisch milieu komen. Ze zijn dan meestal lager opgeleid, en als ze dan een opleiding hadden hebben ze deze vaak niet afgerond. Daardoor kunnen ze niet aan een baan komen. De kans is dan groot dat er een geldgebrek komt en dat ze dan gaan stelen om aan hun goederen te komen. Als ze dan een keer gepakt worden en het wordt op hun strafblad genoteerd is de kans op een fatsoenlijke baan ook weer een stuk kleiner geworden. Zo ontstaat er een neerwaartse spiraal waar moeilijk uit te komen is. HISTORISCH / VERGELIJKEND Hoe is de jeugdcriminaliteit nu, in vergelijking met vroeger? Inleiding Eigenlijk is er altijd al jeugdcriminaliteit geweest. Maar toen viel het onder de noemer baldadigheid of kwaaiejongens streek. Tegenwoordig heeft de baldadigheid of de kwaaiejongens streek een hele andere vorm. Er is heel weinig informatie over vroeger van dit soort dingen te vinden. Pas later zijn mensen gegevens gaan verzamelen. Toen kwam men tot de conclusie dat er meer aandacht besteed moest worden aan jeugdcriminaliteit. Dit leidde onder andere tot de komst van Bureau Halt. In dit gedeelte van het werkstuk behandelen we de jeugdcriminaliteit van af de tweede wereld oorlog. Wij beginnen hier in de geschiedenis, want voor de tweede wereld oorlog werd (bijna) niets genoteerd over jeugdcriminaliteit. Om het duidelijk te houden, verdelen we het in drie delen: Na de tweede wereld oorlog tot 1960, 1960 tot 1980 en 1980 tot nu. Na de tweede wereld oorlog tot 1960 We hebben veel gezocht naar informatie over dit deelonderwerp, maar er is heel weinig over te vinden. Nederland was bezig met de wederopbouw van het land en hadden dus wel belangrijkere zaken aan hun hoofd, dan het registreren van kwaaiejongens streken. Maar dat betekend dus niet dat er helemaal niets was, vernielingen en berovingen zijn van alle tijd. Rond ongeveer 1950 ontstaan er kleine groepjes die uit verveling een beetje rondhingen. Dit leidde wel eens tot kleine problemen, maar dat is niets in vergelijking met wat zich tegenwoordig afspeelt tot 1980 Pagina 2 van 12

3 Economisch ging het langzamerhand steeds beter met Nederland. Mensen kregen weer een vaste baan en zo hoefden de jongeren niet meer te werken om geld voor hun ouders te verdienen. De jongeren kregen meer vrije tijd en geld om te besteden. Ook kwam de drugs in omloop, een probleem waar we nu ook nog steeds last van hebben. Ook alcohol begon een grote rol te spelen. Jongeren kregen steeds meer de mogelijkheid deze genotsmiddelen te gaan gebruiken, duidelijke regels zoals die nu bestaan waren er nog niet. Dit alles kan leiden tot vandalisme en zelfs jeugdcriminaliteit. We hebben veel gezocht naar cijfers en feiten over deze periode, maar hebben vrijwel niets gevonden. Toen kwam ik op het idee om wat informatie te vragen aan mijn opa. Hij heeft deze periode zelf meegemaakt, dus ik denk dat hij wel een goede informatiebron is om te gebruiken. Mijn opa begon over het respect. Hij vertelde: Als je in de jaren 40 en 50 kijkt, was er nog veel respect voor oudere mensen, maar ook bijvoorbeeld de politie. Toen de jongeren meer geld en vrije tijd kregen ging het opeens allemaal heel anders. De jongeren gingen op straat rondhangen en slenterden een beetje rond. Toen er verder praktisch geen economische en politieke veranderingen plaatsvonden, steeg de criminaliteit niet veel meer tot nu Het ging steeds beter met Nederland. Rond deze tijd werd ook de gewoonte verbroken dat de man voor het geld op de plank zorgde en de vrouw thuis het huishouden deed en op de kinderen paste. In de meeste gevallen hadden de mannen een fulltime baan en de vrouwen een parttime baan, zodat de vrouwen de kinderen na schooltijd thuis konden opvangen. Er kwamen ook steeds meer gezinnen waarbij beiden ouders een fulltime baan hadden. Want wie eenmaal het geld geroken had, wilde steeds meer. In sommige gevallen gaat deze instelling ten koste van de opvoeding. Als een kind na schooltijd thuiskomt en er is niemand, kan het twee kanten opgaan. Het ene kind zal ervoor kiezen zijn tijd nuttig te gebruiken en bijvoorbeeld huiswerk gaan doen. Het andere kind kiest ervoor om samen met zijn vriendjes de straat op te trekken. Onder die jongeren ontstaat eerst kattenkwaad, zoals bijvoorbeeld belletje trekken. Later zou dit kunnen leiden tot vandalisme, het vernielen van bushokjes, bankjes, enz. Als die kinderen, inmiddels jongeren, dan nog niet tot een halt geroepen zijn kan dit leiden tot jeugdcriminaliteit. Tegenwoordig weten ouders vaak niet waar hun kinderen mee bezig zijn, of waar ze uithangen. Daarom reageren ze vaak verrast als er plotseling een agent samen met hun zoon of dochter voor de deur staat om te melden wat er gebeurd is. Om zoveel mogelijk jeugdcriminaliteit te voorkomen is in de jaren 80 Bureau Halt opgericht. Als kinderen dan een misdrijf, vaak gaat het dan om winkeldiefstal, vernieling, vuurwerk, graffiti, enz, dan worden zij daar naartoe gestuurd. De cijfers die de politie aangeeft over jeugdcriminaliteit geven niet echt een goed beeld over jeugdcriminaliteit. Het ene jaar besteedt de politie bijna geen aandacht aan kattenkwaad, terwijl ze in het jaar daarop weer veel jongens oppakken die op het verkeerde pad zijn geraakt. Ten tweede komen niet alle strafbare feiten ter kennis van de politie en de pakkans is ook zeer laag. Pagina 3 van 12

4 Onder de jeugdige verdachten die bij de politie bekend zijn, bevinden zich veel meer jongens dan meisjes. Dat geldt ook voor de groep jaar. Uit een onderzoek naar de criminaliteit onder allochtonen en autochtonen blijkt dat het aandeel van in het buitenland geboren verdachten relatief groot is. Een reden hiervoor is dat de buitenlandse jongeren een hele andere opvoeding hebben gekregen dan de Nederlandse jongeren. Hierdoor zijn ze vaak lager opgeleid, of helemaal niet. Ook kunnen ze soms geen baan vinden. Dan krijg je het slentergedrag, wat uiteraard in de meeste gevallen niet daarbij blijft. Conclusie Wij hebben besloten om vanaf de tweede wereld oorlog te beginnen, want op dat punt was de welvaart eigenlijk gewoon nul. Na de wederopbouw kwam er steeds meer welvaart, jongeren kregen meer geld, meer vrije tijd. En toen kwam het vandalisme om de hoek kijken en later de jeugdcriminaliteit. Hoe meer welvaart er komt, hoe meer vandalisme en jeugdcriminaliteit ontstaat. Tenzij er gauw ingegrepen wordt. SOCIAAL / CULTUREEL Hoe denkt de samenleving over jeugdcriminaliteit? Inleiding In dit hoofdstuk zoeken wij vooral naar een antwoord op de vraag: Hoe denkt de maatschappij over jeugdcriminaliteit? Dit denken wij te vinden door de standpunten van verschillende politieke partijen te onderzoeken. Dit doen wij omdat de maatschappij zich verwoordt in de politieke partijen en dus ook de verschillende meningen van het volk zijn. Verder verklaren wij waarom het zo belangrijk om over jeugdcriminaliteit na te denken en te discussiëren. Hoe denken verschillende politieke partijen over jeugdcriminaliteit? - VVD Standpunt over jeugdcriminaliteit Minister voor Vreemdelingenzaken en Intergratie Verdonk las in een onderzoeksrapport over jeugdcriminaliteit dat een woon- en zorgcentrum en een psychiatrische instelling in Amsterdam vaak werd geterroriseerd door Marokkaanse jongeren. Onder dat terreur vielen vooral zaken als georganiseerde inbraken, diefstal, brandstichting en vernieling. Verdonk reageerde hierop door te stellen dat de schade die de jongeren maakten zou moeten worden betaald door de ouders. Zij zouden daardoor dan ook gestimuleerd worden hun Kind beter op te voeden. VVD-kamerlid Fadime Örgü kwam met het plan alle schade die de jongeren aanrichten tot hun 18de te verhalen op de desbetreffende ouders. Nu is dit tot 15 jaar en maar voor een gedeelte. Onder de schade wordt niet alleen de veroorzaakte schade gerekend maar ook de kosten die gemaakt worden door politie en justitie. Dit is echter niet het enige idee dat de VVD over de aanpak van jeugdcriminaliteit heeft. Ze pleiten voor een versterking van de organisaties van de jeugdzorg, deze zijn belangrijk als opvoedingsondersteuning. Ze pleiten ook voor de verhoging van het aantal plaatsen in strenge jeugdinrichtingen. In deze inrichtingen Pagina 4 van 12

5 worden deze harde kern jongeren bijgebracht om respect voor gezag te hebben. Een aantal voorbeelden van dat soort inrichtingen zijn bijvoorbeeld Den Engh en de Glen Millsschool in Amsterdam. Maar de VVD is van mening dat het werkelijke probleem zich voor dat ze in zulke inrichtingen komen plaatsvindt, namelijk bij het oppakken en vasthouden. Het gebeurt nog steeds dat jongeren die een delict plegen de volgende dag weer vrij op staat rondlopen. Dit vond de VVD onacceptabel en wil hier dan ook wat aan doen. Als voorbeeld geven ze: De aanpak van scooteroverlast in de Tarwewijk in Rotterdam-Zuid is een mooi voorbeeld van de falende communicatie tussen politie en justitie. De politie voert daar sinds enkele jaren een lik op stuk beleid ten aanzien van brommer- en scooteroverlast. Jongeren die met hun scooters en brommers overlast veroorzaken raken na één waarschuwing hun scooters kwijt aan de politie. De politie heeft zelfs een mooi registratiesysteem ontwikkeld, waarin alle gevallen worden opgenomen. Maar de aanpak blijkt dweilen met de kraan open: na een zitting bij de rechter krijgen de jongeren hun brommer of scooter weer terug en betalen ze slechts een kleine boete. Niet zelden heeft die rechter geen zicht op eerdere delicten en de volledige criminele geschiedenis van desbetreffende jongeren. Om de band tussen justitie en politie te versterken is de VVD voorstander van een zogenaamd persoonlijk dossier voor jonge criminelen. Hierdoor zouden veelplegers veel makkelijker kunnen worden aangepakt. Er zijn nog maar weinig steden waarop deze manier wordt gewerkt. Als dit systeem goed in elkaar zit kan het later ook worden aangesloten op de jeugdzorg en de jeugdinrichtingen. - PvdA standpunt over jeugdcriminaliteit De PvdA is van mening dat iedereen zich binnen- en buitenshuis veilig moet kunnen voelen. Om dit te bereiken zou er een uitbreiding aan politie agenten moeten komen. Door deze uitbreiding zal vooral meer inzicht komen op zichtbaar jeugdcriminaliteit op straat. Deze politie agenten zouden ook als een soort mentor moeten fungeren. Om het illegale drugs en wapen bezit tegen te gaan bij jongeren stelt de PvdA voor om op bepaalde plekken regelmatig fouilleer acties te houden. De gemeenten zouden samen met onder andere burgers, scholen, woningbouwverenigingen, de winkeliersverenigingen, de welzijn- en hulpverleningsinstellingen en politie en justitie moeten zorgen voor een gemeentelijk veiligheidsplan, hier in zou ook moeten worden vermeld hoe ze de jeugdcriminaliteit willen aanpakken. In deze plannen zou onder andere ook moeten staan: - dat de gemeente ideeën van burgers om de veiligheid van hun buurt te vergroten zal steunen; - dat bij de inrichting van de openbare ruimte ook naar jongeren moet worden geluisterd; - dat scholen een actief beleid voeren tegen spijbelen en op tijd ouders en hulpinstellingen zullen waarschuwen. - CDA standpunt over jeugdcriminaliteit Het CDA constateert dat de maatschappij verhard en daarmee ook de jeugd gewelddadiger wordt. Onderzoek zou uitwijzen dat jeugdcriminaliteit toeneemt. Het CDA is hier erg ongerust over en zou dan ook deze toename in de jeugdcriminaliteit willen stoppen. Dit zou niet alleen via een repressieve aanpak van jeugdcriminaliteit moeten. Veel criminele jongeren vallen namelijk na hun verblijf in een inrichting terug in hun oude gewoonten. De oplossing zou een combinatie van preventie, repressie en begeleiding van jonge criminelen zijn. Alleen op die manier kan worden voorkomen dat de jeugdige criminelen opnieuw de fout in gaan. Pagina 5 van 12

6 Het CDA pleit vooral voor een goede begeleiding van jongere, er moet niet naar de straftijd worden gekeken maar meer of iemand er aan toe is terug te keren in de maatschappij. Niet de duur van de straf zou belangrijk moeten zijn maar of zijn gedrag genoeg is veranderd. Om dat mogelijk te maken zou het CDA meer geld willen vrij stellen voor behandelingsplaatsen. Het CDA is verder van mening dat: - particuliere initiatieven zoals Glen Mills goed zijn om de jeugdcriminaliteit te beteugelen. Jongeren worden daar door andere jongeren gecoached. Er heerst een streng klimaat waarmee geprobeerd wordt de ontspoorde jongeren te wijzen op hun verantwoordelijkheid. - er internaten moeten komen waar (probleem)jongeren preventief worden opgevangen. - een gezinscoach voor probleemgezinnen en -jongeren verplicht moet worden. Deze gezinscoach ondersteunt het gezin (voor kinderen onder de 12 jaar) en de ontspoorde jongere (voor kinderen boven de 12 jaar) om recidive te voorkomen. - ouders van kinderen die toch dreigen af te glijden, deel moeten nemen aan een opvoedcursus, zodat crimineel gedrag bij kinderen jonger dan 12 jaar of een ondertoezichtstellingmaatregel kan worden voorkomen. Deelname aan het programma STOP-reactie van bureau HALT moet worden verplicht. - er een goede gegevensuitwisseling tussen betrokken instanties moet zijn. Bestanden met gegevens van risicogevallen dienen aan elkaar gekoppeld te worden. Alleen dan kun je voorkomen dat kinderen afglijden. - ouders aansprakelijk moeten worden voor kinderen tot 18 jaar in plaats van tot 14 jaar. Zij moeten schade die is aangericht door hun kinderen vergoeden, zodat de belastingbetaler er niet voor hoeft op te draaien. Wat denkt het grootste deel van de bevolking van Moerdijk van jeugdcriminaliteit en wat moet er aan gedaan worden? Overzicht van de verkiezingsuitslagen 2006, in Moerdijk: Onafhankelijk Moerdijk 30,8 % CDA 20,1 % PvdA 15,9 % VVD 12,2 % SP 10,1 % GroenLinks 6,7 % ChristenUnie 4,2 % Te zien in de statistieke hierboven gaat de meeste steun uit naar Onafhankelijk Moerdijk. Onafhankelijk Moerdijk is Links dus heeft dan ook dezelfde mening als de PvdA en de SP waarmee zij nu een coalitie willen vormen. Onafhankelijk Moerdijk is dan ook voor meer politie op straat en het is ook een groot voorstander van het gemeentelijk veiligheidsplan, hier in staat vermeld hoe je jeugdcriminaliteit wilt aanpakken. Maar de meningen zijn erg verdeeld want er zijn ook veel mensen die het met het standpunt van het CDA eens zijn. De oplossing volgens het CDA zou een combinatie van preventie, repressie en begeleiding van jonge criminelen zijn. Waarom is belangrijk dat de maatschappij over jeugdcriminaliteit nadenkt en er iets aan wil doen? Uit verschillende rapporten blijkt dat de jeugdcriminaliteit in de afgelopen jaren sterk is toegenomen en dat dat zo blijft als we er niets aan doen. Deze stijging is natuurlijk geen goede zaak omdat deze jongeren Pagina 6 van 12

7 vaak door groeien tot harde criminelen. Ze veroorzaken ook veel overlast en ze kosten de staat veel geld door de vele schade wat ze aanbrengen. Als de maatschappij dit een belangrijk probleem vindt zullen de politieke partijen dit probleem plus eventuele oplossing opnemen in hun plannen. Zo word er naar de mening van de maatschappij geluisterd en word er geprobeerd er iets aan te doen. Hoe behandeld de media het onderwerp jeugdcriminaliteit? Er wordt in Nederland de laatste tijd veel gepraat over jeugdcriminaliteit, dit zie je ook terug in de media. De maatschappij maakt zich druk om de jeugd omdat er de laatste tijd veel negatief berichten in het nieuws komen. Maar waar ze meestal geen rekening mee houden is dat de media een onderwerp vaak opblaast en het erger doet lijken dan het is. Hierdoor denken de mensen dat het toeneemt terwijl het eigenlijk gelijk blijft. Het probleem is dus niet zo problematisch als de meeste mensen denken. Conclusie Er is eigenlijk geen goede oplossing te vinden voor de stijging van jeugdcriminaliteit. Alle politieke partijen denken er anders maar komen meestal op hetzelfde neer, het is niet echt te voorkomen, maar ze besteden vooral aandacht aan de opvang van jonge criminelen. Aan de preventie van jeugdcriminaliteit wordt wel veel aandacht besteed maar uit ervaring blijkt dat dat niet zo goed werkt. Daarom steken ze de laatste jaren meer geld in organisaties als Bureau Halt, Glen Mills en Den Engh. In de gemeente Moerdijk zijn de meningen verschillend. Maar het grootste deel is van mening dat er meer politie op straat moet en dat er gemeentelijk veiligheidsplannen moeten komen. Doordat er de laatste jaren in de media veel aandacht aan is besteed, denken veel mensen dat de jeugdcriminaliteit erg toegenomen is. Maar in feiten is de jeugdcriminaliteit de afgelopen jaren gelijk gebleven en in sommige plaatsen is het zelfs iets afgenomen. Politiek / Juridische Wat doet de overheid tegen jeugdcriminaliteit? Inleiding In dit hoofdstuk gaan we bekijken wat de overheid doet tegen jeugdcriminaliteit. We gaan bekijken welke maatregelen er worden genomen, welke instanties er zijn, wat de standpunten van verschillende politieke partijen zijn, welke verschillende soorten wetten en straffen er zijn en wat het beleid van de overheid is. Maatregelen tegen jeugdcriminaliteit. Jeugdcriminaliteit is een verzamelnaam voor verschillende strafbare feiten van jongeren tot 18 jaar. De meest voorkomende delicten zijn diefstal en inbraak. De laatste jaren zijn er belangrijke ontwikkelingen opgetreden bij jeugdcriminaliteit. 1. Jeugdcriminaliteit wordt gewelddadiger. 2. Het wordt vooral gepleegd door jongeren, maar meisjescriminaliteit neemt naar verhouding toe. 3. Het gaat steeds meer om allochtone jongeren 4. Een groot deel van de criminaliteit wordt veroorzaakt door jeugdige veelplegers, en concentreert zich maar in bepaalde gebieden. Pagina 7 van 12

8 De overheid heeft daarom een nieuw plan bedacht. Dit heet Programma Jeugd Terecht. In het plan van staat aangegeven hoe de overheid jeugdcriminaliteit wil aanpakken. Dit programma is onderdeel van het Veiligheidsprogramma. Jeugd Terecht bestaat uit verschillende acties die de jeugdcriminaliteit snel moeten verminderen. Van belang is dat verschillende instanties goed met elkaar samenwerken. Programma Jeugd Terecht heeft een aantal belangrijke actiepunten: 1. Aanbieding opvoedingsondersteuning. 2. Jeugdige veelplegers moeten beter worden aangepakt. 3. De verschillende straffen moeten worden getoetst op effectiviteit. 4. Er moet voldoende capaciteit zijn om jeugdcriminaliteit te kunnen aanpakken. 5. Invoering van verplichte nazorg. 6. Er moet een helpdesk komen. Met dit plan hoopt de overheid de jeugdcriminaliteit snel terug te kunnen dringen. Verschillende instanties tegen jeugdcriminaliteit. Er zijn verschillende instanties die zich inzetten tegen jeugdcriminaliteit. Het Programma Jeugd Terecht moet er onder andere voor zorgen dat deze instanties goed met elkaar samenwerken. Hieronder noemen we een aantal instanties en we lichten ze kort toe. 1. Stichting Tegen Zinloos Geweld 2. Bureau Halt 3. De verschillende politieke partijen. Stichting Tegen Zinloos Geweld Deze stichting bestaat al een paar jaar en wil samen met de overheid bouwen aan een betere samenleving. Het beleid van deze stichting is het beste samen te vatten in er voor zorgen dat criminaliteit en zinloos geweld gewoon wordt. Hierbij gebruiken ze alle mogelijke communicatiemiddelen. Deze doelstelling probeert men te bereiken door: - De discussie over criminaliteit en zinloos geweld gaande te houden. - Het organiseren en verstrekken van informatie en voorlichting aan met name de jeugd. - Het KidsTegenGeweld project. - Onderzoeken - Spreekbeurtenpakket - Drukwerk en media-uitingen - Websites Bureau Halt. Bureau Halt is een initiatief van het Ministerie van Justitie, gemeenten en politie. Deze instelling heeft als doelstelling een bijdrage te leveren aan criminaliteitsbestrijding en preventie bij jongeren tot 18 jaar. Bureau Halt vindt dat niet-straffen en niet-optreden tegen jeugdcriminaliteit een stille beloning is voor dit soort gedrag, en daardoor zal de jeugdcriminaliteit verergeren en zicht steeds vaker herhalen. Bureau Halt richt zich als eerste op het straffen en uitvoeren van de Halt-procedure. Pagina 8 van 12

9 De Halt-procedure is een stappenplan. Bureau Halt werkt volgens deze stappen, om zo tot een goed resultaat te komen. Hieronder de verschillende stappen. - Eerst zijn er meerdere gesprekken met de overtreder en ouders/verzorgers. - Daarna wordt in overleg met de overtreder en zijn/haar ouders/verzorgers een voorstel gemaakt voor de strafvervangende werkzaamheden en een eventuele schadevergoeding. Deze afspraken worden schriftelijk vastgelegd. - De werkzaamheden die de overtreder moet uitvoeren, moeten zo veel mogelijk in verband staan met het gepleegde feit. - Nadat de strafvervangende werkzaamheden zijn gedaan, wordt de jongere, de politie en de Officier van Justitie op de hoogte gebracht van het eindresultaat. Bureau Halt vind dat deze procedure het meest helpt, omdat de overtreder zo met zijn overtreding in contact komt, maar niet op een gewelddadige manier. Dit laat veel meer indruk achter. Naast deze procedure zijn er nog meer verschillende activiteiten, namelijk preventieprojecten, het signaleren van mogelijke problemen bij de doelgroep en adviseren. De verschillende politieke partijen. Alle politieke partijen hebben standpunten over het terugdringen van jeugdcriminaliteit. Van een paar partijen zullen we de verschillende standpunten laten zien. Veel partijen vinden dat de regels voor jeugdcriminaliteit moeten worden veranderd. Hierover hebben de partijen verschillende standpunten. We beginnen met het CDA. CDA: Hieronder volgt een korte opsomming van de standpunten over jeugdcriminaliteit. - Het CDA wil dat er een strengere wetgeving komt en ook een strafverzwaring. - Er moeten internaten komen waar (probleem)jongeren preventief worden opgevangen. - Een gezinscoach voor probleemgezinnen en kinderen moet verplicht worden - Ouders met probleemkinderen moeten deelnemen aan een opvoedcursus. - Er moet betere communicatie en betere gegevensuitwisseling komen tussen verschillende betrokken instanties. - Ouders moeten aansprakelijk worden gesteld voor hun kinderen tot 18 jaar, in plaats van 14 jaar. Zij moeten de schade vergoeden, en niet de belastingbetalers. Uit deze standpunten blijkt dat het CDA niet echt voor preventieve maatregelen is. De bovengenoemde standpunten zijn meer achteraf. PvdA: Hieronder volgen de standpunten van de PvdA: - De PvdA wil effectievere jeugdhulpverlening en preventie van jeugdcriminaliteit. - Uitbreiding van het aantal politiemensen. - Ter beschikking stellen van middelen aan gemeenten en scholen om samen plannen tegen criminaliteit te maken. Uit deze standpunten blijkt de PvdA heel erg is voor preventie van (jeugd)criminaliteit. Daardoor staat het tegenover de CDA, omdat deze partij juist maatregelen achteraf wil nemen. VVD: Hieronder de standpunten van de VVD: - De VVD wil een strafverzwaring. Pagina 9 van 12

10 - Ouders moeten aansprakelijk worden gesteld voor hun kinderen tot 18 jaar. - Uitbreiding van het aantal plaatsen in strenge jeugdinrichtingen. - Versterking van de jeugdzorg. - Jongeren die een overtreding hebben begaan moeten worden opgepakt en worden vastgehouden. Nu is het meestal zo dat ze na 1 dag alweer op straat staan. - Na 1 waarschuwing moet de politie brommers of scooters in beslag kunnen nemen bij overlast. Ook de VVD is meer voor het achteraf aanpakken van jeugdcriminaliteit. Er zijn wel een paar standpunten die preventief zijn. D 66: Hieronder volgen de standpunten van D Onverbeterlijke jeugdcriminelen moeten stevig worden aangepakt in strafinternaten. - Meer agenten, rechters en Officieren van Justitie. Wat standpunten betreft zit de D 66 aardig op 1 lijn met de CDA. Beleid, wetten en straffen De overheid wil jongeren waarden en normen, zodat ze goed in de samenleving functioneren. Daarom zullen veel straffen gericht zijn op waarden en normen. De overheid maakt bijvoorbeeld gebruik van het Jeugdrecht. Dit zijn verschillende wetten en regels waarin staat hoe jongeren gestraft moeten worden, en wat hun rechten zijn. Andere middelen waar de overheid gebruik van maakt zijn taakstraffen en begeleiding van probleemjongeren en jeugdcriminelen. Ook voorlichting op scholen behoort tot het beleid. Verder krijgen gemeenten geld om dingen voor jongeren te organiseren zoals een jeugdhuis, voetbalveldjes, skatebaan enz. Dit is om te voorkomen dat jongeren op straat gaan hangen en overlast gaan veroorzaken omdat ze niks te doen hebben. De overheid probeert om jeugdcriminaliteit zo snel mogelijk te verminderen en op te lossen. Dat is nog niet gelukt. Ook is de jeugdcriminaliteit de laatste jaren gestegen, een ook de ernst van verschillende delicten. Daarom gaat de overheid nu weer terug naar strenge straffen en strengere maatregelen. Deze strengere maatregelen moeten worden opgenomen in de wetten. Conclusie Na dit alles te hebben doorgelezen en verwerkt te hebben, blijkt toch wel dat de overheid maatregelen wil nemen. Ook blijkt wel dat alle politieke partijen het probleem van jeugdcriminaliteit willen terugdringen. Over hoe dat moet gebeuren is men het nog niet helemaal eens. Wij zijn wel voorstander van strengere straffen en maatregelen. Wij denken dat dit een goede zaak is. De overheid heeft op zich een goed beleid, maar het moet meer duidelijk worden gemaakt in de maatschappij. Wij denken dat daarom de overheid veel voorlichting moet geven en moet proberen jongeren te stimuleren niet aan criminaliteit deel te nemen. Dit moet gebeuren door preventieve maatregelen, volgens ons werken die het beste. Het beleid van de overheid kan dus nog wat beter. ECONOMISCH / SOCIAAL Wat zijn de economische en sociale gevolgen voor de samenleving van jeugdcriminaliteit? Inleiding Pagina 10 van 12

11 In dit deel van het werkstuk behandelen we de economische gevolgen van jeugdcriminaliteit, zoals de kosten van een vernield bushokje, maar ook behandelen we de sociale gevolgen van jeugdcriminaliteit, zoals een oude man die slachtoffer is van jeugdcriminaliteit en die de straat niet meer op durft. Economische gevolgen In de veiligheidsenveloppe is voor de aanpak jeugdcriminaliteit en de veelplegers een bedrag opgenomen oplopend naar 120 miljoen in Bedrag(miljoen euro) Aanpak jeugdcriminaliteit Aanpak veelplegers totaal In de tabel hierboven kunt u aflezen dat de overheid steeds meer geld uit gaat geven aan het probleem jeugdcriminaliteit. Dit komt natuurlijk, omdat het probleem zich de laatste jaren zich snel heeft uitgebreid zoals u in de onderstaande grafiek kunt aflezen Bron: Halt Nederland Sociale gevolgen Naast de materiële gevolgen zoals economische, zijn er ook immateriële gevolgen. Hierbij moet u denken aan de sociale gevolgen. Dit kunnen mensen zijn die betrokken of nauw betrokken zijn bij een incident van jeugdcriminaliteit. Maar ook moet u denken aan de gewone mensen die bang zijn om nog de straat op te gaan als het bijvoorbeeld donker is. Bron: Halt Nederland In de grafiek hierboven kunt u aflezen dat er veel angst heerst voor bepaalde dingen. Dit heeft niet meteen te maken met alleen jeugdcriminaliteit, maar het heeft er wel mee te maken. Het is belangrijk dat de mensen die slachtoffer zijn geworden van jeugdcriminaliteit goed opgevangen worden, zodat het geen last meer voor ze is. De belangrijkste instantie die hierbij moet helpen is natuurlijk de eigen familie, maar er zijn ook enkele andere instanties waarbij men terecht kan als dit nodig is. Een voorbeeld hiervan is stichting slachtofferhulp Conclusie De financiële gevolgen van jeugdcriminaliteit zijn groot. Niet alleen de materiële schade moet vergoed worden, maar er moet ook geld zijn voor de preventie van jeugdcriminaliteit. Er zijn voor slachtoffers van jeugdcriminaliteit enkele instanties die kunnen helpen bij slachtofferhup, maar de belangrijkste instantie is altijd de familie. CONCLUSIE Pagina 11 van 12

12 Onze stelling is: Is de jeugdcriminaliteit in Nederland zorgelijk? Na het uitwerken van de informatie zijn we tot de volgende conclusie gekomen. De jeugdcriminaliteit in Nederland is niet iets om je erg zorgen over te maken. Er is natuurlijk wel criminaliteit onder jongeren, maar dat zul je altijd hebben. Hiervoor zijn een aantal argumenten te noemen. Doordat de welvaart steeg in ons land kregen jongeren meer vrije tijd. Ze hadden meer geld te besteden. Ook kwamen middelen als drugs en alcohol binnen handbereik. Ouders namen beiden een fulltime baan. Dat ging ten koste van de opvoeding. Jongeren gingen naar buiten kattenkwaad uithalen. Dit werd steeds erger, omdat er niet werd ingegrepen door ouders, overheid of andere instanties. De overheid zelf doet nog te weinig tegen jeugdcriminaliteit. Het plan Jeugd Terecht is een goed initiatief, maar het kan nog verbeterd worden. Sinds instelling van dit plan is de jeugdcriminaliteit niet drastisch gedaald. Het is een beetje gelijk gebleven. Bureau Halt is ook een goede zaak. De overheid kan nog veel verbeteren op het preventief aanpakken van jeugdcriminaliteit. Dat gebeurt op dit moment nog te weinig. Er moet betere voorlichting komen en de overheid moet zorgen dat jongeren wat te doen hebben. De mensen in Nederland vinden dat er meer politie op straat moet komen. Veel mensen hebben daarom ook gestemd op de PvdA. Deze partij is voor uitbreiding van het aantal politie op straat. Een belangrijk argument is ook dat de media in Nederland het probleem opblazen. Er wordt (te) veel aandacht aan besteed in de media, waardoor de mensen gaan denken dat het heel erg is. Ook worden de erge delicten, waar er maar een paar van per jaar zijn, heel erg uitgelicht in de media. Dit is een reden waarom veel mensen denken dat het een groot probleem. Ook de kosten en materiele schade van jeugdcriminaliteit zijn groot. De overheid trekt steeds meer geld uit voor jeugdcriminaliteit. Dit is een goed teken. In 2005 werd er nog maar 70 miljoen uit voor bestrijding van jeugdcriminaliteit. In 2006 is dat al 120 miljoen. De jeugdcriminaliteit in Nederland moet beter worden aangepakt. De overheid is al op goede weg maar het kan nog beter. De criminaliteit is de laatste jaren nauwelijks gestegen, dus dat is een goede zaak. De overheid moet meer aandacht worden besteed aan preventieve maatregelen. Pagina 12 van 12