7,6. Praktische-opdracht door Een scholier 2583 woorden 22 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Transcriptie

1 Praktische-opdracht door Een scholier 2583 woorden 22 januari ,6 138 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Redenen voor het bestrijden van jeugdcriminaliteit Veel vormen van jeugdcriminaliteit zijn vaak niet verschrikkelijk ernstig: een bekladde muur, een vernielde afvalbak of een gestolen lippenstift. Toch is het belangrijk het te bestrijden of te voorkomen, omdat al deze delicten bij elkaar zorgen voor veel schade, verloedering en bovendien hebben veel mensen er last van (bijvoorbeeld: kapotte telefooncellen, afgebroken autoantennes, onleesbare dienstregelingen). De ergernis is groot. Een andere reden om jeugdcriminaliteit te bestrijden is om te voorkomen dat het van kwaad tot erger gaat. Als er geen maatregels zouden worden getroffen, zou er bij jongeren de indruk kunnen ontstaan dat het allemaal niet zo erg is of dat het wel kan omdat er toch niemand iets van zegt. Op die manier kunnen kleine incidentele delicten overgaan naar een vast patroon van wetsovertredend gedrag. Zo kan het dus wel eens uit de hand lopen. Bovendien is het dan ook al moeilijker geworden om te bestrijden. Om deze redenen is het van belang jeugdcriminaliteit zo snel mogelijk goed aan te pakken en te bestrijden. Halt in het kort Halt is een afkorting voor Het ALTernatief en dat zegt al een beetje wat bureau Halt precies is. Jongeren die zich schuldig hebben gemaakt aan een bepaald strafbaar feit krijgen de mogelijkheid om deze fouten weer goed te maken zonder tussenkomst van de officier van Justitie. Deze mogelijkheid wordt hun aangeboden door een van de Haltbureaus in Nederland. Als een jongere tussen de 12 en 18 jaar wegens vandalisme of een andere lichte vorm van criminaliteit wordt aangehouden, wordt hij verwezen naar een Haltbureau in zijn woonplaats of regio. Daar krijgt hij de mogelijkheid zijn fouten te herstellen door bepaalde werkzaamheden te verrichten en de schade te herstellen of te vergoeden, dit is dan het alternatief. Als de jeugddelinquent met deze aangeboden mogelijkheid akkoord gaat en zich aan alle tevoren gemaakte afspraken houdt wordt er geen proces-verbaal naar de officies van Justitie gestuurd en volgt er dus ook geen registratie bij Justitie. Mocht deze jongere niet instemmen met de Haltafdoening of als hij zich niet voldoende aan de regels heeft gehouden dan wordt het proces-verbaal alsnog naar de officier gestuurd en kan het Openbaar Ministerie tot strafvervolging overgaan, wat kan resulteren in een strafblad. Korte geschiedenis van Halt Als gevolg van de toename van de veelvoorkomende criminaliteit, heeft de minister van Justitie enkele jaren experimentele preventieprojecten financieel ondersteund. Een voorbeeld hiervan is het Haltproject. Het eerste Haltbureau is in 1981 van start gegaan, toen daar geregeld bussen en trams werden vernield door jongeren. Halt bleek een succes. Veel jonge delinquenten kozen voor deelname aan dit project omdat Pagina 1 van 6

2 ze dan geen strafblad kregen. Andere grote gemeenten volgden het voorbeeld van Rotterdam. Ook de financiële bijdrage van het Rijk heeft de verspreiding van Haltbureaus over Nederland gestimuleerd. De kosten worden deels door de rijksoverheid, deels door de gemeenten gedragen. Sinds 1995 heeft de Haltafdoening een wettelijke basis gekregen. In een algemene maatregel van Bestuur zijn de strafbare feiten benoemd die voor een Haltafdoening in aanmerking komen. Daarnaast bestaan er algemene richtlijnen van het Openbaar Ministerie voor de Haltprocedure. Er bestaan inmiddels 62 Haltbureaus, die in alle Nederlandse gemeenten actief zijn. Voordelen van Halt Een jonge delinquent kan verschillende redenen hebben voor crimineel gedrag. Bij de meeste is er sprake van baldadigheid en vaak zijn de vormen van criminaliteit niet eens zo ernstig. Wanneer een jonge crimineel betrapt wordt en meteen door de politie naar de officier van Justitie zou worden gestuurd, kan dat grote gevolgen hebben voor de jongere. Er zal dan een aantekening in de justitiële documentatie plaatsvinden. Dat wil zeggen dat de jongere wordt geregistreerd bij Justitie vaak voor een periode van wel 20 jaar. Omdat de meeste werkgevers niet zo graag mensen in dienst nemen met een strafblad, kan een opgepakte jongere die in aanraking is gekomen met de officier van Justitie nogal eens moeilijkheden ondervinden in de toekomst bij het vinden van een baan. Juist omdat een strafblad zulke grote gevolgen heeft voor de toekomst van een nog zo jong persoon, geeft Halt zo n jonge crimineel een tweede kans. Een tweede kans voor de jongere om zijn leven te beteren en zonder strafblad door het leven te gaan. Dit is misschien wel het belangrijkste voordeel van Halt ten behoeve van het criminele kind. Verder zorgt de Haltafdoening ervoor dat de schade aan de benadeelde wordt vergoed en eventuele schade in openbare plaatsen (zoals vernielde bankjes) worden hersteld. Zo worden schadekosten aanzienlijk verminderd. De alternatieve straf is een prima strafmaat. De werkzaamheden moeten namelijk in vrije tijd en vakanties worden verricht. Vele jongeren zullen dit niet fijn vinden, maar het toch wel uitvoeren om geen strafblad te krijgen. De straf is dus over het algemeen zwaar genoeg. Bovendien hoeven de jongeren op deze manier geen schooltijd te missen. Door de Halt aanpak worden de jongeren geconfronteerd met de gevolgen van de door hen aangerichte schade. De werkzaamheden de een jongere moet verrichten hebben namelijk bij voorkeur te maken met het delict dat door hem is gepleegd. Het is dus een pedagogisch verantwoord alternatief voor de strafvervolging via Justitie omdat het bijdraagt aan het normbesef van de jongere. Hij wordt op die manier verantwoordelijk gesteld voor zijn eigen daden. Bureau Halt zorgt er voor bij delicten, waarbij sprake is van een duidelijke benadeelde, dat de schuldige jongere zijn excuses aanbiedt. Dit draagt enerzijds bij aan het normbesef van de jongere, omdat die persoonlijk met de door hem benadeelde persoon in contact komt, anderzijds zorgt het ervoor dat het slachtoffer het berouw van de jongere persoonlijk kan ervaren en zodoende niet meteen een negatief beeld van jongeren krijgt. Over het algemeen mag een jongere in totaal maar twee keer naar bureau Halt worden verwezen. Jongeren krijgen dus maar twee kansen, als ze daarna nog een keer een fout begaan worden de zaak rechtstreeks naar de officier van Justitie gestuurd. Zo wordt het gevaar voorkomen dat criminele jongeren gaan denken dat ze gerust hun gang kunnen gaan, omdat ze toch alleen maar een paar klusjes bij Halt moeten opknappen. Bureau Halt is geen instelling die jongeren onophoudelijk blijft matsen. Pagina 2 van 6

3 Bureau Halt richt zich niet alleen op het bestrijden maar ook op het voorkomen van jeugdcriminaliteit. Dit gebeurt voornamelijk door voorlichting op scholen en verschillende projecten. Om te voorkomen dat een jongere opnieuw wetsovertredend gedrag gaat vertonen, probeert bureau Halt de achterliggende problematiek bij Halt-jongeren te vinden. Op basis van de geconstateerde problematiek wordt de jongere door een Halt-medewerker doorverwezen naar een instelling die hem het beste kan helpen. Overigens is er niet altijd sprake van achterliggende problematiek. Criteria voor een Halt verwijzing Niet iedere jonge crimineel krijgt automatisch een tweede kans bij Halt aangeboden. Er bestaan enkele voorwaarden om een jongere naar bureau Halt te kunnen doorverwijzen. Wanneer er niet aan deze criteria wordt voldaan, mag de politie een jongere alleen naar Halt verwijzen met toestemming van de officier van Justitie. De voorwaarden zijn: 1. de leeftijd van de jongere ligt tussen de 12 en 18 jaar 2. de jongere heeft zich schuldig gemaakt aan: openlijke geweldpleging tegen goederen eenvoudige vernielingen (daar hoort graffiti ook bij) eenvoudige vormen van brandstichting diefstal/verduistering of een poging daartoe heling (kopen of verkopen van gestolen goederen) verwisselen van prijskaartjes straatschenderij (baldadig gedrag in het openbaar) het zich bevinden op verboden terrein bezit van illegaal vuurwerk afsteken van vuurwerk buiten de toegestane tijd bezit van vuurwerk buiten de periode dat het verkocht mag worden bezit van meer dan 10kg vuurwerk in de periode dat het verkocht mag worden strafbare feiten die betrekking hebben op vuurwerk of baldadig gedrag 3. de jongere bekent het gepleegde feit 4. de jongere is maximaal één keer eerder bij Halt geweest en dat is minstens een jaar geleden 5. de jongere stemt in met de verwijzing naar Halt De Halt-procedure Wanneer een jongere is aangehouden en bovendien voldoet aan alle criteria voor een Halt verwijzing, wordt hij door de politie naar een Halt bureau verwezen in zijn woonplaats of regio. Bureau Halt nodigt de jongere dan uit voor een gesprek. De ouders of verzorgers van het kind krijgen ook een uitnodiging om bij dit gesprek aanwezig te zijn. Hierin mag de jongere dan eerst vertellen over zijn daad. Ook wordt hem hierin uitgelegd wat de Halt-procedure precies inhoudt en wat er zoal van hem verwacht wordt. De jongere kan dan besluiten of hij de Halt-procedure wil doorlopen of toch nog naar de officier van Justitie wil worden doorgestuurd. Kiest de jongere voor Halt dan worden er nadere afspraken gemaakt. Er wordt gekeken naar de mogelijke werkzaamheden, de schade die er hersteld moet worden en als de jongere schade niet zelf kan herstellen naar de schadekosten die aan de benadeelde moet worden Pagina 3 van 6

4 terugbetaald. Eventueel wordt er een leerproject aangeboden. Deze afspraken met de jongere worden vervolgens door Halt op papier gezet en aan de jongere voorgelegd ter goedkeuring. Stemt de jongere in op het voorstel dan organiseert bureau Halt de werkzaamheden of het leerproject en ziet toe op de schadebetaling. Voor jongeren tot 16 jaar is er schriftelijke toestemming van de ouders/verzorgers nodig om de afspraken van Halt met het kind te kunnen uitvoeren. Dan kan de jongere in principe volgens rooster beginnen. De Halt-afdoening is geslaagd wanneer de jongere alle afspraken is nagekomen. Halt bericht dit dan aan de politie die vervolgens de zaak seponeert. Hij stuurt dus geen proces-verbaal naar de officier van Justitie en de zaak voor de jongere is dan afgedaan. Hij wordt dan ook niet geregistreerd bij Justitie. Houdt de jongere zich echter niet aan de afspraken of heeft hij de procedure tussentijds afgebroken, dan is de Halt-afdoening mislukt. Ook dit bericht bureau Halt aan de politie, die het proces-verbaal dan dus wel naar de officier van Justitie stuurt. De verdere afhandeling wordt door de officier van Justitie geregeld. De jongere krijgt in dit geval echter wel een strafblad. De alternatieve straffen van Halt Om de gemaakte fouten weer te herstellen bestaan er voor de jongeren verschillende mogelijkheden. In de regel bestaat de Halt-afdoening uit een aantal uren werken, zo mogelijk zelf de schade herstellen of het vergoeden van (een deel) van de schade, of een leeropdracht. Is er sprake van een benadeelde, dan is het vaak zo dat de jongere zijn excuses aan hem/hen moet aanbieden. De werkzaamheden die moeten worden verricht hebben zo veel mogelijk te maken met het gepleegde delict en worden verricht bij de benadeelde. Hierbij kun je denken aan het helpen in een winkel waar wat gestolen is of het schoonmaken van muren die ondergekladderd zijn. Als de jongere niet bij de benadeelde aan de slag kan, wordt hij ingezet bij een gemeentelijke dienst. Dit gebeurt bijvoorbeeld als de benadeelde niet met de dader geconfronteerd wil worden of als de werksituatie daar te gevaarlijk is. Zij kunnen dan bijvoorbeeld aan de slag met het schoonmaken van plantsoenen, klusjes op een kinderboerderij of het prikken van afval op straat. Als er sprake is van schade voor een benadeelde die de jongere niet zelf kan herstellen, moet hij deze kosten vergoeden. Bureau Halt neemt daarvoor eerst contact op met de benadeelde. Samen met hem en de jongere wordt er een schaderegeling opgesteld. Soms krijgt een jongere een leerproject dat gaat over het delict dat hij heeft gepleegd. Hij wordt dan ingelicht over dat strafbare feit aan de hand van bijvoorbeeld een film. De jongere biedt ook zijn excuses aan de benadeelden, onder begeleiding van een Halt-medewerker. Als dit niet gaat wordt er een brief opgestuurd met zijn excuses. Over het algemeen zijn de alternatieve straffen dus niet zo zwaar. Dat is niet zo vreemd aangezien het gaat om nog jonge mensen. Bij de taakstraffen gaat het om maar enkele uren, bijvoorbeeld 12 uur. De alternatieven bij Halt zijn niet zozeer bedoeld om de jonge dader zwaar te straffen, maar zijn vooral bedoeld om de jongere te laten beseffen wat hij heeft gedaan zodat hij het niet meer opnieuw zal doen. Op die manier leert de jonge delinquent van zijn daden. De straffen bij Halt zijn dus gericht op het normbesef en heropvoeding van criminele jongeren. Voorbeeld van een Halt-afdoening Nicolien (16 jaar) gaat na school de stad in om een nieuwe outfit te kopen voor het aanstaande Pagina 4 van 6

5 schoolfeest. Ze gaat verschillende winkels in maar vindt het allemaal maar niks. Plotseling ziet ze een prachtige jurk hangen. Het is precies wat ze zocht. De juiste kleur, mooie stof en precies in haar maat, alleen... er hing een nogal duur prijskaartje aan. Ze had niet verwacht dat het zo duur zou zijn en bovendien had ze niet eens zoveel geld meegenomen. Maar dit was haar droomjurk en het zou haar zo mooi staan op het feest... Nicolien besluit om het stiekem in haar tas mee te nemen en dan onopvallend de winkel uit te lopen. Ze wordt echter bij de uitgang tegengehouden door een winkelmedewerkster, die haar de jurk in haar tas heeft zien stoppen. De mevrouw belt de politie en vertelt dat Nicolien gestolen heeft. Nicolien is nog nooit eerder met Halt in contact gekomen en wordt ernaar verwezen door de politie. Daar krijgt ze een taakstraf. Ze moet 15 uur helpen in de winkel waar ze heeft gestolen. Bovendien biedt ze haar excuses aan aan de winkelier en naar die jurk kan ze natuurlijk wel fluiten. Delicten van jongeren Jongeren plegen allerlei verschillende soorten delicten. Toch zijn er bepaalde delicten die duidelijk meer worden gepleegd dan andere. De volgende resultaten zijn afkomstig van een onderzoek van bureau Halt: Overzicht delicttypen Halt-cliënten in % winkeldiefstal 15% overige vermogensdelicten 21% vernieling 20% vuurwerkovertredingen 7% baldadigheid 3% graffiti/bekladding 1% heling 1% mishandeling 6% overig Uit dit onderzoek blijkt dat winkeldiefstal verreweg het meest wordt gepleegd onder jongeren tussen 12 tot 18 jaar. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat diefstal erg makkelijk en vooral snel mogelijk is, ook ontbreekt het sommige winkels aan goede beveiliging. Wanneer jongeren spullen nodig hebben waar ze zelf niet genoeg geld voor hebben, kan dat makkelijk leiden tot diefstal. Zo zie je dat 15% zich schuldig maakten aan andere vermogensdelicten. Dit kan bijvoorbeeld poging tot diefstal zijn of het verwisselen van prijskaartjes. Delicten waar geld bij betrokken is komen veel voor bij jongeren. Vandalisme heeft echter ook een groot aandeel bij de jongeren. Ruim een op de vijf Halt-cliënten had zich schuldig gemaakt aan vernielingen. Hierbij kun je denken aan het inslaan van autoruiten of telefooncellen maar ook bijvoorbeeld het kapot trappen van een afvalbak. Opvallend is dat graffiti en bekladding niet zo veel voorkomen. Een verklaring hiervoor is dat graffiti tamelijk duur is. Vuurwerkovertredingen zijn ook veelvoorkomend. Deze vinden uiteraard voornamelijk plaats rond oud en nieuw en hebben dan vaak te maken met het bezit van illegaal vuurwerk of het afsteken ervan buiten de toegestane tijd. Baldadigheid komt in iets mindere mate voor. Waarschijnlijk gebeurt dit vooral doordat jongeren elkaar opstoken. Het komt dus veelal voor onder grote groepen jongeren. Mishandeling, heling en andere misdrijven (bijvoorbeeld verkeersmisdrijven, seksuele misdrijven of Pagina 5 van 6

6 misdrijven tegen de Opiumwet) komen haast niet voor. Deze zaken spelen ook nog niet zo onder jongeren tussen 12 en 18 jaar. Motieven van jeugdcriminaliteit Uit een onderzoek van bureau Halt naar de motieven voor jeugdcriminaliteit zijn de volgende cijfers afkomstig. Motivatie voor delictgedrag 24% meedoen 12% opgejut 11% spanning/kick 10% voor de lol 7% verveling 6% indruk maken 5% nieuwsgierigheid 5% voor t geld 3% woede 2% per ongeluk 1% alcohol/drugs Zoals de resultaten van het onderzoek aangeven, komt crimineel gedrag veel voor in groepsverband. De twee meest voorkomende redenen voor jeugdcriminaliteit (meedoen en het opgejut zijn) laten zien dat er vaak sprake is van een passief motief voor criminaliteit. Zo wordt een jongere meestal door mensen uit zijn vriendenkring aangezet tot het plegen van een strafbaar feit. Ook de reden indruk maken heeft te maken met de mensen waarmee een jonge crimineel optrekt. Andere motieven, zoals spanning/kick, lol, verveling en nieuwsgierigheid tonen dat er onder de criminele jongeren vaak een gebrek is aan belevenis en dat er dus niets te doen is. Pagina 6 van 6