Toepassing treden 1 en 2 ladder duurzame verstedelijking voor Oosterdalfsen

Vergelijkbare documenten
TOEPASSING TREDE 1 EN 2 LADDER DUURZAME VERSTEDELIJKING V00R PLAN MULDERSWEG

RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving Aansluiting plan Lingerzijde op de actuele regionale woningbehoefte

Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Groendijck-Oost

Toepassing duurzaamheidsladder Landschapspark De Danenberg

RIGO Research en Advies Woon- werk- en leefomgeving Woningbehoefte voor de wijk Marickenzijde in De Ronde Venen

vraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Arnhem e.o. 2 oktober 2013

Onderzoeksrapport DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek. Verkenning regionale woningbehoefte voor het omgevingsplan Binckhorst

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Nijmegen e.o. 8 oktober 2013

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

De gemeente heeft GroenWest gevraagd om een volkshuisvestelijke onderbouwing van het programma.

Onderbouwing Ladder voor Duurzame Verstedelijking Gemeentehuis Leusden

Onderbouwing woningbehoefte locatie De Timp (Denekamp)

Ladder voor duurzame verstedelijking voormalige Willem Alexanderschool Welleweg Rijssen

Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant. actualisering Brabantse Agenda Wonen

ONDERBOUWING LADDER VOOR DUURZAME VERSTEDELIJKING ZANDZOOM HEILOO AUGUSTUS 2016

Informatiebijeenkomst Wonen raadsleden regio Liemers. 24 september 2013

WONINGBEHOEFTEONDERZOEK WIERINGEN

: Ladder voor duurzame verstedelijking woningbouwplan Vught

Kwalitatieve onderbouwing bestemmingsplan Notaris D'Aumerielaan 19-31, Reeuwijk-Brug

Demografische ontwikkelingen gemeente Utrechtse Heuvelrug Uitwerking onderzoeksvraag door Radha Parahoe (april 2010)

Fricties tussen vraag en aanbod op de Nederlandse woningmarkt

1 Inleiding. 2 Demografische ontwikkeling. Uitgangspunt demografische ontwikkeling voor de Woonvisie Gemeente Aa en Hunze. Uitkomsten prognose

Bevolkingsprognoses Deventer 2013

CONTRARAPPORTAGE LDV DE BULDERS HEEZE-LEENDE 7 NOVEMBER 2016

Q&A over woningbehoefte en woningbouwprogrammering

DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING

Gemeente Voorst. Nieuwbouw Terwolde. Onderbouwing woningbehoefte locatie Dorpszicht. 11 september 2014

woningbouwplan Luchen

SAMEN. voor een sterke regio! Een perspectief voor het wonen in het stedelijk gebied Eindhoven

Analyse van de markt voor (bestaande) huurwoningen in de Gemeente Steenwijkerland

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus LP DEN HAAG

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006

Kernenfoto s West Betuwe. West Betuwe beraad Janneke Rutgers & Sjors de Vries 24 september 2018

Woningbehoefte onderzoek

Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland

Toets duurzame verstedelijking Westzanerwerf. Gemeente Zaanstad

memo memo ladder voor duurzame verstedelijking Castor Veenendaal

Bijlage Visie Oost : Cijfers & trends bevolking en woningvoorraad Hilversum

De Brabantse Agenda Wonen

: Ladder Duurzame Verstedelijking

Woondialoog Otterlo Donderdag 25 oktober 2018 Onderzoek kwalitatieve programmering dorpen

Bijlage 1: DE ANALYSE

Monitor Woningproductie Noordvleugel 2016 Woningvraag, Plancapaciteit en Productie

De Nederlandse woningmarkt Léon Groenemeijer, Kenneth Gopal (ABF Research)

Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist

Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide Segment Nieuwbouw Sloop Verkoop Totaal

WONINGMARKTAFSPRAKEN ZEEUWS-VLAANDEREN DEEL 2: DE BALANS. [jaarlijkse rapportage over het jaar20xx]

Samenvatting Dit voorstel bevat de Woningbouwafspraken voor de Regio Twente voor de periode Wij adviseren u hiermee in te stemmen.

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2016

Primos-model. Basisuitkomsten Primos 2013 Kleidum

Inleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie.

Gemeente Valkenswaard

Basisdocument regionale afspraken woningbouw. Stec Groep aan gemeenten en provincie Noord-Holland

Gemeente Heiloo. Marktbehoefte Zandzoom. 28 november 2014

Uitwerking RAP: Regionale afspraken voor de regio Zuid Kennemerland/IJmond in het kader van de Provinciale Ruimtelijke Verordening

RWP West- Overijssel (Regionale Woon Programmering)

RWP West-Overijssel (Regionale Woonprogrammering)

Grijs of groen Kadernotitie Woonvisie gemeente Dalfsen 2011 t/m 2015

De bevolkings- en woningbehoefteprognoses Noord-Brabant actualisering 2011: een samenvatting

Deventer, Auping-terrein

Provincie Overijssel. Migratieonderzoek Twentse gemeenten. Definitief. 5 februari 2016

Hierbij het verzoek bijgaand mailbericht aan GS te doen toekomen aan de Statenleden en op te nemen onder ingekomen stukken.

RAADSINFORMATIEBRIEF 15R.00560

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2014

Bevolkingsprognoses Deventer oktober 2012

Lid Gedeputeerde Staten

ONTWIKKELKADER GELSTER BESTEET

Bevolkingsprognose gemeente Groningen

Nota Woningbouw Rijssen - Holten. Evenwichtig Groeien

Woonwensen en Woningbehoefte. Kenneth Gopal Kathrin Becker

Onderbouwing ladder voor duurzame verstedelijking Achterberg Oost

Bestemmingsplan Sanatoriumlaan 37, Zeist

De grijze golf. Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot Figuur 1 Bevolking Drechtsteden , totaal

Second opinion Bevolkingsprognose Den Haag

Behoeftepeiling Nimmer Dor

LOCATIEONDERZOEK U16 U10-BERAAD(T) 30 JANUARI Dionne Baaré Nieuwegein

toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017

Naar een woonvisie voor Waterland

gelet op het Woonplan , vastgesteld door de gemeenteraad van Haren op 30 september 2013;

Laddertoets De buurtschappen van Odijk. Stec Groep aan gemeente Bunnik

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik

2 9 JUNI Hoeksche Waard. Provincie Zuid - Holland. Postbus LP Den Haag SOHW/2017/ juni Roel Esseboom

Kwalitatief afwegingskader woningbouwontwikkeling

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 10 augustus 2015) Nummer 3067

Monitor Woningproductie Noordvleugel Woningvraag, Plancapaciteit en Productie

Actueel beeld van de woningbehoefte in 2015, 2020 en 2025: Wat is het effect van de vraag op de ontwikkeling van woonmilieus?

Lichte toename jaar en kinderen 0-14

Woningmarktverkenning. Amersfoort

Woonambities de kern van de regionale woonagenda Holland Rijnland 2014 samengevat

Woonmonitor Limburg 2015 en Bevolkings- en huishoudensprognose Progneff 2016

RIGO Research en Advies BV Woon- werk- en leefomgeving Marktonderzoek Rhenoy-Noord

Gevolgen van de Woonvisie Zoeterwoude 2025

Demografische (wijk-) analyse van de woningbouwplannen Deventer 2015

ONDERBOUWING LADDER VOOR DUURZAME VERSTEDELIJKING BINCKHORST, DEN HAAG 21 DECEMBER 2017

Toename bevolking v.a. 2008

Evenwichtig groeien. Nota Woningbouw 2017 t/m 2021 Rijssen-Holten

Gedeputeerde Staten. Regio Midden-Holland Bestuurlijk Overleg Ruimte Wonen Midden-Holland T.a.v. mevrouw D. Blok, voorzitter Postbus AH GOUDA

Marktonderzoek bouwgrond woningbouw in Dalfsen

Transcriptie:

Australiëlaan 5 3526 AB Utrecht T: 030 693 60 00 KvK nr. 31042832 E: info@atrive.nl I: www.atrive.nl Toepassing treden 1 en 2 ladder duurzame verstedelijking voor Oosterdalfsen drs. Fokke de Jong drs. Joost Wegstapel D a t u m 17 juni 2015 P r o j e c t n u m m e r

Inhoudsopgave 1 Aanleiding 1 2 Actuele regionale behoefte 1 2.1 Met welke gemeenten vormt Dalfsen een woningmarktregio? 1 2.2 Wat is de kwantitatieve en kwalitatieve woonbehoefte in deze regio? 3 2.3 Hoe verhoudt de behoefte zich tot de plancapaciteit? 6 3 Lokale actuele behoefte 8 3.1 Wat is de kwantitatieve woonbehoefte in Dalfsen? 8 3.2 Hoe verhoudt deze zich tot de lokale plancapaciteit? 9 4 Conclusies Oosterdalfsen 10 4.1 Trede 1 duurzaamheidsladder 10 4.2 Trede 2 duurzaamheidsladder 10

1 Aanleiding Binnenkort wordt het bestemmingsplan Oosterdalfsen (240 woningen) ter besluitvorming in de gemeenteraad besproken. Voor nieuwe bestemmingsplannen vraagt de provincie Overijssel om de ladder voor duurzame verstedelijking toe te passen. De provincie hecht nadrukkelijk aan het toepassen van de duurzaamheidsladder, zodat het risico wordt geminimaliseerd dat bestemmingsplannen die door de provincie worden goedgekeurd, in een later stadium alsnog sneuvelen in beroepsprocedures. De gemeente Dalfsen wil graag ruimte bieden aan de lokale behoefte aan nieuwe woningen in Dalfsen. Uit eerder onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat veel jongeren in Dalfsen willen blijven wonen en hier een woning (gaan) zoeken. Een helder inzicht in welke vraag zich de komende 10 jaar zal voordoen in de verschillende kernen in Dalfsen laat zien wat er aan plancapaciteit nodig is en vormt tevens de onderbouwing die de gemeente nodig heeft om aan de vereisten van de provincie te voldoen. 2 Actuele regionale behoefte 2. 1 M e t w e l k e g e m e e n t e n v o r m t D a l f s e n e e n w o n i n g m a r k t- r e g i o? Aan het begin van regionale afstemming ligt de vraag voor: wie moet met wie afstemmen? De gemeente Dalfsen heeft behoefte aan een empirisch onderbouwde regionale woningmarktindeling die logisch en herkenbaar is. Hiervoor stellen we vast in hoeverre gemeenten sowieso veel relatie met hun omgeving hebben, dan wel meer als autonome woningmarkt functioneren (aandeel binnengemeentelijke verhuizingen en vestiging/vertrek). Van alle personen die in de periode 2011-2013 in Dalfsen zijn verhuisd, blijkt 37% binnen de gemeente woonruimte te hebben gevonden. Hiermee scoort Dalfsen in vergelijking met de buurgemeenten in de middenmoot wat betreft autonomie. De gemeente Hardenberg functioneert bijvoorbeeld veel meer als een autonome woningmarkt. De helft van alle verhuisde personen is binnen Hardenberg verhuisd. In Ommen daarentegen ligt het aantal verhuizingen binnen de gemeente op 34% (zie figuur 1). B l a d 1

Hardenberg Zwolle Raalte Dalfsen Staphorst Ommen Figuur 1: Aandeel binnenverhuizingen 2008(?)-2013 per gemeente binnen gemeente vestiging vertrek 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Bron: CBS-Statline, bewerking Atrivé De bepaling van de woningmarktregio baseren we op de recente verhuisbewegingen tussen gemeenten (CBS-Statline, verhuizingen tussen gemeenten 2011-2013). De gemeente Dalfsen kende in de periode 2011-2013 de meeste verhuisbewegingen met de gemeente Zwolle. Ook tussen Dalfsen en Ommen, Groningen, Raalte, Staphorst en Hardenberg verhuizen veel personen. Niet alle verhuisrelaties zijn echter woningmarkt-gerelateerd. Aan verhuizingen over langere afstanden liggen motieven ten grondslag die niet direct met de beschikbaarheid van woningen te maken hebben, zoals werk en studie. Deze relaties zijn voor de regionale samenhang niet relevant. Daarom baseren we de bepaling van de regionale samenhang niet alleen op de absolute verhuisstromen tussen gemeenten, maar ook op de relatieve verhuisstromen, waarin het aantal verhuizingen tussen twee gemeenten in relatie tot het aantal inwoners wordt bepaald. Twee kleinere gemeenten met een onderlinge in absolute termen beperkte verhuisstroom, kunnen toch een sterke samenhang vertonen. Wanneer we naar deze relatieve verhuisrelaties kijken dan valt de verhuisrelatie met Groningen weg (veelal studerende jongeren) en blijven de omliggende gemeenten over. De gemeente Dalfsen vormt een woningmarktregio met de volgende gemeenten: Zwolle Ommen Figuur 2: Raalte Absolute en relatieve verhuisrelaties tussen Dalfsen en andere gemeenten Staphorst Hardenberg In deze notitie zal deze regio verder worden aangeduid als de regio Dalfsen. B l a d 2

Bron: CBS-Statline, bewerking Atrivé 2. 2 W a t i s d e k w a n t i t a t i e v e e n k w a l i t a t i e v e w o o n b e h o e f t e i n d e z e r e g i o? In de Ladder voor duurzame verstedelijking wordt gesproken dat plannen moeten voorzien in de regionale woningbehoefte. De regionale kwantitatieve woningbehoefte bepalen we op basis van huishoudensprognoses. Met behulp van een raming van de regionale huishoudensontwikkeling voor de komende 10 jaar (2015-2025) wordt inzichtelijk wat de kwantitatieve actuele behoefte is in de regio Dalfsen. Daarnaast is op basis van landelijk woningbehoefte-onderzoek wat de kwalitatieve regionale behoefte is, uitgesplitst naar woonmilieu. Kwantitatieve woonbehoefte De raming van de huishoudensgroei vertoont fluctuaties door de jaren heen. Ook zijn er meerdere prognosemodellen (met als meest gezaghebbende modellen Primos en Pearl). Door met meerdere prognosestartjaren te werken en prognosemodellen te vergelijken ontstaat een bandbreedte voor de verwachte regionale huishoudensgroei. Bij de interpretatie hiervan is rekening gehouden met de mate waarin eerdere prognoses (vanaf 2007) de daadwerkelijke huishoudensgroei tot 2015 goed hebben voorspeld: als bijvoorbeeld eerdere prognoses de daadwerkelijke groei stelselmatig hebben onderschat, is dat een argument om de bovenkant van de bandbreedte voor de toekomstige huishoudensontwikkeling aan te houden. Uit figuur 3 blijkt echter dat dit niet het geval is. De werkelijke huishoudensontwikkeling van de afgelopen jaren voor de regio wijkt niet veel af van de Primosprognoses uit 2010 en 2007. Dit pleit om uit te gaan van het midden van de bandbreedte. B l a d 3

Regio Dalfsen 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 Figuur 3: Huishoudensprognoses regio Dalfsen CBS Pearl2013 Primos2014 Primos2014 migratiesaldo=0 Primos2013 Primos2010 Primos2007 145.000 140.000 135.000 130.000 125.000 120.000 115.000 110.000 105.000 100.000 Bron: CBS, Primos, Pearl, bewerking Atrivé Ook naar de toekomst toe blijken de verschillende prognoses niet veel uiteen te lopen. Primos2007 raamt voor 2025 de minste huishoudens in de regio: 127.200. Pearl2013 voorspelt voor dat jaar de meeste huishoudens: 130.900. De meest recente prognose Primos2014 zit hier tussen in: 129.500. Ook na 2025 is er in de regio Dalfsen sprake van een doorgaande groei van het aantal huishoudens. Tot 2040 blijft deze in alle varianten toenemen. In figuur 4 is de verwachte regionale (en lokale) toename van het aantal huishoudens voor de komende 10 jaar in beeld gebracht ten opzichte van het aantal huishoudens in 2014 volgens het CBS. Voor de regio was de oude prognose Primos2007 het meest somber (+9.700) en Pearl2013 het meest positief (+13.400). Figuur 4: Verwachte toename huishoudens regio Dalfsen 2014-2025 Primos2007 9.700 1.000 Primos2014 migratiesaldo=0 11.200 1.100 Primos2014 12.000 1.100 Primos2010 12.300 800 Primos2013 12.400 1.000 Pearl2013 13.400 1.100 Gemiddelde bandbreedte 11.800 1.000 Bron: CBS, Primos, Pearl, bewerking Atrivé Het gemiddelde van alle prognoses is een toename met 11.800 huishoudens tot 2025. Deze is licht hoger dan het migratiesaldo-nul scenario. De hieraan gerelateerde verwachting dat deze regio per B l a d 4

2014 2025 2014 2025 2014 2025 2014 2025 saldo huishoudens zal blijven aantrekken is plausibel, gezien de grote aantrekkingskracht van de gemeente Zwolle voor jongeren. Er is in de regio Dalfsen een actuele behoefte aan een toevoeging van 11.800 woningen aan de bestaande voorraad in de periode 2014-2025. Kwalitatieve woonbehoefte Naast de kwantitatieve insteek duiden we de regionale behoefte ook kwalitatief. In de handreiking duurzame verstedelijking wordt met name een specificatie naar woonmilieu van belang geacht. Deze specificatie volstaat voor de beoordeling van de bestemmingsplannen in Dalfsen. Een specificatie naar woningtype is niet nodig om dat de programmering een hoge mate van flexibiliteit kent, zodat goed op de behoefte aan bepaalde woningsegmenten kan worden ingespeeld. Met behulp van landelijk woningmarktonderzoek, dat op regionaal niveau voldoende respons heeft (WoON2012), is berekend hoe de behoefte tot 2025 over de verschillende woonmilieus is verdeeld. Hierbij wordt gebruikgemaakt van de woonmilieu-indeling van ABF-research, die in de handreiking als hulpmiddel beschreven wordt. De gemeente Dalfsen valt in het Dorpse en Landelijke woonmilieu. In figuur 5 zijn de geraamde tekorten per woonmilieu 1 voor de regio Dalfsen weergegeven volgens twee methoden: De eerste is gebaseerd op de verhuiswensen van huishoudens, de andere op basis van het werkelijk gedrag van huishoudens. In beide methoden is rekening gehouden met een cohorteffect : De ouderen van de toekomst wonen bijvoorbeeld anders dan de ouderen van nu. Zo zullen ze bijvoorbeeld vaker in een koopwoning wonen. Een combinatie van deze beide methodes levert een bandbreedte in de kwalitatieve behoefte op. Figuur 5: Tekorten en overschotten regio Dalfsen naar woonmilieu 2014-2025 verhuisgeneigdheid verhuismobiliteit 2000 Overschot 1000 0-1000 -2000-3000 -4000-5000 -6000-7000 Tekort Centrum stedelijk Buiten centrum Groenstedelijk Dorps en landelijk Bron: WoON2012, CBS, Primos, bewerking Atrivé Anno 2014 is er vooral een tekort aan groen-stedelijk wonen in de regio. Indien de voorraad hetzelfde blijft, zal ook in 2025 er een tekort zijn aan woningen in dit woonmilieu. Echter, aan wonin- 1 De tekorten zijn in feite de woningbehoefte nu en in 2025 minus huidige woningvoorraad B l a d 5

gen in twee andere woonmilieus zal in 2025 een groter tekort bestaan: buiten centrum en dorps / landelijk wonen. Het betreft ook veruit de twee grootste woonmilieus in de regio. De gemeente Dalfsen en daarmee ook het bestemmingsplan Oosterdalfsen valt in het woonmilieu Dorps / Landelijk wonen. Het regionale tekort aan woningen in dit woonmilieu wordt voor 2025 geraamd op bijna 6.000 woningen. Er is in de regio Dalfsen een actuele behoefte aan een toevoeging van bijna 6.000 woningen in het woonmilieu dorps- en landelijk wonen. 2. 3 H o e v e r h o u d t d e b e h o e f t e z i c h t o t d e p l a n c a p a c i t e i t? In de regionale woonvisie voor West-Overijssel (2014), die ook de gemeenten die tot de regio Dalfsen behoren betreft, is de noodzaak onderkend van onderlinge afstemming van de plancapaciteit. Deze is nog niet afgerond, en ook zijn gegevens hierover niet op regionaal niveau (bij de provincie) voorhanden. Als eerste indicatie gaan we uit van de prognose voor de netto toevoeging waarmee in de provinciale (online) Primos-prognose gerekend wordt, plus de werkelijke ontwikkeling voorraad in 2014 volgens het CBS. Figuur 6: Netto-toevoegingen regio Dalfsen volgens Primos 2014-2025 2014-2020 2020-2025 2014-2025 Dalfsen 600 400 1.000 Hardenberg 1.200 800 2.000 Ommen 200 200 400 Raalte 500 400 800 Staphorst 400 300 700 Zwolle 3.000 3.200 6.200 Totaal 5.900 5.200 11.100 Bron: Primos, CBS, bewerking Atrivé De actuele plancapaciteit (realisatie 2014, plannen 2015-2015) voor deze periode is iets hoger en komt voor de regio Dalfsen uit op ruim 12.000 woningen. Het grootste verschil met de Primos raming laat Hardenberg zien (3000 woningen in plaats van 2000 in figuur 6). Voor de netto toevoegingen moet ook met sloop rekening worden gehouden 2. Deze is niet bekend voor de periode 2014-2025. Indien we de daadwerkelijke sloop uit het recente verleden (2012-2014) extrapoleren dan zou deze uitkomen op 2700 woningen in de periode 2014-2025, waarmee de netto toevoeging uitkomt op ongeveer 9.500 woningen. Daarnaast is een ervaringsgegeven dat een deel van de plancapaciteit niet wordt gerealiseerd, waardoor de netto toevoeging lager uit kan komen dan bedoeld. Voor de periode 2012-2014 was sprake van een gemiddelde jaarlijkse netto toevoeging (saldo nieuwbouw, sloop, overige toevoegingen en onttrekkingen) van 780 woningen. Indien dit tempo niet omhooggaat, worden er de komende jaren te weinig woningen toegevoegd, om in de actuele behoefte te kunnen voorzien! De gegevens over de actuele plancapaciteit in de regio Dalfsen worden afgezet tegen de actuele regionale behoefte, zodat duidelijk wordt in hoeverre er behoefte is aan de totale plancapaciteit. Uit figuur 6 blijkt dat er voor de periode 2014-2025 een toename van 11.100 woningen wordt voorzien in het Primos model. 2 Bovendien is er sprake van overige onttrekkingen en toevoegingen aan de woningvoorraad, vooral in Zwolle, maar deze zijn lastig te ramen voor de toekomst, en worden daarom niet meegenomen. B l a d 6

De berekende netto toevoeging op basis van actuele nieuwbouwplannen en het recente slooptempo komt uit op circa 9.500 woningen in deze periode. Rekening houdende met planuitval, valt te verwachten dat de daadwerkelijke netto toevoeging lager uit zal vallen. De plancapaciteit voorziet dus in een behoefte, en is ten opzichte van de behoefteraming aan de lage kant, rekening houdende met sloop. Tegenover een actuele behoefte aan toevoeging van 11.800 woningen staat een aldus berekende netto plancapaciteit van 9.500 woningen. Voor de voor Dalfsen relevante woonmilieus (dorps- en landelijk wonen) kan de plancapaciteit in de gemeenten buiten Zwolle als een globale indicatie voor de plancapaciteit voor deze woonmilieus worden beschouwd. Deze betreft ongeveer 6.000 woningen (een kleine 5.000 volgens Primosfiguur 6). Hiertegenover staat een actuele behoefte aan dit woonmilieu van een kleine 6.000 woningen. Conclusies actuele regionale behoefte versus de netto plancapaciteit: De plancapaciteit in de regio Dalfsen voorziet in een actuele regionale behoefte. Tegenover een netto plancapaciteit van ongeveer 9.500 woningen staat een behoefte van netto een kleine 12.000 woningen. Ook de plancapaciteit aan dorps- en landelijk wonen voorziet in een actuele regionale behoefte. Voor deze woonmilieus zijn vraag- en aanbod ongeveer in evenwicht. B l a d 7

2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032 2033 2034 2035 2036 2037 2038 2039 2040 3 Lokale actuele behoefte 3. 1 W a t i s d e k w a n t i t a t i e v e w o o n b e h o e f t e i n D a l f s e n? Naast de indicatie van de actuele regionale behoefte kan op gemeenteniveau worden bepaald aan welke plancapaciteit in ieder geval behoefte is, zonder dat deze concurrerend is met plannen van andere gemeenten in dezelfde woningmarktregio. In principe is er in een regionale woningmarkt sprake van concurrentie tussen gemeenten. Verhuisbewegingen hangen samen met woningaanbod. Toch is er ook sprake van een lokale vraag, uitgeoefend door woningzoekenden die een grote voorkeur voor wonen in de eigen gemeente. Een prognose voor de woningbehoefte, die gebaseerd is op de autonome groei van de huishoudens (waarbij het migratiesaldo op nul is gesteld), is hiervoor een goede indicatie. Uit jurisprudentie valt af te leiden dat, indien de regionale behoefte nog niet ondubbelzinnig kan worden aangetoond (omdat bijvoorbeeld de regionale plancapaciteit nog indicatief is), de behoefte die samenhangt met de autonome groei als uitgangspunt kan worden genomen voor de plancapaciteit. Figuur 7: Huishoudensprognoses gemeente Dalfsen CBS Pearl2013 Primos2014 Primos2014 migratiesaldo=0 Primos2013 Primos2010 Primos2007 13.000 12.500 12.000 11.500 11.000 10.500 10.000 9.500 9.000 Bron: CBS, Primos, Pearl, bewerking Atrivé Voor de kwantitatieve behoefte voor Dalfsen (2014-2025) wordt als eerste een bandbreedte bepaald op basis van prognoses (Primos, Pearl, meerdere startjaren van de ramingen) die ook uitgangspunt voor de regionale behoefte zijn. Daarnaast wordt voor Dalfsen de huishoudensontwikkeling berekend op basis van een migratiesaldo nul. Uit figuur 7 blijkt dat de huishoudensgroei volgens Primos2014 migratiesaldo 0 nauwelijks afwijkt van de reguliere Primos2014. Afgerond komt de migratiesaldo nul prognose 2014 uit op een groei van bijna 1.100 huishoudens in de periode 2014-2025. Evenveel als in zowel de primos (trend) prognose voor 2013 als voor 2014. Dat betekent dat ook in de reguliere primosprognoses de migratie per saldo een beperkte invloed heeft. B l a d 8

nieuwbouw tot 2020 nieuwbouw 2020 en later nieuwbouw totaal sloop netto toevoegingen totaal Regio Dalfsen Figuur 8: Verwachte toename huishoudens in Dalfsen 2014-2025 Primos2007 9.700 1.000 Primos2014 migratiesaldo=0 11.200 1.100 Primos2014 12.000 1.100 Primos2010 12.300 800 Primos2013 12.400 1.000 Pearl2013 13.400 1.100 Gemiddelde bandbreedte 11.800 1.000 Bron: CBS, Primos, Pearl, bewerking Atrivé Er is in de gemeente Dalfsen een actuele lokale behoefte aan een netto toevoeging van bijna 1100 woningen in de periode 2014-2025. 3. 2 H o e v e r h o u d t d e z e z i c h t o t d e l o k a l e p l a n c a p a c i t e i t? De gemeente Dalfsen heeft een overzicht aangeleverd met de plancapaciteit (nieuwbouw en eventueel sloop) voor de periode tot 2025, waarbij ook de locatie van de plannen bekend is. Deze wordt gecategoriseerd naar kern. In de plannen is geen onderscheid gemaakt naar woonmilieu omdat de gehele gemeente valt in het woonmilieu Dorps / landelijk wonen. De plancapaciteit in de gemeente Dalfsen bestaat uit 948 netto-toevoegingen 3, waarvan circa de helft voor 2020 wordt opgeleverd en de helft vanaf 2020. Om het goed met de geraamde huishoudensontwikkeling te kunnen vergelijken, moet hier de gerealiseerde toevoegingen in 2014 (+104 woningen) bij opgeteld worden. Hiermee komt de geraamde netto toevoegingen op basis van realisaties plus plannen voor 2014-2025 uit op 1.052 woningen. Figuur 9: Woningbouwprogramma gemeente Dalfsen (incl. inbreiding van woningbouw) harde bestemmingsplancapaciteit 310 328 638 32 606 zachte bestemmingsplancapaciteit 175 174 349 7 342 Totaal 485 502 987 39 948 Bron: Gemeente Dalfsen 3 Exclusief 50 zorgappartementen aan de Raiffeisenstraat in Nieuwleusen. B l a d 9

De plancapaciteit in Dalfsen voorziet in een actuele lokale behoefte. De plancapaciteit en het aantal reeds gerealiseerde woningen in de periode 2014-2025 (1050 woningen) zijn ongeveer gelijk aan de verwachte netto behoefte in deze periode (bijna 1100 woningen). Dat betekent dat er behoefte is om de zachte bestemmingsplancapaciteit hard te maken en te realiseren. 4 Conclusies Oosterdalfsen 4. 1 Tre d e 1 d u u r z a a m h e i d s l a d d e r Oosterdalfsen (240 woningen) maakt deel uit van de zachte plancapaciteit zoals opgenomen in par 3.2. De totale zachte plancapaciteit in de gemeente Dalfsen betreft 342 woningen. Gezien de regionale behoefte is het wenselijk dat de gemeente Dalfsen de volledige plancapaciteit in de periode 2014-2025 realiseert, en ook de hierin opgenomen zachte plancapaciteit, waaronder Oosterdalfsen, in ontwikkeling neemt. Daarmee is de regionale behoefte ondubbelzinnig aangetoond. Bovendien is ook geanalyseerd in hoeverre de plannen in Dalfsen aansluiten bij de autonome huishoudensgroei. Dan blijkt dat de volledige plancapaciteit in Dalfsen, inclusief Oosterdalfsen, nodig is om in de lokale behoefte te kunnen voorzien. Daarmee voldoet Oosterdalfsen aantoonbaar aan trede 1 van de duurzaamheidsladder. 4. 2 T r e d e 2 d u u r z a a m h e i d s l a d d e r Bij trede 2 van de duurzaamheidsladder wordt getoetst in hoeverre inbreidingslocaties al in voldoende mate in de actuele woningbehoefte kunnen voorzien. Indien inbreidingslocaties niet toereikend zijn om in de behoefte te voorzien, zijn ook uitbreidingslocaties nodig. In de plancapaciteit voor Dalfsen zijn de inbreidingsmogelijkheden meegenomen. Dat betekent dat, gezien de geraamde lokale behoefte (figuur 8), enkel de inbreiding in Dalfsen niet toereikend is, maar dat de volledige plancapaciteit, inclusief Oosterdalfsen, nodig is om te kunnen voorzien in de actuele lokale behoefte van Dalfsen. Gezien de actuele lokale woonbehoefte voldoet Oosterdalfsen aan trede 2 van de duurzaamheidsladder. B l a d 10