Bijvoorbeeld prijzen zoals 89,99 lijkt veel goedkoper dan 90,00. Doordat het product goedkoper lijkt verkopen de winkels meer

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 19

[ download de bijlage voor afbeeldingen, schema's en markeringen die niet gekopieerd konden worden]

Mangement & Organisatie (M&O) In Balans HAVO Hoofdstuk 16, 17, 18 en 19

Management en Organisatie Hoofdstuk 20 communicatiebeleid 20.1 persoonlijke verkoop

Samenvatting door M woorden 5 mei keer beoordeeld

Samenvatting M&O Hoofdstuk 16,17,18,19

- Bij de juiste combinatie van de 4P s (marketingmix) kunnen marketingdoelen gerealiseerd worden. 1. Prijs 2. Product 3. Plaats 4.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20

Hoofdstuk 20. Communicatiebeleid

Hoofdstuk 16 Marketing

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 16 t/m 23

Samenvatting Management & Organisatie InBalans 2 Hoofdstuk 32-36

Hoofdstuk 21. De voorraad. Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is!

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 t/m 12

-Het nastreven van continuïteit, en daarmee samenhangend bij een onderneming

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

Desk research: Gebeurt vanachter het bureau. De onderzoeker maakt gebruik van materiaal dat al eerder voor andere doeleinden is gebruikt.

Hoofdstuk 19. Prijs en distributiebeleid. Veel verkopen is niet moeilijk als je een hele lage prijs vraagt.

5.1 Marketingbeleid. 5.2 Productbeleid

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 17 t/m 20

Marketing concept = het lokken van de consument om jou product te verkopen.

Boekverslag door B woorden 9 mei keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 1651 woorden 29 maart keer beoordeeld

Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2

6,2. Samenvatting door een scholier 1556 woorden 26 oktober keer beoordeeld

Samenvatting M&O H 12 t/m H19 + H27

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

M&O VWO 2011/

M&O H.17 Marketing 1. Marketingaspecten

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

6,4. Samenvatting door M woorden 23 januari keer beoordeeld. Waarom is het belangrijk om een voorraad te hebben?

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Samenvatting door een scholier 5552 woorden 2 juni keer beoordeeld

3 Consumentenprijs, BTW en inkoopwaarde van de omzet

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 23 t/m 27

6,9. Samenvatting door een scholier 1802 woorden 9 september keer beoordeeld

Hoofdstuk 24. Nettowinstopslagmethode

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 6, Het product- en prijsbeleid

6, Samenvatting door een scholier 2300 woorden 8 november keer beoordeeld. M&O eenmanszaak deel 2

Aan de slag met excel

Hoofdstuk 3: Resultaten

Webshop ecommerce 8 Reclame en PR. graficus jr. Themamodules met voorbereiding op de ecommerce Webshop RECLAME EN PR

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5, Marketingbeleid

Welke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen 6% primaire levensbehoefte 0% vrijgesteld (export, overheidsdiensten)

De vier p s worden in onderlinge samenhang toegepast, waardoor we spreken van de marketingmix.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 9, 10, 11, 12

Grip op reclame Social Media

les 1 inleiding marketing HMC 1. Wat is marketing?

* goed lezen! * let op terugrekenen!

DE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING. Jannes Timmers. De Eenmanszaak deel 2 VWO

Marketingmix instrumenten Marketingcommunicatie

Boekverslag door W woorden 20 juni keer beoordeeld. M&O Hoofdstuk

Hoofdstuk 3: Resultaten

5, Marketingmix. 7.2 Omgevingsfactoren. Samenvatting door een scholier 2590 woorden 12 oktober keer beoordeeld. Onderdeel 3 Marketing

7.6. Boekverslag door M woorden 22 juni keer beoordeeld

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x = cijfer 63

Samenvatting Economie Consument & Producent

Marketingmix vmbo-b34

Het verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen

Communicatie in de praktijk - Examennummer februari Meerkeuzevragen (20 punten)

Commerciële calculaties

4,8. Samenvatting door een scholier 1391 woorden 13 juni keer beoordeeld. H9 Marketingmix

verkoopprijs (laagseizoen)(reisbureau) consument commissie (9% van de verkoopprijs) verkoopprijs (touroperator) reisbureau (commissie 9%)

v6mo2p oefentoets vwo M&O 2e periode blad 1 van 5

detaillistenpromotie onderdelen promotiemix Hand-out detaillistenpromotie, paragraaf 9.1 promotie gepland Retailmarketing hoofdstuk 9, paragraaf 9.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 3 en 4: De Firma

Samenvatting M&O Marketing & logistiek hoofdstuk 3

Commerciële calculaties

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie

Eco samenvatting; hs 2 + 5

INKOPEN VAN SNIJBLOEMEN, PLANTEN EN DODE MATERIALEN Niveau IV

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

Marketingmix vmbo-b34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Beoordelingsformulier

Periode 1 Les 1. 4P s, 4C s & het SIVA-model

7,2. Samenvatting door een scholier 3301 woorden 5 maart keer beoordeeld

Cursus financieel management

Marketingmix vmbo-b34

Maak een poster over social media. Laat je creativiteit de vrije rol.

Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen start

MARKETING / 11A. HBO Marketing / Marketing management. Raymond Reinhardt 3R Business Development. 3R COMMUNICATIEBELEID

Inhoud Les Mediaselectie 2. Mediaplan 3. Voorbeeld Case 4. Opdracht 1 Mediavoorstel MMR

Werkstuk Economie marketing

Communicatie in de praktijk Examennummer: Datum: 5 februari 2011 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

HOOFDSTUK 6: MARKETINGPROGRAMMA S OM MERKMEERWAARDE OP TE BOUWEN

3,3. Samenvatting door een scholier 4039 woorden 11 maart keer beoordeeld

Kennismaken met logistiek en magazijn. deel 2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 7 (Management in beweging)

6.2 De functie van de banken

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 5 (Management in Beweging)

Praktische opdracht Management & Organisatie Eigen produkt verkopen

Eindexamen m&o vwo 2004-II

Samenvatting Management & Organisatie de firma

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

KINDER- EN JEUGDRECLAMECODE (KJC) G

Samenvatting M&O H6: Communicatieproces

Transcriptie:

Samenvatting door L. 2664 woorden 20 mei 2014 7,4 1 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 18 Paragraaf 1 kostengeoriënteerde prijsbepaling kosten + opslagmarge vraaggeoriënteerde prijsbepaling wat wil de consument (max.) betalen? Als mogelijkheden van de vraaggeoriënteerde prijsbepaling noemen we: - penetratiepolitiek - afroompolitiek - psychologische prijzen - prijskortingen penetratiepolitiek de prijs van een nieuw product laag vast stellen waardoor je veel verkoopt. Dan kan de onderneming op grote schaal produceren, dus dan is de prijs per product lager. Hierdoor krijg je ook weinig concurrenten want er valt haast niks aan te verdienen. Afroompolitiek Beginnen met een hoge prijs omdat mensen dat product zo graag in bezit hebben. Er is een kleine groep die het voor die prijs koopt. Als de afzet minder wordt, stelt de onderneming de prijs lager. Voorwaarden: - het product moet nieuw zij - het product is een duurzaam productiegoed - het aantal kopers is in elke fase groot genoeg Psychologische prijzen Bijvoorbeeld prijzen zoals 89,99 lijkt veel goedkoper dan 90,00. Doordat het product goedkoper lijkt verkopen de winkels meer https://www.scholieren.com/verslag/82051 Pagina 1 van 11

Prijskortingen Bijvoorbeeld korting in winkels, of acties als per stuk 1,50 of vier voor 5. Of 2 e gratis Paragraaf 2 Bij een commerciële organisatie is de prijs van een product heel belangrijk. Bij een niet-commerciële organisatie word maar een deel van het product bepaald door de prijs. De prijs word bepaald door subsidiegevers ( vaak een overheidsorgaan ). Er zijn dan drie mogelijkheden: - levering tegen kostprijs - levering tegen een niet-monetaire prijs - gratis levering tegen kostprijs zoals bij paspoorten en rijbewijzen. De kosten worden dan volledig terug verdiend. De overheid past het profijtbeginsel toe: degene die bepaalde producten gebruikt, moet daarvoor betalen. Levering tegen een niet-monetaire prijs Een product of dienst word beschikbaar gesteld tegen een prijs die beneden de kostprijs ligt, zoals in het onderwijs. Gratis Een product of dienst word gratis ter beschikking gesteld, bijvoorbeeld bibliotheken. Paragraaf 3 -Groothandel levert aan detaillisten en niet aan de consument -Kleinhandel levert alleen aan de consument Groothandel Een groothandel kan een belangrijke rol spelen voor de detailhandel (kleinhandel): - zorgt ervoor dat er altijd voldoende producten op voorraad zijn en levert snel. Daardoor hoeft de kleinhandel geen grote voorraad te hebben - doordat de groothandel in grote hoeveelheden inkoopt, kan hij grote kortingen van de fabrikanten vragen en een deel van die korting doorgeven aan de kleinhandel. - de groothandel zorgt ervoor dat de kleinhandel op de hoogte word gebracht van nieuwe producten - de groothandel levert op rekening dus een belangrijk deel van de voorraad van de kleinhandel word door de groothandel gefinancierd. De groothandel werkt meestal regionaal, daarom vestigt de groothandel zich in de streek waar hij producten afzet. Ook de mogelijkheid de goederen op te slaan in een distributiecentra speelt een belangrijke rol bij de keuze van de vestigingsplaats kleinhandel https://www.scholieren.com/verslag/82051 Pagina 2 van 11

de distribuerende functie van een kleinhandel is er voor zorgen dat de consument het gewenste product in de juiste hoeveelheid op de gewenste plaats kan kopen. Bij distributie gaat het dus om de verspreiding van de producten over de afnemers. Voor een kleinhandel is het belangrijk zich te vestigen in de onmiddellijke omgeving van de consument. Ook voldoende parkeergelegenheid is belangrijk Paragraaf 4 Er zijn verschillende mogelijkheden om de producten van fabrikant naar de afnemer te brengen ( met behulp van tussenschakels in de bedrijfskom ). We noemen die mogelijkheden distributiekanalen ( de weg die het product aflegt van producent naar consument) - directe distributie - indirecte distributie directe distributie de goederen gaan rechtstreeks van de producent naar de afnemer. Als producten rechtstreeks naar de consument leveren, dan zijn zij een postorderbedrijf. (Ze moeten landelijk adverteren, daaruit kun je thuis een keuze maken. Je stuurt dan een kaart in met daarop vermeld de producten die je wenst te kopen. Deze producten worden dan na enige tijd thuis bezorgd). De producent heeft met dit systeem te maken met hoge distributiekosten (verzendkosten enz) indirecte distributie er zitten tussen de producent en de afnemer 1 of meer tussenschakels. Het korte indirecte kanaal: Producent à detaillist à consument Het lange indirecte kanaal: Producent à groothandel à detaillist à consument Of de producent bij de distributie gebruik maakt van 1 of meer goederen hangt af van: - de omzet die bij een bepaald distributiekanaal kan worden behaald - de kosten van dat distributiekanaal Wanneer de omzet van een producent laag is, zijn de kosten van een eigen distributieapparaat vaan hoger dan bij gebruik van tussenschakels. Bij grotere ondernemingen zijn de kosten van een eigen distributieapparaat vaak lager. Ze hebben zelf in de hand hoe ze de detaillist benaderen en welke afspraken ze maken met de detaillist. De eisen zijn makkelijk te formuleren waaraan tussenschakels aan moeten voldoen. Het moeilijke is om deze tussenschakels over te halen zich voor de verkoop te interesseren. Vaak moet je met minder goede tussenschakels genoegen nemen. Ondernemingen moeten dan concurreren met ander producenten. Mogelijkheden: https://www.scholieren.com/verslag/82051 Pagina 3 van 11

- kredietverlenging - bijzondere aanbiedingen - geven van cadeaus - hoge kortingen - snelle levering - reclame maken In dit verband maken we onderscheid tussen: - pushdistributie - pulldistributie pushdistributie de producent doet er alles aan om zijn producten door de tussenschakels in zijn assortiment op te laten nemen. Ook probeert de producent de tussenschakel over te halen (zie hierboven rijtje) zijn product te promoten. Pulldistributie Bijvoorbeeld door actie te voeren of reclames maken. Hierdoor vraagt de consument bij een detaillist om het product. Daardoor wil de detaillist het product wel in zijn assortiment. Deze strategie is duur omdat er reclame gemaakt moet worden. In de praktijk word van allebei de strategieën gebruik gemaakt. De producent probeert de detaillist over te halen en bewerkt via reclame de consument. Hoofdstuk 19 Paragraaf 1 - consument (koper) naar winkelier (verkoper) voor product of dienst -vertegenwoordiger (verkoper) naar winkelier (koper) voor product of dienst (businesstobusinessmarketing) Vertegenwoordigers voeren de volgende taken uit: - contact houden met afnemers - verstrekken van informatie aan afnemers - serviceverlening - verzamelen van informatie voor de eigen onderneming Contact houden met afnemers De leiding van de onderneming beslist hoe vaak een afnemer bezocht moet worden. De trouwe klant vaker zodat hij niet wegloopt en nieuwe klanten worden ook bezocht. Een vertegenwoordiger werkt vaak op provisiebasis: naast een relatief laag vast inkomen ontvangt hij provisie over de aankopen van de klanten die tot zijn regio behoren. https://www.scholieren.com/verslag/82051 Pagina 4 van 11

Verstrekken van informatie De vertegenwoordigers moeten proberen nieuwe klanten te krijgen. De info die de vertegenwoordiger geeft, kan over verschillende onderwerpen gaan. Hij brengt de afnemer op de hoogte van nieuwe producten, reclameacties, enz. Serviceverlening Veel voorkomende vormen zijn: behandeling van klachten, geven van demonstraties en instructies, treffen van betalingsregelingen met afnemers en adviseren. Informatie voor de eigen onderneming De vertegenwoordiger komt in verschillende vormen voor: - de vertegenwoordiger van industriële producten = hem zie je vaak op beurzen, maar hij word ook ingeschakeld bij het bezoek aan klanten - de chauffeur verkoper = deze rijdt met een wagen de klanten af, waarbij die bestelling direct word geleverd ( bijv. Coca Cola ) - de branchevertegenwoordiger = hij bezoekt de afnemers niet, maar wel degenen die invloed hebben op de afzet van het product ( bijv. Artsenbezoeker) - de demonstrateur - de vertegenwoordiger die uitsluitend belast is met het winnen van nieuwe klanten (acquisiteur) Massacommunicatie VS persoonlijke verkoop Voordelen persoonlijke verkoop - de onderneming kan persoonlijk inspelen op de wensen van iedere klant - er is een veel beter discussie mogelijk over de eigenschappen van het product - er kan veel beter worden teruggekoppeld (feedback) van de klant naar de onderneming over de wensen van de klanten Voordelen massacommunicatie - is per bereikte afnemer goedkoper - de onderneming kan een veel groter aantal personen in 1 keer bereiken - het gaat veel sneller Paragraaf 2 We kunnen onderscheid maken tussen : - individuele reclame = een fabrikant maakt reclame voor zijn eigen product - collectieve reclame = fabrikanten maken samen een reclame over een bepaalde productsoort. Andere reclame vormen zijn : - themareclame = het doel van de onderneming is merkbekendheid kweken. De onderneming probeert het https://www.scholieren.com/verslag/82051 Pagina 5 van 11

koopgedrag op lange termijn te beïnvloeden. - actiereclame = De onderneming onderneemt actie om op korte termijn de verkoop van een bepaald product te stimuleren. Een bekende manier om de consument kennis te laten maken met een nieuw product is het verspreiden van monsters (SAMPLING). Die aan huis worden bezorgd of op straat of beurzen word uitgedeeld. Paragraaf 3 Mediadoelstellingen : doelstellingen waarin word vastgelegd welke groepen de organisatie wil bereiken, met welke middelen zij dat wil doen en op welke termijn. Mensen onthouden gemiddeld: - 10% lezen - 20% horen - 30% zien - 50% zien en horen - 90% waar ze zich bij betrokken voelen Communicatiemiddelen in verschillende groepen: - visuele communicatiemiddelen - audiovisuele communicatiemiddelen - multimediale communicatiemiddelen - interactieve communicatiemiddelen Visuele Alle communicatiemiddelen waarbij de ontvanger de boodschap uitsluitend met zijn ogen waarneemt, dus ziet of leest. (boeken, kranten, folders) Audiovisuele Communicatiemiddelen waarbij geluid en beeld zijn gecombineerd. (televisie, schoolbord bij een lezing ) Multimediale Als er meer dan 1 medium word gebruikt om een boodschap over te brengen. (internetà op een aantal pagina s worden beeld, geluid en tekst gecombineerd Interactieve We betrekken de ontvanger bij de boodschap. De ontvanger kan zelf invloed uitoefenen en er is sprake van een bepaalde reactie. Er vind een communicatieproces plaats. (enquête formulier invullen) Paragraaf 4 Wanneer een onderneming reclame maakt voor producten of diensten, heeft zij te maken met stakeholders : alle https://www.scholieren.com/verslag/82051 Pagina 6 van 11

belanghebbenden met wie de onderneming rekening moet houden, zoals de overheid, leveranciers, detaillisten en consumenten Stakeholders worden op verschillende manieren benaderd: Dagbladen en huis-aan-huis bladen Om in te adverteren en zo in contact te komen met afnemers. Deze vorm van reclame is goedkoop. Elke dag- en weekblad heeft zijn eigen groep lezers. Adverteerders weten precies wat voor reclame ze in welk blad moeten plaatsen. Ook maakt het verschil of je in landelijke of regionale kranten reclame maakt Folders en mailings Een folder kan worden verspreid in een bepaalde regio of gelegenheden. Afhankelijk van de doelgroep. Je weet niet of je doelgroep daadwerkelijk word bereikt want veel personen geven door een sticker aan geen reclame te willen ontvangen. De onderneming benaderd met mailings kopers per brief. Het voordeel hiervan is dat je je gewenste doelgroep bereikt. Dit is niet goedkoop Radio- en tv bladen en tijdschriften Elke gids heeft een eigen doelgroep Vakbladen en hobbytijdschriften Je bereikt een beperkte groep. Ook hier heeft elke gids zijn eigen doelgroep. Adresboeken/zoeksystemen Een organisatie kan zijn naam laten vermelden in een adresboek of zoeksysteem. Nadeel is dat de organisatie geen grip heeft of het adresboek word gebruikt. Je weet dus niet zeker of de doelgroep word bereikt. Televisie, bioscoop en kabelkrant Bioscoop of kabelkrant word vooral gebruikt door plaatselijke ondernemingen. Ze bestaan meestal alleen uit beeld. De effectiviteit is dan ook niet hoog. Via de televisie reclame maken is duur maar bereik is erg groot. STER-reclame, STER staat voor stichting ether reclame, de STER houd zich bezig met reclame via radio en tv. Radio en geluidsinstallatie Groot publiek bereikt met radioreclame. Een geluidsinstallatie word vaak gebruikt in een winkelcentrum of winkel om de aandacht te richten op bepaalde producten of acties Interactieve media Sprake van een medium waarbij de ontvanger op 1 of andere manier kan reageren op de boodschap. (internet). Goedkoop, en groot bereik. Je kan niet weten of je je doelgroep ook bereikt. Buitenmedia Media in open ruimten. (etalage, naamborden sponsoring, lichtkrant, reclamezuil. Effect is afhankelijk van de situatie Reclame artikelen Artikelen die als cadeau worden verstrekt. ( huis-aan-huis monsters, geschenk bij ander product) meestal dure manier om de doelgroep te bereiken https://www.scholieren.com/verslag/82051 Pagina 7 van 11

Winkelmedia Media die voorkomt in het winkelgebouw. (lichtreclames, tv zuilen, informatiestands bij uitgang van supermarkt) Sponsoring Een individu, vereniging of instelling krijgt een bepaald bedrag van een onderneming onder voorwaarde dat de sponsornaam vermeld wordt Paragraaf 5 Public-relations(PR) : het beïnvloeden van de mening van personen ( imago verbeteren en vooroordelen weg halen) De pr-functionaris is gebonden aan een budget dat hem voor pr door de directie van de onderneming word toegewezen. Hij kan bijvoorbeeld een advertentie plaatsen, persconferentie houden, stukje in de krant laten schrijven door journalisten à gratis publiciteit (free publicity) Paragraaf 6 Welk medium gebruik je? wie is je doelgroep? wat is je product? wat zijn de kosten? Wat helpt onthouden? herhaling bekende personen humor juiste tijdstip rondom juiste programma's 1. Bepaal de doelgroep 2. Bepaal de communicatiemiddelen die geschikt zijn 3. Bepaal welke mediatypen geschikt zijn Paragraaf 7 - Marketing is gericht op de welvaart en het welzijn van de consument. Hierbij streven organisaties ernaar het ontevreden en onveilige gevoel te verbeteren à sociale marketing Een voorbeeld van sociale marketing is ideële reclame: opvattingen of gedragingen van mensen beïnvloeden. Een organisatie die zich richt op ideële reclame is SIRE. - Reclame-uitingen moeten aan bepaalde eisen voldoen die de branche zichzelf heeft opgelegd. Als de branche https://www.scholieren.com/verslag/82051 Pagina 8 van 11

zichzelf regels oplegt, heet dat zelfregulering. - De eisen zijn vastgelegd in de reclamecode. Het doel van reclamecode is dat de consument niet mag worden misleid en de reclame niet ergerlijk of kwetsend is. - wanneer deze voorwaarden worden geschonden, kan iedereen een klacht indienen bij de Reclame Code Commissie, als het om gedrukte reclame gaat. Voor reclame via tv en radio kun je klachten indienen bij de Reclame Raad. - er zijn ook reclameverboden. Er mag geen reclame worden gemaakt voor drugs - de milieu reclame code geeft gedragsregels voor reclameboodschappen waarin milieuaspecten verwerkt zitten. Op de verpakking van veel producten zit een keurmerk. Een aantal van deze keurmerken heeft betrekking op het milieu. Marketingbegrippen: - conversiemarketing - demarketing - contramarketing Conversiemarketing Doel: negatieve houden van afnemers naar een positieve houden werken. Bijvoorbeeld: angst voor tandarts weg halen Demarketing Doel: proberen de vraag naar een product of dienst af te remmen. Voorbeelden: anit-alcohol reclame, minimumorderbedrag, klein bedrag niet pinnen Contramarketing Wanneer door bijvoorbeeld de overheid acties worden ondernomen die gericht zijn op het verminderen of verdwijnen van ongewenst gedrag. Hoofdstuk 20 Paragraaf 1 Balans = voorraadgrootheden Resultatenrekening = stroomgrootheden Vlottende activa = gaan maar 1 productieproces mee Vaste activa = gaat meerder productieprocessen mee Brutowinst per product = verkoopprijs inkoopwaarde of inkoopprijs Brutowinst = omzet inkoopwaarde van de omzet Handelsonderneming = inkopen en verkopen (winst maken) (product niet veranderen) - in een handelsonderneming loopt de ondernemer het risico van nee-verkopen. Wanneer een klant in een winkel ziet https://www.scholieren.com/verslag/82051 Pagina 9 van 11

dat het artikel uitverkocht is, komt hij niet snel terug. Dus het is belangrijk dat een onderneming voorraad bij houd. Er zitten ook risico s aan het behouden van voorraad: - diefstal en brand - bederf - prijsdaling - het incourant (uit de mode) raken van het artikel Tegen sommige van deze risico s kan een onderneming zich verzekeren maar tegen sommige ook niet. In verband met het prijsrisico maken we onderscheid tussen: - de technische voorraad = op dit moment werkelijk aanwezig - de economische voorraad = de voorraad waarover het bedrijf prijsrisico loopt Een onderneming streeft naar zo laag mogelijk eigen risico, dus zo laag mogelijke economische voorraad. - op de balans staat de ECONOMISCHE VOORRAAD Paragraaf 2 FIFO = first in, first out. De goederen worden bij verkoop afgeboekt tegen de prijs van de langst aanwezige partij. - het belangrijkste bezwaar van de fifo-methode is dat deze bij stijgende prijzen tot een te gunstige berekening leidt, en andersom. De brutowinst word dus eigenlijk op een verkeerde manier berekend. - Een ander bezwaar is over de waardering op de balans. De voorraad word niet gewaardeerd tegen actuele prijzen. Paragraaf 3 LIFO = last in, first out. - Net als bij de fifo-methode komt de onderneming bij stijgende prijzen op een te hoge brutowinst uit. - de voorraadwaardering is onjuist (de waarde van de voorraad is gelijk aan die van een heel oude partij ) de prijzen bij een fifo-methode zijn recenter dus meer juist. - een onderneming mag een gekozen systeem niet zomaar veranderen. Paragraaf 4 Omdat het lifo- en fifo-systeem veel werk met zich mee brengt gebruiken veel ondernemingen de methode van de vaste verrekenprijs VVP (vaste verrekenprijs ) = geschatte inkoopprijs + geschatte inkoopkosten Je ziet dat de toepassing van VVP leidt tot een iets andere opvatting van brutowinst. In de voorcalculatie, voor dat de periode begint, is de verwachte brutowinst gelijk aan: https://www.scholieren.com/verslag/82051 Pagina 10 van 11

Verwachte afzet x (verwachte verkoopprijs vvp ) de vvp bestaat uit de geschatte inkoopprijs verhoogd met de geschatte inkoopkosten. in de nacalculatie, na afloop van de periode, blijkt soms dat verkoopprijs, inkoopprijs en inkoopkosten anders zijn geweest dan vooraf geschat. De nacalculatorische ( gerealiseerde brutowinst) kunnen we daarom splitsen in: - gerealiseerd verkoopresultaat = werkelijke afzet x (werkelijke verkoopprijs- vvp) - resultaat op inkoopprijs = werkelijke inkopen x (geschatte inkoopprijs werkelijke inkoopprijs) - resultaat op inkoopkosten = geschatte inkoopkosten werkelijke inkoopkosten De laatste 2 noemen we het resultaat op inkopen. Een andere manier om het resultaat op inkopen te berekenen is : Werkelijke inkoop x vvp (werkelijke inkoopwaarde + werkelijke inkoopkosten) https://www.scholieren.com/verslag/82051 Pagina 11 van 11