2.4 Twee groepen vergelijken

Vergelijkbare documenten
2.3 Frequentieverdelingen typeren

2 Data en datasets verwerken

GEGEVENS154LEERLINGEN

Steelbladdiagram In een steelbladdiagram staan alle leerlingen genoemd. Je kunt precies zien waar Wouter staat.

2 Data en datasets verwerken

2.1.4 Oefenen. d. Je ziet hier twee weegschalen. Wat is het verschil tussen beide als het gaat om het aflezen van een gewicht?

2 Data en datasets verwerken

2.2 Verbanden tussen datarepresentaties

2 Data en datasets verwerken

2 Data en datasets verwerken

Praktische opdracht Wiskunde Statistiek

Paragraaf 5.1 : Frequentieverdelingen

DEEL II DOEN! - Praktische opdracht statistiek WA- 4HAVO

2 Data en datasets verwerken

Domein Statistiek en kansrekening havo A 2 Data en datasets verwerken

2. Data en datasets verwerken. Boekje 2 havo wiskunde A, domein E: Statistiek

2. Data en datasets verwerken. Boekje 2 havo wiskunde A, domein E: Statistiek

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Stoeien met Statistiek

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

8.1 Centrum- en spreidingsmaten [1]

Docentenhandleiding Tabellen en grafieken

Havo A deel 1 H2 Statistiek - Samenvatting

2. Data en datasets verwerken. Boekje 2 havo wiskunde A, domein E: Statistiek

Antwoorden Hoofdstuk 1 Verschillen

2. In de klassen 2A en 2B is een proefwerk gemaakt. Je ziet de resultaten in de frequentietabel. 2A 2B

Kerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven HAVO kan niet korter

Paragraaf 10.1 : Populatie en Steekproef

2. Data en datasets verwerken

Bevorderingsrichtlijnen VWO

extra sommen Statistiek en Kans

Overzicht statistiek 5N4p

College 4 Inspecteren van Data: Verdelingen

5.0 Voorkennis. Er zijn verschillende manieren om gegevens op een grafische wijze weer te geven: 1. Staafdiagram:

DOEN! - Praktische Opdracht Statistiek 4 Havo Wiskunde A

Checklist Wiskunde A HAVO HML

WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen. checklist SE1 wiskunde A.pdf

Samenvatting Wiskunde Samenvatting en stappenplan van hfst. 7 en 8

Beleid Bevorderingsnormen afdeling VWO leerjaar 1 tm 6. Bevorderingsnormen leerjaar 1 afdeling VWO, locatie Van Heeckerenlaan

Bevorderingsrichtlijnen HAVO

S1 STATISTIEK. Tabellen & diagrammen Centrummaten & Spreiding

Bevorderingsnormen onderbouw havo, atheneum en gymnasium. Geldend voor schooljaar

WisMon WisTaal. Wiskunde vaktaal. theorie & opgaven. havo/vwo

Modelexamen Statistiek

Voorbeelden van gebruik van 5 VUSTAT-apps

Centrummaten en klassen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bevorderingsnormen onderbouw havo, atheneum en gymnasium. Geldend ingaande 1 augustus 2015

Samenvattingen 5HAVO Wiskunde A.

Programma : 1. Presentatie 2. H 5.1 Statistiek zelf gegevens verzamelen en ermee werken 3. Vragen over H4, formules

IJburgcollege Wiskunde A en C september 2017 Statistiek Opgavenboek 1 (noteer je uitwerkingen van de opdrachten in het Uitwerkingenboek 1)

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

ONDERZOEK NLT IN CIJFERS. Data-analyse gegevens IB-Groep en registratie invoerscholen

extra sommen Statistiek en Kans

Beschrijvende statistiek

1BA PSYCH Statistiek 1 Oefeningenreeks 2 1

Centrummaten en klassen vmbo-kgt34

IJburgcollege Wiskunde A en C september 2017 Statistiek Opgavenboek 1 (noteer je uitwerkingen van de opdrachten in het Uitwerkingenboek 1)

Rekentoets Sterren College Haarlem

WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625.

Rekentoets Voortgezet Onderwijs Veghel, Fioretti College Veghel

META-kaart domein - Exponentieel verband havo4 wiskunde A H=bxg^t

Technologie: TI-Nspire CX CAS Niveau: beginner

Algemeen 2. Havo (uitgroei) 3. Atheneum 4. Gymnasium 5. Kernklas, verplichte extra lessen, doubleren en afstroom 6

HAVO 4 wiskunde A. Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet kennen en kunnen....

OVERGANGSNORMEN

4 HAVO wiskunde A HOOFDSTUK voorkennis 1. soorten verdelingen 2. de normale verdeling 3. betrouwbaarheidsintervallen 4. groepen en kenmerken

Eindexamen wiskunde A1-2 havo 2006-I

3 In een klas hebben de meisjes en de jongens gemeten hoe lang ze zijn. De resultaten staan in de tabel hieronder.

In havo 4&5 kun je kiezen uit wiskunde A, B of D. Wiskunde C wordt alleen op het VWO aangeboden.

Algemeen 2. VMBO basis- en kader (dakpanklas) 3. Mavo/havo (dakpanklas) 4. Havo/atheneum (dakpanklas) 5. Havo (uitgroei) 6. Atheneum 7.

Beste leerling, Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Leerstof voortentamen wiskunde A. 1. Het voortentamen wiskunde A

College Week 4 Inspecteren van Data: Verdelingen

wiskunde A havo 2017-I

20 De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen

Project: Kennisdocument Onderwerp: p90 Datum: 23 november 2009 Referentie: p90 onzekerheid Wat betekent de p90 (on)zekerheid?

Examen VWO. wiskunde A1. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Rekentoets Venster College X

STATISTIEK OEFENOPGAVEN

Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn onderzoek en conclusie? Les 1

begin van document Eindtermen havo wiskunde A (CE) gekoppeld aan delen en hoofdstukken uit Moderne wiskunde 9e editie

1 a Partij is een kwalitatieve variabele, kindertal een kwantitatieve, discrete variabele. b,c

WISKUNDE C VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

vavo Toets VWO Examenklas Periode: 1 Toetsduur: 180 minuten (echte toets 120 minuten) Toetscode PTA: T1 Constructeur: M.

Didactiek van Informatieverwerking en Statistiek voor leerlingen van 12-16?

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

wiskunde A havo 2017-II

bijspijkercursus wiskunde voor psychologiestudenten bijeenkomst 6 statistiek/gegevensverwerking los materiaal, niet uit boek [PW]

Onderzoeksmethodiek LE: 2

1.5 Deden 4-vwo-ers met wiskunde B het in klas 3 beter dan zij met wiskunde A/C?

Rekentoets Udens College, sector vmbo

Eindexamen wiskunde A1 vwo 2004-I

OPLEIDING PSYCHOLOGIE INFORMATIE WISKUNDECURSUS

OPLEIDING PSYCHOLOGIE INFORMATIE WISKUNDECURSUS

Open en Gepersonaliseerd Statistiekonderwijs (OGS) Deliverable 1.1 Requirements

Statistiek. Beschrijvende Statistiek Hoofdstuk 1 1.1, 1.2, 1.5, 1.6 lezen 1.3, 1.4 Les 1 Hoofdstuk 2 2.1, 2.3, 2.5 Les 2

Inhoudsopgave. Colofon

Beleid Bevorderingsnormen afdeling VWO leerjaar 1 tm 6. Bevorderingsnormen leerjaar 1 afdeling VWO, locatie Van Heeckerenlaan

Transcriptie:

2.4 Twee groepen vergelijken 2.4.1 Introductie Zijn jongens langer dan meisjes? Hebben leerlingen met een NT-profiel in de derde klas een hoger cijfer voor wiskunde dan leerlingen met een CM-profiel? Is de huizenprijs in Amsterdam hoger dan in Noordoost-Groningen? Is de spreiding van de temperatuur in de tropen kleiner dan de spreiding in temperatuur bij ons? Bij dit soort vragen wil je twee groepen vergelijken, bijvoorbeeld jongens-meisjes, CM-NT-profiel, Amsterdam-Noordoost-Groningen, tropen-nederland. In deze paragraaf gaan we dieper in op de vraag hoe je twee groepen kunt vergelijken en waar je dan naar kunt kijken. 2.4.2 Centrale vraag Centrale vraag 1 We kijken naar de gegevens van 84 leerlingen aan het einde van atheneum 5. Wat kun je zeggen over het verschil in het eindcijfer voor Engels tussen de CM-groep en de NT-groep? Centrale vraag 2 Welke datarepresentaties kun je gebruiken om de verschillen tussen twee groepen inzichtelijk te maken? 56

2.4.3 Twee groepen vergelijken De volgende staafdiagrammen komen uit de dataset 5ATH. Je zou je kunnen afvragen of leerlingen met een CM-profiel beter zijn in Engels dan de leerlingen met een NT-profiel. Opgave 65 Je ziet hierboven de staafdiagrammen van de cijfers voor Engels van de twee genoemde profielen. a. Beschrijf de verschillen in vorm van deze frequentieverdelingen op basis van het geleerde in paragraaf 3. Wat valt je daarbij op? b. Vergelijk deze frequentieverdelingen. Probeer conclusies te trekken. 57

Opgave 66 a. Bepaal met behulp van ICT van beide verdelingen de mediaan en het gemiddelde. b. Trek op basis van de gevonden waarden van mediaan en gemiddelde een conclusie. Opgave 67 Hieronder zie je de boxplots die horen bij de beide verdelingen. a. Wat valt op aan de beide boxplots? b. Trek een conclusie over de verschillen in spreiding van het cijfer voor Engels tussen de beide profielen. 58

Opgave 68 Hieronder zie je de relatieve cumulatieve frequentiepolygonen die horen bij de beide verdelingen. a. Wat valt je op als je kijkt naar beide grafieken? b. Welke conclusie kun je trekken op basis van deze grafieken? c. Combineer je bevindingen uit de voorgaande opgaven en beschrijf de verschillen in de cijfers voor Engels tussen de leerlingen met een CM-profiel en een NT-profiel. 59

Antwoord op centrale vraag 1 Het percentage onvoldoendes voor Engels is bij de leerlingen in het CM-profiel hoger dan bij de leerlingen in het NT-profiel (resp. 30,8 en 10,3 procent). De verdeling over de cijfers is bij de leerlingen in het CM-profiel gelijkmatiger dan bij de leerlingen in het NT-profiel. Bij de laatste groep heeft een groot deel van de leerlingen een cijfer tussen de 6,5 en 7. Bij de leerlingen in het CM-profiel zijn de verschillen in frequentie tussen de cijfers veel kleiner. Dit zie je terug in de boxplots, de interkwartielafstand bij de leerlingen in het CM-profiel is groter dan de kwartielafstand bij leerlingen in het NT-profiel. Echt hoge cijfers (boven de 8,5) komen alleen voor bij leerlingen in het CM-profiel. Kanttekening bij deze conclusies We hebben hier alleen gekeken naar de variabele cijfer voor Engels. Eigenlijk zou je ook moeten kijken naar het algemene beeld van de leerlingen. Doen ze het op alle vakken ongeveer even goed, zijn er leerlingen die duidelijk uitvallen? Naar dat soort dingen kijken we in de volgende paragraaf. Antwoord op centrale vraag 2 Zoals je in het voorgaande hebt gezien, kun je van veel verschillende representaties gebruik maken om verschillen tussen groepen inzichtelijk te maken. Iedere representatie voegt iets toe, het is nooit voldoende om slechts naar één representatie te kijken. Staafdiagrammen of dotplots geven een goede eerste indruk. Daarna kun je kijken naar boxplots, cumulatieve frequentiepolygonen en de kentallen voor centrum en spreiding. 60