Deelrapport Verkeer. OTB/MER Structurele verbreding A2 Het Vonderen Kerensheide A2VK TM 06-Rp-09. Datum 17 juli 2017 Status Definitief

Vergelijkbare documenten
Deelrapport Ruimtegebruik & Sociale Aspecten

Deelrapport Verkeersveiligheid

Deelrapport Archeologie

Deelrapport Externe veiligheid

Deelrapport geluid. OTB/ MER Structurele verbreding A2 Het Vonderen Kerensheide A2VK PS 03-Rp-05. Datum 17 juli 2017 Status Definitief

Deelrapport Landschap, Ruimtelijke Kwaliteit en Cultuurhistorie

Deelrapport Natuur. OTB/ MER Structurele verbreding A2 Het Vonderen Kerensheide PS 04-Rp-02. Datum 17 juli 2017 Status Definitief

N35 Nijverdal - Wierden Uitgangspunten verkeersberekeningen

Milieueffectrapport Structurele verbreding A2 Het Vonderen - Kerensheide

Achtergronddocument Verkeer

A2 - Robuuste snelweg door Midden-Limburg

A2 Het Vonderen - Kerensheide. Informatieavond 13 juli 2015 Voor stakeholders

Structurele verbreding A2 Het Vonderen Kerensheide

Structurele verbreding A2 Het Vonderen Kerensheide

Wat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast).

PHS Meteren-Boxtel tracédeel Boog Meteren

Structurele verbreding A2 Het Vonderen - Kerensheide

Tracébesluit A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting

Notitie. blad 1 van 8

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

Aanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet,

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse

Milieueffectrapportage A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Samenvatting

A13/A16 ROTTERDAM. Toelichting Deelgebied West. Februari 2015

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda

Bijlage F Uitgangspunten stikstofdepositieberekeningen projecten Hoofdwegennet (HWN), planuitwerkingsfase

Bijlage I Verklarende woordenlijst

1 Inleiding. Notitie / Memo

Structurele verbreding A2 Het Vonderen - Kerensheide

Startbeslissing. MIRT verkenning A2 t Vonderen - Kerensheide. Datum 16 mei De Minister van Infrastructuur en Milieu,

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,

Samenvatting onderzoeken variant 7 en 7B

Ontwerp-Tracébesluit A9 Badhoevedorp

Samenvatting onderzoeken variant 7

Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie

MIRT-Verkenning A67 Leenderheide - Zaarderheiken. Inloopbijeenkomsten 19 april 2018, Sevenum

Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit

Verkenning N65 Vught - Haaren. Informatieavond. 25 November november 2015

Het Tracebesluit A2 Sint Joost - Urmond ligt momenteel ter inzage. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft, mede namens de minister van VROM,

Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg

LEESWIJZER t.b.v. de Aanvullende Richtlijnen Ring Utrecht A27/A12 mei 2011

Landschapsplan Verbreding A2 t Vonderen- Kerensheide (A2VK) Presentatie door Gert Jan Jobse landschapsarchitect Arcadis

^Echt-Susteren. Aan dhr. JTM Cremers Eenbesweg EX Nieuwstadt. Geachte heer Cremers,

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

Startbeslissing. Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Sliedrecht. Capaciteitsverruiming A15 Papendrecht. Datum. Kenmerk IENM/BSK-2015/162912

Elementaire ontwerpen. MIRT-verkenning corridorstudie Amsterdam- Hoorn

Schetsontwerp. Herstructurering Overhoeken I, II en Binnenbaan

Toelichting op vragen over het MER

Tracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011

1. De doorstroming op etmaalniveau op de t Goylaan is in 2017 t.o.v licht verbeterd;

Afrit 38. Maatregel 1.1. Stand van zaken november Dwarsdoorsneden

Uitwerking verkeersonderzoek Olst. Informatieavond. 16 mei 2018

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Landschapsplan. Datum 3 april 2014

Planstudie Ring Utrecht A27/A12 Opbrengstnotitie meedenkbijeenkomsten december Bijlage 2 Aansluiting Utrecht Noord april 2012

Startbeslissing. Verbreding A4 Vlietland N14. Datum 12 september De Minister van Infrastructuur en Milieu, mw. drs. Schultz van Haegen.

Beschrijving gehanteerde verkeersmodel. Analyse verschillen trechteringsfase

Berekeningen effecten maatregelenpakket Zuidoostvleugel

Herinrichting oostelijke aansluiting A27/N629

6.4 DEELGEBIED 4: STEDELIJK GEBIED. ^ President Rooseveltweg. ^ Viaduct van de Hoofdweg. ^ Fietstunneltje onder oprit A16

Bestemmingsplan. Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - Oss bijlage 11 bij toelichting. Onderzoek ontsluiting Vorstengrafdonk december 2008

Verdubbeling N33. Zuidbroek Appingedam

Knelpunten N237. Soestduinen. Amersfoort. Den Dolder. Bilthoven. Groenekan. Huis ter Heide. Soesterberg. De Bilt. Zeist. Utrecht. Austerlitz N237 N221

Bijlage 8 Notitie M.E.R.-toetsing N235 bestemmingsplan Spitsbusbaan

Meedenkbijeenkomsten april 2012 DRIE KEUZES Splitsen en Selecteren

Projectnummer: B Opgesteld door: R.P.I. Groenhof. Ons kenmerk: :0.3. Kopieën aan:

VOORTGANGSOVERZICHT TRACÉWETPROJECTEN (PEILDATUM 31 DECEMBER 2013)

Spoorontsluiting Automotive Terminal Alternatief slanke aansluiting Analyse

MEMO. Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Datum 27 januari 2012 Projectnummer Status Definitief Versie 6

TB A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen

1. Aanleiding NOTITIE VARIANTEN FIETSPAD BERKELSEDIJKJE

: Projectteam N345 Rondweg De Hoven/Zutphen Datum : December 2016 : Nieuwe ontsluiting De Hoven op Kanonsdijk Zaaknummer :

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

VERKEERSTOETS BESTEMMINGSPLAN KOLENBRANDERWEG

1 Inleiding. 2 Interne wegenstructuur. Kerkdriel Noord. Gemeente Maasdriel. Verkeerseffecten woningen fase september 2015 MDL013/Fdf/0074.

Samenvatting Milieueffectrapport

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. ruimtelijke aspecten

Achtergrondrapport Doelbereik

Variantenstudie kruispunt Bernhardweg - Sloeweg

W.815. Onderzoek wegverkeerslawaai ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing van de voorzieningencluster Beek in de gemeente Laarbeek

Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere. I Besluit

Verkeersafwikkeling Oegstgeest a/d Rijn en Frederiksoord Zuid

NIEUWSBULLETIN-04 FEBRUARI 2016

Verkeersafwikkeling nieuw restaurant McDonald s bij de knoop Leiden-West

Onderzoek ontlasten Vlietbruggen. Onderzoeksresultaten. Adviesgroep 10 mei 2016

Ontwerp Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Landschapsplan. Datum 22 november 2013

Aanvullende toelichting over Meest Milieuvriendelijke Alternatief en niet-verbreden van de bak in de A27 bij Ring Utrecht A27/A12

Memo. Concept

VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Tjuchem, november 2018 Verdubbeling N33 Zuidbroek - Appingedam

Meteren-Boxtel. Klankbordgroep Vught - 29 augustus Martijn de Ruiter - ARCADIS. Imagine the result

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Definitief ontwerp Willemskade

Projectscope: Voorkeursvariant dubbele overweg Tongersestraat Boxtel

Notitie / Memo. Verkeerskundige analyse Hillegoms alternatief

Goudappel Cofferig Adviseurs verkeer en vervoer

A13/A16 ROTTERDAM. Toelichting Deelgebied Terbregseveld. Februari 2015

Transcriptie:

Deelrapport Verkeer OTB/MER Structurele verbreding A2 Het Vonderen Kerensheide A2VK TM 06-Rp-09 Datum 17 juli 2017 Status Definitief Versie E

Colofon Uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Zuid-Nederland Informatie ZN-Vonderen-Kerensheide@rws.nl Uitgevoerd door Arcadis Nederland B.V. Datum 17 juni 2017 Status Definitief Versienummer E Pagina 2 van 63

Inhoud Samenvatting... 5 1 Inleiding... 9 1.1 Aanleiding Structurele verbreding A2 Het Vonderen - Kerensheide... 9 1.2 Doelstellingen project... 10 1.3 Opgaven... 10 1.4 Doel MER en deelrapport Verkeer... 11 1.5 Leeswijzer... 11 2 Te onderzoeken situaties... 13 2.1 De referentiesituatie... 13 2.1.1 Huidige situatie... 13 2.1.2 Autonome ontwikkeling... 13 2.2 De structurele verbreding eindsituatie... 14 2.2.1 Hoofdwegennet... 14 2.2.2 Onderliggend wegennet en aansluitingen... 17 2.2.3 Beken, waterhuishouding en faunapassages... 19 2.2.4 Parkway... 20 2.2.5 Leidingen... 21 2.3 De bouwfase tijdelijke situatie... 21 3 Wettelijk en beleidskader... 23 4 Beoordelingskader en werkwijze... 25 4.1 Beoordelingskader MER... 25 4.1.1 Beoordelingskader verkeer... 25 4.1.2 Effectbeoordeling MER... 26 4.1.3 Toekenning scores... 27 4.2 Plan- en studiegebied... 30 4.3 Onderzoeksmethodiek... 33 4.4 Raakvlakken met andere onderzoeken... 33 5 Huidige situatie en autonome ontwikkeling... 35 5.1 Huidige situatie... 35 5.1.1 Mobiliteit... 35 5.1.2 Bereikbaarheid... 36 5.1.3 Betrouwbaarheid... 37 5.2 Referentiesituatie... 38 5.2.1 Mobiliteit... 38 5.2.2 Bereikbaarheid... 39 5.2.3 Betrouwbaarheid... 44 6 Effectenbeschrijving en -beoordeling... 45 6.1 Effecten structurele verbreding A2 eindsituatie... 45 6.1.1 Mobiliteit... 45 6.1.2 Bereikbaarheid... 47 6.1.3 Betrouwbaarheid... 53 6.2 Effecten bouwfase tijdelijke situatie... 53 6.3 Samenvatting van de effectbeoordeling... 54 Pagina 3 van 63

7 Mitigatie en compensatie... 57 7.1 Mitigerende maatregelen...57 7.2 Compenserende maatregelen...57 7.3 Effecten na mitigatie en compensatie...57 8 Toets aan de doelstellingen... 59 9 Leemten en evaluatie... 61 9.1 Leemten in kennis en informatie...61 9.2 Aanzet tot monitoring en evaluatie...61 10 Verklarende woordenlijst... 63 Pagina 4 van 63

Samenvatting Om de effecten van de structurele verbreding van de A2 tussen knooppunten Het Vonderen en Kerensheide op het thema Verkeer in beeld te brengen, is deze deelrapportage opgesteld. De onderzoeksresultaten in dit deelrapport Verkeer zijn op diverse manieren gebruikt: Een bijdrage en onderbouwing bij het Milieueffectrapport (MER). Een bijdrage aan de totstandkoming van het ontwerp A2 Het Vonderen Kerensheide. Mede onderbouwing van het Ontwerptracébesluit (OTB) A2 Structurele verbreding Het Vonderen Kerensheide. Het vaststellen van de wettelijke maatregelen die nodig zijn om het project te kunnen realiseren. Beoordelingskader In deze deelrapportage zijn de effecten onderzocht van de volgende aspecten: Aspect Criterium Wijze van beoordelen (kwantitatief/ kwalitatief) Mobiliteit Verkeersprestatie o.b.v. intensiteit Kwantitatieve analyse Bereikbaarheid I/C-verhoudingen Kwantitatieve analyse Voertuigverliesuren Kwantitatieve analyse Rijsnelheid in de spits Kwantitatieve analyse Reistijdfactor Kwantitatieve analyse Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid reistijd en robuustheid netwerk Kwalitatieve beschrijving Verkeersafwikkeling kruispunten Kwantitatieve analyse Referentiesituatie In de referentiesituatie 2030 rijdt er ongeveer 7% meer verkeer over het traject van de A2 tussen het Vonderen en Kerensheide dan in de huidige situatie. De verhouding tussen intensiteit en capaciteit (I/C-verhouding) neemt hierdoor toe, waardoor deze op enkele wegvakken boven de 0,90 komt (weinig tot geen restcapaciteit). Ondanks de I/C-verhouding van boven 0,90 op sommige wegvakken blijft de snelheid in de spits wel overal boven de 75 km/uur. De reistijdnormen worden overal gehaald op het traject Het Vonderen Kerensheide. Omdat spitsstroken bij pechgevallen (buiten de pechhavens) en bij slecht weer (dichte mist) gesloten worden, is de capaciteit van de spitsstroken niet altijd aanwezig. De schommeling in de beschikbaarheid (en een afgeleid congestiebeeld) leidt tot een situatie waarin de reistijd niet altijd even betrouwbaar en voorspelbaar is. Een belangrijke schakel in het netwerk is hierdoor minder robuust waardoor congestie kan uitstralen naar andere delen in het netwerk. Pagina 5 van 63

Effecten structurele verbreding A2 Onderstaande tabel geeft de effecten weer van de structurele verbreding van de A2. Aspect Criterium Referentie Verbreding A2 Mobiliteit Verkeersprestatie o.b.v. intensiteiten 0 0 Bereikbaarheid I/C-verhoudingen 0 + Voertuigverliesuren 0 0 Rijsnelheid in de spitsen 0 + Reistijdfactor 0 0 Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid reistijd en robuustheid netwerk 0 + Verkeersafwikkeling kruispunten 0 0 Mobiliteit De vaste derde rijstrook biedt een beetje meer capaciteit dan de spitsstrook. Hierdoor wordt iets meer verkeer aangetrokken. Dit is een toename van circa 2% op het traject A2 tussen Het Vonderen en Kerensheide ten opzichte van de autonome ontwikkeling. In totaal wordt er in Limburg hierdoor iets meer over het hoofdwegennet (HWN) gereden, de verkeersprestatie neemt licht toe (+0,4%). Op het onderliggend wegennet (OWN) wordt iets minder gereden, de verkeersprestatie neemt licht af (-0,1%). Het verkeer verschuift dus licht van het OWN naar het HWN. De structurele verbreding van de A2 tussen Het Vonderen en Kerensheide leidt tot een kleine toename van verkeer, maar de effecten in de totale verkeersprestatie zijn beperkt. Dit effect is neutraal beoordeeld. Bereikbaarheid Het nieuwe ontwerp leidt vooral op de verbindingsweg in knooppunt Het Vonderen tussen de A73 en de A2 tot een betere situatie. De afstreping van 2 naar 1 rijstrook is vanwege de vaste extra rijstrook niet meer nodig, waardoor verkeer beter doorstroomt. De toevoeging van extra capaciteit op het hele traject leidt tot een toename van de gemiddelde snelheid. Ten opzichte van de referentiesituatie neemt de reistijdfactor iets af op het traject A2 Het Vonderen Kerensheide, wat een positief effect is. De structurele verbreding A2 voldoet aan de norm, dat was in de referentiesituatie ook het geval. Vanwege de structurele verbreding van de A2 gaat de gemiddelde snelheid in de spitsen omhoog met 10% (score + ). De reistijdfactoren op het NoMo-trajecten tussen Het Vonderen en Kerensheide en omliggende trajecten blijven gelijk (score 0 ). De voertuigverliesuren in het gehele studiegebied (Limburg) nemen licht toe ten opzichte van de referentiesituatie met 3,7% en scoort hiermee een 0. Betrouwbaarheid De beschikbaarheid van de vaste derde rijstrook is dus groter dan bij een spitsstrook waardoor incidenten en slecht weer minder snel zullen leiden tot grote verstoringen in de reistijd. Het netwerk is robuuster en de reistijd wordt betrouwbaarder. De vaste derde rijstrook leidt tot een robuuster netwerk (score + ). Effecten tijdens de bouw Tijdens de bouw wordt er gewerkt met versmalde rijstroken en een lagere maximumsnelheid (90 km/uur). De capaciteit van de weg neemt hierdoor af, waardoor bij een gelijkblijvend verkeersaanbod de I/C waarde zal toenemen waarmee de kans op verstoringen groter wordt. Pagina 6 van 63

Mitigatie en compensatie Tijdens de bouw kan geprobeerd worden door met een Spitsmijden project verkeer via een andere modaliteit of op een ander tijdstip van de dag te laten reizen. De piekbelasting van de weg wordt hiermee lager, waardoor een verlaagde capaciteit van de weg tijdens de bouw minder snel zal leiden tot grotere verstoringen in het verkeersbeeld. Pagina 7 van 63

Pagina 8 van 63

1 Inleiding Op het traject van de A2 tussen knooppunten Het Vonderen en Kerensheide wordt de huidige 2x2 met spitsstroken opgewaardeerd naar 2x3 volwaardige rijstroken met vluchtstrook. Het project bestaat op hoofdlijnen uit: de structurele verbreding; het verhogen van de maximumsnelheid ter hoogte van aansluiting Urmond; het behouden, vernieuwen en amoveren van diverse kunstwerken; het creëren van meerwaarde door de realisatie van faunapassages en bypass Geleenbeek; de landschappelijke inpassing in de vorm van een Parkway. 1.1 Aanleiding Structurele verbreding A2 Het Vonderen - Kerensheide De A2 loopt vanaf Amsterdam, via Maastricht naar de grens met België. Deze snelweg is de enige corridor die Limburg, het oostelijk deel van Noord-Brabant, Utrecht en de noordelijke Randstad met elkaar verbindt. Internationaal verbindt de A2 een aantal belangrijke economische kerngebieden. Dit maakt het wegvak Het Vonderen Kerensheide van belang voor de bereikbaarheid en ontsluiting op internationaal, nationaal en regionaal niveau. Het hoofdwegennet in de regio werkt als een flessenhals in noord-zuid richting, met de A2 als enige noord-zuid verbinding op autosnelwegniveau. Figuur 1-1 Tracé Het Vonderen - Kerensheide als onderdeel van de A2 Het traject kent nu twee rijstroken en een spitsstrook per rijrichting. De realisatie van de spitsstroken in 2010/2011 zorgde voor een tussenoplossing voor het wegnemen van een capaciteitsgebrek dat een structureel congestieprobleem veroorzaakte op voornoemd traject. Spitsstroken zijn gevoelig voor verstoringen. De extra capaciteit is niet beschikbaar bij incidenten (ongeluk/pechgeval) en slechte weersomstandigheden. Pagina 9 van 63

Dit maakt het hoofdwegennetwerk, gezien de bijzondere positie van het wegvak Het Vonderen Kerensheide als enige noord-zuidverbinding op autosnelwegniveau, onvoldoende robuust. In 2012 hebben de gedeputeerde van de provincie Limburg en de minister van Infrastructuur en Milieu een overeenkomst gesloten om te komen tot een structurele verbreding van de weg. Op 16 mei 2013 heeft de minister de startbeslissing genomen voor het project Structurele verbreding A2 Het Vonderen Kerensheide. Op basis van de startbeslissing is de planuitwerking van de voorkeursoplossing gestart en vastgelegd in het Ontwerptracébesluit Structurele verbreding A2 Het Vonderen Kerensheide. 1.2 Doelstellingen project Gezien de bijzondere positie van het wegvak Het Vonderen Kerensheide is er een nadrukkelijke opgave om dit wegvak voldoende robuust te maken. De hoofddoelstelling voor dit project luidt: Verbeteren van de robuustheid van het netwerk. Hiertoe wordt de huidige 2x2 met spitstroken opgewaardeerd naar 2x3 volwaardige rijstroken inclusief de realisatie van vluchtstroken. Door het opwaarderen van de spitsstroken naar volwaardige rijstroken met vluchtstrook, zijn ook andere problemen, gerelateerd aan de spitsstroken op het wegvak Het Vonderen - Kerensheide op te lossen. De nevendoelstellingen luiden als volgt: Verbeteren van de verkeersveiligheid op het traject Het Vonderen Kerensheide; Verkeersvraag beter accommoderen; Sluipverkeer neemt af; De economische ontwikkeling wordt gestimuleerd. Het plangebied van het project loopt aan beide zijden langs de A2 van knooppunt Het Vonderen naar knooppunt Kerensheide. Een deel van de boog van de A73 (aansluiting op de A2) bij knooppunt Het Vonderen maakt ook deel uit van het plangebied. Knooppunt Kerensheide is recent uitgebreid en maakt geen deel uit van het project. 1.3 Opgaven Belangrijke opgaven voor het project betreffen meerwaardecreatie en landschappelijke inpassing. Meerwaardecreatie met meekoppelprojecten De structurele verbreding van de A2 maakt deel uit van het Programma Meerwaardecreatie NederLandBovenWater 2014-2015. De intentie achter meerwaardecreatie is het creëren van win-winsituaties door projecten aan elkaar te koppelen. Bij het verbreden van de A2 wordt meerwaarde gecreëerd door maatregelen uit de volgende meekoppelprojecten op te nemen: Corridor Geleenbeek in combinatie met ontsnipperingsmaatregel MJPO 1 LI-17 Echt-Susteren. Dit omvat een samenhangend pakket aan maatregelen voor ontsnippering van natuur en verbetering van de waterhuishouding. Ontsnipperingsmaatregel MJPO LI-18 IJzerenbosch/Graetheide. Dit betreft een maatregel voor ontsnippering van natuur. Concreet betekent dit dat de twee meekoppelprojecten zijn onderzocht in het MER en opgenomen in het ontwerptracébesluit. 1 MJPO: Meerjarenprogramma Ontsnippering Pagina 10 van 63

Landschappelijke inpassing met parkway De verbrede A2 wordt ingericht als parkway. De parkway is een integraal onderdeel van het ontwerp en vormt de (wettelijk verplichte) landschappelijke inpassing van de rijksweg met voorzieningen (conform de Tracéwet). De parkway combineert verschillende functies, zoals mitigerende en compenserende maatregelen voor water, geluid en natuur. Zo is binnen de parkway bijvoorbeeld de landschappelijke inpassing van de geluidschermen voorzien. 1.4 Doel MER en deelrapport Verkeer Het MER Structurele verbreding A2 Het Vonderen Kerensheide levert de benodigde milieu-informatie op voor het Tracébesluit Structurele verbreding A2 Het Vonderen Kerensheide. Dit deelrapport voor het thema verkeer is een integraal onderdeel van het MER. De m.e.r.-procedure heeft tot doel om het milieu volwaardig mee te nemen bij de afweging en besluitvorming over projecten die belangrijke nadelige gevolgen kunnen hebben voor de (leef)omgeving. Een m.e.r.-procedure is geen doel op zich, maar is altijd gekoppeld aan het vaststellen van een plan of het nemen van een concreet besluit. Het doel van het onderzoek naar het thema verkeer is het in beeld brengen van de effecten op verkeer, het toetsen aan de doelstellingen van het project en het uitwerken en onderbouwen van maatregelen die in het ontwerp moeten worden opgenomen. 1.5 Leeswijzer In dit deelrapport zijn de volgende onderdelen opgenomen. Hoofdstuk 2 Beschrijving van de te onderzoeken situaties. Hierbij wordt ingegaan op de referentiesituatie en de situatie na verbreding van de A2. Ook komt de bouwfase (de tijdelijke situatie) aan bod. Hoofdstuk 3 Beschrijving van de van toepassing zijnde wettelijke en beleidskaders. Hoofdstuk 4 Beschrijving van het beoordelingskader en de werkwijze om de effecten van de structurele verbreding in beeld te brengen. Hoofdstuk 5 Beschrijving van de huidige situatie en de autonome ontwikkeling. Hoofdstuk 6 Beschrijving van de permanente effecten van de structurele verbreding van de A2 en de tijdelijke effecten die optreden tijdens de bouwfase. Hoofdstuk 7 Beschrijving van de mitigerende en compenserende maatregelen en de effecten na het treffen van deze maatregelen. Hoofdstuk 8 De toetsing aan de projectdoelstellingen. Hoofdstuk 9 Beschrijving van de leemten in kennis en een aanzet voor de evaluatie. Hoofdstuk 10 Verklarende woordenlijst. Pagina 11 van 63

Pagina 12 van 63

2 Te onderzoeken situaties 2.1 De referentiesituatie De (milieu)gevolgen van de structurele verbreding van het traject tussen de knooppunten Het Vonderen en Kerensheide op de A2 worden in het MER vergeleken met de referentiesituatie. Dit is de situatie die in 2030 ontstaat als het voorgenomen project niet zou worden gerealiseerd. Het betreft de huidige situatie aangevuld met autonome ontwikkelingen. Autonome ontwikkelingen zijn infrastructurele en ruimtelijke plannen waarover ten aanzien van de uitvoering op dit moment (peildatum 1-1-2017) al een besluit is genomen. In deze paragraaf wordt ingegaan op de huidige situatie en de autonome ontwikkelingen. 2.1.1 Huidige situatie In de huidige situatie (peildatum 1-1-2017) bestaat de A2 tussen de knooppunten Het Vonderen en Kerensheide uit 2x2 rijstroken met een vluchtstrook die wordt ingezet als spitsstrook op beide rijbanen. De maximumsnelheid op het tracé bedraagt 130 km/u op het traject Het Vonderen aansluiting Urmond (bij gesloten spitsstroken) en 120 km/u op het traject aansluiting Urmond knooppunt Kerensheide. In de situatie dat de spitsstroken in gebruik zijn geldt een maximumsnelheid van 100 km/u. Het tracé bevat diverse kunstwerken, zoals viaducten en onderdoorgangen, voor kruisende wegen en watergangen. In het noorden ligt de aansluiting van de A2 met de A73 richting Venlo; knooppunt Het Vonderen. Vanuit hier loopt de A2 langs de bedrijventerreinen Businesspark Midden-Limburg, de Berk en De Loop ter hoogte van de stadsrand van Echt. Ten zuiden van Echt ligt de A2 parallel aan het Julianakanaal voordat deze bij de kern Oud-Roosteren een ruime bocht maakt richting bedrijventerrein Holtum-Noord, langs VDL Nedcar en de kernen Holtum en Born. Aansluitend ligt de A2 geruime tijd in landelijk gebied voordat de A2 ter de hoogte van DSM/Chemelot en de kernen Urmond en Stein aantakt op de A76 richting België en Duitsland. De A2 gaat ten zuiden van het knooppunt Kerensheide verder richting Maastricht. 2.1.2 Autonome ontwikkeling Bij de beschrijving van de autonome ontwikkelingen tot 2030 wordt een onderscheid gemaakt tussen ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen. Ruimtelijke ontwikkelingen Tot het referentiejaar 2030 zijn onder andere de volgende ruimtelijke ontwikkelingen 2 voorzien: Holtum-Noord: doorontwikkeling bedrijventerrein in het segment multimodale logistiek. Bedrijventerrein Midden-Limburg: doorontwikkeling bedrijventerrein in het segment logistiek, transport, distributie en modern gemengd, waaronder distributiecentrum Action. Aldenhof Marcus Aurelius (Born): 9 nieuwe woningen. Urmond/Bramert-Noord: 400 nieuwe woningen. Louisegroeveweg (Urmond): 6 nieuwe woningen. 2 Naast de vermelde ruimtelijke ontwikkelingen wordt rekening gehouden met de groei van arbeidsplaatsen bij VDL Nedcar, DSM/Chemelot/Sabic en Aviation Valley (Maastricht Aachen Airport). Pagina 13 van 63

Infrastructurele ontwikkelingen Tot het referentiejaar 2030 zijn de volgende infrastructurele ontwikkelingen voorzien: N294/afrit Urmond: de afrit van westelijke rijbaan van de A2 op de N294 bij Urmond wordt gewijzigd. Het toevoegen van een extra rijstrook (linksaf) is naar verwachting in 2017 gereed. N280-West: oplossen van knelpunten op het huidige tracé van de N280 deel Weert-Roermond. Buitenring Parkstad Limburg: ringweg rondom de stadsregio Parkstad Limburg. De autoweg bestaat uit 2x2 rijstroken, grotendeels 100 km/u. Samen met de aanleg van de Buitenring worden ook de provinciale wegen N298, N299 en N300 aangepakt. De Buitenring wordt naar verwachting vanaf 2018 in gebruik genomen. B56n: de B56n is het Duitse deel van de N297. De weg verbindt de Duitse Autobahn A46 met de A2 bij Born. Het tracé vanaf de A2 tot Vinteln (Duitsland) is gereed. De aanleg van het laatste deel van het tracé (circa 8 kilometer) in Duitsland tot aan de A46 is recent afgerond waarna de weg in mei 2017 in gebruik is genomen. N276: de N276 verbindt Brunssum met Sittard. Drie knelpunten op deze weg worden aangepakt, waaronder de kruising met de Dr. Nolenslaan. Deze kruising is recent omgebouwd naar een ongelijkvloerse kruising.. 2.2 De structurele verbreding eindsituatie De eindsituatie na de structurele verbreding van de A2 is in deze paragraaf op hoofdlijnen beschreven. Ingegaan wordt op het hoofdwegennet (HWN), onderliggend wegennet (OWN), waterhuishouding, faunapassages en de landschappelijke inpassing in de eindsituatie. Figuur 2-3 toont de principes van de verbreding van de A2 op hoofdlijnen en is ondersteunend aan de tekst. 2.2.1 Hoofdwegennet (A)symmetrische verbreding Er is zowel sprake van symmetrische verbreding als van verschuiving van de as naar het oosten als naar het westen bij asymmetrische verbreding (zie figuur 2-2). Bij benadering gaat het om: symmetrische verbreding: - knooppunt het Vonderen aansluiting Echt. - aansluiting Roosteren. - aansluiting Urmond. asymmetrische verbreding met uitbreiding naar het oosten: - aansluiting Echt aansluiting Roosteren. - aansluiting Roosteren verzorgingsplaats (VZP) Swentibold. asymmetrische verbreding met uitbreiding naar het westen: - verzorgingsplaats Swentibold. Figuur 2-2 (a)symmetrische verbreding Pagina 14 van 63

Figuur 2-3 Schematische weergave structurele verbreding A2 Het Vonderen - Kerensheide Pagina 15 van 63

Rijstroken en weefvakken Bij de structurele verbreding van de A2 wordt de huidige 2x2 met spitsstrook omgebouwd tot 2x3 met vluchtstrook. Bij knooppunt Het Vonderen vervalt de afstreping van twee naar één rijstroken op de verbindingsboog van de A73 naar de A2. Twee rijstroken van de A73 voegen samen met twee rijstroken van de A2 tot vier rijstroken. De situatie met vier rijstroken op de westelijke rijbaan (richting Maastricht) eindigt na de afrit van aansluiting Echt. Op de volgende locaties wordt een weefvak toegepast: westelijke rijbaan tussen aansluiting Roosteren en verzorgingsplaats t Anker. westelijke rijbaan tussen t Anker en aansluiting Born. oostelijke rijbaan tussen aansluiting Echt en verzorgingsplaats Bosserhof. oostelijke rijbaan tussen Bosserhof en knooppunt Het Vonderen. Basisdwarsprofiel Het basisdwarsprofiel is hieronder schematisch weergegeven. Op hoofdlijnen bestaat dit profiel uit: Rijbanen met middenberm en vluchtstroken (34,6 meter). Obstakelvrije ruimte (13 meter weerszijde, inclusief vluchtstrook). Parkway (15 meter weerszijde), zie paragraaf 2.2.4. Figuur 2-4 Schematische weergave basisdwarsprofiel A2 Het basisdwarsprofiel heeft een breedte van ruim 82 meter. Over vrijwel het gehele traject is dit realiseerbaar behalve op enkele locaties. In de stadsrand van Echt bijvoorbeeld, maar ook op andere locaties en bij kunstwerken is dit vanwege beperkte ruimte niet inpasbaar en wordt een smaller profiel gehanteerd. Onder meer door toepassing van geleiderails, smallere Parkway-zone en keerwanden. Het profiel is breder in situaties waarbij het onderliggend wegennet en/of beken worden verlegd. Maximumsnelheid De maximumsnelheid over het gehele traject bedraagt 130 km/u. Vanaf 5 februari 2016 geldt op het gedeelte van de A2 tussen knooppunt Het Vonderen (km 221.5) en aansluiting Urmond (km 237.9) een maximumsnelheid van 130 km/u (bij gesloten spitsstroken). Voor de A2 bij aansluiting Urmond (km 237.9-239.23) maakt de verhoging van de maximumsnelheid van 120 naar 130 km/u deel uit van het OTB/MER voor het project Structurele verbreding A2 Het Vonderen Kerensheide (zie figuur 2-5). Figuur 2-5 Maximum snelheid Pagina 16 van 63

Kunstwerken Het tracé van de A2 bevat diverse kunstwerken voor kruisende wegen en watergangen. Onderstaande tabel geeft aan welke kunstwerken behouden blijven, nieuw worden gebouwd of vervallen. Behouden Nieuw bouwen Vervallen KW 1 Kleine Heide (viaduct) KW 3 Slagmolen (viaduct)* KW 9 Holtum (onderdoorgang) KW 2 Klein Berkelaar (viaduct) KW 4 Havenweg (onderdoorgang) KW 15 Maasbaan (viaduct) KW 5C Sifon Julianakanaal KW 5 Groenbeek (onderdoorgang) KW 6 Roosteren (viaduct) KW 5A Faunapassage Geleenbeek (onderdoorgang)** KW 7 Holtum-Noordweg (viaduct) KW 5B Ecoduiker Julianakanaal** KW 8 Gebroek (viaduct) KW 10 Wolfrath (onderdoorgang) KW 11 Koning Swentibold (viaduct) KW 12 t Rooth (viaduct) KW13 Grasbroek (onderdoorgang) KW14 Den Uil (onderdoorgang)*** KW16 Graetheide (viaduct) KW17 Waelschenheuvel (onderdoorgang) * Kunstwerk 3 Slagmolen is in de eindsituatie alleen toegankelijk voor voetgangers en fietsers. ** Kunstwerk 5A faunapassage Geleenbeek en kunstwerk 5B ecoduiker Julianakanaal zijn in de huidige situatie niet aanwezig en betreffen nieuwe kunstwerken. Deze liggen in elkaars verlengde en worden gerealiseerd in het kader van meerwaardecreatie (Corridor Geleenbeek (LI-17)). *** Kunstwerk Den Uil (KW 14) wordt mede uitgevoerd als een faunapassage in het kader van meerwaardecreatie (LI-18). Tabel 2-1 Overzicht kunstwerken (KW) Met het vervallen van twee kunstwerken (KW 9 Holtum en KW 15 Maasbaan) vervallen eveneens twee dwarsverbindingen. Paragraaf 2.2.2 beschrijft de maatregelen die hiervoor op het OWN worden getroffen. Daarnaast is KW 3 Slagmolen in de eindsituatie alleen nog toegankelijk voor voetgangers en fietsers en vervalt voor gemotoriseerd verkeer. Verzorgingsplaatsen De drie aan het tracé gelegen verzorgingsplaatsen (Bosserhof, t Anker en Swentibold) wijzigen niet qua locatie. De toe- en afritten worden aangepast. Voor verzorgingsplaats Swentibold wordt een kwaliteitsslag gemaakt. Het aantal parkeerplaatsen voor vrachtwagens en personenauto s neemt hierbij toe. 2.2.2 Onderliggend wegennet en aansluitingen De aansluitingen op het OWN zijn in tabel 2-2 opgenomen. Overwegend blijven de kruispuntvormen met het OWN gehandhaafd, met uitzondering van aansluiting Roosteren. Van de oostelijke rijbaan verschuift de aansluiting naar het noorden en de huidige verkeersregelinstallatie (VRI, kruising met de Holtum-Noordweg) wordt vervangen door een rotonde. Waar door asymmetrische verbreding de A2 verschuift, verschuiven de aansluitingen en kruisingen met het onderliggend wegennet eveneens mee. Dit is het geval bij aansluitingen Roosteren en Born. Pagina 17 van 63

Aansluiting Vorm Kruispuntvorm OWN Wijzigingen kruispunt 45 Echt Haarlemmermeer Rotonde Geen wijzigingen. Rotondes blijven gehandhaafd. 46 Roosteren Haarlemmermeer Rotonde Rijbaan oost: verschuiving en toepassing rotonde 47 Born Haarlemmermeer VRI Rijbaan oost: oostelijke verschuiving kruisingsvlak OWN 48 Urmond Haarlemmermeer VRI Geen wijzigingen. VRI s blijven gehandhaafd. Tabel 2-2 Aansluitingen en kruispuntvormen OWN Door de verbreding van de rijksweg worden verschillende wegen van het onderliggend wegennet gewijzigd. Dit zijn enerzijds wegen welke parallel aan de A2 liggen. Deze wegen worden met dezelfde functionaliteit teruggebracht, parallel aan de A2. Anderzijds betreft het kruisende wegen die aan het nieuwe ontwerp van de A2 worden aangepast. Te wijzigen parallelwegen OWN Te wijzigen kruisende wegen OWN Klein Berkelaar/Meijsendaalsweg/Oude Aasterbergerweg Stevensweerterweg Oude Lakerweg Slagmolen Bellekeweg Holtum-Noordweg Baakhoven/Kamer, inclusief de aansluitingen op de Gebroekweg Gebroekweg, Körbusweg, Scheidstraat, Elzenbroekerweg Dr. Hub van Doorneweg Holtummerweg/Gouverneur G. Ruijs de Beerenbroucklaan Langereweg, incl de aansluiting op de N297/Aldenhofweg Steenakkerweg Rijstraat Steenakkerweg/Langs de Houdtstraat Bornerheidepad Sittarderweg Oude Postbaan Rothweg/Schutterskampweg, incl. de kruising met de Heiveldweg Oude Baan Bergerweg Sacramentsweg - Tabel 2-3 Wijzigingen onderliggend wegennet Ook worden er nieuwe verbindingen toegevoegd. Dit in verband met de twee te vervallen dwarsverbindingen. Dit betreft: Fiets/wandelpad aan de westzijde van de A2 bij Holtum tussen de te vervallen onderdoorgang Holtum (KW 9) en de Holtummerweg. Dit pad is tevens toegankelijk voor lokaal landbouwverkeer. Swentiboldweg. Een nieuwe erftoegangsweg vanaf het te verwijderen viaduct Maasbaan (KW 15) naar de Bergerweg (aan de oostzijde, parallel aan de A2). Tussen de A2 en de nieuwe Swentiboldweg wordt een voetpad gerealiseerd binnen de parkwayzone. Pagina 18 van 63

2.2.3 Beken, waterhuishouding en faunapassages Te verleggen beken Door de verbreding van de rijksweg zijn er twee beken in beheer van het waterschap Limburg die verlegd moeten worden. Het te verleggen deel van de beken komt parallel aan de weg te lopen. Het gaat hierbij om de volgende beken: Middelsgraaf (km 225.8 226.2). Het verleggen van de Middelsgraaf maakt deel uit van de Corridor Geleenbeek (LI-17) (zie hieronder). Geleenbeek (km 229.3 230.9). Kruisende waterlopen blijven bij de verbreding intact, bijvoorbeeld door het vervangen van een duiker. Waterhuishouding De afwatering van de weg gebeurt in principe door het afstromend wegwater in een greppel te laten infiltreren. Vervuiling in het wegwater wordt afgevangen via een bufferende berm. Wanneer een greppel niet mogelijk is, wordt gewerkt met kolken, riolering en bergingsgebieden. De afwatering is uitgewerkt in het waterhuishoudkundig plan (Deelrapport Water, hoofdstuk 5), waarin ook maatregelen zijn opgenomen voor de realisatiefase. Corridor Geleenbeek (LI-17) Net ten zuiden van de huidige kruising van de Geleenbeek met de A2 (KW 5) en het Julianakanaal (KW 5C) wordt een bypass gerealiseerd. Deze bypass van de Geleenbeek wordt bij de kruising van de A2 uitgevoerd als faunapassage met nat element (KW 5A) en bij de kruising van het Julianakanaal als faunapassage in de vorm van een ecoduiker met doorlopende oever (KW 5B), zie figuur 2-6. Dit in het kader van de verbetering van de waterhuishouding en de ontsnippering van de ecologische verbinding LI-17 Echt Susteren uit het Meerjarenprogramma Ontsnippering. De Middelsgraaf moet door de verbreding van de A2 naar het oosten worden verlegd en sluit aan op de Geleenbeek iets ten noorden van de bypass. Tot slot wordt de Molenbeek Echt gevoed met water uit de Geleenbeek via een persleiding. Geleenbeek Mid dels graa f Bypass Geleenbeek KW 5C KW 5 KW 5B KW 5A Figuur 2-6 Visualisatie Corridor Geleenbeek (LI-17) Pagina 19 van 63

Faunapassage Den Uil (LI-18) De ecologische oost-west verbinding LI-18 verbindt de Grensmaas met de waardevolle beekdalen en natuurgebieden bij Susteren en Nieuwstadt. Tussen Graetheide en Guttecoven is één van de weinige onderlangse kruisingen van de A2 mogelijk via de onderdoorgang Den Uil (KW 14). Deze onderdoorgang wordt vervangen en geschikt gemaakt voor doelsoorten als ree, bunzing, hermelijn, das, wezel, boommarter en wilde kat. De onderdoorgang blijft daarnaast functioneel als dwarsverbinding voor (langzaam) verkeer, zie figuur 2-7. Figuur 2-7 Visualisatie faunapassage Den Uil (LI-18) 2.2.4 Parkway De Parkway heeft als doel om de A2 zodanig in te passen dat vanaf de snelweg een continue, parkachtige beleving ontstaat, die voortkomt uit de kenmerkende afwisseling van het Limburgse landschap. Daartoe worden drie verschillende typen Parkway gehanteerd: Dichte Parkway; een zone met bomen en struiken om de weg af te schermen van de omgeving (en vice versa). Transparante Parkway; een zone met solitaire bomen, groepen bomen en kruidenrijke vegetatie, met het oogmerk aan te sluiten op het (half-) open landschap en het zicht hierop te behouden. Open Parkway; een zone met kruidenrijke vegetatie die aansluit op het open landschap. Figuur 2-8 Schematische weergave inpassing met Parkway (links dichte Parkway, rechts transparante Parkway), eindbeeld na 30 jaar De A2 ligt zowel verhoogd als verdiept in de omgeving en slechts incidenteel op maaiveld. De helling van het talud varieert afhankelijk van het type parkway. Kunstwerken, geluidschermen en grondkeringen maken deel uit van de parkway door het toepassen van (getrapte) schanskorven en het zogenaamde trekvogelmotief. Geluidmaatregelen worden bij voorkeur uitgevoerd als geluidwal. Pagina 20 van 63

Deze en andere uitgangspunten voor de landschappelijke inpassing zijn nader toegelicht in het Landschapsplan. Het Landschapsplan omvat de nadere uitwerking van de landschappelijke inpassing, waarbij verschillende mitigerende en compenserende maatregelen een passende plek binnen de Parkway hebben gekregen. 2.2.5 Leidingen De verbreding van de A2 tussen Het Vonderen en Kerensheide vindt plaats op een plek waar zich leidingen onder de grond bevinden. De leidingen van Gasunie (transport aardgas) en PPS (transport brandstof (nafta en etheen)) moeten over delen van het tracé worden verlegd. Het verleggen van deze leidingen is onderdeel van het OTB. De leidingen welke parallel aan de A2 worden verlegd, zijn zo veel mogelijk buiten en aan de buitenkant van de parkway-zone gelegd. 2.3 De bouwfase tijdelijke situatie De bouwfase betreft de periode 2022 2025 waarin de structurele verbreding, zoals hierboven beschreven, wordt gerealiseerd. Gedurende de bouwfase zijn in beide rijrichtingen altijd drie rijstroken beschikbaar. De maximumsnelheid wordt verlaagd en bedraagt 90 km/u. De fasering van de werkzaamheden is op de delen waar asymmetrisch wordt verbreed eenvoudiger dan op de wegdelen waar de huidige as wordt aangehouden (zie kadertekst hieronder). Voor beide situaties geldt echter dat er geen extra ruimte nodig is buiten de begrenzing van het (ontwerp)tracébesluit. Tijdens de uitvoering zal een aannemer tijdelijke werkterreinen inrichten binnen deze begrenzing. Specifiek voor de bouwfase is er een tijdelijk werkterrein opgenomen binnen de OTB-grens. Dit betreft de ruimte ten oosten van de A2 tussen de afrit van aansluiting Roosteren en de Holtum-Noordweg. Na realisatie wordt het terrein weer in oorspronkelijke staat teruggebracht. Principe fasering asymmetrische en symmetrische verbreding Op hoofdlijnen wordt bij symmetrische verbreding eerst extra verharding aangebracht aan de zijkanten. Aangezien de totale verharding dient te worden vervangen, wordt daarna per rijbaan de binnenste rijkstroken voorzien van een nieuwe verharding. In deze situatie worden rijstroken versmald en worden tijdelijk vier of vijf van de zes rijstroken op één rijbaan gerealiseerd wanneer wordt gewerkt aan de andere rijbaan. Bij de asymmetrische verbreding wordt de nieuwe rijbaan naast de bestaande rijbanen gebouwd, waarmee de as van de weg ook verschuift. Hierdoor zijn tijdens de uitvoering altijd twee rijbanen met ieder drie rijstroken beschikbaar. Tijdens de bouw blijven aansluitingen als het onderliggend wegennet zoveel mogelijk functioneel. Incidenteel zal er sprake zijn van weekendafsluitingen van aansluitingen. Uitzondering zijn de kunstwerken Slagmolen (KW 3), Gebroek (KW 8) en t Rooth (KW 12). Deze kunstwerken worden eerst gesloopt om op dezelfde locatie te worden teruggebouwd. Hierdoor zullen de kunstwerken naar verwachting enkele maanden niet beschikbaar zijn als dwarsverbinding. Ten aanzien van de duiker in het Julianakanaal (KW 5B) zal er naar verwachting sprake zijn van beperkte beschikbaarheid van deze vaarweg voor de scheepvaart tijdens de plaatsing van de duiker. Pagina 21 van 63

Rijkswaterstaat heeft nog geen uitvoerende partij gecontracteerd. Dit betekent dat de exacte uitvoeringswijze daarom op dit moment nog niet bekend is. Om de aannemer ruimte te geven om een eigen invulling te geven aan de uitvoeringswijze, zal in het contract een bepaalde mate van vrijheid worden opgenomen. Deze vrijheid zal in ieder geval niet strijdig zijn met het OTB. Figuur 2-9 Locatie tijdelijk werkterrein Pagina 22 van 63

3 Wettelijk en beleidskader Tabel 3-4 geeft een overzicht van het beleidskader dat van toepassing is voor het thema Verkeer. Na de tabel volgt een toelichting. Beleidskader (Inter)nationaal Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT), 2008 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), 2012 Regionaal Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) en het Provinciaal Verkeers- en Vervoersprogramma (PVVp), 2014 Lokaal Mobiliteitsplan Gemeente Sittard- Geleen, 2013 Structuurvisie gemeente Echt- Susteren (2012) Tabel 3-4 Beleidskader Relevantie voor A2 Het Vonderen - Kerensheide Met ingang 2008 verschijnt er jaarlijks een Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). In 2013 is de startbeslissing voor de MIRT verkenning A2 t Vonderen Kerensheide genomen en is het project op de MIRT agenda verschenen. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) beschrijft het ruimtelijk beleid op rijksniveau. De nota vervangt verschillende bestaande nota's zoals: de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit. Het PVV is een deeluitwerking van het POL. Beide zijn tegelijkertijd vastgesteld (2014) waarmee het mobiliteitsbeleid tussen alle provinciale beleidssectoren is afgestemd. Hierin wordt de afspraak tussen het Rijk en de provincie genoemd voor de structurele verbreding van de A2 naar 2x3 rijstroken. Het mobiliteitsplan geeft invulling van de structuurvisie (2010) en het Mobiliteitsbeeld (2012). In het mobiliteitsplan staat het project Structurele verbreding A2 Het Vonderen Kerensheide genoemd als structuurversterkend project op het gebied van de hoofdinfrastructuur. De visie geeft op hoofdlijnen de gewenste ruimtelijke ontwikkelingsrichting aan voor de gemeente Echt-Susteren. Aangezien de opwaardering van de A2 betrekking heeft op een bestaande lijn, wordt deze ondersteund. In het buitengebied wordt bij deze (her)inrichting van bestaande doorsnijdingen waar mogelijk gestreefd naar maximale landschappelijke inpassing. Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) Doel van het MIRT is om op landelijke niveau meer samenhang te brengen in investeringen in grote ruimtelijke projecten, infrastructuur en (openbaar) vervoer. Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) De SVIR geeft een integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de SVIR formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028): Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijke economische structuur van Nederland. Het verbeteren, instandhouden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat. Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Pagina 23 van 63

Bereikbaarheid over de weg De streefwaarde voor het hoofdwegennet is dat de gemiddelde reistijd op snelwegen tussen de steden in de spits maximaal anderhalf keer zo lang is als de reistijd buiten de spits. Op snelwegen rond de steden en niet-autosnelwegen die onderdeel zijn van het hoofdwegennet is de gemiddelde reistijd in de spits maximaal twee keer zo lang als de reistijd buiten de spits. Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) en Provinciaal Verkeers- en Vervoersprogramma (PVVp), 2014 Het POL heeft de wettelijke functie van een ruimtelijke structuurvisie, provinciaal milieubeleidsplan, regionaal waterplan en provinciaal verkeers- en vervoersplan. Het PVVp is een geactualiseerde programmatische uitwerking van het POL voor het onderdeel verkeer en vervoer. Het vastgestelde POL is het resultaat van een intensief samenwerkingsproces met de Limburgse gemeenten en partners. Mobiliteitsplan Gemeente Sittard-Geleen, 2013 In de Structuurvisie en het daarvan afgeleide Mobiliteitsbeeld, heeft de gemeente Sittard-Geleen aangegeven hoe de stad zich heeft ontwikkeld. Het Mobiliteitsbeeld schetst hierbij de verwachte ontwikkelingen, welke maatregelen reeds zijn genomen en gepland en het eindbeeld in 2025-2030. Het mobiliteitsplan geeft de verdere invulling hiervan. Het wordt gezien als: 1. Een actueel overzicht van de stand van zaken op het gebied van mobiliteit. 2. Een accurate beschrijving van de verwachte en gewenste ontwikkelingen. 3. Een onderbouwde afweging van de verschillende maatregelen die we willen en moeten nemen om de gewenste ontwikkeling te bereiken. 4. Een gedetailleerd uitwerkingsprogramma van die maatregelen. 5. Een instrument om ook in de toekomst te monitoren, te evalueren en bij te stellen. Structuurvisie gemeente Echt-Susteren (2012) In de structuurvisie wordt de doelstelling van een goede doorstroming van goederen en personen, met name rond de (te ontwikkelen) woon- en werklocaties beschreven. Er worden geen nieuwe doorsnijdingen van het landschap voor snelverkeer voorzien. Wel zal de kwaliteit van de bestaande wegen waar nodig verbeterd worden. Pagina 24 van 63

4 Beoordelingskader en werkwijze 4.1 Beoordelingskader MER 4.1.1 Beoordelingskader verkeer Het voor het thema verkeer te hanteren beoordelingskader is opgenomen in tabel 4-5. Bij elk aspect zijn de criteria en de wijze van beoordeling benoemd. Na de tabel volgt een toelichting. Aspect Criterium Wijze van beoordelen (kwantitatief/ kwalitatief) Mobiliteit Verkeersprestatie o.b.v. intensiteit Kwantitatieve analyse Bereikbaarheid I/C-verhoudingen Kwantitatieve analyse Voertuigverliesuren Kwantitatieve analyse Rijsnelheid in de spits Kwantitatieve analyse Reistijdfactor Kwantitatieve analyse Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid reistijd en robuustheid netwerk Kwalitatieve beschrijving Verkeersafwikkeling kruispunten Kwantitatieve analyse Tabel 4-5 Beoordelingskader verkeer Mobiliteit Het aspect mobiliteit is beschreven op basis van: De verkeersintensiteit op het hoofdwegennet van de A2 en de aanliggende snelwegen (A73 en de A76). Hier wordt gebruik gemaakt van het totaal aantal motorvoertuigen op een gemiddelde werkdag waarbij onderscheid gemaakt wordt in personen auto s en vrachtauto s. De verkeersprestatie: het aantal voertuigkilometers op het hoofdwegennet (HWN) en het onderliggend wegennet (OWN) in Limburg. Bereikbaarheid Het criterium bereikbaarheid is beschreven en beoordeeld aan de hand van: De I/C-verhoudingen op het Hoofwegennet. De kwaliteit van de doorstroming van het verkeer is beschreven met een verkeerskundige maat: de I/C-verhouding. De I/C-verhouding geeft de verhouding tussen de hoeveelheid verkeer die van de weg gebruik maakt (Intensiteit) en de hoeveelheid verkeer die de weg kan verwerken (Capaciteit). Deze maat is niet opgenomen in de SVIR (Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte). Voor het hoofdwegennet is de I/C-verhouding ingedeeld in 4 klassen: - Minder dan 0.8: Het wegvak heeft voldoende restcapaciteit. - Van 0.8 tot en met 0.9: Het wegvak heeft beperkte restcapaciteit. - Van 0.9 tot 1.0: Het wegvak heeft weinig restcapaciteit. - 1.0: Het wegvak heeft geen restcapaciteit. De voertuigverliesuren. De voertuigverliesuren (de opgetelde vertraging van alle voertuigen in het studiegebied) zijn een relatieve maat voor de bereikbaarheidskwaliteit op netwerkniveau: in welke mate nemen ze toe of af door het project? De voertuigverliesuren zijn een uitkomst van het verkeersmodel (NRM). De rijsnelheden in de spitsen op het traject tussen Het Vonderen en Kerensheide. Dit is de gemiddelde gereden snelheid van auto s op de snelweg tijdens een gemiddelde ochtendspits en avondspits. De reistijdfactor op enkele trajecten. In de SVIRzijn NoMo-trajecten benoemd (NoMo staat voor Nota Mobiliteit). Pagina 25 van 63

Een reistijdfactor geeft de verhouding tussen de reistijd in de spitsen en de reistijd in de daluren (op basis van een snelheid van 100 km/uur). De reistijd mag op het hoofdwegennet in de spits maximaal 1,5 keer zo lang zijn als buiten de spits. Een traject met een factor boven de 1,5 voldoet niet meer aan de NoMonorm. De factor wordt gemeten op de volgende NoMo trajecten: 1. A2: Knooppunt Het Vonderen Knooppunt Kerensheide (vice versa). 2. A2: Knooppunt Leenderheide Knooppunt Het Vonderen (vice versa). 3. A2: Knooppunt Kerensheide Belgische Grens (vice versa). 4. A73: Knooppunt Het Vonderen Knooppunt Tiglia (vice versa). 5. A76: Belgische grens Duitse grens (vice versa). 6. A79: Knooppunt Kunderberg Knooppunt Kruisdonk (vice versa). Betrouwbaarheid Het criterium betrouwbaarheid is beschreven en beoordeeld aan de hand van: Betrouwbaarheid van de reistijd en robuustheid netwerk. De betrouwbaarheid van de reistijd wordt kwalitatief beschreven aan de hand van de verkeerskundige verschillen van tussen een vaste rijstrook en een spitsstrook in relatie tot de kans op verstoringen door incidenten. Een sterk wisselende verkeerssituatie leidt tot wisselende (onbetrouwbare) reistijden. Een robuust netwerk heeft tot gevolg dat verstoringen minder snel leiden tot grotere netwerkverstoringen. Reistijden worden hierdoor betrouwbaarder. Verkeersafwikkeling kruispunten. De kruispunten onderaan de aansluiting moeten het verkeer kunnen afwikkelen van/naar het onderliggend wegennet. Zwaar- of overbelaste kruispunten leiden tot verstoringen in de verkeersafwikkeling. Door extra vertragingen neemt de betrouwbaarheid af. Een goed functionerende kruising leidt niet tot vertragingen en is zeer betrouwbaar. 4.1.2 Effectbeoordeling MER De effecten van de verbreding van de A2 worden beoordeeld ten opzichte van de referentiesituatie. Dit is de situatie die in 2030 ontstaat als het voorgenomen project niet zou worden gerealiseerd, ofwel de huidige situatie inclusief de autonome ontwikkelingen. De referentiesituatie heeft daarmee score 0. In het MER wordt gebruik gemaakt van een 7-puntsschaal: Score Betekenis -- Groot negatief effect t.o.v. de referentiesituatie - Negatief effect t.o.v. de referentiesituatie 0/- Gering negatief effect t.o.v. de referentiesituatie 0 Geen of neutraal effect t.o.v. de referentiesituatie 0/+ Gering positief effect t.o.v. de referentiesituatie + Positief effect t.o.v. de referentiesituatie ++ Groot positief effect t.o.v. de referentiesituatie Tabel 4-6 Scoringssystematiek Om tot een beoordeling te komen is een beschrijving van onder andere de onderzoeksmethode en de effecten van belang. De beschrijving van de effecten vormt de onderbouwing van de beoordeling. Naast de beoordeling van de eindsituatie, de effecten van de verbreding van de A2, wordt ook de tijdelijke situatie tijdens de bouw beoordeeld. Tijdens de bouwfase kunnen tijdelijke effecten optreden die anders zijn dan de permanente effecten van de eindsituatie. Pagina 26 van 63

4.1.3 Toekenning scores Mobiliteit Verkeersprestatie op basis van intensiteitsgegevens De verkeersprestatie wordt uitgedrukt in het aantal voertuigkilometers. Deze worden gesommeerd over het hele netwerk, maar ook opgesplitst in een deel HWN en een deel OWN. De verkeersprestatie heeft een sterke relatie met de intensiteitsgegevens op wegvakken, maar koppelt hier ook de totaal afgelegde weg aan (lengte van de wegvakken). Het gaat hierbij om alle wegen in het studiegebied en niet alleen de intensiteiten op een aantal wegvakken. De intensiteitentabel wordt wel ter informatie gegeven, maar aan de verkeersprestatie wordt een score toegekend. De scoretoekenning voor het criterium verkeersprestatie is in onderstaande tabel uitgeschreven, waarbij een stijging van de verkeersprestatie positief is voor de mobiliteit. Score Omschrijving verkeersprestatie -- De verkeersprestatie daalt door het project met meer dan 15 % ten opzichte van de referentiesituatie. - De verkeersprestatie daalt door het project tussen de 10 % en 15 % ten opzichte van de referentiesituatie. 0/- De verkeersprestatie daalt door het project tussen de 5 % en 10 % ten opzichte van de referentiesituatie. 0 De verkeersprestatie daalt door het project maximaal 5 % of stijgt maximaal 5 % ten opzichte van de referentiesituatie. 0/+ De verkeersprestatie stijgt door het project tussen de 5 % en 10 % ten opzichte van de referentiesituatie. + De verkeersprestatie stijgt door het project tussen de 10 % en 15 % ten opzichte van de referentiesituatie. ++ De verkeersprestatie stijgt door het project met meer dan 15 % ten opzichte van de referentiesituatie. Tabel 4-7 Toekenning effectscores mobiliteit Bereikbaarheid I/C-verhouding De scoretoekenning voor het criterium I/C-verhouding is in onderstaande tabel uitgeschreven. Een toename van de I/C-verhouding is negatief voor de bereikbaarheid. Score Omschrijving I/C-verhouding -- Een zeer substantiële toename van de I/C-verhoudingen in het studiegebied door het project ten opzichte van de referentiesituatie. - Een substantiële toename van de I/C-verhoudingen in het studiegebied door het project ten opzichte van de referentiesituatie. 0/- Een toename van de I/C-verhoudingen in het studiegebied door het project ten opzichte van de referentiesituatie. 0 De I/C-verhoudingen in het studiegebied zijn door het project vergelijkbaar met de referentiesituatie. 0/+ Een afname van de I/C-verhoudingen in het studiegebied door het project ten opzichte van de referentiesituatie. + Een substantiële afname van de I/C-verhoudingen in het studiegebied door het project ten opzichte van de referentiesituatie. ++ Een zeer substantiële afname van de I/C-verhoudingen in het studiegebied door het project ten opzichte van de referentiesituatie. Tabel 4-8 Toekenning effectscores bereikbaarheid Pagina 27 van 63

Voertuigverliesuren De scoretoekenning voor het criterium voertuigverliesuren is in onderstaande tabel uitgeschreven, waarbij een toename van het aantal voertuigverliesuren negatief is voor de bereikbaarheid. Score Omschrijving voertuigverliesuren -- Het totaal aantal voertuigverliesuren door het project nemen toe met meer dan 15% ten opzichte van de referentiesituatie. - Het totaal aantal voertuigverliesuren door het project nemen toe met 10% tot 15% ten opzichte van de referentiesituatie. 0/- Het totaal aantal voertuigverliesuren door het project nemen toe met 5% tot 10% ten opzichte van de referentiesituatie. 0 Het totaal aantal voertuigverliesuren door het project nemen maximaal af met 5% of stijgen maximaal 5% ten opzichte van de referentiesituatie. 0/+ Het totaal aantal voertuigverliesuren door het project nemen af met 5% tot 10% ten opzichte van de referentiesituatie. + Het totaal aantal voertuigverliesuren door het project nemen af met 10% tot 15% ten opzichte van de referentiesituatie. ++ Het totaal aantal voertuigverliesuren door het project nemen af met meer dan 15 % ten opzichte van de referentie-situatie. Tabel 4-9 Toekenning effectscores voertuigverliesuren Rijsnelheid in de spits De scoretoekenning voor het criterium rijsnelheid in de spits is in onderstaande tabel uitgeschreven. Een stijging van de rijsnelheid in de spits is positief voor de bereikbaarheid. Score Omschrijving rijsnelheid in de spits -- De rijsnelheid in de spits daalt door het project met meer dan 15% ten opzichte van de referentiesituatie. - De rijsnelheid in de spits daalt door het project met 10% tot 15% ten opzichte van de referentiesituatie. 0/- De rijsnelheid in de spits daalt door het project met 5% tot 10% ten opzichte van de referentiesituatie. 0 De rijsnelheid in de spits daalt door het project maximaal met 5% of stijgt maximaal 5% ten opzichte van de referentiesituatie. 0/+ De rijsnelheid in de spits stijgt door het project met 5% tot 10% ten opzichte van de referentiesituatie. + De rijsnelheid in de spits stijgt door het project met 10% tot 15% ten opzichte van de referentiesituatie. ++ De rijsnelheid in de spits stijgt door het project met meer dan 15 % ten opzichte van de referentiesituatie. Tabel 4-10 Toekenning effectscores rijsnelheid in de spits Reistijdfactor De scoretoekenning voor het criterium reistijdfactor is in navolgende tabel uitgeschreven. Een traject voldoet wel of niet aan de NoMo-norm. Een traject dat in de referentiesituatie wel voldoet aan de norm, maar met de structurele verbreding niet meer voldoet aan de norm scoort negatief. Een traject dat in de referentiesituatie niet voldoet aan de norm, maar met de structurele verbreding wel voldoet aan de norm scoort positief. Pagina 28 van 63

Score Omschrijving reistijdfactor -- Meer dan vijf van de trajecten voldoen met de structurele verbreding niet meer aan de norm, waar ze in de referentiesituatie nog wel voldoen. Op de overige trajecten is geen verschuiving waar te nemen. - Drie, vier of vijf van de trajecten voldoen met de structurele verbreding niet meer aan de norm, waar ze in de referentiesituatie nog wel voldoen. Op de overige trajecten is geen verschuiving waar te nemen. 0/- Een of twee van de trajecten voldoen met de structurele verbreding niet meer aan de norm, waar ze in de referentiesituatie nog wel voldoen. Op de overige trajecten is geen verschuiving waar te nemen. 0 Er is geen verschil tussen structurele verbreding en de referentiesituatie. Elk traject dat in de referentiesituatie voldoet aan de norm, voldoet ook met de structurele verbreding aan de norm. Elk traject dat in de referentiesituatie niet voldoet aan de norm, voldoet ook met de structurele verbreding niet aan de norm. 0/+ Een of twee van de trajecten voldoen met de structurele verbreding wel aan de norm, waar ze in de referentiesituatie nog niet voldoen. Op de overige trajecten is geen verschuiving waar te nemen. + Drie, vier of vijf van de trajecten voldoen met de structurele verbreding wel aan de norm, waar ze in de referentiesituatie nog niet voldoen. Op de overige trajecten is geen verschuiving waar te nemen. ++ Meer dan vijf van de trajecten voldoen met de structurele verbreding wel aan de norm, waar ze in de referentiesituatie nog niet voldoen. Op de overige trajecten is geen verschuiving waar te nemen. Tabel 4-11 Toekenning effectscores reistijdfactor Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid reistijd en robuustheid netwerk De scoretoekenning voor het criterium betrouwbaarheid reistijd en robuustheid netwerk is in onderstaande tabel uitgeschreven. Een toename van de robuustheid van het netwerk leidt tot betrouwbaardere reistijden en kleine kans op verstoringen elders in het netwerk. Score Omschrijving betrouwbaarheid reistijd en robuustheid netwerk -- Er is sprake van een veel minder robuust netwerk in de projectsituatie dan in de referentiesituatie. - Er is sprake van een minder robuust netwerk in de projectsituatie dan in de referentiesituatie. 0/- Er is sprake van een gedeeltelijk minder robuust netwerk in de projectsituatie in de referentiesituatie. 0 De robuustheid van het netwerk is in de projectsituatie vergelijkbaar met de referentiesituatie. 0/+ Er is sprake van een gedeeltelijk meer robuust netwerk in de projectsituatie dan in de referentiesituatie. + Er is sprake van een meer robuust netwerk in de projectsituatie dan in de referentiesituatie. ++ Er is sprake van een veel meer robuust netwerk in de projectsituatie dan in de referentiesituatie. Tabel 4-12 Toekenning effectscores betrouwbaarheid reistijd en robuustheid netwerk Pagina 29 van 63

Verkeersafwikkeling kruispunten De scoretoekenning voor het criterium verkeersafwikkeling kruispunten is in navolgende tabel uitgeschreven. Score Omschrijving verkeersafwikkeling kruispunten -- Er is sprake van een sterke afname in de verkeersafwikkeling op kruispunten in de projectsituatie ten opzicht van de referentiesituatie. - Er is sprake van een afname in de verkeersafwikkeling op kruispunten in de projectsituatie ten opzicht van de referentiesituatie. 0/- Er is sprake van een beperkte afname in de verkeersafwikkeling op kruispunten in de projectsituatie ten opzicht van de referentiesituatie. 0 De verkeersafwikkeling op kruispunten in is in de projectsituatie vergelijkbaar met referentiesituatie. 0/+ Er is sprake van een beperkte verbetering in de verkeersafwikkeling op kruispunten in de projectsituatie ten opzicht van de referentiesituatie. + Er is sprake van een verbetering in de verkeersafwikkeling op kruispunten in de projectsituatie ten opzicht van de referentiesituatie. ++ Er is sprake van een sterke verbetering in de verkeersafwikkeling op kruispunten in de projectsituatie ten opzicht van de referentiesituatie. Tabel 4-13 Toekenning effectscores verkeersafwikkeling kruispunten 4.2 Plan- en studiegebied Het project Structurele verbreding A2 Het Vonderen - Kerensheide beslaat het deel van de A2 tussen knooppunt Het Vonderen (A2/A73) en knooppunt Kerensheide (A2/A76). Het wegontwerp van de A2 wordt van kilometer 221.60 tot 239.23 aangepast. De A73 bij knooppunt Het Vonderen maakt ook onderdeel uit van het project. Hier wordt de boog van de A73 naar de A2 aangepast. Het wegontwerp van de A73 wordt van kilometer 4.90 tot 5.60 aangepast. Knooppunt Kerensheide is recent structureel uitgebreid en maakt er geen onderdeel van uit. Het uiteindelijke plangebied is ruimer doordat de te treffen geluidmaatregelen verder reiken (toepassing van tweelaags ZOAB). Het plangebied voor de A2 loopt van kilometer 221.20 aan de noordzijde tot kilometer 239.23 aan de zuidzijde en voor de A73 van kilometer 4.90 aan de zuidzijde tot 5.60 aan de noordzijde. Figuur 4-10 laat het plangebied op hoofdlijnen zien. Het plangebied omvat naast de A2 zelf ook de (landschappelijke) inpassing, te treffen maatregelen en gebieden waar het onderliggend wegennet en waterlopen worden aangepast ten gevolge van de structurele verbreding. Het plangebied ligt op het grondgebied van de gemeenten Echt-Susteren, Sittard-Geleen en voor een deel Stein. Pagina 30 van 63

Figuur 4-10 Plangebied Structurele verbreding Het Vonderen - Kerensheide (in rood) Voor het onderdeel verkeer wordt een groter studiegebied gehanteerd. Dit is het gebied waar het project Structurele verbreding A2 Het Vonderen Kerensheide verkeerskundige effecten kan hebben. In figuur 4-11 is dit studiegebied opgenomen (gekleurde wegen). Pagina 31 van 63