inh oud 1. Inleiding 3 2. Uilen 4 3. Nest en broeden 4. De braakbal 5. Uilen in Nederland 6. Bijgeloof en verhalen 7. Filmpjes Pluskaarten

Vergelijkbare documenten
Uilen. Inleiding. Zintuigen van de uil. De jonkies van een uil. Soorten uilen

inhoud 1. Oren 2. De vleermuis 3. De olifant 4. De uil 5. De dolfijn 6. De postduif 7. De tijgermot 8. De kat 9. De hond 10. Filmpjes Pluskaarten

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

inhoud blz. 1. Au! Dat prikt! 3 2. Stekels 4 3. Nacht 5 4. Op zoek naar eten 6 5, Egel, pas op! 7 6. Mensen 8 7. Het nest van de egel 9 8.

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

Raar, maar waar! Natuur Na

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Voeten en poten 2. De olifant 3. De vlieg 4. De uil 5. De sprinkhaan 6. De giraf 7. De struisvogel 8. De gekko 9.

inhoud 1. Slangen 2. Een reptiel 3. Maten 4. Waar? 5. Ruiken 6. Gif 7. Wurgen 8. Hap, slik! 9. Een nieuwe jas 10. Weetjes 11. Filmpje Pluskaarten

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

inhoud Het konijn 1. Bos en duin 2. Het hol 3. Keutels 4. Gevaar 5. Een huisdier 6. Rassen 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz 1. Buideldieren 3 2. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum De numbat De suikereekhoorn 12 8.

inhoud 1. Vogels op reis 3 2. Vogeltrek 4 3. Zomervogels 4. Wintergasten 5. Standvogels 6. Deeltrekkers 7. Op reis

Kruiswoordpuzzel Uilen van Nederland Wat weet jij over deze bijzondere dieren?

inhoud 1. Overal sterren 2. Wat is een ster? 3. Het leven van een ster 4. Een ster dichtbij 5. De zon 6. Sterren en kleuren 7.

inhoud 1. De merel 2. Waar is mijn eten? 3. De tuin 4. Vogels helpen 5, Wat eten vogels? 6. Vogels in de tuin 7. Een goede plek 8.

inhoud 1. De ijsbeer 2. Hier woon ik 3. Mijn jas is warm 4. Mijn voeten 5. Jagen 6. In het hol 7. Erop uit 8. Bedreigd 9. Berenweetjes 10.

Uilen Deze lesbrief is een uitgave van de Stichting Natuur en Milieu Educatie Hoogezand-Sappemeer. Een uitgave van Stichting NME-HS

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

inhoud Neuzen 1. Je neus 2. Groot is mooi 3. Wroeten 4. Grijpneus 5. Speurneus 6. Onder water 7. Zoem, zoem, ik ruik je 8. Ruiken met je tong

inhoud blz. Kou 1. Het weer 2. Rillen van de kou 3. Kleren 4. Koelkast en vriezer 5. Koude kleuren 6. Noordpool en Zuidpool 7.

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

inhoud blz. 1. Haar 2. Met of zonder haar 3. Haar beschermt 4. Voelen met haar 5. Praten met haar 6. Mens en haar 7. Wenkbrauwen en wimpers

Uilenpresentatie E L S J O N K E R S G R O O T

Inhoud 1. Allemaal botten 2. Stevig 3. Licht 4. Beschermen 5. Bewegen 6. Grote botten, kleine botten 7. In het gips 8. Dieren 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz. Inleiding 1. Twee hoofdsoorten 2. Echo 3. Huid en vleugels 4. Jonge vleermuizen 5. Vleermuizen in Nederland

inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.

1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing Was Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en

Uilen. Hoe vindt een uil in het donker zijn prooi?

Werkbundel de steenuil Iedere Limburgse gemeente adopteerde

inhoud 1. Groeien 2. In de buik 3. De baby 4. De peuter 5, De kleuter 6. Het schoolkind 7. De puber 8. Volwassen 9. Bejaard 10. Filmpje Pluskaarten

Zintuigen. zien ruiken. horen. voelen. proeven

inhoud 1. Ontdek 2. Insecten 3. Een hart klopt 4. Het spoor 5. De magneet 6. Zie ik dat wel goed 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

Welke uilen en roofvogels zijn dat?

Meer over de steenuilen. Even voorstellen. Hier wonen ze

inhoud 1. In de lucht 3 2. Ik zweef 4 3. Een sigaar in de lucht 5 4. Brand! 6 5. In de luchtballon 7 6. Landen op water 8 7. Op reis 9 8.

1. De maan 3 2. Volle maan 4 3. Een maand 6 4. De maan trekt 8 5. Een reis naar de maan 9 6. Op de maan Maanweetjes 11 8.

Achtergrondinformatie voor groep 3/4. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Zo herken je hem

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht

inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon

inhoud blz. 1. Donker 3 2. Dikke jas 4 3. Het vriest 5 4. Sneeuw 6 5, Dieren in de winter 8 6. Bomen Winterkost Beweeg 12 9.

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

inhoud 1. Inleiding 3 2. Wat is een maan? 4 3. Het ontstaan van de maan 4. De maan en de maanden 5. Kijken naar de maan 6. Landing op de maan

inhoud blz. 1. Prikken en steken 2. De bij 3. De brandenetel 4. De mug 5. De kwal 6. De pieterman 7. De rode mier 8.

inhoud 1. Vuur in de natuur 2. Mens en vuur 3. De mens maakt vuur 4. Licht en warmte 5. Vuur en eten 6. Werken met vuur 7.

inhoud blz. 1. Huisdieren 3 2. De hond 5 3. De kat 6 4. De witte muis 7 5. De goudvis 8 6. Het konijn 9 7. De cavia De tamme rat 11 9.

Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen

inh oud 1. Inleiding 3 2. Kijken en zien 4 3. Proefjes 4. Hoogte, breedte en diepte 5. Gefopt door licht en donker 6. Gefopt door schuine lijnen

inhoud blz. 1. Een wereld vol letters 2. Letters 3. Plaatjes lezen 4. Het pictogram 5. Van plaatje naar teken 6. Letters en klanken

inhoud 1. Staarten 2. Weg vlieg! 3. Evenwicht. 4. Een fopstaart 5. Hoe vind je mijn staart? 6. Een extra arm 7. Een praatstaart 8.

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet

inhoud blz. 1. Drijven of zinken? 2. Lucht is licht 3. De duikboot 4. De zwemles 5. Zout en zoet water 6. Olie en water 7.

Nationaal Park Hoge Kempen

inhoud 1. Een bijzondere vogel 2. De woonplaats 3. Soorten pinguins 4. Pinguinweetjes 5. Filmpjes Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

inhoud 1. Dolfijnen 2. De bouw van een dolfijn 3. De zintuigen 4. De school 5. Voedsel 6. Sprongen en spel 8. Gevaar! 9.

inhoud blz. Vlinders 3 1. Insecten 4 2. De kop 5 3. De vleugels 6 4. Van ei tot vlinder 7 5. Dag en nachtvlinders 8 6. Voedsel 9 7. Vijanden 10 8.

inhoud blz. 1. Een wereld vol cijfers 2. Een bot met streepjes 3. Tellen 4. Turven 5. Oude getallen 6. Onze cijfers 7. Tellen in drie talen

Inhoud blz. 1. Honden 2. Van wolf naar hond 3. Rassen 4. Rashonden 5. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

Werkstuk Biologie De Sneeuwuil

inhoud 1. Allemaal de kiebels 2. De bult 3. Kiebels in mijn haar 4. De kwal 5. De brandnetel 6. Huisdieren 7. Vlooien 8. Hooikoorts 9.

Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee

inhoud blz. Dieren in groepen 1. Insecten: de zwerm of kolonie 2. Vogels: de vlucht 3. Vissen: de school 4. Zoogdieren: de kudde 5.

Inhoud blz. 1. Op reis 2. De trekschuit 3. De postkoets 4. De stoomtrein 5. De auto 6. Het vliegtuig 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

Griezelboek. groep 3 en 4

inhoud 1. Mmmmm lekker zoet 2. Waar komt suiker vandaan? 3. Suiker vind je overal 4. Nog meer suiker 5. Te veel suiker 6. Hoe word je te dik?

inhoud blz. 1. Wielen 2. Draaien maar! 3. De boomstam 4. Rollen maar! 5. Van rollen naar rijden 6. Lichter, beter, sterker 7.

Het museum museum mu

Winterboek. Met filmpjes, werkblad en puzzels. Groep 3/4. uitgave januari 2013

Inhoud 1. Het gebit 2. De eerste tanden 3. Wisselen 4. Een nieuw gebit 5. Zorg voor je gebit 6. De tandarts 7. Een gaatje 8. Zoet 9.

inhoud blz. Helikopters 3 1. De geboorte van de helikopter 4 2. De delen van de helikopter 6 3. In de cockpit 7 4. De rotor 8 5.

1. Seizoenen Lente Zomer Herfst Winter Filmpje Pluskaarten 17 Bronnen 19 Colofon en voorwaarden 20

inhoud blz. 1. Inleiding 2. Snavels 3. Wat eet ik 4. Nectar 5. Insecten 6. Zaden 7. Vissen en andere waterdieren 8. Schelpen 9. Kleine waterdiertjes

inhoud 1. Herten 2. Herten over de wereld 3. Hertenweetjes 4. Herten in Nederland 5. Nog meer herten 6. Filmpje Bronnen en foto s

Meer over de ooievaar. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Hieraan herken je hem

Natuur & Milieu. educatie. Groep 7. Braakballen. Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna

inhoud blz. De zeppelin 1. Graaf von Zeppelin 2. Hoe vliegt een zeppelin? 3. Zeppelin of blimp 4. De ramp met de Hindenburg 5. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Mijn fiets 2. De delen van een fiets 3. De loopfiets 4. Trappen maar! 5. Hoog op een wiel 6. De ketting 7. De damesfiets 8.

Lees je wijzer met de ooievaar! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente

inhoud blz. 1. Borst of fles 2. Zogen 3. De boer en zijn dieren 4. De fabriek 5. Slagroom, boter en karnemelk 6. Kaas 7. Meer zuivel 8.

Winterslaap. Met filmpjes, werkblad en puzzels. groep 5/6. uitgave januari 2013

inhoud Airbus A De eerste vlucht 2. Samenwerken 3. Het vervoer 4. Aan boord 5. De motoren 6. Maten 7. Luchthavens 8. Airbusweetjes 9.

Steenuilenwerkgroep Noord-Holland

Bosmuseum Gerhagen Zavelberg Tessenderlo

DE UILEN A L G E M E E N

Cursus Uilen: Ransuil-velduil. Door Norbert Desmet

13 Werkblad bij de PLUS

inhoud 1. Textiel? Wat is dat? 2. Weven met papier 3. Stoffen van textiel 4. Wol 5, Zijde 6. Katoen 7. Linnen 8. Filmpje Pluskaarten

Spreekbeurt roofvogels

Tuinvogels. Meer over onze koolmezen. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Meer over de koolmees

inhoud blz. 1. Zoet 2. Honing 3. Suiker 4. Zoet water 5. Smaak en proeven 6. Zoet en tanden 7. Wie zoet is. 8. Snoep 9. Filmpjes Pluskaarten

Dieren in de winter 3

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Bijlagen. bovenbouw / 1. Inhoud

Bosmuseum Gerhagen Zavelberg Tessenderlo

inhoud blz. Inleiding 1. Met je mond vol tanden 2. Giftanden 3. Tanden als scheermesjes 4. Knaagtanden 5. Het paard 6.

Transcriptie:

Uilen

inhoud 1. Inleiding 3 2. Uilen 4 3. Nest en broeden 8 4. De braakbal 9 5. Uilen in Nederland 10 6. Bijgeloof en verhalen 14 7. Filmpjes 15 Pluskaarten 16 Bronnen en foto s 18 Colofon 19

1. Inleiding Uilen zijn bijzondere vogels. In Nederland vind je nog acht uilensoorten. In dit boek lees je meer over uilen. Je krijgt vragen als: Welke zintuigen maken de uil tot een goede jager? Wat is er bijzonder aan de veren van de uil? Wat zijn braakballen? Wat is de rol van uilen in verhalen? Welke soorten uilen komen nog voor in Nederland? Dat krijg je nou als je je kop te ver ronddraait.

Twee families Uilen worden onderverdeeld in twee families: A. Uilen B. Kerkuilen Kenmerken van de uil 2. Uilen 1 A. Uilen vormen de grootste familie met 191 soorten. Deze uilenfamilie is alleen actief in de nacht. B. Kerkuilen vormen een familie met slechts 19 soorten. Kerkuilen zijn middelgroot tot groot. Ze hebben een sluier (1), een hartvormig masker, als gezicht. De kop De kop van de uil is aan de voorkant plat. De vorm lijkt op een gezicht. Bijzonder is dat de ogen voorin zitten. De ogen van de uil zelf kunnen ook niet bewegen, zoals onze ogen. Om goed te kunnen rond te kunnen kijken, kan de uil zijn kop veel verder ronddraaien dan de mens en andere dieren (2). Andere vogels Andere vogels hebben de ogen aan de zijkant. Zij hoeven daarom hun kop minder ver te draaien. 2 mens vogel uil

De ogen De ogen van de uil zijn groot. Met die grote ogen ontgaat de uil niets in het donker. De uil is een echt nachtdier. Met die ogen kan de uil vooral goed in de verte zien, maar het zicht dichtbij is minder goed. De ogen van de uil werken net als een spiegel. Het kleine beetje licht in de nacht valt op die spiegel en kaatst het licht terug. Zo kan met weinig licht een uil toch uitstekend zien. 2 De oren Uilen hebben een uitstekend gehoor. De uil kan een prooi vaak alleen op zijn gehoor opsporen. De oren van een uil zijn niet veel meer dan twee kleine openingen in de schedel (1). Bij sommige soorten zit er een vlies voor het gat. Ook zijn er uilensoorten met oorpluimen (2). Dat woord oorpluimen is verwarrend, want het zijn geen oren. Ze zitten er voor de sier. 1

Snavel Uilen hebben vlijmscherpe haaksnavels. Het is het mes van de uil. Met de snavel wordt de prooi verscheurd. Klauwen Uilen zijn echte roofvogels. Roofvogels hebben klauwen. Twee grijptenen wijzen naar achteren en twee andere grijptenen wijzen naar voren (1). De meeste roofvogels hebben drie tenen voor en één teen achter (2). Uilen doden hun prooi door de klauwen samen te knijpen. 1 2

Het verenpak Het verenpak van de uil is heel erg zacht. Vooral de onderkant van de buik en vleugels bestaat uit superzachte donsveren. Aan de andere veren zit een soort zaagrand (1). Die donsveren en die zaagrand maken de uil tot een geruisloze vlieger. De meeste vogels fladderen met herrie. Een uil die zijn prooi geruisloos nadert, heeft een grotere kans op succes. Bovendien zorgen de kleuren zwart, wit en grijs van de veren ervoor dat de uil in de nacht een onopvallend dier is. Daardoor wordt de verrassing voor de prooi nog groter. 1 Mmmm, zo zacht.

42 dagen 63 dagen 3. Nesten en broeden Nesten Uilen besteden weinig aandacht aan het maken van een nest. Vaak gebruiken ze het verlaten nest van een andere vogel (1). Of ze kiezen een holle boom (2) uit om in te wonen. Kerkuilen en steenuilen nestelen vaak in oudere gebouwen. Veel oude boerderijen hebben nog een uilenbord (3). Het is een driehoekig schild met een gat erin. Uilen gebruiken het bord als ingang voor hun nest. Broeden Het vrouwtje begint met broeden als het eerste ei gelegd is. Tijdens het broeden legt ze nog nieuwe eieren. De jonge uilen worden niet gelijk geboren. Het uilskuiken dat het meest om eten bedelt, heeft de meeste kans van overleven. Soms wordt een verzwakt jong gevoerd aan oudere uilskuikens. 2 1 3 14 dagen 28 dagen 56 dagen

4. De braakbal Schrokop De uil is een echte schrokop. Een prooi gaat in één keer naar binnen met huid en haar (1). Op het menu staan muizen, ratten, kikkers, vogels, mollen en kevers. De prooi zakt naar de maag van de uil (2). De prooi wordt verteerd, behalve de botjes, tanden en haren (3). Na een tijdje gaat een bal van haren en botjes terug naar boven (4). De uil braakt een braakbal uit (5). Als je de bal openpeutert, zie je precies wat de uil gegeten heeft (6). 1 5 3 4 2 6

5. Uilen in Nederland In Nederland komen acht soorten uilen voor. De kerkuil Het meest opvallende aan de kerkuil is het hartvormige gezicht. Het lijkt wel een masker. Je noemt het de sluier. De kerkuil nestelt in schuren, bijgebouwen, ruïnes en holle bomen. De kerkuil jaagt door laag over de grond te vliegen. De kerkuil kan ook in de lucht blijven hangen boven een prooi. Kerkuilen leven vooral van kleine knaagdieren. De kerkuil is een kwetsbare vogel. Men schat dat er in Nederland nog rond de 1500 broedparen zijn. De ransuil De ransuil is de meest voorkomende uil in Nederland. Bij deze uil vallen de oorpluimen het meest op. Ransuilen broeden in verlaten kraaien- of roofvogelnesten. Ransuilen jagen meestal op woelmuizen. In de winter verzamelen ransuilen zich vaak in groepen op een vaste plaats. Zo n plaats heet een roestplaats.

De bosuil Bosuilen broeden in holle bomen en in nestkasten. Ze leven van kleine knaagdieren, egels, vogels en kikkers. Bosuilen hebben een luide roep, waarmee ze zich snel verraden. Ze komen voor in bossen, parken en tuinen. De dieren jagen meestal s nachts, maar af en toe kun je er ook wel eens een overdag zien. De ruigpootuil De ruigpootuil is een zeldzaamheid in Neder-land. Deze uil komt alleen in Drenthe voor en heeft veel last van de havik en de bosuil. De jongen van de ruigpootuil overleven hun eerste jaar meestal niet. Mensen helpen deze uil door het ophangen van nestkasten. Zo zijn ze beter beschermd tegen hun vijanden. Opvallend is verder het platte gezicht (de sluier) van de ruigpootuil met de ronde ogen die dicht bij elkaar staan. De uil voedt zich met kleine knaagdieren Het dier is een meester in het wachten op de juiste prooi.

De velduil Net als de ransuil heeft ook de velduil oorpluimen. Die zijn wel kleiner dan die van de ransuil. Velduilen nestelen op de grond tussen de lage begroeiing van duinen, akkers, heidevelden en moerassen. Velduilen jagen overdag. Hun prooi bestaat vooral uit kleine knaagdieren. De steenuil De steenuil is met een hoogte van 22 cm de kleinste uilensoort in Nederland. Steenuilen wonen vooral in holle knotwilgen of onder daken. Ze leven van wormen, insecten en reptielen. De prooi leeft vooral in bloemrijke weilanden en dat is dan ook het leef-gebied van de steenuil.

De sneeuwuil Opvallend aan de sneeuwuil is de witte kleur. Mannetjes zijn bijna helemaal wit en vrouwtjes hebben wat zwarte tekening in het wit. Verder heeft de uil ogen die bijna op de ogen van een kat lijken. Sneeuwuilen zie je niet vaak in Nederland. Ze leven in het koude hoge noorden in toendragebieden. Tijdens strenge winters trekken ze meer naar het zuiden en komen dan in Nederland terecht. De oehoe De oehoe heeft zijn naam te danken aan het geluid dat hij maakt. De oehoe is de grootste uilensoort. Opvallend zijn ook de oorpluimen. De oehoe jaagt vooral op tragere vogels, zoals kraaien, eksters, roeken en duiven. Die vogels worden overvallen tijdens hun slaap. Muizen, ratten en konijnen staan ook op het menu van deze uil.

6. Bijgeloof en verhalen Bijgeloof Heel vroeger dacht men dat het geroep van de uil ongeluk bracht. Ook als de uil in de nacht tegen het slaapkamerraam van een zieke vloog, was dat een heel slecht teken. De zieke, zo dacht men, zou snel sterven. Heksen Vroeger dacht men dat de uil de boodschapper van de heks was. Ook dacht men dat heksen zichzelf in een uil konden veranderen. Wijs of dom? Uilen zijn het teken van wijsheid. In dierverhalen geven ze altijd wijze raad aan andere dieren. Gek genoeg staat de uil ook voor het teken van domheid. Iemand die dom is, wordt daarom nog steeds een uilskuiken genoemd.

7. Filmpjes Het Klokhuis: Uilen Bekijk het filmpje

Bronnen http://www.geaflecht.nl/geafl/archief/artikel/uilen.html http://nl.wikipedia.org/wiki/uilen_(vogels) http://en.wikipedia.org/wiki/owl

Colofon en voorwaarden Dit is een uitgave van E-duboek Website: www.eduboek.nl Copyright Age Cnossen 2017 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.