De Nederlandse herinnering aan de Tweede Wereldoorlog

Vergelijkbare documenten
Carla du Pree. Johan Huizinga en de bezeten wereld. De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS

Geachte burgemeester, dames en heren, beste jongens en meisjes,


De Tweede Wereldoorlog herdacht. Een vergelijking tussen Nederland en Duitsland

Daarachter bevindt zich het monument met het opschrift: Ter nagedachtenis van de in voor het vaderland gevallenen.

Verboden om te zeggen

TOESPRAAK. Dodenherdenking Hoeksche Waard

Toespraak Gerdi Verbeet. Oranjecongres Nieuw-Vennep, 8 oktober Vrijheid en verbinding. Dames en heren,

Lesopzet bij de film: Versie 3.0

In de stilte van ons herdenken, sprak de herinnering.

Ander verleden, gedeelde vrijheid

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Stichting Requiem van Theresienstadt: Stemmen van Verzet. Beleidsplan. Amsterdam, september 2014

Dames en heren, 1 Gevonden via Google, transcript van grammofoonplaat, Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

Het Duitse oorlogsverleden:

Geachte gasten van de herdenkingsplechtigheid, Het is voor mij een grote eer vandaag tijdens deze. herdenkingsplechtigheid het woord te mogen voeren.

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst

Toespraak Gerdi Verbeet. Conferentie 1WO2: jongeren en de toekomst van herdenken Amersfoort, 14 mei Dames en heren,

DOCENTEN HANDLEIDING

Toespraak van burgemeester W.M. de Jong tijdens de dodenherdenking op 4 mei 2019 te Houten

Dames en heren, jongens en meisjes,

Lesidee: Oorlog en verzet

Registratie Mondelinge Geschiedenis Het leven van de bevolking tijdens de Tweede Wereldoorlog

Tijdvak II. november : 30-10:00.

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS

Nationaal Vrijheidsonderzoek Beleving, houding en draagvlak ten aanzien van 4 en 5 mei


Het uiterste in het uit elkaar trekken

Hierna volgen nu 13 begrippen die iets met de oorlog te maken hebben. Combineer deze begrippen met een plaatje uit de strip.

Architect: gebroeders van der Laan. (Hans van der Laan en Nico van der Laan)

De Wasserman: moreel oordelen over het verleden

Toespraak van commissaris van de Koning Max van den Berg, Bevrijdingsdag, 5 mei 2014, Delfzijl

DOCENTEN HANDLEIDING

Interview over de geschiedenis van Joodse Hagenaars

Achtergrond van het onderzoek:

OPDRACHTEN BIJ DE TENTOONSTELLING TEGEN-STRIJD: DE GROOTE OORLOG IN HET LAND VAN DENDERMONDE

MONUMENTEN IN AMSTERDAM

4 & 5 mei. Dodenherdenking & Bevrijdingsdag. Lessuggesties voor midden- en bovenbouw van het primair onderwijs

Lees het verhaal Een monument geschreven door Jan Terlouw.

4 mei Dodenherdenking. Wij zijn hier bijeen gekomen om doden te herdenken. Geschaard rondom het oorlogsmonument. Een monument ter herinnering.

WAT GA JE DOEN? Binnenkort geef je samen met een klasgenoot een presentatie in het Joods Historisch Museum. Het onderwerp van je presentatie is:

Arigato. opdrachtenblad. Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten

DE DEPORTATIES VAN JODEN UIT DE DOSSINKAZERNE

HOTEL MALARIA LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN DEEL II: NAVERWERKING

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Werkstuk Geschiedenis Vlaams Waals conflict

een zee van tijd een zee van tijd Werkblad 12 Ω De Tweede Wereldoorlog Ω Les 1: Wat er vooraf ging Naam: Hitler

Voor de paboopleider. Werkvorm 2: voor de opleider (1) Anne Frank Tijdlijn

Toespraak Jet Bussemaker, Lid College van Bestuur van de UvA/Hva en voormalig staatssecretaris van VWS, op 11 april 2012.

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

een zee van tijd een zee van tijd Ze laten zien dat ze geen leger meer willen. Werkblad 12 Ω De Tweede Wereldoorlog Ω Les 1: Wat er vooraf ging Naam:

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

4 mei Onderzoek: Nationale dodenherdenking

Namens de dorpsraad heette Joop Krant een ieder welkom met de volgende woorden.

Enkele vragen aan Kristin Harmel

Rassenleer. Nog lager stonden volgens hem de zigeuners en vooral de joden. Dat waren geen mensen maar ongedierte, dat uitgeroeid moest worden.

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin

Vergelijking van Jodenvervolging in Frankrijk, België en Nederland, : overeenkomsten, verschillen, oorzaken Griffioen, J.W.; Zeller, R.

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

Voorbeelden van draaiboeken

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna.

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, Viering Bevrijdingsdag, 5 mei 2013, Ter Apel, gemeente Vlagtwedde.

Toespraak Gerdi Verbeet bij de Indiëherdenking 15 augustus 2014 in Den Haag

Burgerschap: Aanbod per hoofddoel

Toespraak 14 mei 2016 Stichting Artilleriemonument Dubbeldam Uitgesproken door de heer drs. A.A.M. Brok, burgemeester van Dordrecht

WERKBLAD CARLA VEFFER

Nieuwsgierig maken / motiveren voor een tijdvak of historisch onderwerp Vragen / hypothesen kunnen formuleren over historische verschijnselen

Examentraining - Geschiedenis. HAVO 5 Republiek Duitsland Koude oorlog

Duitsland: Biografie Van Een Natie (Dutch Edition) By Neil MacGregor

V Vergadering van de Eerste Kamer op dinsdag 5 maart Toespraak van de Voorzitter van de Eerste Kamer, Mr. G.J. de Graaf

Herdenking 4 mei 2015 Anouchka van Miltenburg, Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beeldverslag van een Haagse wijk

Workshop levensverhalen van Duitse soldaten infobrochure voor leraren

ANNE FRANK EEN HERDENKINGSTOCHT IN ACTUELE BEELDEN FRANKFURT AM MAIN AKEN AMSTERDAM KAMP WESTERBORK AUSCHWITZ-BIRKENAU BERGEN-BELSEN

INITIATIEFVOORSTE "ERELIJST VAN NAMEN VAN GESNEUVELDE NIJMEEGSE MILITAIREN"

AAMU: Insider/Outsider. The art of Gordon Bennett

NATIONALE HERDENKING NATIONALE VIERING

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

THE A21 CAMPAIGN AFSCHAFFEN VAN ONRECHT IN DE 21E EEUW

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2015

Toespraak Gerdi Verbeet. Contactdag Vriendenkring Neuengamme Nunspeet, 29 oktober 2016

Verzet in de oorlog vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

DOE MEE! - LESBRIEF VOOR DOCENTEN - Het is tijd voor een nieuwe vorm van herdenken.

Toespraak Gerdi Verbeet. Congres Vergeten slachtoffers tijdens WOII in de GGz De Basis Doorn, 10 juni Geachte aanwezigen,

Take Home Examen. Het stijlbegrip volgens Nelson Goodman. i Postvak 54 6 juni 2008 Blok BA CW 1 E Vraag II

Dodenherdenking; dit jaar met het thema: Vrijheid geef je door. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft als logo een fakkel.

Examen VMBO-GL en TL 2005

Voor of tegen de Delftse School?

Dodenherdenking, 4 mei Toespraak burgemeester Jan Hoekema. Dames en heren, jongens en meisjes, Your Excellencies, ladies and gentlemen,

Wat rest is een foto

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO Historisch Overzicht

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2004

Toespraak Gerdi Verbeet. Bijeenkomst Amsterdams 4 en 5 mei comité Amsterdam, 18 mei Dames en Heren, geachte aanwezigen,

Inhoudsopgave. Voorwoord 5. Inleiding 11

Transcriptie:

De Nederlandse herinnering aan de Tweede Wereldoorlog Docent: Jelle de Bont I. Raaijmakers 444049 Postvak 53 8 april 2011 Blok BA CW PC 3.4 Take home exam 4 Aantal woorden 1497

De Nederlandse herinnering aan de Tweede Wereldoorlog heeft vier fasen gekend. Opmerkelijk is dat, ondanks het onderscheid tussen deze vier fasen, de herinnering aan de oorlog en de betekenis die daaraan werd gegeven voornamelijk onveranderd is gebleven. In de oorlog is bepaald wie en wat goed en fout is. Pas zeer recent is deze visie ietwat losgelaten, maar over het algemeen hebben de debatten over de Tweede Wereldoorlog altijd een sterk zingevende betekenis en morele lading gehad. In de debatten over de oorlog ging het er steeds om het goede en het foute aan te wijzen en daar lessen voor de toekomst uit te trekken. Deze lessen komen steeds in drie thema s naar voren, namelijk het nationale thema, het politiek-ideologische thema en het thema van de mensenrechten: L. de Jong heeft ze in de Epiloog van zijn Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog zeer kernachtig bijeengebracht: Onze algemene opvattingen nu waren (en zijn) dat het kwalijk is, wanneer een volk door een ander volk wordt overvallen en overheerst, dat de parlementaire democratie, welke ook haar gebreken zijn, de voorkeur verdient boven iedere andere staatsvorm, dat discriminatie of vervolging van mensen uit den boze is en dat deportatie en massamoord dat a fortiori zijn (Blom, 1995, p. 533). De verhouding waarin deze thema s zich hebben laten gelden en de intensiteit waarmee het publieke debat over de oorlog werd gevoerd, zijn aan verandering onderhevig geweest en in dat opzicht kunnen we dan ook vier fasen onderscheiden. De eerste fase betreft de periode direct na de oorlog en kenmerkt zich door de aandacht die werd gegeven aan wederopbouw en herstel. De oorlog lag nog vers in het geheugen en in deze periode werd pas echt duidelijk wat de catastrofale gevolgen waren. Het verlies aan mensenlevens en de materiële schade waren enorm en de opvang van terugkerende gevangenen verliep uiterst moeizaam. Ondanks deze problemen waren de Nederlanders uiteraard enorm blij dat de oorlog ten einde was en het Nederlandse volk begon dan ook vol energie aan de wederopbouw van het land. Hierbij was veel behoefte aan verhalen over de oorlog, die dan ook bij elk actueel debat ter sprake kwamen. In deze periode van wederopbouw was saamhorigheid een belangrijk element in het tot een succes maken van de herwonnen nationale onafhankelijkheid. Hier zien we dus een duidelijke dominantie van het nationale thema (Blom, 1995, pp. 535-536). In de loop van de jaren 40 verdween de aandacht voor de oorlog in het publieke debat echter steeds meer. De interesse in de oorlog verdween niet helemaal, maar het verplaatste

zich meer naar de achtergrond. Publieke aandacht voor de oorlog kwam nu vooral bij speciale gelegenheden naar voren, zoals de dodenherdenking van 4 mei. Dit proces vond eind jaren 40 plaats en luidde de tweede fase van de Nederlandse herinnering aan de Tweede Wereldoorlog in. In de context van de Koude Oorlog trad het politiek-ideologische thema steeds meer op de voorgrond. Het thema van de mensenrechten kwam slechts sporadisch naar voren: Persoonlijk leed ondergaan tijdens de oorlog en de mogelijke nawerkingen daarvan kon in een enkel geval als dramatisch element in een toespraak of als symbool van een groter probleem aan de orde komen. Maar overwegend diende men zulk persoonlijk leed ook tot de persoonlijke levenssfeer beperkt te houden (Blom, 1995, p. 537). De derde fase begon in de jaren 60 en kenmerkte zich door een opleving van de interesse in de oorlog. Eén van de voornaamste oorzaken voor deze verandering was de publicatie van Ondergang, een boek over de geschiedenis van de Nederlandse Jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog, geschreven door de historicus Jacques Presser. In dit boek betoogt Presser dat de Nederlandse samenleving en staat mede verantwoordelijk waren voor de Jodenvervolging (De Haan, 2008, pp. 357-358). Daarnaast droegen het Eichman-proces (1961) en de reeks televisie-uitzendingen van Loe de Jong onder de titel De Bezetting (1960-1965) bij aan de overgang naar de derde fase, waarin interesse voor de oorlog toenam. De nieuwe generatie nam een sceptischere houding aan ten opzichte van de recente geschiedenis en nam geen genoegen met de relatieve stilte omtrent het oorlogsverleden (Judt, 2005, pp. 813-814). Er ontstonden debatten over de positie van de Nederlanders tijdens de Duitse bezetting, waarbij meer dan tevoren de aandacht werd gevestigd op collaboratie van de Nederlanders. Onder invloed van grote veranderingen in het denken over democratie en autoriteit kwam de rol van de toenmalige elite ter sprake. Die elite zou zich niet democratisch hebben gedragen en zich schuldig hebben gemaakt aan collaboratie. Bovendien kreeg de Jodenvervolging en de betekenis daarvan in deze fase veel aandacht. Waar de Joden direct na de oorlog bij hun terugkeer in Nederland nog op veel onverschilligheid en zelfs antisemitisme stuitten, kreeg nu de Holocaust speciale aandacht. Dit komt duidelijk naar voren wanneer we kijken naar de oprichting van monumenten. De meeste monumenten die betrekking hebben op het leed van de Joden zijn namelijk pas na 1960 opgericht. Ook zien we in deze fase een groter begrip voor de gevoelens van oorlogsslachtoffers en nabestaanden. Er werd weer openlijk gesproken over het individuele leed en zo zien we dat het politieke thema en dat van de mensenrechten een dominantere positie innamen (Blom, 1995, pp. 537-539).

In de vierde fase (vanaf de jaren 80) veranderde aanvankelijk maar weinig. Het grootste verschil met de derde fase was dat de intensiteit waarmee de debatten over de oorlog werden gevoerd, afnam. Het politieke thema verdween daarmee iets naar de achtergrond. In plaats daarvan kreeg het thema van de Jodenvervolging en daarmee dus het thema van de mensenrechten veel aandacht. De rol van het nationale thema was al in een eerder stadium minder geworden. De Jodenvervolging speelde in deze fase een dominante rol en bovendien verschoof de historiografie van de Holocaust naar een jongere generatie historici. Anders dan voorheen waren deze mensen niet uitsluitend Joods en wat zij wilden onderzoeken was de Nederlandse paradox. Deze term sloeg op de tegenstrijdigheid tussen het ogenschijnlijke tolerante culturele klimaat en het lage niveau van antisemitisme in Nederland enerzijds en het enorme aantal omgekomen Nederlandse Joden tijdens de Duitse bezetting aan de andere kant (De Haan, 2008, pp. 359-364). Deze jonge generatie historici verwierpen de morele benadering van het verleden. In plaats van het verleden te zien in termen van goed en fout, moest er een neutraler beeld ontstaan. Onder andere Chris van der Heijden heeft hier een belangrijke bijdrage aan geleverd met zijn boek Grijs Verleden. Van der Heijden wilde niet meer uitsluitend de aandacht vestigen op de overduidelijk goede verzetsstrijders en foute landverraders en collaborateurs. In plaats daarvan keek hij naar het gedrag van de enorme groep daar tussenin, het gros van de Nederlandse bevolking. Zijn conclusie was dat die groep in het begin van de oorlog vooral een passieve houding aannam en zo veel mogelijk door probeerde te gaan met het eigen leven. Naarmate het alledaagse leven meer werd beïnvloed door de Duitse bezetting, ontstonden er tekenen van verzet. Dit verzet kwam dus niet voort uit morele overwegingen, maar uit noodzakelijkheid. Hiermee geeft Van der Heijden een antwoord op het vraagstuk van de Nederlandse paradox: [T]he vast majority of Netherlanders did not join the resistance and remained as frightened conformists. At the extremes, this has been as a contributory element in explaining the high levels of Jewish mortality in the Netherlands (Moore, 2003, p. 161). In de verhalen over de oorlog vormt het ondergane leed steeds het uitgangspunt. De militaire gebeurtenissen spelen in die verhalen vaak maar een ondergeschikte rol. Positieve aspecten van het Nederlandse oorlogsverleden komen eigenlijk alleen aan bod wanneer het gaat over de vastberadenheid van het Nederlandse volk zich tegen de Duitsers te verzetten. In de verhalen over de oorlog spelen het lijden van de slachtoffers en de vastberadenheid van de verzetsstrijders altijd een grote rol. De lessen die men hieruit dient te trekken is dat iets dergelijks nooit meer mag gebeuren. De boodschap is aldus het scheppen van een betere wereld.

Deze drie thema s (leed, vastberadenheid en een betere wereld) komen vooral in veel Nederlandse oorlogsmonumenten goed tot uiting. Nemen we bijvoorbeeld het Nationaal Monument op de Dam in Amsterdam, dan zien we dat het leed uitgebeeld wordt door vier mannen in het centrum, die gekruisigd en geketend zijn. Vastberadenheid wordt uitgebeeld door twee naakte mannen aan weerszijden van deze vier lijdende mannen, die met hun geest en kracht de ellende zouden bestrijden. Hier bovenuit steekt een zuil waarop een beeltenis van moeder en kind is aangebracht. Hun blik is gericht op de toekomst, een betere toekomst (Blom, 1995, pp. 532-533). Het verleden wordt als iets geconstrueerd waaruit wij lessen moeten trekken. Dit gebeurt in zowel verhalen als monumenten en hier zie je duidelijk dat de herinnering aan de oorlog vooral een zingevende betekenis heeft. Mensen als Van der Heijden hebben weliswaar kritiek geleverd op een dergelijke moralistische benadering van het verleden, de invloed hiervan op het publieke debat moet echter niet overschat worden. Voor het grote publiek geldt nog steeds: In de oorlog is bepaald wat goed is en wat fout.

Literatuur Blom, J.C.H. (1995). Lijden als waarschuwing. Oorlogsverleden in Nederland. In Ons Erfdeel, 38, pp. 531-541. De Haan, I. (2008). The paradoxes of Dutch history Historiography of the Holocaust in the Netherlands. In D. Bankier, & D. Michman (eds.), Holocaust Historiography in Context. Emergence, Challenges, Polemics and Achievements (pp. 355-376). Jerusalem: Nathan Shlomo Press. Judt, T. (2005). From the House of the Dead. An Essay on Modern European Memory. In T. Judt, Postwar. A History of Europe Since 1945 (pp. 903-834). London: Penguin Press. Moore, R. (2003). Goed en fout or grijs verleden? Competing perspectives on the history of the Netherlands under German Occupation 1940-1945. In Dutch crossing: a journal for students of Dutch in Britain, 27, 2, pp. 155-168.