De wereld verkennen: kinderen leren verschillend

Vergelijkbare documenten
De wereld verkennen: kinderen leren verschillend

De wereld verkennen: leren in en met de groep

Beroepsproduct Project Wetenschap en technologie op de basisschool

Amsterdams onderwijs in beeld

Lesvoorbereidingsmodel

De wereld verkennen: leren in en met de groep

Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan

Amsterdams onderwijs in beeld

Leren door spelen. Leer- en ontwikkelingslijnen van het jonge kind. Blok 2.2. Studiewijzer Pabo Deeltijd

Hoe leer ik kinderen rekenen in groep 3 en 4? Weekschema PABWJ314X

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Toelichting Startbekwaamheidsgesprek voor opleidings- en werkveldexaminatoren

Lesgeven over Amsterdam

Lesgeven over Amsterdam

1 De kennisbasis Nederlandse taal

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Basisonderwijs in Nederland, toen en nu

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren.

Terugblik masterclasses HAN Pabo

Basisonderwijs in Nederland, toen en nu

Technisch gesproken reken ik daarop. Taal, techniek en rekenen-wiskunde bij jonge kinderen.

Amsterdams onderwijs in beeld

beheerst de volgende vaardigheden, kan deze onderwijzen en vaardigheden

De wereld verkennen: leren in en met de groep

Amsterdams onderwijs in beeld

kennisbasis vakdidactiek biologie auteurs Teresa Maria Dias Pedro Gomes, Stefan Bosmans en Marnix van Meer

kempelscan K1-fase Eerste semester

Leren door te spelen. Blok 1.3. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT 1.3 DEFINITIEVE VERSIE pagina 1

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

CURSUSBESCHRIJVING Deel 1

Diversiteit: Blok 2.2. Contact en communicatie. Studiewijzer Pabo Voltijd

Amsterdams onderwijs in beeld

Leren door te spelen. Blok 1.3. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT 1.3 DEFINITIEVE VERSIE pagina 1

Studiehandleiding eigen vaardigheid basistoets Nederlands (studiegidsnr: 70710P06MY)

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren.

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren

Stap 1 Doelen vaststellen

Leerdoelen, leerlijnen en leeractiviteiten

Diversiteit: Blok 2.2. Contact en communicatie. Studiewijzer Pabo Voltijd Studiewijzer VT DEFINITIEVE VERSIE pagina 1

Jij maakt het verschil! Leren en ontwikkelen stimuleren

CKV Festival CKV festival 2012

Cluster rekenen/wiskunde & didactiek. Verantwoording module Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen Pagina 1

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk oriëntatie

Beoordelingsformulier Verslag Vakprofilering Geschiedenis Code: OTR3-PRWT1-15 EC: 5

kempelscan P2-fase Studentversie

Studiehandleiding Taal en diversiteit

Inhoud. Inleiding 9. 5 Planning Leerdoelen en persoonlijke doelen Het ontwerpen van het leerproces Planning in de tijd 89

Het oudere kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Achtergrond onderzoeksvraag 1

21 e eeuwse vaardigheden in het onderwijs. stand van zaken en toekomstige mogelijkheden. Petra Fisser VELON-studiedag Breda, 13 november 2015

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Onderwijs en Opvoeding. HANDLEIDING Educatieve minor

Het oudere kind. Blok 3.2. Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school. Studiewijzer Pabo Voltijd

Stappenplan Ontdekken van de Wereld

Toetsbekwaamheid BKE november 2016

Het jonge kind. Blok 3.1. Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

Presentatie VTOI 8 april Paul Schnabel

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Kennismaken met het Amsterdamse onderwijs

Afstudeerfase. Jaar 4 (Blok 4.1 t/m 4.4) Verantwoordelijkheid nemen. voor het leerproces van kind en groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

WORKSHOP LEERLIJNEN. Dag van de Cultuureducatie: workshop leerlijnen

Scenario: theoretisch blok (voorbeeldscenario / blauwdruk van een leerpraktijk)

1 en 2 oktober Bezoek aan Groningen

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Wetenschap & Technologie Ontwerpend leren. Ada van Dalen

Leerwerktaak Bouwen aan grammatica

Werkplan vakverdieping kunstvakken

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden

Ontwikkelingen in het onderwijs

- vaardigheden en praktijk ontwikkelen om op basis van een professionele dialoog met scholen samen te werken.

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee.

Vakdidactiek 2 Didactiek van de hoofdvaardigheden

Het verbeteren van zelfwerkzaamheid van 2 havo/vwo leerlingen.

ICC Netwerkbijeenkomst MOCCA: Evalueren kun je leren. Marjo Berendsen

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

Leerwerktaak Spreken is goud!

Opdrachten bij hoofdstuk 1

Fianne Konings en Marjo Berendsen over Culturele instellingen en een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs door Jacolien de Nooij

Afstudeerfase. Jaar 4 (Blok 4.1 t/m 4.4) Verantwoordelijkheid nemen. voor het leerproces van kind en groep. Studiewijzer Pabo Voltijd

25. 21e eeuwse vaardigheden: wat moet je er mee en wat kan je er mee?

Wetenschap en technologie in het basisonderwijs

1 Waarover gaat natuuronderwijs? 1.1 Natuuronderwijs op school 1.2 Waarom natuur en techniek? 1.3 De centrale doelstelling van natuuronderwijs

BIJLAGE B NADERE UITWERKING VAN DE ONDERWIJSEENHEDEN VAN HET CURRICULUM VAN DE OPLEIDING VOOR DE PROPEDEUTISCHE FASE*

Informatie werkplekleren

Doordacht lesgeven bij sterk rekenonderwijs

BIJGESTELDE VISIE REKENEN & WISKUNDE

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder. Student(e) Klas Stageschool Plaats

Pendelen tussen stagepraktijk en opleiding

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie.

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Begin je (les)activiteit met een korte observatie aan de hand van onderstaande vragen:

Vereniging van leraren in de Economisch/maatschappelijke vakken

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

Transcriptie:

De wereld verkennen: kinderen leren verschillend Studiewijzer Pabo Voltijd Blok 2.4 2018 2019 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 1

INHOUD BLOK 2.4 DE WERELD VERKENNEN: KINDEREN LEREN VERSCHILLEND...3 HOE VER BEN JE MET DE OPLEIDING?... 4 HET ONDERWIJSPROGRAMMA VAN DE PABO EEN OVERZICHT VAN DEZE STUDIEWIJZER... 4 BEKNOPT OVERZICHT STUDIEPROGRAMMA EN TOETSING BLOK 2.4 VT... 6 HOOFDSTUK 1. THEMAONDERWIJS DE HOOR- EN WERKCOLLEGES...7 HOOFDSTUK 2. DE BEROEPSOPDRACHT PIMP DE LEERLIJN... 10 HOOFDSTUK 3. KENNIS EN VAARDIGHEDEN DE VAKCOLLEGES... 13 NEDERLANDS - TAALBESCHOUWING... 14 REKENEN-WISKUNDE: GECIJFERDHEID VOORBEREIDING KENNISBASISTOETS... 16 REDZAAM EN GEZOND GEDRAG... 18 MW 2.4: M&W IN SAMENHANG... 20 OVERZICHT ONDERDELEN VAKTOETS MENS EN WERELD 2.4... 22 CULTUURPROJECT 2: CULTUUR EN HET KIND - BURGERSCHAP... 23 HOOFDSTUK 4. DE PRAKTIJK VAN HET BASISONDERWIJS... 25 HOOFDSTUK 5. PROFESSIONELE EN PERSOONLIJKE ONTWIKKELING... 27 HOOFDSTUK 6. PRAKTISCHE INFORMATIE... 31 BIJLAGE 1. BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSOPDRACHT VT 2.4... 33 BIJLAGE 2. BEOORDELINGSFORMULIER CULTUURPROJECT JAAR 2... 35 BIJLAGE 3. BEOORDELINGSFORMULIER PPO 2.4 FUNCTIONERINGSGESPREK... 37 BIJLAGE 4. DE TAALNORM SCHRIJVEN VAN PABO HVA... 39 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 2

BLOK 2.4 De wereld verkennen: kinderen leren verschillend INLEIDING - Voor het ouder wordende kind wordt de wereld telkens groter. Bovendien gebeurt er van alles binnen de morele en creatieve ontwikkeling van ouder wordende kinderen. Zij ervaren en beschouwen de wereld anders dan in de jaren ervoor. Dit fenomeen vraagt om andere onderwijsarrangementen dan voor jonge kinderen. In dit blok krijg je het gereedschap in handen om voor de begeleiding van dit proces passend onderwijs te ontwikkelen. Het is de bedoeling dat je lessen leert ontwikkelen die de plaats kunnen innemen van de methodelessen. Het is daarbij jouw taak als leerkracht om de directe omgeving van het kind op constructieve wijze in je lessen in te zetten. We gaan dus op zoek naar onderwijsarrangementen waarmee kinderen uitgedaagd worden om de wereld verder te onderzoeken en te ontdekken. Want terwijl methodemakers inspelen op een gemiddelde situatie, zul jij als leerkracht die lessen moeten kunnen veranderen, ontwerpen of aanpassen opdat er een echt uitdagende leeromgeving ontstaat. Bovendien mag niet vergeten worden dat de leerkracht een belangrijke rol speelt als cultuur(over)drager. Als leerkracht ben je de tussenpersoon tussen de leefwereld van het kind en de grote wereld, niet in de laatste plaats die van het voortgezet onderwijs waar oudere kinderen op de basisschool zich op beginnen voor te bereiden. Kortom, als leerkracht voor het ouder wordende kind heb je te maken met een grote uitdaging en een grote verantwoordelijkheid. In dit blok gaan we je bijbrengen wat je nodig hebt om die verantwoordelijkheid te kunnen dragen. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 3

Hoe ver ben je met de opleiding? Dat de kinderen in Amsterdam van elkaar verschillen en op verschillende manieren leren, is in de loop van dit jaar wel duidelijk geworden. Toch is het belangrijk om niet alleen in te zoomen op al die verschillen, maar ook eens de groep als uitgangspunt te nemen. Dat gaan we dit blok doen. Want juist door al die verschillen kunnen de kinderen elkaar natuurlijk op een positieve manier aanvullen. Als jij dat als leerkracht kunt bevorderen is dat niet alleen goed voor de sfeer in je klas, maar op den duur ook voor de Amsterdamse samenleving als geheel. In het schema hieronder is weergegeven waar je je momenteel in de opleiding bevindt. 1 Kennismaken met onderwijs en met de stad Amsterdam Kind in de grote stad / Leerkracht in de grote stad 1.1 Amsterdams onderwijs in beeld 1.2 Lesgeven over Amsterdam 1.3 Neef Paul is top! 1.4 Heden en verleden van het Nederlandse basisonderwijs Praktijk Bovenbouw Bovenbouw Onderbouw (accent groep 1 en 2) Onderbouw (accent groep 1 en 2) 2 Differentiatie in opvoeden en onderwijzen 2.1 Leren en ontwikkelen stimuleren 2.2 Diversiteit: contact en communicatie Kinderen leren op verschillende manieren 2.3 De wereld verkennen: kinderen leren verschillend 2.4 Leren in en met de groep Praktijk Onderbouw (accent groep 3 en 4) Onderbouw (accent groep 3 en 4) Bovenbouw Bovenbouw 3 Hanteren van verschillen tussen kinderen in onder-/ bovenbouw 3.1 Hanteren van verschillen tussen kinderen in de groep, in onder- c.q. bovenbouw 3.2 Omgaan met verschillen: Samenwerken met ouders en deskundigen in en buiten de school Praktijk Onderbouw/bovenbouw Onderbouw/bovenbouw Minor 4 Verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces van kind en groep 4.1 Eigen (LiO)-groep: verantwoordelijkheid nemen voor het leerproces van kind en groep 4.2 (Eigen) onderwijs ontwikkelen en verantwoorden Voorbereiden overgang naar het werkveld 4.3 Voorbereiden overgang naar het werkveld 4.4 Voorbereiden overgang naar het werkveld _ Praktijk Lint LIO, bouw specialisatie Lint LIO, bouw specialisatie Lint LIO, bouw specialisatie Lint LIO, bouw specialisatie Het onderwijsprogramma van de Pabo Een overzicht van deze studiewijzer Ieder blok is schematisch op te delen in vier onderdelen. Het themaonderwijs, dat in het schema hieronder in het gele vak is aangegeven, bestaat uit hoorcolleges, werkcolleges en practica, waarvan de kennis halverwege het blok wordt getoetst in de thematoets (zie hoofdstuk 1 van deze studiewijzer voor een beschrijving van de themalijn). Daarnaast werk je het gehele blok aan een beroepsopdracht. Deze opdracht vormt de schakel tussen de kennis en vaardigheden die je tijdens de colleges opdoet (links in het schema, in het blauw), en de praktische toepassing van die kennis voor de klas ('Praktijk', rechts in het schema, in het groen) - vandaar ook dat de beroepsopdracht in het schema in het midden is geplaatst. Het beroepsproduct dat je aan het eind van het blok oplevert, heeft altijd een directe relatie met het werken in de klas en in de school (zie hoofdstuk 2). De vakinhoudelijke kennis en vaardigheden staan ook in het teken van het blokthema. Je volgt vakcolleges en je oefent je vaardigheden in de verschillende vakdomeinen. In hoofdstuk 3 zijn alle vakken die je dit blok gaat volgen uitgebreid beschreven, alsmede de literatuur die je ervoor nodig hebt, de vakopdracht en alle andere relevante informatie. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 4

Let op: het is van belang dat je weet dat sommige, verschillende vakken vallen onder dezelfde studiegidscode, die steeds als één eenheid worden getoetst. Aan het begin van hoofdstuk 3 van deze studiewijzer leggen we dat nog eens helder uit. Natuurlijk loop je dit blok ook weer echt mee in de praktijk van het basisonderwijs, te weten in de bovenbouw. Hoewel alle informatie daarover in de praktijkgids vermeld staat (te downloaden via MijnHvA) worden de belangrijkste zaken met betrekking tot de praktijk voor het komende blok in hoofdstuk 4 van deze studiewijzer nog even voor je op een rijtje gezet. Tijdens de professionele persoonlijke ontwikkeling (roze in het gekleurde schema en hoofdstuk 5 van deze studiewijzer) word je begeleid door jouw kerndocent. Deze ondersteunt je bij het uitvoeren van de beroepsopdracht, ziet toe op je studievoortgang en koppelt je stage-ervaringen aan de opleiding. Het onderwijsprogramma voor dit blok ziet er daarmee als volgt in schema uit: Thema: De wereld verkennen: kinderen leren verschillend Pedagogiek/Themalijn 2.4 Kennis en Vaardigheden Vaktoets Nederlands 2.4 Vaktoets Mens & Wereld 2.4 Cultuurproject 2.4 Beroepsopdracht Beroepsopdracht 2.4 Praktijk Praktijktoets 2.4 Professionele en persoonlijke ontwikkeling PPO 2.4 Tot slot: in hoofdstuk 6 van deze studiewijzer is alle praktische informatie voor je op een rijtje gezet, zoals een kalenderoverzicht van dit blok, een literatuurlijst, een overzicht van handige en belangrijke internetsites, de BSAnorm, een overzicht van het vereiste taalniveau, etc.. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 5

Beknopt overzicht studieprogramma en toetsing blok 2.4 VT Hieronder vind je een samenvatting van het studieaanbod en de wijze van toetsen van blok 2.4. Uitgebreide informatie (bv. over de toetsstof en de omschrijving van de opdracht) staat in deze studiewijzer bij het betreffende studieonderdeel. BLOK 2.4 VT - STUDIEPROGRAMMA & TOETSING 2018-2019 COLLEGES door Hoorcolleges Pedagogiek/themalijn Vakdocent PE /gastdocent Vakdocenten KO Vakcolleges Mens & Wereld Vakdocenten MW TOETSING STP. TOETSVORM TOETSMOMENT HERKANSING Pedagogiek / Themalijn 2.4 (thematoets) Mens & Wereld 2.4 (vaktoets) 2 2 Meerkeuze 40 vragen Toetsweek 2 van blok 2.4 Datum 1 : Open vragen Toetsweek 2 van blok 2.4 Datum: Zie herkansingsrooster Zie herkansingsrooster Vakcolleges Nederlands Vakdocenten NE Nederlands 2.4 (vaktoets) 2 Meerkeuze 20 vragen Toetsweek 2 van blok 2.4 Datum: Zie herkansingsrooster Cultuuronderwijs Cultuurdossier 2 Verslag in dossiervorm Toetsweek 1 van blok 2.4 Zie herkansingsrooster Begeleidingscolleges Werkcolleges Practica Beroepsopdracht Kerndocent Beroepsopdracht 2.4 2 Verslag (zie voor de specifieke eisen de opdracht in de studiewijzer). Beoordeling door andere kerndocent a.d.h.v. beoordelingsformulier Toetsweek 1 van blok 2.4 Datum: Zie herkansingsrooster Stage Opleider in de school of stagedocent Stagementor Praktijk 2.4 3 Stagebeoordeling Beoordeling door opleider in de school of stagedocent a.d.h.v. beoordelingsformulier Toetsweek 1 van blok 2.4 Datum: Zie herkansingsrooster Begeleiding PPO Kerndocent PPO 2.4 2 TOTAAL AANTAL STUDIEPUNTEN BLOK VT 2.4 15 Functioneringsgesprek PPO Beoordeling door eigen kerndocent a.d.h.v. beoordelingsformulier Toetsweek 1 van blok 2.4 Datum: Zie herkansingsrooster 1 Zie voor de toetsdata het actuele toetsrooster en vul hier de datum zelf in. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 6

HOOFDSTUK 1. Themaonderwijs De hoor- en werkcolleges SIS-code Pedagogiek/Themalijn 2.4 INLEIDING - In dit blok leer je onderwijs te ontwerpen op basis van observatie- en toetsgegevens. Je kunt rijke lessen ontwerpen die aanvullend zijn op methodelessen of in plaats daarvan komen. Je maakt gebruik van de directe omgeving van het kind en de school, zodat een uitdagende omgeving ontstaat. In dit blok is er ook aandacht voor de overgang naar het voortgezet onderwijs en voor mediawijsheid. Leerdoelen Je kent de kenmerken bij de verschillende fasen van opbrengstgericht onderwijs ontwerpen en je kunt concrete toepassingen voor je onderwijspraktijk benoemen. Je kunt doelen vaststellen bij het ontwerpen van opbrengstgericht onderwijs. Je weet hoe je opbrengstgerichte leeractiviteiten kunt ontwerpen. Je weet hoe je op basis van kwalitatieve gegevens, zoals observaties en gesprekken met kinderen, onderwijs kunt evalueren, verantwoorden en waar nodig bijstellen. Je kunt inhoud geven aan het begrip afrekencultuur door te benoemen wat de drie risico s in het huidige onderwijs zijn én wat de drie uitdagingen voor het onderwijsbeleid van de komende jaren zijn. Je weet hoe het verwijzingsproces van groep 8 naar het voortgezet onderwijs is vormgegeven in Amsterdam, van de interpretatie van bijbehorende toetsgegevens tot adviesgesprekken met ouders en je weet wat dit betekent voor de onderwijspraktijk. Je kent het begrip mediawijsheid en kent verschillende manieren om mediaeducatie in het basisonderwijs vorm te geven. Het programma Bijeenkomsten Les 1: Opbrengstgericht onderwijs ontwerpen I Op veel basisscholen is men momenteel sterk gericht op opbrengstgericht werken. Opbrengstgericht werken houdt in dat er systematisch en doelgericht wordt gewerkt aan het maximaliseren van prestaties. In dit college wordt stilgestaan bij de vraag: Hoe en waarom opbrengstgericht ontwerpen? Les 2: Opbrengstgericht onderwijs ontwerpen II In deze les staat het ontwerpen, geven en evalueren van opbrengstgerichte activiteiten centraal. Je gaat dan ook aan de slag met het ontwerpen van opbrengstgerichte leeractiviteiten voor de bovenbouw leerling. Les 3: Opbrengstgericht onderwijs evalueren; de zin en onzin van testen en toetsen. In deze les staat het evalueren van een leerproces over een langere periode centraal. De manier waarop in het onderwijs geëvalueerd wordt, hangt samen met het doel van de evaluatie. We bespreken verschillende soorten evaluaties en toetsen. Jouw activiteiten vooraf Bakx, A., Ros, A. & Bolhuis, E. (2017) Cyclisch onderwijs ontwerpen. Hoofdstuk 2 & 3 Bakx, A., Ros, A. & Bolhuis, E. (2017) Cyclisch Onderwijs Ontwerpen. Hoofdstuk 4 & 6 Bakx, A., Ros, A. & Bolhuis, E. (2017) Cyclisch Onderwijs Ontwerpen. Hoofdstuk 7 & 8 Maar wat doen we met al deze informatie? Zijn er ook risico s en nadelen van het evalueren, testen, vergelijken.afrekenen? 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 7

Les 4: Naar het voortgezet onderwijs De kernprocedure van Amsterdam is het uitgangspunt en aan de hand daarvan wordt het verwijzingsproces in Amsterdam besproken. We besteden aandacht aan (de macht van) de cito-scores, de verschillende typen voortgezet onderwijs in Amsterdam. Je krijgt deze les praktijkvoorbeelden uit groep 8; je bekijkt toetsen en toetsuitslagen en oefent met het analyseren en interpreteren van de gegevens. Les 5: Digitale geletterdheid In het nieuwe curriculum zullen de leerlijnen voor digitale geletterdheid (basisvaardigheden, informatievaardigheden, computational thinking en mediawijsheid) een basis vormen voor de ontwikkeling van 21e eeuwse vaardigheden. We gaan in op de eisen die dit stelt aan de leerkracht die in 2021 afstudeert. Les 6: Mediadidactiek Lesgeven over het gebruik van materialen en middelen, en kinderen met behulp daarvan laten leren, is al zo oud als het onderwijs zelf. Er zullen altijd nieuwe middelen beschikbaar komen, waarbij de vraag zal blijven of het een nuttige toepassing is voor het leren, of een leuk tijdverdrijf. We gaan in op de meerwaarde van (digitale) leermiddelen en de keuzes die je daarbij maakt. Je leert de juiste vragen te stellen over de werking en het gebruik van educatieve software zodat je helder krijgt op basis waarvan je je keuzes kunt maken. Les 7: Mediapedagogiek In de leefwereld en belevingswereld van kinderen nemen (sociale) media een belangrijke plaats in. Dit is voor kinderen net zo gewoon als knutselen maar in beide gevallen worden zij er beter in door goed onderwijs. We gaan in op de positieve manieren waarop je kinderen met media laat omgaan. Daarmee bereid je ze ook voor op de negatieve ervaringen die kunnen plaatsvinden. Verdiep je in de kernprocedure van Amsterdam via https://www.swvadam.nl/diensten/naar-een-andere-school/vanbasisschool-naar-voortgezet-onderwijs https://www.verenigingosvo.nl/wpcontent/uploads/2018/10/kernprocedure-overstap-po-vo-2019.pdf Hoofdstuk 2.3 en 2.4 uit het onderzoek naar digitale geletterdheid: http://downloads.slo.nl/repository/21e-eeuwse-vaardigheden-inhet-curriculum-van-het-funderend-onderwijs.pdf Bekijk de voorbeeldleerlijnen digitale geletterdheid van SLO: http://curriculumvandetoekomst.slo.nl/projecten/leerlijnen-digitalegeletterdheid Het artikel over digitale leermiddelen. https://wij-leren.nl/differentieren-digitale-leermiddelen.php Tip 1: Gebruik de leesmodus van je browser. Tip 2: De beschreven illustraties zijn facultatief. De hoofdstukken 2, 6 en 7 uit het handboek mediawijsheid. Het boek is al ouder waardoor de voorbeelden zoals hyves niet meer actueel zijn. De kennis van mediawijze kinderen is dat nog steeds. https://mijnkindonline.nl/sites/default/files/uploads/handboek%20m ediawijsheid%20versie%20website.pdf Toetsing De leerdoelen die bij het themaonderwijs horen, worden getoetst in de thematoets. Het betreft een schriftelijk tentamen, dat zal bestaan uit 40 meerkeuzevragen. De toets wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien minimaal 67% van de meerkeuzevragen goed beantwoord is. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 8

Literatuur / toetsstof Bakx, A., Ros, A. & Bolhuis, E. (2017), Cyclisch Onderwijs Ontwerpen. Hoofdstuk 2: Zelf onderwijs ontwerpen Hoofdstuk 3: Doelen stellen Hoofdstuk 4: Leeractiviteiten ontwerpen Hoofdstuk 6: Leeractiviteiten begeleiden Hoofdstuk 7: Evalueren Hoofdstuk 8: Werken met (toets) gegevens Thijs, A., Fisser, P., & Hoeven, M. van der. (2014). 21 e eeuwse vaardigheden in het curriculum van het funderend onderwijs. Enschede: SLO. Te raadplegen op http://downloads.slo.nl/repository/21e-eeuwse-vaardigheden-in-hetcurriculum-van-het-funderend-onderwijs.pdf Hoofdstuk 2.3: Digitale geletterdheid Hoofdstuk 2.4: Conclusies Zwanenburg, F., & Pardoen, J. (2010). Handboek mediawijsheid op school. Leidschendam: Stichting Mijn Kind Online. Te raadplegen op https://mijnkindonline.nl/sites/default/files/uploads/handboek%20mediawijsheid%20versie%20website.pdf Hoofdstuk 2: Kinderen en hun mediagebruik Hoofdstuk 6: Integratie in het onderwijs Hoofdstuk 7: Tips voor scholen Cöp, J. (2015). Differentiëren met digitale leermiddelen. Te raadplegen op https://wij-leren.nl/differentierendigitale-leermiddelen.php Alle collegestof, dat wil zeggen PowerPoints alsmede uitgereikte materialen. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 9

HOOFDSTUK 2. De beroepsopdracht Pimp de leerlijn SiS-code: Beroepsopdracht 2.4 In groep 5 is een kist neergezet: Spelen met spiegels. Een kind heeft de kist gevonden en is ermee gaan experimenteren. Het doet allerlei ontdekkingen met bolle en holle spiegels, kijkt in een caleidoscoop en periscoop. Daardoor vormt het kind een concept over een spiegel. Het kind vertelt de leerkracht dat als je naar de spiegel kijkt je eigenlijk in de spiegel gevangen wordt en er alleen maar uit kan door niet meer te kijken. De leerkracht luistert naar dit denkschema en stelt nog enkele vragen, maar gaat niet in op de onjuistheid van deze verklaring. De volgende les zal namelijk aan de hand van een opdrachtenkaart aan bod komen dat je ook andere dingen en mensen in de spiegel kan zien, terwijl deze niet in de spiegel kijken. Daarna zal er een les komen waarin de leerkracht de principes van licht en straling gaat uitleggen (Naar Slangen, 2005, p. 93). INLEIDING - In jaar 1 heb je al een aantal lessen gegeven aan kinderen in de bovenbouwleeftijd. Waarschijnlijk heb je toen gebruik gemaakt van de lesmethodes die aanwezig waren in jouw stageklas. In deze methodes worden lessen in een bepaalde volgorde aangeboden en wordt er gewerkt naar een tussendoel behorende bij de leeftijdsgroep, waarbij meestal wordt uitgegaan van een gemiddeld kind in Nederland. Uitgeverijen willen dat zo veel mogelijk scholen gebruik kunnen maken van hun boeken en dus houden ze de lesstof het liefst zo algemeen mogelijk. Als leerkracht heb je soms echter de behoefte om deze methodes te verrijken met eigen materiaal of zelfs een eigen lessenreeks, zodat het geheel beter aansluit bij jouw specifieke situatie en je daardoor beter in staat bent om de doelen te bereiken. In deze beroepsopdracht ga je jouw eigen onderwijs ontwerpen; je kiest een lessenserie, stelt deze bij en geeft een lessenserie van drie lessen waarbij je zorgt voor een uitdagende leeromgeving die past bij de kinderen uit jouw stageklas. De didactiek ontwerpend óf onderzoekend leren komt duidelijk terug in jouw lessenserie. Je dient na te gaan of de voorgenomen doelen zijn behaald, dus je maakt een evaluatie-instrument. Leerdoelen Je kunt zelfontworpen lessen op het gebied van Mens en Wereld verantwoorden aan de hand van leerlijnen, tussendoelen en kerndoelen. Je kunt onderwijs ontwerpen op het gebied van Mens en Wereld volgens een onderbouwde didactische ontwerproute. Je bent in staat in de zelfontworpen lessenserie de verschillende stappen van het onderzoekend of ontwerpend leren toe te passen. Je kunt een evaluatie-instrument, passend bij de eigen lessenserie, ontwerpen en kan deze uitleggen aan derden. Je kunt conclusies trekken ten aanzien van eigen handelen, de gegeven lessenserie en de leeropbrengst hiervan. Het programma Bijeenkomsten Week: 1: Inleiding op de beroepsopdracht. In deze bijeenkomst bespreken we de beroepsopdracht en bekijken we de gegeven voorbeeldlessenseries. Jouw activiteiten vooraf Bestudeer de beschrijving van de beroepsopdracht in deze studiewijzer. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 10

Week: 2: Ontwerproute. We brengen de drie componenten: leerstof, leerling, leefwereld van je stageklas in beeld (didactische ontwerproute) en we bekijken op welke wijze die passen bij de gekozen lessenserie. Week: 3: Ontwerpen lessenserie. In deze bijeenkomst gaan we aan de slag met het voorbereiden van de lessen, zodat je die in de stageweek kunt uitvoeren. Week: 4: Evaluatie-instrument en feedback. In deze bijeenkomst ga je je eigen evaluatie-instrument ontwerpen met elkaar. Je krijgt feedback aan de hand van een criterialijst. Week: 5: Conclusies trekken. In deze bijeenkomst blikken we terug op de uitgevoerde lessen en trek je conclusies ten aanzien van de gegeven lessenserie. Week 6: Feedback. Aan de hand van de gegeven criteria wordt feedback gegeven. De beroepsopdracht Eindproduct: Het eindproduct betreft een product over de gegeven lessenreeks van drie lessen op het gebied van Mens en Wereld met als didactiek onderzoekend of ontwerpend leren. Alle lessen uit de lessenserie sluiten logisch op elkaar aan (volgens de didactiek van ontwerpend of onderzoekend leren). Je beschrijft in het product de inhoud van je lessenserie en de verantwoording van je ontwerproute en de gekozen werkvormen, je analyseert de opbrengsten en trekt conclusies voor het handelen van de leerkracht met betrekking tot het ontwerpen van onderwijs. Je levert het evaluatie-instrument, dat bij deze lessenreeks ontworpen en gebruikt is, in als bijlage bij je product. Stap 1 Je kiest een ontwerproute. Op grond hiervan maak je een keuze uit de gegeven voorbeeldlessenseries voor het ontwerpen van jouw lessenreeks op het gebied van Mens en Wereld. Je beschrijft aanpassingen op deze gegeven lessenserie toegespitst op jouw situatie. In jouw ontwerp komt naar voren welke ontwerproute je toepast en welke doelen je nastreeft, onderbouwd vanuit literatuur. Je maakt hierbij gebruik van de vastgestelde beginsituatie van je klas. Stap 2 Je presenteert een eerste uitwerking van de lessen die je hebt ontworpen, met verantwoording van je gemaakte keuzes. Je hebt tevens een opzet voor een evaluatie-instrument gereed. Je toetst jouw ontwerp aan de deskundige visie van jouw medestudenten. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 11

Beoordelingscriteria De beoordelingscriteria zijn: Je verantwoordt de eigen ontworpen lessenserie met betrekking tot de volgende aspecten: de gekozen ontwerproute, kenmerken van een rijke en uitdagende leeromgeving en de relatie tot leerlijnen, tussendoelen en kerndoelen. Je hebt in het ontwerp de didactiek van het onderzoekend of ontwerpend leren verwerkt. Je verantwoordt de gekozen didactische werkvormen. Je beschrijft conclusies ten aanzien van eigen handelen, de gegeven lessen en de leeropbrengsten. Deze criteria worden getoetst aan de hand van het beoordelingsformulier in bijlage 1 van deze studiewijzer. Let op: als voldoende beoordeelde producten worden altijd opgenomen in het portfolio. Een geactualiseerd portfolio geldt als voorwaarde voor het functioneringsgesprek met de kerndocent aan het eind van het semester. Houd je portfolio dus zorgvuldig bij! 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 12

HOOFDSTUK 3. Kennis en vaardigheden de vakcolleges INLEIDING - Dit onderdeel van de studiewijzer beschrijft de vakcolleges die je dit blok gaat volgen. Daarbij is het van belang dat je het onderscheid kent tussen de titel van de collegereeks, het vakdomein waar deze onder valt en de code van de eenheid die met de studiegids correspondeert. Iedere collegereeks heeft afzonderlijk een titel, maar verschillende collegereeksen kunnen onder dezelfde studiegidscode vallen. Per blok wordt steeds het cluster dat onder één eenheid valt (zoals Kunstzinnige oriëntatie 2B), in één keer getoetst. Het kan dus voorkomen dat verschillende collegereeksen in één afsluitende vaktoets samenkomen. Iedere beschrijving hieronder is op dezelfde wijze gestructureerd. We beginnen met een korte inleiding. Dan volgen steeds een beschrijving van de leerdoelen, een schematische weergave van het programma (opgedeeld in de behandelde stof tijdens de bijeenkomst, en de voorbereiding die we voor die bijeenkomst van je verlangen), informatie over de toetsing en een overzicht van de literatuur/toetsstof. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 13

3.1 Titel: Nederlands - Taalbeschouwing SiS-code: Vaktoets Nederlands 2.4 INLEIDING - Bij een les Taalbeschouwing in de klas reflecteren kinderen op taal en taalverschijnselen: de vorm, betekenis en functie van taal. Kinderen worden zich bewust van bedoelingen en effecten van taalgebruik. Ook het nadenken over de dubbele betekenis van woorden, over het onderscheid tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik en het gebruik van dialecten rekenen we tot de taalbeschouwing. Kinderen vinden dit vaak interessant. Voor meertalige of taalzwakke leerlingen kan taalbeschouwing een zeer uitdagend onderdeel zijn. Talig begaafde kinderen kunnen op dit gebied juist wel wat extra uitdaging gebruiken. Met Taalbeschouwing op de basisschool beogen we de taalbeheersing van een leerling te verbeteren. Niet alleen op het gebied van Taalbeschouwing zelf, maar op alle gebieden van taalvaardigheid: spreken, luisteren, lezen en stellen. Leerdoelen Je kent uit de Kennisbasis Nederlandse Taal voor de pabo alle onderwerpen uit het domein Taalbeschouwing. Je kent de theorie omtrent taalbeschouwing. Je kent de leerlijnen en kerndoelen die horen bij Taalbeschouwing op de basisschool. Je kent de argumenten voor en tegen het nut van traditionele schoolgrammatica. Het programma Bijeenkomsten 1. Inleiding: wat is taalbeschouwing? Aan de orde komen de plaats en vorm van taalbeschouwing in het onderwijs, alsmede de zes taalbeschouwingsstrategieen. Jouw activiteiten vooraf Paus et al. (2014), Portaal, hoofdstuk 1 en 7. 2. Taalbeschouwingsonderwijs. We bespreken de zes niveaus van taalbeschouwing en mogelijke onderwerpen die in aanmerking komen in de taalles. Zie boven. 3. Taalbeschouwingsstrategieën. In deze les wordt nader ingegaan op de verschillende strategieën. Er is expliciet aandacht voor wat leerlingen moeten leren. 4. Traditionele grammatica. Wat is de zin (of onzin) van traditionele grammatica? Tijdens deze les wordt besproken wat de waarde van dit onderwijs is en verdiepen we ons in argumenten voor en tegen. Afsluitend bekijken we de werkwijze van grammaticaonderwijs volgens de principes van Maria Montessori. 5. Taalverschijnselen In deze les wordt taal op zichzelf bestudeerd: taaltypologie en taalverwantschap, variaties in taal en taalgebruik. Tot slot bespreken we overeenkomsten en verschillen tussen spreekwoorden, gezegdes en uitdrukkingen. Zie boven. Zie boven. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 14

Toetsing Deze collegereeks correspondeert met de onderwijseenheid Nederlands 2.4. De stof die binnen deze onderwijseenheid wordt aangeboden, wordt getoetst in de vaktoets Nederlands 2.4. Dit betreft een schriftelijk tentamen van 40 meerkeuzevragen. De grens voldoende / onvoldoende hangt af van het aantal vragen en het aantal antwoordmogelijkheden. De toets wordt als voldoende beoordeeld (cijfer: 5,5) indien minimaal 67% van de meerkeuzevragen goed beantwoord is. Literatuur - Paus, H. (Red.) (2014). Portaal, praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs. Bussum: Coutinho.* Hoofdstuk 1 Taal en taalonderwijs. Hoofdstuk 7 Taalbeschouwing. * Studenten die de vijfde druk van Portaal (2018) hebben aangeschaft bestuderen hoofdstuk 1 en hoofdstuk 9. - De kerndoelen 10 en 11 op: http://tule.slo.nl - De PowerPoints en alle collegestof. - De begrippenlijst Taalbeschouwing (op MijnHvA). 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 15

3.2 Titel: Rekenen-Wiskunde: Gecijferdheid Voorbereiding Kennisbasistoets SIS-code: Kennisbasistoets Rekenen-Wiskunde INLEIDING De Kennisbasis heeft betrekking op drie soorten kennis die landelijk getoetst wordt. Bij kennis van de wiskunde (1) wordt van je gevraagd om correct te rekenen en te kunnen redeneren. Daarnaast moet je als toekomstig leraar beschikken over kennis van het rekenwiskundeonderwijs (2). Deze kennis is nodig om in te kunnen spelen op het kinderlijk denken. Denk daarbij aan uitleggen, het kennen en herkennen van oplossingsstrategieën, deze kunnen interpreteren en beoordelen, en hen verder kunnen helpen in hun rekenontwikkeling. Ten derde moet je als leraar beschikken over kennis om situaties uit het alledaagse leven op reken-wiskundige wijze te interpreteren en te verklaren en deze kennis zo nodig kunnen vertalen in tekeningen, modellen, tabellen en schema s (3). Meer informatie vind je op de website van www.10.voordeleraar.nl De toets bestaat uit 66 opgaven die verdeeld zijn over de vijf rekendomeinen: hele getallen, gebroken getallen (verhoudingen, breuken, kommagetallen, procenten), meten, meetkunde en verbanden. Tijdens de bijeenkomsten werk je niet alleen aan de voorbereiding van de Kennisbasis, maar ook aan je gecijferdheid als leerkracht basisonderwijs, je professionele gecijferdheid. De doelstellingen van deze leereenheid zijn hiervan afgeleid (zie hierna). De doelstellingen van de eenheid worden benaderd onder ander door tijdens de lessen samen te werken, elkaar oplossingen van rekenproblemen te voorzien en daarbij gebruikte aanpakken voor te leggen, oplossingen van anderen proberen te begrijpen, en zonodig (kritisch) te bevragen. De lessen staan in het teken van het verbeteren van de eigen vaardigheid, het ontwikkelen van de vaktaal, het doorzien en herkennen van de onderliggende (gelijksoortige) structuur van opgaven en het leren oplossen van rekenproblemen met behulp van heuristieken. Dat zijn richtlijnen die de kans op het vinden van een oplossing voor het aangeboden probleem vergroten. In de lessen wordt een eigen inbreng van je verlangd op basis van eigen werk naar aanleiding van de aangeboden opgaven tijdens de bijeenkomsten. De daarin voorkomende moeilijkheden en de tussenstappen die gezet werden om tot de oplossing te komen stel je per email voor aanvang van de volgende bijeenkomst ter beschikking. Dit materiaal wordt mede gebruikt als input voor de lessen. Het is tevens een mogelijkheid om passende ondersteuning te bieden. Leerdoelen Je toont aan voldoende rekenvaardig en gecijferd te zijn; Je kunt rekenen-wiskunde betekenis geven aan leerlingen; Je kunt oplossingsprocessen realiseren en niveauverhogingen bewerkstelligen; en Je kunt het wiskundige denken van leerlingen bevorderen. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 16

Het programma Bijeenkomsten 1. Hele getallen Kennis van wiskunde Kennis voor de leraar Maatschappelijke relevantie Jouw activiteiten vooraf Ale & Van Schaick (2014) Hoofdstuk 1 2 Gebroken getallen Kennis van wiskunde Kennis voor de leraar Maatschappelijke relevantie Ale & Van Schaick (2014) Hoofdstuk 2 3. Meten Kennis van wiskunde Kennis voor de leraar Maatschappelijke relevantie 4. Meetkunde Kennis van wiskunde Kennis voor de leraar Maatschappelijke relevantie 5. Verbanden Kennis van wiskunde Kennis voor de leraar Maatschappelijke relevantie 6. Probleemoplossen Heuristieken voor oplossen van tekstopgaven Ale & Van Schaick (2014) Hoofdstuk 3 Ale & Van Schaick (2014) Hoofdstuk 4 Ale & Van Schaick (2014) Hoofdstuk 5 Ale & Van Schaick (2014) Hoofdstuk 6 Toetsing Je kunt deelnemen aan de Landelijke kennisbasistoets Rekenen & Wiskunde. Dit is een digitale toets. De cesuur (slagingsnorm) wordt na toetsing definitief landelijk vastgesteld. Literatuur / toetsstof Ale, P & Schaik, M. (2014) Rekenen en wiskunde uitgelegd. Kennisbasis voor leerkrachten basisonderwijs. Bussum: Coutinho. Oonk, W., Keijzer, S. Lit & N. Figueiredo (2016). Rekenen en wiskunde in de praktijk. Kennisbasis. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Proeftoets landelijke Kennisbasis. Zie www.10.voordeleraar.nl 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 17

3.3 Titel: Redzaam en gezond gedrag SiS-code: Vaktoets Mens en Wereld 2.4 INLEIDING - Wat is de pedagogische functie van de basisschool? Wat is mijn taak als leerkracht daarin? Hoe maak ik de moeilijke onderwerpen bespreekbaar in mijn klas? Dat zijn de vragen die we ons tijdens deze collegereeks gaan stellen. In de onderwijspraktijk en het maatschappelijke debat wordt regelmatig de vraag gesteld wat de taak van het onderwijs is. Bij maatschappelijke problemen zoals bijv. obesitas en seksuele diversiteit wordt er gekeken naar het onderwijs. Dit resulteert o.a. in het toevoegen van nieuwe kerndoelen voor het basisonderwijs rondom seksuele ontwikkeling en diversiteit. Het onderwijs draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling en socialisatie van kinderen. Veel gevoelige onderwerpen zoals seksualiteit, pesten, gezondheid en normen en waarden passeren in de dagelijkse praktijk op school en vragen van jou als leraar om direct te handelen. Vanuit het kader van Biesta (kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming) kijken we hoe en waarom deze onderwerpen een plek krijgen op de basisschool. Verder zoomen we in op hoe jij als leerkracht deze onderwerpen bespreekbaar maakt met kinderen. Wat wil je de kinderen (in de kaders van Biesta) leren? Welke rol heb je als leraar in het bespreken van deze onderwerpen en waar ligt de grens tussen de opvoeding thuis en op school? Vanuit welke visie handel jij in deze dagelijkse praktijk? Leerdoelen Je herkent de pedagogische taak van de school in de praktijk en kan jouw handelen in de praktijk onderbouwen met theorie, aangeboden tijdens de module. Je kunt de geleerde theorie over pesten in de themalijn 2.3 toepassen op het onderwerp cyberpesten en je kunt leerlingen medeverantwoordelijk maken voor een veilige cyberomgeving. Je kent de seksuele ontwikkeling van leerlingen van 4-12 jaar, kan daarin verschillen tussen jongens en meisjes benoemen en weet hoe je als leraar kunt handelen bij zorgen rondom seksueel gedrag. Je kunt in de klas het gesprek aangaan met de leerlingen over gevoelige onderwerpen en is in staat te luisteren naar verschillende opvattingen/normen en waarden die leerlingen over de onderwerpen hebben. Het programma Bijeenkomsten Jouw activiteiten vooraf 1. Redzaam en gezond gedrag We starten de module met de actualiteit. Wat wordt er geschreven in de media over onderwerpen die tot gezond en redzaam gedrag horen. We bespreken aan de hand van Biesta welke functies een basisschool heeft en de taak van de leerkracht hier binnen. We gaan in gesprek over waar wat jou betreft de grens ligt in de doelen en verantwoordelijkheden met betrekking tot de pedagogische taak als leerkracht. 2.Cyberpesten We komen in deze bijeenkomst terug op de theorie van pesten aangeboden in de themalijn 2.3. We bespreken met elkaar de verschillende vormen van cyberpesten en hoe je dit bespreekbaar kunt maken in de klas. Borgdorff, M., Calis, M., Voorwinden, R., Warners, M. & Jacobsen, S.. (2015). School en veiligheid op school en internet. Stichting school en veiligheid. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 18

3. Voeding en consumentenzaken In het advies van onderwijs 2032 wordt gesproken dat het belangrijk is dat leerlingen een gezonde leefstijl ontwikkelen. We bespreken met elkaar hoe je kinderen kunt kwalificeren, socialiseren en vormen op het gebied van voedingen consumentenzaken. Denk hierbij aan onderwerpen zoals overgewicht, healthy & fit lifestyle, schulden, consumptiemaatschappij. Belangrijk hierbij is om vakoverstijgend te werken en aan te sluiten bij de belevingswereld van leerlingen. 4. Gender Stereotypering gender en diversiteit in seksualiteit Artikel over stereotypering in reclame-uitingen. 5. Relationele en seksuele vorming In dit werkcollege maak je kennis met de kerndoelen seksualiteit en seksuele diversiteit in het basisonderwijs. Je leert meer over de seksuele ontwikkeling van kinderen. Je leert het verschil tussen jongens en meisjes en tussen de gezonde ontwikkeling en grensoverschrijdend seksueel gedrag. 6. Relationele en seksuele vorming We komen terug op de gezonde seksuele ontwikkeling en kijken hoe je deze als leerkracht kunt begeleiden. Vanuit concrete voorbeelden gaan we in op hoe je als leerkracht seksuele ontwikkeling en diversiteit begeleidt. Lees: Zwiep, C. (2002). Van doktertje spelen naar tongzoenen. Kiddo, 6, 4-7. Lees: Zwiep, C. (2014). Seksuele opvoeding. Maak er geen punt van. JSW, 6, 40-43. We starten het college met de vraag: welke normen en waarden wil jij kinderen meegeven met betrekking tot relationele en seksuele vorming. Toetsing De stof die binnen deze eenheid wordt aangeboden, wordt getoetst als onderdeel van de Vaktoets Mens en Wereld 2.4 middels een schriftelijk deeltentamen met open vragen. Literatuur / toetsstof Zwiep, C. (2012 ). Seksuele ontwikkeling; methodiek voor pedagogische begeleiding in de kinderopvang en in het basisonderwijs. Amsterdam: SWP uitgeverij. Artikelen beschikbaar aan het begin van het blok: Borgdorff, M., Calis, M., Voorwinden, R., Warners, M. & Jacobsen, S.. (2015). School en veiligheid op school en internet. Stichting school en veiligheid. De PowerPointpresentaties van de colleges. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 19

3.4 Titel: MW 2.4: M&W in samenhang SiS-code: Vaktoets Mens en Wereld 2.4 INLEIDING - De internationaal leidende didactische onderwijsvorm binnen Natuur en Techniekonderwijs is: onderzoekend en ontwerpend leren (OOL). In de vorige blokken zijn we ingegaan op de theorie achter OOL, de integratie met andere vakken en manieren om OOL te evalueren. In dit blok ontwerp je voor de beroepsopdracht pimp de leerlijn een eigen onderzoekende lessenserie. Om hierbij aan te sluiten, geven we je in deze module handvatten om OOL in de praktijk toe te passen en zelf te ontwerpen. Hierbij komen leerlijnen en thematisch onderwijs aan de orde en bespreken we het generatieve learning model alsmede hands-on- en minds-on-denken. Er is ook tijd in de lessen om naar je eigen lessenserie te kijken en feedback te krijgen. De tweede helft van deze lessen reeks zijn wij bezig met het beoordelen van verschillende hulpmiddelen voor je W&T-lessen, namelijk leerzame speelgoed en de verschillende methodes. Het laatste deel van het vak gaat over je eigen visie op Wetenschap en Techniek. Leerdoelen Je kunt thematisch onderwijs binnen het domein Mens en Wereld vormgeven. Je hebt op schoolniveau inzicht in de ordening van de leerstof voor het domein Mens en Wereld in de leerlijnen voor groep 1 t/m groep 8. Je kunt een onderzoekende lessenserie met bijbehorende werkbladen vormgeven. Je kunt onderzoeksvaardigheden, attitudeaspecten en denk- en werkwijzen van kinderen benoemen en ordenen. Je kunt verschillende vormen van evaluatie van natuur & technologie onderwijs benoemen en beredeneren wanneer deze passend in te zetten zijn. Je kunt passende toetsen maken voor natuur & technologie onderwijs. Je bent bekend met een aantal lesmethoden voor natuur & technologie; je kunt deze analyseren en je kunt je keuze voor een bepaalde methode onderbouwen. Je kunt een visie op mens en wereld onderwijs formuleren en onderbouwen. Het programma Bijeenkomsten 1. Leerlijnen, thematisch onderwijs en OOL De leerlijnen van mens- en wereldvakken zijn breed opgesteld en bieden veel houvast aan thematisch onderwijs. Hoe zou je thematisch onderwijs kunnen aanpakken? Hoe selecteer je een goed onderwerp? In de lessen wordt een koppeling gemaakt met de beroepsopdracht. 2. Hoe ontwerp je een onderzoekende lessenserie In de beroepsopdracht word je gevraagd om een lessenserie te maken waarin je onderzoekend en ontwerpend leren gebruikt. In deze les krijg je een aantal voorbeelden. We werken het onderwerp dat je hebt gekozen uit. Jouw activiteiten vooraf Vaan, E. de & Marell, J. (2012) Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Uitgeverij Coutinho. Hoofdstuk 19: Natuuronderwijs in thema s. Je bereidt voor: Het onderwerp van je beroepsopdracht meenemen. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 20

3. Verslagvormen, evaluatie, toetsing (vervolg) en uitproberen lesmateriaal Bij het ontwerpen van een onderzoekende lessenserie is het van belang dat je van te voren nadenkt over hoe je de leeropbrengsten meet. In lessen 3 en 4 leer je meer over verschillende verslagvormen, evaluatie en toetsing. Tijdens deze lessen is er ook gelegenheid voor feedback op je lessenserie. 4. Analyse van verschillende lesmethoden voor natuur en technologie (N&T) Wat is nu eigenlijk een goede N&T methode? Je analyseert en vergelijkt de verschillende. Hierbij wordt de context waarin de methode wordt gebruikt (de school) meegenomen. 5. Leerzaam speelgoed & Visie & Implementatie van OMW Er is in het vak natuur en techniek veel wetenschappelijk speelgoed te verkrijgen. Wat leren de kinderen daar precies van? Hoe valt het binnen vaardigheden, attitude en kennis? Er zijn weinig scholen waar in alle klassen een leerlijn voor alle leergebieden voor OMW bestaat, terwijl deze wel in de kerndoelen benoemd staan. Met name natuurkunde en techniek worden weinig gegeven. Waarom is dit zo en hoe zou dit verbeterd kunnen worden? Wat is jouw standpunt daarin? 6. Toetshulp In deze les ga je zelf aan de slag met oefenvragen. Vaan, E. de & Marell, J. (2012) Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Uitgeverij Coutinho. Hoofdstuk 11: Verslagvormen; Hoofdstuk 20: Vaardigheden en attitudes bij natuuronderwijs; Hoofdstuk 21: Toetsing en evaluatie. Neem je lessenserie in ontwikkeling mee. Je bereidt voor: Ga op onderzoek uit in je stageschool, welke N&T methode wordt er gebruikt en wordt deze ook echt gebruikt? Vaan, E. de & Marell, J. (2012) Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Uitgeverij Coutinho. Hoofdstuk 23: Methoden voor natuuronderwijs. De Vaan, E. & Marell, J. (2012): Hoofdstuk 20: Vaardigheden en attitudes bij natuuronderwijs; Hoofdstuk 22: De planning van natuuronderwijs. Vooraf inschrijven is verplicht. Dit kan in les 4 of les 5. Je noteert gelijk je vraag. I.v.m. de beperkte tijd krijgen studenten die aanwezig zijn geweest bij minimaal 4 van de eerste 5 colleges voorrang. Toetsing De stof die binnen deze eenheid wordt aangeboden, wordt getoetst als onderdeel van de Vaktoets Mens en Wereld 2.4 middels een schriftelijk deeltentamen met open vragen. Literatuur / toetsstof Vaan, E. de & Marell, J. (2012) Praktische didactiek voor natuuronderwijs. Uitgeverij Coutinho. Hoofdstuk 11: Verslagvormen Hoofdstuk 19: Natuuronderwijs in thema s Hoofdstuk 20: Vaardigheden en attitudes bij natuuronderwijs. Hoofdstuk 21: Toetsing en evaluatie. Hoofdstuk 22: De planning van natuuronderwijs. Hoofdstuk 23: Methoden voor natuuronderwijs. Alle PowerPoints en tijdens de les uitgereikt lesmateriaal. Aanbevolen literatuur om de (vereiste) vakinhoudelijke kennis op peil te houden Kersbergen, C. & Haarhuis, A. (2015). Natuuronderwijs inzichtelijk. Bussum: Coutinho. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 21

3.5 Titel: Overzicht onderdelen vaktoets Mens en Wereld 2.4 SiS-code: Vaktoets Mens en Wereld 2.4 Voor alle duidelijkheid hieronder nogmaals een overzicht van de onderdelen die deel uitmaken van vaktoets 2.4. Deze toets bestaat uit 2 deeltoetsen met open vragen. In de studiewijzers kun je nakijken welke literatuur bevraagd wordt. Deeltoets 1: Burgerschapsvorming (blok 2.3) Redzaam en gezond gedrag (blok 2.4) Deeltoets 2: Natuur & Techniek: Integratie en evaluatie (blok 2.3) Mens en Wereld in Samenhang (2.4) 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 22

3.6 Titel: Cultuurproject 2: Cultuur en het kind - burgerschap SiS-code: Cultuuronderwijs 2.4 INLEIDING Iedereen is een drager van de cultuur waarin hij geboren is en waarin hij samen met anderen leeft. Als (aankomend) leerkracht ben je een cultuuroverdrager pur sang. De bewustwording van jouw eigen cultuurdragerschap vormt een belangrijke basis tot het professionele culturele zelfbewustzijn van de leerkracht. Je neemt jouw eigen culturele bagage en identiteit daar in mee. Met het oog op jouw ontwikkeling tot cultuurdrager en cultuuroverdrager in je rol als leerkracht neem je in jaar 1, 2 en 3 deel aan twee cultuurprojectweken. In het eerste jaar van de opleiding staat het thema Cultuur en ik centraal en word je je bewust(er) van de invloed van jouw achtergrond op jouw persoonlijke, professionele ontwikkeling tot leerkracht. In de grootstedelijke context van Amsterdam krijg je als leerkracht te maken met verschillende culturele achtergronden van kinderen en ook de scholen en wijken kennen diversiteit aan culturele levensstijlen. Daarnaast biedt de stad door het rijke aanbod van culturele instellingen als musea, theaters, muziekinstellingen etc. - verschillende mogelijkheden om in het kader van cultuuronderwijs samen te werken. Tijdens de cultuurprojecten is er een aanbod van cultuureducatieve activiteiten, zowel op de opleiding als in Amsterdam. Daarnaast werk je zelfstandig (of met anderen) aan (zelfstudie)opdrachten. Leerdoelen Cultuuronderwijs 2.4 Cultuurproject Je hebt je verdiept in de mogelijkheden die er zijn in een grootstedelijke context als Amsterdam om cultuureducatieve activiteiten te verbinden aan het lesgeven aan bassischoolleerlingen. Je kunt de inzichten en ervaringen die je hebt opgedaan in de cultuurprojectweken verbinden met theoretische inzichten op het gebied van cultuuronderwijs Je kunt de ervaringen die je zelf hebt opgedaan in de cultuurprojectweken van jaar 2 vertalen naar onderwijsactiviteiten voor leerlingen basisonderwijs. Je kunt aangeven waar jij aan het eind van het tweede studiejaar staat in je persoonlijk-professionele ontwikkeling ten aanzien van cultuur en cultuuronderwijs; erfgoed, media en burgerschap. Activiteiten in projectweek 2 Het cultuurproject vindt plaats tússen blok 3 en blok 4, het markeert als het ware de afronding van blok 3 en de start van blok 4. Het programma wordt in blok 3 bekend gemaakt en is dan te vinden op het studiedeel Cultuurproject op MijnHvA.nl. Toetsing In cultuurprojectweek in het eerste semester werk je aan een deelproduct. Dit deelproduct is onderdeel van de beoordeling van de opdracht cultuuronderwijs 2.4. De opdracht wordt beoordeeld aan de hand van beoordelingscriteria. Aanwezigheid en actieve deelname aan de activiteiten tijdens de cultuurprojectweken is onderdeel van de beoordeling. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 23

Let op: Voor cultuuronderwijs geldt een verplichte deelname. Dat wil zeggen dat je aanwezig moet zijn en actief moet deelnemen om de gestelde doelen te kunnen behalen. In de cultuurweken maak je samen met medestudenten kennis met het culturele veld in Amsterdam en de betekenis daarvan voor het basisonderwijs. Vanwege interactie en discussie met medestudenten, docenten en betrokkenen uit het culturele veld is aanwezigheid en actieve deelname noodzakelijk om de doelen te kunnen behalen. Mocht je afwezig zijn, dan moet je voor de dagen dat je er niet bent vervangende opdrachten maken. Literatuur Heusden, B.P. van, Tans, J.P.M., Rass, M.G. (2016) Cultuur², Basis voor cultuuronderwijs. Bussum: Coutinho. Hoeven, M. van der. e.a (2014) Cultuur in de Spiegel, een leerplankader voor cultuuronderwijs, SLO (nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling) Enschede. Te downloaden via: http://www.slo.nl/downloads/2014/cultuur-in-de-spiegel.pdf/ Opdracht Zie cultuurproject 2.2. Zie beoordelingsformulier. Portfolioproducten Daarnaast neem je het product Cultuurproject 2 op in je portfolio in de map Cultuurdossier. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 24

HOOFDSTUK 4. De praktijk van het basisonderwijs SiS-code: Praktijk 2.4 INLEIDING - Je loopt dit blok stage in dezelfde klas als in blok 2.3. Ook voor de komende periode hebben we een aantal stageactiviteiten en stagedoelen geformuleerd die jouw ontwikkeling op de competentiematrix Lesgeven in de grote stad (Amsterdam) zullen sturen. Tijdens deze stageperiode verdiep je in het gegeven dat kinderen op verschillende manieren leren en je past in je stageklas toe wat we binnen de themalijn behandelen. Je kijkt naar de wijze waarop je als leerkracht goed zicht op kunt krijgen op de ontwikkeling van individuele kinderen in je groep en op de groep als geheel. Stagedoelen Je bent in staat tot het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van een lesdag met soepele overgangen tussen de verschillende (les)activiteiten. Je bent in staat tot het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van lessen en lessenreeksen die bijdragen aan een doorgaande leerlijn. Je kunt lessen verzorgen voor alle vakgebieden van de basisschool. Je bent in staat op verschillende manieren de beginsituatie van de groep en de leerlingen vast te stellen. Je kunt op basis daarvan effectieve vervolgactiviteiten bepalen. Je hebt zicht op het systematisch volgen van de groep en van individuele leerlingen. Je kunt vanuit overzicht en overwicht flexibel inspelen op onverwachte gebeurtenissen in pedagogische en in didactische zin. Je weet de aandacht van de leerlingen gedurende de dag vast te houden. Je kunt aan de hand van de toegepaste gespreksvaardigheden benoemen op welke wijze de mentor in een oudergesprek aanstuurt op samenwerking en dialoog met ouders. Je bespreekt je leeropbrengsten uit de stage met je begeleiders en gaat op een positieve wijze om met de feedback die je ontvangt van je begeleider. Stageactiviteiten Stageactiviteiten zijn onder voorbehoud van kleine wijzigingen in de Beroeps- of Vakopdracht. Let op: stageactiviteiten zijn vaak handig met elkaar te combineren. Je verzorgt minimaal twee dagen en een aantal dagdelen onderwijs. Je voert vier complexe lessen uit, met een focus op de volgende aspecten: je lessen zijn vakoverstijgend, je werkt met verschillende leeractiviteiten, en je brengt differentiatie aan op basis van verschillende didactische werkwijzen en leersituaties. De lesvoorbereidingen worden voorgelegd aan de mentor ter goedkeuring. Je verzorgt ten minste twee lessenreeksen van drie opeenvolgende lessen, waaronder: - de lessenserie met het oog op Beroepsopdracht 2.4. Bij deze drie aaneensluitende lessen zorg je voor een uitdagende leeromgeving en maak je gebruik van de didactiek ontwerpend óf onderzoekend leren (Mens & Wereld 2.4). Je verzorgt een activiteit in je stageklas in het Engels (denk bijvoorbeeld aan: het aanleren van een Engelstalig liedje). Je verzorgt vijf voorbereide lesactiviteiten aan individuele leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Je vertelt in je stageklas een verhaal in het kader van burgerschap. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 25

Je woont een oudergesprek van de mentor met een ouder bij en observeert welke gespreksvaardigheden aansturen op samenwerking en dialoog met de ouders. Je bespreekt je observaties met de mentor. Je actualiseert je stagemap met daarin tenminste je lesvoorbereidingen, activiteiten, de ontvangen feedback en stagebeoordelingen. Beoordelingsprocedure Stagebeoordeling (toets praktijk). De stage wordt beoordeeld aan de hand van criteria die zijn opgenomen in het beoordelingsformulier. De stage wordt als voldoende (cijfer: 6) beoordeeld als aan alle voorwaardelijke onderdelen is voldaan en het vereiste aantal criteria (volgens de normering op het beoordelingsformulier) met een voldoende is beoordeeld. De beoordeling van de stage (de toekenning van het eindcijfer) wordt gegeven door de schoolopleider. De beoordelingsprocedure is als volgt: Aan het eind van blok 2.4 geeft de mentor een schriftelijke adviesbeoordeling door het beoordelingsformulier in te vullen met onvoldoende, voldoende, goed of uitstekend. De mentor licht het advies mondeling toe in een gesprek met jou en stuurt de adviesbeoordeling naar de schoolopleider. De schoolopleider is de examinator en komt op basis van de adviesbeoordeling van de mentor (die in een gesprek met de student door de mentor is toegelicht), het eigen lesbezoek en het daarop aansluitende gesprek met jou tot een eindbeoordeling, vult het beoordelingsformulier in en geeft het cijfer. Meer informatie over de praktijk en de beoordelingsprocedure is te vinden in de Praktijkgids 2018-2019. Portfolio Je neemt de voldoende praktijkbeoordeling op in je portfolio. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 26

HOOFDSTUK 5. Professionele en Persoonlijke Ontwikkeling Sis-code: PPO 2.4 INLEIDING - De Pabo van de Hogeschool van Amsterdam leidt studenten op tot professionals in de grootstedelijke onderwijspraktijk. Het lesgeven in deze grootstedelijke context, met de superdiversiteit van de stad en die van haar inwoners, vraag veel van de kennis, vaardigheden en attitude van de leerkracht. Hij moet ervoor zorgen dat kinderen goed onderwijs krijgen in de verschillende vakgebieden, ervoor zorgen dat zij zich sociaal ontwikkelen in een groep en dat zij zich als individu leren ontplooien en hun talenten kunnen ontwikkelen. Dat is geen eenvoudige opgave. In de dagelijkse onderwijspraktijk ervaren veel leerkrachten een spanningsveld tussen deze drie doelen. De leerkracht krijgt hierdoor te maken met dilemma s, waarin hij eigen wijze keuzes moet leren maken. Deze dilemma s vinden niet alleen plaats in de interactie tussen leerkracht en leerlingen, maar ook in de interactie tussen leerkracht en ouders, de collega s, de directeur en andere onderwijsprofessionals. Het omgaan met dilemma s vraagt van de leerkracht dat hij weet waar hij voor staat en dat hij eigen wijze keuzes kan maken, die gebaseerd zijn op kennis, vaardigheden en een eigen visie op onderwijs en onderwijzen. Tijdens de bijeenkomsten voor persoonlijke- en professionele ontwikkeling, waarin reflectie op de voortgang in studie en stage centraal staat, wordt de student begeleid en ondersteund bij het maken en onderbouwen van keuzes en het creëren van professionele ruimte. Hiermee wordt een eigen professionele identiteit ontwikkeld, waarmee de startende leerkracht ook na de opleiding zelfstandig lerend kan blijven. Pijler De student is een professionele leerkracht. 1. Identiteit De student kan zijn persoonlijke professionele ontwikkeling duiden, weet waar hij voor staat (visie) en kan deze verwoorden aan anderen. 2. Eigen wijze keuzes De student kan op basis van verworven kennis, inzichten en ervaringen eigen wijze keuzes maken in zijn beroepspraktijk, deze onderbouwen en verantwoorden aan anderen. 3. Professionele ruimte De student heeft een onderzoekende houding, stuurt zijn eigen ontwikkeling, creëren voelt de noodzaak om zichzelf te blijven professionaliseren en zoekt verbinding en samenwerking met collega s en externen. Met behulp van de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad, leert de student zijn eigen professionele ontwikkeling en visie te duiden. Het portfolio wordt hierbij als reflectie-instrument gebruikt. Hierin verzamelt de student alle als voldoende beoordeelde studieonderdelen plus de bijbehorende feedback en beoordelingen. Wekelijks wordt er 50 minuten persoonlijke, professionele ontwikkeling gegeven door je kerndocent. Daarin is jouw voorbereiding en inbreng een belangrijk onderdeel van de bijeenkomst. Eigen inbreng bestaat onder andere uit het presenteren van een good practice (zie hieronder). Daarnaast laat je je in je stage filmen door je mentor en/of begeleider. Deze filmopnames worden gebruikt als input voor een bijeenkomst in het vierde blok. In blok 2.4 voer je een gesprek met een andere kerndocent over geheel jaar 2. Werk je portfolio dus steeds bij. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 27

Leerdoelen Je kunt de relatie beschrijven tussen zijn ontwikkeling tot leerkracht basisonderwijs en de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam)'. Je ontwikkelt een eigen visie op onderwijs op basis van attitude, theorie en ervaringen. Je kunt overwogen keuzes maken op basis van theorie en ervaringen. Je kunt je visie verwoorden naar aanleiding van actualiteiten, kennis en maatschappelijke vraagstukken. Je kunt op basis van je reflectie (eigen wijze keuzes, ontwikkeling duiden competentiematrix) en visie drie concrete leerdoelen opstellen voor stage en studie. Het gesprek wordt door jou professioneel geopend, geleid en afgesloten. Programma Bijeenkomsten 1. Profilering jonge en oude kind We gaan in gesprek over volgend jaar en de keuze voor jonge of oude kind. Je kunt na deze bijeenkomst je keuze beargumenteren. Daarnaast gaan we in op de afronding van dit blok. 2. Zelfevaluatie. In deze les wordt er onder begeleiding gewerkt aan de visie en zelfevaluatie. 3. Visie op onderwijs. Aan de hand van de werkvorm muurtje bouwen werken we aan de eigen visie. Tevens zet je weer een stap in het verder ontwikkelen van je eigen visie aan de hand van filmfragmenten. 4. Afronding PPO. Aan de hand van o.a. het beoordelingsformulier kijken we naar de werkzaamheden voor het afronden van PPO. Ook gaan we in op het kiezen en behandelen van het maatschappelijk vraagstuk. 5. Intervisie. We gaan op een andere intervisiemanier in op een dilemma. Dit kan bijvoorbeeld volgens het model van logische niveaus. 6. Schrijven van een visie. In deze les geven we feedback op jullie geschreven visies. Ook werken we de competentiematrix bij. Jouw activiteiten vooraf Lees de afronding in de studiewijzer door. Neem je materialen mee. Je neemt een maatschappelijk vraagstuk mee dat leeft op jouw stageschool (dat een onderwerp van gesprek is onder de leerkrachten op jouw school). Neem een situatie mee (op film) waarin je een dilemma hebt ervaren (onderwijsgerelateerd). Neem een concept van je visie mee. Practica gespreksvaardigheden In dit blok wordt vallen de practica onder PPO. Er wordt drie keer een practicum Gespreksvaardigheden gegeven, waarin wordt voortgebouwd op de gespreksvaardigheden die in jaar 1 bij de practica en in jaar 2 bij pedagogiek 2.2 aan bod zijn gekomen. Ieder practicum duurt 50 minuten. In de eerste tien minuten vindt een korte uitleg plaats, waarna je of een rollenspel gaat oefenen of een gefilmd oudergesprek gaat observeren. De gespreksvaardigheden die steeds aan bod zullen komen zijn: Regulerende vaardigheden: Openen van het gesprek Terugkoppelen naar (begin)doelen Situatie-verduidelijken Hardop denken Afsluiten van het gesprek 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 28

Niet selectieve luistervaardigheden: Aanmoedigend gedrag Kleine aanmoedigingen Gebruik van stiltes Selectieve luistervaardigheden: Vragen stellen: open vragen en gesloten vragen Parafraseren van inhoud Reflecteren van gevoel Concretiseren Samenvatten Toetsing Aan het eind van dit semester heb je een functioneringsgesprek van 20 minuten met een andere kerndocent. Ter voorbereiding op dit gesprek maak je een schriftelijk verslag met een zelfevaluatie en visiestuk. Dit verslag (in één Worddocument) wordt op de dag zoals aangegeven in het toetsrooster geplaatst op MijnHvA. Daarnaast actualiseer je voorafgaande aan het gesprek jouw portfolio. Bij het gesprek en bij de beoordeling staan de volgende aandachtspunten centraal: Studievaardigheden, studiehouding, en studievoortgang. Actieve deelname aan de studie, waaronder aanwezigheid in de colleges, kan nadrukkelijk aan de orde komen tijdens het gesprek. Reflectie op de eigen professionele ontwikkeling (in studie en stage) en koppeling hiervan aan de competenties zoals beschreven in de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam). Reëel zicht op het vak van leerkracht basisonderwijs, de eigen sterke en te ontwikkelen punten en het formuleren van nieuwe leerdoelen voor jaar 3. Je bereidt je voor op het functioneringsgesprek door je portfolio verder in te richten en te actualiseren. Je neemt de volgende documenten op in je portfolio: Je visiestuk; Een zelfevaluatie van de eigen professionele ontwikkeling op de competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam) ; Een recent overzicht van de studieresultaten in SIS; De stagebeoordelingen; De voldoende beroeps- en vakopdrachten (inclusief beoordelingsformulieren). Om tijdens het functioneringsgesprek tot een helder beeld van jouw ontwikkeling te komen kan het je helpen om je schriftelijk voor te bereiden: - Beschrijf in een apart document hoe deze items zichtbaar voor anderen zijn geworden in jouw studie en in de praktijk, en geef hier concrete voorbeelden van. - Welke feedback heb je gegeven en ontvangen tijdens intervisiemomenten? - Hoe kun je deze (of dit deel van de) competentie ook in andere praktijksituaties inzetten of toepassen (een transfer maken)? 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 29

Let op: deze schriftelijke voorbereiding mag je meenemen naar het functioneringsgesprek, maar neem je niet op in je portfolio. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 30

HOOFDSTUK 6. Praktische informatie INLEIDING - Dit hoofdstuk biedt een overzicht van alle belangrijke praktische informatie over dit blok zoals de blokkalender, de gebruikte literatuur en internetsites, de overgangsnorm, het minimum taalniveau dat we hanteren, etcetera. Schema blokindeling Hier bieden we je een schematisch kalenderoverzicht van het komende blok, die ook weer tien weken gaat duren. Zo weet je alvast precies wanneer de lesweken, de vakantie, de stageweek en de toetsperiode eraan komen. BLOK 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 & 12 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 & 27 15/04 22/04 29/04 06/05 13/05 20/05 27/05 03/06 10/06 17/06 24/06 01/07 CULTUURWEEK VAKANTIE STAGEWEEK VT: ma t/m vr. DT: 1 dag extra Jr 1 & 2: Herkans blok 3 Laatste stagedag in deze week Beroepsopdracht, Vakopdracht KO 1.4 TOETSWEEK.1 Stagebeoord. Beroepsopdr. Vakopdracht Jr 3 & 4: Herkans blok 3 TOETSWK. 2 & 3 Thematoets Vaktoets Vaktoets Funct.gesprek Jr 1 & 2: Herkans blok 4 Belangrijke internetsites http://rooster.hva.nl Hier vind je het meest actuele rooster van jouw klas. https://start.mijnhva.nl/paginas/lecturer.aspx Hier staat alle actuele informatie van de opleiding en de verschillende vakken. https://extranet.mijnhva.nl/nl/paginas/default.aspx Informatie van het stagebureau voor externen. https://sis.hva.nl Bekijk hier jouw studievoortgang. https://stip.hva.nl Je kunt STIP gebruiken bij alle vragen rond het zoeken, vinden en gebruiken van (wetenschappelijke en vak-) informatie. https://taaluniversum.hva.nl Een online oefenmodule om je taalvaardigheid te verbeteren. Belangrijke documenten (downloaden via MijnHvA): Competentiematrix Leren lesgeven in de grote stad (Amsterdam). Praktijkgids 2018-2019. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 31

Boekenlijst Een overzicht van de verplicht aan te schaffen boeken voor het tweede studiejaar vind je op deze website: https://www.athenaeum.nl/studieboeken Taalniveau Voor een student aan de leerkrachtenopleiding basisonderwijs is het van belang een goede beheersing van het Nederlands te hebben voor alle taalvaardigheden (spreken, gesprekken voeren, luisteren, lezen en schrijven). Van alle studenten wordt verwacht dat zij het Nederlands beheersen op B2-niveau vanaf het einde van de propedeuse en op C1-niveau aan het einde van de hoofdfase. Een beschrijving van deze taalniveaus vind je op http://www.erk.nl/docent/niveaubeschrijvingen. Alle schrijfproducten van studenten worden nagekeken met behulp van de Taalnorm Pabo HvA (is een onderdeel van het taalaspect schrijven ). Deze Taalnorm vind je in een van de bijlagen bij deze Studiewijzer. Bij teveel fouten wordt het schrijfproduct met een onvoldoende beoordeling teruggegeven aan de student. Dit is dan ook gelijk de eerste beoordeling en je moet in dat geval het verslag in zijn geheel herkansen. De beoordeling met behulp van de Taalnorm staat los van de inhoud van de opdracht. Deze wordt apart beoordeeld. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 32

BIJLAGE 1. Beoordelingsformulier Beroepsopdracht VT 2.4 Pabo HvA 2018-2019 Student: Studentnummer: Cursusjaar: Klas: Cijfer: Datum beoordeling A. Algemene onderdelen Ja Nee 1. Het product voldoet aan de taalnorm van de Pabo HvA. O O 2. De student verwijst naar ten minste drie verschillende bronnen en doet dit volgens de APA standaarden. O O 3. De student heeft de didactiek van onderzoekend of ontwerpend leren toegepast. O O 4. In de bijlage van het product is een evaluatie-instrument opgenomen. De data verkregen uit het evaluatieinstrument zijn beschikbaar in de bijlage. O O B. Inhoudelijke criteria Helemaal niet Niet helemaal Voldoende Goed (0 punten) (1 punt) (2 punten) (3 punten) 1. In het product verantwoordt de student de gekozen ontwerproute van zijn eigen lessenserie. De student beschrijft en onderbouwt de gekozen ontwerproute. Hij maakt hierbij gebruik van de drie componenten en de beginsituatie van zichzelf en de kinderen. 2. De student beschrijft en verantwoordt de gekozen lessenserie op basis van de beginsituatie van de kinderen en gestelde doelen. De student beschrijft de lessenserie en verantwoordt de rol van de beginsituatie en doelen gekoppeld aan de leerlijnen. 3. De student beschrijft en verantwoordt het gekozen evaluatie-instrument. De student beschrijft het evaluatieinstrument en geeft aan op basis waarvan hij dit gekozen heeft. 4. De student beschrijft conclusies ten aanzien de gegeven lessen en de leeropbrengsten a.d.h.v. het evaluatieinstrument. De student beschrijft conclusies ten aanzien de gegeven lessen. Daarnaast worden op basis van het evaluatieinstrument conclusies getrokken ten aanzien van de leeropbrengsten. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 33

5. Eigen criterium (haalbaar en in relatie tot het thema): Hier beschrijf je wat jij voldoende zou vinden ten aanzien van je eigen criterium. Bonus Het product is door de docent beoordeeld als origineel, excellent en kenmerkt zich door eigenheid. + Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer van toepassing, mits het eindcijfer minimaal een 6 is. C. Eindbeoordeling / cijfer ( 0 punten kan niet worden gecompenseerd, de rest wel). Aantal punten O Uitmuntend = 10 15 O Zeer goed = 9 14 O Goed = 8 12-13 O Ruim voldoende = 7 10-11 O Voldoende = 6 9 O Onvoldoende = 5 7-8 O Ruim onvoldoende = 4 5-6 O Ruim onvoldoende = 3 3-4 O Ruim onvoldoende = 2 1-2 O Geen punten = 1 0 D. Aanvullende feedback en opmerkingen kerndocent 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 34

BIJLAGE 2. BEOORDELINGSFORMULIER CULTUURPROJECT jaar 2 Pabo HvA 2018-2019 Student: Studentnummer: Cursusjaar: 18/19 Klas: Cijfer: Datum: Beoordelend kerndocent: A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee 1. De student heeft deelgenomen aan cultuurproject 1. O O 2. De student heeft deelgenomen aan cultuurproject 2. O O 3. Het verslag voldoet aan de taalnorm van Pabo HvA. O O 4. De student verwijst naar bronnen volgens de APA richtlijnen. O O B. Inhoudelijke criteria Helemaal niet of net niet helemaal voldoende (0-1) Je reflecteert op de mogelijkheden die er zijn in een grootstedelijke context als Amsterdam om cultuuronderwijsactiviteiten op het gebied van mediawijsheid te verbinden aan het lesgeven aan bassischoolleerlingen. De student doet een aantal concrete suggesties hoe de opgedane kennis en vaardigheden in cultuurproject 1 kunnen worden toegepast in cultuuronderwijs op de basisschool. Je reflecteert op de mogelijkheden die er zijn in een grootstedelijke context als Amsterdam om cultuuronderwijsactiviteiten op het gebied van burgerschap te verbinden aan het lesgeven aan bassischoolleerlingen. De student doet een aantal concrete suggesties hoe de opgedane kennis en vaardigheden in cultuurproject 2 kunnen worden toegepast in cultuuronderwijs op de basisschool. Voldoende (2) Je geeft een inschatting van je eigen mediawijsheid aan de hand van de competenties. Je verwerkt in je reflectie de ervaringen van de gevolgde activiteiten. Je beschrijft een lesactiviteit cultuuronderwijs rondom het thema uit cultuurproject 1. De lesactiviteiten zijn realistisch en uitvoerbaar. In de uitwerking van de opdracht komt een verwijzing naar theorie over cultuuronderwijs. Je geeft een inschatting van je eigen burgerschapsvorming. Je verwerkt in je reflectie de ervaringen van de gevolgde activiteiten. Je beschrijft een lesactiviteit cultuuronderwijs rondom het thema uit cultuurproject 2. De lesactiviteiten zijn realistisch en uitvoerbaar. In de uitwerking van de opdracht komt een verwijzing naar theorie over cultuuronderwijs. Goed (3) 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 35

C. Eindbeoordeling / cijfer ( 0 punten kan niet worden gecompenseerd, de rest wel). Aantal punten O Uitmuntend = 10 12 O Zeer goed = 9 11 O Goed = 8 10 O Ruim voldoende = 7 9 O Voldoende = 6 7-8 O Onvoldoende = 5 5-6 O Ruim onvoldoende = 4 3-4 O Ruim onvoldoende = 3 2 O Ruim onvoldoende = 2 1 O Geen punten = 1 0 D. Toelichting bij de beoordeling door de kerndocent: 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 36

BIJLAGE 3. Beoordelingsformulier PPO 2.4 functioneringsgesprek Pabo HvA 2018-2019 Student: Studentnummer: Klas: Docent: Cijfer: Datum beoordeling: A. Voorwaardelijke onderdelen Ja Nee 1. De student heeft uiterlijk maandag 8.30 uur in de toetsweek het portfolio geactualiseerd met de (ten minste voldoende beoordeelde) beroeps- en vakopdrachten en praktijkbeoordelingen. Het verslag is ingeleverd via MijnHvA.nl in één document. 2. Het verslag voldoet aan de taalnorm van Pabo HvA. O O 3. Het verslag voldoet aan de APA-richtlijnen O O O O B. Inhoudelijke criteria Helemaal niet (0 punten) 1. De student duidt zijn eigen ontwikkeling aan de hand van de competentiematrix. 2. De student ontwikkelt een eigen visie op onderwijs op basis van attitude, theorie en ervaringen. 3. De student kan zijn visie verwoorden naar aanleiding van actualiteiten, kennis en maatschappelijke vraagstukken. 4. De student kan op basis van zijn reflectie (eigen wijze keuzes, ontwikkeling duiden competentiematrix) en visie drie concrete leerdoelen opstellen voor stage en studie. Bonus Het product is door de docent beoordeeld als origineel, excellent en kenmerkt zich door eigenheid. Niet helemaal Voldoende (2 punten) De student kleurt de actuele stand van zaken in op de competentiematrix. De student beschrijft de ontwikkeling van 7 deelcompetenties (1 deelcompetentie uit elk van de zeven hoofdcompetenties). De student beschrijft een visie op pedagogisch en didactisch gebied (max. 2000 woorden). De student onderbouwt de visie met theorie en praktijkervaringen. De student koppelt de visie aan minimaal één actueel maatschappelijk vraagstuk. De student heeft naar aanleiding van zelfevaluatie en visie twee stage- en één studiedoel opgesteld. Goed (3 punten) + Het eindcijfer gaat 1 punt omhoog wanneer van toepassing, mits het eindcijfer minimaal een 6 is. 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 37

Resultaat Aantal punten O Uitmuntend = 10 12 O Zeer goed = 9 11 O Goed = 8 10 O Ruim voldoende = 7 8-9 O Voldoende = 6 7 O Onvoldoende = 5 6 O Ruim onvoldoende = 4 5 O Ruim onvoldoende = 3 3-4 O Ruim onvoldoende = 2 1-2 O Geen punten = 1 0 D. Aanvullende feedback en opmerkingen kerndocent 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 38

BIJLAGE 4. De taalnorm Schrijven van Pabo HvA TAALNORM SCHRIJVEN PABO HVA 2018-2019 Studiewijzer VT 2.4 DEFINITIEVE VERSIE 23-01-2019 - pagina 39