Uitgebreide handleiding voor de installateur

Vergelijkbare documenten
Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Installatiehandleiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Installatiehandleiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Bedieningshandleiding

Installatiehandleiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Bedieningshandleiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

Terrasverwarmer met RTS. Instalatiehandleiding

Werkkaarten GIGO 1184 Elektriciteit Set

Uitgebreide handleiding voor de gebruiker

Uitgebreide handleiding voor de gebruiker

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

Uitgebreide handleiding voor de gebruiker

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

Digitale informatieverwerking

edatenq is een toepassing die de ondernemingen de mogelijkheid biedt om hun statistische aangiften in te vullen en door te sturen via internet.

Gebruiksaanwijzing. R32 Split-reeks FTXP20L2V1B FTXP25L2V1B FTXP35L2V1B. Gebruiksaanwijzing R32 Split-reeks. Nederlands

Gebruiksaanwijzing. Daikin kamerairconditioner FTXP50M2V1B FTXP60M2V1B FTXP71M2V1B. Gebruiksaanwijzing Daikin kamerairconditioner.

Gebruiksaanwijzing. R32 Split-reeks FTXP20L2V1B FTXP25L2V1B FTXP35L2V1B FTXP50L2V1B FTXP60L2V1B FTXP71L2V1B. Gebruiksaanwijzing R32 Split-reeks

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

Bedieningshandleiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker

Gebruiksaanwijzing. R32 Split-reeks FTXP20M5V1B FTXP25M5V1B FTXP35M5V1B. Gebruiksaanwijzing R32 Split-reeks. Nederlands

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Analog Input Modules

Uitgebreide handleiding voor de gebruiker

Werken met de Rhinestone-functie. Gebruik van het bewerkingsscherm

Uitgebreide handleiding voor de gebruiker

Installatiehandleiding

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Installatiehandleiding

INTERVIEWEN 1 SITUATIE

Getallenverzamelingen

Gecomputeriseerde naaimachineachine Bedieningshandleiding

Gebruiksaanwijzing. Daikin kamerairconditioner CTXA15A2V1BW FTXA20A2V1BW FTXA25A2V1BW FTXA35A2V1BW FTXA42A2V1BW FTXA50A2V1BW

Lees deze veiligheidsinstructies alvorens u de machine gebruikt. Deze machine is bestemd voor huishoudelijk gebruik.

Uitgebreide handleiding voor de installateur

Gebruiksaanwijzing. Daikin kamerairconditioner CTXA15A2V1BW FTXA20A2V1BW FTXA25A2V1BW FTXA35A2V1BW FTXA42A2V1BW FTXA50A2V1BW

Zelfstudie practicum 1

Gebruiksaanwijzing. Daikin kamerairconditioner CTXA15A2V1BW FTXA20A2V1BW FTXA25A2V1BW FTXA35A2V1BW FTXA42A2V1BW FTXA50A2V1BW

Werkblad TI-83: Over de hoofdstelling van de integraalrekening

edatenq is een toepassing die de ondernemingen de mogelijkheid biedt om hun statistische aangiften in te vullen en door te sturen via internet.

Hier beginnen DCP-J140W

edatenq is een toepassing die de ondernemingen de mogelijkheid biedt om hun statistische aangiften in te vullen en door te sturen via internet.

Nieuwe internet radio eigenschap

ja, studentaccount is groter dan standaard account en nog steeds gratis. Wel moet je mail adres van school en website van school invoeren ter controle

Installatiehandleiding

In dit hoofdstuk introduceren we de hoofdrolspelers van het college: eindige automaten.

6.4 Rekenen met evenwichtsreacties

Formulier Voor het regelen van een definitief energielabel van uw woning

Bedieningshandleiding Productcode 885-V35/V37 VOORBEREIDINGEN

Hier beginnen DCP-J172W

Hier beginnen DCP-J152W

Hier beginnen DCP-J132W

StyleView Scanner Shelf

Uitgebreide handleiding voor de gebruiker

1 Uw secretaresse vraagt u wie u voor deze sessie wilt uitnodigen. Aan welke mensen denkt u?

Hier beginnen DCP-J315W

Uitgebreide handleiding voor de gebruiker

8 Kostenverbijzondering (I)

Transcriptie:

Uitgereide hndleiding voor de instllteur EPGA11DAV3 EPGA14DAV3 EPGA16DAV3 EAVH16S18DA6V(G) EAVH16S23DA6V(G) EAVH16S18DA9W(G) EAVH16S23DA9W(G) EAVX16S18DA6V(G) EAVX16S23DA6V(G) EAVX16S18DA9W(G) EAVX16S23DA9W(G) Nederlnds

Inhoudsopgve Inhoudsopgve 1 Algemene veiligheidsmtregelen 3 1.1 Over de doumenttie... 3 1.1.1 Betekenis vn de wrshuwingen en symolen... 3 1.2 Voor de instllteur... 4 1.2.1 Algemeenheden... 4 1.2.2 Plts vn instlltie... 4 1.2.3 Koelmiddel... 5 1.2.4 Pekel... 5 1.2.5 Wter... 5 1.2.6 Elektrish... 6 2 Over de doumenttie 6 2.1 Over dit doument... 6 2.2 Overziht vn de uitgereide hndleiding voor de instllteur.. 7 3 Over de doos 7 3.1 Overziht: Over de doos... 7 3.2 Buitenunit... 8 3.2.1 De uitenunit uitpkken... 8 3.2.2 De uitenunit hnteren... 8 3.2.3 Om de toeehoren vn de uitenunit uit te nemen... 8 3.2.4 Trnsporteveiliging verwijderen... 8 3.3 Binnenunit... 9 3.3.1 De innenunit uitpkken... 9 3.3.2 Toeehoren uit de innenunit verwijderen... 9 3.3.3 De innenunit hnteren... 9 4 Over de units en opties 9 4.1 Overziht: Over de units en opties... 9 4.2 Identifitie... 9 4.2.1 Identifitielel: Buitenunit... 9 4.2.2 Identifitielel: Binnenunit... 10 4.3 Units en opties omineren... 10 4.3.1 Mogelijke opties voor de uitenunit... 10 4.3.2 Mogelijke opties voor de innenunit... 10 5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen 11 5.1 Overziht: Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen... 11 5.2 Het ruimteverwrmings-/koelingsysteem in/opstellen... 11 5.2.1 Een enkele kmer... 11 5.2.2 Meerdere kmers Eén AWT-zone... 13 5.2.3 Meerdere kmers Twee AWT-zones... 15 5.3 Een extr wrmteron voor ruimteverwrming in/opstellen... 16 5.4 De tnk voor wrm tpwter in/opstellen... 17 5.4.1 Systeemlyout Ingeouwde wrmtpwtertnk... 17 5.4.2 Het volume en de gewenste tempertuur seleteren voor de wrmtpwtertnk... 17 5.4.3 Instelling en onfigurtie Wrmtpwtertnk... 18 5.4.4 Wrmtpwterpomp voor ogenlikkelijk wrm wter.. 18 5.4.5 Wrmtpwterpomp voor desinfetie... 18 5.5 De energiemeting instellen... 19 5.5.1 Geprodueerde wrmte... 19 5.5.2 Verruikte energie... 19 5.5.3 Elektrishe voeding met norml kwh-trief... 19 5.5.4 Elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief... 20 5.6 De regeling vn het energieverruik instellen... 20 5.6.1 Continue vermogeneperking... 21 5.6.2 Vermogeneperking door digitle ingngen ingeshkeld... 21 5.6.3 Vermogeneperking: werking... 21 5.7 Een externe tempertuursensor opstellen... 22 6 Voorereiding 22 6.1 Overziht: Voorereiding... 22 6.2 Instlltieplts voorereiden... 22 6.2.1 Vereisten inzke de plts wr de uitenunit geïnstlleerd wordt... 22 6.2.2 Bijkomende vereisten inzke de instlltieplts vn de uitenunit in koude klimten... 23 6.2.3 Vereisten inzke de plts wr de innenunit geïnstlleerd wordt... 24 6.3 De wterleidingen voorereiden... 24 6.3.1 Vereisten voor de wteriruits... 24 6.3.2 Formule om de voordruk vn het expnsievt te erekenen... 25 6.3.3 Het wtervolume en wterdeiet ontroleren... 25 6.3.4 De voordruk vn het expnsievt wijzigen... 26 6.3.5 Het wtervolume ontroleren: vooreelden... 27 6.4 De elektrishe edrding voorereiden... 27 6.4.1 Over het voorereiden vn de elektrishe edrding.. 27 6.4.2 Over de elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief. 27 6.4.3 Overziht vn de elektrishe verindingen, ehlve de uitwendige stelmotoren... 28 6.4.4 Overziht vn de elektrishe verindingen voor de uitwendige en inwendige stelmotoren... 28 7 Instlltie 28 7.1 Overziht: Instlltie... 28 7.2 De units openen... 29 7.2.1 Over het openen vn de units... 29 7.2.2 De uitenunit openen... 29 7.2.3 De innenunit openen... 29 7.2.4 Het deksel vn de shkelkst vn de innenunit openen... 30 7.2.5 De shkelkst lger zetten op de innenunit... 30 7.3 De uitenunit monteren... 30 7.3.1 Over de montge vn de uitenunit... 30 7.3.2 Voorzorgsmtregelen ij de montge vn de uitenunit... 30 7.3.3 De instlltiestrutuur voorzien... 31 7.3.4 De uitenunit instlleren... 31 7.3.5 Afvoer voorzien... 31 7.3.6 De lel voor fluorhoudende roeiksgssen evestigen... 31 7.3.7 Ervoor zorgen dt de uitenunit niet kn omvllen... 32 7.4 De innenunit monteren... 32 7.4.1 Over het monteren vn de innenunit... 32 7.4.2 Voorzorgen ij het monteren vn de innenunit... 32 7.4.3 De innenunit pltsen... 32 7.4.4 De fvoerslng op de fvoer nsluiten... 32 7.5 De wterleidingen nsluiten... 33 7.5.1 Over het nsluiten vn de wterleidingen... 33 7.5.2 Voorzorgen ij het nsluiten vn de wterleidingen.. 33 7.5.3 De wterleidingen nsluiten... 33 7.5.4 De herirultieleiding nsluiten... 34 7.5.5 Het wteriruit vullen... 34 7.5.6 Het wteriruit tegen vorst eshermen... 34 7.5.7 De tnk voor wrm tpwter vullen... 36 7.5.8 De wterleidingen isoleren... 36 7.6 De elektrishe edrding nsluiten... 37 7.6.1 Over het nsluiten vn de elektrishe edrding... 37 7.6.2 Over het voldoen n de normen inzke elektriiteit... 37 7.6.3 Voorzorgsmtregelen ij het nsluiten vn elektrishe edrding... 37 7.6.4 Rihtlijnen voor het nsluiten vn de elektrishe edrding... 37 7.6.5 Speifities vn de stndrdomponenten vn de edrding... 37 7.6.6 De elektrishe ekeling op de uitenunit nsluiten... 38 7.6.7 Elektrishe edrding nsluiten op de innenunit... 38 7.6.8 De hoofdvoeding nsluiten... 39 7.6.9 De voeding vn de k-upverwrming nsluiten... 40 7.6.10 De fsluiter nsluiten... 41 7.6.11 De elektrishe meters nsluiten... 41 2

1 Algemene veiligheidsmtregelen 7.6.12 De pomp vn het wrm tpwter nsluiten... 41 7.6.13 De lrm-output nsluiten... 41 7.6.14 De AAN/UIT-output vn de ruimtekoeling/ verwrming nsluiten... 41 7.6.15 De omshkeling nr de externe wrmteron nsluiten... 41 7.6.16 De digitle inputs voor het energieverruik nsluiten... 42 7.6.17 De veiligheidsthermostt (norml gesloten ontt) nsluiten... 42 7.7 De instlltie vn de uitenunit voltooien... 42 7.7.1 De instlltie vn de uitenunit voltooien... 42 7.8 De instlltie vn de innenunit voltooien... 42 7.8.1 De innenunit sluiten... 42 8 Configurtie 43 8.1 Overziht: Configurtie... 43 8.1.1 De meest geruikte ommndo's ereiken... 43 8.2 Configurtiewizrd... 44 8.3 Mogelijke shermen... 44 8.3.1 Mogelijke shermen: overziht... 44 8.3.2 Strtsherm... 44 8.3.3 Het sherm Hoofdmenu... 45 8.3.4 Menusherm... 46 8.3.5 Instelpunt-sherm... 46 8.3.6 Gedetilleerd sherm met wrden... 46 8.3.7 Gedetilleerd sherm met weersfhnkelijke urve... 46 8.3.8 Progrmmsherm: vooreeld... 47 8.4 Menu Instellingen... 48 8.4.1 Storing... 48 8.4.2 Kmer... 48 8.4.3 Primire zone... 50 8.4.4 Seundire zone... 54 8.4.5 Ruimteverwrming/-/koeling... 56 8.4.6 Tnk... 60 8.4.7 Geruikersinstellingen... 63 8.4.8 Informtie... 64 8.4.9 Instllteurinstellingen... 65 8.4.10 Bediening... 72 8.5 Menustrutuur: Overziht geruikersinstellingen... 73 8.6 Menustrutuur: Overziht instllteurinstellingen... 74 9 Inedrijfstelling 75 9.1 Overziht: Inedrijfstelling... 75 9.2 Voorzorgsmtregelen ij de inedrijfstelling... 75 9.3 Cheklist voor de inedrijfstelling... 75 9.4 Cheklist tijdens inedrijfstelling... 75 9.4.1 Het minimum deiet ontroleren... 75 9.4.2 De ontluhtingsfuntie... 76 9.4.3 Om te proefdrien... 76 9.4.4 Stelmotoren proefdrien... 77 9.4.5 De dekvloer vn de vloerverwrming drogen... 77 10 An de geruiker overhndigen 78 11 Onderhoud en servie 78 11.1 Overziht: onderhoud en servie... 78 11.2 Voorzorgsmtregelen inzke onderhoud... 79 11.3 Controlelijst jrlijks onderhoud vn de uitenunit... 79 11.4 Cheklist voor het jrlijks onderhoud vn de innenunit... 79 11.4.1 De tnk voor wrm tpwter flten... 80 11.5 Het wterfilter shoonmken in gevl vn prolemen... 80 11.5.1 Het wterfilter verwijderen... 80 11.5.2 Het wterfilter shoonmken in gevl vn prolemen 81 11.5.3 Het wterfilter instlleren... 81 12 Opsporen en verhelpen vn storingen 81 12.1 Overziht: Proleemoplossing... 81 12.2 Voorzorgsmtregelen ij het opsporen en verhelpen vn storingen... 82 12.3 Prolemen op sis vn symptomen oplossen... 82 12.3.1 Symptoom: De unit verwrmt of koelt NIET zols verwht... 82 12.3.2 Symptoom: wrm wter ereikt de gewenste tempertuur NIET... 82 12.3.3 Symptoom: De ompressor strt NIET (ruimteverwrming of verwrming vn het tpwter)... 83 12.3.4 Symptoom: Het systeem mkt gorgelende geluiden n de inedrijfstelling... 83 12.3.5 Symptoom: De pomp mkt lwi (vittie)... 83 12.3.6 Symptoom: De drukveiligheidsklep gt open... 83 12.3.7 Symptoom: De wterdrukveiligheidsklep lekt... 84 12.3.8 Symptoom: De ruimte wordt NIET voldoende verwrmd ij lge uitentemperturen... 84 12.3.9 Symptoom: De druk op het ftppunt is tijdelijk norml hoog... 84 12.3.10 Symptoom: Sierpnelen werden door een gezwollen tnk weggeduwd... 84 12.3.11 Symptoom: de tnkdesinfetiefuntie wordt NIET volledig uitgevoerd (storing AH)... 84 12.4 Prolemen op sis vn storingsodes oplossen... 85 12.4.1 De help-tekst weergeven in gevl vn een storing... 85 12.4.2 Storingsodes: Overziht... 85 13 Als fvl verwijderen 87 13.1 Overziht: Als fvl verwijderen... 87 13.2 Afpompen... 87 13.3 Lokle instelling vuümstnd inshkelen/uitshkelen... 88 13.4 Vuümdrogen... 88 13.5 Geruik vn de fsluiter en serviepoort... 88 13.5.1 Omgn met de fsluiter... 88 13.5.2 De fsluiter openen/sluiten... 89 13.5.3 Omgn met de steeldop... 89 13.5.4 Omgn met de serviedop... 89 14 Tehnishe gegevens 90 14.1 Servieruimte: Buitenunit... 90 14.2 Shem vn de leidingen: Buitenunit... 91 14.3 Shem vn de leidingen: Binnenunit... 92 14.4 Bedrdingsshem: Buitenunit... 93 14.5 Bedrdingsshem: Binnenunit... 95 14.6 ESP-urve: Binnenunit... 98 15 Verklrende woordenlijst 98 16 Tel met lokle instellingen 99 1 Algemene veiligheidsmtregelen 1.1 Over de doumenttie De doumenttie is oorspronkelijk in het Engels geshreven. Alle ndere tlen zijn vertlingen. Alle in dit doument vermelde voorzorgen etreffen zeer elngrijke punten en dienen dus steeds nuwgezet te worden ngeleefd. De instlltie vn het systeem en lle in de instlltiehndleiding en de uitgereide hndleiding voor de instllteur eshreven hndelingen MOETEN door een erkende instllteur worden uitgevoerd. 1.1.1 Betekenis vn de wrshuwingen en symolen GEVAAR Duidt op een situtie die de dood of ernstige verwondingen ls gevolg heeft. 3

1 Algemene veiligheidsmtregelen GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE Duidt op een situtie die elektroutie kn veroorzken. GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN Duidt op een situtie die rndwonden kn veroorzken ls gevolg vn extreem hoge of lge temperturen. GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR Duidt op een situtie die een ontploffing kn veroorzken. WAARSCHUWING Duidt op een situtie die de dood of ernstige verwondingen ls gevolg zou kunnen heen. WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL VOORZICHTIG Duidt op een situtie die kleine of mtige verwondingen ls gevolg zou kunnen heen. Duidt op een situtie die shde n pprtuur of eigendom zou kunnen erokkenen. Duidt op nuttige tips of ijkomende informtie. Symool Verklring Lees de montgehndleiding, de geruiksnwijzing en het instrutievel voor de edrding lvorens te eginnen met de instlltie. Lees de serviehndleiding lvorens onderhoudsen serviewerkzmheden uit te voeren. Voor meer informtie, zie de uitgereide hndleiding voor de instllteur en de geruiker. 1.2 Voor de instllteur 1.2.1 Algemeenheden Indien u twijfels heeft over de instlltie of de ediening vn de unit, neem ontt op met uw deler. Een foute instlltie of evestiging vn pprtuur, uitrustingen of essoires kn elektrishe shokken, een kortsluiting, lekken, rnd of shde n de pprtuur of uitrustingen ls gevolg heen. Geruik enkel essoires, optionele pprtuur en uitrustingen en reserveonderdelen die door Dikin gemkt of goedgekeurd werden. WAARSCHUWING Zorg ervoor dt de mterilen die voor de instlltie en de testen geruikt worden, voldoen n de geldende wetgeving (ovenop de instruties eshreven in de Dikin-doumenttie). VOORZICHTIG Drg gepste persoonlijke eshermingsuitrustingen (eshermende hndshoenen, veiligheidsril, enz.) wnneer u het systeem instlleert of onderhoudt. WAARSCHUWING Sheur plstiekverpkkingen n stukken en gooi deze weg zodt niemnd, kinderen in het ijzonder, ermee kn spelen. Mogelijk risio: verstikking. GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN Rk tijdens of net n edrijf GEEN koelmiddelleidingen, wterleidingen of interne onderdelen n. Deze kunnen te wrm of te koud zijn. Geef ze de tijd om terug op een normle tempertuur te komen. Indien u deze toh moet nrken, drg dn eshermende hndshoenen. Rk per ongeluk lekkend koelmiddel NIET n. WAARSCHUWING Neem gepste mtregelen om te eletten dt de unit door kleine dieren ls shuilplts geruikt kn worden. Kleine dieren die in ontt komen met elektrishe onderdelen kunnen storingen, rook of rnd veroorzken. VOORZICHTIG Rk de luhtinlt of de luminiumlmellen vn de unit NIET n. Plts GEEN voorwerpen, pprtuur of uitrustingen ovenop de unit. Zit, klim of st NIET op de unit. Werkzmheden n de uitenunit worden est geplnd ij droog weer om wterinsijpeling te voorkomen. Volgens de relevnte wetgeving kn het vereist zijn om ij het produt een logoek te voorzien met minstens: informtie over onderhoud, reprties, resultten vn tests, periodes vn stnd-y, Voorzie ook minstens de volgende informtie op een toegnkelijke plts ij het produt: Instruties voor het stilleggen vn het systeem in noodgevllen Nm en dres vn rndweer, politie en ziekenhuis De nm, het dres en de telefoonnummers overdg en 's nhts om onderhoud te ekomen In Europ iedt EN378 de vereiste informtie voor dit logoek. 1.2.2 Plts vn instlltie Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en luhtirultie. Controleer of de plts wrop de unit moet komen, estnd is tegen het gewiht en de trillingen vn de unit. Zorg ervoor dt de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN ventiltieopeningen. Controleer of de unit horizontl stt. Instlleer de unit NIET in een vn de volgende pltsen: In mogelijke explosieve omgevingen. In pltsen met toestellen of mhines die elektromgnetishe golven uitzenden. Elektromgnetishe golven kunnen het esturingssysteem storen, wrdoor de pprtuur sleht kn werken. In pltsen met rndgevr omwille vn lekkende ontvlmre gssen (zols verdunners of enzine), koolstofvezels, ontvlmr stof. In pltsen wr orroderend gs (zols zwveligzuurgs) geprodueerd wordt. Corrosie n de koperleidingen of gesoldeerde onderdelen kn de oorzk zijn dt koelmiddel gt lekken. 4

1 Algemene veiligheidsmtregelen 1.2.3 Koelmiddel Indien vn toepssing. Voor meer informtie, rdpleeg de instlltiehndleiding of de uitgereide hndleiding (voor de instllteur) vn uw toepssing. Controleer of de instlltie vn de koelmiddelleidingen voldoet n de geldende wetgeving. In Europ geldt EN378 ls de vn toepssing zijnde norm. Zorg ervoor dt de lokle leidingen en nsluitingen NIET worden elst. WAARSCHUWING Zet, tijdens testen, het produt NOOIT onder een druk hoger dn de mximl toegestne druk (vermeld op het nmpltje vn de unit). WAARSCHUWING Neem voldoende mtregelen wnneer koelmiddel zou lekken. Ventileer onmiddellijk de zone wnneer koelgs lekt. Mogelijke risio's: Te hoge koelmiddelonentrties in een gesloten ruimte kunnen leiden tot een gerek n zuurstof. Als koelgs in ontt komt met vuur, kn giftig gs ontstn. GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR Afpompen Koelmiddellekken. Als u het systeem wil fpompen en er zit een lek in het koelmiddeliruit: Geruik NIET de utomtishe fpompfuntie vn de unit die l het koelmiddel uit het systeem nr de uitenunit kn sturen. Mogelijk gevolg: Zelfontrnding en explosie vn de ompressor door luht die in de driende ompressor terehtkomt. Geruik een fzonderlijk ftpsysteem zodt de ompressor vn de unit NIET moet drien. WAARSCHUWING Tp het koelmiddel ALTIJD f. Lt het NIET rehtstreeks vrij in de omgeving. Geruik een vuümpomp om de instlltie leeg te pompen. Controleer of er geen gslekken zijn ls u lle leidingen heeft ngesloten. Geruik stikstof om een gslektest uit te voeren. Vul NIET meer koelmiddel ij dn voorgeshreven om te voorkomen dt de ompressor defet gerkt. Wnneer het koelmiddelsysteem moet worden geopend, MOET het koelmiddel worden ehndeld zols voorgeshreven in de geldende wetgeving. WAARSCHUWING Zorg ervoor dt er geen zuurstof in het systeem zit. Bovendien mg er ps koelmiddel worden ijgevuld ndt er een lekkgetest en een vuümdroogproedure is uitgevoerd. Zie het typepltje op de unit wnneer koelmiddel in het systeem moet worden ngevuld. Drop stn het type koelmiddel en de vereiste hoeveelheid. De unit werd in de friek met koelmiddel gevuld en sommige systemen moeten, fhnkelijk vn de mt en lengte vn de leidingen, ijkomend met koelmiddel worden gevuld. Geruik uitsluitend gereedshp dt enkel en lleen voor het soort koelmiddel edoeld is om de vereiste drukweerstnd te kunnen grnderen en om te eletten dt vreemde stoffen in het systeem terehtkomen. Vul ls volgt met vloeir koelmiddel: Als Er is een sifonuis (d.w.z. er zou iets zols Met vloeistofvulsifon op de fles moeten stn) Er is GEEN sifonuis Open koelmiddelflessen steeds trg. Dn Vul ij met rehtopstnde fles. Vul ij met de ondersteoven stnde fles. Vul ij met koelmiddel in vloeire vorm. Het koelmiddel in gsvormige fse toevoegen kn de normle werking verstoren. VOORZICHTIG Wnneer het ijvullen vn koelmiddel is voltooid of wnneer u even puzeert, moet u de krn vn het koelmiddelreservoir onmiddellijk dihtdrien. Als de klep NIET onmiddellijk wordt gesloten, kn er extr koelmiddel worden ijgevuld door de resterende druk. Mogelijk gevolg: Onjuiste hoeveelheid koelmiddel. 1.2.4 Pekel Indien vn toepssing. Voor meer informtie, rdpleeg de instlltiehndleiding of de uitgereide hndleiding (voor de instllteur) vn uw toepssing. WAARSCHUWING De gekozen pekel MOET voldoen n de geldende wetgeving. WAARSCHUWING Neem voldoende mtregelen voor het gevl pekel zou lekken. Indien pekel lekt, ventileer onmiddellijk de zone en neem ontt op met uw pltselijke verdeler. WAARSCHUWING De omgevingstempertuur in de unit kn veel hoger oplopen dn die vn de kmer, v. 70 C. In gevl vn een pekellek kunnen hete onderdelen in de unit een gevrlijke situtie reëren. WAARSCHUWING Het geruik en de instlltie vn de toepssing MOETEN voldoen n de veiligheids- en milieumtregelen gespeifieerd in de relevnte reglementering. 1.2.5 Wter Indien vn toepssing. Voor meer informtie, rdpleeg de instlltiehndleiding of de uitgereide hndleiding (voor de instllteur) vn uw toepssing. 5

2 Over de doumenttie Controleer of de kwliteit vn het wter voldoet n de EUrihtlijn 98/83 EC. 1.2.6 Elektrish GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE Shkel lle elektrishe voedingen UIT voorleer u het deksel vn de shkelkst verwijdert, elektrishe edrding nsluit of elektrishe onderdelen nrkt. Shkel de elektrishe voeding lnger dn 1 minuut uit en meet de spnning op de nsluitklemmen vn de ondenstoren of elektrishe onderdelen vn de hoofdkring voorleer u een onderhoud uitvoert. De spnning MOET onder de 50 V DC gevllen zijn voorleer u elektrishe onderdelen mg nrken. Rdpleeg het edrdingsshem voor de plts vn de nsluitklemmen. Rk elektrishe onderdelen NIET n met ntte hnden. Lt de unit NIET onewkt hter wnneer het serviedeksel verwijderd is. WAARSCHUWING In de vste edrding moet een hoofdshkelr of een nder middel om uit te shkelen worden voorzien ls dit nog NIET in de friek werd voorzien; deze shkelr MOET worden geïnstlleerd in de vste edrding en dient het ontt vn lle polen volledig te verreken en te voldoen n de vereisten vn de overspnning-tegorie- III-speifitie wnneer hij open stt. WAARSCHUWING Geruik ALLEEN koperdrden. Alle lokle edrding moet voldoen n de geldende wetgeving. Alle lokle edrdingen MOETEN onform met het produt meegeleverd edrdingsshem worden uitgevoerd. Knijp NOOIT geundelde kels smen en ontroleer of ze NIET met leidingen of sherpe rnden in ontt (kunnen) komen. Zorg dt er geen externe druk wordt uitgeoefend op de klemnsluitingen. Vergeet niet rddrden te leggen. Ard de unit NIET vi een nutsleiding, een piekspnningseveiliging of de rding vn de telefoon. Een onvolledige rding kn een elektrishe shok veroorzken. Geruik hiervoor een prte voedingskring. Geruik NOOIT een elektrishe voeding die met een nder toestel gedeeld wordt. Instlleer zeker de vereiste zekeringen of stroomonderrekers. Plts zeker een rdlekshkelr. Anders estt het gevr dt iemnd een elektrishe shok krijgt of dt er rnd ontstt. Wnneer u de rdlekeveiliging pltst, ontroleer of deze met de inverter omptiel is (estnd tegen hoogfrequente elektrishe ruis), zodt de rdlekeveiliging zih niet onnodig opent. VOORZICHTIG Bij het nsluiten vn de voedingskel moet de rding vóór de stroomvoerende drden worden ngesloten. Bij het losmken vn de voedingskel moeten de stroomvoerende drden vóór de rding worden losgemkt. De lengte vn de geleiders tussen de trekontlsting vn de voedingskel en de klemmenstrook moet zodnig zijn dt de stroomvoerende geleiders strk zitten vóór de rdingsgeleider voor het gevl dt de voedingskel wordt losgetrokken vn de trekontlsting. Voorzorgsmtregelen ij het leggen vn voedingsedrding: Sluit GEEN edrding vn vershillende diktes n op de klemmenstrook voor de voeding (speling in de voedingsedrding kn normle hitte veroorzken). Bij het nsluiten vn edrding met dezelfde dikte, volgt u de nwijzingen in de ovenstnde feelding. Geruik de ngewezen voedingsdrd en sluit deze stevig n, org ze vervolgens zodt er vn uiten geen druk op het klemmenord kn worden uitgeoefend. Geruik een pssende shroevendrien voor het vstdrien vn de shroeven vn de klemmen. Met een shroevendrier met kleine kop eshdigt u de shroefkop wrdoor u de shroef niet goed meer vst kunt drien. Als u de shroeven vn de klemmen te vst drit kunt u ze reken. Leg de stroomtoevoerkels op minstens 1 meter fstnd vn televisietoestellen en rdio's om geen interferenties te heen. Afhnkelijk vn de rdiogolven volstt een fstnd vn 1 meter soms niet. WAARSCHUWING Controleer n het eëindigen vn de elektriiteit of lle elektrishe onderdelen en nsluitklemmen in de elektriiteitskst veilig zijn ngesloten. Controleer of lle deksels diht zijn voorleer de unit n te zetten. Alleen vn toepssing ls de elektrishe voeding driefsig is en de ompressor een AAN/UIT-strtmethode heeft. Als een fse zih n een tijdelijke lk-out kn omkeren en de stroomtoevoer gt n en uit terwijl het systeem in edrijf is, instlleer dn pltselijk een eveiligingsiruit tegen fseomkering. Door het systeem in omgekeerde fse te lten drien, kunnen de ompressor en ndere onderdelen stuk gn. 2 Over de doumenttie 2.1 Over dit doument Bedoeld puliek Erkende instllteurs 6

3 Over de doos Doumenttieset Dit doument is een onderdeel vn een doumenttieset. De volledige set omvt: Algemene veiligheidsmtregelen: Veiligheidsinstruties die u moet lezen voorleer tot de instlltie over te gn Formt: Ppier (in de doos vn de innenunit) Instlltiehndleiding vn de innenunit: Instlltienwijzingen Formt: Ppier (in de doos vn de innenunit) Instlltiehndleiding vn de uitenunit: Instlltienwijzingen Formt: Ppier (in de doos vn de uitenunit) : Voorereiding vn de instlltie, goede prktijken, referentiegegevens enz. Formt: Digitle estnden op http://www.dikineurope.om/ support-nd-mnuls/produt-informtion/ Bijlgeoek met optionele uitrustingen en pprtuur: Additionele informtie over hoe optionele uitrustingen en pprtuur te instlleren Formt: Ppier (in de doos vn de innenunit) + Digitle estnden op http://www.dikineurope.om/support-ndmnuls/produt-informtion/ Ltste herzieningen vn de meegeleverde doumenttie kunnen op de regionle Dikin-wesite of vi uw deler eshikr zijn. De doumenttie is oorspronkelijk in het Engels geshreven. Alle ndere tlen zijn vertlingen. Tehnishe gegevens Een deel vn de reentste tehnishe gegevens is eshikr op de regionle Dikin-wesite (puliek toegnkelijk). De volledige reentste tehnishe gegevens zijn eshikr op het Dikin-extrnet (uthentitie vereist). 2.2 Overziht vn de uitgereide hndleiding voor de instllteur Hoofdstuk Algemene veiligheidsmtregelen Over de doumenttie Over de doos Over de units en opties Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Voorereiding Instlltie Configurtie Beshrijving Veiligheidsinstruties die u moet lezen voorleer tot de instlltie over te gn Welke doumenttie estt er voor de instllteur De units uitpkken en hun essoires verwijderen De units identifieren Mogelijke ominties vn units en opties Versheidene instlltieopstellingen vn het systeem Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen en kennen voorleer on-site te gn Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen en kennen om het systeem te instlleren Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen en kennen om het systeem n instlltie ervn te onfigureren Hoofdstuk Inedrijfstelling An de geruiker overhndigen Onderhoud en servie Storingen opsporen en oplossen Als fvl verwijderen Tehnishe gegevens Verklrende woordenlijst Tel met lokle instellingen 3 Over de doos Beshrijving Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen en kennen om het systeem op te leveren ndt het werd geonfigureerd Dit hoofdstuk eshrijft wt n de geruiker moet worden uitgelegd en overhndigd Dit hoofdstuk eshrijft de mnier wrop de units onderhouden moeten worden Dit hoofdstuk eshrijft wt te doen indien er prolemen zijn Dit hoofdstuk eshrijft hoe het systeem ls fvl fgevoerd kn worden Dit hoofdstuk evt de speifities vn het systeem Hierin worden termen gedefinieerd Tel die door de instllteur moet worden ingevuld en die ndien moet ewrd worden om deze lter te kunnen rdplegen Let op: De uitgereide hndleiding voor de geruiker evt tevens een tel met instllteurinstellingen. Deze tel moet door de instllteur worden ingevuld en n de geruiker worden overhndigd. 3.1 Overziht: Over de doos Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen ndt de dozen met de uiten- en innenunit on-site werden geleverd. Houd rekening met de volgende zken: De unit MOET ij de levering geontroleerd worden op eshdigingen. Elke vorm vn eshdiging MOET onmiddellijk n de shdeverntwoordelijke vn de trnsporteur gemeld worden. Breng de verpkte unit zo diht mogelijk ij de uiteindelijke instlltieplts om eshdiging tijdens het trnsport te voorkomen. Mk de weg wrlngs u de unit nr innen zult rengen op voorhnd klr. 7

ENERG Y IJA ENERG Y IJA IE IA IE IA 3 Over de doos 3.2 Buitenunit 3.2.1 De uitenunit uitpkken 3.2.3 Om de toeehoren vn de uitenunit uit te nemen 1 Open de uitenunit. 2 Neem de essoires eruit. 1 2 1 2 d e 1 1 1 1 1 RXXX d e Instlltiehndleiding vn de uitenunit Lel over de gefluoreerde roeiksgssen Meertlig lel over de gefluoreerde roeiksgssen Afsluiter (met geïntegreerd filter) Energielel 2 3.2.4 Trnsporteveiliging verwijderen 4 4 5 3 3.2.2 De uitenunit hnteren VOORZICHTIG Rk de luhtinlt of de luminium vinnen vn de unit NIET n, dit om letsels te voorkomen. Als de unit wordt geruikt zonder eerst de trnsporteveiliging te verwijderen, kunnen er normle trillingen of geluiden worden geprodueerd. De trnsportesherming vn de ompressor moet worden verwijderd. Die is onder de poot vn de ompressor geïnstlleerd om de unit tijdens trnsport te eshermen. Volg de instruties in de onderstnde feelding en proedure. 1 Verwijder de moer () vn de evestigingsout vn de ompressor. 2 Verwijder de trnsportesherming () en gooi ze weg. 3 Zet de moer () vn de evestigingsout vn de ompressor terug en dri n tot een koppel vn 10,1 N m. 143 kg 8

4 Over de units en opties 3 1 (10.1 N m) 2 Grepen n de hterknt vn de unit Grepen n de onderknt vn de unit. Kntel de unit voorzihtig nr hter zodt de grepen zihtr worden. 3.3 Binnenunit 3.3.1 De innenunit uitpkken 1 2 4 Over de units en opties 4.1 Overziht: Over de units en opties Dit hoofdstuk evt informtie over: De uitenunit identifieren De innenunit identifieren De uitenunit met opties omineren De innenunit met opties omineren 4.2 Identifitie Wnneer meerdere units gelijktijdig geïnstlleerd of onderhouden worden, let op de serviepnelen NIET te verwisselen tussen vershillende modellen. 4.2.1 Identifitielel: Buitenunit 8 Plts 3.3.2 Toeehoren uit de innenunit verwijderen 4 1 d e f 1 1 1 1 g h i 8 4 1 d e f g h i Afsluiters voor wteriruit Overdrukomloopklep Algemene veiligheidsmtregelen Bijlgeoek met optionele uitrustingen en pprtuur Instlltiehndleiding vn de innenunit Geruiksnwijzing Afdihtingsringen voor fsluiters (wteriruit voor ruimteverwrming) Afdihtingsringen voor ter pltse te voorziene fsluiters (wteriruit voor wrm tpwter) Afdihtingstpe voor de inlt vn de lgspnningsedrding Modelidentifitie Vooreeld: EP G A 11 DA V3 EP G A Code Uitleg Europese hydrosplit uitenpr-wrmtepomp Middelhoge wtertempertuur omgevingszone: 10~ 20 C Koelmiddel R32 11 Cpiteitklsse DA V3 Modelserie Elektrishe voeding 3.3.3 De innenunit hnteren Geruik de grepen n de hterknt en n de onderknt om de unit te drgen. 9

4 Over de units en opties 4.2.2 Identifitielel: Binnenunit Plts Modelidentifitie Vooreeld: E AV H 16 S 23 DA 6V G E AV H Code Europees model Beshrijving Op de vloer stnde hydrosplit-unit met geïntegreerde tnk H=Alleen verwrming X=Verwrming/koeling 16 Cpiteitklsse S Geïntegreerd tnkmteril: roestvrij stl 23 Volume geïntegreerde tnk DA 6V G Modelserie Model vn k-upverwrming G=Grijs model [ ]=Wit model 4.3 Units en opties omineren 4.3.1 Mogelijke opties voor de uitenunit Bodempltverwrming (EKBPH140L7) Zorgt ervoor dt de odemplt niet evriest. Anevolen in geieden met lge omgevingstemperturen of hoge luhtvohtigheden. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de odempltverwrming. 4.3.2 Mogelijke opties voor de innenunit Geruikersinterfe die ls kmerthermostt geruikt wordt (BRC1HHDA) De geruikersinterfe die ls kmerthermostt geruikt wordt kn lleen worden geruikt in omintie met de geruikersinterfe die is ngesloten op de innenunit. De geruikersinterfe die wordt geruikt ls kmerthermostt moet in de kmer worden gepltst wrvn de tempertuur moet worden geregeld. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltie- en edieningshndleiding vn de geruikersinterfe die wordt geruikt ls kmerthermostt. Kmerthermostt (EKRTWA, EKRTR1) U kunt een optionele kmerthermostt op de innenunit nsluiten. Deze thermostt kn met drd zijn (EKRTWA) of drdloos (EKRTR1). Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de kmerthermostt en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. Afstndsensor voor drdloze thermostt (EKRTETS) U kunt een drdloze innentempertuursensor (EKRTETS) lleen in omintie met de drdloze thermostt (EKRTR1) geruiken. Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de kmerthermostt en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. Digitle I/O-printplt (EKRP1HB) De digitle I/O-printplt is nodig om de volgende signlen te leveren: Alrm-output Uitgng ruimteverwrming/koeling AAN/UIT Omshkeling nr externe wrmteron Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de digitle I/O-printplt en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. Vrg-printplt (EKRP1AHTA) Om geruik te kunnen mken vn de energieesprende esturing vi digitle inputs moet u de vrg-printplt instlleren. Voor instlltie-instruties, zie de montgehndleiding vn de vrgprintplt en het ijlgeoek voor optionele pprtuur. Afstndinnensensor (KRCS01-1) Stndrd wordt de inwendige geruikersinterfesensor ls kmertempertuursensor geruikt. Optioneel kn de fstndinnensensor gepltst worden om de kmertempertuur vnuit een ndere plts te meten. Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de fstndinnensensor en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. De fstndinnensensor kn lleen geruikt worden wnneer de geruikersinterfe met de kmerthermosttfuntie geonfigureerd is. U kunt lleen hetzij de fstndinnensensor, hetzij de fstnduitensensor nsluiten. Afstnduitensensor (EKRSCA1) Stndrd wordt de sensor in de uitenunit geruikt om de uitentempertuur te meten. Optioneel kn de fstnduitensensor gepltst worden om de uitentempertuur te meten vnuit een ndere plts (ijv. om geen diret zonliht te heen) om ldus een eter systeemgedrg te heen. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de fstnduitensensor. U kunt lleen hetzij de fstndinnensensor, hetzij de fstnduitensensor nsluiten. PC-kel (EKPCCAB) De PC-kel mkt een verinding tussen de shkelkst vn de innenunit en een PC. Dit mkt het mogelijk om de softwre vn de innenunit te updten. Voor de nwijzingen etreffende de instlltie, rdpleeg de instlltiehndleiding vn de PC-kel en de "8 Configurtie" op pgin 43. Wrmtepomponvetor (FWXV) Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de wrmtepomponvetoren en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. LAN-dpter voor smrtphoneediening + Smrt Gridtoepssingen (BRP069A61) U kunt deze LAN-dpter instlleren om: Het systeem vi een smrtphone-pp te edienen. Het systeem in diverse Smrt Grid-toepssingen te geruiken. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de LAN-dpter. 10

5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen LAN-dpter voor smrtphoneediening (BRP069A62) U kunt deze LAN-dpter instlleren om het systeem vi een smrtphone-pp te edienen. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de LAN-dpter. Universele entrle ediening (EKCC8-W) Bediening voor sderegeling. 5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen 5.1 Overziht: Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Deze rihtlijnen ieden een overziht vn de mogelijkheden vn het wrmtepompsysteem. De feeldingen in deze rihtlijnen zijn lleen ter informtie edoeld en mogen NIET ls dusdnig ls gedetilleerde hydrulishe shem's of grfieken geruikt worden. De gedetilleerde hydrulishe mtvoeringen en het gedetilleerd hydrulish in evenwiht rengen worden hier NIET getoond; deze mken deel uit vn de verntwoordelijkheden vn de instllteur. Voor meer informtie over de onfigurtie-instellingen om de werking vn de wrmtepomp te optimliseren, zie "8 Configurtie" op pgin 43. Dit hoofdstuk evt rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen voor: Het ruimteverwrming/koelingsysteem in/opstellen Een extr wrmteron voor ruimteverwrming in/opstellen De tnk voor wrm tpwter in/opstellen De energiemeting instellen De regeling vn het energieverruik instellen Een externe tempertuursensor opstellen 5.2 Het ruimteverwrmings-/ koelingsysteem in/opstellen Het wrmtepompsysteem levert nvoerwter n wrmtefgevers in een of meerdere kmers. Omdt het systeem de mogelijkheid iedt om de tempertuur in elke kmer zeer soepel te regelen, is het nodig dt u eerst de volgende vrgen entwoordt: Hoeveel kmers worden er verwrmd of gekoeld door het Dikinwrmtepompsysteem? Welke soorten wrmtefgevers geruikt u in elke kmer en hoeveel edrgt hun nvoertempertuur wrvoor zij ontworpen werden? Eens de vereisten inzke ruimteverwrming/koeling duidelijk zijn, dviseert Dikin onderstnde in/opstellingsrihtlijnen te volgen. Indien een uitwendige kmerthermostt wordt geruikt, zl de uitwendige kmerthermostt de vorstesherming kmer edienen. De vorstesherming kmer is ehter lleen mogelijk ls de regeling vn de nvoerwtertempertuur op de geruikersinterfe vn de unit is INgeshkeld. Wnneer een uitwendige kmerthermostt wordt geruikt en Vorstesherming kmer in lle omstndigheden gegrndeerd dient te zijn, dn moet u Noodedrijf [9.5] op Automtish zetten. Er kn een overdrukomloopklep in het systeem worden geïntegreerd. Denk erom dt deze klep mogelijk niet op de feeldingen wordt getoond. 5.2.1 Een enkele kmer Vloerverwrming of rditoren Kmerthermostt met drd Opstelling A B A B Anvoerwtertempertuur primire zone Een eenpersoonskmer Geruikersinterfe die ls kmerthermostt geruikt wordt De vloerverwrming of rditoren zijn rehtstreeks op de innenunit ngesloten. De kmertempertuur vn de primire kmer wordt geregeld door de geruikersinterfe die wordt geruikt ls kmerthermostt (optionele pprtuur BRC1H). Configurtie Instelling Tempertuurregeling vn de unit: #: [2.9] Code: [C-07] Antl wtertempertuurzones: #: [4.4] Code: [7-02] Wrde 2 (Kmerthermostt): De unit werkt op sis vn de omgevingstempertuur vn de geruikersinterfe. 0 (1 zone): Primir 11

5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Voordelen Grootste omfort en effetiviteit. De slimme kmerthermosttfuntie kn de gewenste nvoerwtertempertuur verhogen of verlgen op sis vn de werkelijke kmertempertuur (npssing). Dit resulteert in volgende zken: Een stiele kmertempertuur die n de gewenste tempertuur voldoet (groter omfort) Minder AAN/UIT-yli (stiller, groter omfort en grotere effetiviteit) De lgst mogelijke nvoerwtertempertuur (grotere effetiviteit) Gemkkelijk. U kunt de gewenste kmertempertuur gemkkelijk vi de geruikersinterfe instellen: Voor uw dgelijkse ehoeften kunt u voorgeprogrmmeerde wrden en progrmm's geruiken. Om f te wijken vn uw dgelijkse ehoeften kunt u tijdelijk fwijken vn de voorgeprogrmmeerde wrden en progrmm's, de vkntiestnd geruiken. Vloerverwrming of rditoren Drdloze kmerthermostt Opstelling A B A B Anvoerwtertempertuur primire zone Een eenpersoonskmer Ontvnger voor de drdloze externe kmerthermostt Drdloze externe kmerthermostt De vloerverwrming of rditoren zijn rehtstreeks op de innenunit ngesloten. De kmertempertuur wordt geregeld door de drdloze externe kmerthermostt (optionele pprtuur EKRTR1). Configurtie Instelling Tempertuurregeling vn de unit: #: [2.9] Code: [C-07] Antl wtertempertuurzones: #: [4.4] Code: [7-02] Externe kmerthermostt voor de primire zone: #: [2.A] Code: [C-05] Wrde 1 (Externe kmerthermostt): De unit werkt op sis vn de externe thermostt. 0 (1 zone): Primir 1 (1 ontt): Als de geruikte externe kmerthermostt of wrmtepomponvetor enkel een thermo AAN/UIT-stt kn sturen. Geen ondersheid tussen een vrg nr verwrming of een vrg nr koeling. Effiiëntie. Hoewel de externe kmerthermostt lleen AAN/ UIT-signlen doorstuurt, werd hij speifiek voor het wrmtepompsysteem ontworpen. Wrmtepomponvetoren Opstelling A B A B Anvoerwtertempertuur primire zone Een eenpersoonskmer Afstndsediening vn de wrmtepomponvetoren De wrmtepomponvetoren zijn rehtstreeks op de innenunit ngesloten. De gewenste kmertempertuur wordt ingesteld vi de fstndsediening vn de wrmtepomponvetoren. Het signl om ruimteverwrming/koeling te vrgen wordt nr een digitle input op de innenunit gestuurd (X2M/35 en X2M/30). De edrijfsmodus wordt nr de wrmtepomponvetoren gestuurd door een digitle output op de innenunit (X2M/4 en X2M/3). Configurtie Wnneer meerdere wrmtepomponvetoren geruikt worden, ontroleer of elke wrmtepomponvetor wel degelijk het infrroodsignl ontvngt vn de fstndsediening vn de wrmtepomponvetoren. Instelling Tempertuurregeling vn de unit: #: [2.9] Code: [C-07] Antl wtertempertuurzones: #: [4.4] Code: [7-02] Externe kmerthermostt voor de primire zone: #: [2.A] Code: [C-05] Voordelen Wrde 1 (Externe kmerthermostt): De unit werkt op sis vn de externe thermostt. 0 (1 zone): Primir 1 (1 ontt): Als de geruikte externe kmerthermostt of wrmtepomponvetor enkel een thermo AAN/UIT-stt kn sturen. Geen ondersheid tussen een vrg nr verwrming of een vrg nr koeling. Koeling. De wrmtepomponvetor iedt nst een verwrmingspiteit ook een uitstekende koelpiteit. Effiiëntie. Optimle energie-effetiviteit omwille vn de onderlingeverindingfuntie. Stijlvol. Voordelen Drdloos. De Dikin externe kmerthermostt is eshikr in een drdloze versie. 12

5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Comintie: Vloerverwrming + Wrmtepomponvetoren De ruimteverwrming wordt ezorgt door: De vloerverwrming De wrmtepomponvetoren De ruimtekoeling wordt lleen door de wrmtepomponvetoren geleverd. De vloerverwrming wordt door de fsluiter fgesloten. Opstelling A B A B M1 Anvoerwtertempertuur primire zone Een eenpersoonskmer Afstndsediening vn de wrmtepomponvetoren De wrmtepomponvetoren zijn rehtstreeks op de innenunit ngesloten. Een fsluiter (ter pltse te voorzien) wordt voor de vloerverwrming gepltst om ondenstie op de vloer te vermijden tijdens het koelen. De gewenste kmertempertuur wordt ingesteld vi de fstndsediening vn de wrmtepomponvetoren. Het signl om ruimteverwrming/koeling te vrgen wordt nr een digitle input op de innenunit gestuurd (X2M/35 en X2M/30). De edrijfsmodus wordt nr de volgende toestellen door een digitle output op de innenunit gestuurd (X2M/4 en X2M/3): De wrmtepomponvetoren De fsluiter Configurtie Instelling Tempertuurregeling vn de unit: #: [2.9] Code: [C-07] Antl wtertempertuurzones: #: [4.4] Code: [7-02] Externe kmerthermostt voor de primire zone: #: [2.A] Code: [C-05] Voordelen Wrde 1 (Externe kmerthermostt): De unit werkt op sis vn de externe thermostt. 0 (1 zone): Primir 1 (1 ontt): Als de geruikte externe kmerthermostt of wrmtepomponvetor enkel een thermo AAN/UIT-stt kn sturen. Geen ondersheid tussen een vrg nr verwrming of een vrg nr koeling. Koeling. De wrmtepomponvetoren ieden nst een verwrmingspiteit ook een uitstekende koelpiteit. Effiiëntie. Vloerverwrming levert de este prestties met Altherm LT. Comfort. De omintie vn twee types vn wrmtefgevers zorgt voor: Het uitstekend verwrmingsomfort vn de vloerverwrming Het uitstekend koelomfort vn de wrmtepomponvetoren 5.2.2 Meerdere kmers Eén AWT-zone Als lleen 1 nvoerwtertempertuurzone nodig is, omdt de gewenste nvoerwtertempertuur vn lle wrmtefgevers dezelfde is, het u GEEN mengklepsttion nodig (eonomish). Vooreeld: Als het wrmtepompsysteem geruikt wordt om 1 vloer te verwrmen, wrij lle kmers dezelfde wrmtefgevers heen. Vloerverwrming of rditoren Thermosttkrnen Als u de kmers met vloerverwrming of rditoren verwrmt, wordt de tempertuur vn de primire kmer meestl vi een thermostt geregeld (dit kn de geruikersinterfe zijn of een externe kmerthermostt), terwijl de tempertuur in de ndere kmers vi thermosttkrnen geregeld wordt: deze openen of sluiten zih in funtie vn de kmertempertuur. Opstelling A B A Anvoerwtertempertuur primire zone B Kmer 1 C Kmer 2 Geruikersinterfe die ls kmerthermostt geruikt wordt De vloerverwrming vn de primire kmer is rehtstreeks op de innenunit ngesloten. De kmertempertuur vn de primire kmer wordt geregeld door de geruikersinterfe die wordt geruikt ls kmerthermostt (optionele pprtuur BRC1H). Een thermosttkrn is voor de vloerverwrming in elk vn de ndere kmers gepltst. Configurtie Ps op met situties wr de primire kmer door een ndere verwrmingsron verwrmd kn worden. Vooreeld: open hrden. Instelling Tempertuurregeling vn de unit: #: [2.9] Code: [C-07] Antl wtertempertuurzones: #: [4.4] Code: [7-02] Voordelen C T Wrde 2 (Kmerthermostt): De unit werkt op sis vn de omgevingstempertuur vn de geruikersinterfe. 0 (1 zone): Primir Gemkkelijk. Zelfde instlltie ls voor 1 kmer, mr met thermosttkrnen. 13

5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Vloerverwrming of rditoren Meerdere externe kmerthermostten Opstelling Wrmtepomponvetoren Meerdere kmers Opstelling A B C A B C M1 M2 A Anvoerwtertempertuur primire zone B Kmer 1 C Kmer 2 Externe kmerthermostt Omloopklep Voor elke kmer wordt een (ter pltse te voorziene) fsluiter gepltst om geen toevoer vn nvoerwter te heen wnneer er geen verwrming of koeling gevrgd wordt. Er moet een omloopklep gepltst worden om het wter opnieuw te lten iruleren wnneer lle fsluiters gesloten zijn. Om ervoor te zorgen dt de unit etrouwr lijft werken, moet deze met een minimum wterdeiet worden gevoed zols eshreven in tel "Het wtervolume en wterdeiet ontroleren" in "6.3 De wterleidingen voorereiden" op pgin 24. De edrijfsmodus wordt ingesteld door de geruikersinterfe ngesloten op de innenunit. Let op: de edrijfsmodus vn elke kmerthermostt moet ingesteld worden om overeen te stemmen met de innenunit. De kmerthermostten zijn op de fsluiters ngesloten, mr moeten NIET op de innenunit worden ngesloten. De innenunit zl onstnt nvoerwter leveren, met de mogelijkheid een nvoerwterprogrmm te progrmmeren. Configurtie Instelling Tempertuurregeling vn de unit: #: [2.9] Code: [C-07] Antl wtertempertuurzones: #: [4.4] Code: [7-02] Voordelen Wrde 0 (Vertrekwter): De unit werkt op sis vn de nvoerwtertempertuur. 0 (1 zone): Primir Vergeleken met vloerverwrming of rditoren voor één kmer: Comfort. U kunt de gewenste kmertempertuur, inlusief progrmm's, voor elke kmer vi de kmerthermostten instellen. A Anvoerwtertempertuur primire zone B Kmer 1 C Kmer 2 Afstndsediening vn de wrmtepomponvetoren De gewenste kmertempertuur wordt ingesteld vi de fstndsediening vn de wrmtepomponvetoren. De edrijfsmodus wordt ingesteld door de geruikersinterfe ngesloten op de innenunit. De signlen vn elke wrmtepomponvetor om verwrming of koeling te vrgen zijn in prllel op de digitle input vn de innenunit ngesloten (X2M/35 en X2M/30). De innenunit zl lleen nvoerwtertempertuur leveren wnneer dit werkelijk gevrgd wordt. Configurtie Voor nog meer omfort en etere prestties, dviseert Dikin de optie met fsluiterkit EKVKHPC op elke wrmtepomponvetor te pltsen. Instelling Tempertuurregeling vn de unit: #: [2.9] Code: [C-07] Antl wtertempertuurzones: #: [4.4] Code: [7-02] Voordelen Wrde 1 (Externe kmerthermostt): De unit werkt op sis vn de externe thermostt. 0 (1 zone): Primir Vergeleken met de wrmtepomponvetoren voor één kmer: Comfort. U kunt de gewenste kmertempertuur, inlusief progrmm's, voor elke kmer vi de fstndsediening vn de wrmtepomponvetoren instellen. Comintie: Vloerverwrming + Wrmtepomponvetoren Meerdere kmers Opstelling A B C M1 M1 14

5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen A Anvoerwtertempertuur primire zone B Kmer 1 C Kmer 2 Externe kmerthermostt Afstndsediening vn de wrmtepomponvetoren Voor elke kmer met wrmtepomponvetoren: de wrmtepomponvetoren zijn rehtstreeks op de innenunit ngesloten. Voor elke kmer met vloerverwrming: er zijn twee (ter pltse te voorziene) fsluiters voor de vloerverwrming: Een fsluiter om te verhinderen dt wrm wter geleverd wordt wnneer de kmer niet vrgt om verwrmd te worden Een fsluiter om geen ondenstie op de vloer te heen tijdens het koelen vn de kmers met wrmtepomponvetoren. Voor elke kmer met wrmtepomponvetoren: de gewenste kmertempertuur wordt vi de fstndsediening vn de wrmtepomponvetoren ingesteld. Voor elke kmer met vloerverwrming: de gewenste kmertempertuur wordt vi de externe (drdloze of edrde) kmerthermostt ingesteld. De edrijfsmodus wordt ingesteld door de geruikersinterfe ngesloten op de innenunit. Let op: de edrijfsmodus vn elke externe kmerthermostt en fstndsediening vn de wrmtepomponvetoren moet ingesteld worden om met de innenunit overeen te stemmen. Configurtie Voor nog meer omfort en etere prestties, dviseert Dikin de optie met fsluiterkit EKVKHPC op elke wrmtepomponvetor te pltsen. Instelling Tempertuurregeling vn de unit: #: [2.9] Code: [C-07] Antl wtertempertuurzones: #: [4.4] Code: [7-02] Wrde 0 (Vertrekwter): De unit werkt op sis vn de nvoerwtertempertuur. 0 (1 zone): Primir 5.2.3 Meerdere kmers Twee AWT-zones In dit doument: Primire zone = de zone met de lgste ontwerptempertuur in verwrming en de hoogste ontwerptempertuur in koeling Seundire zone = de zone met de hoogste ontwerptempertuur in verwrming en de lgste ontwerptempertuur in koeling. VOORZICHTIG Als er meer dn een nvoerwterzone is, moet u STEEDS een mengklepsttion in de primire zone pltsen om de nvoerwtertempertuur te verlgen (in verwrming)/te verhogen (in koeling) ls de seundire zone verwrming/koeling vrgt. Typish vooreeld: Kmer (zone) Woonkmer (primire zone) Wrmtefgevers: ontwerptempertuur Vloerverwrming: In verwrming: 35 C In koeling: 20 C (lleen verfrissen, geen ehte koeling toegestn) Kmer (zone) Slpkmers (seundire zone) Opstelling Wrmtefgevers: ontwerptempertuur Wrmtepomponvetoren: In verwrming: 45 C In koeling: 12 C d A B D E A Anvoerwtertempertuur seundire zone B Kmer 1 C Kmer 2 D Anvoerwtertempertuur primire zone E Kmer 3 Afstndsediening vn de wrmtepomponvetoren Geruikersinterfe die ls kmerthermostt geruikt wordt Mengklepsttion d Drukregelklep Monteer een drukregelklp voor het mengklepsttion. De reden hiervoor is om een evenwihtige wterdeiet te heen tussen de nvoerwtertempertuur voor de primire zone en de nvoerwtertempertuur voor de seundire zone in funtie vn de nodige piteit voor eide wtertempertuurzones. Voor de primire zone: Een mengklepsttion is voor de vloerverwrming gepltst. De pomp vn het mengklepsttion wordt gestuurd door het AAN/UIT-signl vn de innenunit (X2M/29 en X2M/21; norml-diht-output voor de fsluiters). De kmertempertuur wordt geregeld door de geruikersinterfe, die ls kmerthermostt geruikt (optionele pprtuur BRC1H) wordt. Voor de seundire zone: De wrmtepomponvetoren zijn rehtstreeks op de innenunit ngesloten. De gewenste kmertempertuur wordt voor elke kmer ingesteld vi de fstndsediening vn de wrmtepomponvetoren. De signlen vn elke wrmtepomponvetor om verwrming of koeling te vrgen zijn in prllel op de digitle input vn de innenunit ngesloten (X2M/35 en X2M/30). De innenunit zl lleen de gewenste seundire nvoerwtertempertuur leveren wnneer dit werkelijk gevrgd wordt. De edrijfsmodus wordt ingesteld door de geruikersinterfe ngesloten op de innenunit. Let op: de edrijfsmodus vn elke externe fstndsediening vn de wrmtepomponvetoren moet ingesteld worden om met de innenunit overeen te stemmen. C 15

5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Configurtie Instelling Tempertuurregeling vn de unit: #: [2.9] Code: [C-07] Antl wtertempertuurzones: #: [4.4] Code: [7-02] In gevl vn wrmtepomponvetoren: Externe kmerthermostt voor de seundire zone: #: [3.A] Code: [C-06] Output fsluiter Afsluiter Op het mengklepsttion Voordelen Comfort. Wrde 2 (Kmerthermostt): De unit werkt op sis vn de omgevingstempertuur vn de geruikersinterfe. Let op: Primire kmer = geruikersinterfe geruikt ls kmerthermosttfuntie Andere kmers = externe kmerthermosttfuntie 1 (2 zones): Primir + seundir 1 (1 ontt): Als de geruikte externe kmerthermostt of wrmtepomponvetor enkel een thermo AAN/UIT-stt kn sturen. Geen ondersheid tussen een vrg nr verwrming of een vrg nr koeling. Ingesteld om de thermovrg vn de primire zone te volgen. Als de primire zone tijdens de koelstnd fgesloten moet worden om geen ondenstie op de vloer te heen, stel dit dn dienovereenkomstig in. Stel de gewenste primire nvoerwtertempertuur voor verwrming en/of koeling in. De slimme kmerthermosttfuntie kn de gewenste nvoerwtertempertuur verhogen of verlgen op sis vn de werkelijke kmertempertuur (npssing). De omintie vn de twee wrmtefgiftesystemen iedt het exellent verwrmingsomfort voor de vloerverwrming en tevens het exellent koelomfort vn de wrmtepomponvetoren. Effiiëntie. Afhnkelijk vn de vrg zl de innenunit vershillende nvoerwtertemperturen leveren om n de gewenste tempertuur vn de vershillende wrmtefgevers te voldoen. Vloerverwrming levert de este prestties met Altherm LT. 5.3 Een extr wrmteron voor ruimteverwrming in/opstellen Ruimteverwrming kn worden geleverd door: De innenunit Een op het systeem ngesloten extr (ter pltse te voorziene) ketel Als de kmerthermostt om verwrming vrgt, zl de innenunit of de extr ketel eginnen te werken in funtie vn de uitentempertuur (sttus vn de omshkeling nr een externe wrmteron). Als de extr ketel de toelting krijgt, wordt de ruimteverwrming door de innenunit UIT-geshkeld. Een ivlente werking is lleen mogelijk voor ruimteverwrming, NIET om wrm tpwter te produeren. Het wrm tpwter wordt ltijd door de op de innenunit ngesloten wrmtpwtertnk geprodueerd. Opstelling Tijdens het verwrmen vi de wrmtepomp zl de wrmtepomp werken om de gewenste tempertuur te ereiken die vi de geruikersinterfe werd ingesteld. Wnneer de weersfhnkelijke werking is getiveerd, wordt de wtertempertuur utomtish epld op sis vn de uitentempertuur. Tijdens het verwrmen vi de extr ketel zl de extr ketel werken om de gewenste wtertempertuur te ereiken die vi de ediening vn de extr ketel werd ingesteld. Integreer de extr ketel ls volgt: d e g f h j d e f g h i j k l m n FHL1...3 f n M f m Buitenunit Binnenunit Wrmtewisselr Bk-upverwrming Pomp Afsluiter Gemotoriseerde 3 wegklep Terugslgklep (ter pltse te voorzien) Afsluiter (ter pltse te voorzien) Verdeelstuk (ter pltse te voorzien) Extr ketel (ter pltse te voorzien) Aqustt-klep (ter pltse te voorzien) Wrmtpwtertnk Wrmtewisselrspoel Vloerverwrming l k h i i FHL1 FHL2 FHL3 Controleer of de extr ketel en zijn integrtie in het systeem voldoen n de geldende wetgeving. Dikin is NIET verntwoordelijk voor foute of onveilige situties in het systeem vn de extr ketel. Zorg ervoor dt het retourwter nr de wrmtepomp NIET hoger is dn 55 C. Om dit te ereiken: Stel de gewenste wtertempertuur vi ediening vn de extr ketel in op mximum 55 C. Plts een qusttklep in het retourwterdeiet vn de wrmtepomp. Stel de qusttklep in om diht te gn oven de 55 C en open te gn onder de 55 C. Plts terugslgkleppen. 16