Uitgebreide handleiding voor de installateur

Transcriptie

1 Uitgereide hndleiding voor de instllteur ERGA04DAV3(A) ERGA06DAV3(A) ERGA08DAV3(A) EHVZ04S18DA6V(G) EHVZ08S18DA6V(G) EHVZ08S23DA6V(G) EHVZ08S18DA9W(G) EHVZ08S23DA9W(G) Nederlnds

2 Inhoudsopgve Inhoudsopgve 1 Algemene veiligheidsmtregelen Over de doumenttie Betekenis vn de wrshuwingen en symolen Voor de instllteur Algemeenheden Plts vn instlltie Koelmiddel Pekel Wter Elektrish Over de doumenttie Over dit doument Overziht vn de uitgereide hndleiding voor de instllteur Over de doos Overziht: Over de doos Buitenunit De uitenunit uitpkken De uitenunit hnteren Om de toeehoren vn de uitenunit uit te nemen Binnenunit De innenunit uitpkken Toeehoren uit de innenunit verwijderen De innenunit hnteren Over de units en opties Overziht: Over de units en opties Identifitie Identifitielel: Buitenunit Identifitielel: Binnenunit Units en opties omineren Mogelijke opties voor de uitenunit Mogelijke opties voor de innenunit Mogelijke ominties vn innenunit en uitenunit Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Overziht: Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Het ruimteverwrmingssysteem in-/opstellen Meerdere kmers Twee AWT-zones De tnk voor wrm tpwter in/opstellen Systeemlyout Ingeouwde wrmtpwtertnk Het volume en de gewenste tempertuur seleteren voor de wrmtpwtertnk Instelling en onfigurtie Wrmtpwtertnk Wrmtpwterpomp voor ogenlikkelijk wrm wter Wrmtpwterpomp voor desinfetie De energiemeting instellen Geprodueerde wrmte Verruikte energie Elektrishe voeding met norml kwh-trief Elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief De regeling vn het energieverruik instellen Continue vermogeneperking Vermogeneperking door digitle ingngen ingeshkeld Vermogeneperking: werking Een externe tempertuursensor opstellen Voorereiding Overziht: Voorereiding Instlltieplts voorereiden Vereisten inzke de plts wr de uitenunit geïnstlleerd wordt Bijkomende vereisten inzke de instlltieplts vn de uitenunit in koude klimten Vereisten inzke de plts wr de innenunit geïnstlleerd wordt De koelmiddelleidingen voorereiden Vereisten voor de koelmiddelleidingen De koelleidingen isoleren De wterleidingen voorereiden Vereisten voor de wteriruits Formule om de voordruk vn het expnsievt te erekenen Het wtervolume en wterdeiet ontroleren De voordruk vn het expnsievt wijzigen Het wtervolume ontroleren: vooreelden De elektrishe edrding voorereiden Over het voorereiden vn de elektrishe edrding Over de elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief Overziht vn de elektrishe verindingen, ehlve de uitwendige stelmotoren Overziht vn de elektrishe verindingen voor de uitwendige en inwendige stelmotoren Instlltie Overziht: Instlltie De units openen Over het openen vn de units De uitenunit openen De innenunit openen Het deksel vn de shkelkst vn de innenunit openen De shkelkst lger zetten op de innenunit De uitenunit monteren Over de montge vn de uitenunit Voorzorgsmtregelen ij de montge vn de uitenunit De instlltiestrutuur voorzien De uitenunit instlleren Afvoer voorzien Ervoor zorgen dt de uitenunit niet kn omvllen De innenunit monteren Over het monteren vn de innenunit Voorzorgen ij het monteren vn de innenunit De innenunit pltsen De koelmiddelleiding nsluiten Over het nsluiten vn de koelmiddelleidingen Voorzorgsmtregelen ij het nsluiten vn koelmiddelleidingen Rihtlijnen ij het nsluiten vn koelmiddelleidingen Rihtlijnen voor het uigen vn leidingen Het uiteinde vn een uis verreden Het uiteinde vn een uis solderen Geruik vn de fsluiter en serviepoort De koelmiddelleiding op uitenunit nsluiten De koelmiddelleidingen op innenunit nsluiten De koelmiddelleiding ontroleren Over het ontroleren vn de koelmiddelleidingen Voorzorgsmtregelen ij het ontroleren vn koelmiddelleidingen Op lekkges ontroleren Vuümdrogen Koelmiddel ijvullen Over het toevoegen vn koelmiddel Voorzorgsmtregelen ij het ijvullen vn koelmiddel Beplen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet worden De hoeveelheid eplen om opnieuw volledig te vullen Extr koelmiddel ijvullen De lel voor fluorhoudende roeiksgssen evestigen

3 Inhoudsopgve 7.8 De wterleidingen nsluiten Over het nsluiten vn de wterleidingen Voorzorgen ij het nsluiten vn de wterleidingen De wterleidingen nsluiten De herirultieleiding nsluiten De fvoerslng op de fvoer nsluiten Het wteriruit vullen De tnk voor wrm tpwter vullen De wterleidingen isoleren De elektrishe edrding nsluiten Over het nsluiten vn de elektrishe edrding Over het voldoen n de normen inzke elektriiteit Voorzorgsmtregelen ij het nsluiten vn elektrishe edrding Rihtlijnen voor het nsluiten vn de elektrishe edrding Speifities vn de stndrdomponenten vn de edrding De elektrishe ekeling op de uitenunit nsluiten De elektrishe ekeling op de innenunit nsluiten De hoofdvoeding nsluiten De voeding vn de k-upverwrming nsluiten De fsluiter nsluiten De elektrishe meters nsluiten De pomp vn het wrm tpwter nsluiten De lrm-output nsluiten De AAN/UIT-output vn de ruimteverwrming nsluiten De omshkeling nr de externe wrmteron nsluiten De digitle inputs voor het energieverruik nsluiten De veiligheidsthermostt (norml gesloten ontt) nsluiten De instlltie vn de uitenunit voltooien De instlltie vn de uitenunit voltooien De instlltie vn de innenunit voltooien De innenunit sluiten Configurtie Overziht: Configurtie De meest geruikte ommndo's ereiken Configurtiewizrd Mogelijke shermen Mogelijke shermen: overziht Strtsherm Het sherm Hoofdmenu Menusherm Instelpunt-sherm Gedetilleerd sherm met wrden Gedetilleerd sherm met weersfhnkelijke urve Progrmmsherm: vooreeld Menu Instellingen Storing Kmer Primire zone Seundire zone Ruimteverwrming Tnk Geruikersinstellingen Informtie Instllteurinstellingen Menustrutuur: Overziht geruikersinstellingen Menustrutuur: Overziht instllteurinstellingen Cheklist tijdens inedrijfstelling Het minimum deiet ontroleren De ontluhtingsfuntie Om te proefdrien Stelmotoren proefdrien De dekvloer vn de vloerverwrming drogen An de geruiker overhndigen Onderhoud en servie Overziht: onderhoud en servie Voorzorgsmtregelen inzke onderhoud Controlelijst jrlijks onderhoud vn de uitenunit Cheklist voor het jrlijks onderhoud vn de innenunit De tnk voor wrm tpwter flten Het wterfilter shoonmken in gevl vn prolemen Het wterfilter verwijderen Het wterfilter shoonmken in gevl vn prolemen Het wterfilter instlleren Opsporen en verhelpen vn storingen Overziht: Proleemoplossing Voorzorgsmtregelen ij het opsporen en verhelpen vn storingen Prolemen op sis vn symptomen oplossen Symptoom: De unit verwrmt NIET zols verwht Symptoom: De ompressor strt NIET (ruimteverwrming of verwrming vn het tpwter) Symptoom: De pomp mkt lwi (vittie) Symptoom: De drukveiligheidsklep gt open Symptoom: De wterdrukveiligheidsklep lekt Symptoom: De ruimte wordt NIET voldoende verwrmd ij lge uitentemperturen Symptoom: De druk op het ftppunt is tijdelijk norml hoog Symptoom: Sierpnelen werden door een gezwollen tnk weggeduwd Symptoom: de tnkdesinfetiefuntie wordt NIET volledig uitgevoerd (storing AH) Prolemen op sis vn storingsodes oplossen De help-tekst weergeven in gevl vn een storing Storingsodes: Overziht Als fvl verwijderen Overziht: Als fvl verwijderen Het koelmiddel verwijderen Een gedwongen koeling strten en stoppen Tehnishe gegevens Shem vn de leidingen: Buitenunit Shem vn de leidingen: Binnenunit Bedrdingsshem: Buitenunit Bedrdingsshem: Binnenunit Tel 1 Toegestne mximumkoelmiddelvulling in een kmer: innenunit Tel 2 Minimumvloeroppervlkte: innenunit Tel 3 Minimumoppervlkte vn de verluhtingsgten voor ntuurlijke ventiltie: innenunit ESP-urve: Binnenunit Verklrende woordenlijst Tel met lokle instellingen 95 9 Inedrijfstelling Overziht: Inedrijfstelling Voorzorgsmtregelen ij de inedrijfstelling Cheklist vóór inedrijfstelling

4 1 Algemene veiligheidsmtregelen 1 Algemene veiligheidsmtregelen 1.1 Over de doumenttie De doumenttie is oorspronkelijk in het Engels geshreven. Alle ndere tlen zijn vertlingen. Alle in dit doument vermelde voorzorgen etreffen zeer elngrijke punten en dienen dus steeds nuwgezet te worden ngeleefd. De instlltie vn het systeem en lle in de instlltiehndleiding en de uitgereide hndleiding voor de instllteur eshreven hndelingen MOETEN door een erkende instllteur worden uitgevoerd Betekenis vn de wrshuwingen en symolen GEVAAR Duidt op een situtie die de dood of ernstige verwondingen ls gevolg heeft. GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE Duidt op een situtie die elektroutie kn veroorzken. GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN Duidt op een situtie die rndwonden kn veroorzken ls gevolg vn extreem hoge of lge temperturen. GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR Duidt op een situtie die een ontploffing kn veroorzken. WAARSCHUWING Duidt op een situtie die de dood of ernstige verwondingen ls gevolg zou kunnen heen. WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL VOORZICHTIG Duidt op een situtie die kleine of mtige verwondingen ls gevolg zou kunnen heen. Duidt op een situtie die shde n pprtuur of eigendom zou kunnen erokkenen. Duidt op nuttige tips of ijkomende informtie. Symool 4 Verklring Lees de montgehndleiding, de geruiksnwijzing en het instrutievel voor de edrding lvorens te eginnen met de instlltie. Lees de serviehndleiding lvorens onderhoudsen serviewerkzmheden uit te voeren. Voor meer informtie, zie de uitgereide hndleiding voor de instllteur en de geruiker. 1.2 Voor de instllteur Algemeenheden Indien u twijfels heeft over de instlltie of de ediening vn de unit, neem ontt op met uw deler. Een foute instlltie of evestiging vn pprtuur, uitrustingen of essoires kn elektrishe shokken, een kortsluiting, lekken, rnd of shde n de pprtuur of uitrustingen ls gevolg heen. Geruik enkel essoires, optionele pprtuur en uitrustingen en reserveonderdelen die door Dikin gemkt of goedgekeurd werden. WAARSCHUWING Zorg ervoor dt de mterilen die voor de instlltie en de testen geruikt worden, voldoen n de geldende wetgeving (ovenop de instruties eshreven in de Dikin-doumenttie). VOORZICHTIG Drg gepste persoonlijke eshermingsuitrustingen (eshermende hndshoenen, veiligheidsril, enz.) wnneer u het systeem instlleert of onderhoudt. WAARSCHUWING Sheur plstiekverpkkingen n stukken en gooi deze weg zodt niemnd, kinderen in het ijzonder, ermee kn spelen. Mogelijk risio: verstikking. GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN Rk tijdens of net n edrijf GEEN koelmiddelleidingen, wterleidingen of interne onderdelen n. Deze kunnen te wrm of te koud zijn. Geef ze de tijd om terug op een normle tempertuur te komen. Indien u deze toh moet nrken, drg dn eshermende hndshoenen. Rk per ongeluk lekkend koelmiddel NIET n. WAARSCHUWING Neem gepste mtregelen om te eletten dt de unit door kleine dieren ls shuilplts geruikt kn worden. Kleine dieren die in ontt komen met elektrishe onderdelen kunnen storingen, rook of rnd veroorzken. VOORZICHTIG Rk de luhtinlt of de luminiumlmellen vn de unit NIET n. Plts GEEN voorwerpen, pprtuur of uitrustingen ovenop de unit. Zit, klim of st NIET op de unit. Werkzmheden n de uitenunit worden est geplnd ij droog weer om wterinsijpeling te voorkomen. Volgens de relevnte wetgeving kn het vereist zijn om ij het produt een logoek te voorzien met minstens: informtie over onderhoud, reprties, resultten vn tests, periodes vn stnd-y, Voorzie ook minstens de volgende informtie op een toegnkelijke plts ij het produt: Instruties voor het stilleggen vn het systeem in noodgevllen Nm en dres vn rndweer, politie en ziekenhuis De nm, het dres en de telefoonnummers overdg en 's nhts om onderhoud te ekomen In Europ iedt EN378 de vereiste informtie voor dit logoek.

5 1 Algemene veiligheidsmtregelen Plts vn instlltie Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en luhtirultie. Controleer of de plts wrop de unit moet komen, estnd is tegen het gewiht en de trillingen vn de unit. Zorg ervoor dt de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN ventiltieopeningen. Controleer of de unit horizontl stt. Instlleer de unit NIET in een vn de volgende pltsen: In mogelijke explosieve omgevingen. In pltsen met toestellen of mhines die elektromgnetishe golven uitzenden. Elektromgnetishe golven kunnen het esturingssysteem storen, wrdoor de pprtuur sleht kn werken. In pltsen met rndgevr omwille vn lekkende ontvlmre gssen (zols verdunners of enzine), koolstofvezels, ontvlmr stof. In pltsen wr orroderend gs (zols zwveligzuurgs) geprodueerd wordt. Corrosie n de koperleidingen of gesoldeerde onderdelen kn de oorzk zijn dt koelmiddel gt lekken Koelmiddel Indien vn toepssing. Voor meer informtie, rdpleeg de instlltiehndleiding of de uitgereide hndleiding (voor de instllteur) vn uw toepssing. Controleer of de instlltie vn de koelmiddelleidingen voldoet n de geldende wetgeving. In Europ geldt EN378 ls de vn toepssing zijnde norm. Zorg ervoor dt de lokle leidingen en nsluitingen NIET worden elst. WAARSCHUWING Zet, tijdens testen, het produt NOOIT onder een druk hoger dn de mximl toegestne druk (vermeld op het nmpltje vn de unit). WAARSCHUWING Neem voldoende mtregelen wnneer koelmiddel zou lekken. Ventileer onmiddellijk de zone wnneer koelgs lekt. Mogelijke risio's: Te hoge koelmiddelonentrties in een gesloten ruimte kunnen leiden tot een gerek n zuurstof. Als koelgs in ontt komt met vuur, kn giftig gs ontstn. GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR Afpompen Koelmiddellekken. Als u het systeem wil fpompen en er zit een lek in het koelmiddeliruit: Geruik NIET de utomtishe fpompfuntie vn de unit die l het koelmiddel uit het systeem nr de uitenunit kn sturen. Mogelijk gevolg: Zelfontrnding en explosie vn de ompressor door luht die in de driende ompressor terehtkomt. Geruik een fzonderlijk ftpsysteem zodt de ompressor vn de unit NIET moet drien. WAARSCHUWING Tp het koelmiddel ALTIJD f. Lt het NIET rehtstreeks vrij in de omgeving. Geruik een vuümpomp om de instlltie leeg te pompen. Controleer of er geen gslekken zijn ls u lle leidingen heeft ngesloten. Geruik stikstof om een gslektest uit te voeren. Vul NIET meer koelmiddel ij dn voorgeshreven om te voorkomen dt de ompressor defet gerkt. Wnneer het koelmiddelsysteem moet worden geopend, MOET het koelmiddel worden ehndeld zols voorgeshreven in de geldende wetgeving. WAARSCHUWING Zorg ervoor dt er geen zuurstof in het systeem zit. Bovendien mg er ps koelmiddel worden ijgevuld ndt er een lekkgetest en een vuümdroogproedure is uitgevoerd. Zie het typepltje op de unit wnneer koelmiddel in het systeem moet worden ngevuld. Drop stn het type koelmiddel en de vereiste hoeveelheid. De unit werd in de friek met koelmiddel gevuld en sommige systemen moeten, fhnkelijk vn de mt en lengte vn de leidingen, ijkomend met koelmiddel worden gevuld. Geruik uitsluitend gereedshp dt enkel en lleen voor het soort koelmiddel edoeld is om de vereiste drukweerstnd te kunnen grnderen en om te eletten dt vreemde stoffen in het systeem terehtkomen. Vul ls volgt met vloeir koelmiddel: Als Er is een sifonuis (d.w.z. er zou iets zols Met vloeistofvulsifon op de fles moeten stn) Er is GEEN sifonuis Open koelmiddelflessen steeds trg. Dn Vul ij met rehtopstnde fles. Vul ij met de ondersteoven stnde fles. Vul ij met koelmiddel in vloeire vorm. Het koelmiddel in gsvormige fse toevoegen kn de normle werking verstoren. VOORZICHTIG Wnneer het ijvullen vn koelmiddel is voltooid of wnneer u even puzeert, moet u de krn vn het koelmiddelreservoir onmiddellijk dihtdrien. Als de klep NIET onmiddellijk wordt gesloten, kn er extr koelmiddel worden ijgevuld door de resterende druk. Mogelijk gevolg: Onjuiste hoeveelheid koelmiddel Pekel Indien vn toepssing. Voor meer informtie, rdpleeg de instlltiehndleiding of de uitgereide hndleiding (voor de instllteur) vn uw toepssing. 5

6 1 Algemene veiligheidsmtregelen WAARSCHUWING De gekozen pekel MOET voldoen n de geldende wetgeving. WAARSCHUWING Neem voldoende mtregelen voor het gevl pekel zou lekken. Indien pekel lekt, ventileer onmiddellijk de zone en neem ontt op met uw pltselijke verdeler. WAARSCHUWING De omgevingstempertuur in de unit kn veel hoger oplopen dn die vn de kmer, v. 70 C. In gevl vn een pekellek kunnen hete onderdelen in de unit een gevrlijke situtie reëren. WAARSCHUWING Het geruik en de instlltie vn de toepssing MOETEN voldoen n de veiligheids- en milieumtregelen gespeifieerd in de relevnte reglementering Wter Indien vn toepssing. Voor meer informtie, rdpleeg de instlltiehndleiding of de uitgereide hndleiding (voor de instllteur) vn uw toepssing. Controleer of de kwliteit vn het wter voldoet n de EUrihtlijn 98/83 EC Elektrish GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE Shkel lle elektrishe voedingen UIT voorleer u het deksel vn de shkelkst verwijdert, elektrishe edrding nsluit of elektrishe onderdelen nrkt. Shkel de elektrishe voeding lnger dn 1 minuut uit en meet de spnning op de nsluitklemmen vn de ondenstoren of elektrishe onderdelen vn de hoofdkring voorleer u een onderhoud uitvoert. De spnning MOET onder de 50 V DC gevllen zijn voorleer u elektrishe onderdelen mg nrken. Rdpleeg het edrdingsshem voor de plts vn de nsluitklemmen. Rk elektrishe onderdelen NIET n met ntte hnden. Lt de unit NIET onewkt hter wnneer het serviedeksel verwijderd is. WAARSCHUWING In de vste edrding moet een hoofdshkelr of een nder middel om uit te shkelen worden voorzien ls dit nog NIET in de friek werd voorzien; deze shkelr MOET worden geïnstlleerd in de vste edrding en dient het ontt vn lle polen volledig te verreken en te voldoen n de vereisten vn de overspnning-tegorie- III-speifitie wnneer hij open stt. WAARSCHUWING Geruik ALLEEN koperdrden. Alle lokle edrding moet voldoen n de geldende wetgeving. Alle lokle edrdingen MOETEN onform met het produt meegeleverd edrdingsshem worden uitgevoerd. Knijp NOOIT geundelde kels smen en ontroleer of ze NIET met leidingen of sherpe rnden in ontt (kunnen) komen. Zorg dt er geen externe druk wordt uitgeoefend op de klemnsluitingen. Vergeet niet rddrden te leggen. Ard de unit NIET vi een nutsleiding, een piekspnningseveiliging of de rding vn de telefoon. Een onvolledige rding kn een elektrishe shok veroorzken. Geruik hiervoor een prte voedingskring. Geruik NOOIT een elektrishe voeding die met een nder toestel gedeeld wordt. Instlleer zeker de vereiste zekeringen of stroomonderrekers. Plts zeker een rdlekshkelr. Anders estt het gevr dt iemnd een elektrishe shok krijgt of dt er rnd ontstt. Wnneer u de rdlekeveiliging pltst, ontroleer of deze met de inverter omptiel is (estnd tegen hoogfrequente elektrishe ruis), zodt de rdlekeveiliging zih niet onnodig opent. Voorzorgsmtregelen ij het leggen vn voedingsedrding: Sluit GEEN edrding vn vershillende diktes n op de klemmenstrook voor de voeding (speling in de voedingsedrding kn normle hitte veroorzken). Bij het nsluiten vn edrding met dezelfde dikte, volgt u de nwijzingen in de ovenstnde feelding. Geruik de ngewezen voedingsdrd en sluit deze stevig n, org ze vervolgens zodt er vn uiten geen druk op het klemmenord kn worden uitgeoefend. Geruik een pssende shroevendrien voor het vstdrien vn de shroeven vn de klemmen. Met een shroevendrier met kleine kop eshdigt u de shroefkop wrdoor u de shroef niet goed meer vst kunt drien. Als u de shroeven vn de klemmen te vst drit kunt u ze reken. WAARSCHUWING Controleer n het eëindigen vn de elektriiteit of lle elektrishe onderdelen en nsluitklemmen in de elektriiteitskst veilig zijn ngesloten. Controleer of lle deksels diht zijn voorleer de unit n te zetten. 6

7 2 Over de doumenttie Alleen vn toepssing ls de elektrishe voeding driefsig is en de ompressor een AAN/UIT-strtmethode heeft. Als een fse zih n een tijdelijke lk-out kn omkeren en de stroomtoevoer gt n en uit terwijl het systeem in edrijf is, instlleer dn pltselijk een eveiligingsiruit tegen fseomkering. Door het systeem in omgekeerde fse te lten drien, kunnen de ompressor en ndere onderdelen stuk gn. 2 Over de doumenttie 2.1 Over dit doument Bedoeld puliek Erkende instllteurs Doumenttieset Dit doument is een onderdeel vn een doumenttieset. De volledige set omvt: Algemene veiligheidsmtregelen: Veiligheidsinstruties die u moet lezen voorleer tot de instlltie over te gn Formt: Ppier (in de doos vn de innenunit) Instlltiehndleiding vn de innenunit: Instlltienwijzingen Formt: Ppier (in de doos vn de innenunit) Instlltiehndleiding vn de uitenunit: Instlltienwijzingen Formt: Ppier (in de doos vn de uitenunit) : Voorereiding vn de instlltie, goede prktijken, referentiegegevens enz. Formt: Digitle estnden op support-nd-mnuls/produt-informtion/ Bijlgeoek met optionele uitrustingen en pprtuur: Additionele informtie over hoe optionele uitrustingen en pprtuur te instlleren Formt: Ppier (in de doos vn de innenunit) + Digitle estnden op Ltste herzieningen vn de meegeleverde doumenttie kunnen op de regionle Dikin-wesite of vi uw deler eshikr zijn. De doumenttie is oorspronkelijk in het Engels geshreven. Alle ndere tlen zijn vertlingen. Tehnishe gegevens Een deel vn de reentste tehnishe gegevens is eshikr op de regionle Dikin-wesite (puliek toegnkelijk). De volledige reentste tehnishe gegevens zijn eshikr op het Dikin-extrnet (uthentitie vereist). 2.2 Overziht vn de uitgereide hndleiding voor de instllteur Hoofdstuk Algemene veiligheidsmtregelen Beshrijving Veiligheidsinstruties die u moet lezen voorleer tot de instlltie over te gn Hoofdstuk Over de doumenttie Over de doos Over de units en opties Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Voorereiding Instlltie Configurtie Inedrijfstelling An de geruiker overhndigen Onderhoud en servie Storingen opsporen en oplossen Als fvl verwijderen Tehnishe gegevens Verklrende woordenlijst Tel met lokle instellingen 3 Over de doos Beshrijving Welke doumenttie estt er voor de instllteur De units uitpkken en hun essoires verwijderen De units identifieren Mogelijke ominties vn units en opties Versheidene instlltieopstellingen vn het systeem Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen en kennen voorleer on-site te gn Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen en kennen om het systeem te instlleren Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen en kennen om het systeem n instlltie ervn te onfigureren Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen en kennen om het systeem op te leveren ndt het werd geonfigureerd Dit hoofdstuk eshrijft wt n de geruiker moet worden uitgelegd en overhndigd Dit hoofdstuk eshrijft de mnier wrop de units onderhouden moeten worden Dit hoofdstuk eshrijft wt te doen indien er prolemen zijn Dit hoofdstuk eshrijft hoe het systeem ls fvl fgevoerd kn worden Dit hoofdstuk evt de speifities vn het systeem Hierin worden termen gedefinieerd Tel die door de instllteur moet worden ingevuld en die ndien moet ewrd worden om deze lter te kunnen rdplegen Let op: De uitgereide hndleiding voor de geruiker evt tevens een tel met instllteurinstellingen. Deze tel moet door de instllteur worden ingevuld en n de geruiker worden overhndigd. 3.1 Overziht: Over de doos Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen ndt de dozen met de uiten- en innenunit on-site werden geleverd. Het evt informtie over: Uitpkken en omgn met de units Aessoires vn de units verwijderen Denk n de volgende punten: De unit MOET ij de levering geontroleerd worden op eshdigingen. Elke vorm vn eshdiging MOET onmiddellijk n de shdeverntwoordelijke vn de trnsporteur gemeld worden. 7

8 3 Over de doos Breng de verpkte unit zo diht mogelijk ij de uiteindelijke instlltieplts om eshdiging tijdens het trnsport te voorkomen. Mk de weg wrlngs u de unit nr innen zult rengen op voorhnd klr. 3.2 Buitenunit 2 Tijdens het hnteren vn de unit: De uitenunit uitpkken Zorg ervoor dt eide zijden vn de drgriem horizontl lijven. Houd uw rug reht. 2 3 Ndt de unit werd gepltst en evestigd, neem de drgriem vn unit weg door hem lngs 1 knt uit de unit te trekken Om de toeehoren vn de uitenunit uit te nemen 1 Hef de uitenunit op. Zie "3.2.2 De uitenunit hnteren" op pgin 8. 2 Neem de toeehoren op de odem vn de verpkking. De uitenunit hnteren VOORZICHTIG Rk de luhtinlt of de luminium vinnen vn de unit NIET n, dit om letsels te voorkomen. 1 1 d 1 1 ENERG 1 Hnteer de unit met de drgriem links en de greep rehts. Om ervoor te zorgen dt de unit in evenwiht lijft en de drgriem niet vn de unit fshuift, hef eide zijden vn de drgriem gelijktijdig op. 1 2 d e f Y IJA IE IA ENERG e 2 f 1 Y IJA IE IA Instlltiehndleiding vn de uitenunit Lel over de gefluoreerde roeiksgssen Meertlig lel over de gefluoreerde roeiksgssen Energielel Montgeplt vn de unit Bouten, moeren, sluitringen, veerringen en drdinder 1 8

9 4 Over de units en opties 3.3 Binnenunit De innenunit uitpkken Over de units en opties 4.1 Overziht: Over de units en opties Dit hoofdstuk evt informtie over: De uitenunit identifieren De innenunit identifieren Buiten- en innenunits omineren De uitenunit met opties omineren De innenunit met opties omineren 4.2 Identifitie Wnneer meerdere units gelijktijdig geïnstlleerd of onderhouden worden, let op de serviepnelen NIET te verwisselen tussen vershillende modellen Toeehoren uit de innenunit verwijderen Identifitielel: Buitenunit Plts d e f g h i d e f g h i Afsluiters voor wteriruit ruimteverwrming Overdrukomloopklep Algemene veiligheidsmtregelen Bijlgeoek met optionele uitrustingen en pprtuur Instlltiehndleiding vn de innenunit Bedieningshndleiding Afdihtingsringen voor fsluiters (wteriruit voor ruimteverwrming) Afdihtingsringen voor ter pltse te voorziene fsluiters (wteriruit voor wrm tpwter) Afdihtingstpe voor de inlt vn de lgspnningsedrding De innenunit hnteren Geruik de grepen n de hterknt en n de onderknt om de unit te drgen. Modelidentifitie Vooreeld: ER G A 06 DA V3 ER G A Code Uitleg Europese split uitenpr-wrmtepomp Middelhoge wtertempertuur omgevingszone: 10~ 20 C Koelmiddel R32 06 Cpiteitklsse DA V3 Modelserie Elektrishe voeding Identifitielel: Binnenunit Plts Modelidentifitie Vooreeld: E HV Z 04 S 18 DA 6V G Grepen n de hterknt vn de unit Grepen n de onderknt vn de unit. Kntel de unit voorzihtig nr hter zodt de grepen zihtr worden. E HV Z Code Europees model Beshrijving Op de vloer stnde innenunit met geïntegreerde tnk Model met duele zone 04 Cpiteitklsse S Geïntegreerd tnkmteril: roestvrij stl 18 Volume geïntegreerde tnk 9

10 4 Over de units en opties DA 6V G Code Modelserie Beshrijving Model vn k-upverwrming G=Grijs model [leeg]=wit model 4.3 Units en opties omineren Mogelijke opties voor de uitenunit Lekkkit (EKDP008D) De lekkkit is nodig om de uitenunit f te lten. De lekkkit evt: Afvoerk Instlltiermen Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de lekk. Lekkverwrming (EKDPH008CA) De lekkverwrming is nodig om te eletten dt de lekk evriest. Er wordt gedviseerd deze optie te instlleren in koudere streken met mogelijk lge omgevingstemperturen of hevige sneeuwvl. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de lekkverwrming. U-profielen (EKFT008D) De U-profielen zijn instlltiermen wrop de uitenunit kn worden gepltst. Er wordt gedviseerd deze optie te instlleren in koudere streken met mogelijk lge omgevingstemperturen of hevige sneeuwvl. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de uitenunit Mogelijke opties voor de innenunit Geruikersinterfe die ls kmerthermostt geruikt wordt (EKRUDAS) De geruikersinterfe die ls kmerthermostt geruikt wordt kn lleen worden geruikt in omintie met de geruikersinterfe die is ngesloten op de innenunit. De geruikersinterfe die wordt geruikt ls kmerthermostt moet in de kmer worden gepltst wrvn de tempertuur moet worden geregeld. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltie- en edieningshndleiding vn de geruikersinterfe die wordt geruikt ls kmerthermostt. Kmerthermostt (EKRTWA, EKRTR1) U kunt een optionele kmerthermostt op de innenunit nsluiten. Deze thermostt kn met drd zijn (EKRTWA) of drdloos (EKRTR1). Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de kmerthermostt en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. Afstndsensor voor drdloze thermostt (EKRTETS) U kunt een drdloze innentempertuursensor (EKRTETS) lleen in omintie met de drdloze thermostt (EKRTR1) geruiken. Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de kmerthermostt en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. Digitle I/O-printplt (EKRP1HB) De digitle I/O-printplt is nodig om de volgende signlen te leveren: Alrmuitgng Uitgng ruimteverwrming AAN/UIT Omshkeling nr externe wrmteron Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de digitle I/O-printplt en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. Vrg-printplt (EKRP1AHTA) Om geruik te kunnen mken vn de energieesprende esturing vi digitle inputs moet u de vrg-printplt instlleren. Voor instlltie-instruties, zie de montgehndleiding vn de vrgprintplt en het ijlgeoek voor optionele pprtuur. Afstndinnensensor (KRCS01-1) Stndrd wordt de inwendige geruikersinterfesensor ls kmertempertuursensor geruikt. Optioneel kn de fstndinnensensor gepltst worden om de kmertempertuur vnuit een ndere plts te meten. Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de fstndinnensensor en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. De fstndinnensensor kn lleen geruikt worden wnneer de geruikersinterfe met de kmerthermosttfuntie geonfigureerd is. U kunt lleen hetzij de fstndinnensensor, hetzij de fstnduitensensor nsluiten. Afstnduitensensor (EKRSCA1) Stndrd wordt de sensor in de uitenunit geruikt om de uitentempertuur te meten. Optioneel kn de fstnduitensensor gepltst worden om de uitentempertuur te meten vnuit een ndere plts (ijv. om geen diret zonliht te heen) om ldus een eter systeemgedrg te heen. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de fstnduitensensor. U kunt lleen hetzij de fstndinnensensor, hetzij de fstnduitensensor nsluiten. PC-onfigurtor (EKPCCAB) De PC-kel mkt een verinding tussen de shkelkst vn de innenunit en een PC. Dit mkt het mogelijk om de softwre vn de innenunit te updten. Voor de nwijzingen etreffende de instlltie, rdpleeg de instlltiehndleiding vn de PC-kel en de "8 Configurtie" op pgin 44. Leidingohtkit (EKHVTC) Wnneer de innenunit wordt geïnstlleerd op een plts wr de montgeruimte eperkt is, kn een leidingohtkit worden geïnstlleerd om de nsluiting vn de koelvloeistof- en koelgsnsluitingen vn de innenunit te vergemkkelijken. Voor de instlltie-instruties, zie het instrutield vn de leidingohtkit. Wrmtepomponvetor (FWXV) Voor instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de wrmtepomponvetoren en het ijlgeoek voor optionele uitrustingen. LAN-dpter voor smrtphoneediening + Smrt Gridtoepssingen (BRP069A61) U kunt deze LAN-dpter instlleren om: Het systeem vi een smrtphone-pp te edienen. Het systeem in diverse Smrt Grid-toepssingen te geruiken. 10

11 5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de LAN-dpter. LAN-dpter voor smrtphoneediening (BRP069A62) U kunt deze LAN-dpter instlleren om het systeem vi een smrtphone-pp te edienen. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de LAN-dpter Mogelijke ominties vn innenunit en uitenunit Binnenunit Buitenunit ERGA04 ERGA06 ERGA08 EHVZ04 O EHVZ08 O O 5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen 5.1 Overziht: Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Deze rihtlijnen ieden een overziht vn de mogelijkheden vn het Dikin-wrmtepompsysteem. De feeldingen in deze rihtlijnen zijn lleen ter informtie edoeld en mogen NIET ls dusdnig ls gedetilleerde hydrulishe shem's of grfieken geruikt worden. De gedetilleerde hydrulishe mtvoeringen en het gedetilleerd hydrulish in evenwiht rengen worden hier NIET getoond; deze mken deel uit vn de verntwoordelijkheden vn de instllteur. Voor meer informtie over de onfigurtie-instellingen om de werking vn de wrmtepomp te optimliseren, zie "8 Configurtie" op pgin 44. Dit hoofdstuk evt rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen voor: Het ruimteverwrmingssysteem in-/opstellen De tnk voor wrm tpwter in/opstellen De energiemeting instellen Het energieverruik instellen Een externe tempertuursensor opstellen 5.2 Het ruimteverwrmingssysteem in-/opstellen Het Dikin-wrmtepompsysteem levert nvoerwter n wrmtefgevers in een of meerdere kmers. Omdt het systeem de mogelijkheid iedt om de tempertuur in elke kmer zeer soepel te regelen, is het nodig dt u eerst de volgende vrgen entwoordt: Hoeveel kmers worden er verwrmd door het Dikinwrmtepompsysteem? Welke soorten wrmtefgevers geruikt u in elke kmer en hoeveel edrgt hun nvoertempertuur wrvoor zij ontworpen werden? Eens de vereisten inzke ruimteverwrming duidelijk zijn, dviseert Dikin onderstnde in/opstellingsrihtlijnen te volgen. Indien een uitwendige kmerthermostt wordt geruikt, zl de uitwendige kmerthermostt de vorstesherming kmer edienen. De vorstesherming kmer is ehter lleen mogelijk ls de regeling vn de nvoerwtertempertuur op de geruikersinterfe vn de unit is INgeshkeld. Wnneer een uitwendige kmerthermostt wordt geruikt en Vorstesherming kmer in lle omstndigheden gegrndeerd dient te zijn, dn moet u Noodedrijf [9.5] op Automtish zetten. Als u EHVZ modellen instlleert ls toepssing ls één zone: Opstelling. Instlleer een omloopklep tussen de wteringng en -uitgng voor ruimteverwrming vn de seundire zone (=direte zone). Onderreek het deiet NIET door de fsluiters te sluiten. By-pss Configurtie. Voer lokle instelling [7-02]=0 (Antl zones = 1 zone) uit Meerdere kmers Twee AWT-zones Deze unit is ontworpen om wter te leveren n 2 vershillende temperturen. Een typishe instlltie estt uit vloerverwrming n een lgere tempertuur en rditoren n een hogere wtertempertuur. In dit doument: Hoofdzone = Zone met de lgste ontwerptempertuur Bijkomende zone = Zone met de hoogste ontwerptempertuur Typish vooreeld: Kmer (zone) Wrmtefgevers: ontwerptempertuur Woonkmer (primire zone) Vloerverwrming: 35 C Slpkmers (seundire zone) Wrmtepomponvetoren: 45 C 11

12 5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Opstelling A B i C Instelling Antl wtertempertuurzones: #: [4.4] Wrde 1 (2 zones): Primir + seundir Code: [7-02] d e h h HPC1 j HPC2 HPC3 j In gevl vn wrmtepomponvetoren: Externe kmerthermostt voor de seundire zone: #: [3.A] 1 (1 ontt): Als de geruikte externe kmerthermostt of wrmtepomponvetor enkel een thermo AAN/UIT-stt kn sturen. M D E i Code: [C-06] Output fsluiter Ingesteld om de thermovrg vn de primire zone te volgen. f g h h FHL1 FHL2 FHL3 A Anvoerwtertempertuur seundire zone B Kmer 1 C Kmer 2 D Anvoerwtertempertuur primire zone E Kmer 3 Buitenunit Binnenunit Wrmtewisselr d Bk-upverwrming e Gemotoriseerde 3-wegklep (mengt de hoofdzone) f Bijkomende pomp g Hoofdpomp h Afsluiter i Verdeelstuk (ter pltse te voorzien) j Afstndsediening vn de wrmtepomponvetoren (ter pltse te voorzien) k Geruikersinterfe die ls kmerthermostt geruikt wordt HPC1...3 Wrmtepomponvetoren (te pltse te voorzien) FHL1...3 Vloerverwrmingslussen (ter pltse te voorzien) Voor de primire zone: de kmertempertuur wordt geregeld door de geruikersinterfe, die ls kmerthermostt geruikt (optionele pprtuur EKRUDAS) wordt. Voor de seundire zone: De externe thermostt is rehtstreeks op de innenunit ngesloten. De gewenste kmertempertuur wordt ingesteld vi de externe thermostt en de thermosttishe kleppen vn de rditoren in elke kmer. Het signl voor vrg nr verwrming vn de externe thermostt is in prllel op de digitle input vn de innenunit ngesloten (X2M/35 en X2M/30). De innenunit zl lleen de gewenste seundire nvoerwtertempertuur leveren wnneer dit werkelijk gevrgd wordt. Configurtie Instelling Tempertuurregeling vn de unit: #: [2.9] Code: [C-07] k Wrde 2 (Kmerthermostt): De unit werkt op sis vn de omgevingstempertuur vn de geruikersinterfe. Let op: Primire kmer = geruikersinterfe geruikt ls kmerthermosttfuntie Andere kmers = externe kmerthermosttfuntie Voordelen Comfort. De slimme kmerthermosttfuntie kn de gewenste nvoerwtertempertuur verhogen of verlgen op sis vn de werkelijke kmertempertuur (npssing). Effiiëntie. Afhnkelijk vn de vrg zl de innenunit vershillende nvoerwtertemperturen leveren om n de gewenste tempertuur vn de vershillende wrmtefgevers te voldoen. Vloerverwrming levert de este prestties met Altherm LT. 5.3 De tnk voor wrm tpwter in/ opstellen Systeemlyout Ingeouwde wrmtpwtertnk M M d e h g i i d e f g h i j k FHL1...3 UI HPC1...3 k UI f i i HPC1 j HPC2 j HPC3 FHL1 FHL2 FHL3 Buitenunit Binnenunit Wrmtewisselr Bk-upverwrming Gemotoriseerde 3-wegklep (shkelt tussen ruimteverwrming en wrm tpwter) Gemotoriseerde 3-wegklep (mengt de hoofdzone) Hoofdpomp Bijkomende pomp Afsluiter Verdeelstuk (ter pltse te voorzien) Wrmtpwtertnk Vloerverwrmingslussen (ter pltse te voorzien) Geruikersinterfe (ter pltse te voorzien) Wrmtepomponvetoren (te pltse te voorzien) 12

13 5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Het volume en de gewenste tempertuur seleteren voor de wrmtpwtertnk Mensen ervren wter ls wrm ls het wter een tempertuur vn 40 C heeft. Om deze reden wordt het wrmtpwterverruik steeds uitgedrukt in equivlent wrmwtervolume n 40 C. U kunt evenwel de tempertuur vn de wrmtpwtertnk hoger instellen (ijv. op 53 C) en dit wter dn met koud wter (ijv. op 15 C) vermengen. De gewenste tempertuur seleteren voor de wrmtpwtertnk geeurt ls volgt: 1 Het wrmtpwterverruik eplen (equivlent wrmwtervolume op 40 C). 2 De gewenste tempertuur seleteren voor de wrmtpwtertnk eplen. Het wrmtpwterverruik eplen Bentwoord de volgende vrgen en ereken het wrmtpwterverruik (equivlent wrmwtervolume op 40 C) met typishe wtervolumes: Vrg Hoeveel douhes zijn er per dg nodig? Hoeveel den zijn er per dg nodig? Hoeveel wter is er per dg nodig voor de gootsteen? Zijn er ndere ehoeften n wrm tpwter? Typish wtervolume 1 douhe = 10 min 10 l/min = 100 l 1 d = 150 l 1 spoelk = 2 min 5 l/min = 10 l Vooreeld: Als het wrmtpwterverruik vn een gezin (4 personen) per dg ls volgt verdeeld is: 3 douhes 1 d 3 gootsteenvolumes Dn is het verruik n wrm tpwter = (3 100 l)+(1 150 l)+(3 10 l)=480 l Het volume en de gewenste tempertuur voor de wrmtpwtertnk eplen Formule V 1 =V 2 +V 2 (T 2 40)/(40 T 1 ) V 1 V 2 T 2 T 1 Als: V 2 =180 l T 2 =54 C T 1 =15 C Vooreeld Dn is V 1 =280 l Wrmtpwterverruik (equivlent wrmwtervolume op 40 C) Nodig wrmtpwtertnkvolume ls slehts één ml opgewrmd Tempertuur wrmtpwtertnk Tempertuur koud wter Mogelijke wrmtpwtertnkvolumes Type Ingeouwde wrmtpwtertnk Tips om energie te espren 180 l 230 l Mogelijke volumes Als het wrmtpwterverruik vn dg tot dg vershilt, kunt u een weekprogrmm progrmmeren met vershillende gewenste wrmtpwtertnktemperturen voor elke dg. Hoe lger de gewenste wrmtpwtertnktempertuur, hoe eonomisher. Door een grotere wrmtpwtertnk te seleteren, kunt u de gewenste wrmtpwtertnktempertuur verlgen. De wrmtepomp zelf kn wrm tpwter vn mximum 55 C produeren (50 C ls de uitentempertuur lg is). De elektrishe weerstnd in de wrmtepomp kn deze tempertuur verhogen. Hierdoor verruikt u ehter meer energie. Dikin dviseert om de gewenste wrmtpwtertnktempertuur lger dn 55 C in te stellen om de k-upverwrming niet te moeten geruiken. Hoe hoger de uitentempertuur, hoe eter de wrmtepomp presteert. Als de energieprijzen dezelfde zijn overdg ls 's nhts, dviseert Dikin de wrmtpwtertnk overdg op te wrmen. Als de energieprijzen 's nhts lger zijn, dviseert Dikin de wrmtpwtertnk 's nht op te wrmen. Als de wrmtepomp wrm tpwter produeert, kn deze geen ruimte verwrmen. Als u gelijktijdig wrm tpwter en ruimteverwrming nodig het, dviseert Dikin het wrm tpwter 's nhts te produeren wnneer er minder ruimteverwrming gevrgd wordt Instelling en onfigurtie Wrmtpwtertnk Voor grote wrmtpwterverruiken kunt u de wrmtpwtertnk meerdere mlen overdg opwrmen. Op de wrmtpwtertnk op te wrmen tot de gewenste wrmtpwtertnktempertuur kunt u de volgende energieronnen geruiken: De thermodynmishe ylus vn de wrmtepomp Elektrishe k-upverwrming Voor meer informtie over het optimliseren vn het energieverruik om wrm tpwter te produeren: zie "8 Configurtie" op pgin Wrmtpwterpomp voor ogenlikkelijk wrm wter Opstelling f g h i h i f g Binnenunit Wrmtpwtertnk Wrmtpwterpomp (ter pltse te voorzien) Douhe (ter pltse te voorzien) Koud wter UITGANG wrm tpwter Herirultiensluiting Door een wrmtpwterpomp n te sluiten stroomt ogenlikkelijk wrm wter uit de krn. De wrmtpwterpomp en de pltsing ervn zijn ter pltse te voorzien en vllen onder de verntwoordelijkheid vn de instllteur. Voor meer informtie over het nsluiten vn de herirultieverinding: zie "7 Instlltie" op pgin 26. Configurtie Voor meer informtie, zie "8 Configurtie" op pgin 44. U kunt een progrmm progrmmeren om de wrmtpwterpomp vi de geruikersinterfe te edienen. Voor meer informtie, zie de uitgereide hndleiding voor de geruiker. 13

14 5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Wrmtpwterpomp voor desinfetie Opstelling d e f g h i h i d e f g Binnenunit Wrmtpwtertnk Wrmtpwterpomp (ter pltse te voorzien) Verwrmingselement (ter pltse te voorzien) Terugslgklep (ter pltse te voorzien) Douhe (ter pltse te voorzien) Koud wter UITGANG wrm tpwter Herirultiensluiting De wrmtpwterpomp dient ter pltse te worden voorzien en de instlltie ervn vlt onder de verntwoordelijkheid vn de instllteur. De tempertuur vn de wrmtpwtertnk tot mximum 60 C ingesteld worden. Indien de geldende wetgeving een hogere desinfetietempertuur voorshrijft, kunt u (zols hoger getoond) een wrmtpwterpomp en een verwrmingselement nsluiten. Indien de geldende wetgeving vereist dt de wterleidingen tot het ftppunt gedesinfeteerd worden, kunt u een wrmtpwterpomp en een verwrmingselement (indien nodig) zols hoger getoond nsluiten. Om een omplete desinfetie te verzekeren, moet u het ftppunt openen. Configurtie WAARSCHUWING Wnneer het ftppunt wordt geopend, kn de wtertempertuur oplopen tot 55 C. De innenunit kn de werking vn de wrmtpwterpomp regelen. Voor meer informtie, zie "8 Configurtie" op pgin De energiemeting instellen Vi de geruikersinterfe kunt u de volgende energiegegevens flezen: Geprodueerde wrmte Verruikte energie U kunt de energiegegevens flezen: Voor de ruimteverwrming Om wrm tpwter te produeren U kunt de energiegegevens flezen: Per mnd Per jr De erekende geprodueerde wrmte en energieverruik zijn ij endering, dr de nuwkeurigheid niet gegrndeerd kn worden Geprodueerde wrmte Instelling en onfigurtie: geen ijkomende pprtuur vereist Verruikte energie U kunt de verruikte energie op de volgende mnieren eplen: Door het te erekenen Vi metingen U kunt deze mnieren niet omineren: de verruikte energie erekenen (voor de k-upverwrming, ijv.) en de verruikte energie meten (voor de uitenunit, ijv.) gt dus niet. Als u dt toh zou doen, zullen de energiegegevens fout zijn. De verruikte energie erekenen De verruikte energie wordt intern erekend op sis vn: Het werkelijk opgenomen vermogen vn de uitenunit De ingestelde piteit vn de k-upverwrming De spnning In/opstelling en onfigurtie: om juiste energiegegevens te ekomen, meet de piteit (door de weerstnd te meten) en stel de piteit vi de geruikersinterfe in voor de kupverwrming (stp 1). De verruikte energie meten Toepsr op lle modellen. Deze mnier heeft de voorkeur omdt ze nuwkeuriger is. Ze vereist wel externe energiemeters. In/opstelling en onfigurtie: wnneer elektrishe-energiemeters geruikt worden, stel het ntl pulsen/kwh voor elke energiemeter in vi de geruikersinterfe. De gegevens over de verruikte energie voor het EHVZ16-model zullen lleen eshikr zijn indien deze instelling geonfigureerd is. De verruikte energie meten Toepsr op lle modellen. Deze mnier heeft de voorkeur omdt ze nuwkeuriger is. Ze vereist wel externe energiemeters. In/opstelling en onfigurtie: wnneer elektrishe-energiemeters geruikt worden, stel het ntl pulsen/kwh voor elke energiemeter in vi de geruikersinterfe. Wnneer u het elektrishe-energieverruik meet, zorg ervoor dt de elektrishe-energiemeters de VOLLEDIGE energietoevoer nr het systeem meten Elektrishe voeding met norml kwhtrief Algemene regel Eén energiemeter die het volledige systeem dekt, is voldoende. Opstelling Sluit de energiemeter n op X5M/5 en X5M/6. De sensoren die geruikt worden om de geprodueerde wrmte te erekenen, worden utomtish geijkt. De geprodueerde wrmte wordt intern erekend op sis vn: De nvoerwtertempertuur en de retourwtertempertuur Het deiet 14

15 5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Energiemetertype Indien Monofsige uitenunit Bk-upverwrming gevoed vi een monofsig net (d.w.z. dt het model vn de kupverwrming *6V is en dt deze op een monofsig net is ngesloten). Driefsige uitenunit Bk-upverwrming gevoed vi een driefsig net (d.w.z. dt het model vn de kupverwrming *9W of *6V is en dt deze op een driefsig rster is ngesloten). Vooreeld A Enkelfsige energiemeter d e B A Buitenunit B Binnenunit f Elektriiteitskst (L 1 /N) Energiemeter (L 1 /N) Zekering (L 1 /N) d Buitenunit (L 1 /N) e Binnenunit (L 1 /N) f Bk-upverwrming (L 1 /N) Uitzondering Geruik een energiemeter Monofsig Driefsig A Driefsige energiemeter e f A Buitenunit B B Binnenunit d g Elektriiteitskst (L 1 /L 2 /L 3 /N) Energiemeter (L 1 /L 2 /L 3 /N) Zekering (L 1 /L 2 /L 3 /N) d Zekering (L 1 /N) e Buitenunit (L 1 /L 2 /L 3 /N) f Binnenunit (L 1 /L 2 /L 3 /N) g Bk-upverwrming (L 1 /L 2 /L 3 / N) U kunt in de volgende gevllen een tweede energiemeter geruiken: Het energieereik vn de eerst meter is onvoldoende. De elektriiteitsmeter kn niet gemkkelijk in de elektriiteitskst gepltst worden. Een omintie vn driefsige rsters vn 230 V en 400 V (zeer ongeruikelijk) omwille vn tehnishe eperkingen vn energiemeters. Ansluiting en instelling: Sluit de tweede energiemeter n op X5M/3 en X5M/4. In de softwre worden de gegevens vn het energieverruik vn eide meters opgeteld, zodt u NIET hoeft in te stellen welke meter welk energieverruik meet. U hoeft lleen het ntl pulsen vn elke energiemeter in te geven. Zie "5.4.4 Elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief" op pgin 15 voor een vooreeld met twee energiemeters Elektrishe voeding met voorkeur kwhtrief Algemene regel Energiemeter 1: meet de uitenunit. Energiemeter 2: meet de rest (d.w.z. de innenunit en de kupverwrming). Opstelling Sluit energiemeter 1 n op X5M/5 en X5M/6. Sluit energiemeter 2 n op X5M/3 en X5M/4. Energiemetertypes Energiemeter 1: enkelfsige of driefsige energiemeter volgens de elektrishe voeding vn de uitenunit. Energiemeter 2: geruik een enkelfsige energiemeter. 5.5 De regeling vn het energieverruik instellen De esturing vn het energieverruik: Lt u toe het energieverruik vn het hele systeem te eperken (de som vn de uitenunit, de innenunit en de kupverwrming). Configurtie: geef vi de geruikersinterfe de volgende zken in: het niveu vn vermogeneperking en de mnier wrop dit gedn moet worden. Het niveu vn vermogeneperking kn ls volgt uitgedrukt worden: Mximum opgenomen mperge (in A) Mximum opgenomen vermogen (in kw) Het niveu vn vermogeneperking kn ls volgt ingeshkeld worden: Continu Door digitle ingngen Continue vermogeneperking Een ontinue vermogeneperking is nuttig om ervoor te zorgen dt het systeem steeds over een mximle energie- of stroomtoevoer eshikt. In sommige lnden eperkt de wetgeving het mximle energieverruik voor ruimteverwrming en het produeren vn wrm tpwter. DI P i P i t DI Op/instelling en onfigurtie t Opgenomen vermogen Tijd Digitle ingng (niveu vermogeneperking) Vermogeneperking ingeshkeld Werkelijke opgenomen vermogen Geen ijkomend pprtuur nodig. 15

16 5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen Stel vi de geruikersinterfe de instellingen voor de esturing vn het energieverruik in [9.9] (voor de eshrijving vn lle instellingen, zie "8 Configurtie" op pgin 44): Seleteer de ontinue eperkingstnd Seleteer het type vn eperking (energievermogen in kw of stroom in A) Geef het gewenste niveu vn vermogeneperking in Stel het minimum energieverruik in op ±3,6 kw om te kunnen: Ontdooien. Anders zl de wrmtewisselr evriezen ls het ontdooien meerdere mlen onderroken wordt. Verwrmen vn ruimten en produeren vn wrm tpwter door k-upverwrming stp 1 toe te stn Vermogeneperking door digitle ingngen ingeshkeld Een vermogeneperking is tevens nuttig in omintie met een energieeheersysteem. Het vermogen of de stroom vn het volledige Dikin-systeem wordt dynmish door digitle ingngen eperkt (mximum vier stppen). Elk niveu vn vermogeneperking kn vi de geruikersinterfe ingesteld worden door een vn de volgende elementen te eperken: Stroom (in A) Opgenomen vermogen (in kw) Het energieeheersysteem (ter pltse te voorzien) eplt wnneer een epld niveu vn vermogeneperking ingeshkeld moet worden. Vooreeld: Om het mximumvermogen vn het volledige huis te eperken (verlihting, huishoudtoestellen, ruimteverwrming ). C Er worden mximum vier digitle ingngen geruikt om het overeenstemmend niveu vn vermogeneperking in te shkelen: DI1 = zwkste eperking (hoogst energieverruik) DI4 = sterkste eperking (lgst energieverruik) Rdpleeg het edrdingsshem voor de speifities vn de digitle ingngen en wrop deze n te sluiten. Configurtie Stel vi de geruikersinterfe de instellingen voor de esturing vn het energieverruik in [9.9] (voor de eshrijving vn lle instellingen, zie "8 Configurtie" op pgin 44): Seleteer egrenzing door digitle ingngen. Seleteer het type vn eperking (energievermogen in kw of stroom in A). Stel het gewenste niveu vn vermogeneperking in dt met elke digitle ingng overeenstemt. Indien meer dn 1 digitle input (gelijktijdig) gesloten is, is de voorrng vn digitle input vst: DI4 voorrng> >DI Vermogeneperking: werking De uitenunit heeft een etere effetiviteit dn de elektrishe verwrming. Om deze reden wordt de elektrishe verwrming eperkt en eerst UIT gezet. Het systeem eperkt het energieverruik in de volgende orde: 1 Zet de k-upverwrming UIT. 2 Beperkt de uitenunit. 3 Zet de uitenunit UIT. Vooreeld Als de onfigurtie ls volgt is: Het niveu vn vermogeneperking stt NIET toe dt de k-upverwrming werkt (stp 1). Dn wordt het energieverruik ls volgt eperkt: P h A8P 2 1 A P i DI1 DI3 B A B C Buitenunit Binnenunit Energieeheersysteem Inshkeling vermogeneperking (4 digitle ingngen) Bk-upverwrming A B P h C e A B C e Geprodueerde wrmte Verruikte energie Buitenunit Bk-upverwrming Beperkte werking vn de uitenunit Volle werking vn de uitenunit Stp 1 k-upverwrming AANgezet DI4 t P i t DI Opgenomen vermogen Tijd Digitle ingngen (niveus vermogeneperking) Vermogeneperking ingeshkeld Werkelijke opgenomen vermogen Opstelling Vrg-printplt (optie EKRP1AHTA) nodig. 5.6 Een externe tempertuursensor opstellen U kunt 1 externe tempertuursensor nsluiten. Deze kn dn de innen- of uitenomgevingstempertuur meten. Dikin dviseert een externe tempertuursensor in de volgende gevllen te geruiken: 16

17 6 Voorereiding Binnenomgevingstempertuur Wnneer een kmerthermostt de tempertuur regelt, dn meet de geruikersinterfe die ls kmerthermostt wordt geruikt (EKRUDAS) de innenomgevingstempertuur. Drom moet de geruikersinterfe die wordt geruikt ls kmerthermostt op een plts gepltst worden: Wr de gemiddelde tempertuur in de kmer gedeteteerd kn worden Dit etekent: NIET n rehtstreeks zonliht lootgesteld Dit etekent: NIET in de nijheid vn een wrmteron Dit etekent: NIET door uitenluht of toht door ijv. het openen/sluiten vn deuren Indien dit NIET mogelijk is, dviseert Dikin een fstndsinnensensor n te sluiten (optie KRCS01-1). Opstelling: voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de fstndsinnensensor. Configurtie: seleteer kmersensor [9.B]. Buitenomgevingstempertuur De uitenomgevingstempertuur wordt in de uitenunit gemeten. Drom moet de uitenunit op een plts gepltst worden: Lngs de noordknt vn het huis of lngs de knt vn het huis wr zih de meeste wrmtefgevers evinden Dit etekent: NIET n rehtstreeks zonliht lootgesteld Indien dit NIET mogelijk is, dviseert Dikin een fstndsuitensensor n te sluiten (optie EKRSCA1). Opstelling: voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de fstndsuitensensor. Configurtie: seleteer uitensensor [9.B]. Wnneer de energiesprfuntie vn de uitenunit tief is (zie "8 Configurtie" op pgin 44), wordt de uitenunit lger gezet om de stnd-y-energieverliezen te eperken. Hierdoor wordt de uitenomgevingstempertuur NIET gelezen. Als de gewenste nvoerwtertempertuur weersfhnkelijk is, is het elngrijk de uitentempertuur ontinu te meten. Dit is een ndere reden om de optionele uitensensor voor de omgevingstempertuur te pltsen. De gegevens (wrvn het gemiddelde genomen wordt of de ogenlikkelijke gegevens) vn de externe uitensensor voor de omgevingstempertuur worden geruikt in de weersfhnkelijke regelgrfieken. Om de uitenunit te eshermen wordt steeds de interne sensor vn de uitenunit geruikt. 6.2 Instlltieplts voorereiden Instlleer de unit NIET op een plts die vk ls werkplts wordt geruikt. Wnneer ouwwerken (ijv. slijpwerk) worden uitgevoerd wrij veel stof wordt geprodueerd, MOET de unit worden fgedekt. Kies een instlltieplts met voldoende ruimte om de unit in en uit de site te kunnen drgen. Deze unit is ontworpen voor geruik met 2 tempertuurzones: vloerverwrming in de primire zone, dit is de zone met de lgste wtertempertuur, rditoren in de seundire zone, dit is de zone met de hoogste wtertempertuur. WAARSCHUWING Het toestel wordt opgeslgen in een ruimte zonder ontstekingsronnen die voortdurend rnden (ijvooreeld: open vuur, een driend gstoestel of een driende elektrishe verwrming). WAARSCHUWING Koelmiddelleidingen die met gelijk welk nder koelmiddel zijn geruikt, mogen NIET worden hergeruikt. Vervng de koelmiddelleidingen of mk ze grondig shoon Vereisten inzke de plts wr de uitenunit geïnstlleerd wordt Lees tevens de volgende vereisten: Algemene vereisten voor de instlltieplts. Zie hoofdstuk Algemene veiligheidsmtregelen. Vereisten voor de koelmiddelleidingen (lengte, hoogtevershil). Zie ook verder in dit hoofdstuk over de voorereiding. Houd rekening met de volgende rihtlijnen inzke de enodigde ruimte: 1200 >250 >350 >250 >250 >350 6 Voorereiding (mm) (mm) 6.1 Overziht: Voorereiding In dit hoofdstuk wordt eshreven wt u moet doen en wt u moet weten lvorens u ter pltse gt. Het evt informtie over: De instlltieplts voorereiden De koelmiddelleidingen voorereiden De wterleidingen voorereiden De elektrishe edrding voorereiden Luhtuitlt Luhtinlt Stpel de units NIET op elkr op. Hng de unit NIET n een plfond. Hevige wind ( 18 km/u) die tegen de luhtuitlt vn de uitenunit lst, veroorzkt kortsluiting (luhtnzuiging of -uitls). Dit kn de volgende gevolgen met zih meerengen: een vermindering vn de piteit in edrijf; een snellere en meer regelmtige ijsvorming tijdens het verwrmen; stilvllen door een te lge of een te hoge druk; 17

18 6 Voorereiding een geroken ventiltor (ls hevige wind onstnt tegen de ventiltor lst, kn deze eginnen zeer snel te drien en n een tijdje reken). Er wordt gedviseerd een stootplt te monteren wnneer de luhtuitlt n wind lootgesteld is. Instlleer ij voorkeur de uitenunit met de luhtuitlt nr de muur geriht en NIET rehtstreeks n wind lootgesteld. Instlleer de unit NIET in een vn de volgende pltsen: Geluidsgevoelige zones (zols nst een slpkmer), zodt het geprodueerd geluid in edrijf geen overlst veroorzkt. Opmerking: Als het geprodueerd geluid in reële omstndigheden wordt gemeten, kn de gemeten wrde omwille vn omgevingsgeluiden en geluidsrefleties groter zijn dn het in de speifities onder Geluidspetrum vermeld geluidsdrukniveu. Pltsen met nevels vn minerlolie, oliespry of dmpen in de luht. Plsti onderdelen kunnen worden ngetst en vn het toestel vllen of wterlekken veroorzken. Het is NIET ngewezen de unit op de volgende pltsen te instlleren, omdt deze pltsen de levensduur vn de unit kunnen verkorten: Wr de spnning veel shommelt In voertuigen of shepen In de nwezigheid vn zuur- of lklinedmpen Instlltie n de kust. Zorg ervoor dt de uitenunit NIET rehtstreeks n zeewind wordt lootgesteld. Dit om orrosie door het hoge zoutgehlte vn de luht te voorkomen (kn de levensduur vn de unit verkorten) Bijkomende vereisten inzke de instlltieplts vn de uitenunit in koude klimten In streken wr de omgevingstemperturen lg kunnen zijn en de vohtigheid groot of in streken met hevige sneeuwvl, verwijder het nzuigrooster. om ervoor te zorgen dt de unit goed lijft werken. Deze streken zijn (zonder zih ern te eperken): Oostenrijk, Tsjehië, Denemrken, Estlnd, Finlnd; Duitslnd, Hongrije, Letlnd, Litouwen, Noorwegen, Polen, Roemenië, Servië, Slovkije, Zweden, enz. 1 Verwijder de shroeven wrmee het nzuigrooster is vstgemkt. 2 Verwijder het nzuigrooster en gooi het weg. 3 Bevestig de shroeven opnieuw n de unit Instlleer de uitenunit uit rehtstreekse zeewind. Vooreeld: Ahter het geouw. Anzuigrooster Besherm de uitenunit tegen direte sneeuwvl en zorg ervoor dt de uitenunit NOOIT ingesneeuwd rkt. Instlleer een fsherming tegen de wind ls de uitenunit n rehtstreekse zeewind wordt lootgesteld. Hoogte vn fsherming tegen wind 1,5 hoogte vn uitenunit Let ij de instlltie vn de fsherming tegen de wind op de vereisten inzke de servieruimte. d d e d 18 d Zeewind Geouw Buitenunit Afsherming tegen wind De uitenunit is ontworpen om lleen uiten geïnstlleerd te worden en ij de volgende omgevingstemperturen: Stnd Koeling Stnd Verwrming 10~43 C 25~25 C d e Afdkje tegen de sneeuw Voetstuk Belngrijkste windrihting Luhtuitlt EKFT008D-optiekit Voorzie in ieder gevl minstens 300 mm vrije ruimte onder de unit. Zorg drij ervoor dt de unit minstens 100 mm oven de mximle sneeuwhoogte stt. Zie "7.3 De uitenunit monteren" op pgin 27 voor meer informtie. In streken met heftige sneeuwvl is het elngrijk om een instlltieplts te seleteren wr de sneeuw GEEN invloed heeft op de unit. Wnneer de sneeuw zijwrts kn vllen, zorg ervoor dt de spoel vn de wrmtewisselr NIET door de sneeuw gehinderd kn worden. Indien nodig, monteer een fdkje tegen de sneeuw en een voetstukje.

19 6 Voorereiding Vereisten inzke de plts wr de innenunit geïnstlleerd wordt Lees tevens de voorzorgsmtregelen en vereisten in hoofdstuk Algemene veiligheidsmtregelen. De innenunit is ontworpen om lleen innen geïnstlleerd te worden en ij de volgende omgevingstemperturen: Ruimteverwrming: 5~30 C Produtie vn wrm tpwter: 5~35 C Houd rekening met de volgende rihtlijnen inzke de enodigde ruimte: Mximum toegestne lengte voor de koelmiddelleidingen tussen de innenunit en de uitenunit Minimum toegestne lengte voor de koelmiddelleidingen tussen de innenunit en de uitenunit Mximum toegestn hoogtevershil tussen de innenunit en de uitenunit 30 m 3 m 20 m Houd rekening met de volgende rihtlijnen inzke de enodigde ruimte: 300 Speile vereisten voor R32 WAARSCHUWING Niet doororen of verrnden. Geruik GEEN ndere shoonmkmiddelen of mnieren om het ontdooien te versnellen dn die nevolen door de friknt. Denk ern dt R32-koelmiddel geurloos is. WAARSCHUWING Het toestel moet worden opgeslgen wr het geen mehnishe shde kn oplopen in een voldoende geventileerde ruimte zonder ontstekingsronnen die voortdurend rnden (ijvooreeld: open vuur, een rndend gstoestel of een werkende elektrishe verwrming) met de hieronder eshreven fmetingen. Geruik reeds eerder geruikte verindingen NIET opnieuw. Verindingen die ij de instlltie tussen onderdelen vn het koelmiddelsysteem worden gemkt moeten toegnkelijk zijn voor onderhoudsdoeleinden. WAARSCHUWING De instlltie, servie, onderhoud en reprties moeten overeenstemmen met de instruties vn Dikin en met de geldende wetgeving (ijvooreeld de ntionle gsregelgeving) en mogen lleen door evoegde personen worden uitgevoerd (mm) Besherm leidingen tegen fysieke shde. Beperk de instlltie vn de leidingen tot een minimum. Als de montgeruimte eperkt is, doe dn het volgende voordt u de unit op zijn definitieve plts instlleert: "7.8.5 De fvoerslng op de fvoer nsluiten" op pgin 37. Drvoor moet u één of eide zijpnelen verwijderen. De ondergrond moet sterk genoeg zijn om het gewiht vn de unit te drgen. Neem ls gewiht het gewiht vn de unit met een volle tnk voor wrm tpwter. Zorg ervoor dt in het gevl vn een wterlek, het wter geen shde kn erokkenen n de instlltieruimte en de omgeving. Instlleer de unit NIET in een vn de volgende pltsen: Pltsen met nevels vn minerlolie, oliespry of dmpen in de luht. Plsti onderdelen kunnen worden ngetst en vn het toestel vllen of wterlekken veroorzken. Geluidsgevoelige zones (zols nst een slpkmer), zodt het geprodueerd geluid in edrijf geen overlst veroorzkt. Op zeer vohtige pltsen (rel. vohtigheid=mx. 85%), ijv. een dkmer. Op pltsen onderhevig n vorst. De omgevingstempertuur rond de innenunit moet >5 C edrgen. 19

20 6 Voorereiding Als de totle koelmiddelvulling in het systeem <1,84 kg is (d.w.z. ls de lengte vn de leidingen <27 m), zijn er geen ijkomende vereisten voor de minimle vloeroppervlkte. Als de totle koelmiddelvulling in het systeem 1,84 kg is (d.w.z. ls de lengte vn de leidingen 27 m), moet u voldoen n de ijkomende vereisten voor de minimle vloeroppervlkte zols eshreven in de volgende flowhrt. De flowhrt mkt geruik vn de volgende tellen: "14.5 Tel 1 Toegestne mximumkoelmiddelvulling in een kmer: innenunit" op pgin 93, "14.6 Tel 2 Minimumvloeroppervlkte: innenunit" op pgin 93 en "14.7 Tel 3 Minimumoppervlkte vn de verluhtingsgten voor ntuurlijke ventiltie: innenunit" op pgin 93. Meerdere innenunits. Als er twee of meer innenunits in een kmer zijn geïnstlleerd, moet u rekening houden met de mximle koelmiddelvulling die ij EEN ENKEL lek kn vrijkomen in de kmer. Vooreeld: Als er twee innenunits zijn geïnstlleerd in de kmer, elk met een eigen uitenunit, dn moet u uitgn vn de koelmiddelvulling vn de grootste innen-uitenomintie. Strt A 1,5 m B Invoer vn instllteur: Totle koelmiddelvulling (m ) (kg) Oppervlkte vn kmer A (A kmer A ) (m 2 ) Invoer vn instllteur: Oppervlkte vn ngrenzende kmer B (A kmer B ) (m 2 ) Binnenunit A Kmer wr de innenunit is geïnstlleerd. B Kmer die grenst n kmer A. Geruik tel 2 in hoofdstuk "Tehnishe gegevens" om de totle minimle vloeroppervlkte (A min totl ) (m 2 ) te erekenen die voor de totle koelmiddelvulling (m ) vereist is. Geruik tel 1 in hoofdstuk "Tehnishe gegevens" om de mximle koelmiddelvulling (m mx ) (kg) te erekenen die is toegestn voor kmer A. A min totl A kmer A +A kmer B? Neen m mx m? J Neen J Bepl de koelmiddelhoeveelheid die mx (dm) (kg) overshrijdt. (dm=m m mx ) De unit kn worden geïnstlleerd in kmer A, en zonder verdere vereisten inzke kmergrootte of ventiltie. Geruik tel 3 in hoofdstuk "Tehnishe gegevens" en dm om de minimle openingsoppervlkte voor ntuurlijke ventiltie tussen kmer A en kmer B (VA min ) (m 2 ) te erekenen. Neem ontt op met uw verdeler. De unit kn worden geïnstlleerd in kmer A ls: Er 2 ventiltieopeningen (permnent geopend) voorzien zijn tussen kmer A en kmer B, 1 ovenn en 1 ondern. Onderste opening: De onderste opening moet voldoen n de minimle oppervlktevereisten (VA min ). Ze moet zih zo diht mogelijk ij de vloer evinden. Als de ventiltieopening egint vnf de vloer, moet de hoogte 20 mm edrgen. De onderzijde vn de opening moet zih op 100 mm vn de vloer evinden. Minstens 50% vn de vereiste openingsoppervlkte moet zih op <200 mm vn de vloer evinden. De volledige oppervlkte vn de opening moet zih op minder dn <300 mm vn de vloer evinden. Bovenste opening: De oppervlkte vn de ovenste opening moet groter zijn dn of gelijk n de oppervlkte vn de onderste opening. De onderzijde vn de ovenste opening moet zih minstens 1,5 m oven de ovenzijde vn de onderste opening evinden. Ventiltieopeningen nr uiten worden ls NIET geshikte ventiltieopeningen eshouwd (de geruiker kn deze fdekken wnneer het koud is). 20

21 6 Voorereiding 6.3 De koelmiddelleidingen voorereiden Vereisten voor de koelmiddelleidingen Lees tevens de voorzorgsmtregelen en vereisten in hoofdstuk Algemene veiligheidsmtregelen. Mteril leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd ndloos koper. Dimeter leidingen: Vloeistofleiding Ø6,4 mm (1/4") Gsleiding Ø15,9 mm (5/8") Hrdingsgrd en dikte leidingen: Buitendimeter (Ø) Hrdingsgrd 6,4 mm (1/4") Gegloeid (O) 0,8 mm 15,9 mm (5/8") Gegloeid (O) 1,0 mm () Dikte (t) () Afhnkelijk vn de toepsselijke wetgeving en de mximle edrijfsdruk vn de unit (zie "PS High" op het nmpltje vn de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist De koelleidingen isoleren Neem polyethyleenshuim ls isoltiemteril: met een wrmteoverdrhtsftor egrepen tussen 0,041 en 0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kl/mh C) estnd tegen minstens 120 C Isoltiedikte Buitendimeter vn de uizen (Ø p ) Binnendimeter vn de isoltie (Ø i ) 6,4 mm (1/4") 8~10 mm 10 mm 15,9 mm (5/8") 16~20 mm 13 mm Øp Øi t Ø Isoltiedikte (t) Als de tempertuur hoger is dn 30 C en de vohtigheid meer dn 80% edrgt, moet het isoltiemteril minstens 20 mm dik zijn om ondenstie n de oppervlkte vn de isoltie te voorkomen. 6.4 De wterleidingen voorereiden Klep nr expnsievt. De klep nr het expnsievt (indien nwezig) MOET open zijn Vereisten voor de wteriruits Lees tevens de voorzorgsmtregelen en vereisten in hoofdstuk Algemene veiligheidsmtregelen. Wnneer kunststofleidingen worden geruikt, zorg ervoor dt deze zuurstofdiffusiediht zijn overeenkomstig DIN De diffusie vn zuurstof nr de leidingen kn overmtige orrosie veroorzken. t De leidingen nsluiten Wetgeving. Mk lle leidingnsluitingen overeenkomstig de toepsselijke wetgeving en de nwijzingen in hoofdstuk Instlltie en houd hierij rekening met de wterinlt en -uitlt. De leidingen nsluiten Krht. Oefen GEEN overdreven krht uit wnneer u de leidingen nsluit. Vervormde leidingen kunnen storingen in de unit veroorzken. De leidingen nsluiten Gereedshppen. Geruik lleen gereedshp dt voor koper geshikt is, ngezien koper een zht mteril is. ANDERS kunnen uizen eshdigd worden. De leidingen nsluiten Luht, vohtigheid, stof. Als luht, voht of stof in het iruit terehtkomt, kunnen storingen ontstn. Om dit te voorkomen: geruik lleen shone uizen; houd de uiteinden vn de leidingen omlg tijdens het verwijderen vn rmen; dek de uiteinden vn de leiding f wnneer u de leiding door een muur steekt, zodt stof noh vuil in de leiding kn indringen; geruik een goed drdfdihtmiddel om verindingen wterdiht te mken. Gesloten iruit. Geruik de innenunit ALLEEN in een gesloten wterinstlltie. Het systeem in een open wterinstlltie geruiken zou overmtige orrosie ls gevolg heen. Glyol. Om veiligheidsredenen is het NIET toegestn glyol in het wteriruit toe te voegen. Lengte vn de leidingen. Wij dviseren de leidingen tussen de tnk voor wrm tpwter en het fnmepunt vn het wrme wter (douhe, d enz.) zo kort mogelijk te mken en doodlopende stukken te vermijden. Dimeter vn de leidingen. Seleteer de dimeter voor de wterleidingen op sis vn het vereiste wterdeiet en de eshikre externe sttishe druk vn de pomp. Zie "14 Tehnishe gegevens" op pgin 87 voor de grfieken voor de externe sttishe drukken voor de innenunit. Wterdeiet. U kunt het vereiste minimumwterdeiet voor de werking vn de innenunit in de volgende tel vinden. Dit deiet moet in lle situties steeds gegrndeerd zijn. Indien het deiet lger is, zl de innenunit stoppen te werken en storing 7H geven. Minimum vereist deiet tijdens ontdooien/k-upverwrming 12 l/min Ter pltse te voorziene onderdelen Wter. Geruik lleen mterilen die omptiel zijn met wter dt in de instlltie geruikt wordt en met de mterilen vn de innenunit. Ter pltse te voorziene onderdelen Wterdruk en - tempertuur. Controleer of lle omponenten in de lokle leidingen estnd zijn tegen de wterdruk en wtertempertuur. Wterdruk. De mximum wterdruk edrgt 4 r. Voorzie gepste veiligheden in het wteriruit om ervoor te zorgen dt de mximumdruk NIET overshreden wordt. Wtertempertuur. Alle gepltste leidingen en leidingtoeehoren (kleppen, verindingsstukken enz.) DIENEN estnd te zijn tegen de volgende temperturen: De volgende feelding is een vooreeld en stemt mogelijk NIET overeen met de ly-out vn uw instlltie. 21

22 6 Voorereiding 89 C 75 C j Wrmtpwtertnk Stilstndperiodes. Als er gedurende lngere periodes geen wrm wter wordt verruikt, MOET de pprtuur voor geruik gespoeld worden met koud wter. Wrmtpwtertnk Desinfetie. Voor de desinfetiefuntie vn de wrmtpwtertnk, rdpleeg "8.4.6 Tnk" op pgin 58. k Thermosttishe mengkrnen. Conform de geldende wetgeving moeten er mogelijk thermosttishe mengkrnen worden geïnstlleerd. f i i HPC1 HPC2 j HPC3 Voorzorgsmtregelen inzke hygiëne. De instlltie moet voldoen n de geldende wetgeving en vereist mogelijk ijkomende voorzorgsmtregelen voor een hygiënishe instlltie. M M Herirultiepomp. Conform de geldende wetgeving kn het mogelijk zijn dt een herirultiepomp gepltst moet worden tussen het wrmwterfnmepunt en de herirultieverinding vn de tnk voor wrm tpwter. d e h g i i d e f g h i j k HPC1...3 FHL1...3 FHL1 FHL2 FHL3 Buitenunit Binnenunit Wrmtewisselr Bk-upverwrming Gemotoriseerde 3-wegklep (shkelt tussen ruimteverwrming en wrm tpwter) Gemotoriseerde 3-wegklep (mengt de hoofdzone) Hoofdpomp Bijkomende pomp Afsluiter Verdeelstuk (ter pltse te voorzien) Wrmtpwtertnk Wrmtepomponvetor (te pltse te voorzien) Vloerverwrmingslus (ter pltse te voorzien) Aftppen Lge punten. Voorzie ftppunten op lle lge punten vn de instlltie om het wteriruit volledig te kunnen flten. Aftppen Overdrukveiligheidsklep. Sluit de fvoerslng orret n op de fvoer om te voorkomen dt er wter uit de unit wordt gemorst. Zie "7.8.5 De fvoerslng op de fvoer nsluiten" op pgin 37. Ontluhtingspunten. Voorzie ontluhtingspunten op lle hoge punten vn de instlltie; deze punten moeten voor onderhoud gemkkelijk ereikr zijn. De innenunit is voorzien vn twee utomtishe ontluhtingskleppen. Controleer of deze ontluhtingskleppen NIET te hrd zijn vstgedrid, zodt het wteriruit utomtish ontluht kn worden. Onderdelen met een zinklg. Geruik nooit onderdelen met een zinklg in het wteriruit. Angezien het wteriruit in de unit uit koperen uizen estt, kn nders overmtige orrosie optreden. Niet-koperen metlen leidingen. Wnneer ook niet-koperen metlen leidingen geruikt worden, isoleer dn elke koperen leiding goed vn elke niet-koperen leiding, zodt ze NIET met elkr in ontt kunnen komen. Dit, om glvnishe orrosie te vermijden. Klep Omshkeltijd. Wnneer een 2-wegklep of 3-wegklep in het wteriruit geruikt wordt, moet de mximle omshkeltijd vn de klep minder dn 60 seonden edrgen. Wrmtpwtertnk Cpiteit. Om geen wtergerek te heen, is het elngrijk dt de opslgpiteit vn de tnk voor wrm tpwter groot genoeg is om n de dgelijkse ehoefte n wrm tpwter te voldoen. Wrmtpwtertnk N de instlltie. Onmiddellijk n de instlltie moet de tnk voor wrm tpwter gespoeld worden met koud wter. Deze proedure moet de eerste 5 opeenvolgende dgen n de instlltie minstens eenml per dg herhld worden. d d Herirultieverinding Wrmwternsluiting Douhe Herirultiepomp Klep nr expnsievt. De klep nr het expnsievt (indien nwezig) MOET open zijn Formule om de voordruk vn het expnsievt te erekenen De voordruk (Pg) vn het expnsievt hngt f vn het hoogtevershil (H) vn de instlltie: Pg=0,3+(H/10) (r) Het wtervolume en wterdeiet ontroleren De innenunit heeft een expnsievt vn 10 liter met een voorf ingestelde voordruk vn 1 r. Om zeker te zijn dt de unit nr ehoren werkt: ontroleer het minimum en het mximum wtervolume. U moet mogelijk de voordruk vn het expnsievt npssen. Minimum wtervolume Er zijn geen vereisten voor het minimum wtervolume. Voor kritieke proessen of in kmers met een grote wrmteelsting kn extr wtervolume vereist zijn. 22

23 6 Voorereiding d e f g h i j FHL1...3 HPC1...3 T1...3 M1...3 d e M f g h h h h T1 M1 T1 M1 T2 M2 FHL1 T2 M2 T3 M3 HPC1 HPC2 HPC3 i i FHL2 T3 M3 FHL3 Buitenunit Binnenunit Wrmtewisselr Bk-upverwrming Gemotoriseerde 3-wegklep (mengt de hoofdzone) Bijkomende pomp Hoofdpomp Afsluiter Verdeelstuk (ter pltse te voorzien) Overdrukomloopklep (ijgeleverd ls essoire). Vloerverwrmingslus (ter pltse te voorzien) Wrmtepomponvetor (te pltse te voorzien) Individuele kmerthermostt (optioneel) Individuele gemotoriseerde klep voor het regelen vn lus FHL1...3 en HPC1...3 (ter pltse te voorzien) De pomp vn de seundire zone zorgt dt het minimum deiet voor een orrete werking vn de unit is gegrndeerd. Mximum wtervolume Geruik de volgende grfiek om het mximum wtervolume voor de erekende voordruk te eplen Voordruk (r) Mximum wtervolume (l) Vooreeld: het mximum wtervolume en de voordruk in het expnsievt j Hoogtevers hil instlltie () 7 m 200 l De voordruk moet niet ijgeregeld worden. Wtervolume >200 l Doe het volgende: Verlg de voordruk volgens het vereiste hoogtevershil vn de instlltie. De voordruk moet met 0,1 r verlgd worden voor elke meter onder 7 m. Controleer of het wtervolume NIET groter is dn het mximum toegestn wtervolume. >7 m Doe het volgende: Het expnsievt vn de innenunit is te klein voor Verhoog de voordruk de instlltie. In dit gevl volgens het vereiste wordt er gedviseerd om hoogtevershil vn de een extr vt uiten de instlltie. De voordruk unit te instlleren. moet met 0,1 r verhoogd worden voor elke meter oven 7 m. () Minimum deiet Controleer of het wtervolume NIET groter is dn het mximum toegestn wtervolume. Er is een hoogtevershil (m) tussen het hoogste punt vn het wteriruit en de innenunit. Als de innenunit zih op het hoogste punt vn de instlltie evindt, edrgt de instlltiehoogte 0 m. Controleer voor elke zone fzonderlijk of het minimum deiet in de instlltie gegrndeerd is in lle omstndigheden. Dit minimum deiet is vereist tijdens ontdooien/k-upverwrming. Geruik drtoe de overdrukomloopklep die ij de unit is geleverd. Wnneer de irultie in lle of eplde ruimteverwrmingslussen geregeld wordt door op fstnd ediende kleppen, is het elngrijk dt dit minimum deiet ehouden lijft, zelfs wnneer lle kleppen diht zijn. Indien het minimum deiet niet kn worden ereikt, zl er een deietfout 7H worden gegenereerd (geen verwrming/ ediening). Minimum vereist deiet tijdens ontdooien/k-upverwrming 12 l/min Zie de nevolen proedure zols eshreven in "9.4 Cheklist tijdens inedrijfstelling" op pgin De voordruk vn het expnsievt wijzigen Alleen een erkende instllteur mg de voordruk in het expnsievt npssen. Indien de stndrd ingestelde voordruk in het expnsievt (1 r) ijgeregeld moet worden, houd dn rekening met de volgende rihtlijnen: Geruik lleen droge stikstof om de voordruk in het expnsievt ij te regelen. Een verkeerde instelling vn de voordruk in het expnsievt leidt tot storingen in de instlltie. 23

24 6 Voorereiding Om de voordruk in het expnsievt te wijzigen, verlg of verhoog de druk vn het stikstof vi de Shrder-klep vn het expnsievt. Shrder-klep Het wtervolume ontroleren: vooreelden Vooreeld 1 De innenunit is 5 m onder het hoogste punt in het wteriruit geïnstlleerd. Het totle wtervolume in het wteriruit edrgt 100 l. Er zijn ijregelingen of ties nodig. Vooreeld 2 De innenunit is op het hoogste punt in het wteriruit geïnstlleerd. Het totle wtervolume in het wteriruit edrgt 250 l. Aties: Omdt het totle wtervolume (250 l) meer edrgt dt het stndrd wtervolume (200 l), moet de voordruk verlgd worden. De vereiste voordruk edrgt: Pg = (0,3+(H/10)) r = (0,3+(0/10)) r=0,3 r. Het overeenstemmende mximum wtervolume n 0,3 r edrgt 290 l. (Zie hoger op de grfiek in het hoofdstuk). Omdt 250 l minder is dn 290 l, is het expnsievt geshikt voor de instlltie. 6.5 De elektrishe edrding voorereiden Over het voorereiden vn de elektrishe edrding Lees tevens de voorzorgsmtregelen en vereisten in hoofdstuk Algemene veiligheidsmtregelen. WAARSCHUWING Als de voeding een ontrekende of een verkeerde nulfse heeft, Kn de pprtuur defet rken. Sluit orret op de rde n. Ard de unit NIET vi een nutsleiding, een piekspnningseveiliging of de rding vn de telefoon. Een onvolledige rding kn elektrishe shokken veroorzken. Plts de vereiste zekeringen of stroomonderrekers. Bevestig de elektrishe edrding met kelinders, zodt deze NIET in ontt kn komen met sherpe rnden of uizen, voorl lngs de hogedrukzijde. Geruik GEEN drden met tpe, geen gevlohten geleiders, geen verlengkels en geen nsluitingen vn een sterinstlltie. Deze kunnen zorgen voor oververhitting of elektrishe shokken of rnd veroorzken. Instlleer GEEN fseompenstieondenstor, omdt deze unit een inverter evt. Een fseompenstieondenstor vermindert de prestties en kn ongevllen veroorzken. WAARSCHUWING Al de edrding MOET door een erkende elektriien uitgevoerd worden en MOET voldoen n de geldende wetgeving. Mk elektrishe verindingen op de evestigde edrding. Alle op de site geleverde omponenten en lle elektrishe onstruties MOETEN voldoen n de geldende wetgeving. WAARSCHUWING De k-upverwrming MOET een speile voeding heen en MOET eshermd worden door de eveiligingsinrihtingen vereist door de geldende wetgeving. WAARSCHUWING Geruik ALTIJD een meerderige kel ls stroomtoevoerkel Over de elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief Elektriiteitsmtshppijen overl ter wereld doen hrd hun est om een stiele elektriiteitsdienst te leveren tegen een onurrentiële prijs en zijn vk gemhtigd om klnten een voordeeltrief n te ieden. Bijv. dg/nhttrieven, seizoenstrieven, Wärmepumpentrif in Duitslnd en Oostenrijk enz. Deze pprtuur kn worden ngesloten op dergelijke systemen met een voeding met voorkeur kwh-trief. Neem ontt op met de elektriiteitsmtshppij die optreedt ls levernier op de plts wr deze pprtuur zl worden geïnstlleerd om te vrgen of de pprtuur kn worden ngesloten op een systeem met een voeding met voorkeur kwhtrief. Wnneer de pprtuur op een dergelijke voeding met voorkeur kwh-trief is ngesloten, mg de elektriiteitsmtshppij: de voeding vn de pprtuur voor eplde tijd onderreken; eisen dt de pprtuur gedurende een eplde periode slehts een eperkte hoeveelheid stroom verruikt. De innenunit is ontworpen om een inputsignl te ontvngen dt de unit in de stnd gedwongen uit zet. Op dt ogenlik zl de ompressor vn de uitenunit niet werken. 24

25 6 Voorereiding De edrding nr de unit is vershillend nrgelng de elektrishe voeding l dn niet onderroken wordt Overziht vn de elektrishe verindingen, ehlve de uitwendige stelmotoren Normle elektrishe voeding Elektrishe voeding met voorkeur kwhtrief De elektrishe voeding wordt NIET onderroken Wnneer de elektrishe voeding met voorkeur kwhtrief werkt, wordt de elektrishe voeding NIET onderroken. De uitenunit wordt uitgezet door de ediening. Opmerking: De elektriiteitsmtsh ppij moet ltijd zorgen dt de innenunit elektriiteit kn verruiken. De elektrishe voeding wordt onderroken Wnneer de elektrishe voeding met voorkeur kwhtrief werkt, wordt de elektrishe voeding onmiddellijk of n een tijdje door de elektriiteitsmtsh ppij onderroken. In dt gevl moet de innenunit door een fzonderlijke normle elektrishe voeding gevoed worden. Normle elektrishe voeding Elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief 1 Elektrishe voeding voor uitenunit 2 Elektrishe voeding en doorverindingskel nr innenunit 3 Elektrishe voeding voor k-upverwrming 4 Elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief (spnningsvrij ontt) 5 Elektrishe voeding met norml kwh-trief (om de printplt vn de innenunit te voeden in gevl vn stroomonderreking vn de elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief) Overziht vn de elektrishe verindingen voor de uitwendige en inwendige stelmotoren Onderde el Beshrijving Drden Mximumstr oom in funtie Elektrishe voeding vn uitenunit en innenunit 1 Elektrishe voeding voor uitenunit 2 Elektrishe voeding en doorverindingskel nr innenunit 3 Elektrishe voeding voor kupverwrming 2+GND () 3 (f) Zie onderstnde tel. 1 Onderde el 4 Elektrishe voeding met voorkeur kwhtrief (spnningsvrij ontt) Beshrijving Drden Mximumstr oom in funtie 5 Elektrishe voeding met norml kwh-trief Optionele uitrustingen 6 Geruikersinterfe die ls kmerthermostt geruikt wordt 2 (d) 2 6,3 A 2 (e) 7 Kmerthermostt 3 of ma () 8 Buitenomgevingstempe rtuursensor 9 Binnenomgevingstemp ertuursensor 2 () 2 () 10 Wrmtepomponvetor ma () Ter pltse te voorziene onderdelen 11 Afsluiter ma () 12 Elektriiteitsmeter 2 (per meter) () 13 Pomp voor wrm tpwter 2 () 14 Alrmuitgng 2 () 15 Omshkeling nr externe wrmteronregeling 16 Bediening ruimteverwrming 17 Digitle ingngen energieverruik 18 Veiligheidsthermostt voor de primire zone 19 Veiligheidsthermostt voor de seundire zone () () () (d) (e) (f) 2 () 2 () 2 (per ingngssignl) () 2 () 2 (d) Zie nmpltje op uitenunit. Minimum keldoorsnede 0,75 mm². Keldoorsnede 2,5 mm². Keldoorsnede 0,75 mm² tot 1,25 mm², mximumlengte: 50 m. Een spnningsvrij ontt zorgt voor de minimle elsting vn 15 V DC gelijkstroom, 10 ma. Keldoorsnede 0,75 mm² tot 1,25 mm²; mximumlengte: 500 m. Keldoorsnede 1,5 mm². Meer tehnishe speifities vn de vershillende nsluitingen stn vermeld op de innenzijde vn de innenunit. Een veiligheidsthermostt (norml gesloten ontt) MOET worden geïnstlleerd voor de primire zone. Zie " De veiligheidsthermostt (norml gesloten ontt) nsluiten" op pgin 43. Type kupverwrming Elektrishe voeding *6V 1N~ 230 V 2+GND 3~ 230 V 3+GND *9W 3N~ 400 V 4+GND Vereist ntl geleiders 25

26 7 Instlltie 7 Instlltie 7 T Overziht: Instlltie Dit hoofdstuk eshrijft wt u ter pltse moet doen en kennen om het systeem te instlleren. Typishe werkstroom De instlltie omvt typish de volgende stppen: 1 De uitenunit monteren. 2 De innenunit monteren. 3 De koelmiddelleidingen nsluiten. 4 De koelmiddelleidingen ontroleren. 5 Met koelmiddel vullen. 6 De wterleidingen nsluiten. 7 De elektrishe edrding nsluiten. 8 De uiteninstlltie fwerken. 9 De inneninstlltie fwerken. Als de montgeruimte eperkt is, doe dn het volgende voordt u de unit op zijn definitieve plts instlleert: "7.8.5 De fvoerslng op de fvoer nsluiten" op pgin 37. Drvoor moet u één of eide zijpnelen verwijderen. 2 Verwijder het pneel vn de geruikersinterfe. Open de shrnieren ovenn en shuif het ovenpneel omhoog. Als u het pneel vn de geruikersinterfe verwijdert, koppel dn ook de kels vn de hterknt vn het pneel los om shde te voorkomen. Afhnkelijk vn de units en/of de omstndigheden vn de instlltie, moet de elektrishe edrding ngesloten zijn lvorens u koelmiddel kunt ijvullen De units openen Over het openen vn de units 3 Soms moet u de unit openen. Vooreeld: Bij het nsluiten vn de koelmiddelleidingen Wnneer u de elektrishe edrding moet nsluiten Wnneer u onderhoudswerkzmheden op de unit moet uitvoeren GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE Lt de unit NIET onewkt hter wnneer het serviedeksel verwijderd is De uitenunit openen GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE 3 Verwijder indien nodig de frontplt. Dit is ijvooreeld nodig in de volgende gevllen: "7.2.5 De shkelkst lger zetten op de innenunit" op pgin 27 "7.8.5 De fvoerslng op de fvoer nsluiten" op pgin 37 Wnneer u toegng moet heen tot de hoogspnningsshkelkst GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN Zie "7.5.8 De koelmiddelleiding op uitenunit nsluiten" op pgin 33 en "7.9.6 De elektrishe ekeling op de uitenunit nsluiten" op pgin De innenunit openen 1 Verwijder het ovenpneel. 2 T25 26

27 3 3 7 Instlltie Het deksel vn de shkelkst vn de innenunit openen 2 T T25 3 Plts de shkelkst lger op de unit. Geruik de 2 shrnieren die lger op de unit stn. 7.3 De uitenunit monteren Over de montge vn de uitenunit 4 T25 Wnneer De uitenunit en innenunit moet worden gemonteerd lvorens de koelmiddel- en wterleidingen kunnen worden ngesloten. Typishe werkstroom De shkelkst lger zetten op de innenunit Tijdens het instlleren zl u toegng nodig heen tot de innenknt vn de innenunit. Om de toegng voorn te vergemkkelijken, zet u de shkelkst ls volgt lger op de unit: Voorwrde: Het pneel vn de geruikersinterfe en het frontpneel werden verwijderd. 1 Verwijder het ovenpneel dt de shkelkst op zijn plts houdt ovenn de unit. 2 Kntel de shkelkst nr voor en til deze op uit de shrnieren. Een typishe montge vn de uitenunit estt uit de volgende stppen: 1 De instlltiestrutuur voorzien. 2 De uitenunit instlleren. 3 Afvoer voorzien. 4 Ervoor zorgen dt de unit niet kn omvllen. 5 De unit eshermen tegen sneeuw en wind door een fdk tegen de sneeuw en geleideplten. Zie "De instlltieplts voorereiden" in "6 Voorereiding" op pgin Voorzorgsmtregelen ij de montge vn de uitenunit Lees ook de voorzorgsmtregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: Algemene voorzorgsmtregelen met etrekking tot de veiligheid Voorereiding 27

28 >300 >100 > >250 >250 7 Instlltie De instlltiestrutuur voorzien 0 mm Controleer de stevigheid en het vlk zijn vn de grond wrop de unit geïnstlleerd zl worden, zodt deze niet gt trillen of lwi mken wnneer ze in edrijf is. Mk de unit stevig vst met nkerouten zols ngegeven op het shem vn de fundering. Dit onderwerp toont vershillende instlltiestruturen. Voor l die struturen, geruik 4 sets vn M8 of M10 nkerouten, moeren en sluitringen. Voorzie in ieder gevl minstens 300 mm vrije ruimte onder de unit. Zorg drij ervoor dt de unit minstens 100 mm oven de mximle sneeuwhoogte stt. De mximumhoogte vn het ovenste uitstekend deel vn de outen edrgt 15 mm. Optie 1: Op de evestigingsvoeten "flexi-voet met steun" <150 <150 0 mm (mm) Mximle sneeuwhoogte EKFT008D-optiekit Optie 4: Op steunen in de muur met de EKFT008D-optiekit De EKFT008D-optiekit is ngewezen in streken met hevige sneeuwvl Mximle sneeuwhoogte <150 Optie 2: Op kunststofevestigingsvoeten (mm) U kunt in dt gevl de outen, moeren, sluitringen en veerringen geruiken, die ls essoires smen met de unit werden meegeleverd. >300 (mm) 0 mm Mximle sneeuwhoogte EKFT008D-optiekit Trillingsdempend ruer (ter pltse te voorzien) Optie 3: Op een sokkel met de EKFT008D-optiekit De EKFT008D-optiekit is ngewezen in streken met hevige sneeuwvl. 28

29 7 Instlltie Beshermend stuk krton Montge-instruties Afvoer voorzien De uitenunit instlleren VOORZICHTIG Verwijder het eshermend stuk krton NIET voorleer de unit goed geïnstlleerd is. 1 Hef de uitenunit op zols eshreven in "3.2.2 De uitenunit hnteren" op pgin 8. 2 Instlleer de uitenunit op de volgende mnier: (1) Zet de unit op zijn plts (hnteer deze met de drgriem links en de greep rehts). (2) Neem de drgriem weg (door deze lngs 1 knt eruit te trekken). (3) Mk de unit vst. Controleer of het ondenswter goed kn worden fgevoerd. Plts de unit op een sokkel om een goede fvoer te heen, zodt ijs zih niet kn ophopen. Voorzie een wterfvoerknl rond de fundering om overtollig wter rond de unit f te voeren. Vermijd dt het fgevoerd wter over het voetpd vloeit zodt het voetpd NIET gld wordt ij vriestemperturen. Indien u de unit op een frme instlleert, plts dn een wterdihte plt op mximum 150 mm vn de onderknt vn de unit om te verhinderen dt wter in de unit kn innendringen en fgevoerd wter zou druppelen (zie de volgende feelding). 2 1 Luhtuitlt 3 2 Indien de fvoergten vn de uitenunit gelokkeerd worden, voorzie dn een ruimte vn minstens 300 mm onder de uitenunit. Afvoerk. U kunt de fvoerk (optie) geruiken (EKDP008D) om het fgevoerd wter op te vngen. Voor de volledige instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de fvoerk. De fvoerk moet met ndere woorden wterps worden geïnstlleerd (met een tolerntie vn 1 n lle zijden) en wel ls volgt: Lijn de unit goed uit. Zorg ervoor dt de hterknt vn de unit NIET uitsteekt. 3 Verwijder het eshermend stuk krton en het ld met de montge-instruties. Afvoerk U-profielen Isoltie fvoergt 29

30 7 Instlltie 7.4 De innenunit monteren Over het monteren vn de innenunit Wnneer De uitenunit en innenunit moet worden gemonteerd lvorens de koelmiddel- en wterleidingen kunnen worden ngesloten. Typishe werkstroom De innenunit monteren omvt typish de volgende stppen: 1 De innenunit instlleren Voorzorgen ij het monteren vn de innenunit 355 mm 600 mm Afvoerkverwrmer. U kunt de fvoerkverwrmer (optie) geruiken (EKDPH008CA) om ervoor te zorgen dt de fvoerk niet gt evriezen. Voor de instlltie-instruties, zie de instlltiehndleiding vn de fvoerkverwrmer. Niet-verwrmde fvoeruis. Wnneer u de fvoerkverwrmer geruikt zonder fvoeruis of met een niet-verwrmde fvoeruis, dn moet u de isoltie vn het fvoergt (item op de feelding) verwijderen Ervoor zorgen dt de uitenunit niet kn omvllen Wnneer de unit stt wr hevige windstoten de unit kunnen doen overhellen, neem dn de volgende mtregelen: 1 Mk 2 kels klr zols getoond op de volgende feelding (ter pltse te voorzien). 2 Leg de 2 kels over de uitenunit. 3 Stop een stuk ruer tussen de kels en de uitenunit zodt de kels de verf niet kunnen eshdigen (ter pltse te voorzien). 4 Mk de uiteinden vn de kels vst. Spn deze uiteinden n. Lees ook de voorzorgsmtregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: Algemene voorzorgsmtregelen met etrekking tot de veiligheid Voorereiding De innenunit pltsen 1 Hef de innenunit vn het pllet op en zet ze op de vloer. Zie ook "3.3.3 De innenunit hnteren" op pgin 9. 2 Sluit de fvoerslng n op de fvoer. Zie "7.8.5 De fvoerslng op de fvoer nsluiten" op pgin Shuif de innenunit op hr plts. 4 Ps de hoogte vn de voetjes n om onregelmtigheden in de vloer op te vngen. De mximum toegestne fwijking edrgt 1. 1 Kntel de unit NIET nr voor:

31 7 Instlltie 7.5 De koelmiddelleiding nsluiten Over het nsluiten vn de koelmiddelleidingen Alvorens de koelmiddelleidingen n te sluiten Controleer of de uitenunit en innenunit gemonteerd zijn. Typishe werkstroom De koelmiddelleiding nsluiten etekent: De koelmiddelleiding op de uitenunit nsluiten De koelmiddelleiding op de innenunit nsluiten De koelmiddelleiding isoleren Houd rekening met de rihtlijnen voor: Buigen vn leidingen Leidinguiteinden optrompen Soldeersel Geruik vn de fsluiters Voorzorgsmtregelen ij het nsluiten vn koelmiddelleidingen Lees ook de voorzorgsmtregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: Algemene voorzorgsmtregelen met etrekking tot de veiligheid Voorereiding GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN VOORZICHTIG Geruik GEEN minerle olie op het verreed uiteinde vn de koelmiddelleiding. Geruik NIET opnieuw een leiding fkomstig vn vorige instllties. Instlleer NOOIT een droger op deze R32-unit om zijn levensduur te kunnen grnderen. Het droogmteril kn oplossen en het systeem eshdigen. Houd rekening met de volgende voorzorgen met etrekking tot de koelmiddelleiding: Zorg ervoor dt nooit nder koelmiddel dn het ngewezen koelmiddel in de koelmiddelylus vermengd wordt (ijv. luht). Geruik uitsluitend R32 wnneer u koelmiddel moet ijvullen. Geruik uitsluitend instlltiegereedshp (ijv. mnometers voor het verdeelstuk) dt enkel en lleen voor R32-instllties edoeld is, zodt het de druk kn weerstn en er geen vreemde stoffen (zols minerle oliën en voht) in het systeem kunnen terehtkomen. De leiding dient zo gemonteerd te worden dt hr verreed uiteinde NIET n mehnishe spnningen onderhevig is. Besherm de leiding zols eshreven in de volgende tel om te vermijden dt vuil, vloeistof of stof in de leiding tereht zou komen. Wees voorzihtig wnneer u koperuizen doorheen muren shuift (zie feelding hieronder). Toestel Instlltieperiode Beshermingsmeth ode Buitenunit >1 mnd De leiding dihtknijpen Binnenunit <1 mnd De leiding Ongeht de periode dihtknijpen of met kleefnd fdihten Open de fsluiter vn het koelmiddel NIET voorleer de koelmiddelleiding geontroleerd te heen. Wnneer u koelmiddel moet ijvullen, wordt gedviseerd de fsluiter vn het koelmiddel te openen voorleer ij te vullen Rihtlijnen ij het nsluiten vn koelmiddelleidingen Houd rekening met de volgende rihtlijnen wnneer u leidingen nsluit: Bestrijk de innenknt vn de verreding met etherolie of esterolie wnneer u een flremoer nsluit. Dri eerst 3 of 4 toeren met de hnd vst voorleer stevig vst te drien. Geruik ALTIJD 2 sleutels tezmen om een flremoer los te drien. Geruik ALTIJD smen een moersleutel en een momentsleutel om deze moer n te hlen wnneer u de leiding nsluit. Op die mnier zl de moer niet sheuren en lekken. d d Leidingmt (mm) Momentsleutel Moersleutel Leidingverinding Flremoer Anhlmome nt (N m) Flrefmetinge n (A) (mm) Ø6,4 15~17 8,7~9,1 Ø15,9 63~75 19,3~19,7 Flrevorm (mm) R=0.4~ Rihtlijnen voor het uigen vn leidingen Geruik een uisuiger om ohten te mken. Alle uisohten moeten zo zht mogelijk zijn (de ohtstrl moet 30~40 mm edrgen of meer zelfs). 90 ±2 A 45 ±2 31

32 7 Instlltie Het uiteinde vn een uis verreden VOORZICHTIG Een onvolledige verreding kn lekken vn koelgs veroorzken. Geruik getrompte uizen NIET opnieuw. Geruik nieuwe getrompte uizen om ervoor te zorgen dt geen koelgs kn lekken. Geruik de getrompte moeren die ij de unit werden meegeleverd. Andere getrompte moeren geruiken kn koelgslekken veroorzken. 1 Snijd het uiteinde vn de leiding f met een pijpensnijder. 2 Verwijder de rmen en houd drij het fgesneden vlk nr eneden zodt er GEEN rmen in de leiding kunnen komen. Snijd preies in rehte hoeken f. Verwijder de rmen. 3 Verwijder de flremoer vn de fsluiter en zet de flremoer op de leiding. 4 Verreed de leiding. Verreed ext op de plts zols getoond op de volgende feelding. A Flregereedshp voor R32 (koppelingstype) Conventioneel flregereedshp Koppelingstype (Ridgid-type) Vleugelmoertype (Imperil-type) A 0~0,5 mm 1,0~1,5 mm 1,5~2,0 mm 5 Controleer of de verreding goed werd uitgevoerd. f Stikstof Geruik GEEN nti-oxidnten ij het hrdsolderen vn leidingverindingen. Door resten kunnen leidingen verstopt rken en kn uitrusting stuk gn. Geruik GEEN vloeimiddel ij het hrdsolderen vn koper-opkoper koelmiddelleidingen. Geruik fosforkoper toevoegmetl (BCuP), wrij geen vloeimiddel wordt vereist. Vloeimiddel heeft een uitermte shdelijke invloed op koelmiddelleidingsystemen. Zo zl een vloeimiddel op hloorsis orrosie vn de leidingen veroorzken, of ls het fluor evt, zl het de koelmiddelolie ntsten Geruik vn de fsluiter en serviepoort Omgn met de fsluiter Houd rekening met de volgende rihtlijnen: De fsluiters zijn gesloten in de friek. In de feelding hiern ziet u de onderdelen vn de fsluiter die u nodig het wnneer u de klep geruikt. d d Serviepoort en serviepoortdeksel Klepsteel Ansluiting lokle leiding Steeldeksel Houd eide fsluiters open tijdens de werking. Oefen GEEN overmtige krht uit op de klepsteel. Anders kn de fsluiter freken. Houd de fsluiter ALTIJD vst met een moersleutel, en dri dn de flremoer los of vst met een momentsleutel. Zet de moersleutel NIET op het steeldeksel, ngezien dit een koelmiddellek kn veroorzken. De innenknt vn de verreding mg GEEN gereken vertonen. Het uiteinde vn de leiding MOET gelijkmtig en in een perfete irkel verreed zijn. Controleer of de flremoer is ngerht Het uiteinde vn een uis solderen De innenunit en de uitenunit heen getrompte verindingen. Verind eide uiteinden zonder te solderen. Indien solderen nodig zou zijn, houd dn rekening met het volgende: Doorlzen met stikstof ij het hrdsolderen voorkomt elngrijke fzettingen vn een geoxideerde filmlg op de innenknt vn de leiding. Deze filmlg heeft een ndelige invloed op de kleppen en ompressoren in het koelsysteem en voorkomt een goede werking. Stel de stikstofdruk met een drukredueerklep in op 20 kp (0,2 r) (d.w.z. net genoeg om te voelen op de huid). d e d e f Koelmiddelleiding Te hrdsolderen deel Tpe Hndediende klep Redueerklep f Moersleutel Momentsleutel Wnneer een lge edrijfsdruk wordt verwht (ijvooreeld ij koelen ij lge uitentemperturen), moet u de flremoer in de fsluiter op de gsleiding voldoende fdihten met silionen om evriezing te voorkomen. Silionen fdihtmiddel; zorg ervoor dt lles goed fgediht is. De fsluiter openen/sluiten 1 Verwijder het deksel vn de fsluiter. 2 Steek een zeskntsleutel (vloeistofzijde: 4 mm, gszijde: 4 mm) in de klepsteel en dri de klepsteel: 32

33 7 Instlltie 2 Sluit de gsnsluiting vn de innenunit n op de gsfsluiter vn de uitenunit. Linksom om te openen. Rehtsom om te sluiten. 3 Stop met drien zodr de fsluiter NIET meer verder drit. De klep is nu open/diht. Omgn met de steeldop De steeldop is fgediht op de pltsen die met een pijl zijn ngeduid. Beshdig dit NIET. Er wordt gedviseerd de koelmiddelleidingen tussen de innen- en de uitenunit in een uis te leggen of fwerkingstpe rond deze leidingen te wikkelen De koelmiddelleidingen op innenunit nsluiten 1 Sluit de vloeistoffsluiter komende vn de uitenunit n op de koelvloeistofnsluiting vn de innenunit. Ndt u de fsluiter het ngerht, drit ut de steeldop vst en ontroleert u op koelmiddellekken. Onderdeel Anhlmoment (N m) Steeldop, vloeistofzijde 13,5~16,5 Steeldop, gszijde 22,5~27,5 Omgn met de serviedop Geruik ALTIJD een vulslng met een drukpen omdt de serviepoort een Shrder-ventiel is. Dri n geruik vn de serviepoort het deksel vn de serviepoort vst en ontroleer op koelmiddellekken. Item Anhlmoment (N m) Dop vn de onderhoudspoort 11,5~13, De koelmiddelleiding op uitenunit nsluiten 1 Sluit de koelvloeistofnsluiting vn de innenunit n op de vloeistoffsluiter vn de uitenunit. Ansluiting voor de koelvloeistof Ansluiting voor het koelgs 2 Sluit de gsfsluiter komende vn de uitenunit n op de koelgsnsluiting vn de innenunit. Er wordt gedviseerd de koelmiddelleidingen tussen de innen- en de uitenunit in een uis te leggen of fwerkingstpe rond deze leidingen te wikkelen. Wnneer de innenunit wordt geïnstlleerd op een plts wr de montgeruimte eperkt is, kn een optionele leidingohtkit (EKHVTC) worden geïnstlleerd om de nsluiting vn de koelgs- en koelvloeistofnsluitingen vn de innenunit te vergemkkelijken. Voor de instlltieinstruties, zie het instrutield vn de leidingohtkit. 7.6 De koelmiddelleiding ontroleren Over het ontroleren vn de koelmiddelleidingen De interne koelmiddelleiding vn de uitenunit is in de friek getest op lekken. U moet lleen nog mr de externe koelmiddelleiding vn de uitenunit ontroleren. Alvorens de koelmiddelleiding te ontroleren Controleer of de koelmiddelleiding is ngesloten tussen de uitenunit en de innenunit. Typishe werkstroom Een typishe ontrole vn de koelmiddelleiding estt uit de volgende stppen: 1 De koelmiddelleiding ontroleren op lekken. 2 Alle voht, luht of stikstof uit de koelmiddelleiding verwijderen door middel vn vuümdrogen. Als de koelmiddelleiding voht kn evtten (ijvooreeld wter in de leiding), moet u eerst vuümdrogen zols hieronder eshreven tot lle voht is verwijderd. Vloeistoffsluiter Gsfsluiter Serviepoort 33

34 7 Instlltie Voorzorgsmtregelen ij het ontroleren vn koelmiddelleidingen Lees ook de voorzorgsmtregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: Algemene voorzorgsmtregelen met etrekking tot de veiligheid Voorereiding Geruik een 2-trpsvuümpomp met een terugslgklep die tot een meterdruk vn 100,7 kp ( 1,007 r) (5 Torr soluut) kn evueren. Zorg ervoor dt de olie in de pomp niet in het systeem terugstroomt wnneer de pomp niet drit. Geruik deze vuümpomp enkel en lleen voor R32. Dezelfde pomp voor ndere koelmiddelen geruiken kn de pomp en de unit eshdigen. Sluit de vuümpomp n op de serviepoort vn de gsfsluiter. Controleer of de gsfsluiter en de vloeistoffsluiter goed gesloten zijn voorleer met de lektest of het vuümdrogen te eginnen Op lekkges ontroleren Overtreft de mximle werkdruk vn de unit NIET (zie PS High op het nmpltje vn de unit). Geruik een nevolen ellentestoplossing vn ij uw groothndelr. Geruik geen zeepwter wnt hierdoor kunnen de flremoeren reken (zeepwter kn immers zout evtten en zout soreert voht dt kn evriezen ls de leidingen fkoelen), en ovendien kunnen de flreverindingen erdoor gn orroderen (wnt zeepwter kn mmoni evtten dt zorgt voor een orrosief effet tussen de messing flremoer en de koperen flre). 1 Vul het systeem met stikstofgs tot op een mnometerdruk vn minstens 200 kp (2 r). Het is nevolen de druk tot 3000 kp (30 r) te verhogen om kleine lekken te vinden. 2 Test op lekkges door de ueltestoplossing op lle verindingen n te rengen. 3 Verwijder lle stikstofgs Vuümdrogen Verind de vuümpomp en het verdeelstuk op de volgende mnier: d h d e f g h i j Mnometer Meetverdeelstuk Lgedrukklep (Lo) Hogedrukklep (Hi) Vulslngen Vuümpomp Serviepoort Klepdeksels Gsfsluiter Vloeistoffsluiter 1 Vumeer het systeem tot de druk op het verdeelstuk 0,1 MP ( 1 r) ngeeft. 2 Wht 4-5 minuten en ontroleer de druk: Indien de druk Niet verndert Stijgt Dn Er zit geen voht in het systeem. Deze proedure is voltooid. Er zit voht in het systeem. G verder met de volgende stp. 3 Vumeer het systeem minstens 2 uur tot een meterdruk vn 0,1 kp ( 1 r). 4 Controleer n het uitshkelen vn de pomp de druk gedurende minstens 1 uur. 5 Indien u het eoogd vuüm NIET kunt ereiken of het vuüm NIET gedurende 1 uur kunt ewren, doe dn het volgende: Controleer opnieuw op lekken. Vuümdroog opnieuw. Vergeet niet om n de instlltie vn de koelmiddelleiding en het vuümdrogen de fsluiters te openen. Wnneer u het systeem proeert te geruiken met gesloten fsluiters kn de ompressor shde oplopen. N het openen vn de fsluiter is het mogelijk dt de druk in de koelmiddelleidingen NIET toeneemt. De reden hiervn kn ijv. zijn dt de expnsieklep in het iruit vn de uitenunit gesloten is, mr dit vormt GEEN enkel proleem voor de goede werking vn de unit. 7.7 Koelmiddel ijvullen Over het toevoegen vn koelmiddel De uitenunit is in de friek gevuld met koelmiddel, mr in sommige gevllen kn het volgende vereist zijn: Wt Extr koelmiddel ijvullen Volledig opnieuw vullen met koelmiddel Wnneer Wnneer de totle lengte vn de leiding de voorgeshreven lengte overshrijdt (zie lter). Vooreeld: Wnneer het systeem wordt verpltst. N een lek. Extr koelmiddel ijvullen e j De externe koelmiddelleiding vn de uitenunit moet worden geontroleerd (lektest, vuümdrogen) lvorens extr koelmiddel ij te vullen. f g h i Afhnkelijk vn de units en/of de omstndigheden vn de instlltie, moet de elektrishe edrding ngesloten zijn lvorens u koelmiddel kunt ijvullen. 34

35 7 Instlltie Typishe workflow extr koelmiddel ijvullen estt doorgns uit de volgende stppen: 1 Beplen of en hoeveel extr koelmiddel moet worden ijgevuld. 2 Indien nodig, extr koelmiddel ijvullen. 3 Het lel voor gefluoreerde roeiksgssen invullen en evestigen op de innenknt vn de uitenunit. Volledig opnieuw vullen met koelmiddel Controleer of de volgende voorwrden zijn vervuld lvorens volledig opnieuw te vullen met koelmiddel: 1 Alle koelmiddel is uit het systeem verwijderd. 2 De externe koelmiddelleiding vn de uitenunit is geontroleerd (lektest, vuümdrogen). 3 Vuümdrogen is uitgevoerd op de interne koelmiddelleiding vn de uitenunit. Vuümdroog tevens de koelmiddelleidingen in de uitenunit voorleer deze opnieuw te vullen. Typishe workflow volledig opnieuw vullen met koelmiddel estt doorgns uit de volgende stppen: 1 Bij te vullen hoeveelheid koelmiddel eplen. 2 Koelmiddel ijvullen. 3 Het lel voor gefluoreerde roeiksgssen invullen en evestigen op de innenknt vn de uitenunit Voorzorgsmtregelen ij het ijvullen vn koelmiddel Lees ook de voorzorgsmtregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: Algemene voorzorgsmtregelen met etrekking tot de veiligheid Voorereiding Beplen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet worden 10 m WAARSCHUWING Als de totle koelmiddelvulling in het systeem 1,84 kg is (d.w.z. ls de lengte vn de leidingen 27 m), moet u voldoen n de ijkomende vereisten voor de minimle vloeroppervlkte voor de innenunit. Voor meer informtie, zie "6.2.3 Vereisten inzke de plts wr de innenunit geïnstlleerd wordt" op pgin 19. Indien de totle lengte vn de leiding Dn Voeg GEEN koelmiddel ij. >10 m R=(totle lengte (m) vn de vloeistofleiding 10 m) 0,020 R=ijkomende vulling (kg) (fgerond in eenheden vn 0,1 kg) De leidinglengte is de lengte vn de leidingen gerekend volgens één rihting De hoeveelheid eplen om opnieuw volledig te vullen Indien het systeem opnieuw volledig gevuld moet worden, edrgt de totle hoeveelheid koelmiddel hiervoor: de in de friek gevulde hoeveelheid koelmiddel (zie nmpltje unit) + de ldus vstgestelde ijkomende hoeveelheid Extr koelmiddel ijvullen WAARSCHUWING Geruik uitsluitend R32 ls koelmiddel. Andere stoffen kunnen ontploffingen en ongelukken veroorzken. R32 evt gefluoreerde roeiksgssen. Het heeft een rdopwrmingsvermogen (GWP) vn 675. Lt deze gssen NIET vrij in de tmosfeer. Geruik ij het vullen vn koelmiddel ALTIJD eshermende hndshoenen en een veiligheidsril. VOORZICHTIG Om te voorkomen dt de ompressor defet rkt, mg u NIET meer ijvullen dn de gespeifieerde hoeveelheid koelmiddel. Voorwrde: Controleer of de koelmiddelleiding is ngesloten en geontroleerd (lektest en vuümdrogen) lvorens koelmiddel ij te vullen. 1 Sluit de koelmiddelfles n op de serviepoort. 2 Vul de nodige hoeveelheid koelmiddel ij. 3 Open de gsfsluiter. Indien het koelmiddel moet worden weggepompt (wnneer het systeem gedemonteerd of verpltst moet worden), zie "13.2 Het koelmiddel verwijderen" op pgin 85 voor meer informtie De lel voor fluorhoudende roeiksgssen evestigen f 1 Vul de lel ls volgt in: Contins fluorinted greenhouse gses 1 = RXXX GWP: XXX 2 = 2 d e = kg GWP kg = tco 2 eq f 1000 kg kg Indien ij de unit een meertlig lel voor gefluoreerde roeiksgssen wordt geleverd (zie essoires), hlt u de juiste tl erf en plkt u het ovenop. Koelmiddelvulling f friek: zie nmpltje vn de unit Bijgevulde hoeveelheid koelmiddel Totle hoeveelheid koelmiddelvulling Broeiksgsemissies vn de totle koelmiddelvulling uitgedrukt in ton CO 2 -equivlent GWP = rdopwrmingsvermogen In Europ worden de roeiksgsemissies vn de totle koelmiddelvulling in het systeem (uitgedrukt in ton CO 2 - equivlent) geruikt om de onderhoudstermijnen te eplen. Volg de toepsselijke wetgeving. Formule om de roeiksgsemissies te erekenen: GWP-wrde vn het koelmiddel Totle koelmiddelvulling [in kg] / Bevestig het lel op de innenknt vn de uitenunit nst de gs- en vloeistoffsluiters. d e 35

36 7 Instlltie 7.8 De wterleidingen nsluiten d Over het nsluiten vn de wterleidingen Voorleer de wterleidingen n te sluiten Controleer of de innen- en uitenunits zijn gemonteerd. Typishe werkstroom De wterleidingen nsluiten omvt typish de volgende stppen: 1 De wterleidingen op de innenunit nsluiten. 2 De herirultieleidingen nsluiten. 3 Sluit de fvoerslng n op de fvoer. 4 Het wteriruit vullen. 5 De wrmtpwtertnk vullen. 6 De wterleidingen isoleren Voorzorgen ij het nsluiten vn de wterleidingen Lees ook de voorzorgsmtregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: Algemene voorzorgsmtregelen met etrekking tot de veiligheid Voorereiding De wterleidingen nsluiten Oefen GEEN overdreven krht uit wnneer u de leidingen nsluit. Vervormde leidingen kunnen storingen in de unit veroorzken. Er zijn 4 fsluiters en 1 overdrukomloopklep voorzien voor servie en onderhoud. Monteer de fsluiters op de wteringngen en - uitgngen voor ruimteverwrming. Om het minimumdeiet te verzekeren (en overdruk te voorkomen), instlleert u de overdrukomloopklep op de wteruitgng voor ruimteverwrming voor de seundire zone. Deze unit is ontworpen voor geruik met 2 tempertuurzones: vloerverwrming in de primire zone, dit is de zone met de lgste wtertempertuur, rditoren in de seundire zone, dit is de zone met de hoogste wtertempertuur. 1 Monteer de fsluiters op de wterleidingen voor ruimteverwrming. 2 Shroef de moeren vn de innenunit op de fsluiter. 3 Sluit de ingng- en uitgngleidingen vn het wrm tpwter n op de innenunit. f d e f e Wter uit seundire zone ruimteverwrming Wter in seundire zone ruimteverwrming Uitgng wrm tpwter Ingng koud tpwter (koudwtertoevoer) Wter uit hoofdzone ruimteverwrming Wter in hoofdzone ruimteverwrming Er wordt gedviseerd de fsluiters te monteren op de nsluitingen voor de ingng vn het koud tpwter en de uitgng vn het wrm tpwter. Deze fsluiters moeten ter pltse voorzien worden. Om niets in de omgeving te eshdigen wnneer wter zou lekken, wordt tijdens fwezigheden gedviseerd de fsluiters op de ingng vn koud tpwter te sluiten. Overdrukomloopklep (ijgeleverd ls essoire). We rden n om de overdrukomloopklep te instlleren in het wteriruit voor ruimteverwrming. Houd rekening met het minimum deiet wnneer u de overdrukomloopklep instelt. Zie "6.4.3 Het wtervolume en wterdeiet ontroleren" op pgin 22 en "9.4.1 Het minimum deiet ontroleren" op pgin 74. Als u EHVZ modellen instlleert ls toepssing ls één zone: Opstelling. Instlleer een omloopklep tussen de wteringng en -uitgng voor ruimteverwrming vn de seundire zone (=direte zone). Onderreek het deiet NIET door de fsluiters te sluiten. By-pss Configurtie. Voer lokle instelling [7-02]=0 (Antl zones = 1 zone) uit. Een drukveiligheidsklep (ter pltse te voorzien) met een openingsdruk vn mximum 10 r moet worden geïnstlleerd op de inltnsluiting koud tpwter onform de geldende wetgeving. 36

37 7 Instlltie Monteer een ftpgereedshp en een drukfvoerpprt op de nsluiting vn de inlt vn koud wter vn de wrm tpwtertnk. Om te voorkomen dt er wter zou terugstromen, is het rdzm om onform de geldende wetgeving een terugslgklep te monteren op de wterinlt vn de wrm tpwtertnk. Er wordt est een drukregelr geïnstlleerd op de koud-wterinlt, onform de geldende wetgeving. Op de koud-wterinlt dient ovendien een expnsievt onform de geldende wetgeving te worden geïnstlleerd. Er wordt gedviseerd een overdrukveiligheidsklep te monteren op een plts hoger dn de ovenknt vn de tnk voor wrm tpwter. Door de tnk voor wrm tpwter te verwrmen, zet het wter uit, wrdoor de wterdruk in de tnk tot oven de mximumdruk vn de tnk kn stijgen indien geen drukveiligheidsklep werd gemonteerd. De instlltie ter pltse (leidingen, ftppunten, enz.) ngesloten op de tnk zl deze hoge druk ook ondervinden. Om dit te voorkomen moet een drukveiligheidsklep gepltst worden. De eveiliging tegen overdrukken hngt f vn de juiste werking vn de ter pltse gemonteerde drukveiligheidsklep. Indien deze NIET orret werkt, zl overdruk de tnk vervormen en wterlekkges veroorzken. Om de goede werking ervn te ontroleren is regelmtig onderhoud vereist. 4 Plts het zijpneel terug. Zorg dt het wter door de fvoeruis kn stromen. Het is rdzm een vergrk te geruiken om het wter op te vngen. Optie 1: Door het linkse zijpneel 1 3 T25 Optie 2: Door het rehtse zijpneel De herirultieleiding nsluiten Voorwrde: Alleen nodig ls u herirultie in uw systeem moet heen. 1 Verwijder het ovenpneel vn de unit, zie "7.2.3 De innenunit openen" op pgin Snij de rueren ringsluiting ovenn de unit uit en verwijder de stop. De herirultieverinding wordt onder het gt gepltst. 3 Leid de herirultieleidingen door de ringsluiting en sluit ze n op de herirultieverinding. 3 T Het wteriruit vullen Geruik een ter pltse te voorziene vulkit om het wteriruit te vullen. Controleer of u voldoet n de geldende wetgeving. 4 Plts het ovenpneel terug De fvoerslng op de fvoer nsluiten Wter fkomstig vn de drukveiligheidsklep wordt opgevngen in de lekk. De lekk is ngesloten op een fvoerslng innen de unit. U moet de fvoerslng nsluiten op een geshikte fvoer onform de geldende wetgeving. U kunt de fvoerslng door het linkse of rehtse zijpneel leiden. Voorwrde: Het pneel vn de geruikersinterfe en het frontpneel werden verwijderd. 1 Verwijder een vn de zijpnelen. 2 Snij de rueren ringsluiting uit. 3 Trek de fvoerslng door het gt. Zorg ervoor dt eide ontluhtingsventielen (één op het mgnetishe filter en één op de k-upverwrming) open stn De tnk voor wrm tpwter vullen 1 Open om eurt elke wrmwterkrn om de leidingen vn het systeem te ontluhten. 2 Open de toevoerkrn vn het koud wter. 3 Sluit lle wterkrnen ndt lle luht uit de leidingen is verwijderd. 4 Controleer op wterlekkges. 5 Bedien hndmtig de ter pltse gepltste overdrukveiligheidsklep om zeker te zijn dt het wter ongehinderd doorheen de fvoerleiding kn vloeien. 37

38 7 Instlltie De wterleidingen isoleren De leidingen vn het volledige wteriruit MOETEN worden geïsoleerd om geen ondenstie te heen tijdens het ontdooien en om ervoor te zorgen dt de verwrmingspiteit niet vermindert. Als de tempertuur hoger is dn 30 C en de vohtigheid meer dn 80% edrgt, moet het isoltiemteril minstens 20 mm dik zijn om ondenstie n de oppervlkte vn de isoltie te voorkomen. 7.9 De elektrishe edrding nsluiten Over het nsluiten vn de elektrishe edrding Voorleer de elektrishe edrding n te sluiten Let op de volgende punten: De koelmiddelleiding is ngesloten en geontroleerd De wterleiding is ngesloten Typishe werkstroom De elektrishe edrding nsluiten estt doorgns uit de volgende stppen: 1 Controleer of het systeem vn elektrishe voeding voldoet n de elektrishe speifities vn de wrmtepomp. 2 De elektrishe edrding op de innenunit nsluiten. 3 De primire elektrishe voeding nsluiten. 4 De fstndstempertuursensor nsluiten. 5 De geruikersinterfe nsluiten. 6 De fsluiters nsluiten. 7 De elektriiteitsmeters nsluiten. 8 De pomp voor wrm tpwter nsluiten. 9 De lrmuitgng nsluiten. 10 De AAN/UIT-uitgng vn de ruimteverwrming nsluiten. 11 De omshkeling nr een externe wrmteron nsluiten. 12 De digitle ingngen vn het energieverruik nsluiten. 13 De veiligheidsthermostt nsluiten Over het voldoen n de normen inzke elektriiteit Enkel voor ERGA04~08DAV3 (niet voor ERGA04~08DAV3A) De pprtuur voldoet een de norm EN/IEC (Europese/ interntionle tehnishe norm die de grenzen vstlegt inzke hrmonishe stromen geprodueerd door pprtuur ngesloten op openre lgspnningssystemen met een ingngsstroom >16 A en 75 A per fse). Alleen voor de k-upverwrming vn de innenunit Zie "7.9.9 De voeding vn de k-upverwrming nsluiten" op pgin Voorzorgsmtregelen ij het nsluiten vn elektrishe edrding Lees ook de voorzorgsmtregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: Algemene voorzorgsmtregelen met etrekking tot de veiligheid Voorereiding GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE WAARSCHUWING Geruik ALTIJD een meerderige kel ls stroomtoevoerkel Rihtlijnen voor het nsluiten vn de elektrishe edrding Houd rekening met de volgende zken: Indien gevlohten geleiders worden geruikt, plts een rond oog op het uiteinde vn de drd. Glijd het rond oog over de drd tot n het ekleed gedeelte en mk het oog vst met een geshikt werktuig. Gevlohten geleider Ronde nsluitstrip Geruik de volgende methodes om de drden te verinden: Drdtype Eenderige drd Gevlohten geleider met rond oog Anhlmomenten Item A Werkwijze om het frontrooster te pltsen A Eenderige drd met open lus Shroef Pltte sluitring Klem Shroef B Pltte sluitring O Toegestn X NIET toegestn B AA Anhlmoment (N m) M4 (X1M) 1,2~1,5 M4 (rding) Speifities vn de stndrdomponenten vn de edrding Onderdeel ERGA DAV3 Voeding skel ERGA08DAV3 ERGA04~08D AV3A MCA () 19,9 A 24,0 A 15,9 A Spnnin g 230 V Fse 1~ Frequent ie Drdm ten 50 Hz Moeten voldoen n de toepsselijke wetgeving 38

39 7 Instlltie Onderdeel ERGA DAV3 Doorverindingsk el Anevolen ter pltse te voorziene zekering ERGA08DAV3 ERGA04~08D AV3A Minimumkeldoorsnede vn 1,5 mm² en toepsselijk voor 230 V 25 A 20 A L N PWR 16 A L N Ardlekshkelr Moeten voldoen n de toepsselijke wetgeving () MCA=Minimum iruitstroomelstrheid. De vermelde wrden zijn mximumwrden (zie de elektrishe gegevens vn de omintie met de innenunits voor de juiste wrden). 3 De elektrishe ekeling op de uitenunit nsluiten 12 3 Verwijder het deksel vn de shkelkst. Drdinder 4 Zet het deksel terug op de shkelkst en mk deze weer vst. 5 Optioneel: Mk de drdinder (toeehoren) vst n de shroef vn het deksel vn de koelmiddelleidingen en evestig de kels erop met een kelinder Strip de isoltie (20 mm) vn de drden f Strip de drd tot n dit punt Als te veel drd wordt gestript, kn dit tot elektrishe shokken of lekkges leiden. Sluit de doorverindingskel en de elektrishe voeding ls volgt n. Geruik de drdinder om de drden niet onnodig op te spnnen. Sluit een rdlekshkelr en een zekering n op de voedingslijn Om de innenunit te openen, zie "7.2.3 De innenunit openen" op pgin 26 en "7.2.4 Het deksel vn de shkelkst vn de innenunit openen" op pgin De edrding komt innen vi de ovenknt vn de unit: 1N~ 50 Hz V d De elektrishe ekeling op de innenunit nsluiten d + d Doorverindingskel Voedingskel Zekering Ardlekshkelr,, d 3 Bedrding ter pltse (zie onderstnde tel) In de friek gemonteerde kel voor stroomtoevoer vn de k-upverwrming De edrding moet in de unit de volgende trés volgen. Bevestig de kel n de kelril met ehulp vn kelinders: 39

40 7 Instlltie + VOORZICHTIG 4 Duw of leg GEEN overtollige kellengte in de unit. 4 Sluit de ingng voor de lgspnningsedrding f met fdihtingstpe (meegeleverd ls essoire). Zonder kels voor lge spnningen Met kels voor lge spnningen WAARSCHUWING Zorg dt de elektrishe edrding de koelmiddelgsleiding, die erg heet kn zijn, NIET rkt De hoofdvoeding nsluiten Sluit de hoofdvoeding n. Voor een voeding met norml kwh-trief Koelmiddelgsleiding Trés Mogelijke kels (fhnkelijk vn het type unit en de geïnstlleerde opties) Contt voorkeurvoeding Lge spnning Geruikersinterfe die ls kmerthermostt geruikt wordt (optie) 123 X11YA X11Y X11YB X1M X2M X5M A5P Digitle ingngen voor het energieverruik (ter pltse te voorzien) Buitenomgevingstempertuursensor (optie) X1A Binnenomgevingstempertuursensor (optie) Elektrishe voorzien) meters Kmerthermostt voorzien) Elektrishe voeding voor hoge spnning (ter pltse (ter pltse te te Legende: zie de feelding hieronder. Voor een voeding met voorkeur kwh-trief Sluit X11Y n op X11YB. Doorverindingskel Elektrishe voeding met norml kwhtrief NL 123 NL Elektrishe voeding met voorkeur kwhtrief 123 S1S Wrmtepomponvetor (optie) Controlesignl voor Kmerthermostt (optie) hoge spnning Afsluiter (ter pltse te voorzien) 123 X11YA 56 X1M X11YB X11Y X2M 9 10 Pomp voor wrm tpwter (ter pltse te voorzien) X5M A5P Alrmuitgng Omshkeling wrmteronregeling nr externe Bediening ruimteverwrming d Elektrishe voeding voor hoge spnning (in de friek gemonteerde kel) Elektrishe voeding upverwrming 40 voor X1A k- 2 Doorverindingskel (= hoofdvoeding) Elektrishe voeding met norml kwh-trief Contt voorkeurvoeding Bevestig de kels kelinderevestigingen. met kelinders op de

41 7 Instlltie Sluit in gevl vn een voeding met voorkeur kwh-trief X11Y n op X11YB. De noodzk vn een fzonderlijke elektrishe voeding met norml kwh-trief voor de innenunit () X2M5+6 hngt f vn het type vn elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief. Een fzonderlijke nsluiting voor de innenunit is nodig: ls de elektrishe voeding met kwh-voorkeurtrief onderroken wordt wnneer deze in werking is, OF ls de innenunit geen energie mg verruiken wnneer de elektrishe voeding met kwhvoorkeurtrief in werking is. Het ontt voor de voeding met voorkeur kwh-trief is ngesloten op dezelfde klemmen (X5M/9+10) ls de veiligheidsthermostt voor de seundire zone. Het systeem kn lleen mr OFWEL een voeding met voorkeur kwh-trief OFWEL een veiligheidsthermostt heen voor de seundire zone De voeding vn de k-upverwrming nsluiten WAARSCHUWING De k-upverwrming MOET een speile voeding heen en MOET eshermd worden door de eveiligingsinrihtingen vereist door de geldende wetgeving. VOORZICHTIG Om zeker te zijn dt de unit volledig gerd is, verind steeds de elektrishe voeding vn de k-upverwrming en de rdingskel. De piteit vn de k-upverwrming kn vershillen volgens het model vn innenunit. Controleer met de tel hieronder of de elektrishe voeding overeenstemt met de piteit vn de kupverwrming. () Deze pprtuur voldoet n de norm EN/IEC (Europese/interntionle tehnishe norm die de grenzen vstlegt inzke spnningsvernderingen, spnningsshommelingen en flikkeringen in openre lgspnningssystemen voor pprtuur met een nominle stroom 75 A), op voorwrde dt de systeemimpedntie Z sys kleiner dn of gelijk is n Z mx op het interfepunt tussen de voeding vn de geruiker en het openre systeem. Het ehoort tot de verntwoordelijkheid vn de instllteur of geruiker vn de pprtuur om ervoor te zorgen, indien nodig in overleg met de distriutienetwerkeheerder, dt de pprtuur lleen wordt ngesloten op een voeding met een systeemimpedntie Z sys kleiner dn of gelijk n Z mx. Sluit de voeding vn de k-upverwrming ls volgt n: X6M F1B Q1DI Model (elektrishe voeding) *6V (1N~ 230 V) In de friek gemonteerde kel veronden met het shkelontt vn de k-upverwrming in de shkelkst (K5M voor modellen met *6V en *9W) Bedrding ter pltse (zie onderstnde tel) Ansluitingen op de voeding vn de k-upverwrming SWB F1B K5M X6M I I I I Type kupverwrmin g Cpiteit kupverwr ming Elektrishe voeding Mximumstr oom in funtie *6V 2 kw 1N~ 230 V 9 A Z mx 4 kw 1N~ 230 V 17 A ()() 0,22 Ω 6 kw 1N~ 230 V 26 A ()() 0,22 Ω 2 kw 3~ 230 V 5 A 4 kw 3~ 230 V 10 A 6 kw 3~ 230 V 15 A *9W 3 kw 3N~ 400 V 4 A 6 kw 3N~ 400 V 9 A 9 kw 3N~ 400 V 13 A () De pprtuur voldoet een de norm EN/IEC (Europese/interntionle tehnishe norm die de grenzen vstlegt inzke hrmonishe stromen geprodueerd door pprtuur ngesloten op openre lgspnningssystemen met een ingngsstroom >16 A en 75 A per fse). *6V (3~ 230 V) Q1DI 1N~, 50 Hz 230 V AC F1B K5M SWB 2 1 X6M Q1DI L N I I I I ~, 50 Hz 230 V AC L1 L2 L3 41

42 7 Instlltie Model (elektrishe voeding) *9W (3N~ 400 V) Ansluitingen op de voeding vn de k-upverwrming SWB K5M S3S S2S X6M X1M X2M X5M F1B I I I I Bevestig de kel met kelinders op de kelinderevestigingen. Q1DI De pomp vn het wrm tpwter nsluiten 1 Sluit de kel vn de pomp voor het wrm tpwter n op de juiste nsluitklemmen zols hieronder fgeeeld. F1B K1M K5M Q1DI SWB X6M 3N~, 50 Hz 400 V AC L1 L2 L3 N Kortsluitingszekering (ter pltse te voorzien). Anevolen zekering voor modellen met *6V en *9W: 4 polig; 20 A; urve 400 V; inshkelklsse C. Shkelontt (in de onderste shkelkst) Veiligheidsshkelontt (in de onderste shkelkst) Ardlekshkelr (ter pltse te voorzien) Shkelkst Klem (ter pltse te voorzien) De fsluiter nsluiten 1 Sluit de kel vn de ediening vn fsluiter n op de juiste nsluitklemmen zols hieronder fgeeeld. De edrding voor een NC fsluiter (norml diht) vershilt vn deze voor een NO fsluiter (norml open). X1M 1 2 1~ M M2P X2M X5M 2 Bevestig de kel met kelinders op de kelinderevestigingen De lrm-output nsluiten 1 Sluit de kel vn de lrm-output n op de juiste nsluitklemmen zols hieronder fgeeeld. NO M2S NC M2S X1M X2M X2M X1M X1M 7 9 X2M X5M 2 Bevestig de kel met kelinders op de kelinderevestigingen De elektrishe meters nsluiten In gevl vn een elektrishe meter met trnsistoruitgng, ontroleer de polriteit. De positieve polriteit MOET ngesloten worden op X5M/6 en X5M/4; de negtieve polriteit op X5M/5 en X5M/3. 1 Sluit de kel vn de elektrishe meters n op de juiste nsluitklemmen zols hieronder fgeeeld. X1M YC Y1 YC Y1 Y2 Y3 Y4 A4P A5P De EKRP1HB dient verpliht gepltst te worden. Vooredrding tussen X2M/7+9 en Q1L (= thermishe eveiliging k-upverwrming). NIET wijzigen. 2 Bevestig de kel met kelinders op de kelinderevestigingen De AAN/UIT-output vn de ruimteverwrming nsluiten 1 Sluit de kel vn de AAN/UIT-output vn de ruimteverwrming n op de juiste nsluitklemmen zols hieronder fgeeeld. 42

43 7 Instlltie S6S S7S S8S S9S X1M 7 9 X2M A5P X5M X1M X2M X5M X801M A8P A5P X1M X4 X3 X2 X1 YC X2M YC Y1 Y2 Y3 Y4 Y2 A4P De EKRP1HB dient verpliht gepltst te worden. Vooredrding tussen X2M/7+9 en Q1L (= thermishe eveiliging k-upverwrming). NIET wijzigen. 2 Bevestig de kel met kelinders op de kelinderevestigingen De omshkeling nr de externe wrmteron nsluiten 1 Sluit de kel vn de omshkeling nr de externe wrmteron n op de juiste nsluitklemmen zols hieronder fgeeeld. N L De EKRP1AHTA dient verpliht gepltst te worden. 2 Bevestig de kel met kelinders op de kelinderevestigingen De veiligheidsthermostt (norml gesloten ontt) nsluiten Primire zone 1 Sluit de kel vn de veiligheidsthermostt (norml gesloten) n op de juiste nsluitklemmen zols hieronder fgeeeld. X1M X1M YC Y1 Y2 Y3 Y4 X4 X3 X2 X1 X2M A4P X2M A5P X5M De EKRP1HB dient verpliht gepltst te worden. 2 Bevestig de kel met kelinders op de kelinderevestigingen De digitle inputs voor het energieverruik nsluiten 1 Sluit de kel vn de digitle inputs voor het energieverruik n op de juiste nsluitklemmen zols hieronder fgeeeld. X1M X2M 1 2 X5M 2 Bevestig de kel met kelinders op de kelinderevestigingen. Instlltie vn een veiligheidsthermostt (ter pltse te voorzien) is vereist voor de primire zone, nders zl de unit NIET werken. Een veiligheidsthermostt MOET geïnstlleerd worden in de hoofdzone om te hoge wtertemperturen in deze zone te voorkomen. De veiligheidsthermostt is meestl een thermosttish geregelde klep met een norml gesloten ontt. Wnneer de wtertempertuur in de hoofdzone te hoog is, zl het ontt openen en geeft de geruikersinterfe een 8H-02 fout weer. ALLEEN de hoofdpomp stopt. Seundire zone 3 Sluit de kel vn de veiligheidsthermostt (norml gesloten) n op de juiste nsluitklemmen zols hieronder fgeeeld. 43

44 8 Configurtie X1M X2M X5M 4 Bevestig de kel met kelinders op de kelinderevestigingen. Seleteer en instlleer de veiligheidsthermostt voor de seundire zone volgens de geldende wetgeving. Om onnodig inshkelen vn de veiligheidsthermostt te vermijden, wordt in elk gevl nevolen dt de veiligheidsthermostt utomtish opnieuw instelr is.... dt de veiligheidsthermostt een mximl tempertuurvritieereik vn 2 C/min heeft. dt er een minimle fstnd vn 2 m is tussen de veiligheidsthermostt en de 3-wegsklep. Vergeet NIET de veiligheidsthermostt n montge te onfigureren voor de seundire zone. Zonder onfigurtie zl de innenunit het ontt vn de veiligheidsthermostt negeren. Het ontt voor de voeding met voorkeur kwh-trief is ngesloten op dezelfde klemmen (X5M/9+10) ls de veiligheidsthermostt voor de seundire zone. Het systeem kn lleen mr OFWEL een voeding met voorkeur kwh-trief OFWEL een veiligheidsthermostt heen voor de seundire zone De instlltie vn de uitenunit voltooien De instlltie vn de uitenunit voltooien f 1 Isoleer en evestig ls volgt de koelmiddelleiding en de doorverindingskel: d e f d e Gsleiding Isoltie gsleiding Doorverindingskel Vloeistofleiding Isoltie vloeistofleiding Afwerkkleefnd 2 Plts het serviedeksel terug De instlltie vn de innenunit voltooien De innenunit sluiten 1 Sluit het deksel vn de shkelkst. 2 Zet de shkelkst terug op hr plts. 3 Plts het ovenpneel terug. 4 Plts de zijpnelen terug. 5 Plts het frontpneel terug. 6 Sluit de kels opnieuw n op het pneel vn de geruikersinterfe. 7 Plts het pneel vn de geruikersinterfe terug. Wnneer u het deksel vn de innenunit sluit, let op dt u het nhlkoppel 4,1 N m NIET overtreft. 8 Configurtie 8.1 Overziht: Configurtie Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen en kennen om het systeem n instlltie ervn te onfigureren. Wrom Indien u het systeem NIET orret onfigureert, kn het zijn dt het NIET ls verwht werkt. De onfigurtie heeft invloed op de volgende zken: De erekeningen vn de softwre Wt u op de geruikersinterfe kunt zien en doen Hoe U kunt het systeem vi de geruikersinterfe onfigureren. Eerste ml Configurtiewizrd. Wnneer u de geruikersinterfe (vi de innenunit) voor de eerste ml AANzet, strt de onfigurtiewizrd om u te helpen het systeem te onfigureren. Strt de onfigurtiewizrd opnieuw op. Als het systeem reeds is geonfigureerd, kunt u de onfigurtiewizrd opnieuw opstrten. Om de onfigurtiewizrd opnieuw op te strten, gt u nr Instllteursinstellingen > Configurtie ssistent. Voor toegng tot de Instllteursinstellingen, zie "8.1.1 De meest geruikte ommndo's ereiken" op pgin 45. Ndien. Indien nodig kunt u wijzigingen uitvoeren n de onfigurtie in de menustrutuur of de overzihtsinstellingen. Wnneer de onfigurtiewizrd klr is, zl de geruikersinterfe een overzihtssherm weergeven en vrgen om te evestigen. N evestiging zl het systeem opnieuw opstrten en zl het strtsherm worden weergegeven. Toegng tot de instellingen Legende voor tellen U het op twee vershillende mnieren toegng tot de instllteurinstellingen. Beide mnieren geven ehter GEEN toegng tot lle instellingen. Indien dit het gevl is, stt N.v.t. (Niet vn toepssing) in de etreffende kolommen vn de tellen in dit hoofdstuk. Mnier Instellingen ereiken vi de verwijzing in de menustrutuur. Om verwijzingen te tiveren drukt u op de knop in het strtsherm. Instellingen ereiken vi de ode in het overziht lokle instellingen. Zie ook: "De instllteurinstellingen weergeven" op pgin 45 Kolom in tellen # Code

45 8 Configurtie "8.6 Menustrutuur: Overziht instllteurinstellingen" op pgin 72 4 Dri n de linkse driknop om het tweede deel vn de instelling te seleteren De meest geruikte ommndo's ereiken A Het geruikertoegngsniveu wijzigen U kunt het geruikertoegngsniveu ls volgt wijzigen: B 0C 0D 0E 1 G nr [B]: Geruikersprofiel. 2 Voer de toepsselijke ode voor de geruikertoegng in. Verplts de ursor vn links nr rehts. Blder door de lijst vn ijfers en wijzig het geseleteerde ijfer. Bevestig de pinode en g verder. Pinode instllteur De pinode voor Instllteur is Bijkomende menu-items en instllteurinstellingen zijn nu eshikr. Instllteur 5678 Pinode gevorderde eindgeruiker De pinode voor Gevorderde geruiker is Bijkomende menuitems voor de geruiker zijn nu zihtr. Pinode geruiker De pinode voor Geruiker is De instllteurinstellingen weergeven 1 Stel het geruikertoegngsniveu in op Instllteur. 2 G nr [9]: Instllteursinstellingen. Een overzihtsinstelling wijzigen Vooreeld: Wijzig [1 01] vn 15 nr 20. Alle instellingen kunnen worden uitgevoerd vi de menustrutuur. Als het om een of ndere reden nodig is om een instelling te wijzigen met ehulp vn de overzihtsinstellingen, zijn de overzihtsinstellingen ls volgt toegnkelijk: 1 Stel het geruikertoegngsniveu in op Instllteur. Zie "Het geruikertoegngsniveu wijzigen" op pgin G nr [9.I]: Instllteursinstellingen > Overziht instellingen. 3 Dri n de linkse driknop om het eerste deel vn de instelling te seleteren en evestig door de driknop in te drukken A 0B 0C 0D 0E 5 Dri n de rehtse driknop om de wrde vn 15 tot 20 in te stellen A 0B 0C 0D 0E 6 Dri n de linkse driknop om de nieuwe instelling te evestigen. 7 Druk op de middelste toets om terug te keren nr het strtsherm. Wnneer u de overzihtsinstellingen wijzigt en u teruggt nr het strtsherm, geeft de geruikersinterfe een pop-up sherm weer en wordt u verzoht om het systeem opnieuw op te strten. N evestiging zl het systeem opnieuw opstrten en zullen de reente wijzigingen worden toegepst. 8.2 Configurtiewizrd Ndt het systeem voor het eerst is AAN gezet, zl de geruikersinterfe u instruties geven vi de onfigurtiewizrd. Op die mnier kunt u de elngrijkste initiële instellingen uitvoeren. Op die mnier zl de unit orret kunnen werken. Ndien kunnen er indien nodig meer gedetilleerde instellingen worden uitgevoerd vi de menustrutuur. U vindt een kort overziht vn de instellingen in de onfigurtie hier. Alle instellingen kunnen ook worden ngepst in het instellingenmenu (geruik de verwijzingen). Tl [7.1] Tijd/dtum [7.2] Voor instelling Uren Minuten Jr Mnd Dg Systeem Type innenunit (lleen-lezen) Type k-upverwrming [9.3.1] Snitir Wrmwter [9.2.1] Noodedrijf [9.5] Antl zones [4.4] Bk-upverwrming Spnning [9.3.2] Configurtie [9.3.3] Cpiteit stp 1 [9.3.4] Extr piteit stp 2 [9.3.5] (indien vn toepssing) Zie... "Bk-upverwrming" op pgin 64 "8.4.5 Ruimteverwrming" op pgin 56 "Bk-upverwrming" op pgin 64 45

46 8 Configurtie Hoofdzone Voor instelling Afgiftesysteem [2.7] Bediening [2.9] Instelpunt modus [2.4] Stooklijn verwrming [2.5] (indien vn toepssing) Tijdshem [2.1] Seundire zone (lleen indien [4.4]=1) Afgiftesysteem [3.7] Bediening (lleen-lezen) [3.9] Instelpunt modus [3.4] Stooklijn verwrming [3.5] (indien vn toepssing) Tijdshem [3.1] Snitire wrmwtertnk Zie... "8.4.3 Primire zone" op pgin 51 "8.4.4 Seundire zone" op pgin 55 Verwrmingsedrijf [5.6] "8.4.6 Tnk" op pgin 58 Instelpunt onfort edrijf [5.2] Instelpunt Eo edrijf [5.3] Instelpunt wrmhouden [5.4] 8.3 Mogelijke shermen Mogelijke shermen: overziht De meest voorkomende shermen zijn de volgende: j i h g f Onderdeel Buitenunit r 18 Fe :19 Mogelijke ties in dit sherm G door de lijst vn het hoofdmenu. G nr het hoofdmenu-sherm. Referenties inshkelen/uitshkelen. 6 Beshrijving De temperturen worden weergegeven in irkels. Als de irkel grijs is, is de overeenkomstige werking (ijvooreeld: ruimteverwrming) momenteel niet tief Binnenunit / tnk voor wrm tpwter 2 1 Ruimteedr ijfsmodus Desinfetie / Krhtig 1 2 : Buitenunit : Geluidsrme stnd tief 3 Gemeten omgevingstempertuur 1 Binnenunit: : Op de vloer stnde innenunit met geïntegreerde tnk 2 Wterdruk : Verwrming d : Desinfetiestnd tief : Krhtige stnd tief Dtum / tijd e Huidige dtum en tijd e d Vkntie f : Vkntiestnd tief Strtsherm + 2 Strtsherm Het sherm Hoofdmenu Sushermen: 1: Instelpunt-sherm 2: Gedetilleerd sherm met wrden Druk op de -toets om terug te keren nr het strtsherm. U krijgt een overziht vn de unitonfigurtie en de kmer- en instelpunttemperturen te zien. Alleen symolen die vn toepssing zijn op uw onfigurtie zijn zihtr op het strtsherm. Primire zone g3 g1 g4 g2 Seundire zone h3 h1 h2 g1 Wrmtefgiftesysteem: : Vloerverwrming : Ventilo-onvetor : Rditor g2 Instelpunt vn de nvoerwtertempertuur g3 Kmerthermostttype: : Dikin geruikersinterfe die ls kmerthermostt geruikt wordt : Externe ediening Verorgen: Regeling vn de primire nvoerwtertempertuur g4 Gemeten kmertempertuur h1 Wrmtefgiftesysteem: : Vloerverwrming : Ventilo-onvetor : Rditor h2 Instelpunt vn de nvoerwtertempertuur h3 Kmerthermostttype: : Externe ediening Verorgen: Regeling vn de primire nvoerwtertempertuur 46

47 8 Configurtie Onderdeel Wrm tpwter i1 i2 i1 : Wrm tpwter Beshrijving i2 Gemeten tnktempertuur Storing j of : Er is een storing Zie " De help-tekst weergeven in gevl vn een storing" op pgin 84 voor meer informtie Het sherm Hoofdmenu Druk in het strtsherm op om het hoofdmenusherm te openen. Vi het hoofdmenu het u toegng tot de vershillende instelpuntshermen en sumenu's. Onderdeel Inedrijfstelling Geruikersprofiel In werking Menusherm Beshrijving Beperking: Alleen voor de instllteur. Testen en onderhoud uitvoeren. Het tieve geruikersprofiel wijzigen. De verwrmingsfuntie en produtie vn wrm tpwter in- of uitshkelen. Mogelijke ties in dit sherm G door de lijst. G nr het sumenu/instelling. Onderdeel Mogelijke ties in dit sherm G door de lijst. G nr het sumenu. Referenties inshkelen/uitshkelen. Beshrijving of Storing Beperking: Wordt lleen weergegeven ls er een storing optreedt. Kmer Hoofdzone Seundire zone Ruimteverwrming/- koeling Snitire wrmwtertnk Geruikerinstellingen Informtie Instllteursinstellinge n Zie " De help-tekst weergeven in gevl vn een storing" op pgin 84 voor meer informtie. Beperking: Wordt lleen weergegeven ls er een kmerthermostt is ngesloten op de innenunit. De kmertempertuur instellen. Toont het symool dt vn toepssing is voor het type fgever vn de primire zone. De nvoerwtertempertuur voor de primire zone instellen. Beperking: Wordt lleen weergegeven ls er twee nvoerwtertempertuurzones zijn. Toont het symool dt vn toepssing is voor het type fgever vn de seundire zone. De nvoerwtertempertuur voor de seundire zone (indien nwezig) instellen. Toont het symool dt vn toepssing is voor uw unit. U kunt de edrijfsmodus niet wijzigen op modellen met lleen verwrming. Beperking: Wordt lleen weergegeven ls er een wrm tpwtertnk nwezig is. De tempertuur vn de wrm tpwtertnk instellen. Biedt toegng tot geruikersinstellingen zols vkntiestnd en geluidsrme stnd. Geeft gegevens en informtie over de innenunit weer. Beperking: Alleen voor de instllteur. Biedt toegng tot gevneerde instellingen Instelpunt-sherm Het instelpunt-sherm wordt weergegeven voor shermen die systeemonderdelen eshrijven die een instelpuntwrde nodig heen. Vooreeld: Kmertempertuursherm Sherm primire zone Sherm seundire zone Tnktempertuursherm e 1 2 d d e d Mogelijke ties in dit sherm G door de lijst vn het sumenu. G nr het sumenu. Wijzig en ps de gewenste tempertuur utomtish n. Onderdeel Beshrijving Minimle tempertuureperking 1 Vstgelegd door de unit Mximle tempertuureperking Beperkt door de instllteur Vstgelegd door de unit Beperkt door de instllteur Huidige tempertuur Gemeten door de unit Gewenste tempertuur d Dri n de rehtse driknop om te verhogen/ verlgen. Sumenu e Dri n of druk op de linkse driknop om nr het sumenu te gn. 47

48 8 Configurtie Gedetilleerd sherm met wrden Instellingen Wrden Mogelijke ties in dit sherm G door de lijst met instellingen. Vernder de wrde. G nr de volgende instelling. Bevestig de wijzigingen en g verder Gedetilleerd sherm met weersfhnkelijke urve Wnneer de weersfhnkelijke werking is getiveerd, wordt de gewenste tnktempertuur utomtish epld op sis vn de gemiddelde uitentempertuur. Wnneer de uitentempertuur lger ligt, moet de tnktempertuur hoger zijn ngezien de wterleidingen kouder zullen zijn en omgekeerd. De weersfhnkelijke urves worden gedefinieerd door twee instelpunten: Instelpunt (X1, Y2) Instelpunt (X2, Y1) Weersfhnkelijke urve: Y Y2 Y1 X1 X2 X Progrmmsherm: vooreeld Dit vooreeld toont hoe u een kmertempertuurprogrmm instelt in de verwrmingsstnd voor de primire zone. Andere plnningen progrmmeren geeurt op dezelfde mnier. Het progrmm progrmmeren Vooreeld: U wilt het volgende progrmm instellen: M Di Wo Do Vr Z Zo Eigen prog 1 Voorwrde: Het kmertempertuurprogrmm is lleen eshikr ls de kmerthermosttregeling tief is. Als de nvoerwtertempertuurregeling tief is, kunt u in de plts het progrmm voor de primire zone instellen. 1 G nr het progrmm. 2 Wis de inhoud vn het progrmm (optioneel). 3 Progrmmeer het progrmm voor Mndg. 4 Kopieer het progrmm nr de ndere weekdgen. 5 Progrmmeer het progrmm voor Zterdg en kopieer het nr Zondg. 6 Geef het progrmm een nm. Nr het progrmm gn: 1 G nr [1.1]: Kmer > Tijdshem. 2 Stel progrmmering in op J. 3 G nr [1.2]: Kmer > Progrmm verwrming. De inhoud vn het progrmm wissen: 1 Seleteer de nm vn het huidige progrmm. Onderde el Mogelijke ties in dit sherm G door de temperturen. Wijzig de tempertuur. G nr de volgende tempertuur. Bevestig de wijzigingen en g verder. Beshrijving Mogelijke weersfhnkelijke zones: Eigen prog 1 M Di Wo Do Vr Z Zo 2 Seleteer Verwijderen. : Verwrming primire zone of seundire zone : Wrm tpwter X, X1, X2 Buitenomgevingstempertuur Y, Y1, Y2 Gewenste tnktempertuur of nvoerwtertempertuur. Het hier weergegeven symool stemt overeen met de wrmtefgever voor die zone: : Vloerverwrming : Ventiltoronvetor : Rditor : Wrmtpwtertnk Verwijderen Bewerken 3 Seleteer OK om te evestigen. Het progrmm progrmmeren voor Mndg: 1 Seleteer Mndg. Eigen prog 1 M Di Wo Do Vr Z Zo 48

49 8 Configurtie 2 Seleteer Bewerken. 5 Herhl deze ewerking voor lle ndere weekdgen. Verwijderen Bewerken Kopiëren 3 Geruik de linkse driknop om een invoer te seleteren en ewerk de invoer met de rehtse driknop. U kunt tot 6 ewerkingen per dg progrmmeren. 0 6:00 20 C 8:30 18 C 17:30 21 C M :00 18 C --:-- -- M Di Wo Do Vr Z Zo Eigen prog 1 Het progrmm progrmmeren voor Zterdg en het kopiëren nr Zondg: 1 Seleteer Zterdg. 2 Seleteer Bewerken. 3 Geruik de linkse driknop om een invoer te seleteren en ewerk de invoer met de rehtse driknop. C 4 Bevestig de wijzigingen. Het progrmm nr de ndere weekdgen kopiëren: 1 Seleteer Mndg. Eigen prog 1 M Di Wo Do Vr Z Zo 2 Seleteer Kopiëren. 0 8:00 21 C 23:00 18 C --:-- -- Z Bevestig de wijzigingen. 5 Seleteer Zterdg. 6 Seleteer Kopiëren. 7 Seleteer Zondg. 8 Seleteer Plkken. Resultt: Bewerken Kopiëren M Di Wo Do Vr Z Zo Eigen prog 1 C Resultt: "C" wordt nst de gekopieerde dg weergegeven. 3 Seleteer Dinsdg. M Di Wo Do Vr Z Zo Eigen prog 1 4 Seleteer Plkken. C Het progrmm hernoemen: Niet lle progrmm's kunnen worden hernoemd. 1 Seleteer de nm vn het huidige progrmm. Eigen prog 1 M Di Wo Do Vr Z Zo Kopiëren Plkken C 2 Seleteer de optie Hernoemen. Verwijderen Resultt: Hernoemen M Di Wo Do Vr Z Zo Eigen prog 1 C 3 Blder door de tekenlijst en evestig het geseleteerde teken. 4 Bevestig de nieuwe nm. 8.4 Menu Instellingen U kunt ijkomende instellingen uitvoeren vi het hoofdmenusherm en de sumenu's. De elngrijkste instellingen worden hier vermeld. 49

50 8 Configurtie Storing In het gevl vn een storing zl of op het strtsherm vershijnen. Als u het menusherm opent, zl het Storing-menu nu zihtr zijn. Open het menu om de foutode te ekijken. Druk op voor meer informtie over de fout Kmer Instelpunt-sherm U kunt de kmertempertuur vn de primire zone regelen vi het instelpunt-sherm, zie ook "8.3.5 Instelpunt-sherm" op pgin 47. Tijdshem In dit menu-item kunt u ngeven of de kmertempertuur wordt geregeld vi een progrmm of niet. # Code Beshrijving [1.1] Nvt Tijdshem Progrmm verwrming Dit is eshikr voor lle modellen. 0 Nee: Kmertempertuur wordt geregeld door de geruiker. 1 J: Kmertempertuur wordt geregeld vi een progrmm en kn worden gewijzigd door de geruiker. Vi het progrmmsherm kunt u het verwrmingsprogrmm voor de kmertempertuur instellen. Voor meer informtie over dit sherm, zie "8.3.8 Progrmmsherm: vooreeld" op pgin 48. Vorstesherming Vorstesherming kmer [1.4] zorgt ervoor dt het nooit te koud wordt in de kmer. Deze instelling gedrgt zih vershillend fhnkelijk vn de ingestelde mnier om de unit te regelen [2.9]. Voer ties uit volgens onderstnde tel. Mnier om de unit vn de primire zone te regelen [2.9] Regeling vi de nvoerwtertempertuur ([C 07]=0) Regeling vi externe kmerthermostt ([C 07]=1) Regeling vi kmerthermostt ([C 07]=2) Beshrijving Vorstesherming kmer is NIET gegrndeerd. St de externe kmerthermostt toe te zorgen voor Vorstesherming kmer: Zet [C.2]: Ruimteverwrming/- koeling AAN St de geruikersinterfe die wordt geruikt ls kmerthermostt toe te zorgen voor Vorstesherming kmer: Kies [1.4.1]=1: Kmer > Vorstesherming > Ativtie > J Stel het instelpunt voor vorstesherming vn de kmer in ([1.4.2]): Kmer > Vorstesherming > Instelpunt ruimtetempertuur Indien er zih een U4-storing voordoet, is vorstesherming kmer NIET gegrndeerd. Zie de delen hieronder voor meer gedetilleerde informtie over Vorstesherming kmer met etrekking tot de geruikte mnier om de unit te regelen: Regeling vi de nvoerwtertempertuur ([C 07]=0) Indien de regeling vi de nvoerwtertempertuur geeurt, wordt Vorstesherming kmer NIET gegrndeerd. Als ehter Vorstesherming kmer [1.4] getiveerd is, is een eperkte vorstesherming door de unit mogelijk: Als... Ruimteverwrming/-koeling stt UIT en de uitenomgevingstempertuur zkt onder 4 C Ruimteverwrming/-koeling stt AAN en de edrijfsmodus is "verwrming" Dn... De unit zl nvoerwter nr de wrmtefgevers sturen om de kmer opnieuw op te wrmen, en het instelpunt vn de nvoerwtertempertuur zl worden verlgd. De unit zl nvoerwter nr de wrmtefgevers sturen om de kmer opnieuw op te wrmen volgens de normle logi. Regeling vi externe kmerthermostt ([C 07]=1) Wnneer de regeling vi een externe kmerthermostt geeurt, wordt Vorstesherming kmer gegrndeerd door de externe kmerthermostt, op voorwrde dt Ruimteverwrming/-koeling [C.2] AAN is en de instelling vn de noodstop [9.5] op utomtish stt. In het gevl vn één nvoerwtertempertuurzone: Als... Ruimteverwrming/-koeling stt UIT en de uitenomgevingstempertuur zkt onder 4 C Ruimteverwrming/-koeling stt AAN, de externe kmerthermostt stt op "Thermo UIT" en de uitentempertuur zkt onder 4 C Ruimteverwrming/-koeling stt AAN en de externe kmerthermostt stt op "Thermo AAN" Dn... De unit zl nvoerwter nr de wrmtefgevers sturen om de kmer opnieuw op te wrmen, en het instelpunt vn de nvoerwtertempertuur zl worden verlgd. De unit zl nvoerwter nr de wrmtefgevers sturen om de kmer opnieuw op te wrmen, en het instelpunt vn de nvoerwtertempertuur zl worden verlgd. Vorstesherming kmer wordt gegrndeerd door de normle logi. In het gevl vn twee nvoerwtertempertuurzones: Als... Ruimteverwrming/-koeling stt UIT en de uitenomgevingstempertuur zkt onder 4 C Ruimteverwrming/-koeling stt AAN, de externe kmerthermostt stt op "Thermo UIT", de edrijfsmodus is "verwrming" en de uitentempertuur zkt onder 4 C Regeling vi kmerthermostt ([C 07]=2) Dn... De unit zl nvoerwter nr de wrmtefgevers sturen om de kmer opnieuw op te wrmen, en het instelpunt vn de nvoerwtertempertuur zl worden verlgd. De unit zl nvoerwter nr de wrmtefgevers sturen om de kmer opnieuw op te wrmen, en het instelpunt vn de nvoerwtertempertuur zl worden verlgd. Bij regeling vi een kmerthermostt is Vorstesherming kmer gegrndeerd ls ze is ingeshkeld. Wnneer Vorstesherming kmer [2 06] ingeshkeld is en de kmertempertuur onder de vorsteshermende tempertuur [2 05] zkt, zl de unit nvoerwter nr de wrmtefgevers sturen om de kmer opnieuw op te wrmen. 50

51 8 Configurtie # Code Beshrijving [1.4.1] [2-06] Ativtie: 0 Nee: funtie Vorstesherming stt UIT. 1 J: funtie Vorstesherming stt AAN. [1.4.2] [2-05] Instelpunt ruimtetempertuur 4 C~16 C Wnneer de geruikersinterfe die wordt geruikt ls kmerthermostt losgekoppeld is (door een foute edrding of een eshdigde kel), dn wordt de Vorstesherming kmer NIET gegrndeerd. Als Noodgevl op Hndm ([9.5]=0) is ingesteld, en de noodwerking vn de unit wordt getiveerd, dn zl de unit gestopt worden en moet hij hndmtig opnieuw worden gestrt vi de geruikersinterfe. Om de werking hndmtig te herstellen, gt u nr het Storing hoofdmenu-sherm, wr de geruikersinterfe u dn zl vrgen om de noodwerking te evestigen lvorens te herstrten. Zelfs wnneer de geruiker de noodwerking NIET evestigt, lijft Vorstesherming kmer ingeshkeld. Instelpuntereik ALLEEN vn toepssing in kmerthermosttregeling. Om energie te espren door te eletten dt de kmer te veel verwrmd wordt, kunt u het ereik vn de kmertempertuur tijdens de verwrming vn de kmer eperken. Wnneer de ereiken voor de kmertemperturen ngepst worden, moeten ook lle gewenste kmertemperturen ngepst worden, zodt ze innen de grenswrden lijven. # Code Beshrijving [1.5.1] [3-07] Minimum instelpunt verwrming [1.5.2] [3-06] Mximum instelpunt verwrming Afwijk. kmersensor ALLEEN vn toepssing in het gevl vn een regeling vi kmerthermostt. U kunt de (externe) kmertempertuursensor ijken. U kunt een fwijking instellen op de wrde vn de kmerthermistor gemeten door de geruikersinterfe die wordt geruikt ls kmerthermostt of door de externe kmersensor. De instellingen kunnen geruikt worden om situties te ompenseren wrin de geruikersinterfe die wordt geruikt ls kmerthermostt of de externe kmerthermostt NIET op de idele plts kunnen worden gepltst (zie "5.6 Een externe tempertuursensor opstellen" op pgin 16) Primire zone Instelpunt-sherm U kunt de nvoerwtertempertuur voor de primire zone instellen vi het instelpunt-sherm. Voor meer informtie over hoe dit preies moet, zie "8.3.5 Instelpunt-sherm" op pgin 47. Tijdshem Geeft n of de gewenste nvoerwtertempertuur overeenstemt met een progrmm. De invloed vn de AWT-instelpuntmodus [2.4] is ls volgt: In de Vst AWT-instelpuntmodus estn de geplnde ties uit gewenste nvoerwtertemperturen die of voorgeprogrmmeerd, of ngepst zijn. In de Weersfhnkelijk AWT-instelpuntmodus estn de geplnde ties uit gewenste omshkelingsties, die of voorgeprogrmmeerd, of ngepst zijn. # Code Beshrijving [2.1] Nvt Tijdshem Verwrmingsprogrmm 0: Nee 1: J Vi het progrmmsherm kunt u het tempertuurprogrmm voor verwrming vn de primire zone instellen. Voor meer informtie over dit sherm, zie "8.3.8 Progrmmsherm: vooreeld" op pgin 48. Instelpunt modus In de stnd Vst hngt de gewenste nvoerwtertempertuur NIET f vn de uitenomgevingstempertuur. In de stnd Weersfhnkelijk hngt de gewenste nvoerwtertempertuur f vn de uitenomgevingstempertuur. # Code Beshrijving [2.4] Nvt Instelpunt modus 0: Vst 2: Weersfhnkelijk Wnneer de weersfhnkelijke werking is getiveerd, zorgen lge uitentemperturen voor wrmer wter en omgekeerd. In de weersfhnkelijke werking kn de geruiker de tempertuur vn het wter met mximl 10 C verhogen of verlgen. Weersfhnkelijke urve verwrmen Stel de weersfhnkelijke verwrming voor de primire zone in (ls [2.4] = 1 of 2): # Code Beshrijving [1.6] [2-0A] Afwijk. kmersensor (geruikersinterfe die wordt geruikt ls kmerthermostt): fwijking vn de werkelijke kmertempertuur gemeten door de geruikersinterfe die wordt geruikt ls kmerthermostt. 5 C~5 C, stp 0,5 C [1.7] [2-09] Afwijk. kmersensor (optie externe kmersensor): ENKEL vn toepssing ls de optie externe kmersensor geïnstlleerd en geonfigureerd is. 5 C~5 C, stp 0,5 C 51

52 8 Configurtie # Code Beshrijving [2.5] [1-00] Afgiftesysteem [1-01] [1-02] [1-03] Stel de weersfhnkelijke verwrming in: T t [1-02] [1-03] [1-00] [1-01] T t : Streeftempertuur nvoerwter (primir zone) T : Buitentempertuur [1-00]: Lge uitenomgevingstempertuur. 40 C~ +5 C [1-01]: uitenomgevingstempertuur. 10 C~25 C T Hoge [1-02]: Gewenste nvoerwtertempertuur ls de uitentempertuur gelijk is n de lge omgevingstempertuur of eronder vlt. [9 01] C~[9 00] C Let op: Deze wrde moet hoger zijn dn [1 03], omdt ij lge uitentemperturen wrmer wter nodig is. [1-03]: Gewenste nvoerwtertempertuur ls de uitentempertuur gelijk is n de lge omgevingstempertuur of erover komt. [9 01] C~min(45, [9 00]) C Let op: Deze wrde moet lger zijn dn [1 02], omdt ij hoge uitentemperturen minder wrm wter nodig is. Afhnkelijk vn het systeemwtervolume en het wrmtefgevertype vn de primire zone, kn het lnger duren om de primire zone te verwrmen. Deze instelling kn een lngzm of een snel verwrmingssysteem ompenseren tijdens de verwrmylus. De doel-delt T voor de primire zone zl fhngen vn deze instelling. Doel-delt T-regeling is lleen mogelijk indien er slehts 1 zone tief is. De pompregeling zl nders zijn wnneer eide zones tief zijn. Bij regeling vi een kmerthermostt zl deze instelling invloed heen op de mximummodultie vn de gewenste nvoerwtertempertuur. Drom is het elngrijk om dit orret en in overeenstemming met uw systeemlyout in te stellen. # Code Beshrijving [2.7] [2 0C] Afgiftesysteem 0: Vloerverwrming 1: Ventilo-onvetor 2: Rditor Afgiftesysteem Hoofdzone Instelpuntereik ruimteverwrming [9 01]~[9 00] Doel-delt T ij verwrming [1 0B] 0: Vloerverwrming Mximum 55 C Vriele (zie [2.B]) 1: Ventilo-onvetor Mximum 55 C Vriele (zie [2.B]) 2: Rditor Mximum 65 C Vst 10 C Het mximle instelpunt voor ruimteverwrming hngt f vn het type fgever zols te zien is in ovenstnde tel. Als er 2 wtertempertuurzones zijn, is het mximle instelpunt het hoogste vn de 2 zones. VOORZICHTIG Als er 2 zones zijn, is het elngrijk dt de zone met de lgste wtertempertuur geonfigureerd is ls de primire zone en de zone met de hoogste wtertempertuur is geonfigureerd ls de seundire zone. Het systeem niet op deze mnier onfigureren, kn shde n de wrmtefgevers veroorzken. VOORZICHTIG Als er 2 zones zijn en de fgevertypes onjuist zijn geonfigureerd, kn er wter met een hoge tempertuur nr een fgever met lge tempertuur (vloerverwrming) worden gestuurd. Om dit te vermijden doet u het volgende: Instlleer een qustt-/thermosttklep om te hoge temperturen nr een lge tempertuur-fgever te voorkomen. Zorg dt u de fgevertypes voor de primire zone [2.7] en voor de seundire zone [3.7] orret instelt in overeenstemming met de ngesloten fgever. Afhnkelijk vn de doel-delt T zl de gemiddelde fgiftetempertuur vriëren. Om het effet op de gemiddelde fgiftetempertuur door een hogere doel-delt T tegen te gn, kn het nvoerwter-instelpunt (vst of weersfhnkelijk) worden ngepst. Instelpuntereik U kunt het ereik vn de nvoerwtertempertuur voor de primire nvoerwtertempertuurzone egrenzen. Deze instelling dient om een verkeerde nvoerwtertempertuur (nl. te wrm of te koud) te voorkomen. Drom kn het eshikre ereik voor de gewenste verwrmingstemperturen geonfigureerd worden. Bij een toepssing met vloerverwrming is het elngrijk om de mximle uitltwtertempertuur ij het verwrmen te eperken volgens de speifities vn de vloerverwrmingsinstlltie. Enkel voor EHVZ: ls de innenunit is ngesloten op een hogetempertuur-fgiftesysteem en er is een gelijktijge vrg in eide fgiftezones, en ls het instelpunt vn het nvoerwter hoger dn 60 C wordt ingesteld in het volledige werkereik, dn kn er een toenme zijn vn het energieverruik. De instelling vn het fgevertype heeft ls volgt een invloed op het instelpuntereik vn de ruimteverwrming en de doel-delt T ij verwrming: 52

53 8 Configurtie Wnneer de ereiken voor de nvoerwtertemperturen ngepst worden, moeten ook lle gewenste nvoerwtertemperturen ngepst worden, zodt ze innen de grenswrden lijven. Zorg steeds voor een evenwiht tussen de gewenste nvoerwtertempertuur met de gewenste kmertempertuur en/of de piteit (in funtie vn de kenmerken vn de geseleteerde wrmtefgevers). De gewenste nvoerwtertempertuur is het resultt vn vershillende instellingen (voorgeprogrmmeerde wrden, omshkelwrden, weersfhnkelijke urven, npssing). Bijgevolg kunnen te hoge of te lge nvoerwtertemperturen overtemperturen of gerek n piteit veroorzken. Door het ereik vn de nvoerwtertemperturen te eperken tot geshikte wrden (fhnkelijk vn de wrmtefgever) kunnen dergelijke situties vermeden worden. Vooreeld: Stel de minimumnvoerwtertempertuur in op 28 C om te vermijden dt de kmer NIET opgewrmd kn worden: nvoerwtertemperturen MOETEN voldoende hoger zijn dn de kmertemperturen (in verwrming). Thermostttype Alleen vn toepssing in externe kmerthermosttregeling. De volgende ominties zijn mogelijk om de unit te edienen (niet vn toepssing wnneer [C 07]=0): Wnneer [C 07]=2 (Best. kmrthrmst) Geruikersinterfe n de innenunit Geruikersinterfe die ls kmerthermostt in de primire zone geruikt wordt Wnneer [C 07]=1 (Bst xt kmrthrms) Geruikersinterfe n de innenunit Externe kmerthermostt voor de primire zone Externe kmerthermostt voor de seundire zone Externe kmerthermostt voor de seundire zone # Code Beshrijving Het geied vn de nvoerwtertemperturen vn de primire nvoerwtertempertuurzone (= de nvoerwtertempertuurzone met de lgste nvoerwtertempertuur voor verwrming) [2.8.1] [9-01] Minimum instelpunt verwrming 15 C~37 C [2.8.2] [9-00] Mximum instelpunt verwrming Bediening [2 0C]=2 (type fgever primire zone = rditor) 37 C~65 C Anders: 37 C~55 C Er zijn 3 mogelijkheden om de unit te regelen: Regeling Vertrekwter Externe kmerthermostt Kmerthermostt Bij deze regeling... De unit werkt op sis vn de nvoerwtertempertuur, ongeht de werkelijke kmertempertuur en/of de vrg om de kmer te verwrmen. De unit werkt op sis vn de externe thermostt of soortgelijk (ijv. wrmtepomponvetor). De unit werkt op sis vn de omgevingstempertuur vn de geruikersinterfe die wordt geruikt ls kmerthermostt. # Code Beshrijving [2.9] [C 07] 0: Vertrekwter 1: Externe kmerthermostt 2: Kmerthermostt Indien een uitwendige kmerthermostt wordt geruikt, zl de uitwendige kmerthermostt de vorstesherming kmer edienen. De vorstesherming kmer is ehter lleen mogelijk ls de regeling vn de nvoerwtertempertuur op de geruikersinterfe vn de unit is INgeshkeld. # Code Beshrijving [2.A] [C 05] Externe kmerthermostttype voor de primire zone: 1: 1 ontt: De geruikte externe kmerthermostt kn enkel een thermo AAN/UIT-stt sturen. Er is geen ondersheid tussen een vrg nr verwrming of een vrg nr koeling. De kmerthermostt is ngesloten op slehts 1 digitle ingng (X2M/35). Seleteer deze wrde in het gevl vn een nsluiting op de wrmtepomponvetor (FWXV). 2: 2 ontten: De geruikte externe kmerthermostt een gesheiden verwrm-/koelthermo AAN/UIT-stt kn sturen. De kmerthermostt is ngesloten op 2 digitle ingngen (X2M/35 en X2M/34). Seleteer deze wrde in het gevl vn een nsluiting op een edrde (EKRTWA) of drdloze (EKRTR1) kmerthermostt 53

54 8 Configurtie Anvoerwtertempertuur: Delt T De doel-delt T ij verwrming voor de primire zone hngt f vn het type fgever voor de primire zone dt hieroven werd gekozen. Bij verwrming geeft deze instelling het tempertuurvershil n tussen de instelpunt vn nvoerwter en het retourwter. De unit is ontworpen om vloerverwrming te ondersteunen. De nevolen nvoerwtertempertuur voor vloerverwrmingslussen edrgt 35 C. In dt gevl wordt de unit ngestuurd om een tempertuurvershil vn 5 C te ekomen, wt etekent dt de tempertuur vn het retourwter nr de unit ongeveer 30 C edrgt. Afhnkelijk vn de gepltste toepssing (rditoren, wrmtepomponvetoren, vloerverwrmingslussen) of de situtie kn het tempertuurvershil tussen het retourwter en het nvoerwter gewijzigd worden. Merk op dt de pomp hr deiet zodnig zl regelen dt de delt T wordt ehouden. In sommige speile gevllen kn de gemeten delt T vershillen vn de ingestelde wrde. verhoogd in funtie vn de gewenste kmertempertuur en het vershil tussen de werkelijke en de gewenste kmertempertuur. Dit resulteert in volgende zken: stiele kmertemperturen die ext overeenkomen met de gewenste tempertuur (hoger niveu vn omfort) minder n/uit-yli (stiller, groter omfort en grotere effetiviteit) zo lg mogelijke wtertemperturen om met de gewenste tempertuur overeen te stemmen (grotere effetiviteit) # Code [8 05] [2.C.1] 0 Nee: Uitgeshkeld. De gewenste nvoerwtertempertuur moet op de geruikersinterfe ingesteld worden. 1 J: Ingeshkeld. De nvoerwtertempertuur wordt erekend op sis vn het vershil tussen de gewenste kmertempertuur en de werkelijke kmertempertuur. Dit zorgt voor een etere overeenkomst tussen de piteit vn de wrmtepomp en de werkelijk enodigde piteit, wrdoor er minder dikwijls moet worden gestrt en gestopt en het systeem ldus zuiniger werkt. Let op: De gewenste nvoerwtertempertuur kn lleen op de geruikersinterfe gelezen worden. Wnneer enkel de k-upverwrming tief is ij het verwrmen, zl delt T worden geregeld op sis vn de vste piteit vn de k-upverwrming. Het is mogelijk dt deze delt T vershilt vn de geseleteerde doel-delt T. Bij het verwrmen zl de doel-delt T ps n een eplde edrijfstijd worden gehld, wnneer het instelpunt wordt ereikt, gezien het grote vershil tussen het instelpunt vn de nvoerwtertempertuur en de inlttempertuur ij het opstrten. [8 06] [2.C.2] Dit is de tempertuur wrde wrmee de gewenste nvoerwtertempertuur wordt verhoogd of verlgd. Als de zones niet zijn uitgerust met rditoren, dn zl de unit ij het verwrmen voorrng geven n de doel-delt T voor de seundire zone ls er een vrg nr verwrming is in de seundire zone. # Code [1 0B] Wnneer modultie vn de nvoerwtertempertuur is ingeshkeld, moet de weersfhnkelijke urve hoger worden ingesteld dn [8-06] plus het instelpunt vn de minimum nvoerwtertempertuur nodig om een stiele toestnd voor het omfortinstelpunt voor de kmer te ekomen. Voor meer effiiëntie kn modultie het instelpunt vn de nvoerwtertempertuur verlgen. Door de weersfhnkelijke urve hoger te pltsen kn deze verlging niet onder het minimuminstelpunt vllen. Zie onderstnde feelding. Beshrijving Delt T verwrming: er moet een miniml tempertuurvershil zijn voor de goede werking vn de wrmtefgevers in de verwrmingsmodus. Als [2-0C]=2, dn is die vstgesteld op 10 C Anders: 3 C~10 C Mx modultie: 0 C~10 C Als er in de primire zone of de seundire zone een vrg nr verwrming is en deze zone is uitgerust met rditoren, dn zl de doel-delt T die door de unit wordt geruikt ij het verwrmen, vst 10 C zijn. [2.B.1] Beshrijving Modultie: Tt +[8-06] [8-06] Anvoerwtertempertuur: Modultie Alleen vn toepssing in het gevl vn een regeling vi kmerthermostt. Wnneer de kmerthermosttfuntie geruikt wordt, moet de geruiker de gewenste kmertempertuur instellen. De unit zl wrm wter n de wrmtefgevers leveren en de kmer zl verwrmd worden. Drij moet ook de gewenste nvoerwtertempertuur geonfigureerd worden: wnneer de npssing ngezet wordt, zl de unit de gewenste nvoerwtertempertuur utomtish erekenen (op sis vn voorgeprogrmmeerde temperturen, ls weersfhnkelijk werd geseleteerd, zl de npssing geeuren op sis vn de gewenste weersfhnkelijke temperturen); wnneer de npssing uitgezet wordt, kunt u de gewenste nvoerwtertempertuur op de geruikersinterfe instellen. Bovendien wordt, met ingeshkelde npssing, de gewenste nvoerwtertempertuur verlgd of 54 T Weersfhnkelijke urve Instelpunt minimum nvoerwtertempertuur vereist om een stiele toestnd te ekomen voor het omfortinstelpunt voor de kmer. Afsluiter Het volgende is lleen vn toepssing in het gevl vn 2 nvoerwtertempertuurzones. In het gevl vn 1 nvoerwtertempertuurzone, sluit de fsluiter n op de uitgng vn de verwrming/koeling.

55 8 Configurtie De fsluiter voor de primire nvoerwtertempertuurzone kn in deze omstndigheden worden gesloten: De fsluiter stt tijdens het ontdooien ALTIJD open. Tijdens verwrming: Als [F 0B] is getiveerd wordt de fsluiter gesloten ls er geen vrg nr verwrming is vnuit de primire zone. Ativeer deze instelling om: te vermijden dt nvoerwter nr de wrmtefgevers in de primire AWT-zone zou geleid worden (vi het mengklepsttion) wnneer er een verzoek vn de seundire AWT-zone is. de n/uit-pomp vn het mengklepsttion ALLEEN te tiveren wnneer er een vrg is. # Code Beshrijving [2.D.1] [F-0B] De fsluiter: 0 Nee: wordt NIET eïnvloed door een vrg nr verwrming. 1 J: sluit wnneer er een GEEN vrg nr verwrming is. De instelling [F 0B] is lleen geldig ls er een vrginstelling vn een thermostt of externe kmerthermostt is (NIET ls instelling voor nvoerwtertempertuur) Seundire zone Instelpunt-sherm U kunt de nvoerwtertempertuur voor de seundire zone instellen vi het instelpunt-sherm. Voor meer informtie over hoe dit preies moet, zie "8.3.5 Instelpunt-sherm" op pgin 47. Tijdshem Geeft n of de gewenste nvoerwtertempertuur overeenstemt met een progrmm. Zie ook "8.4.3 Primire zone" op pgin 51. # Code Beshrijving [3.1] Nvt Tijdshem Verwrmingsprogrmm 0: Nee 1: J Vi het progrmmsherm kunt u het tempertuurprogrmm voor verwrming vn de seundire zone instellen. Voor meer informtie over dit sherm, zie "8.3.8 Progrmmsherm: vooreeld" op pgin 48. Instelpunt modus De instelpuntstnd vn de seundire zone kn onfhnkelijk vn de instelpuntstnd vn de primire zone worden ingesteld, zie " Primire zone" op pgin 51. # Code Beshrijving [3.4] Nvt Instelpunt modus 0: Vst 1: Weersfhnkelijke verwrming, onstnt koeling 2: Weersfhnkelijk Weersfhnkelijke urve verwrmen Stel de weersfhnkelijke verwrming voor de seundire zone in (ls [3.4] = 1 of 2): # Code Beshrijving [3.5] [0-00] Afgiftesysteem [0-01] [0-02] [0-03] Stel de weersfhnkelijke verwrming in: T t [0-01] [0-00] [0-03] [0-02] T t : Streeftempertuur nvoerwter (seundire zone) T : Buitentempertuur [0-03]: Lge uitenomgevingstempertuur. 40 C~ +5 C [0-02]: uitenomgevingstempertuur. 10 C~25 C T Hoge [0-01]: Gewenste nvoerwtertempertuur ls de uitentempertuur gelijk is n de lge omgevingstempertuur of eronder vlt. [9 05] C~[9 06] C Let op: Deze wrde moet hoger zijn dn [0 00], omdt ij lge uitentemperturen wrmer wter nodig is. [0-00]: Gewenste nvoerwtertempertuur ls de uitentempertuur gelijk is n de lge omgevingstempertuur of erover komt. [9 05]~min(45, [9 06]) C Let op: Deze wrde moet lger zijn dn [0 01], omdt ij hoge uitentemperturen minder wrm wter nodig is. Voor meer informtie over deze funtie, zie "8.4.3 Primire zone" op pgin 51. # Code Beshrijving [3.7] [2 0D] Afgiftesysteem 0: Vloerverwrming 1: Ventilo-onvetor 2: Rditor De instelling vn het fgevertype heeft ls volgt een invloed op het instelpuntereik vn de ruimteverwrming en de doel-delt T ij verwrming: Afgiftesysteem Seundire zone Instelpuntereik ruimteverwrming [9 05]~[9 06] Doel-delt T ij verwrming [1 0C] 0: Vloerverwrming Mximum 55 C Vriele (zie [2.B]) 1: Ventilo-onvetor Mximum 55 C Vriele (zie [2.B]) 2: Rditor Mximum 65 C Vst 10 C Instelpuntereik Voor meer informtie over dit instelling, zie ook "8.4.3 Primire zone" op pgin

56 8 Configurtie # Code Beshrijving Het geied vn de nvoerwtertemperturen vn de seundire nvoerwtertempertuurzone (= de nvoerwtertempertuurzone met de hoogste nvoerwtertempertuur voor verwrming) [3.8.1] [9-05] Minimum instelpunt verwrming: 15 C~37 C [3.8.2] [9-06] Mximum instelpunt verwrming Bediening [2 0C]=2 (type fgever seundire zone = rditor) 37 C~65 C Anders: 37 C~55 C Het regelingstype wordt hier weergegeven, mr kn niet worden ngepst. Het wordt epld door het regelingstype vn de primire zone. Voor meer informtie over deze funtie, zie "8.4.3 Primire zone" op pgin 51. # Code Beshrijving [3.9] Nvt Bediening Thermostttype Vertrekwter ls het regelingstype vn de primire zone Vertrekwter is. Externe kmerthermostt ls het regelingstype vn de primire zone Externe kmerthermostt of Kmerthermostt is. Alleen vn toepssing in externe kmerthermosttregeling. Voor meer informtie over deze funtie, zie "8.4.3 Primire zone" op pgin 51. # Code Beshrijving [3.A] [C 06] Externe kmerthermostttype voor de seundire zone: 1: 1 ontt. Angesloten op slehts 1 digitle ingng (X2M/35) 2: 2 ontten. Angesloten op 2 digitle ingngen (X2M/34 en X2M/35) # Code Beshrijving [4.3.1] [4-02] Uitshkeltempertuur ruimte verwrming: Wnneer de gemiddelde uitentempertuur hoger wordt dn deze wrde, wordt de ruimteverwrming UIT gezet. Antl zones 14 C~35 C Het systeem kn nvoerwter leveren n mximum 2 wtertempertuurzones. Het ntl wterzones moet tijdens het onfigureren ingesteld worden. # Code Beshrijving [4.4] [7 02] 0: 1 zone Slehts nvoerwtertempertuurzone: : Primire AWT-zone één [4.4] [7 02] 1: 2 zones Twee nvoerwtertempertuurzones. De primire nvoerwtertempertuurzone estt uit de wrmtefgevers met grotere elsting en een mengsttion om de gewenste nvoerwtertempertuur te ereiken. Bij verwrming: Anvoerwtertempertuur: Delt T Voor meer informtie, zie "8.4.3 Primire zone" op pgin 51. # Code Beshrijving [3.B.1] [1-0C] Delt T verwrming: er moet een miniml tempertuurvershil zijn voor de goede werking vn de wrmtefgevers in de verwrmingsmodus Ruimteverwrming Over de edrijfsmodi Als [2-0C] = 2, dn is die vstgesteld op 10 C Anders: 3 C~10 C Deze unit is een model voor verwrming lleen. Het systeem kn een ruimte verwrmen, mr NIET fkoelen. Werkingsgeied De ediening vn de unit in ruimteverwrming wordt veroden nrgelng de gemiddelde uitentempertuur. VOORZICHTIG : Seundire AWT-zone: Hoogste tempertuur : Primire AWT-zone: Lgste tempertuur Als er 2 zones zijn, is het elngrijk dt de zone met de lgste wtertempertuur geonfigureerd is ls de primire zone en de zone met de hoogste wtertempertuur is geonfigureerd ls de seundire zone. Het systeem niet op deze mnier onfigureren, kn shde n de wrmtefgevers veroorzken. 56

57 8 Configurtie VOORZICHTIG Als er 2 zones zijn en de fgevertypes onjuist zijn geonfigureerd, kn er wter met een hoge tempertuur nr een fgever met lge tempertuur (vloerverwrming) worden gestuurd. Om dit te vermijden doet u het volgende: Instlleer een qustt-/thermosttklep om te hoge temperturen nr een lge tempertuur-fgever te voorkomen. Zorg dt u de fgevertypes voor de primire zone [2.7] en voor de seundire zone [3.7] orret instelt in overeenstemming met de ngesloten fgever. Bedrijfsmodus pomp Wnneer de edrijfsmodus ruimteverwrming UIT stt, dn stt de pomp ltijd UIT. Wnneer de edrijfsmodus ruimteverwrming AAN stt, dn het u de keuze tussen deze edrijfsmodi: # Code Beshrijving [4.5] [F 0D] Bedrijfsmodus pomp: 0 Continu: De pomp werkt ontinu, ongeht of de thermo AAN of UIT stt. Opmerking: De ontinue werking vn de pomp vrgt meer energie dn wnneer de pomp lleen werkt ls dit gevrgd wordt of wnneer ze emonstert. d : Regeling vn de ruimteverwrming : UIT : AAN d: Werking vn de pomp [4.5] [F-0D] 1 Monsternme: De pomp is AAN ls verwrming gevrgd wordt wnneer de nvoerwtertempertuur nog niet de gewenste tempertuur ereikt heeft. Als er een thermo-uit-stt is, werkt de pomp om de 3 minuten om de wtertempertuur te ontroleren en te kijken of er een vrg nr verwrming nodig is. Opmerking: Bemonstering is ALLEEN eshikr in de nvoerwtertempertuurregeling. d g : Regeling vn de ruimteverwrming : UIT : AAN e d: AWT-tempertuur e: Huidige f: Gewenste g: Werking vn de pomp f # Code Beshrijving [4.5] [F-0D] 2 Vrg: De pomp werkt op verzoek. Vooreeld: Door een kmerthermostt en een thermostt te geruiken, ontstt een thermo AAN/UIT-stt. Opmerking: NIET eshikr in de nvoerwtertempertuurregeling. d Unit type e : Regeling vn de ruimteverwrming : UIT : AAN d : Vrg voor verwrming (door externe kmerthermostt of kmerthermostt) e: Werking vn de pomp In dit deel vn het menu kn u lezen welk type unit wordt geruikt: # Code Beshrijving [4.6] Nvt Unit type: Pompeperking 1 Alleen koelen 2 Alleen verwrmen 3 Omkeerr De pompsnelheideperking voor de primire zone [9 0E] en seundire zone [9 0D] eplt de mximle pompsnelheid. In normle omstndigheden zou de stndrdinstelling NIET moeten worden gewijzigd. De pompsnelheideperking kn worden genegeerd wnneer het deiet zih innen het geied vn het minimumdeiet evindt (storing 7H). # Code Beshrijving [4.7] [9-0D] Pompeperking Seundire zone: 0: Geen egrenzing 1~4: Algemene eperking. Er is een eperking in lle omstndigheden. De vereiste delt T regeling en omfort worden NIET gegrndeerd. 5~8: Beperking wnneer geen stelmotoren. Wnneer er niet wordt verwrmd is de pompsnelheideperking vn toepssing. Wnneer er wordt verwrmd, wordt de pompsnelheid lleen door de delt T epld in funtie vn de nodige piteit. Met dit eperkingsereik is delt T mogelijk en wordt het omfort gegrndeerd. 57

58 8 Configurtie # Code [4.8] [9-0E] # Beshrijving Code [4.9] Pompeperking Hoofdzone: Beshrijving [F-00] Pompwerking: 0: Uitgeshkeld ls de uitentempertuur hoger dn [4 02] is. 0: Geen egrenzing 1~4: Algemene eperking. Er is een eperking in lle omstndigheden. De vereiste delt T regeling en omfort worden NIET gegrndeerd. 5~8: Beperking wnneer geen stelmotoren. Wnneer er niet wordt verwrmd is de pompsnelheideperking vn toepssing. Wnneer er wordt verwrmd, wordt de pompsnelheid lleen door de delt T epld in funtie vn de nodige piteit. Met dit eperkingsereik is delt T mogelijk en wordt het omfort gegrndeerd. 1: Mogelijk uitentemperturen. [9-0D]=5 (kp) (kp) lle Toenme rond 0 C Geruik deze instelling om mogelijke wrmteverliezen vn het geouw door de verdmping vn gesmolten ijs of sneeuw te ompenseren. (ijv. in lnden met een koude regio s). Wnneer de uitentempertuur ongeveer 0 C edrgt, wordt pltselijk de gewenste nvoerwtertempertuur hoger tijdens het verwrmen. Deze ompenstie kn geseleteerd worden wnneer een solute of weersfhnkelijke gewenste tempertuur geruikt wordt (zie de feelding hieronder). Tt Tt De mximumwrden hngen f vn het unittype: [9-0D]=0 voor L L R R 0 C TA 0 C TA # Asoluut gewenste nvoerwtertempertuur Weersfhnkelijke gewenste nvoerwtertempertuur Beshrijving Code [D-03] [4.A] Toenme rond 0 C 0: Nee 1: toenme 2 C, ereik 4 C (l/min) 2: toenme 4 C, ereik 4 C (l/min) [9-0D]=6 [9-0D]=7 (kp) (kp) 3: toenme 2 C, ereik 8 C 4: toenme 4 C, ereik 8 C Overregeling Deze funtie eplt hoeveel de wtertempertuur oven de gewenste nvoerwtertempertuur mg stijgen voorleer de ompressor stopt. De ompressor zl opnieuw strten wnneer de nvoerwtertempertuur onder de gewenste nvoerwtertempertuur zkt. Deze funtie is ALLEEN vn toepssing in de verwrmingsstnd. # [4.B] (l/min) Code [9-04] (l/min) [9-0D]=8 Beshrijving Overregeling 1 C~4 C Vorstesherming (kp) Vorstesherming kmer [1.4] zorgt ervoor dt het nooit te koud wordt in de kmer. Voor meer informtie over Vorstesherming kmer, zie "8.4.2 Kmer" op pgin Tnk Tnkinstelpunt-sherm U kunt de wrm tpwtertempertuur instellen vi het instelpuntsherm. Voor meer informtie over hoe dit preies moet, zie "8.3.5 Instelpunt-sherm" op pgin 47. (l/min) Externe sttishe druk Wterdeiet Pomp uiten ereik Wnneer de funtie pompwerking gedetiveerd is, wordt de pomp stilgelegd ls de uitentempertuur hoger is dn de in Uitshkeltempertuur ruimte verwrming [4 02] ingestelde wrde. Wnneer de pompwerking getiveerd is, kn de pomp ij lle uitentemperturen werken. 58 Krhtig verwrmen U kunt de funtie Krhtig verwrmen geruiken om het wter onmiddellijk op te wrmen tot de voorgeprogrmmeerde wrde (Opslgomfort). Hierdoor verruikt u ehter extr energie. Als de funtie Krhtig verwrmen tief is, wordt strtsherm. weergegeven op het Funtie Krhtig verwrmen tiveren Ativeer of detiveer Krhtig verwrmen ls volgt:

59 8 Configurtie 1 G nr [5.1]: Snitire wrmwtertnk > Krhtig verwrmen 2 Shkel krhtige werking Uit of An. Vooreeld: u het onmiddellijk meer wrm wter nodig U zit in de volgende situtie: U het hst l uw wrm wter verruikt. U kunt niet whten tot de volgende geplnde tie om de wrmtpwtertnk op te wrmen. Dn kunt u de funtie krhtig verwrmen tiveren. Voordeel: de wrmtpwtertnk egint onmiddellijk het wter tot de voorgeprogrmmeerde wrde op te wrmen (Opslgomfort). Als de funtie Krhtig verwrmen ingeshkeld is, kn het verwrmen vn ruimten voor prolemen zorgen of kn er onvoldoende piteit zijn om voor omfort te zorgen. Als wrm tpwter vk moet worden ngemkt, zl het verwrmen vn ruimten regelmtig en lngdurig onderroken worden. Instelpunt onfort edrijf Alleen vn toepssing ls de produtie vn wrm tpwter Alleen geprogrmmeerd of Geprogrmmeerd + wrmhouden is. Bij het progrmmeren vn het progrmm kunt u geruik mken vn het omfortinstelpunt ingesteld ls een voorgeprogrmmeerde wrde. Indien u lter het opslginstelpunt wilt wijzigen, hoeft u dit mr op één plts te doen. De tnk zl opwrmen tot de opslgomforttempertuur is ereikt. Dit is de hogere gewenste tempertuur wnneer een opslgomforttie geplnd werd. Drij kn tevens een opslgstop geprogrmmeerd worden. Dit zorgt ervoor dt de tnk stopt met opwrmen zelfs wnneer het instelpunt NIET werd ereikt. Progrmmeer lleen een opslgstop wnneer tnkverwrming soluut niet gewenst wordt. # Code Beshrijving [5.2] [6-0A] Instelpunt onfort edrijf Instelpunt Eo edrijf 30 C~[6 0E] C De opslgeonomishtempertuur duidt op de lgere gewenste tnktempertuur. Dit is de gewenste tempertuur wnneer een opslgeonomishtie geplnd werd (liefst tijdens de dg). # Code Beshrijving [5.3] [6-0B] Instelpunt Eo edrijf Instelpunt wrmhouden 30 C~min(50,[6 0E]) C Gewenste wrmhoudentnktempertuur wordt geruikt: in de stnd Geprogrmmeerd + wrmhouden, tijdens het wrmhouden: de gegrndeerde minimumtempertuur vn de tnk wordt ingesteld door het Instelpunt wrmhouden min de wrmhoudenhysteresis. Indien de tnktempertuur onder deze wrde vlt, wordt de tnk opgewrmd. tijdens opslg omfort, om voorrng te geven n de ereiding vn wrm tpwter. Wnneer de tnktempertuur oven deze wrde stijgt, worden de ereiding vn wrm tpwter en ruimteverwrming/koeling n elkr uitgevoerd. Tijdshem Vi het progrmmsherm kunt u het progrmm voor de tnktempertuur instellen. Voor meer informtie over dit sherm, zie "8.3.8 Progrmmsherm: vooreeld" op pgin 48. Verwrmingsedrijf Het wrm tpwter kn op 3 vershillende mnieren ereid worden. Deze mnieren vershillen onderling door de mnier wrop de gewenste tnktempertuur ingesteld wordt en hoe de unit hierop regeert. # Code Beshrijving [5.6] [6-0D] Verwrmingsedrijf 0 Enkel wrmhouden: Enkel wrmhouden is toegestn. 1: Geprogrmmeerd + wrmhouden: De wrm tpwtertnk wordt opgewrmd volgens een progrmm en tussen de geplnde opwrmyli, het wrmhouden is toegestn. 2: Alleen geprogrmmeerd: De tnk voor wrm tpwter kn ALLEEN volgens een progrmm opgewrmd worden. Rdpleeg de geruiksnwijzing voor meer informtie. Desinfetie Alleen vn toepssing op instllties met een tnk voor wrm tpwter. De desinfetiefuntie desinfeteert de tnk voor wrm tpwter door het tpwter regelmtig tot op een eplde tempertuur op te wrmen. VOORZICHTIG De instellingen vn de desinfetiefuntie MOETEN worden geonfigureerd door de instllteur in overeenstemming met de geldende wetgeving. # Code Beshrijving [5.7.1] [2 01] Ativtie 0: Nee 1: J [5.7.2] [2 00] Bedrijfsdg 0: Elke dg 1: Mndg 2: Dinsdg 3: Woensdg 4: Donderdg 5: Vrijdg 6: Zterdg 7: Zondg [5.7.3] [2 02] Strttijd [5.7.4] [2 03] Instelpunt oilertempertuur 60 C [5.7.5] [2 04] Tijdsduur 40~60 minuten # Code Beshrijving [5.4] [6-0C] Instelpunt wrmhouden 30 C~min(50,[6 0E] C 59

60 8 Configurtie T DHW T H T U [2-03] [2-04] Tijdens de desinfetie vn de wrmtpwtertnk kn de wrmtpwtertempertuur deze mximumtempertuur overtreffen. Beperk de mximumtempertuur vn het wrm wter volgens de geldende wetgeving t T DHW T U [2-02] Wrmtpwtertempertuur Tempertuurinstelpunt vn de geruiker T H Instelpunt hoge tempertuur [2-03] t Tijd WAARSCHUWING Let op: de tempertuur vn het wrm tpwter uit de wrmwterkrn zl gelijk zijn n de wrde vn lokle instelling [2-03] n desinfetering. Wnneer deze hoge tempertuur vn het wrm tpwter een potentieel risio op letsels kn inhouden, moet een mengkrn (lokl te voorzien) worden geïnstlleerd n de wrmwteruitltnsluiting vn de tnk voor wrm tpwter. Deze mengkrn zorgt ervoor dt de tempertuur vn het wrm wter uit de wrmwterkrn nooit oven de ingestelde mximumwrde komt. Deze mximum toeltre tempertuur vn het wrm wter wordt epld volgens de toepsre wetgeving. VOORZICHTIG Zorg ervoor dt de strttijd [5,7.3] vn de ontsmettingsfuntie met ingestelde duurtijd [5,7.5] NIET wordt onderroken door een mogelijke vrg nr wrm tpwter. Indien de storingsode AH vershijnt en de desinfetiefuntie niet onderroken wordt omdt er wrm tpwter genomen wordt, wordt gedviseerd het volgende te doen: Wnneer de Wrmtpwter > Instelpuntstnd > Wrmhouden of Wrmh + gprog wordt geseleteerd, wordt gedviseerd het strten vn de desinfetiefuntie te progrmmeren minstens 4 uur n een voorzien verruik vn veel wrm tpwter. Deze strt kn vi de instllteurinstellingen (desinfetiefuntie) ingesteld worden. Wnneer de Wrmtpwter > Instelpuntstnd > Uitsl geprog geseleteerd wordt, wordt gedviseerd een Opslg eonomish? te progrmmeren 3 uur voor de geplnde strt vn de desinfetiefuntie om de tnk l voor te verwrmen. De desinfetiefuntie strt opnieuw wnneer de tempertuur vn het wrm tpwter innen de duurtijd 5 C onder de desinfetie-eindtempertuur vlt. Er zl een AH-fout optreden ls u de edrijfsmodus wrm tpwter uitshkelt tijdens het ontsmetten. Instelpunt voor de mximumwrmtpwtertempertuur De mximumtempertuur die geruikers kunnen seleteren voor het wrm tpwter. U kunt deze instelling geruiken om de temperturen uit de wrmwterkrnen te eperken. # Code Beshrijving [5.8] [6-0E] Mximum Hysteresis De mximumtempertuur die geruikers kunnen seleteren voor het wrm tpwter. U kunt deze instelling geruiken om de tempertuur uit de wrmwterkrnen te eperken. De mximumtempertuur wordt NIET toegepst tijdens de desinfetiefuntie. Zie desinfetiefuntie. De volgende hysteresis AAN kunnen worden ingesteld. Wrmtepomp AAN hysteresis Vn toepssing ls de ereiding vn wrm tpwter enkel wrmhouden is. Wnneer de tnktempertuur onder de wrmhoudtempertuur min de wrmtepomp AAN hysteresistempertuur zkt, wordt de tnk opgewrmd tot de wrmhoudtempertuur. De minimle AAN-tempertuur is 20 C, zelfs ls het instelpunt vn de hystere lger ligt dn 20 C. # Code Beshrijving [5.9] [6-00] Wrmtepomp AAN hysteresis Wrmhoudenhysteresis 2 C~40 C Vn toepssing ls de ereiding vn wrm tpwter geplnd is +wrmhouden. Wnneer de tnktempertuur onder de wrmhoudtempertuur min de wrmtehoudenhysteresis-tempertuur zkt, wordt de tnk opgewrmd tot de wrmhoudtempertuur. # Code Beshrijving [5.A] [6-08] Wrmhoudenhysteresis Instelpunt modus 2 C~20 C # Code Beshrijving [5.B] Nvt Instelpunt modus: Stooklijn Vst Weersfhnkelijk Wnneer de weersfhnkelijke werking tief is, wordt de gewenste tnktempertuur utomtish epld in funtie vn de gemiddelde uitentempertuur: lge uitentemperturen zorgen voor hogere gewenste tnktemperturen, omdt dn het wter uit de koudwterkrnen kouder is, en omgekeerd. In het gevl vn Alleen geprogrmmeerd of Geprogrmmeerd + wrmhouden ereiding vn wrm tpwter is de opslgomforttempertuur weersfhnkelijk (volgens de weersfhnkelijke urve), de opslgeonomish- en wrmhoudentemperturen zijn NIET weersfhnkelijk. In het gevl vn een Enkel wrmhouden-ereiding vn wrm tpwter is de gewenste tnktempertuur weersfhnkelijk (volgens de weersfhnkelijke urve). Tijdens de weersfhnkelijk werking 60

61 8 Configurtie kn de eindgeruiker de gewenste tnktempertuur niet op de geruikersinterfe npssen. Zie ook "8.3.7 Gedetilleerd sherm met weersfhnkelijke urve" op pgin 48. [5.C] Mrge # Code Beshrijving [0-0E] [0-0D] [0-0C] [0-0B] Weersfhnkelijke urve [0-0C] [0-0B] T DHW [0-0E] [0-0D] T T DHW : : De gewenste tnktempertuur. T : : De (gemiddelde) uitenomgevingstempertuur [0-0E]: uitenomgevingstempertuur: -40 C 5 C [0-0D]: uitenomgevingstempertuur: 10 C 25 C lge hoge [0-0C]: gewenste tnktempertuur wnneer de uitentempertuur gelijk is n de lge omgevingstempertuur of eronder vlt: 45 C~[6 0E] C [0-0B]: gewenste tnktempertuur wnneer de uitentempertuur gelijk is n de hoge omgevingstempertuur of erover stijgt: 35 C~[6 0E] C Tijdens het ereiden vn wrm tpwter kn de volgende hysteresiswrde worden ingesteld voor de werking vn de wrmtepomp: # Code Beshrijving [5.D] [6-01] Het tempertuurvershil dt de UITtempertuur vn de wrmtepomp eplt. Bereik: 0 C~10 C Vooreeld: instelpunt (T U )>mximum wrmtepomptempertuur [6 01] (T HP MAX [6 01]) T DHW T U =T BUH OFF 60 T HP MAX 50 T HP OFF 48 T HP ON [6-01] [6-00] T U = 60 C T HP MAX = 50 C HP BUH HP [6-01] = 2 C [6-00] = 2 C BUH Bk-upverwrming HP Wrmtepomp. Als de verwrming met de wrmtepomp te lng duurt, kn de k-upverwrming extr ijverwrmen T BUH OFF UIT-tempertuur k-upverwrming (T U ) T HP MAX Mximle wrmtepomptempertuur n sensor in tnk voor wrm tpwter voor huishoudelijk geruik T HP OFF UIT-tempertuur wrmtepomp (T HP MAX [6-01]) AAN-tempertuur wrmtepomp (T HP OFF [6-00]) T HP ON t T DHW T U t Wrmtpwtertempertuur Tempertuur vn geruikersinstelpunt (ingesteld op de geruikersinterfe) Tijd Vooreeld: instelpunt (T U ) mximum wrmtepomptempertuur [6 01] (T HP MAX [6 01]) T HP MAX T HP ON T U =T HP OFF T DHW HP T HP MAX T HP OFF T HP ON T DHW T U t HP [6-00] t Wrmtepomp. Als de verwrming met de wrmtepomp te lng duurt, kn de k-upverwrming extr ijverwrmen Mximle wrmtepomptempertuur n sensor in tnk voor wrm tpwter voor huishoudelijk geruik UIT-tempertuur wrmtepomp (T HP MAX [6-01]) AAN-tempertuur wrmtepomp (T HP OFF [6-00]) Wrmtpwtertempertuur Tempertuur vn geruikersinstelpunt (ingesteld op de geruikersinterfe) Tijd De mximum wrmtepomptempertuur hngt f vn de omgevingstempertuur. Voor meer informtie, zie het werkingsgeied Geruikersinstellingen Tl # Code Beshrijving [7.1] Nvt Tl Tijd/dtum # Code Beshrijving [7.2] Nvt De lokle tijd en dtum instellen Vkntie Stndrd is de zomertijd ingesteld en is het tijdformt ingesteld op 24 uur. Als u deze instellingen wilt wijzigen, kunt u dt doen in de menustrutuur (Geruikerinstellingen > Tijd/dtum) zodr de unit is geïnitiliseerd. Over de vkntiestnd Tijdens uw vkntie kunt u de vkntiestnd geruiken om vn uw normle progrmm's f te wijken zonder deze te moeten vernderen. Wnneer de vkntiestnd tief is, zullen de edrijfsmodus ruimteverwrming en de edrijfsmodus wrm tpwter worden uitgeshkeld. Vorstesherming kmer en ntilegionellwerking lijven tief. Typishe werkstroom De vkntiestnd geruiken omvt typish de volgende stppen: 1 De egin- en einddtum vn uw vkntie instellen. 2 De vkntiestnd tiveren. 61

62 8 Configurtie Ngn of de vkntiestnd getiveerd is en/of loopt Als wordt weergegeven op het strtsherm, dn is de vkntiestnd tief. De vkntie onfigureren 1 Ativeer de vkntiestnd. G nr [7.3.1]: Geruikerinstellingen > Vkntie > Ativtie. Seleteer An. 2 Stel de eerste dg vn uw vkntie in. G nr [7.3.2]: Vn. Seleteer een dtum. Bevestig de wijzigingen. 3 Stel de ltste dg vn uw vkntie in. Stil G nr [7.3.3]: Tot. Seleteer een dtum. Bevestig de wijzigingen. Over de geluidsrme stnd U kunt de geluidsrme stnd geruiken om het geluid vn de uitenunit te verminderen. Dit vermindert ehter ook de verwrmingspiteit vn het systeem. Er zijn meerdere niveus voor de geluidsrme stnd. U kunt: De geluidsrme stnd volledig detiveren Een niveu vn geluidsrme stnd hndmtig tiveren tot de volgende geplnde tie Een progrmm vn de geluidsrme stnd geruiken en progrmmeren Ngn of de geluidsrme stnd tief is Als wordt weergegeven op het strtsherm, dn is de geluidsrme stnd tief. De geluidsrme stnd geruiken 1 G nr [7.4.1]: Geruikerinstellingen > Stil > Ativtie. 2 Doe een vn de volgende zken: Als u wilt De geluidsrme stnd volledig detiveren Het niveu vn de geluidsrme stnd hndmtig inshkelen Een progrmm vn de geluidsrme stnd geruiken en progrmmeren Seleteer Uit. Dn Seleteer het gewenste niveu vn de geluidsrme stnd. Vooreeld: Stilst. Seleteer Automtish. G nr [7.4.2] Tijdshem en progrmmeer het progrmm. Voor meer informtie over progrmmeren, zie "8.3.8 Progrmmsherm: vooreeld" op pgin 48. Vooreeld: uw y slpt 's nmiddgs U zit in de volgende situtie: U het een progrmm voor de geluidsrme stnd geprogrmmeerd: Tijdens de nht: Stilst. Overdg: Uit om voor de verwrmingspiteit vn het systeem te zorgen. Ehter, de y slpt 's nmiddgs en u wilt dt het dn stil is. Dn kunt u het volgende doen: 1 G nr [7.4.1]: Geruikerinstellingen > Stil > Ativtie. 2 Seleteer Stilst. Voordeel: De uitenunit werkt het stilst. Elektriiteitsprijzen en gsprijs Alleen vn toepssing in omintie met de ivlente funtie. Zie ook "Bivlent" op pgin 68. # Code Beshrijving [7.5.1] Nvt Elektriiteitsprijs > Hoog [7.5.2] Nvt Elektriiteitsprijs > Middel [7.5.3] Nvt Elektriiteitsprijs > Lg [7.6] Nvt Gsprijs De elektriiteitsprijs kn lleen worden ingesteld wnneer ivlent op AAN stt ([9.C.1] of [C-02]). Deze wrden kunnen lleen worden ingesteld in menustrutuur [7.5.1], [7.5.2] en [7.5.3]. Geruik de overzihtsinstellingen NIET. De prijs voor gs instellen 1 G nr [7.6]: Geruikerinstellingen > Gsprijs. 2 Seleteer de juiste gsprijs. 3 Bevestig de wijzigingen. De prijzen kunnen vn 0.00~990 munteenheid/kwh (met 2 signifinte wrden) ingesteld worden. De prijs voor elektriiteit instellen 1 G nr [7.5.1]/[7.5.2]/[7.5.3]: Geruikerinstellingen > Elektriiteitsprijs > Hoog/Middel/Lg. 2 Seleteer de juiste elektriiteitsprijs. 3 Bevestig de wijzigingen. 4 Herhl dit voor lle drie de elektriiteitsprijzen. De prijzen kunnen vn 0.00~990 munteenheid/kwh (met 2 signifinte wrden) ingesteld worden. Indien er geen progrmm werd ingesteld, wordt rekening gehouden met de Hoog voor Elektriiteitsprijs. De weektimer vn de prijs voor elektriiteit instellen 1 G nr [7.5.4]: Geruikerinstellingen > Elektriiteitsprijs > Tijdshem. 2 Progrmmeer de seletie met ehulp vn het progrmmsherm. U kunt de elektriiteitsprijzen Hoog, Middel en Lg instellen op sis vn uw elektriiteitslevernier. 3 Bevestig de wijzigingen. 62

63 8 Configurtie De wrden stemmen overeen met de wrden vn de elektriiteitsprijzen voor Hoog, Middel en Lg die zonet werden ingesteld. Indien er geen progrmm werd ingesteld, wordt rekening gehouden met de Hoog-prijs voor elektriiteit. Over energieprijzen in gevl vn een stimulns per kwh hernieuwre energie Er kn ij het instellen vn de energieprijzen rekening worden gehouden met een stimulns. Hoewel de exploittiekosten kunnen verhogen, zullen de totle werkingskosten geoptimliseerd worden rekening houdende met de terugetling. Vergeet n het einde vn de stimulnsperiode niet de instelling vn de energieprijzen te vernderen. De gsprijs instellen in gevl vn een stimulns per kwh hernieuwre energie Bereken de wrde voor de gsprijs met de volgende formule: Huidige gsprijs+(stimulns/kwh 0,9) Zie "De prijs voor gs instellen" op pgin 62 voor de proedure om de gsprijs in te stellen. De elektriiteitprijs instellen in gevl vn een stimulns per kwh hernieuwre energie Bereken de wrde voor de elektriiteitsprijs met de volgende formule: Huidige elektriiteitsprijs+stimulns/kwh Zie "De prijs voor elektriiteit instellen" op pgin 62 voor de proedure om de elektriiteitsprijs in te stellen. Vooreeld Dit is een vooreeld en de in dit vooreeld geruikte prijzen en/of wrden zijn NIET preies. Gegevens Gsprijs 4,08 Prijs/kWh Elektriiteitsprijs 12,49 Stimulns per kwh voor hernieuwre verwrming Berekening vn de gsprijs: Gsprijs=Huidige gsprijs+(stimulns/kwh 0,9) Gsprijs=4,08+(5 0,9) Gsprijs=8,58 Berekening vn de elektriiteitsprijs: Elektriiteitsprijs=Huidige elektriiteitsprijs+stimulns/kwh Elektriiteitsprijs=12,49+5 Elektriiteitsprijs=17,49 Prijs Gs: 4,08 /kwh [7.6]=8.6 Elektriiteit: 12,49 /kwh [7.5.1]=17 5 Wrde in verwijzing Mogelijk f te lezen Informtie In menu Kunt u flezen [8.1] Energiegegevens Geprodueerde energie, verruikte elektriiteit en verruikt gs [8.2] Historiek storingen Storingshistoriek [8.3] Gegevens instllteur Contt/helpdesknummer [8.4] Sensoren Kmer-, tnk- of wrmtpwter-, uiten-, en nvoerwtertempertuur (indien vn toepssing) [8.5] Stelmotoren Toestnd/stnd vn elke stelmotor Vooreeld: Pomp vn het wrm tpwter AAN/UIT [8.6] Bedrijfsmodi Huidige edrijfsmodus Vooreeld: Stnd Ontdooien/ olieretour [8.7] Info Versie-informtie over het systeem [8.8] Verindingssttus Informtie over de sttus vn de nsluiting vn de unit, de kmerthermostt en de LANdpter Instllteurinstellingen Configurtiewizrd Ndt het systeem voor het eerst is AAN gezet, zl de geruikersinterfe u instruties geven vi de onfigurtiewizrd. Op die mnier kunt u de elngrijkste initiële instellingen uitvoeren. Op die mnier zl de unit orret kunnen werken. Ndien kunnen er indien nodig meer gedetilleerde instellingen worden uitgevoerd vi de menustrutuur. Om de onfigurtiewizrd opnieuw op te strten, gt u nr Instllteursinstellingen > Configurtie ssistent [9.1]. Wrm tpwter Snitir Wrmwter De volgende instelling eplt of het systeem wrm tpwter kn produeren of niet en welke tnk er wordt geruikt. Deze instelling is lleen-lezen. # Code Beshrijving [9.2.1] [E 05] (*) [E 06] (*) [E 07] (*) Geïntegreerd De k-upverwrming zl ook geruikt worden om wrm tpwter op te wrmen. (*) Menustrutuur-instelling [9.2.1] vervngt de volgende 3 overzihtsinstellingen: [E-05] Kn het systeem wrm tpwter produeren? [E-06] Is er een wrmtpwtertnk gepltst in het systeem? [E-07] Welke wrmtpwtertnk is geïnstlleerd? Informtie Gegevens instllteur De instllteur kn zijn onttnummer hier invullen. # Code Beshrijving [8.3] Nvt Nummer wrnr geruikers kunnen ellen wnneer prolemen zih voordoen. 63

64 8 Configurtie Omlooppomp SWW # Code Beshrijving [9.2.2] [D 02] Omlooppomp SWW: 0: Geen SWW omlooppomp: NIET geïnstlleerd 1 SWW met doorstromer: Geïnstlleerd voor ogenlikkelijk wrm wter wnneer wter genomen wordt. De geruiker stelt de edrijfstijd vn de pomp voor wrm tpwter in vi het progrmm. Controleer of deze pomp mogelijk is met de geruikersinterfe. 2 Desinfetie: Geïnstlleerd voor desinfetie. Ze werkt wnneer de desinfetiefuntie vn de tnk voor wrm tpwter werkt. Er hoeven geen verdere instellingen ingesteld te worden. Zie tevens de feeldingen hieronder. Pomp voor wrm tpwter geïnstlleerd voor Ogenlikkelijk wrm wter d e f g Binnenunit Tnk Pomp voor wrm tpwter Verwrmingselement Terugslgklep Douhe Koud wter progrmm omlooppomp SWW f g Desinfetie Hier kunt een progrmm voor de pomp voor wrm tpwter progrmmeren (enkel voor ter pltse voorziene pomp voor wrm tpwter voor seundire retour). Een progrmm progrmmeren voor de wrmtpwterpomp om te eplen wnneer de pomp AAN- en UIT-gezet moeten worden. Wnneer de pomp AAN-gezet wordt, is deze pomp in edrijf en zorgt zij ervoor dt de krn onmiddellijk wrm wter flevert. Om energie te espren, zet de pomp enkel AAN tijdens de periodes vn de dg wr meteen wrm wter nodig is. Bk-upverwrming Nst het type k-upverwrming, moeten ook de spnning, de onfigurtie en de piteit worden ingesteld op de geruikersinterfe. De piteiten voor de vershillende stppen vn de kupverwrming moeten worden ingesteld zodt de energiemeting en/ of de funtie energieverruik goed zouden werken. Door de weerstnd vn elk verwrmingstoestel te meten, kunt u de exte piteit vn elk verwrmingstoestel instellen en zodoende meer nuwkeurige energiegegevens heen. Type k-upverwrming De k-upverwrming is ngepst om op de meeste Europese elektriiteitsdistriutienetten ngesloten te worden. Het type vn de k-upverwrming moet ingesteld worden op de geruikersinterfe. Voor units met een ingeouwde kupverwrming, kn het type verwrming worden ekeken mr niet gewijzigd. d e f g # Code Beshrijving [9.3.1] [E 03] 3: 6 V Spnning 4: 9 W Voor een 3 V-model is dit vstgesteld op 230 V, 1ph. Voor een 6 V-model kn dit worden ingesteld op: 230 V, 1ph 230 V, 3ph Voor een 9 W-model is dit vstgesteld op 400 V, 3ph. # Code Beshrijving [9.3.2] [5 0D] 0: 230 V, 1ph Configurtie 1: 230 V, 3ph 2: 400 V, 3ph De k-upverwrming kn op vershillende mnieren worden geonfigureerd. Ze kn worden geonfigureerd ls 1-stps kupverwrming of ls k-upverwrming met 2 stppen. Bij 2 stppen hngt de piteit vn de tweede stp f vn deze instelling. Er kn ook een hogere piteit vn de tweede stp worden ingesteld in een noodgevl. # Code Beshrijving [9.3.3] [4 0A] 0: Relis 1 () 1: Relis 1 / Relis 1+2 () 2: Relis 1 / Relis 2 () 3: Relis 1 / Relis 2 Noodedrijf Relis 1+2 () Niet eshikr voor 3 V-modellen. Instellingen [9.3.3] en [9.3.5] zijn n elkr gekoppeld. Als u één instelling verndert, wordt ook de ndere gewijzigd. Controleer dus ij het vernderen of de wrde vn de ndere instelling nog steeds is zols verwht. Tijdens norml edrijf is de piteit vn de tweede stp vn de k-upverwrming ij nominle spnning gelijk n [6 03]+[6 04]. Als [4 0A]=3 en de noodstnd is tief, is het stroomverruik vn de k-upverwrming mximl en gelijk n 2 [6 03]+[6 04]. Alleen voor systemen met ingeouwde wrmtpwtertnk: ls het instelpunt vn de opslgtempertuur hoger is dn 50 C, dviseert Dikin de tweede stp vn de kupverwrming NIET uit te shkelen, ngezien dit een grote invloed heeft op de tijd die de unit nodig heeft om de wrmtpwtertnk op te wrmen. Cpiteit stp 1 # Code Beshrijving [9.3.4] [6 03] De piteit vn de eerste stp vn de k-upverwrming n nominle spnning. 64

65 8 Configurtie Extr piteit stp 2 # Code Beshrijving [9.3.5] [6 04] Het vershil in piteit tussen de tweede en de eerste stp vn de kupverwrming op nominle spnning. De nominle wrde hngt f vn de onfigurtie vn de kupverwrming. Evenwiht # Code Beshrijving [9.3.6] [5-00] Evenwiht: Mg de k-upverwrming oven de evenwihtstempertuur werken tijdens ruimteverwrming? 1: NIET toegestn 0: Toegestn [9.3.7] [5-01] Evenwihtstempertuur: De uitentempertuur onder dewelke de k-upverwrming mg werken. Werking Bereik: 15 C~35 C # Code Beshrijving [9.3.8] [4 00] Werking vn de k-upverwrming: 0: Beperkt 1: Toegestn 2: Alleen SWW Ingeshkeld voor wrm tpwter, uitgeshkeld voor ruimteverwrming Alleen voor systemen met ingeouwde wrmtpwtertnk: Indien k-upverwrming tijdens ruimteverwrming eperkt moet worden, mr toegestn kn worden om tpwter op te wrmen, zet dn [4 00] op 2. Noodwerking Indien de wrmtepomp weigert te werken, kn de kupverwrming ls noodverwrming werken en l dn niet utomtish de volledige wrmteelsting overnemen. Wnneer de utomtishe noodfuntie is ingesteld op Automtish en er zih een storing voordoet in een wrmtepomp, zl de k-upverwrming utomtish de wrmteelsting en de produtie vn wrm tpwter overnemen. Wnneer utomtishe noodstop is ingesteld op Hndmtig en er zih een storing voordoet in de wrmtepomp, stoppen het nmken vn wrm tpwter en het verwrmen vn ruimten en moet het systeem hndmtig worden hersteld vi de geruikersinterfe. Om de werking hndmtig te herstellen, gt u nr het Storing hoofdmenu-sherm, wr de geruikersinterfe u dn zl vrgen of de k-upverwrming de volledige wrmteelsting l dn niet moet overnemen. Noodedrijf We rden n om Noodedrijf in te stellen op Automtish indien niemnd gedurende lngere periodes in het huis nwezig is. # Code Beshrijving [9.5] Nvt 0: Hndmtig 1: Automtish Blneren Voorrngen De instelling vn de utomtishe noodstop kn lleen in de menustrutuur vn de geruikersinterfe worden ingesteld. Indien er zih een storing voordoet in de wrmtepomp en Noodedrijf is ingesteld op Hndmtig, lijven de funties Vorstesherming kmer, Dekvloer drogen vn de vloerverwrming en Vorstesherming wterleidingen ingeshkeld, zelfs wnneer de geruiker het noodedrijf NIET evestigt. Voor systemen met een geïntegreerde wrmtpwtertnk # Code Beshrijving [9.6.1] [5 02] Voorrng vn verwrmen vn ruimten: Beplt of de k-upverwrming de wrmtepomp ijstt tijdens het opwrmen vn wrm tpwter. Ativeer deze funtie om de tnk sneller op te wrmen en de ruimteverwrming minder lng te onderreken. Deze instelling MOET steeds op 1 stn. [5-01] Evenwihtstempertuur en [5-03] Tempertuur voorrng ruimteverwrming heen etrekking op de k-upverwrming. U moet dus [5-03] gelijk n of een pr grden hoger dn [5-01] instellen. Indien de werking vn de kupverwrming eperkt is ([4-00]=0) en de uitentempertuur lger is dn instelling [5-03], zl het wrm tpwter niet door de k-upverwrming opgewrmd worden. [9.6.2] [5 03] Voorrngstempertuur: Beplt de uitentempertuur wronder de kupverwrming zl ijstn tijdens het opwrmen vn wrm tpwter. [9.6.3] [5-04] Afwijking instelpunt BSH: Instelpuntorretie voor tempertuur wrm tpwter: instelpuntorretie voor de gewenste tempertuur vn het wrm tpwter, te geruiken ij lge uitentemperturen wnneer de voorrng n ruimteverwrming getiveerd is. Het georrigeerde (hogere) instelpunt zorgt ervoor dt de totle verwrmingspiteit vn het wter in de tnk zo goed ls ongewijzigd lijft door het koudere wter op de odem in de tnk (omdt de wrmtewisselrspirl niet werkt) te ompenseren met wrmer wter ovenn. Bereik: 0 C~20 C 65

66 8 Configurtie Timers voor gelijktijdig verzoek voor ruimteverwrming en ereiden vn wrm tpwter # Code Beshrijving [9.6.4] [8-02] Antipendel timer: Minimumtijd tussen twee yli voor wrm tpwter. De werkelijke ntipendeltijd hngt ook f vn instelling [8-04]. Bereik: 0~10 uur Opmerking: De minimum tijd is 0,5 uur zelfs ls de geseleteerde wrde 0 is. [9.6.5] Nvt Timer miniml edrijf: NIET wijzigen. [9.6.6] [8-01] Mximle edrijfstijd voor wrmtpwterereiding. Het verwrmen vn wrm tpwter stopt, zelfs ls de eindtempertuur vn het wrm tpwter NIET werd ereikt. De werkelijke mximle edrijfstijd hngt ook f vn instelling [8-04]. Als Bediening=Kmerthermostt: Er wordt lleen met deze voorgeprogrmmeerde wrde rekening gehouden ls er een verzoek voor ruimteverwrming is. Als er GEEN verzoek voor ruimteverwrming is, wordt de tnk verwrmd tot wnneer het instelpunt ereikt wordt. Als Bediening Kmerthermostt: Er wordt geen rekening gehouden met deze voorgeprogrmmeerde wrde. Bereik: 5~95 minuten [9.6.7] [8-04] Bijkomende timer: Extr edrijfstijd voor de mximle edrijfstijd fhnkelijk vn de uitentempertuur [4-02]. [8-02]: Antipendel timer [8-01] [8-02] Bereik: 0~95 minuten 1 Wrmtepomp in stnd verwrmen tpwter (1=tief, 0=niet tief) 2 Vrg wrm wter voor wrmtepomp (1=vrg, 0=geen vrg) t Tijd [8-04]: Bijkomende timer ij [4-02] t t Mximle edrijfstijd wrm tpwter Bevriespreventie wterleidingen Alleen relevnt voor instllties met wterleidingen uiten. Deze funtie trht wterleidingen uiten te eshermen tegen evriezing. # Code Beshrijving [9.7] [4-04] Vorsteveiliging wterleidingen: 0: Periodiek 1: Continu 2: Uit Voeding met kwh-voordeel Het ontt voor de voeding met voorkeur kwh-trief is ngesloten op dezelfde klemmen (X5M/9+10) ls de veiligheidsthermostt voor de seundire zone. Het systeem kn lleen mr OFWEL een voeding met voorkeur kwh-trief OFWEL een veiligheidsthermostt heen voor de seundire zone. # Code Beshrijving [9.8.1] [D-01] Ansluiting op een Voeding met voordeel trief elektriiteit of een Veiligheidsthermostt 0 Nee: De uitenunit is ngesloten op een normle elektrishe voeding. 1 Open: De uitenunit is ngesloten op een elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief. Wnneer het signl vn het voorkeur kwh-trief nr de energielevernier wordt gestuurd, opent het ontt en gt de unit over in gedwongen uit-stnd. Wnneer het signl opnieuw stopt, sluit het spnningsvrij ontt en egint de unit weer te werken. Ativeer drom ltijd de utomtishe herstrtfuntie. 2 Diht: De uitenunit is ngesloten op een elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief. Wnneer het signl vn het voorkeur kwh-trief nr de energielevernier wordt gestuurd, sluit het ontt en gt de unit over in gedwongen uit-stnd. Wnneer het signl opnieuw stopt, gt het spnningsvrij ontt open en egint de unit weer te werken. Ativeer drom ltijd de utomtishe herstrtfuntie. 3 Veiligheidsthermostt: Er is een veiligheidsthermostt ngesloten op het systeem (norml gesloten ontt) [8-01]+ [8-04] [8-02] [8-01] 0 [5-03] [4-02] T A t T A Omgevings (uiten) tempertuur Tijd Antipendel timer 66

67 8 Configurtie # Code Beshrijving [9.8.2] [D-00] Verwrmingselement toegestn: Welke verwrmingen worden toegestn te werken tijdens de elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief? 0 Nee: Geen 1 Alleen BSH: Alleen de oosterverwrming 2 Alleen BUH: Alleen de kupverwrming 3 Alle: Alle verwrmingen Zie onderstnde tel. [9.8.3] [D-05] Pomp toegestn: Geruik NIET 1 of 3. Instelling 2 heeft enkel zin ls de elektrishe voeding met voorkeur kwhtrief vn het type 1 is of ls de innenunit op een elektrishe voeding met norml kwh-trief (vi X2M/5 6) ngesloten is en de kupverwrming NIET op de elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief ngesloten is. 0 Nee: Pomp uit 1 J: Geen eperking [D 00] Bk-upverwrming Compressor 0 Gedwongen UIT Gedwongen UIT 2 Toegestn De esturing energieverruik Besturing energieverruik Zie "5 Rihtlijnen met etrekking tot mogelijke toepssingen" op pgin 11 voor meer informtie over deze funtie. # Code Beshrijving [9.9.1] [4-08] Besturing energieverruik: [9.9.2] [4-09] Type: 0 Nee: Uitgeshkeld. 1 Continu: Getiveerd: U kunt één vermogengrenswrde (in A of kw) instellen om n te gegeven dt het energieverruik vn het systeem ltijd tot deze wrde eperkt zl worden. 2 Input: Getiveerd: U kunt tot vier vershillende vermogengrenswrden (in A of kw) instellen om n te gegeven dt het energieverruik vn het systeem tot deze wrden eperkt zl worden wnneer de overeenstemmende digitle ingng vrgt. 0 Amp:De grenswrden worden in A ingesteld. 1 kw: De grenswrden worden in kw ingesteld. Beperking wnneer [9.9.1]=Continu en [9.9.2]=Amp: # Code Beshrijving [9.9.3] [5-05] Limiet: Alleen vn toepssing in het gevl vn een voltijdse stroomeperking. 0 A~50 A Beperkingen wnneer [9.9.1]=Input en [9.9.2]=Amp: # Code Beshrijving [9.9.4] [5-05] Limiet 1: 0 A~50 A [9.9.5] [5-06] Limiet 2: 0 A~50 A [9.9.6] [5-07] Limiet 3: 0 A~50 A [9.9.7] [5-08] Limiet 4: 0 A~50 A Beperking wnneer [9.9.1]=Continu en [9.9.2]=kW: # Code Beshrijving [9.9.8] [5-09] Limiet: Alleen vn toepssing in het gevl vn een voltijdse vermogeneperking. 0 kw ~ 20 kw Beperkingen wnneer [9.9.1]=Input en [9.9.2]=kW: # Code Beshrijving [9.9.9] [5-09] Limiet 1: 0 kw~20 kw [9.9.A] [5-0A] Limiet 2: 0 kw~20 kw [9.9.B] [5-0B] Limiet 3: 0 kw~20 kw [9.9.C] [5-0C] Limiet 4: 0 kw~20 kw Prioritire verwrming # Code Beshrijving [9.9.D] [4-01] Besturing energieverruik UITGESCHAKELD [4-08]=0 0 Geen: de k-upverwrming en de oosterverwrming kunnen gelijktijdig werken. 1 Boosterverwrming: De oosterverwrming heeft voorrng. 2 Bk-upverwrming: De kupverwrming heeft voorrng. Besturing energieverruik INGESCHAKELD [4 08]=1/2 0 Geen: fhnkelijk vn het niveu vn de vermogeneperking zl de oosterverwrming eerst eperkt worden voorleer de kupverwrming eperkt wordt. 1 Boosterverwrming: fhnkelijk vn het niveu vn de vermogeneperking zl de kupverwrming eerst eperkt worden voorleer de oosterverwrming eperkt wordt. 2 Bk-upverwrming: fhnkelijk vn het niveu vn de vermogeneperking zl de oosterverwrming eerst eperkt worden voorleer de kupverwrming eperkt wordt. Let op: Als de esturing energieverruik UITGESCHAKELD is (voor lle modellen), eplt de instelling [4 01] of de k-upverwrming en de oosterverwrming gelijktijdig kunnen werken, of ls de oosterverwrming/k-upverwrming voorrng heeft op de kupverwrming/oosterverwrming. 67

68 8 Configurtie Als de esturing energieverruik INGESCHAKELD is, eplt de instelling [4 01] de voorrng vn de elektrishe verwrmingen in funtie vn de toepsselijke eperking. De energiemeting Energiemeting Als de energiemeting vi externe energiemeters geeurt, onfigureer de instellingen dn zols hiern eshreven. Seleteer de pulsfrequentieoutput vn elke energiemeter onform de speifities vn de energiemeters. Er kunnen tot 2 energiemeters met vershillende pulsfrequenties ngesloten worden. Als slehts 1 energiemeter of zelfs geen energiemeter wordt geruikt, seleteer dn 'Geen' om n te geven dt de overeenstemmende pulsinput NIET geruikt wordt. # Code Beshrijving [9.A.1] [D 08] Elektriiteitsmeter 1: 0 Geen: NIET geïnstlleerd 1 1/10kWh: Geïnstlleerd 2 1/kWh: Geïnstlleerd 3 10/kWh: Geïnstlleerd 4 100/kWh: Geïnstlleerd /kWh: Geïnstlleerd [9.A.2] [D 09] Elektriiteitsmeter 2: Sensoren Buitensensor 0 Geen: NIET geïnstlleerd 1 1/10kWh: Geïnstlleerd 2 1/kWh: Geïnstlleerd 3 10/kWh: Geïnstlleerd 4 100/kWh: Geïnstlleerd /kWh: Geïnstlleerd # Code Beshrijving [9.B.1] [C-08] Buitensensor: Als een optionele externe omgevingssensor is ngesloten, moet het type vn de sensor ingesteld worden. 0 Geen: NIET geïnstlleerd. De thermistor in de geruikersinterfe en deze in de uitenunit worden geruikt om metingen uit te voeren. 1 Buitenunit: Angesloten op de printplt vn de innenunit die de uitentempertuur meet. Opmerking: Voor sommige funties wordt nog steeds de tempertuursensor in de uitenunit geruikt. 2 Kmer: Angesloten op de printplt vn de innenunit die de innentempertuur meet. De tempertuursensor in de geruikersinterfe wordt NIET meer geruikt. Opmerking: Deze wrde heeft lleen een etekenis in de kmerthermosttregeling. U kunt de externe uitenomgevingstempertuursensor ijken. Er kn een fwijking op de thermistorwrde ingegeven worden. Deze instelling kn geruikt worden om situtie te ompenseren wrin de externe uitenomgevingstempertuursensor niet op de idele plts kn worden gepltst. # Code Beshrijving [9.B.2] [2-0B] Afwijk. uitensensor: Afwijking op de omgevingstempertuur gemeten op de externe uitentempertuursensor. Gemiddelde tijd 5 C~5 C, stp 0,5 C De gemiddeldentimer orrigeert de invloed vn de shommelingen vn de omgevingstempertuur. De erekening vn het weersfhnkelijk instelpunt geeurt op sis vn de gemiddelde uitentempertuur. Er wordt over een geseleteerde tijdsintervl een gemiddelde genomen vn de uitentempertuur. # Code Beshrijving [9.B.3] [1-0A] Gemiddelde tijd : Bivlent Bivlent 0: Geen gemiddelde 1: 12 uur 2: 24 uur 3: 48 uur 4: 72 uur Enkel vn toepssing op innenunit-opstellingen met een extr ketel (fwisselende werking, prllel ngesloten). De edoeling vn de ivlente werking is te eplen welke verwrmingsron kn/zl zorgen voor het verwrmen vn ruimten: de innenunit of een extr ketel. # Code Beshrijving [9.C.1] [C-02] Bivlent: Geeft n dt de ruimteverwrming ook door een ndere wrmteron dn het systeem uitgevoerd wordt. 0 Nee: Niet geïnstlleerd 1 J: Geïnstlleerd. De extr ketel (gsketel, oliernder) zl werken wnneer de uitenomgevingstempertuur lg is. Tijdens de ivlente werking is de wrmtepomp uit. Stel deze wrde in wnneer een extr ketel geruikt wordt. Als Bivlent getiveerd is: Wnneer de uitentempertuur onder de Bivlente AAN-tempertuur zkt (vst of vriel geseerd op energieprijzen), wordt de ruimteverwrming door de innenunit utomtish gestopt en wordt het toestemmingssignl voor de extr ketel tief. Als Bivlent gedetiveerd is: Ruimteverwrming door de innenunit uitgevoerd innen het werkingsereik. Het toestemmingssignl voor de extr ketel is ltijd intief. Afwijk. uitensensor ALLEEN vn toepssing wnneer een externe uitenomgevingstempertuursensor werd ngesloten en geonfigureerd. 68

69 8 Configurtie X1 X2 X3 X4 De omintie vn instelling [4-03]=0/2 met ivlente werking kn ij een lge uitentempertuur leiden tot een tekort n wrm tpwter. De funtie ivlente werking heeft geen invloed op de stnd verwrmen vn tpwter. Het wrm tpwter wordt nog ltijd en lleen opgewrmd door de innenunit. Het toestemmingssignl voor de extr ketel zit op de EKRP1HB (digitle I/O-printplt). Wnneer het getiveerd is, is het ontt X1, X2 diht, en open wnneer het gedetiveerd is. Zie de feelding hieronder voor de shemtishe lotie vn dit ontt. X2M X1M OFF ON SS1 Mogelijkheid 2: Geseerd op de uitentempertuur en de energieprijzen De instllteur kn een tempertuurereik instellen [C 04]. Afhnkelijk vn de energieprijzen vrieert een erekend punt T l in een ereik tussen [C 03] en [C 03]+[C 04]. Wij dviseren [C 04] groter dn de stndrdwrde te kiezen om een optimle werking te heen wnneer mogelijkheid 2 wordt gekozen. Elektriiteits- en gsprijzen # Code Beshrijving [7.5.1] Nvt Elektriiteitsprijs > Hoog [7.5.2] Nvt Elektriiteitsprijs > Middel [7.5.3] Nvt Elektriiteitsprijs > Lg [7.6] Nvt Gsprijs De elektriiteitsprijs kn lleen worden ingesteld wnneer ivlent op AAN stt ([9.C.1] of [C-02]). Deze wrden kunnen lleen worden ingesteld in menustrutuur [7.5.1], [7.5.2] en [7.5.3]. Geruik de overzihtsinstellingen NIET. Wnneer de uitentempertuur onder het T l punt zkt, dn wordt het toestemmingssignl voor de extr ketel tief. Om niet teveel om te shkelen is er een hysteresis vn 3 C. Ketel rendement YC Y1 Y2 Y3 Y4 Nrgelng de geruikte oiler moet de effiiëntie ls volgt worden gekozen: # Code Beshrijving [9.C.2] [7 05] 0: Zeer hoog 1: Hoog 2: Middel 3: Lg 4:Zeer lg Mogelijkheid 1: Geseerd op de uitentempertuur Stel lle elektriiteitsprijzen ([7.5.1]~[7.5.3]) in op "0" in de menustrutuur. Stel ook de volgende wrden in: Geruik de overzihtsinstellingen NIET! # Code Beshrijving [9.C.3] [C-03] Bivlente AAN-tempertuur: Beplt de uitentempertuur wronder het toestemmingssignl voor de extr ketel tief wordt (X1 en X2 op EKRP1HB is gesloten) en de ruimteverwrming door de innenunit wordt gestopt. [9.C.4] [C-04] Hysteresis: Beplt het tempertuurvershil tussen de AANtempertuur en de UIT-tempertuur. # Code Beshrijving [9.C.3] [C-03] Bivlente AAN-tempertuur: Onder deze tempertuur is de ivlente werking ltijd AAN. [9.C.4] [C-04] Werkingsgeied wrtussen T l wordt erekend. Toestemmingssignl X1 X2 (EKRP1HB) [C-03] T l 3 C T A T l [C-03]+[C-04] T A Buitentempertuur Bivlente AAN-tempertuur (vriel). Onder deze tempertuur is de extr ketel ltijd AAN. T l kn nooit onder [C 03] of oven [C 03]+[C 04] gn. Extr ketel tief Extr ketel intief VOORZICHTIG Zorg ervoor dt lle voorshriften ngeleefd worden die in rihtlijn 5 over mogelijke toepssingen vermeld stn wnneer de funtie ivlente werking getiveerd is. Dikin is NIET nsprkelijk voor shde ls gevolg vn het niet nleven vn deze voorshriften. Toestemmingssignl X1 X2 [C-04] T [C-03] A T A Buitentempertuur [C-03] Bivlente AAN-tempertuur (vst) Extr ketel tief Extr ketel intief 69

70 8 Configurtie Alrmuitgng Alrm uitgng # Code Beshrijving [9.D] [C-09] Alrm uitgng: Geef de logi n vn de lrm-output op de digitle I/Oprintplt tijdens een storing. De lrm-outputlogi 0 Anorml: De lrm-output wordt getiveerd wnneer zih een lrm voordoet. Met deze instelling kn een ondersheid worden gemkt tussen het deteteren vn een lrm en het deteteren vn een stroomstoring. 1 Norml: De lrmuitgng wordt NIET getiveerd wnneer zih een lrm voordoet. Zie tevens onderstnde tel (logi lrm-output). [C-09] Alrm Geen lrm Geen voeding nr de unit 0 Gesloten uitgng Open uitgng 1 Open uitgng Gesloten uitgng Automtishe herstrt Automtishe herstrt Open uitgng Bij herstelling vn de stroomvoorziening n een stroomonderreking zl de utomtishe herstrtfuntie de instellingen vn de fstndsediening vn voor de stroomonderreking herstellen. Drom is het nevolen de funtie ltijd in te shkelen. Als de elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief vn het type is wrij de elektrishe voeding wordt onderroken, moet de utomtishe herstrtfuntie ltijd worden getiveerd. De innenunit kn, onfhnkelijk vn de sttus vn de elektrishe voeding met voorkeur kwh-trief, ontinu geregeld worden door de innenunit op een elektrishe voeding met norml kwh-trief n te sluiten. # Code Beshrijving [9.E] [C-09] Automtishe herstrt: 0: Hndmtig 1 Automtish Beveiligingen uitshkelen De softwre evt een stnd "instllteur ter pltse" ([9.G]: Besherming uitshkelen) die de utomtishe werking vn de unit uitshkelt. Bij de eerste instlltie wordt de instelling Besherming uitshkelen stndrd op J gezet, wt etekent dt de utomtishe werking is uitgeshkeld. Alle eshermende funties zijn dn uitgeshkeld. Als de strtpgin's vn de geruikersinterfe uit stn, zl de unit NIET utomtish werken. Om de utomtishe werking en de eshermende funties in te shkelen, zet Besherming uitshkelen op Nee. 36 uur ndt de unit voor het eerst onder spnning werd gezet, zl deze Besherming uitshkelen utomtish op Nee zetten, zodt de stnd "instllteur ter pltse" wordt gestopt en de eshermende funties ingeshkeld worden. Indien n de eerste instlltie de instllteur terug ter pltse komt, moet deze Besherming uitshkelenhndmtig op J zetten. # Code Beshrijving [9.G] Nvt Besherming uitshkelen 0: Nee 1 J Het gedwongen ontdooien Het gedwongen ontdooien Strt hndmtig de ontdooifuntie. # Code Beshrijving [9.H] Nvt Wilt u een ontdooiproes strten? Terug OK Overziht lokle instellingen Alle instellingen kunnen worden uitgevoerd vi de menustrutuur. Als het om een of ndere reden nodig is om een instelling te wijzigen met ehulp vn de overzihtsinstellingen, zijn de overzihtsinstellingen eshikr in het overziht vn de lokle instellingen [9.I]. Zie "Een overzihtsinstelling wijzigen" op pgin 45. De energiesprfuntie Energiesprfuntie Beplt of de elektrishe voeding vn de uitenunit tijdens stilstnd (inwendig door de ediening vn de innenunit) onderroken mg worden (geen vrg nr ruimteverwrming/koeling of wrm tpwter). De eindeslissing om een stroomonderreking vn de uitenunit toe te stn wnneer deze stilstt hngt f vn de omgevingstempertuur, ompressoromstndigheden en minimumintervltimers. Om de energiesprfuntie in te stellen, moet [E 08] worden getiveerd op de geruikersinterfe. # Code Beshrijving [9.F] [E 08] Energiesprfuntie voor uitenunit: 0: Nee 1: J 70

71 8 Configurtie 8.5 Menustrutuur: Overziht geruikersinstellingen [1] Kmer Tijdshem Progrmm verwrming Vorstesherming Instelpuntereik Afwijk. kmersensor [2] Hoofdzone Tijdshem Progrmm verwrming Instelpunt modus Stooklijn verwrming [3] Seundire zone Tijdshem Progrmm verwrming Instelpunt modus Stooklijn verwrming [4] Ruimteverwrming/-koeling Bedrijfmodus [5] Snitire wrmwtertnk Krhtig verwrmen Instelpunt onfort edrijf Instelpunt Eo edrijf Instelpunt wrmhouden Tijdshem [7] Geruikerinstellingen Tl Tijd/dtum Vkntie Stil Elektriiteitsprijs Gsprijs [1.4] Vorstesherming Ativtie Instelpunt ruimtetempertuur [1.5] Instelpuntereik Minimum instelpunt verwrming Mximum instelpunt verwrming [7.2] Tijd/dtum Uren Minuten Jr Mnd Dg Zomertijd Formt [7.3] Vkntie Ativtie Vn Tot [7.4] Stil Ativtie Tijdshem [7.5] Elektriiteitsprijs Hoog Middel Lg Tijdshem [8] Informtie Energiegegevens Historiek storingen Gegevens instllteur Sensoren Stelmotoren Bedrijfsmodi Info Verindingssttus [8.1] Energiegegevens Opgenomen eletrish vermogen Geprodueerde wrmte [B]Geruikersprofiel [C] In werking Kmer Ruimteverwrming/-koeling Snitire wrmwtertnk Instelpunt-sherm Nrgelng de geseleteerde instllteurinstellingen en het type unit, zullen de instellingen zihtr/onzihtr zijn. 71

72 8 Configurtie 8.6 Menustrutuur: Overziht instllteurinstellingen [9]Instllteursinstellingen Configurtie ssistent Snitir Wrmwter Bk-upverwrming Noodedrijf Blneren Vorsteveiliging wterleidingen Voeding met voordeel trief elektriiteit Besturing energieverruik Energiemeting Sensoren Bivlent Alrm uitgng Automtishe herstrt Energiesprfuntie Besherming uitshkelen Gedwongen ontdooien Overziht instellingen [9.2] Snitir Wrmwter Snitir Wrmwter Omlooppomp SWW progrmm omlooppomp SWW Zon [9.3] Bk-upverwrming Type k-upverwrming Spnning Configurtie Cpiteit stp 1 Extr piteit stp 2 Evenwiht Evenwihtstempertuur Werking [9.6] Blneren Voorrng vn verwrmen vn ruimten Voorrngstempertuur Afwijking instelpunt BSH Antipendel timer Timer miniml edrijf Mximle edrijfstijd Bijkomende timer [9.8] Voeding met voordeel trief elektriiteit Voeding met voordeel trief elektriiteit Verwrmingselement toegestn Pomp toegestn [9.9] Besturing energieverruik Besturing energieverruik Type Limiet Limiet 1 Limiet 2 Limiet 3 Limiet 4 Prioritire verwrming [9.A] Energiemeting Elektriiteitsmeter 1 Elektriiteitsmeter 2 [9.B] Sensoren Buitensensor Afwijk. uitensensor Gemiddelde tijd [9.C] Bivlent Bivlent Ketel rendement Tempertuur Hysteresis De solrkit-instellingen worden getoond, mr zijn NIET vn toepssing op deze unit. De instellingen mogen NIET worden geruikt of gewijzigd. Nrgelng de geseleteerde instllteurinstellingen en het type unit, zullen de instellingen zihtr/onzihtr zijn. 72

73 9 Inedrijfstelling 9 Inedrijfstelling 9.1 Overziht: Inedrijfstelling Dit hoofdstuk eshrijft wt u moet doen en kennen om het systeem in edrijf te stellen ndt het werd geonfigureerd. Typishe werkstroom Het in edrijf stellen houdt typish volgende stppen in: 1 De Cheklist vóór inedrijfstelling ontroleren. 2 Ontluhten. 3 Het systeem testen. 4 Indien nodig, een of meerdere stelmotoren testen. 5 Indien nodig, de dekvloer vn de vloerverwrming drogen. 9.2 Voorzorgsmtregelen ij de inedrijfstelling Gedurende de eerste edrijfsperiode vn de unit kn het nodige opgenomen vermogen hoger zijn dn dt vermeld op het typepltje vn deze unit. Dit fenomeen wordt veroorzkt door de ompressor, die een ontinue looptijd vn 50 uur nodig heeft voordt een vlotte werking en stiel stroomverruik wordt gereliseerd. Lt de unit NOOIT werken zonder de thermistoren en/of druksensoren/-shkelrs. De ompressor zou nders vuur kunnen vtten. Lt de unit NIET werken ls niet lle koelmiddelleidingen ngesloten werden (nders zl de ompressor eshdigd worden en zelfs reken). 9.3 Cheklist vóór inedrijfstelling Lt het systeem NIET werken voorleer de volgende ontroles OK zijn: U leest de volledige instlltie-instruties, zols eshreven in de uitgereide hndleiding voor de instllteur. De innenunit moet juist gemonteerd zijn. De uitenunit moet juist gemonteerd zijn. De volgende ter pltse te voorziene edrdingen werden gelegd onform dit doument en de geldende wetgeving: Tussen het lokl voedingsord en de uitenunit Tussen de innenunit en de uitenunit Tussen het ter pltse te voorzien pneel en de innenunit Tussen de innenunit en de krnen en kleppen (indien vn toepssing) Tussen de innenunit en de kmerthermostt (indien vn toepssing) Het systeem is goed en op de juiste mnier gerd en de rdingsklemmen zijn goed ngehld. De zekeringen of lokl geïnstlleerde eveiligingen zijn overeenkomstig dit doument geïnstlleerd en zijn NIET overrugd. De voedingsspnning komt overeen met de spnning op het identifitiepltje vn de unit. Er zijn GEEN losse nsluitingen of verindingen of eshdigde elektrishe onderdelen in de shkelkst. Er zijn GEEN eshdigde onderdelen of uizen die tegen de innenknt vn de innen- of uitenunit gedrukt worden. Stroomonderreker F1B vn de k-upverwrming (ter pltse te voorzien) is INgeshkeld. Er zijn GEEN koelmiddellekkges. De koelmiddelleidingen (gs en vloeistof) zijn thermish geïsoleerd. De juiste uismten werden gepltst en de leidingen zijn goed en op de juiste mnier geïsoleerd. Er zijn GEEN wterlekkges in de innenunit. De fsluiters zijn op de juiste mnier gemonteerd en stn volledig open. De fsluiters (gs en vloeistof) op de uitenunit stn volledig open. Het ontluhtingsventiel stt open (minstens 2 drien). De drukveiligheidsklep sproeit wter ls hij geopend wordt. De wrmtpwtertnk is volledig gevuld. De softwre evt een stnd "instllteur ter pltse" ([9.G]: Besherming uitshkelen) die de utomtishe werking vn de unit uitshkelt. Bij de eerste instlltie wordt de instelling Besherming uitshkelen stndrd op J gezet, wt etekent dt de utomtishe werking is uitgeshkeld. Alle eshermende funties zijn dn uitgeshkeld. Als de strtpgin's vn de geruikersinterfe uit stn, zl de unit NIET utomtish werken. Om de utomtishe werking en de eshermende funties in te shkelen, zet Besherming uitshkelen op Nee. 36 uur ndt de unit voor het eerst onder spnning werd gezet, zl deze Besherming uitshkelen utomtish op Nee zetten, zodt de stnd "instllteur ter pltse" wordt gestopt en de eshermende funties ingeshkeld worden. Indien n de eerste instlltie de instllteur terug ter pltse komt, moet deze Besherming uitshkelenhndmtig op J zetten. 9.4 Cheklist tijdens inedrijfstelling Het minimum deiet tijdens k-upverwrming/ ontdooien is gegrndeerd in lle omstndigheden. Zie Het wtervolume en deiet ontroleren in "6.4 De wterleidingen voorereiden" op pgin 21. Ontluhten. Proefdrien. Stelmotoren proefdrien. Funtie dekvloer drogen De funtie dekvloer drogen wordt gestrt (indien nodig). 73

74 9 Inedrijfstelling Het minimum deiet ontroleren Verplihte proedure voor de seundire zone 1 Controleer nrgelng de hydrulishe onfigurtie welke ruimteverwrmingslussen kunnen gesloten worden door mehnishe, elektronishe of ndere kleppen. 2 Sluit lle ruimteverwrmingslussen die kunnen worden gesloten (zie vorige stp). 3 Strt het proefdrien vn de pomp (zie "9.4.4 Stelmotoren proefdrien" op pgin 75). 4 G tijdens het proefdrien vn de pomp nr Sensoren. 5 Seleteer de wterdeietgegevens. Tijdens het testen/proefdrien kn de unit onder het vereist minimumdeiet werken. 6 Wijzig de instelling vn de omloopklep om het minimum vereiste deiet + 2 l/min te ereiken. Anevolen proedure voor de primire zone De pomp vn de seundire zone zorgt dt het minimum deiet voor een orrete werking vn de unit is gegrndeerd. 1 Controleer nrgelng de hydrulishe onfigurtie welke ruimteverwrmingslussen kunnen gesloten worden door mehnishe, elektronishe of ndere kleppen. 2 Sluit lle ruimteverwrmingslussen die kunnen worden gesloten (zie vorige stp). 3 Mk een thermonvrg n voor enkel de primire zone. 4 Wht 1 minuut tot wnneer de unit zih heeft gestiliseerd. 5 Indien de seundire pomp nog steeds werkt (de groene LED op de rehtse pomp is AAN), verhoog het deiet tot de seundire pomp niet meer werkt (LED is UIT). 6 G nr [8.4.A]: Informtie > Sensoren > Deiet. 7 Wijzig de instelling vn de omloopklep om het minimum vereiste deiet + 2 l/min te ereiken. Minimum vereist deiet tijdens ontdooien/k-upverwrming 12 l/min De ontluhtingsfuntie Het is heel elngrijk dt ij de inedrijfstelling en de instlltie vn de unit lle luht uit het wteriruit wordt verwijderd. Open de ontluhtingsventielen en voer een ontluhting uit. Als de ontluhtingsfuntie n het werken is, werkt de pomp zonder dt de unit eigenlijk werkt en zl het ontluhten vn het wteriruit eginnen. Voorleer te ontluhten, open de veiligheidskrn en ontroleer of het iruit met voldoende wter is gevuld. U kunt de proedure voor het ontluhten ps eginnen wnneer er wter uit de krn stroomt wnneer u ze geopend het. Er zijn 2 stnden om te ontluhten: Hndmtig: de unit werkt met een vste pomp en in een vste of een ngepste stnd vn de 3-wegklep. De ngepste stnd vn de 3-wegklep is erg hndig om lle luht uit het wteriruit te verwijderen in de stnd ruimteverwrming of opwrmen vn het tpwter. Zowel het iruit vn de ruimteverwrming ls dt vn het wrm tpwter moeten worden ontluht. De werksnelheid vn de pomp (trg of snel) kn ook ingesteld worden. Automtish: de unit wijzigt utomtish de snelheid vn de pomp en shkelt de stnd vn de 3-wegklep om tussen de stnd ruimteverwrming en de stnd opwrmen vn het tpwter. Typishe werkstroom Het systeem ontluhten estt uit het volgende: 1 Hndmtig ontluhten 2 Automtish ontluhten Begin eerst hndmtig te ontluhten. Wnneer hst lle luht is verwijderd, ontluht dn utomtish. Indien nodig, herhl het utomtish ontluhten tot wnneer u zeker ent dt lle luht uit het systeem werd verwijderd. Tijdens de ontluhtingsfuntie is eperking [9 0D] vn de pompsnelheid NIET vn toepssing. De ontluhtingsfuntie stopt utomtish n 30 minuten. Hndmtig ontluhten Wnneer u de primire zone ontluht, moet u ervoor zorgen dt het instelpunt voor de primire zone minstens 5 C hoger is dn de wtertempertuur in de unit. Voorwrden: Zorg ervoor dt de werking volledig is uitgeshkeld. G nr het menu In werking en shkel de werking Kmer, Ruimteverwrming/-koeling en Snitire wrmwtertnk uit. 1 Stel het geruikertoegngsniveu in op Instllteur. Zie "Het geruikertoegngsniveu wijzigen" op pgin G nr [A.3]: Inedrijfstelling > Ontluhting. 3 Stel in het menu Type = Hndmtig. 4 Seleteer Ontluhting strten. 5 Seleteer OK om te evestigen. Resultt: Het ontluhten egint. Het zl utomtish stoppen wnneer de ontluhtingsylus is voltooid. 6 Tijdens de hndmtige ediening kunt u de gewenste pompsnelheid wijzigen. De stnd vn de 3-wegklep moet worden verpltst tussen ruimteverwrming en wrm tpwter. Om de instellingen tijdens het ontluhten te wijzigen, opent u het menu en gt u nr Instellingen. Sroll nr Ciruit en stel in op Ruimte/Snitir wrmwtertnk. Sroll nr Pompsnelheid en stel in op Lg/ Hoog. 7 Om het ontluhten hndmtig te stoppen: 1 G nr Ontluhting stoppen. 2 Seleteer OK om te evestigen. Voor zowel mnuele ls utomtishe ontluhting, wordt 1 tempertuurzone ontluht ij elke nieuwe ontluhting. Om de ndere tempertuurzone te ontluhten moet u de ontluhtingsfuntie herstrten. Wnneer u een ontluhting voor het eerst uitvoert, wordt de hoofdtempertuurzone ontluht. 74

75 9 Inedrijfstelling Automtish ontluhten Wnneer u de primire zone ontluht, moet u ervoor zorgen dt het instelpunt voor de primire zone minstens 5 C hoger is dn de wtertempertuur in de unit. Voorwrden: Zorg ervoor dt de werking volledig is uitgeshkeld. G nr het menu In werking en shkel de werking Kmer, Ruimteverwrming/-koeling en Snitire wrmwtertnk uit. 1 Stel het geruikertoegngsniveu in op Instllteur. Zie "Het geruikertoegngsniveu wijzigen" op pgin G nr [A.3]: Inedrijfstelling > Ontluhting. 3 Stel in het menu Type = Automtish. 4 Seleteer Ontluhting strten. 5 Seleteer OK om te evestigen. Resultt: Het ontluhten egint. Het stopt utomtish wnneer voltooid. 6 Om het ontluhten hndmtig te stoppen: 1 G nr Ontluhting stoppen. 2 Seleteer OK om te evestigen Om te proefdrien Voorwrden: Zorg ervoor dt de werking volledig is uitgeshkeld. G nr het menu In werking en shkel de werking Kmer, Ruimteverwrming/-koeling en Snitire wrmwtertnk uit. Het proefdrien is enkel vn toepssing op de seundire tempertuurzone. 1 Stel het geruikertoegngsniveu in op Instllteur. Zie "Het geruikertoegngsniveu wijzigen" op pgin G nr [A.1]: Inedrijfstelling > Testedrijf werking. 3 Seleteer een test in de lijst. Vooreeld: Verwrming. 4 Seleteer OK om te evestigen. Resultt: Het proefdrien strt. Het proefdrien stopt utomtish wnneer voltooid (±30 min). Om het proefdrien hndmtig te stoppen: 1 G nr Stop testrun. 2 Seleteer OK om te evestigen. Indien de instlltie vn de unit orret werd uitgevoerd, zl de unit tijdens het testen opstrten in de geseleteerde edrijfsmodus. Tijdens het testen kn de orrete werking vn de unit geontroleerd worden door de nvoerwtertempertuur (verwrm-/koelstnd) en de tnktempertuur (stnd wrm tpwter) op te volgen. Om de tempertuur te ontroleren: 1 G nr Sensoren. 2 Seleteer de tempertuurgegevens Stelmotoren proefdrien Voorwrden: Zorg ervoor dt de werking volledig is uitgeshkeld. G nr het menu In werking en shkel de werking Kmer, Ruimteverwrming/-koeling en Snitire wrmwtertnk uit. Het proefdrien vn de stelmotoren dient om de werking vn de vershillende stelmotoren te ontroleren (wnneer u ijv. Pomp seleteert, zl het proefdrien vn de pomp strten). 1 Stel het geruikertoegngsniveu in op Instllteur. Zie "Het geruikertoegngsniveu wijzigen" op pgin G nr [A.2]: Inedrijfstelling > Testedrijf stelmotoren. 3 Seleteer een test in de lijst. Vooreeld: Pomp. 4 Seleteer OK om te evestigen. Resultt: Het proefdrien vn de stelmotor strt. Het proefdrien stopt utomtish wnneer voltooid (±30 min). Om het proefdrien hndmtig te stoppen: 1 G nr Stop testrun. 2 Seleteer OK om te evestigen. Mogelijke vormen vn proefdrien voor de stelmotoren Bk-upverwrming 1-test Bk-upverwrming 2-test Pomp-test Afsluiter-test Zorg ervoor de het systeem volledig ontluht is voorleer proef te drien. Vermijd tevens storingen in het wteriruit tijdens het proefdrien. Tweewegklep-test Bivlent signl-test Alrm uitgng-test Koel-verwrmsignl-test Omlooppomp SWW-test De dekvloer vn de vloerverwrming drogen Deze funtie wordt geruikt om de dekvloer vn een vloerverwrmingsinstlltie tijdens de ouw vn een huis zeer trg te drogen. Met deze funtie kn de instllteur dit progrmm progrmmeren en uitvoeren. Voorwrden: Zorg ervoor dt de werking volledig is uitgeshkeld. G nr het menu In werking en shkel de werking Kmer, Ruimteverwrming/-koeling en Snitire wrmwtertnk uit. Deze funtie kn uitgevoerd worden zonder de uiteninstlltie eerst te moeten fwerken. In dt gevl zl de k-upverwrming de dekvloer drogen en nvoerwter leveren zonder dt de wrmtepomp werkt. Wnneer er nog geen uitenunit is geïnstlleerd, sluit de hoofdstroomtoevoerkel n op de innenunit vi X2M/30 en X2M/31. Zie "7.9.8 De hoofdvoeding nsluiten" op pgin 40. Als Noodgevl op Hndm ([A.6.C]=0) is ingesteld en de unit wordt getriggerd om het noodedrijf te strten, zl de geruikersinterfe eerst hiervoor een evestiging vrgen voorleer te strten. Zelfs wnneer de geruiker het noodedrijf NIET evestigt, lijft de funtie Dekvloer drogen vn de vloerverwrming ingeshkeld. Tijdens het drogen vn de dekvloer vn de vloerverwrming is eperking [9 0D] vn de pompsnelheid NIET vn toepssing. 75

76 9 Inedrijfstelling De instllteur is verntwoordelijk voor: het ontt opnemen met de friknt vn de dekvloer om de instruties te ekomen om de dekvloer voor de eerste ml te verwrmen zodt deze niet zou eginnen te rsten, het progrmm voor het drogen vn de dekvloer progrmmeren volgens de instruties (zie hieroven) vn de friknt vn de dekvloer, het op regelmtige sis ontroleren vn de orrete werking vn de instelling, het seleteren vn het juiste progrmm dt voldoet n het type vn geruikte dekvloer voor de vloer. Om de dekvloer vn de vloerverwrming te drogen, moet Vorstesherming kmer worden uitgeshkeld ([2-06]=0). Stndrd is deze ingeshkeld ([2 06]=1). Wegens de stnd instllteur ter pltse (zie Cheklist vóór inedrijfstelling ), wordt Vorstesherming kmer gedurende 36 uur n het voor de eerste ml onder spnning zetten, utomtish uitgeshkeld. Indien Dekvloer drogen nog steeds moet worden uitgevoerd n de eerste 36 uur onder spnning, shkel Vorstesherming kmer hndmtig uit door instelling [2-06] op 0 te zetten en LAAT deze uitgeshkeld tot wnneer Dekvloer drogen voltooid is. Als u deze wrshuwing negeert, kn dt leiden tot het sheuren vn de dekvloer. Zorg ervoor dt de volgende instellingen zols hieronder zijn ingesteld om het drogen vn de dekvloer vn de vloerverwrming te kunnen strten: [4 00]=1 [C 02]=0 [D 01]=0 [4 08]=0 [4 01] 1 De instllteur kn tot 20 stppen progrmmeren. Voor elke stp moet hij de volgende zken invoeren: 1 de tijdsduur in uren, tot 72 uur, 2 de gewenste nvoerwtertempertuur. Vooreeld: T 24h (1) 36h (2) 25 C (1) 35 C (2) A1 T Gewenste nvoerwtertempertuur (15~55 C) t Duurtijd (1~72 h) (1) Atie stp 1 (2) Atie stp 2 Een progrmm voor het drogen vn de dekvloer vn de vloerverwrming progrmmeren 1 Stel het geruikertoegngsniveu in op Instllteur. Zie "Het geruikertoegngsniveu wijzigen" op pgin t 2 G nr het progrmmsherm [A.4.2]: Inedrijfstelling > Dekvloer droging > Progrmm. 3 Het progrmm progrmmeren: Om een nieuwe stp toe te voegen, seleteert u een lege lijn en verndert u de wrde ervn. Om een stp en lle stppen eronder te verwijderen, vermindert u de duur tot " ". Sroll door het progrmm. Ps de duur (tussen 1 en 72 uur) en de temperturen (tussen 15 C en 55 C) n. 4 Druk op de linkse driknop om het progrmm op te sln. De dekvloer vn de vloerverwrming drogen Voorwrden: Zorg ervoor dt de werking volledig is uitgeshkeld. G nr het menu In werking en shkel de werking Kmer, Ruimteverwrming/-koeling en Snitire wrmwtertnk uit. 1 Stel het geruikertoegngsniveu in op Instllteur. Zie "Het geruikertoegngsniveu wijzigen" op pgin G nr [A.4]: Inedrijfstelling > Dekvloer droging. 3 Seleteer een droogprogrmm: g nr Progrmm en geruik het progrmmeringssherm UFH Dekvloer drogen. 4 Seleteer OK om te evestigen. Resultt: Het drogen vn de dekvloer vn de vloerverwrming strt. Het stopt utomtish wnneer voltooid. Om het proefdrien hndmtig te stoppen: 1 G nr Dekvloer drogen vloerverwrming stoppen. 2 Seleteer OK om te evestigen. De sttus vn het drogen vn de dekvloer vn de vloerverwrming rdplegen Voorwrde: U ent de dekvloer vn de vloerverwrming n het drogen. 1 Druk op. 2 Een grfiek met de huidige fse vn het droogprogrmm, de totle resterende tijd en de huidige gewenste nvoerwtertempertuur zullen op het sherm vershijnen. Druk op de linkse driknop om toegng te krijgen tot de menustrutuur en de sttus vn de sensoren en de stelmotoren te ekijken en het huidige progrmm n te pssen. Het drogen vn de dekvloer vn de vloerverwrming stoppen Wnneer het progrmm wordt gestopt door een storing, een uitshkeling of een stroomonderreking, vershijnt storing U3 op het sherm vn de geruikersinterfe. Om de storingsodes op te lossen, zie "12.4 Prolemen op sis vn storingsodes oplossen" op pgin Begin in het Dekvloer droging sherm. 2 Open het menu en seleteer Dekvloer drogen vloerverwrming stoppen. 3 Seleteer OK om te evestigen. Resultt: Het drogen vn de dekvloer vn de vloerverwrming stopt. Als het progrmm stopt omwille vn een storing, een uitshkeling of een stroomonderreking, kunt u de sttus vn Dekvloer drogen vn de vloerverwrming op het sherm:

77 10 An de geruiker overhndigen 1 G nr [A.4.3]: Inedrijfstelling > Dekvloer droging > Sttus 2 U kunt de wrde hier rdplegen: Gestopt op + de stp wr het drogen vn de dekvloer vn de vloerverwrming werd gestopt. 3 Wijzig en herstrt de uitvoering vn het progrmm. 10 An de geruiker overhndigen Als het proefdrien voltooid is en de unit goed en op de juiste mnier werkt, zorg ervoor dt de geruiker de volgende zken goed egrijpt: Vul de tel met de instllteurinstellingen in (in de geruiksnwijzing) met de werkelijke instellingen. Controleer of de geruiker de ppieren doumenttie heeft en vrg hem/hr deze ij te houden om deze lter te kunnen rdplegen. Informeer de geruiker dt hij de volledige doumenttie kn vinden op de url zols eerder eshreven in deze hndleiding. Leg n de geruiker uit hoe het systeem op de juiste mnier te edienen en wt er moet worden gedn wnneer zih een proleem zou voordoen. Toon n de geruiker wt te doen om de unit te onderhouden. Leg n de geruiker uit hoe hij/zij energie kn espren (deze tips stn eshreven in de geruiksnwijzing). 11 Onderhoud en servie Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend instllteur of een servietehnius. Lt het onderhoud minstens één keer per jr uitvoeren. De geldende wetgeving kn evenwel kortere onderhoudsintervllen vereisen. In Europ worden de roeiksgsemissies vn de totle koelmiddelvulling in het systeem (uitgedrukt in ton CO 2 - equivlent) geruikt om de onderhoudstermijnen te eplen. Volg de toepsselijke wetgeving. Formule om de roeiksgsemissies te erekenen: GWP-wrde vn het koelmiddel Totle koelmiddelvulling [in kg] / Overziht: onderhoud en servie Dit hoofdstuk evt informtie over: Het jrlijks onderhoud vn de uitenunit De jrlijks onderhoud vn de innenunit : Risio vn elektrosttishe ontlding Voorleer met onderhouds- of serviewerkzmheden te eginnen, rk een metlen onderdeel vn de unit n om sttishe elektriiteit f te voeren en de printplt te eshermen Controlelijst jrlijks onderhoud vn de uitenunit Controleer minstens eens per jr de volgende punten: De wrmtewisselr vn de uitenunit. De wrmtewisselr vn de uitenunit kn verstopt rken door stof, vuil, lderen, enz. Er wordt gedviseerd de wrmtewisselr jrlijks te reinigen. Een verstopte wrmtewisselr kn de oorzk zijn vn een te lge druk of een te hoge druk, met slehtere prestties ls gevolg Cheklist voor het jrlijks onderhoud vn de innenunit Controleer minstens eens per jr de volgende punten: Wterdruk Wterfilters Mgnetish filter/vuilfsheider Wterdrukveiligheidsklep Slng voor drukveiligheidsklep Drukveiligheidsklep vn de tnk voor wrm tpwter Shkelkst Ontklking Chemishe desinfetie Wterdruk Controleer of de wterdruk meer dn 1 r edrgt. Indien lger, voeg wter toe. Wterfilters Mk de wterfilters shoon. Hnteer de wterfilters met de nodige voorzihtigheid. Oefen NIET teveel krht uit wnneer u de wterfilters insteekt om de mzen vn de wterfilters NIET te eshdigen Voorzorgsmtregelen inzke onderhoud GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN 77

78 11 Onderhoud en servie Mgnetish filter/vuilfsheider d d Shroefnsluiting Mgnetishe us Aftpkrn Afvoerdop Bij get jrlijkse onderhoud vn het mgnetish filter/vuilfsheider moet u: Controleren of eide delen vn het mgnetish filter/vuilfsheider nog steeds goed vstzitten (). De vuilfsheider ls volgt leegmken: 1 Verwijder de mgnetishe us (). 2 Shroef de fvoerdop los (d). 3 Een fvoerslng n op de onderknt vn het wterfilter nsluiten zodt wter en vuil kunnen worden opgevngen in een geshikte ontiner (fles, gootsteen...). 4 Zet de ftpkrn een pr seonden open (). Gevolg: Wter en vuil zullen wegstromen. 5 Sluit de ftpkrn. 6 Shroef de fvoerdop weer vst. 7 Zet de mgnetishe us terug. 8 Controleer de druk vn het wteriruit. Vul wter ij indien nodig. Wnneer u de dihtheid vn het mgnetishe filter/ vuilfsheider ontroleert moet u ze stevig vsthouden en GEEN druk uitoefen op de wterleiding. Isoleer het mgnetish filter/vuilfsheider NIET door de fsluiters te sluiten. Om de vuilfsheider goed leeg te mken is voldoende druk vereist. Om te voorkomen dt er vuil hterlijft in de vuilfsheider, moet u de mgnetishe us ALTIJD verwijderen. Shroef ALTIJD eerst de fvoerdop los, sluit drn een fvoerslng n op de onderknt vn het wterfilter en open dn de ftpkrn. Voor het jrlijkse onderhoud moet u het wterfilter niet uit de unit verwijderen om het shoon te mken. Als er prolemen zijn met het wterfilter, moet u het mogelijk wel verwijderen zodt u het grondig kunt shoonmken. Dit doet u ls volgt: " Het wterfilter verwijderen" op pgin 79 " Het wterfilter shoonmken in gevl vn prolemen" op pgin 79 " Het wterfilter instlleren" op pgin 80 Wterdrukveiligheidsklep Open de klep en ontroleer of deze goed werkt. Het wter kn zeer wrm zijn! Te ontroleren punten: Het wterdeiet uit de veiligheidsklep is groot genoeg, de klep is niet verstopt, niets hindert de werking vn de klep of er liggen geen leidingen tussenin. Vuil wter dt uit de drukveiligheidsklep komt: open de klep tot het fgevoerd wter GEEN vuil meer evt Spoel het systeem shoon Controleer of dit wter eht vn de tnk fkomstig is, ontroleer n een opwrmylus vn de tnk. Er wordt gedviseerd dit onderhoud regelmtiger te doen. Slng drukveiligheidsklep Controleer of de slng vn de drukveiligheidsklep goed ligt om het wter f te lten. Zie "7.8.5 De fvoerslng op de fvoer nsluiten" op pgin 37. Veiligheidsklep vn tnk voor wrm tpwter (ter pltse te voorzien) Open de klep en ontroleer of ze goed werkt. Het wter kn zeer wrm zijn! Te ontroleren punten: Het wterdeiet uit de veiligheidsklep is groot genoeg, de klep is niet verstopt, niets hindert de werking vn de klep of er liggen geen leidingen tussenin. Vuil wter dt uit de drukveiligheidsklep komt: open de klep tot het fgevoerd wter GEEN vuil meer evt spoel en reinig de volledige tnk, inlusief de leidingen tussen de veiligheidsklep en de inlt vn het koud wter. Controleer of dit wter eht vn de tnk fkomstig is, ontroleer n een opwrmylus vn de tnk. Er wordt gedviseerd dit onderhoud regelmtiger te doen. Shkelkst Voer een grondige visuele ontrole uit vn de shkelkst en zoek nr voor de hnd liggende defeten, zols losse nsluitingen of foute edrding. Controleer met een ohmmeter of de shkelontten K1M, K2M en K3M juist werken. Alle ontten vn deze shkelontten moeten open zijn wnneer de spnning UITgeshkeld is. Ontklking WAARSCHUWING Als de interne edrding eshdigd is, moet deze door de friknt, zijn serviegent of gelijkrdige evoegde personen vervngen worden. Afhnkelijk vn de wterkwliteit en de ingestelde tempertuur kn er klknslg ontstn op de wrmtewisselr in de tnk voor wrm tpwter, wrdoor er minder wrmteoverdrht mogelijk is. Drom kn het noodzkelijk zijn de wrmtewisselr op regelmtige tijdstippen te ontklken. Chemishe desinfetie Indien de geldende wetgeving in speifieke situties een hemishe desinfetie vereist, inlusief vn de tnk voor wrm tpwter, houd dn rekening met het feit dt de tnk voor wrm tpwter een roestvrij stlen trommel is. Wij dviseren een desinfeterend middel te geruiken, dt niet op hloor geseerd is en geruikt mg worden met wter edoeld voor menselijke onsumptie. Wnneer ontklkingsmiddelen of middelen voor hemishe desinfetie worden geruikt, moet geontroleerd worden of de wterkwliteit lijft voldoen n de EU-rihtlijn 98/83 EC. 78

79 11 Onderhoud en servie De tnk voor wrm tpwter flten GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN Het wter in de tnk kn erg heet zijn. Voorwrde: Zet de unit UIT vi de geruikersinterfe. Voorwrde: Shkel de respetieve stroomonderreker UIT. Voorwrde: Sluit de toevoerkrn voor koud wter. Voorwrde: Open lle wterftppunten opdt de luht in het systeem kn komen. 1 Verwijder het ovenpneel, de geruikersinterfe en het frontpneel. 2 Lt de shkelkst zkken. 3 Verwijder de stop vn het toegngspunt tot de tnk. 4 Geruik een fvoerslng en een pomp om de tnk vi het toegngspunt f te tppen. Verende klem Wterfilter 8 Verwijder het wterfilter. 9 Verwijder de fvoerslng vn het wterfilter. Toegngspunt tot de tnk 11.5 Het wterfilter shoonmken in gevl vn prolemen Voor het jrlijkse onderhoud moet u het wterfilter niet uit de unit verwijderen om het shoon te mken. Als er prolemen zijn met het wterfilter, moet u het mogelijk wel verwijderen zodt u het grondig kunt shoonmken. Dit doet u ls volgt: " Het wterfilter verwijderen" op pgin 79 " Het wterfilter shoonmken in gevl vn prolemen" op pgin 79 " Het wterfilter instlleren" op pgin Het wterfilter verwijderen Voorwrde: Zet de unit UIT vi de geruikersinterfe. Voorwrde: Shkel de respetieve stroomonderreker UIT. 1 Het wterfilter zit hter de shkelkst. Om toegng te krijgen tot het filter, zie: "7.2.3 De innenunit openen" op pgin 26 "7.2.5 De shkelkst lger zetten op de innenunit" op pgin 27 2 Sluiten de fsluiters vn het wteriruit. 3 Sluit de fsluiter (indien nwezig) vn het wteriruit nr het expnsievt. 4 Verwijder de dop n de onderknt vn het wterfilter. 5 Sluit een fvoerslng n op de onderknt vn het wterfilter. 6 Open het ventiel op n de onderknt vn het wterfilter om wter uit het wteriruit f te lten. Vng het vi de ngerht fvoerslng fgetpte wter op in een fles, gootsteen,... 7 Verwijder de 2 klemmen wrmee het wterfilter is evestigd. VOORZICHTIG Hoewel het wteriruit is leeggemkt, kn er nog wt wter worden gemorst ij het verwijderen vn het wterfilter uit het filterhuis. Veeg gemorst wter ALTIJD op Het wterfilter shoonmken in gevl vn prolemen 1 Verwijder het wterfilter uit de unit. Zie " Het wterfilter verwijderen" op pgin 79. VOORZICHTIG Om de op het wterfilter ngesloten leidingen te eshermen tegen eshdiging, is het nevolen om deze proedure uit te voeren wnneer het wterfilter uit de unit is verwijderd. 2 Shroef de onderknt vn het wterfilterhuis los. Geruik indien nodig het geshikte gereedshp. VOORZICHTIG Het wterfilter moet ALLEEN in het gevl vn ernstige prolemen worden geopend. Bij voorkeur wordt dit nooit gedn tijdens de volledige levensduur vn het wterfilter. 79

80 12 Opsporen en verhelpen vn storingen Onderste gedeelte dt moet worden losgeshroefd Wterfilterhuis 3 Verwijder de zeef en het opgerolde filter uit het wterfilterhuis en mk shoon met wter. 4 Instlleer het shoongemkte opgerolde filter en de zeef in het wterfilterhuis. Verende klem Wterfilter Ontluhtingsventiel 2 Instlleer de 2 klemmen om het wterfilter op de leidingen vn het wteriruit te evestigen. 3 Zorg ervoor dt het ontluhtingsventiel vn het wterfilter open stt. 4 Open het ventiel (indien nwezig) vn het wteriruit nr het expnsievt. VOORZICHTIG Zorg ervoor dt het ventiel (indien nwezig) nr het expnsievt geopend is; nders wordt er een overdruk gegenereerd. Instlleer de zeef op de orrete mnier in het wterfilterhuis. Geruik hiervoor de drtoe voorziene uitsteeksels. 5 Open de fsluiters en voeg indien nodig wter toe n het wteriruit. 12 Opsporen en verhelpen vn storingen 12.1 Overziht: Proleemoplossing In dit hoofdstuk wordt eshreven wt u moet doen ingevl vn prolemen. Het evt informtie over: Prolemen op sis vn symptomen oplossen Prolemen op sis vn storingsodes oplossen Alvorens storingen op te sporen en te verhelpen 5 Opgerold filter Zeef Uitsteeksel Voer een grondige visuele ontrole uit vn de unit en zoek nr voor de hnd liggende defeten, zols losse nsluitingen of kpotte edrding. Plts de onderknt vn het wterfilterhuis terug en zet hem goed vst Het wterfilter instlleren VOORZICHTIG Controleer de stt vn de O-ringen en vervng ze indien nodig. Breng wter n op de O-ringen voordt u ze instlleert. 1 Instlleer het wterfilter op de juiste plts. 80