ENERGIEKOSTEN GARANDEREN IN PRESTATIECONTRACTEN?

Vergelijkbare documenten
ENERGIEPRESTATIES S GARANDEREN: HOE MOEILIJK IS DAT?

Energierekening bewaken: algoritmes of simulatiemodellen?

Functioneren van WKO installaties

Themabijeenkomst BodemenergieNL BEHEER & ONDERHOUD. Samenhang bovengrond en ondergrond. Themabijeenkomst BodemenergieNL 4 december 2014

Voorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII

Meetbare realisatie van duurzaamheids doelstellingen. Businesscase Strukton PULSE bij provincie Noord-Holland

TRECO OFFICE Annex 2: Blauwdruk voor het raamwerk protocollen

Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager

ENERGIE 0 IN DE PRAKTIJK KOSTEN EN OPBRENGSTEN EXACT GEMETEN

Energie uit oppervlaktewater

BENG en Bodemenergie Projectervaringen utiliteitbouw. 6 november 2016 Ir. Esther Gerritsen Techniplan Adviseurs

EPV IN GESTAPELDE BOUW KOSTEN EN OPBRENGSTEN EXACT GEMETEN

DUBO. Energiebesparing in het kantoorpand van HVL Dordrecht

Een nieuwe woning in project De Nieuwe Wetenschappers te Schiedam

DUURZAAMHEID INSTALLATION PERFORMANCE. M.G. van der Hoeven, consultant eindgebruikers

Algemene beschrijving Ezie. GEN Methodiek kansrijk aanbod

Certificering van WKO is niet genoeg

WKO scan TivoliVredenburg Utrecht

Gebouwsimulatie koppelen aan Productiviteit en Ziekteverzuim

De bakens verzetten. Verduurzamen van commercieel vastgoed. Machiel Karels - consultant

nieuwe woning in project Nieuwe Haven, onderdeel van de gebiedsontwikkeling Iseldoks in Doetinchem

Een nieuwe woning in Zoetermeer 42 woningen De Blauwe Tuinen

Van inspanningsverplichting naar prestatiecontract nieuwbouw MFG Kaatsheuvel

White paper. Komt een WKO bij de dokter. Onderzoek WKO Dokter naar oorzaken slecht functionerende WKO s

Een nieuwe woning in Zoetermeer 32 woningen in Oosterheem Groene Hart fase 2

Energy Service Company: een kans voor u?

TRECO OFFICE Annex 1: Smartmetering systemen voor kantoren en ontwikkeling uitbreidingsets voor (bestaande) software applicaties

nergiebesparing in de ICT

Verduurzaming Rijksvastgoed en Bodemenergie (WKO)

RENOVATIE KANTOOR NOTITIE ENERGIEBESPARING EN INVESTERINGEN INHOUDSPOGAVE

Een nieuwe woning in RijswijkBuiten Tuinen van Sion fase 13 De energie van morgen vandaag in huis

Elga WINNAAR De kracht van de combinatie

Kennissessie: CO 2 neutraal het echte verhaal

Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen

Commissioning: Een absolute aanrader!

Een nieuwe woning in Ursem 24 woningen in de Tuinen van Ursem

Energieprestatie van gebouwen

AT OSBORNE. Practice what you preach: Hoofdkantoor AT Osborne 3 jaar later. 19 september Gerhard Jacobs Directeur Huisvesting & Vastgoed

COMFORTVERBETERING ENERGIEBESPARING MEER DAN 15% EFFECTIEVE CO2-REDUCTIE TERUGVERDIENTIJD MINDER DAN 5 JAAR

Building4life. Wilt u weten hoe? Building4life. Jan van Polanenkade 26B KM Breda Postbus BB Breda

CLIMATE ADAPTIVE BUILDING SHELLS EEN VOORONDERZOEK

Is bodemenergie (B)ENG? Rik Molenaar 17 april 2018 Esther Gerritsen 18 april 2018

Een nieuwe woning in Rockanje 38 woningen De Lange Stallen

Energieprestatie. Energieprestatie van gebouwen en de rol van de installatiesector. Kees Arkesteijn (ISSO)

Raf Schildermans. Business unit manager IFTech

installatie-arm ontwerpen verleden tijd?

Schilindex. Kansen voor energiebesparing met de gebouwschilindicator in de nieuwe NEN 5128 en EPG. Gerrit Jan Kuiper NII

Energierapportage MFC Atria Leusden. Asschatterweg JJ Leusden

Vabi Elements 3.5. Release april 2019

MONITORING WARMTEPOMP WONINGEN TE EDE WONING 1 EDE KERNHEM. DATUM : 5 april 2013 PLAATS : Winterswijk

NTA Nieuw tijdperk energieprestatie. Normalisatie: De wereld op één lijn 1

Comfort door besparing. Eenvoudiger dan u denkt

Energiebeoordeling. Batenburg Energietechniek 1 januari 2018 t/m 31 december 2018

Rapportage energielabel. Kantoorpand Molensteijn PT De Meern

100% Warmte, warm tapwater en koude. Comfortabel én milieuvriendelijk wonen. duurzame energie van eigen bodem

Een nieuwe woning in Westergouwe 53 woningen Wijdeblik

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE

Notitie Gelijkwaardigheidsverklaring ClimaLevel voor NEN 2916 en NEN 5128 Opzet van onderzoek en resultaten

~omazo... l'v Ambachte'ß. j\ Hoofdbedrijfs(hap. TNO: "Zonwering al in bouwontwerp meenemen"

EPV FAQ versie BOUWERS

Duco Seminar 2018 Jérôme Eijsackers Peutz

Verwarming, koeling, warm water en ventilatie in uw woning

KLIMAATGARANT. Een nieuwe woning in Herwijnen 24 woningen Engelenweide De energie van morgen vandaag in huis

Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies

Een nieuwe woning in Den Haag 46 woningen Binck Plaats

Een nieuwe woning in Zoetermeer NEXUM

Tergooi Hilversum Uitbreiding fase 1

MONITORING WARMTEPOMP WONINGEN TE EDE WONING 2 EDE KERNHEM. DATUM : 5 april 2013 PLAATS : Winterswijk

Steek Energie in je huis

Meet- en regeltechniek

Resultaten onderzoek monitoring projecten Energiesprong. Niels Sijpheer, Energiesprong Wouter Borsboom, TNO

25 jaar NVBV gefeliciteerd! THERMISCH COMFORT TOEN EN NU STRENGERE EISEN, BETERE GEBOUWEN? Peter Wapenaar

(Interne) Energieaudit (-verslag) & Directiebeoordeling

Een nieuwe woning in Spijkenisse 25 woningen Eiland van Spijk Fase 1

Energiemaatlat voor gebouwen??

Een nieuwe woning in Heerhugowaard 37 woningen in Nieuw Waard fase 3

KLIMAATGARANT. De energie van morgen vandaag in huis

Dirk Vanhoudt. Onderzoeker. VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek)

Prestatiecontracten voor bestaand maatschappelijk vastgoed: slim besparen én verduurzamen

Monitoring en Energiebalans

VH CONTROL THERMOSTAAT METIS

F (zie toelichting in bijlage)

Uitkomst controlebezoek Ontbreken energiegegevens (x facultatief indien geen energiegegevens zijn overlegd)

Een nieuwe woning in Praal Esse Zoom

Betere energieprestaties met Nuon Stadswarmte. Kansen voor woningcorporaties, vastgoedeigenaren en projectontwikkelaars

100% Warmte, warm tapwater en koude. Comfortabel én milieuvriendelijk wonen. duurzame energie van eigen bodem

Energie analyse voor balansventilatie toestellen uit veldstudies

Energielabel gebouw Dit gebouw Straat (zie bijlage) Gebruiksoppervlak Adviesbedrijf Nummer/toevoeging Opnamedatum Inschrijfnummer Postcode

7 redenen om permanent het klimaat in een museum te bewaken

A (zie toelichting in bijlage)

Onderzoek criteria energiebalans WKO

EPA U. advies- en ingenieursbureau. Nieuwbouw kantoorpand Demostraat, Tiel

Bespaar meer energie. met uw luchtgordijn

Kwaliteitsborging Bodemenergie

ideego programma 2015

Lessons learned KWO praktijkervaringen bodemenergie in NL. Bijeenkomst WCTB Sanne de Boer - IF Technology 21 oktober 2014

4 Energiebesparingsadvies

SPECIMEN. E (zie toelichting in bijlage) Energielabel gebouw. Dit gebouw. Standaard energiegebruik voor dit gebouw. 968,3 MJ/m 2

Casestudie: Stebo, Genk

Transcriptie:

Integraal ENERGIEKOSTEN GARANDEREN IN PRESTATIECONTRACTEN? Het energiegebruik van een gebouw vormt een steeds belangrijker aspect voor ontwikkelaar, eigenaar, beheerder en gebruiker. Een goede voorspelling hiervan is dan ook voor tal van zaken cruciaal. Binnen het tki-project Treco-office heeft dwa onderzoek gedaan naar mogelijkheden om het gat tussen het geprognosticeerde en het uiteindelijke energiegebruik te dichten. Vooral bij prestatiecontracten is het belangrijk om te weten wat de totale energiekosten zijn van een pand en hoe deze kunnen worden bijgestuurd. Tekst: dr.ir. Zara Huijbregts en dr.ir. Kees Wisse. Fotografie: industrie Steeds vaker worden afspraken gemaakt over de te verwachten energierekening van een pand of neemt een partij de verantwoordelijkheid voor de energierekening voor een langere periode over. Daarbij is het belangrijk een zo betrouwbaar mogelijke voorspelling te kunnen doen over het energiegebruik van het betreffende gebouw. Een lastig thema omdat de praktijk leert dat er nog vaak een gat zit tussen de prognose en het uiteindelijke energiegebruik [1]. In het tki-project Treco-office wordt onderzoek gedaan naar de achterliggende oorzaken (zie www.tki-energo.nl/treco-office). Het gat tussen prognose en werkelijkheid heeft enerzijds te maken met onbekende invloedsfactoren, zoals gebouwgebruik, gebruikersgedrag, werkelijk gebruik van de installatie en het buitenklimaat. Anderzijds is het de vraag: hoe nauwkeurig kunnen we het energiegebruik uitrekenen als we die onbekende factoren weten door monitoring? dwa heeft in case studies binnen Treco-office simulaties en monitoring met elkaar gecombineerd. In een eerdere publicatie [2] is ingegaan op de volgende vragen: Wat is de impact van de onbekende invloedsfactoren als gebruikersgedrag en hoe kunnen we daarmee in de praktijk omgaan? Wat is de nauwkeurigheid die we in de praktijk met gebouwsimulaties kunnen bereiken? De focus lag hierbij op de warmte- en koudevraag en de resultaten voor de binnentemperatuur. Met andere woorden: hoe goed is het gereedschap dat kan worden gebruikt voor het prestatiecontract? Voor prestatiecontracten is het ook interessant te weten wat de totale energiekosten zijn van een pand en hoe je deze kan bijsturen. Anders gezegd: wat kun je bereiken met het gereedschap? Het bijsturen van installaties en de energiekosten is belangrijk voor het werkbaar maken van prestatiecontracten. Leg je de focus niet op het bijsturen van de prestatie, maar op de af te spreken prestatie zelf, dan leidt dat bijna onvermijdelijk tot een focus op de kleine lettertjes van het contract [1]. De ontbindende voorwaarden vormen dan het hoofdmenu, waardoor een conflictmodel tussen betrokken partijen binnen handbereik ligt. Casus Aan de hand van een casus is gekeken naar de totale energiekosten en het effect van bijsturen van de installatie daarop. In de casus wordt gebruikgemaakt van werkelijk gemeten energiehoeveelheden. De contractstructuur en energietarieven zijn teruggebracht tot een vereenvoudigd voorbeeld en niet letterlijk overgenomen uit de praktijksituatie. Een interessante spin-off bij de casus is dat het bijsturen van de installatie ook een positief effect heeft op de HET GEBOUWGEBRUIK SPEELT OOK EEN BELANGRIJKE ROL IN DE OPBOUW VAN DE ENERGIEREKENING, HOE KRIJG JE DAAR GRIP OP VOOR PRESTATIECONTRACTEN? 38 VV+ juli 2017

ondergrondse energiebalans. Het gebouw van de betreffende casus maakt namelijk gebruik van een installatie met warmte-koudeopslag en warmtepompen. Voor een prestatiecontract is dat ook van belang: slecht functionerende installaties met ondergrondse energieopslag kunnen leiden tot onverwachte en onwenselijke extra onderhoudskosten. Afwijkingen In een prestatiecontract wordt vaak iets opgenomen van een prognose van de energiekosten, mogelijk voorzien van een bandbreedte. In deze casus is er een maximum aan energiekosten afgesproken op basis van een prognose. Hiervoor is gebruikgemaakt van een out-of-the-blue -berekening op basis van inputgegevens uit de epc-berekening en defaultwaardes voor de gebouwbezetting. Out-ofthe-blue houdt in dat er geen verdere kennis is van het werkelijke gebruik, zodat er niet naar het antwoord wordt toegerekend. Voor de out-of-the-blue -berekening zijn dynamische uurlijkse simulaties uitgevoerd op gebouwniveau. Met het softwareprogramma Vabi Elements is een berekening gemaakt van de energievraag, op uurlijkse basis (zie voor de verdere aanpak de eerdere publicatie [2]). Het resultaat geeft, naast de temperatuuroverschrijdingen, ook de warmte- en koudevraag en de omvang van de totale energiekosten. Zoals gesteld kan de praktijk behoorlijk afwijken van de prognose, in dit geval de out-of-the-blue -berekening. Daarom is vervolgens de impact van de volgende invloedsfactoren onder de loep genomen: buitenklimaat, gebouwgebruik, gebruikersgedrag en bijsturen van het faalgedrag. Vervolgens is het effect van deze factoren op de totale energiekosten inzichtelijk gemaakt, evenals het effect op de warmte- en koudevraag van het pand (exclusief opwekking). Op deze wijze wordt het resultaat ook relevant voor prestatiecontracten op basis van stadswarmte en/of koude. Buitenklimaat Bij afwijkingen tussen de geprognosticeerde en werkelijke energiekosten is het logisch dat er wordt gekeken naar het buitenklimaat als één van de mogelijke oorzaken van de afwijking. Energieberekeningen worden immers vaak uitgevoerd op basis van de data van een gemiddeld of representatief klimaatjaar. Wat is dan het effect op de energiekosten als men uitgaat van een werkelijk klimaatjaar? De uurlijkse simulaties met Vabi Elements bieden in dit geval de mogelijkheid een stap verder te gaan dan de klassieke graaddagen. Uurlijkse gegevens van het werkelijke klimaat kunnen worden doorgerekend op basis van data van het dichtstbijzijnde knmi-station. In de casus is uitgegaan van de impact van de dataset van het jaar 2015. Zo is gekeken naar de invloed van het werkelijke klimaat in 2015 voor de energieberekening conform nen 5060, ten opzichte van het standaard referentiejaar (figuur 1). Het resultaat lijkt in eerste instantie tegen te vallen. De invloed is er echter wel, alleen betreft die vooral de warmte- en de koudevraag. De totale energierekening wordt in dit geval (!) gedomineerd door de gebruikersenergie (figuur 2) waardoor de invloed van het buiten- VV+ juli 2017 39

integraal 30 25 20 15 10 5 0 - NEN 5060E buitenklimaat energiekosten euro/m 2 2015 gebouwgebruik gecalibreerd model - 2015 bijstellen faalgedrag potentieel na bijstellen faalgedrag - 2015 verwarming overig koeling ventilatoren, pompen en regelaars verlichting elektrische apparaten liften en roltrappen keuken en catering 1. Jaarlijkse energiekosten voor verschillende varianten. 2. Samenstelling energiekosten. klimaat beperkt is. Verwarming en koeling dragen voor een beperkt deel bij aan het totaal. Op de warmte- en koudevraag heeft het buitenklimaat wel een significante invloed (figuur 3). Prestatiecontracten op basis van de warmte- en koudevraag hebben dus veel sterker te maken met de invloed van het buitenklimaat, dan prestatiecontracten op basis van de totale energiekosten. Gebouwgebruik Het gebouwgebruik speelt ook een belangrijke rol in de opbouw van de energierekening, hoe krijg je daar grip op voor prestatiecontracten? Hoeveel mensen lopen er daadwerkelijk in het pand, hoeveel verlichting is er geïnstalleerd en hoeveel stroom trekt de ict uit het net? Voor een kwalitatief antwoord kan het simulatiemodel worden gekalibreerd op basis van meetgegevens van het werkelijk gebruik van het gebouw [2]. In het kort: Voor het gebouwgebruik is een aantal varianten doorgerekend waarbij de impact van het gebouwgebruik verder is onderzocht. Vervolgens is gebruikgemaakt van gebruikersprofielen wat betreft de interne warmtelast van het pand die zijn afgeleid uit het elektraverbruik. De monitoringsgegevens zijn verkregen door gebruik te maken van het monitoringsplatform van Simaxx. Hieruit blijkt dat het energiegebruik van apparatuur en verlichting met bijbehorende interne warmtelast lager is dan aangenomen in de oorspronkelijke berekening voor de prognose (figuur 1). Het gebouwgebruik heeft duidelijk impact op de totale energiekosten. In dit geval is dat een gunstige invloed op de energiekosten ten opzichte van prognose. Voor wie bijvoorbeeld als Energie Service Company vooraf heeft afgesproken dat de prognose te allen tijde mag worden doorberekend dan is dat natuurlijk gunstig, maar het kan ook omgekeerd uitpakken. Wat hier in algemene zin valt te leren voor het garanderen van energiekosten met betrekking tot prestatiecontracten, is dat het belangrijk is om bij prestatiecontracten vooraf goed te weten wat er in een gebouw gaat gebeuren, inclusief bezettingsgraad. Als dit in het voortraject goed kan worden ingeschat, dan kan men een meer accurate prognose afgeven voor de energiekosten. Enerzijds kan het aantrekkelijk zijn om aan de veilige kant te gaan zitten als men voor langere termijn verantwoordelijkheid neemt voor de energiekosten. Anderzijds is het voor de gebruikers van het pand niet aantrekkelijk om jarenlang hogere energiekosten te betalen dan er werkelijk worden gemaakt. De kunst van het opstellen van prestatiecontracten is om hiertussen een evenwicht te vinden. Data van het gebruik van andere panden vormen, naast het gebruik van simulatiemodellen die de impact van het gebouwgebruik accuraat kunnen doorrekenen, daarbij een belangrijk hulpmiddel. VOOR HET VORMGEVEN VAN PRESTATIECONTRACTEN ZIJN KENNIS VAN DE BEZETTINGS- GRAAD EN GEBOUWGEBRUIK ESSENTIEEL Gebruikersgedrag Interessant is verder wat de invloed is van het gebruikersgedrag. Als je weet hoeveel mensen in het pand lopen, hoeveel laptops ze bij zich hebben, dan weet je nog niet wat ze doen: ramen openzetten, het licht aan- en uitzetten, deuren openen, op de thermostaat drukken enzovoort. In de casus is dat als volgt aangepakt. Zoals vermeld, is het effect van licht aan/uit ondervangen door het gemeten elektraverbruik als uitgangspunt te nemen voor kalibratie van het model. De focus van het gekalibreerde model was 40 VV+ juli 2017

50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 - NEN 5060E warmtevraag kwh/m 2 2015 gecalibreerd model - 2015 koudevraag kwh/m 2 potentieel na bijstellen faalgedrag - 2015 24,0 23,5 23,0 22,5 22,0 21,5 21,0 20,5 dinsdag 7 april 2015 donderdag 9 april 2015 zaterdag 11 april 2015 temperatuur gewenst (gemiddeld) [ C] temperatuur gemeten(gemiddeld) [ C] maandag woensdag 13 april 2015 15 april 2015 3. Warmte- en koudevraag van het gebouw voor verschillende simulatievarianten. 4. Voorbeeld gebruikersgedrag: ingestelde temperatuur en werkelijk gerealiseerde temperatuur. Schaalniveau: vertrek. Monitoringsdata uit Simaxx-software. dan ook het voorspellen van de warmte- en koudevraag en niet zozeer het voorspellen van de gebruikersenergie. Voor het werktuigkundige deel van de installatie komt gebruikersgedrag in dit geval tot uitdrukking in het gebruik van de thermostaat. Wat heeft dit voor gevolgen voor het energiegebruik en hoe is daarmee omgegaan in het simulatiemodel? Hiervoor is onder meer gekeken het gebruik van de thermostaat in één van de vertrekken van het gebouw (figuur 4). Op basis van het setpoint wordt er per vertrek een signaal gegeven of er sprake is van warmte- of koudebehoefte. De signalen van vertrekken worden op centraal niveau verwerkt tot een signaal voor warmte- of koudebehoefte. Dit bepaalt dan de inschakeling van de warmte- en koudeopwekking op gebouwdeelniveau. De signalen van alle individuele vertrekken bepalen dus uiteindelijk mede het energiegebruik. Op gebouwniveau middelen deze setpoints echter uit. In het simulatiemodel is daarom gebruik gemaakt van een gemiddeld setpoint op gebouwniveau. De impact van het individuele gebruikersgedrag op de energiekosten is daarom niet verder uitgewerkt voor deze casus. Bijsturen installatie De werkelijke energiekosten van een pand kunnen ook afwijken van de prognose door faalgedrag. Er kan van alles misgegaan zijn in het ontwerp, de realisatie of oplevering. Hoe ga je daarmee om voor prestatiecontracten? Allereerst is het natuurlijk van belang dat er conform goed vakmanschap wordt gewerkt, zowel in het ontwerp als bij uitvoering. Zogenoemde commissioning is daarom een randvoorwaarde voor een prestatiecontract. Toch is het dan nog steeds mogelijk dat er faalgedrag optreedt, bijvoorbeeld wanneer instellingen in de regeling niet goed zijn afgestemd op het werkelijke gebouwgebruik. Voor een prestatiecontract is het interessant hoe de energiekosten kunnen worden bijgestuurd door het faalgedrag aan te pakken en hoeveel dat dan oplevert. Een eerste stap daarbij is faaldiagnose: welk probleem speelt er en is het wel mogelijk om de installatie bij te sturen? Ook in het geval van de casus liet de monitoring met de Simaxx-software een aantal instellingen zien die minder optimaal waren. In de casus betrof dat (onder andere) enkele instellingen in het gebouwbeheersysteem: Bedrijfstijden van de luchtbehandelingskast. De luchtbehandeling werd halverwege de nacht al onnodig ingeschakeld. Bijstelling van de bedrijfstijden van de luchtbehandeling is vanuit meerdere oogpunten aantrekkelijk: behalve de warmtevraag wordt ook de ventilatorenergie een stuk kleiner. Setpoints voor verwarming en koeling die een reset kregen aan het eind van de dag (figuur 4). Voor nacht- en weekendperiode werd de ingestelde thermostaatwaarde voor de binnentemperatuur weer teruggezet naar een default-instelling. Op gebouwniveau heeft dat door software-instellingen als consequentie dat de installatie in koelbedrijf wordt geschakeld. Dat is ook te zien in de dalende binnentemperatuur in het vertrek. Dit heeft als gevolg dat ook bij buitentemperaturen lager dan 10 C er koude wordt gevraagd op gebouwniveau. Bijstelling van de regelinstellingen levert dan ook een besparing op. De gecombineerde maatregelen hebben zowel een mogelijke impact op de energiekosten (figuur 1) als een mogelijke impact op de warmte- en koudevraag (figuur 3). In het geval van de casus is de impact op de energiekosten van de faaldiagnose minder spectaculair dan de invloed van het gebouwgebruik. Maar het is wel geld dat cash kan worden bespaard. Een besparing van 1 à 2 euro/m 2 /a is bij een beetje gebouwomvang zeker een relevant bedrag. Was er niet meer te halen? Ja, als ontwerpende en uitvoerende partijen minder goed hun best hadden gedaan. Dat klinkt natuurlijk een beetje flauw, maar eigenlijk is hier sprake van een goed functionerende installatie. Verder is het natuurlijk zo dat met gebouwen met RC-waardes van richting 5 m 2.K/W, zonwerend hr++-glas en opwekking met warmtepomp en wko de energiehoeveelheden voor verwarming en koeling echt laag uitpakken. Gelukkig maar, want dat was nu juist de bedoeling. Bij optimalisatie valt het te vangen geld in absolute zin dan wellicht een beetje VV+ juli 2017 41

integraal 5.Ontwikkeling energiebalans. Rood: koude geladen in de bodem; blauw: koude ontladen aan de bodem; groen: resulterende balans (koudeoverschot in de bodem). tegen, maar bij bestaande bouw is er waarschijnlijk aanzienlijk meer te halen. Gezonde wko De faaldiagnose leidde dus tot verlaging van de energiekosten, maar bleek ook noodzakelijk om de wko gezond te houden. Het is belangrijk breder te kijken dan de energiekosten en ook onderhoudskosten mee te nemen. Zeker bij systemen met wko is het belangrijk dat het systeem ook op langere termijn goed blijft functioneren. Disfunctioneren kan leiden tot hoge faalkosten. Het is belangrijk de ontwikkeling van de ondergrondse energiebalans in de gaten te houden (figuur 5). In de eerste jaren is er sprake van onbalans waardoor er een koudeoverschot in de bodem optreedt. Hiervoor is een aantal maatregelen getroffen om extra koudevraag te creëren. Een relevante bijdrage aan het bijstellen van de energiebalans was in het geval van de casus ook het bijstellen van de bedrijfstijden van de luchtbehandelingskast. Dit heeft geleid tot een verlaging van de warmtevraag van het gebouw, minder koudeproductie aan de verdamperzijde van de warmtepomp en daarmee tot kleiner koudeoverschot in de bodem. Hiermee is dus ook voor langere termijn voorkomen dat er uitputting van de bronnen zou optreden. Het bijsturen van de energiebalans kan extra kosten opleveren tot enkele euro s per m 2 per jaar [3]. Dat is nu vermeden door regeltechnische maatregelen. Faaldiagnose biedt kansen om prestaties en energiekosten bij te sturen tijdens de exploitatie. Met faaldiagnose kon in dit geval 1 2 euro/m 2 worden bespaard op out-of-pocket - kosten van de energierekening. Wat de methode betreft, is er een nieuwe stap gezet door het gebruik van een uurlijkse simulaties met Vabi Elements. Hiermee kon de impact van setpoints voor koeling en verwarming worden doorgerekend, evenals de impact van de bedrijfstijd van de luchtbehandeling op de warmte- en koudevraag. Door de combinatie met de monitoring met Simaxx-software is met deze stap een set van beheerinstrumenten voor prestatiecontracten beschikbaar. Het bijsturen van de energiekosten kan hiermee operationeel worden gemaakt; het bijsturen van de energiebalans van installaties met wko eveneens. Dat is essentieel om wko s gezond te houden en blijvend aan de regelgeving met betrekking tot de ondergrond te kunnen voldoen. << Referenties 1. Redactie, Gat dichten tussen prognose en daadwerkelijke energiekosten, VV+, Zoetermeer, 2016. 2. Huijbregts Z., Wisse C.J., Energieprestaties garanderen, hoe moeilijk is dat?, VV+, Zoetermeer, 2017. 3. Wisse C.J., et al, Onderzoek criteria energiebalans wko, dwa/if-technology, Bodegraven / Arnhem, 2012. Conclusies Voor het vormgeven van prestatiecontracten is gebleken dat kennis van de bezettingsgraad en gebouwgebruik essentieel zijn voor het maken van goede prognoses. In het geval van de casus was het verschil tussen de geprognosticeerde en de werkelijke energiekosten hierdoor ruim 6 euro/m 2 De uitdaging bij het vooraf maken van prognoses is vooral grip te krijgen op het elektraverbruik van apparatuur en verlichting, en daarmee op de interne warmtelast. Voor prestatiecontracten die uitgaan van stadswarmte of -koude komt er een extra onzekerheidsfactor bij, namelijk het buitenklimaat. 42 VV+ juli 2017