7 redenen om permanent het klimaat in een museum te bewaken

Transcriptie

1 Bewaakt permanent het binnenklimaat van gebouwen Evalueert van op afstand de werking van de installaties Optimaliseert samen met u het energieverbruik 7 redenen om permanent het klimaat in een museum te bewaken METIZ T. +32 (0) Zimmerplein 16 info@metiz.be 2500 Lier, België

2 Meten is weten Aan musea, historische gebouwen, kerken en andere culturele instellingen wordt al jaren geadviseerd het binnenklimaat te meten. In de praktijk zien we dat er veel tijd en geld verloren door handmatig te meten (loggers) of dat men gewoon geen zicht heeft op het binnenklimaat. Metingen zijn ook pas nuttig als ze correct zijn (kalibratie!) en als ze op de juiste manier geïnterpreteerd worden. Meer en meer gaat men dan ook over naar continue metingen (monitoring) van cruciale plaatsen in het gebouw. Maar waarom wordt er best gemeten in dergelijke gebouwen? Hier volgen 7 redenen om permanent het klimaat in een gebouw te bewaken. 1. Onafhankelijke controle van de klimaatinstallatie Sommige gebouwen hebben een moderne klimaatinstallatie en/of een gebouwbeheersysteem. De sensoren van dit systeem leveren informatie over temperaturen en relatieve vochtigheid. In principe zou je deze info dus kunnen gebruiken om het binnenklimaat te bewaken. Vaak zien we echter dat de informatie van een gebouwbeheersysteem of van een klimaatinstallatie niet correct is. De sensoren worden meestal niet gekalibreerd en beginnen na een tijd te "driften", de meetwaarden zijn niet meer correct. Om dergelijke fouten tijdig op te merken is een onafhankelijke registratie van het binnenklimaat noodzakelijk.

3 2. Registratie van de fluctuaties in een ruimte Historische gebouwen en kunstwerken zijn gevoelig voor schommelingen van temperatuur en luchtvochtigheid. Grote fluctuaties die langer duren dan de responstijd van objecten, geven een hoog risico op schade. Het permanent registreren van het binnenklimaat, laat toe de schommelingen op uurbasis, dagbasis en zelfs op jaarbasis vast te leggen. 3. Wat zijn de klimaatzones in een gebouw? Zeker in historische gebouwen is het niet mogelijk om efficiënt te isoleren of te ventileren. Vaak moet je het stellen met het gebouw, zoals het voorhanden is. Het buitenklimaat (temperatuur, vochtigheid, zoninstraling) heeft dus een grote impact op het binnenklimaat. Het permanent registreren van het binnenklimaat op verschillende plaatsen geeft je een idee over de klimaatzones in een gebouw. Dit laat een gefundeerde keuze toe om te bepalen waar bepaalde objecten zowel in het winterseizoen als het zomerseizoen geplaatst kunnen worden, zonder risico op schade.

4 4. Wat is het klimaat rondom objecten? Vooral in musea is er soms al een bestaande meting van temperatuur en vochtigheid. Meestal gebeurt dit met een bestaande 'vaste' installatie. De meting gebeurt dus vaak op een muur, ver van bepaalde objecten. Het permanent draadloos registreren van het binnenklimaat rond objecten, laat toe het specifieke klimaat rondom deze objecten te monitoren, ook als ze zich achter glas of in een doos bevinden, om zo lokale schade ter hoogte van deze objecten te voorkomen. 5. Wat gebeurt er in afgesloten ruimten? In afgesloten ruimten (archieven, vitrines, dozen, kasten) worden vaak objecten of kunstwerken bewaard die tijdelijk of permanent onttrokken zijn aan een collectie. Vaak geldt in deze afgesloten ruimten een ander klimaat dan dat van het gebouw. Het bewaken van het klimaat in dergelijke afgesloten ruimten is absoluut aan te raden. Schade zal ook pas zichtbaar zijn als het vaak te laat is.

5 6. Prestatiecontrole van de apparatuur Een klimaatinstallatie, koeling en verwarming, ontvochtigers of bevochtigers, al deze installaties zijn ontworpen om te streven naar een bepaald binnenklimaat. Vaak zien we in de praktijk dat de werking niet correct is, dat het onderhoud niet gewaarborgd is en dat de prestaties niet conform de eisen zijn. In veel gevallen staan verschillende apparaten elkaar tegen te werken. Een bewaking van het klimaat, is eveneens een controle van de aanwezige apparatuur. 7. Controle van de werking van maatregelen. Zeker in historische gebouwen is er soms na een tijd nood aan maatregelen om het gebouw of de installaties aan te passen aan de hedendaagse normen. De impact op het gebouw en eventuele kunstwerken of waardevolle objecten kan groot zijn. Vaak is de schade pas zichtbaar na een langere tijd en is het raden naar de reden. Het monitoren van het gebouw voor de aanpassingswerken, voor minstens een jaar, geeft een waardevol beeld van het oorspronkelijke klimaat. Deze data kan gebruikt worden na de werken, om eventuele ongewilde wijzigingen van het klimaat tegen te gaan.