Colofon. Samenstelling C.L.A.J. Boom, J. Olthof-Pal, J. Roorda en J.E. Visser. Met dank aan W. Meester en W.N. Deinum-Huisman.



Vergelijkbare documenten
Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Twenterand

Kernboodschappen Gezondheid Wierden

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Regionale VTV Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Kernboodschappen Gezondheid Hengelo

Twenterand. Colofon. Maakt deel uit van de Twentse Gezondheidsverkenning. Samenstelling. Uitgave. Copyright. Pagina Pagina 1

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer : Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Mantelzorg. Figuur 1. Mantelzorg per GGD regio. 2 van 6 Rapport Mantelzorg. Bron: Zorgatlas RIVM

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant:

Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Wijkgericht werken: doel of middel?

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwartewaterland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE LEUDAL. Resultaten uit de volwassenen- en ouderenmonitor 2012

Vrijwilligers maken het verschil!

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE ROERDALEN

Zuidoost gezond en wel?

Subregio Nederland t.o.v Sociaal economische status (SES) % / aantal subregio / regio

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE NEDERWEERT

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Ommen? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE BERGEN. Resultaten uit de volwassenen- en ouderenmonitor 2012

Hoe gezond zijn de inwoners van Deventer? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Ouderenmonitor Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Noord gezond en wel?

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE PEEL EN MAAS

Hoe gezond zijn de inwoners van Steenwijkerland? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE VENLO

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE MAASGOUW. Resultaten uit de volwassenen- en ouderenmonitor 2012

Hoe gezond zijn de inwoners van Hardenberg? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Hoe gezond zijn de inwoners van Staphorst? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE WEERT

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE BEESEL

Hoe gezond zijn de inwoners van Zwolle? Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE GENNEP

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE ROERMOND

Gezondheid van volwassenen en ouderen; een gebiedsgerichte

deelrapport Levensverwachting en sterfte

Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE ECHT-SUSTEREN. Resultaten uit de volwassenen- en ouderenmonitor 2012

Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

Voorlopig tabellenboek Volwassenen- en seniorenenquête 2012 Flevoland

GEZONDHEID IN BEELD GEMEENTE VENRAY

Nieuw-West gezond en wel?

Centrum gezond en wel?

Factsheet Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2012

Toekomstbestendige zorg in Noord-Brabant: Voorlopige resultaten. Dung Ngo MSc 15 december 2010

Stadsdeelprofielen Den Haag 2017

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

Regionale VTV Roken. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Roken

Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen. Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015

Utrecht gezond!

Samen tegen eenzaamheid

KERNCIJFERS VOLWASSENEN- EN OUDERENPEILING 2012 TEYLINGEN --> SASSENHEIM, VOORHOUT, WARMOND

Gemeente rapportage Nederweert Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2016

Gezond meedoen in Kerkrade. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Depressie in Zeeland

Gezondheidsprofiel Boxtel Oost

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

De toekomst: iedereen doet mee!? Carolien Plevier - GGD regio Utrecht Hanneke Schreurs - Gemeente Utrecht Volksgezondheid

Gezondheid in kaart 2018

Kinderen in West gezond en wel?

de bevolking van Aa en Hunze vergrijst, van 21% nu naar 35% in 2040.

Gezondheid in beeld:

Gezond meedoen in Stein. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

DEELGEBIEDEN TIEL. Tiel Oost. Woonsituatie

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Gezond meedoen in Sittard-Geleen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Alcoholgebruik: omvang in de regio

Algemeen. Tabellenboek volwassenenmonitor Maasdriel

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Kinderen in Centrum gezond en wel?

23 65-plussers in de regio Gelre-IJssel. Resultaten van de ouderenmonitor 2010

Gezondheid in beeld:

Inleiding. Meer informatie of vragen?

Dorp Brakel Kerkwijk & Nederhemert Totaal aantal correct ingevulde vragenlijsten, bruikbaar voor analyse Woonsituatie Zaltbommel

1 De bevolking van de regio Gelre-IJssel

Regionale VTV Ziekten in de toekomst. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Ziekten in de toekomst

Geestelijke Gezondheid (65 94 jaar)

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Gezond meedoen in Gulpen-Wittem. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Transcriptie:

Colofon Samenstelling C.L.A.J. Boom, J. Olthof-Pal, J. Roorda en J.E. Visser. Met dank aan W. Meester en W.N. Deinum-Huisman. Uitgave GGD Twente, Enschede, Februari 2011. (actualisatie augustus 2013) Copywright GGD Twente, 2011. Overname is toegestaan, mits volledige bron wordt vermeld.

Voorwoord Leven in goede gezondheid is ons heel wat waard. Goed voor jezelf zorgen is allereerst een eigen verantwoordelijkheid. Daar waar burgers kwetsbaar zijn en hun eigen inspanningen ontoereikend zijn, heeft de overheid tot taak haar burgers te beschermen en hen te helpen de eigen gezondheid te bevorderen. In Twente is daar genoeg aanleiding voor. Twentenaren zijn minder gezond. Zij hebben gezondheidsproblemen, ongelijke kansen op gezondheid en een lagere levensverwachting. De (regionale) ambities van Twentse gemeenten zijn dan ook vooral gericht op het terugdringen van deze achterstanden. Gemeenten en GGD spelen bij gezondheidsbevordering en -bescherming een belangrijke rol. Gemeenten zorgen voor preventieve voorzieningen en de afstemming daarvan met zorgpartijen. Ook daar waar gezondheid en gezondheidszorg raken aan de leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke inrichting, milieu en duurzaamheid van de lokale samenleving, heeft de gemeente als regisseur een stimulerende en verbindende rol. GGD Twente ondersteunt, informeert en adviseert gemeenten bij de ontwikkeling van het lokale gezondheidsbeleid. Voor een goed onderbouwd gezondheidsbeleid is relevante en betrouwbare informatie over de gezondheidstoestand van de bevolking van belang; zowel op lokaal, regionaal als landelijk niveau. De Twentse GezondheidsVerkenning (TGV) die thans voor u ligt, biedt daarvoor een goed fundament. Op basis van de meest actuele gegevens uit de grootschalige onderzoeken van de GGD, CBS, RIVM en andere bronnen, beschrijft de TGV de huidige gezondheidstoestand en de ontwikkelingen hierin van de Twentse bevolking. Tevens gaat dit rapport in op de factoren die hun gezondheid beïnvloeden, zoals leefstijl, fysieke omgeving, sociale omgeving en preventie en zorg. Deze eerste TGV is niet het eindpunt, maar vormt juist het startpunt van een doorlopende cyclus van gegevensverzameling waarbij aanscherping en verdieping tot stand komt in overleg met gemeenten en externe partijen. De komende jaren zal de TGV zich doorontwikkelen tot een instrument dat: inzicht geeft in de gezondheidssituatie; inzicht geeft in de verschillende factoren die gezondheid beïnvloeden informatie levert die goed te vergelijken is handvatten biedt voor samenwerking en afstemming op het gebied van OGZ en Wmo; inzicht geeft in de effectiviteit van de verschillende maatregelen; mogelijkheden aanreikt voor evaluatie en bijstelling van beleid; handreikingen biedt om een zo efficiënt mogelijk integraal beleid vorm te geven; De uitdaging aan gemeenten en betrokken partners is om voor de toekomst informatie nog systematischer, meer afgestemd en waar mogelijk volgens landelijke standaarden te verzamelen. Op deze wijze kan effectief beleid ontwikkeld worden dat meer gebaseerd is op lokale gegevens en zal het fundament voor het Twentse zorg- en welzijnsbeleid alleen nog maar steviger worden. Theo van Rijmenam Directeur GGD Twente Februari 2011

Inhoudsopgave Kernboodschappen Twente 5 1. Inleiding 10 2. Kenmerken van de Twentse bevolking 12 2.1 Twente 14 2.2 Sociaal economische status 19 3. Gezondheid van de Twentse bevolking 24 3.1 Levensverwachting en gezonde levensverwachting 24 3.2 Sterfte in Twente 27 3.3 Ziekten en aandoeningen 30 3.4 Functioneren en kwaliteit van leven 32 3.5 Ziektelast 38 4. Leefstijl 42 4.1 Overgewicht 42 4.2 Voeding 45 4.3 Beweging 47 4.4 Roken 48 4.5 Alcoholgebruik 50 4.6 Drugs 53 4.7 Seksualiteit 53 5. Fysieke omgeving 55 5.1 Binnenmilieu 56 5.2 Buitenmilieu 59 5.3 Leefomgeving 61 6. Sociale omgeving 69 6.1 Vrije tijd 70 6.2 Sociale contacten 73 6.3 Vrijwilligerswerk 74 6.4 Mantelzorg 75 6.5 Huiselijk geweld 77 7. Preventie en zorg 80 7.1 Preventie 81 7.2 Vaccinaties en screening 88 7.3 Jeugdgezondheidszorg 92 7.4 Ouderengezondheidszorg 94 7.5 Eerstelijnsgezondheidszorg 96 7.6 Medicijngebruik 101 Bijlagen 117 Literatuur en websites 104 Gegevensbronnen 109 Met dank aan... 113 Lijst van afkortingen 115

Kernboodschappen Twente Twente varieert naar stad en platteland In Twente wonen 626.500 mensen waarvan de helft woont in één van de drie grote steden. Tot 2030 zal de Twentse bevolking nog iets toenemen, ondanks een afname van het inwonertal in een aantal kleinere gemeenten. Net als in de rest van Nederland zet ook in Twente de vergrijzing door. Met name op het platteland neemt het aantal 65-plussers toe. Op dit moment bestaat een derde van het aantal huishoudens in Twente uit alleenstaanden waarvan de meesten in de drie grote steden wonen. In vergelijking tot de rest van Nederland wonen in Twente minder allochtonen waarvan een relatief groot deel tot de westerse allochtonen behoort. Zij zijn vooral in het grensgebied gevestigd (voornamelijk Duitsers). In de drie grote steden wonen vooral niet-westerse allochtonen die veelal Turks of van Suryoye afkomst zijn. Tussen Twentenaren bestaan sociaal economische verschillen. Met name in de stedelijke gebieden hebben mensen een besteedbaar inkomen dat beduidend lager ligt dan het Twents gemiddelde. In vergelijking tot de ouderen, waarvan een kwart nauwelijks een opleiding heeft, zijn volwassen Twentenaren nu aanzienlijk beter opgeleid. De werkloosheid in de drie grote steden ligt boven het landelijk gemiddelde. Gecombineerd met het aantal mensen dat is gepensioneerd, wonen in Twente iets meer niet-actieven dan elders in Nederland. De gezondheid blijft achter in Twente De Twentse bevolking doet het op verschillende gezondheidsaspecten slechter dan de Nederlandse bevolking als geheel. De levensverwachting in Twente is voor mannen 77,6 en voor vrouwen 82,3 jaar. Dat is zowel voor mannen als vrouwen significant lager dan het landelijk gemiddelde (78,3 en 82,5 jaar). In een aantal gemeenten is de levensverwachting lager. Mannen leven korter dan vrouwen, maar de levensverwachting in goed ervaren gezondheid is voor mannen hoger dan voor vrouwen. De Twentenaar brengt in vergelijking tot de landelijke cijfers evenveel jaren in goede gezondheid door. Ook lijkt de levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen en in goede geestelijke gezondheid in Twente is vergelijkbaar met Nederland. In Twente ligt het sterftecijfer hoger dan het landelijk gemiddelde. Hart- en vaatziekten en kanker zijn de belangrijkste doodsoorzaken. Twentenaren sterven vaker aan hart- en vaatziekten, kanker en psychische stoornissen, COPD en Diabetes mellitus dan Nederlanders. Onder vrouwen is het sterftecijfer als gevolg van psychische stoornissen hoger dan bij mannen Ervaren gezondheid in Twente goed Mede als gevolg van de vergrijzing zal het aantal mensen met ziekten de komende jaren toenemen. Volwassenen geven zelf aan last te hebben van gewrichtsslijtage, migraine en hoge bloeddruk. Ouderen noemen daarnaast ook diabetes als veel voorkomende aandoening. Onder jongeren is allergie de meest gerapporteerde aandoening. Ouderen worden als gevolg van lichamelijke beperkingen vooral beperkt in hun mobiliteit. Traplopen, zich verplaatsen buitenshuis en zichzelf wassen kost hen de meeste moeite. In Twente ervaart men de eigen gezondheid vergelijkbaar met elders in het land. Jongeren, ouderen en lageropgeleiden beoordelen hun gezondheid minder positief dan volwassenen. Mannen beoordelen hun eigen gezondheid beter dan vrouwen. Twentenaren hebben niet meer psychische klachten dan gemiddeld in Nederland. Jongeren en ouderen ervaren echter meer psychische ongezondheid dan volwassenen. Binnen deze groepen hebben vrouwen (en meisjes), lageropgeleiden en alleenstaanden 7

relatief vaak psychische klachten. Bijna 35% van de volwassenen en ouderen zegt zich eenzaam te voelen, waarvan 8% zich ernstig tot zeer ernstig eenzaam voelt. Coronaire hartziekten, beroerte en angststoornissen veroorzaken de meeste ziektelast. Leefstijl van jongeren (14 16 jaar) gaat de goede kant op, maar is niet optimaal Een aantal leefstijlindicatoren ontwikkelt zich gunstig bij jongeren: (overmatig) alcoholgebruik en depressieve gevoelens nemen af, beweging neemt toe. Het aantal dagelijkse rokers is iets gestegen t.o.v. 2007. De leefstijl van jongeren verdient echter nog verbetering, als ze ook op latere leeftijd gezond willen blijven. Eén op de vijf jongeren rookt waarvan de helft dagelijks een sigaret opsteekt. Op het VMBO wordt beduidend meer gerookt dan op HAVO/VWO. In de afgelopen vier weken heeft drie procent van de jongeren wiet gebruikt. Landelijk ligt dat iets hoger. Een procent heeft recent harddrugs gebruikt. De helft van de jongeren (tweederde in 2007) heeft ooit alcohol gedronken en 44% (8% minder dan 2007) heeft in de afgelopen vier weken alcohol gehad. Twee en dertig procent van de jongeren drinken meer dan vijf glazen per gelegenheid (binge drinken). Van de 5-6 jarigen heeft 16% (ernstig) overgewicht dat oploopt tot 20% bij 10- en 11- jarigen. Daarna neemt het overgewicht weer af tot 17% bij 13- en 14-jarigen. Ruim een derde van de jongeren eet elke dag groente en een derde eet dagelijks fruit. Beide percentages zijn teruggelopen sinds 2007. Slechts een vijfde van de jongeren voldoet aan de bewegingsnorm en 72% is lid van een sportvereniging. Van de seksueel actieve jongeren (11%) gebruikt de helft een condoom tijdens het vrijen. Leefstijl van Twentenaar kan beter Een ongezonde leefstijl kan op latere leeftijd voor veel problemen zorgen. Overmatig drankgebruik, weinig bewegen en ongezonde voeding dragen bij aan ongezondheid. Twentenaren eten te weinig groente en fruit, laten het ontbijt wel eens staan (uitgezonderd ouderen) en drinken vaker overmatig dan landelijk. Ook is in veel Twentse gemeenten het overmatig alcoholgebruik hoger dan het landelijk gemiddelde. Oudere volwassenen drinken meer dagen per week dan jong volwassenen maar schadelijk alcoholgebruik komt vooral voor onder jong volwassen mannen in de leeftijd van 19 tot 35 jaar. In Twente hebben volwassenen vaker overgewicht dan landelijk (49% versus 46%). Van de ouderen heeft 63% overgewicht, landelijke is dat 59%. Zowel bij de volwassenen als ouderen hebben mannen vaker dan vrouwen overgewicht. Bij ouderen hebben vrouwen vaker ernstig overgewicht dan mannen. De daling van het aantal rokers stagneert de laatste jaren. Een op de vijf volwassenen rookt in Twente. Er wordt minder gerookt in de oudere leeftijdscategorieën. Verontrustend is dat een derde van de kinderen passief meeroken. De situatie is wel verbeterd sinds 2007 (42%). Driekwart van de volwassenen geeft aan te voldoen aan de beweegnorm. Dit percentage ligt hoger dan het landelijk percentage. Ouderen zijn relatief vaak actief door te wandelen en te fietsen. Twentenaren tevreden over leefomgeving, maar kwaliteit kan beter Een veilige leefomgeving met goede voorzieningen draagt bij aan de gezondheid en levenskwaliteit. Naast verkeer en industrie kunnen ook bronnen binnenshuis schadelijke stoffen in de lucht brengen. Een te hoog geluidsniveau kan leiden tot slaapverstoringen en verhoogde stressreacties. In Twente wordt slechts bij één op de vijf woningen in alle ruimtes voldoende geventileerd. Ook in scholen en kinderdagverblijven wordt slecht geventileerd. 8

Wegverkeer is één van de belangrijkste bronnen van geluidshinder, geurhinder en fijn stof. Vooral in het stedelijk gebied ervaart men geluidshinder. Ouderen voelen zich s avonds veiliger dan volwassenen. Het vermoeden is dat dit resultaat samenhangt met het uitgaansgedrag. Ouderen gaan s avonds minder vaak de deur uit. Ouderen zijn niet altijd bekend met voorzieningen die specifiek voor hen zijn ingericht. Tevens heeft één op de zeven ouderen een probleem met het vervoer en kan niet altijd op de plaats van bestemming komen. In Twente blijft aandacht nodig voor kwetsbare burgers Sociaal contact heeft een gunstige invloed op de gezondheid. Voor jongeren zijn vooral vrienden erg belangrijk. Naarmate de leeftijd toeneemt, worden familie en buren steeds belangrijker. Ondanks bestaande gevoelens van eenzaamheid is een ruime meerderheid van de volwassenen en ouderen (zeer) tevreden over hun sociale contacten (87 en 89%). Contact met anderen levert echter soms ook problemen op. Ruim een op de tien jongeren (12-17 jaar) wordt gepest waarvan de helft meer dan eens per maand. Landelijk bedraagt dit percentage 19%. Het percentage kinderen waarover kindermishandeling is gemeld, wijkt nauwelijks af van het landelijk gemiddelde (0,7%). In de grote steden is dit percentage hoger. Van de volwassenen in Twente is 3% ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld. Uit onderzoek blijkt dat in het afgelopen jaar een enkeling slachtoffer is geweest. Een kleine kwart van de 65-plussers dat mantelzorg verleent, voelt zich belast. 11% van de volwassenen en 13% van de ouderen is mantelzorger (minstens 3 maanden of minstens 8 uur per week) Het is tijd voor preventie! De levensverwachting is in Nederland de laatste jaren gestegen, maar minder snel, dan in de meeste omliggende Europese landen. Verder blijkt dat ongezond gedrag, zoals roken, schadelijk alcoholgebruik en overgewicht, een forse bijdrage leveren aan het vòòrkomen van ziektes met een hoge ziektelast, zoals hart- en vaatziekten, kanker, chronische luchtwegaandoeningen en Diabetes mellitus. Bovendien leven mensen met een lage sociaal economische status (ses) gemiddeld korter en minder jaren in goede gezondheid en hebben vaker een ongezonde leefstijl, dan mensen met een hoge ses. De gezondheidsverschillen op dit terrein zijn de laatste jaren ongewijzigd. Het is dan ook tijd voor een stevig preventiebeleid, dat zich richt op het bevorderen van een gezonde leefstijl, zodat de levensverwachting toeneemt, evenals het aantal gezonde levensjaren (langer gezond leven) en het verkleinen van gezondheidsverschillen. Gunstige ontwikkelingen op het gebied van preventiebeleid In Twente zijn wat preventiebeleid betreft een aantal gunstige ontwikkelingen gaande: In Twente is door de gemeenten de regionale nota: Vitale Coalities opgesteld. Deze regionale nota dient als richtlijn voor het opstellen van lokale nota s gezondheidsbeleid en geldt voor de komende 4 jaar. De vaccinatiegraad van Twentse kinderen ligt hoog, boven de 95%. De deelname aan de bevolkingsonderzoeken naar baarmoeder- en borstkanker ligt eveneens hoog. De deelnamepercentages liggen boven het Nederlandse gemiddelde. Het bereik van de preventieve gezondheidsonderzoeken (pgo s) in het basis- en voortgezet onderwijs door de jeugdgezondheidszorg ligt ruim boven de 90%. De gemeenten hebben de eerste stappen gezet om te komen tot een samenhangend, effectief en toekomstgericht beleid op het vlak van preventieve ouderengezondheidszorg. 9

1 Inleiding Epidemiologische gegevens als input voor lokaal gezondheidsbeleid Op basis van de Wet publieke gezondheid (Wpg) hebben gemeenten specifieke taken ten aanzien van de volksgezondheid. De Wpg stelt ondermeer als eis dat gemeenten om de vier jaar een nota lokaal gezondheidsbeleid vaststellen. Dit wordt de preventiecyclus genoemd. In deze cyclus stelt de rijksoverheid eens per vier jaar beleidsprioriteiten vast welke het kader vormen waarbinnen lokale overheden verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van het beleid. Dit beleid wordt vervolgens vastgelegd in de nota lokaal gezondheidsbeleid. De beleidsvoornemens in deze nota dienen gebaseerd te zijn op epidemiologische analyses. De GGD Twente verzamelt in opdracht van gemeenten epidemiologische gegevens over de gezondheidssituatie van de Twentse burger en de factoren die van invloed zijn op hun gezondheid. Deze gegevens komen voort uit eigen grootschalige onderzoeken en diverse registratiebestanden (waaronder de Jeugdgezondheidszorg), aangevuld met informatie uit landelijke databanken. In deze Twentse GezondheidsVerkenning (TGV) zijn al deze gegevens op een systematische wijze bijeengebracht, geanalyseerd en toegankelijk gemaakt voor een breder publiek. Opbouw Twentse GezondheidsVerkenning volgens het Lalonde en VTV model De opbouw van de Twentse GezondheidsVerkenning is voor een belangrijk deel gebaseerd op het model van Lalonde. Gezondheid wordt volgens dit model gedefinieerd als een toestand van compleet fysiek, mentaal en sociaal welbevinden en is niet alleen van toepassing op de afwezigheid van ziekte of handicap. Naast genetische aanleg, leefstijl en beschikbaarheid van voorzieningen hebben ook omgevingsfactoren als de woonomgeving, onderwijs, sociale samenhang of veiligheid invloed op de gezondheid. K Figuur 1.1: Model van Lalonde. Het model van Lalonde gaat er van uit dat gezondheid wordt beïnvloed door de volgende factoren (zie figuur 1.1): endogene of persoonsgebonden eigenschappen (genetisch, biologisch), leefstijl fysieke omgeving sociale omgeving (preventieve) gezondheidszorg. 10

Deze onderdelen van het Lalonde model komen ook terug in het basismodel van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) van het RIVM (zie figuur 1.2). Figuur 1.2: Het conceptuele basismodel van de volksgezondheid toekomst verkenning (VTV,2010). In het VTV-model van het RIVM wordt de gezondheidstoestand opgevat als de uitkomst van een multicausaal proces met diverse determinanten. Dit model is een uitwerking van het model van Lalonde. Het model rekent demografische en economische ontwikkelingen tot autonome ontwikkelingen die buiten het domein van de volksgezondheid vallen. Goed inzicht in de gezondheidsituatie en de factoren die gezondheid beïnvloeden, biedt handvatten voor gezondheids- en zorgbeleid. In het lokaal gezondheidsbeleid van gemeenten komen alle facetten van Lalonde en het VTV-model aan bod om de gezondheid van burgers te behouden en te bevorderen. De verschillende onderdelen van Lalonde en het VTV model zijn ook duidelijk in deze TGV terug te vinden. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de demografische en sociaal economische kenmerken van de regio Twente. De demografie en sociaal economische kenmerken zijn externe factoren die mede de gezondheidstoestand van de bevolking bepalen, maar waar weinig invloed op kan worden uitgeoefend. Door naar demografische en sociaal economische verschillen te kijken, is het mogelijk om een aantal Twentse gezondheidsverschillen te verklaren. Hoofdstuk 3 beschrijft de gezondheidssituatie van de Twentse bevolking. In dit onderdeel wordt gekeken naar de (gezonde) levensverwachting, sterfte, ziekten en aandoeningen, kwaliteit van leven en ziektelast. In de drie daarop volgende hoofdstukken gaat het over factoren die direct van invloed zijn op de gezondheidstoestand zoals leefstijl (hoofdstuk 4), de fysieke omgeving (hoofdstuk 5) en de sociale omgeving (hoofdstuk 6). In het laatste hoofdstuk, hoofdstuk 7, wordt beschreven hoe op de gezondheidstoestand kan worden ingespeeld en hoe dit al gebeurd door preventie en zorg toe te passen. 11

2 Kenmerken van de Twentse bevolking Twente varieert naar stad en platteland In Twente wonen 626.000 mensen waarvan de helft in één van drie grote steden (Enschede, Hengelo en Almelo). Tot 2030 zal dit aantal nog iets toenemen, ondanks een afname van de bevolking in een aantal kleinere gemeenten. Net als in de rest van Nederland zet ook in Twente de vergrijzing door. Vooral op het platteland neemt het aantal 65-plussers toe. Mede daardoor zal de beroepsbevolking afnemen. Daardoor zal ook het aantal éénpersoonshuishoudens toenemen. Op dit moment bestaat een derde van het aantal huishoudens in Twente uit alleenstaanden waarvan de meesten in de drie grote steden wonen. In vergelijking tot de rest van Nederland wonen in Twente minder allochtonen waarvan een relatief groot deel tot de westerse allochtonen behoord. Zij zijn met name in het grensgebied gevestigd (voornamelijk Duitsers). In de drie grote steden wonen vooral niet-westerse allochtonen die veelal van Turkse of Suryoye afkomst zijn. Tussen Twentenaren bestaan sociaal economische verschillen. Met name in gebieden waar bedrijfstakken zijn verdwenen, hebben inwoners duidelijk minder te besteden. In vergelijking tot de ouderen, waarvan een vijfde nauwelijks een opleiding heeft, zijn volwassen Twentenaren nu aanzienlijk beter opgeleid. 12

2. Kenmerken van de Twentse bevolking Uit de gouden korenaren schiep God de Twentenaren, en uit het kaf en de resten de mensen uit het Westen Twente is een regio met specifieke demografische en sociaal economische kenmerken. De gezondheidssituatie van de Twentenaren hangt onder andere samen met de omvang en samenstelling van de bevolking. Leeftijdsopbouw, burgerlijke staat en etniciteit hebben elk afzonderlijk, maar ook in onderlinge samenhang hun invloed op de gezondheid, In paragraaf 2.1 worden deze factoren beschreven. Daarnaast zijn sociaal economische status, gemeten naar opleiding, inkomen en uitkeringen factoren die de gezondheid kunnen beïnvloeden. In paragraaf 2.2 wordt de sociaal economische situatie van Twente beschreven. I.: Definities Groene druk Groene druk geeft de verhouding aan tussen het totaal aantal personen van 0 tot en met 19 jaar en de personen in de zogenaamd productieve leeftijdsgroep van 20 tot en met 64 jaar. De groende druk is een maat voor de ontgroening. Grijze druk De grijze druk geeft de verhouding aan tussen het totaal aantal personen van 65 jaar of ouder en de personen in de leeftijdsgroep van 20 tot en met 64 jaar. De grijze druk is een maat voor vergrijzing. Demografische druk De som van het totaal aantal personen van 0 tot en met 19 jaar en 65 jaar en ouder in verhouding tot de personen van 20 tot en met 64 jaar. De demografische druk is de som van de groene druk en de grijze druk. De demografische druk wordt ook wel de afhankelijkheidsgraad genoemd: de verhouding tussen het niet economisch productieve deel van de bevolking en dat deel dat wel (potentieel) economisch actief is. Allochtonen Allochtoon is volgens de definitie van het CBS een persoon van wie tenminste één ouder in het buitenland geboren is. Er wordt in deze regionale gezondheidsmonitor geen onderscheid gemaakt tussen personen die zelf in het buitenland geboren zijn (eerste generatie in Nederland) en personen die in Nederland zijn geboren (tweede generatie). Wel wordt onderscheid gemaakt naar herkomstgroepering: westers en niet-westers. Deze indeling is ingegeven door de grote verschillen in sociaal economische en culturele situatie tussen deze groepen. Tot de niet-westerse allochtonen behoren de mensen met als herkomstgroepering de landen in de werelddelen Afrika, Latijns-Amerika, Azie (exclusief Indonesië en Japan). Westerse allochtonen vinden hun herkomst in Europese landen (exclusief Turkije), Noord-Amerika, Oceanië, Japan en Indonesië Gemiddeld besteedbaar inkomen Inkomen van personen van 15 jaar en ouder die het gehele jaar inkomen hebben ontvangen (52 weken). Hierin worden actieven en niet-actieven onderscheiden. Actieven zijn personen met hoofdzakelijk inkomen uit arbeid of inkomen uit onderneming. Het is niet mogelijk om hier de groep parttime werkers van de fulltimers te onderscheiden. Niet-actieven zijn personen met hoofdzakelijk inkomen uit een uitkering, pensioen of partneralimentatie en studenten. 13

2.1 Twente In Twente wonen ruim 626.000 mensen (CBS-StatLine, 2012). In figuur 2.1 is te zien, dat de helft van de inwoners in stedelijk gebied woont. In Enschede woont een kwart van de Twentse bevolking. In Hengelo, Almelo en Oldenzaal wonen respectievelijk 13%, 12% en 5% van de totale bevolking. Losser Tubbergen 4% 3% Wierden Haaksbergen 4% 4% Dinkelland 4% Hellendoorn 6% Tw enterand 5% Rijssen-Holten 6% Hof van Tw ente 6% Oldenzaal 5% Borne 3% Almelo 12% Enschede 25% Hengelo 13% Figuur 2.1: Verhouding inwoneraantallen per gemeente in 2012 (CBS-StatLine, 2013). 14

2.1.1 Twentse bevolking Bevolkingsopbouw Twente vergelijkbaar met Nederland Van het totaal aantal inwoners van Twente behoort een kwart tot de jeugd (0 tot 20 jaar), 60% behoort tot de volwassenen (20 tot 65 jaar) en 16% tot de ouderen (65 jaar en ouder). De bevolkingsopbouw van Twente is vergelijkbaar met Nederland. In Nederland behoort 24% tot de jeugd, 61% behoort tot de volwassenen en 15% tot de ouderen, zie figuur 2.2. Leeftijd (jaren) Vrouwen Mannen 9 5 e. o. 9 0-9 4 8 5-8 9 8 0-8 4 7 5-7 9 7 0-7 4 6 5-6 9 6 0-6 4 5 5-5 9 5 0-5 4 4 5-4 9 4 0-4 4 3 5-3 9 3 0-3 4 2 5-2 9 2 0-2 4 1 5-1 9 1 0-1 4 5-9 0-4 4.0 4 0 3.03 0 2.0 2 0 1.0 1 0 0 1.0-1 0-22.0 0-3.0 3 0 4.0-4 0 Percentage = Nederland = Twente Figuur 2.2: Bevolkingsopbouw Twente en Nederland in 2009 (CBS-StatLine, 2010). Verder blijkt uit figuur 2.2 dat de verhouding tussen mannen en vrouwen enigszins verschilt per leeftijdsgroep. Bij jeugd en volwassenen zijn de mannen procentueel in de meerderheid; bij ouderen draait de verhouding langzamerhand om. In de leeftijdsgroep 20-24 jaar is het mannenoverschot relatief het grootst. Een mogelijke verklaring hiervoor is de man/vrouw verhouding binnen de studentenpopulatie van de Universiteit Twente. Bevolkingsopbouw verschilt per gemeente Verschillen in bevolkingsopbouw worden ook wel uitgedrukt in demografische druk: de optelsom van groene en grijze druk (zie tekstblok I). Het gaat hier om de verhouding tussen 15

het niet economisch productieve deel van de bevolking en dat deel dat wel (potentieel) economisch actief is. De groene druk is in Twente op 1 januari 2012 41% en de grijze druk 29%. Daarmee komt de totale demografische druk op 70%. Dit is iets hoger dan de totale demografische druk landelijk (66%). De grootste verschillen bestaan tussen de gemeente Hof van Twente met een hoog percentage 65-plussers (21%) en een grijze druk van 38% en de gemeenten Enschede met een grijze druk van 25% en een aandeel 65-plussers van 15%. Rijssen-Holten heeft de hoogste groene druk (52%) en heeft met 29% ook een hoog percentage jeugdige inwoners, zie tabel 2.1. Tabel 2.1: Bevolkingssamenstelling 2012 (CBS-StatLine, 2013). aantal inwoners 0-19 jaar 20-64 jaar 65 jaar en ouder groene druk grijze druk westerse allochtonen (%) (%) (%) (%) (%) (%) nietwesterse allochtonen (%) Almelo 72.757 24 59 16 41 28 10 15 Borne 21.586 24 58 18 42 31 7 4 Dinkelland 26.073 26 56 18 47 32 6 1 Enschede 158.048 22 62 15 36 25 13 15 Haaksbergen 24.419 24 57 19 42 34 7 5 Hellendoorn 35.796 24 58 18 42 31 4 2 Hengelo 80.939 24 59 17 40 29 10 12 Hof van 35.599 23 55 21 42 38 5 3 Twente Losser 22.673 23 58 19 39 32 12 3 Oldenzaal 32.176 24 58 18 42 32 8 7 Rijsen-Holten 37.561 29 55 16 52 29 3 4 Tubbergen 21.206 28 57 15 48 26 4 1 Twenterand 33.929 26 58 15 45 26 3 2 Wierden 23.824 25 57 17 44 30 5 2 Twente 626.586 24 59 17 41 29 9 9 Nederland 16.730.348 23 60 16 39 27 9 12 De bevolking in Twente neemt toe tot 2030 met 1,5% De bevolkingsprognose van het CBS voor Twente wijst uit dat de bevolkingsomvang tot 2030 zal toenemen met 1,5%. Niet in alle gemeenten neemt de bevolking toe. In de gemeenten Dinkelland, Hof van Twente, Twenterand en Rijssen-Holten neemt de bevolking geleidelijk af. Belangrijkste oorzaken hiervan zijn een sterfteoverschot en een negatief migratiesaldo. De bevolking van de gemeenten Almelo en Hengelo neemt toe, vooral als gevolg van een positief migratiesaldo en een geboorteoverschot. De bevolkingsomvang van de andere gemeenten blijft naar verwachting vrij stabiel. Niet alleen de omvang, ook de samenstelling van de bevolking gaat in de komende jaren veranderen. Het aantal jongeren in de leeftijd van 0-19 jaar daalt van 25% in 2010 tot 23% in 2030. De omvang van de potentiële beroepsbevolking neemt af van 59% naar 54% in 2030. Het percentage oudere inwoners blijft stijgen van 16% nu, naar 23% in 2030. Niet in alle gemeenten zal het aandeel van de ouderen even sterk stijgen. De groei van het aantal 65- plussers is op het platteland sterker dan in de grote steden. Koplopers op het platteland zijn Hof van Twente, Haaksbergen en Losser. 16

2.1.2 Etniciteit In Twente minder allochtonen en verhoudingsgewijs meer westerse allochtonen Op 1 januari 2009 is 16% van de Twentse bevolking van allochtone afkomst. Dit is lager dan het landelijk percentage van 20%. Van de Twentenaren is 8% van westers allochtone afkomst en behoort eveneens 8% tot de niet-westerse allochtonen (zie voor uitleg tekstblok I). Landelijk is 9% westers en 11% niet-westers allochtoon. Verhoudingsgewijs wonen er in Twente dus meer westerse allochtonen (zie figuur 2.3). 30 25 percentage 20 15 10 5 0 Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden Twente Nederland niet-w esters w esters Figuur 2.3: Verdeling westerse en niet-westerse allochtonen per gemeente in 2009 (CBS-StatLine, 2010). Er is verschil in de verdeling van westerse en niet-westerse allochtonen tussen de gemeenten. Zo blijkt dat in de gemeenten die grenzen aan Duitsland meer westerse allochtonen wonen. Dit zijn vooral Duitsers (CBS-StatLine, 2010). In de grote steden Almelo, Hengelo en Enschede wonen meer niet-westerse allochtonen. Dit zijn veelal Turken en allochtonen van Suryoye afkomst. Verder is er een kleine groep Marokkanen. In vergelijking met Nederland wonen in Twente relatief meer Turken dan andere niet-westerse allochtonen (CBS-StatLine, 2010). 17

2.1.3 Burgerlijke staat en huishoudsamenstelling Om een beeld te krijgen van de leefsituatie van de inwoners van Twente wordt gekeken naar de burgerlijke staat en het aantal personen waaruit een huishouden bestaat. Over het algemeen leven gehuwden langer dan mensen die nooit getrouwd zijn, gescheiden of verweduwd zijn. Voor mannen geldt dit sterker dan voor vrouwen. 100 90 80 70 percentage 60 50 40 30 20 10 0 Almelo Borne Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Losser Oldenzaal Rijssen-Holten Tubbergen Twenterand Wierden Twente Nederland Figuur 2.4: Burgerlijke staat in 2008 (CBS-StatLine, 2010). ongehuw d gehuw d verw eduw d gescheiden In figuur 2.4 is te zien dat het percentage gescheiden mensen in de gemeenten Enschede, Almelo en Hengelo hoger is dan in de plattelandsgemeenten. Het percentage in de drie grote steden is vergelijkbaar met Nederland. Het percentage verweduwde mensen is in alle gemeenten ongeveer gelijk en eveneens vergelijkbaar met Nederland. 18

De huishoudsamenstelling kan invloed hebben op de gezondheid. Alleenstaanden rapporteren bijvoorbeeld vaker psychische problematiek en eenzaamheid dan gehuwden. Op 1 januari 2009 zijn in Twente ruim 263.000 huishoudens, waarvan 33% bestaat uit alleenstaanden. Het percentage meerpersoonshuishoudens (inclusief eenoudergezinnen) met kinderen bedraagt 37%. Van het totaal aantal huishoudens is 6% een eenoudergezin. Het percentage meerpersoonshuishoudens zonder kinderen is 31%. Figuur 2.5: Verdeling eenpersoons huishoudens naar gemeente in 2009, bewerkt door Arcon (CBS-StatLine, 2010). De meeste eenpersoonshuishoudens komen procentueel voor in de drie grote steden, variërend van 43% in Enschede, de studentenstad, tot 33% in Almelo (zie figuur 2.5). Het aandeel eenpersoons huishoudens is in Twente lager, dan in Nederland gemiddeld (33% tegenover 36%). Het aandeel meerpersoonshuishoudens zonder kinderen is iets hoger in Twente. 2.2 Sociaal economische status Door verschillen in opleiding, beroep en inkomen ontstaat er maatschappelijke gelaagdheid, ook wel sociale stratificatie genoemd. De positie van mensen binnen deze sociale stratificatie wordt sociaal economische status (ses) genoemd. Er bestaan in Nederland aanzienlijke verschillen in gezondheid naar ses. Zo leven lager opgeleide mannen en vrouwen gemiddeld respectievelijk zeven en zes jaar korter dan hoogopgeleiden. Door hoogopgeleide mannen en vrouwen worden gemiddeld meer jaren in goed ervaren gezondheid doorgebracht dan door laagopgeleide mannen en vrouwen. Gezondheidsachterstanden worden niet alleen gevonden bij lager opgeleiden, maar ook bij andere lage sociaal economische groepen, zoals werklozen, arbeidsongeschikten en mensen die in de bijstand zitten. 19

De minder goede gezondheid van mensen met een lage ses komt voor een deel door het verhoogd voorkomen van gezondheidsrisico s. Personen met een lage ses hebben vaak een minder gezonde leefstijl: roken en drinken meer en bewegen minder. Ook zijn materiële omstandigheden zoals woon- en werkomstandigheden vaak minder gunstig voor de gezondheid. Leefstijl en materiële omstandigheden hebben zowel zelfstandig, als in combinatie een effect op het ontstaan van gezondheidsverschillen. Omgekeerd kan ook juist een slechtere gezondheidssituatie ertoe leiden dat men tot een lage ses-groep gaat behoren, bijvoorbeeld in geval van arbeidsongeschiktheid. II.: Twente een regio met historie. Twente is lange tijd een vrij arm en dunbevolkt gebied geweest. De veenmoerassen en de zand- en keileemgronden lenen zich niet of nauwelijks voor agrarisch gebruik. Zo n zesduizend jaar geleden vestigen zich de eerste boeren in Salland en Twente. De dorpscultuur van deze boeren heeft zich tot ver in de 19 e eeuw voortgezet. In de middeleeuwen geldt Oldenzaal als de hoofdstad van Twente. Het is de enige stad met een stenen stadsmuur en een belangrijk kerkelijk centrum. De stad vormt tevens een schakel in de handelsroutes tussen Zwolle en Deventer richting Osnabrück en Münster. De stad speelt tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) een belangrijke rol en is afwisselend in Spaanse en Hollandse handen. Door de langdurige Spaanse overheersing gaat een groot deel van de Twentse bevolking over tot het katholieke geloof. Tot op heden is Twente te verdelen in een katholiek deel in het oosten, een protestants deel in het noordwesten en een gemengd deel in het midden. Na de Tachtigjarige Oorlog verarmt Oldenzaal en verliest haar invloedrijke positie. Langzamerhand klimt Almelo op tot de nieuwe hoofdstad van Twente, tot zij in de 20 e eeuw deze positie weer moet afstaan aan Enschede op basis van inwoneraantal en aanwezige voorzieningen. In de 19 e eeuw verandert er veel in Twente. Het ontginnen van woeste gronden en het droogleggen van veengebieden wordt mogelijk. Door de slechte ontsluiting en de weinig vruchtbare grond behoort het veengebied in het noordoosten tot de armere streken in Twente. De eerste stedelijke ontwikkeling begint rond 1850 met de opkomst van de textielindustrie. In Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Oldenzaal en Nijverdal worden textielfabrieken opgericht. Hierdoor neemt de bevolking in de steden sterk toe. Enschede kent een uitzonderlijke groei: tussen 1866 en 1905 verzesvoudigde de bevolking van ruim 5000 naar meer dan 30.000. De Regge wordt gekanaliseerd, maar voor de Twentse ondernemers is dat niet voldoende. Het Overijssels kanaal en het Twente kanaal worden aangelegd. De textielfabrikanten geven ook de aanzet voor de oprichting van spoorwegmaatschappijen, zoals de Geldersch Overijsselsche Locaal Spoorwegmaatschappij en de Noord Ooster Locaal Spoorwegmaatschappij. Het primaire doel van deze spoorwegmaatschappijen is de aanvoer van steenkool voor de textielindustrie. De komst van het spoor zorgt ervoor dat de steden Almelo, Hengelo en Enschede een belangrijke economische as vormen en de textielindustrie zich kan gaan ontwikkelen. In Hengelo loopt naast een noord-zuid verbinding ook een spoorweg van west naar oost. Zo kan in Hengelo naast de textielindustrie een omvangrijke metaalindustrie, compleet met machinebouw en elektrotechniek ontstaan. Belangrijke bedrijven zijn onder andere Stork, Hazemeyer (het huidige Eaton Holec), Heemaf en Hollandse Signaalapparaten (het huidige Thales). De textielindustrie is na 1965 sterk teruggelopen, maar heeft vele sporen achtergelaten. De aanname is dat het textielverleden voor een deel nog verantwoordelijk is voor de lagere Sociaal Economische Status in een aantal gebieden van Twente. 2.2.1 Opleiding In de ouderenmonitor volwassenenmonitor van 2008 en de ouderenmonitor 2010 is gevraagd naar het hoogst behaalde diploma. Uit de gegevens blijkt dat het opleidingsniveau van ouderen lager is. Tabel 2.2: Opleidingsniveau volwassenen (Monior, 2013). man (%) vrouw (%) 19-35 jaar (%) 35-50 jaar (%) 50-65 jaar (%) totaal (%) Laag (LO) 5 6 3 6 7 5 Midden 1 (MAVO, LBO) 27 32 17 26 45 29 Midden 2 (HAVO, VWO, MBO) 38 35 46 38 25 37 Hoog (HBO, WO) 31 27 34 30 23 29 20

Tabel 2.3: Opleidingsniveau ouderen (Monitor, 2013). man vrouw (%) (%) Lager onderwijs of geen opleiding 65-75 jaar (%) 75 plus (%) totaal (%) 16 23 15 28 20 (M)ulo, lbo 44 56 53 47 50 Mms, hbs, gymnasium, mbo 18 8 13 12 13 Hbo, wo 21 13 19 13 17 Het verschil in gemiddeld opleidingsniveau tussen volwassenen en 65-plussers is erg groot: 20% van de ouderen heeft geen opleiding of alleen lager onderwijs tegen 5% van de volwassenen. Dit verschil zal mede bepalend zijn voor het inkomensniveau van de huidige ouderen. Het opleidingsniveau van ouderen verbetert echter wel snel in de toekomst. Het opleidingsniveau van volwassenen ligt hoger dan dat van ouderen. De verschillen tussen mannen en vrouwen worden kleiner maar mannen zijn nog steeds sterker vertegenwoordigd op hbo en universitair niveau. Vrouwen scoren meer op middelbaar en lager beroeps niveau. 2.2.2 Inkomen Inkomen is naast opleiding en beroep een belangrijke indicator voor de sociaal economische status. Figuur 2.6: Gemiddeld besteedbaar inkomen van personen die 52 weken een inkomen hebben gehad uit arbeid naar gemeente in 2009 (CBS-StatLine, 2012). Het gemiddeld besteedbaar inkomen ligt in Almelo, Enschede, Losser en Twenterand lager dan gemiddeld in Twente (zie figuur 2.6. en tekstblok I). 2.2.3 Uitkeringen Ook wie een uitkering heeft, beschikt over een besteedbaar inkomen. De drie grote steden Almelo, Hengelo en Enschede hebben een hoger percentage personen met een werkloosheidsuitkering dan de overige gemeenten in Twente. De werkloosheid in de steden ligt boven het Nederlandse gemiddelde. De Hof van Twente heeft het hoogste percentage personen met een pensioen. Twente heeft een iets hoger percentage niet-actieven, dan Nederland gemiddeld, zie tabel 2.4. 21

Tabel 2.4: Uitkeringen naar gemeente (CBS-StatLine, 2012) gemeente % personen met een Werkloosheidsuitkering % personen met een Arbeidsongeschiktheidsregeling (AO) % personen met een Arbeidstoeleidings- /Bijstandsuitkering Nederland 2,4 7,3 2,9 Twente 2,7 8,3 3,0 Almelo 3,3 10,0 4,7 Borne 2,6 7,5 1,3 Dinkelland 1,9 6,4 0,6 Enschede 3,1 9,3 5,1 Haaksbergen 2,5 6,8 1,5 Hellendoorn 2,2 7,4 1,3 Hengelo 3,1 8,0 3,7 Hof van 2,3 7,1 1,2 Twente Losser 2,7 9,9 1,5 Oldenzaal 2,9 7,9 2,4 Rijssen- 2,0 6,5 1,0 Holten Tubbergen 1,6 6,4 0,7 Twenterand 2,3 8,7 1,4 Wierden 2,0 6,3 1,0 22

3 Gezondheid van de Twentse bevolking Levensverwachting van Twentenaar significant lager dan het landelijk gemiddelde In Twente leven mensen significant korter dan de gemiddelde Nederlander; 80 jaar versus 80,5 jaar. Binnen Twente varieert de levensverwachting naar gemeenten. In Almelo, Enschede en Twenterand hebben mensen de laagste levensverwachting. In de overige gemeenten varieert de levensverwachting rondom het landelijk gemiddelde. Mogelijk wordt deze variatie veroorzaakt door een verschil in sociaal economische status. Mannen leven bijna vier jaar korter dan vrouwen maar ervaren meer jaren in goede gezondheid. In vergelijking tot de landelijke cijfers lijkt de levensverwachting in goede gezondheid van Twentenaren achter te blijven. Hart- en vaatziekten en kanker belangrijkste doodsoorzaak in Twente In Twente ligt het sterftecijfer hoger dan in Nederland. Deze sterfte wordt vooral door hart- en vaatziekten veroorzaakt. Twentenaren sterven significant vaker aan hart- en vaatziekten, dikke darm kanker en longontsteking dan elders in het land. Onder vrouwen is het sterftecijfer als gevolg van psychische stoornissen hoger dan bij mannen. Coronaire hartziekten, beroerte en angststoornissen veroorzaken meeste ziektelast Ziektelast is een maat voor gezondheidsverlies in een populatie als gevolg van ziekten. Dit gezondheidsverlies wordt bepaald aan de hand van het aantal verloren jaren door vroegtijdige sterfte en het aantal zieke jaren. In Nederland veroorzaken coronaire hartziekten, beroerte, angststoornissen, depressie en Diabetes mellitus de meeste ziektelast. Nek en rugaandoeningen, contact eczeem en artrose meest voorkomende ziekten in Twente Nek- en rugaandoeningen, contact eczeem, artrose, coronaire hartziekten en Diabetes mellitus zijn de meest voorkomende ziekten in Twente. Het aantal aandoeningen neemt met de leeftijd vooral onder vrouwen toe. Als aan mensen zelf wordt gevraagd naar hun aandoeningen, noemt men vooral klachten van moeheid en slapeloosheid (43 en 22%). Daarnaast zijn gewrichtsslijtage, migraine en hoge bloeddruk de meest gerapporteerde aandoeningen. Ouderen noemen tevens diabetes. Onder jongeren zijn allergie, astma/bronchitis en eczeem de meest gerapporteerde aandoeningen. Twentenaar tevreden over eigen ervaren gezondheid Twentenaren beoordelen hun eigen gezondheid vergelijkbaar met de gemiddelde Nederlander (25% minder goed). Onder jongeren in Twente is 86% positief over de eigen gezondheid. Leerlingen op havo/vwo ervaren een betere gezondheid dan vmbo-leerlingen. Van de volwassenen beoordeelt 81% de eigen gezondheid als positief. Onder lageropgeleiden ligt dat percentage lager (68%). Ook 65- plussers zijn redelijk positief over de eigen gezondheid (55%). Naarmate men ouder wordt, neemt de ontevredenheid echter toe. Voor alle leeftijdscategorieën geldt dat mannen positiever zijn over de eigen gezondheid dan vrouwen. Lichamelijke beperkingen leiden tot afname mobiliteit van ouderen Een derde van de ouderen heeft tenminste één lichamelijke beperking waarbij vrouwen vaker een lichamelijke beperking ondervinden dan mannen. Beperkingen in de mobiliteit komen bijna 3 keer zo vaak voor als gehoor- of gezichtsbeperkingen. Naarmate men ouder wordt, neemt het aantal beperkingen toe. Als gevolg van deze beperkingen hebben ouderen vooral moeite met zware huishoudelijke werkzaamheden, bedden verschonen en gebruik openbaar vervoer. Met name onder 75-plussers zijn dit de handelingen waar zij moeite mee hebben. Vrouwen hebben meer last van psychische klachten en eenzaamheid dan mannen In Twente hebben mensen ongeveer evenveel psychische klachten dan gemiddeld in Nederland. Wel blijkt dat jongeren (12%) en ouderen (16%) vaker deze klachten hebben dan volwassen (11%). Met name vrouwen, lageropgeleiden, alleenstaanden en ouderen ervaren psychische ongezondheid. Een derde van de volwassenen voelt zich eenzaam, waarvan 8% zich ernstig tot zeer ernstig eenzaam voelen. Van de 65-plussers is 41% eenzaam en 7% ernstig eenzaam. 23

3. Gezondheid van de Twentse bevolking t Leem is as n keenderhèèmd, meestieds te kort Voor het uitvoeren van lokaal en regionaal gezondheidsbeleid is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de gezondheidssituatie van de Twentse burger. In dit hoofdstuk wordt aan de hand van verschillende indicatoren de gezondheid van de Twentse bevolking in kaart gebracht. In paragraaf 3.1 komt allereerst de (gezonde) levensverwachting aan de orde. Vervolgens maakt paragraaf 3.2 duidelijk wat de sterftecijfers zijn. Paragraaf 3.3 beschrijft welke aandoeningen en ziekten vooral voorkomen en in paragraaf 3.4 staat de kwaliteit van leven centraal. Het hoofdstuk wordt afgesloten met paragraaf 3.5 waar de ziektelast als indicator voor gezondheid wordt toegelicht. 3.1 Levensverwachting en gezonde levensverwachting De levensverwachting en de gezonde levensverwachting zijn twee belangrijke indicatoren voor de gezondheid: hoe lang leeft men in Twente en hoeveel jaren van het leven wordt in goede gezondheid doorgebracht? III.: (Gezonde) levensverwachting. Wat is levensverwachting? De levensverwachting is het gemiddeld aantal te verwachten levensjaren bij de geboorte (CBS-StatLine, 2010). Wat is gezonde levensverwachting? De gezonde levensverwachting is het aantal levensjaren dat iemand kan verwachten in goede gezondheid door te brengen. De gezonde levensverwachting wordt weergegeven aan de hand van drie indicatoren: Levensverwachting in goed ervaren gezondheid. Levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen. Levensverwachting in goede geestelijke gezondheid. Voor de levensverwachting in goed ervaren gezondheid is het aantal gezonde jaren bepaald op basis van de percentages personen die op de vraag naar de ervaren gezondheid de antwoorden goed of zeer goed gaven. Voor de levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen zijn gegevens gebruikt over langdurige lichamelijke beperkingen in tien activiteiten op het terrein van horen, zien, mobiliteit en algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). Personen zijn geclassificeerd als beperkt wanneer zij aangeven één of meer van deze activiteiten niet meer of alleen met veel moeite te kunnen uitvoeren. Voor de levensverwachting in goede geestelijke gezondheid is gebruik gemaakt van de Affect Balance Scale. Deze bestaat uit vijf items over negatieve gevoelens (eenzaam, rusteloos, verveeld, depressieve gevoelens, van streek). Het aantal ongezonde jaren is bepaald op basis van het percentage personen dat vaak of erg vaak last had van één of meer van deze vijf gevoelens (CBS-StatLine, 2010). Levensverwachting in Twente lager dan het Nederlands gemiddelde De levensverwachting in Twente is 79,5 jaar met duidelijke verschillen naar geslacht. Bij mannen is de levensverwachting bij geboorte 77,0 jaar en bij vrouwen is deze 81,8 jaar. Uit tabel 3.1 blijkt dat de levensverwachting in Twente significant lager is dan het Nederlands gemiddelde (Nationaal Kompas, 2010). Tabel 3.1: Gemiddelde levensverwachting in Twente en Nederland over de periode 2007 2010. mannen vrouwen totaal Twente 77,6* 82,3* 80* Nederland 78,3 82,5 80,5 * statistisch significant afwijkend van Nederland (p<0,01). Levensverwachting in Twente met 2,5 jaar toegenomen, verschillen mannen en vrouwen afgenomen In Nederland is het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen tussen 1980 en 2007 met 2,4 jaar afgenomen (van 6,7 jaar tot 4,3 jaar). Eén van de belangrijkste oorzaken van de afname van het sekseverschil in levensverwachting in de periode 1980-2007 is het kleiner geworden verschil in rookgedrag van mannen en vrouwen. Het 24

percentage mannen dat rookt is sinds de jaren vijftig gedaald van 90% naar 31% in 2006. Het percentage rokende vrouwen is toegenomen van 29% tot 40% tussen 1958 en 1970 om daarna weer te dalen naar 25% in 2006. Door de afname van de sekseverschillen in rookgedrag nemen ook sekseverschillen in sterfte aan roken-gerelateerde ziekten af, zoals longkanker en hart- en vaatziekten (Poos, 2010). Ook in Twente zijn de verschillen in levensverwachting tussen mannen en vrouwen de laatste jaren afgenomen, omdat de levensverwachting bij mannen de laatste jaren meer is gestegen dan de levensverwachting bij vrouwen (zie figuur 3.1). In totaal is de levensverwachting in Twente bijna met 2,5 jaar toegenomen. Dit is gelijk aan de landelijke stijging, waardoor het verschil in levensverwachting tussen Twente en Nederland blijft bestaan (zie figuur 3.2). 84 82 levensverwachting (in jaren) 80 78 76 74 72 70 1995-1999 2001-2004 2005-2008 2007-2010 mannen vrouw en Figuur 3.1: Ontwikkeling levensverwachting in Twente naar geslacht over de periode 1995-2008. 84 levensverwachting (in jaren) 82 80 78 76 74 72 70 1995-1999 2001-2004 2005-2008 2007-2010 Tw ente Nederland Figuur 3.2: Ontwikkeling levensverwachting in Twente en Nederland over de periode 1995 2010. Almelo, Twenterand en Enschede hebben laagste levensverwachting Binnen de regio Twente hebben de gemeenten Almelo, Twenterand en Enschede de laagste levensverwachting. Deze gemeenten hebben een significant lagere levensverwachting dan het gemiddelde in Nederland. In de gemeente Dinkelland is de levensverwachting significant 25

hoger dan het Nederlands gemiddelde. Bij de overige gemeenten is de levensverwachting vergelijkbaar met Nederland; sommige gemeenten hebben een iets hogere levensverwachting, anderen hebben een wat lagere levensverwachting (zie figuur 3.3). Ruim vier op de tien inwoners (42%) in Twente is afkomstig uit Almelo, Twenterand of Enschede. Mogelijk draagt de lagere levensverwachting in deze gemeenten voor een groot deel bij aan de lagere levensverwachting in Twente. Figuur 3.3: Gemiddelde levensverwachting bij geboorte (in jaren) per gemeente in Twente, 2007-2010 (Bron: Nationale Atlas Volksgezondheid, bewerkt door Arcon) IV.: Levensverwachting en sociaal economische status. Sociaal economische status is mogelijk één van de verklaringen voor een lagere levensverwachting in Twente. Sociaal economische status kan gemeten worden aan de hand van verschillende maten. Opleidingsniveau en besteedbaar inkomen zijn twee voorbeelden hiervan. Levensverwachting bij laagopgeleiden lager Er bestaan in Nederland aanzienlijke verschillen in levensverwachting naar opleidingsniveau. Het verschil in levensverwachting tussen laag (geen of lager onderwijs) en hoog (hbo of universiteit) opgeleide mannen en vrouwen is respectievelijk zeven en zes jaar. De kortere levensverwachting van laag opgeleide mannen en vrouwen correspondeert ongeveer met de levensverwachting bij geboorte van dertig jaar geleden (Bron: Nationaal Kompas, 2010). Mogelijke relatie besteedbaar inkomen en levensverwachting Als het gemiddeld besteedbaar inkomen wordt vergeleken met de levensverwachting lijkt er een verband te zijn tussen beide variabelen. In de gemeenten waar het gemiddeld besteedbaar inkomen lager is, zoals in de gemeente Almelo, Enschede en Twenterand, is ook de levensverwachting lager, zie figuur 2.6 en 3.3. In gemeenten waar het besteedbaar inkomen hoger ligt, is de levensverwachting ook wat hoger. Bijvoorbeeld in de gemeente Borne en Hof van Twente. Met verdiepend onderzoek kan deze relatie nader onderzocht worden. 26

Vrouwen leven langer, maar ook langer in ongezondheid Mannen en vrouwen brengen ongeveer evenveel gezonde jaren door in termen van ervaren gezondheid, beperkingen en geestelijke gezondheid. Aangezien vrouwen langer leven dan mannen, brengen vrouwen, zowel in absolute zin als verhoudingsgewijs, meer jaren door in (lichte) ongezondheid (Bruggink et al., 2010). Ook in Twente lijkt dit het geval, zie tabel 3.2. De Twentse cijfers zijn vergelijkbaar met Nederland. Tabel 3.2: Levensverwachting, levensverwachting in goed ervaren gezondheid, levensverwachting zonder lichamelijke beperking en levensverwachting in goede geestelijke gezondheid in Twente en Nederland over de periode 2007-2010 (www.zorgatlas.nl, 2013). Twente 3.2 Sterfte in Twente Sterfte is een veelgebruikte maat voor de beschrijving van de gezondheid van een bevolking. Het sterftecijfer geeft informatie over het aandeel van verschillende aandoeningen in de totale sterfte. Om duidelijkheid te verkrijgen over de oorzaken van sterfte in Twente en de mogelijkheden om sterfte te voorkomen of uit te stellen, wordt in deze paragraaf de totale sterfte en de sterfte naar aandoeningen behandeld. Hierbij wordt tevens bekeken hoe Twente het doet ten opzichte van Nederland. Nederland mannen vrouwen totaal totaal levensverwachting (jaren) 77,6 82,3 80 80,5 levensverwachting in goed ervaren gezondheid (jaren) 62,9 62,0 62,5 63,0 levensverwachting zonder lichamelijke beperking (jaren) 70,2 67,9 68,6 69,0 levensverwachting in goede geestelijke gezondheid (jaren) 71,3 72,5 72,1 72,6 V.: Sterftecijfers. Absolute sterfte De absolute sterfte is het gemiddeld aantal overledenen in een bepaalde periode. Deze maat geeft de absolute omvang van het probleem aan. De absolute sterfte is niet te gebruiken voor een vergelijking van de sterfte tussen bijvoorbeeld GGDregio's. Er wordt namelijk geen rekening gehouden met verschillen in populatieomvang of leeftijdsopbouw. Bruto sterfte De bruto sterfte is het gemiddeld aantal overledenen per 10.000 inwoners in een bepaalde periode (meestal 1 jaar). Bruto sterftecijfers houden wel rekening met verschillen in populatieomvang, maar niet met verschillen in leeftijdsopbouw. Gestandaardiseerde sterfte Als de sterfte van verschillende populaties met elkaar vergeleken wordt, moet rekening worden gehouden met de samenstelling van de bevolking. Zo kan de leeftijdopbouw bijvoorbeeld effect hebben op de hoogte van de sterfte. In een oudere populatie zullen meer mensen overlijden dan in een jongere populatie. Om hier rekening mee te houden worden sterftecijfers meestal gestandaardiseerd. Twee veel gebruikte maten voor gestandaardiseerde sterfte zijn de Standardised Mortality Ratio (SMR) en de Comparative Mortality Figure (CMF). Standardised Mortality Ratio (SMR) De SMR is een relatieve maat voor sterfte in een indexpopulatie (bijvoorbeeld de bevolking in een bepaalde GGD-regio) ten opzichte van een standaardpopulatie (bijvoorbeeld de Nederlandse bevolking). Indirecte standaardisatie geeft de verwachte bruto sterfte (aantal sterfgevallen per 10.000) van de indexpopulatie (GGD-regio) op basis van de leeftijdspecifieke sterftecijfers van de standaardpopulatie (Nederland). Als de SMR gelijk is aan 100, is de sterfte in de regio gelijk aan die van Nederland. Als de SMR hoger is dan 100, is er sprake van 'oversterfte' en als de SMR lager is van 'ondersterfte' ten opzichte van Nederland. De SMR van verschillende indexpopulaties mogen niet met elkaar vergeleken worden. Comparative Mortality Figure (CMF) De CMF is een relatieve maat voor sterfte in de indexpopulatie (bijvoorbeeld de GGD-regio) vergeleken met een standaardpopulatie (bijvoorbeeld de Nederlandse bevolking). De CMF is een maat voor de ratio tussen het totale aantal verwachte sterfgevallen in de standaardpopulatie als de leeftijdsspecifieke sterfte in de indexpopulatie zou worden gebruikt en het totale aantal waargenomen doden in de standaardpopulatie. Bij de berekening van het CMF wordt gebruik gemaakt van directe standaardisatie. Directe standaardisatie levert de verwachte bruto ziekte en sterfte (aantal ziekte- en sterfgevallen per 100.000) van de Nederlandse bevolking op basis van de leeftijdspecifieke ziekte- en sterftecijfers in de regiopopulatie en de bevolkingsomvang van Nederland. De CMF van verschillend regio s kunnen onderling worden vergeleken (Eysink et al, 2010b). 27