Strategische kadernotitie Sociaal Domein September 2017 Gemeente Langedijk Eén kader voor Wmo, participatie, jeugd en passend onderwijs 1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 1. Inleiding...3 2. Visie en kernwaarden...4 3. Wat willen we bereiken?...5 4. Wat gaan we hiervoor doen?...8 Bronnen... 10 Bijlage 1: Wettelijke kaders... 11 Bijlage 2: Sociaal Domein in cijfers... 12 Bijlage 3: Overzicht van het sociale aanbod... 13 2
1. Inleiding Voor u ligt de strategische kadernotitie Sociaal Domein van gemeente Langedijk. Hiermee geven we invulling aan de wens van de raad om een kader te ontwikkelen, waarin inzicht wordt geboden in de visie, kernwaarden en uitgangspunten binnen het Sociaal Domein. Deze nota geeft daarnaast een verdere invulling aan de reeds bestaande startnotitie kadernota Sociaal Domein 2013-2016. De kadernotitie beschouwen we als onze stip op de horizon voor het Sociaal Domein en geeft richting aan de weg om daar te komen. Transitie Het Sociaal Domein heeft een grote verandering doorgemaakt (transitie). Sinds 2015 hebben alle gemeenten er een groot aantal taken 1 bij gekregen. Een toelichting op deze nieuwe wettelijke taken is opgenomen in bijlage 1. De gemeente Langedijk is sindsdien verantwoordelijk voor jeugdzorg, ondersteuning bij werk en inkomen voor alle mensen met arbeidsvermogen, het bieden van zorg aan langdurig zieken en ouderen en het bieden van passend onderwijs (vanaf 1 augustus 2014). De gemeente heeft hiervoor onder meer een sociaal team 2 ingericht voor jeugd en Wmo, waar inwoners terecht kunnen met ondersteuningsvragen. De naam van dit team is in maart 2017 omgedoopt tot de Overhaal. Daarnaast zijn er diensten op het gebied van jeugdzorg en Wmo begeleiding ingekocht. Halte Werk is opgericht, die ondersteuning biedt aan inwoners die vallen binnen de doelgroep van de Participatiewet. En voor de Langedijker kinderen wordt een passende vorm van onderwijs geboden. Ook nu is de gemeente nog steeds bezig haar dienstverlening te verbeteren, duurzame voorzieningen te creëren, zorg op maat te organiseren en innovatief te denken. Meer informatie over de inhoud van de transitie is te vinden in de startnotitie kadernota Sociaal Domein. Transformatie Na deze overheveling van taken is de verandering nog steeds gaande en zijn we aan het transformeren. Oftewel, veranderen in denken en doen. Dit geldt zowel voor de overheid als voor de inwoner. Waar de rol van de gemeente van oudsher lag op presteren en rechtmatigheid, verschuift deze dus steeds meer naar doelmatigheid, met het accent op netwerken en participatie. De gemeente moet meer loslaten en de gemeenschap moet zich meer eigenaar gaan voelen van maatschappelijke opgaven. Dit betekent dat de gemeente zich meer moet beperken tot hoofdlijnen door meer ruimte te geven aan burgers in de rol van vrijwilliger of ondernemer. En daarnaast het vormen van een vangnet voor inwoners die niet (volledig) op eigen kracht kunnen meedoen. Dit alles vraagt om vraaggericht werken en het leveren van maatwerk, oftewel werken volgens nieuwe werkwijzen en/of slimme oplossingen. Het vraagt om het integraal benaderen van de leefgebieden Wmo, Jeugd, Werk & Inkomen en Passend Onderwijs. En het leggen van verbindingen tussen bestuur, organisatie en samenleving, waarbij de ambtenaar zich meer op stelt als makelaar. Van inwoners wordt gevraagd om meer uit te gaan van hun eigen vermogen om hun leven te kunnen leiden en hierop regie en verantwoordelijkheid te nemen. En daarbij niet alleen gebruik te maken van bestaande voorzieningen en (informele) netwerken, maar ook zelf of met mede-inwoners nieuwe initiatieven te ontwikkelen en uit te voeren. Huidige situatie Voor een weergave van de huidige situatie van Langedijk in het Sociaal Domein, wordt verwezen naar bijlage 2. Dit betreft gegevens van de gemeentelijke monitor Sociaal Domein, afkomstig van www.waarstaatjegemeente.nl. 1 Het wettelijk kader is: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, Wet publieke gezondheid, Participatiewet, de Jeugdwet en de Wet passend onderwijs. 2 Sociaal team is de werktitel van onze loketten voor Jeugd en Wmo. 3
2. Visie en kernwaarden 3 Onze visie voor het Sociaal Domein luidt: We streven naar een maatschappij, waarin onze burgers zelfredzaam zijn en zich bij elkaar betrokken voelen (samenredzaamheid). Een maatschappij die de mogelijkheden biedt aan haar burgers om collectief en individueel tot ontplooiing te komen. Daar waar burgers kwetsbaar zijn faciliteert de gemeente de ondersteuning aan burgers, zodat zij weer zo veel als mogelijk zelfredzaam worden en op eigen kracht mee kunnen doen in de samenleving. betrokkenheid en zorgen we voor toegankelijke ondersteuning indien nodig. Ontplooiing: de mate waarin inwoners (weer) meedoen/participeren aan de samenleving en arbeidsmarkt. Dit wil zeggen dat we mensen bewegen en stimuleren (weer) zelfredzaam te zijn. Het gaat hierbij om de beweging (terug) naar zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving. Burgers nemen hierin hun eigen verantwoordelijkheid, hebben een actieve houding en zorgen voor zichzelf, voor anderen en hun omgeving. Deze visie bestaat uit drie kernwaarden. Deze kernwaarden vormen de basis voor al ons handelen en het beleid dat wij de komende jaren ontwikkelen binnen het Sociaal Domein. De kernwaarden vormen als het ware het DNA van onze gemeentelijke organisatie en de samenleving. Zelfredzaamheid: het vermogen om het leven in te richten zonder dat hulp van anderen nodig is, zowel fysiek (lichamelijke verzorging), geestelijk (psychisch) als sociaal (deelnemen en welbevinden). Als gemeente faciliteren we de zelfredzaamheid van onze inwoners. Dat betekent dat wij ervoor zorgen dat burgers zelf (of door anderen) eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen door te stimuleren, informeren en te coördineren. Samenredzaamheid: de mate waarin burgers aandacht hebben voor elkaar en elkaar helpen waar nodig. Zo ontstaat wederkerigheid en samenredzaamheid. Maar ook het samenwerken in de totstandkoming en uitvoering van (nieuwe) activiteiten (co-creatie) behoort hiertoe. Als gemeente faciliteren we de onderlinge 3 Afkomstig uit startnotitie kadernota Sociaal Domein 2013-2016,vastgesteld op 15 oktober 2013 4
3. Wat willen we bereiken? We formuleren twee strategische doelstellingen, die gekoppeld kunnen worden aan de eerder genoemde kernwaarden. Samen staan zij voor de sociale duurzaamheid van de Langedijker samenleving. 3.1 Twee strategische doelstellingen 1. Het versterken van ontplooiing (sociale stijging): persoonlijke ontwikkeling en participatie op het gebied van onderwijs, arbeid, wonen en vrije tijd; en 2. Het vergroten van de zelf- en samenredzaamheid (sociale binding): dorpsbewoners zetten zich in voor elkaar en de minder zelfredzamen, waardoor de draagkracht van inwoners toeneemt. En samen werken zij aan de ontplooiing van (nieuwe) activiteiten. 3.2 Uitgangspunten Ter uitwerking van onze visie, kernwaarden en strategische doelstellingen, formuleren we in deze paragraaf vijf uitgangspunten die de basis vormen voor: - het ontplooien van activiteiten en initiatieven vanuit de samenleving; - beleidsontwikkeling en -uitvoering in het Sociaal Domein. Dit betekent dat bij alle activiteiten die we in het Sociaal Domein ondernemen, zowel door de gemeente als door inwoners, we onszelf afvragen in hoeverre deze direct of indirect aansluiten bij deze uitgangspunten. Ze bieden ons houvast om steeds kritisch te blijven kijken naar de keuzes die we maken. De uitgangspunten zijn: Zelf- en samenredzaamheid Bijdragen naar eigen kunnen Gemeente Alle hulp- en dienstverlening start bij de vraag wat inwoners zelf kunnen, in plaats van bij wat zij niet meer kunnen. Inwoners die zelf in staat zijn te voorzien in benodigde ondersteuning, kunnen hiervoor niet langer een beroep doen op de overheid. Algemene voorzieningen en informele zorg (zoals mantelzorg) dienen optimaal te worden ingezet, zodat het beroep op professionele zorg zo veel als mogelijk kan worden beperkt. Daar waar inwoners kwetsbaar zijn, bieden we ondersteuning om de zelfredzaamheid te vergroten. Het doel is dat onze inwoners zoveel mogelijk eigen regie hebben, zelf bijdragen naar eigen kunnen en indien mogelijk een tegenprestatie leveren. Inwoners Van de inwoner wordt verwacht dat zij zich, zo veel als mogelijk, eigenaar voelen van hun eigen ontwikkeling en die van hun omgeving. Dit maakt hen ondernemend en pro-actief. Zij zoeken, al dan niet in organisatorisch verband, naar verbindingen met anderen. Zij zijn in staat om voor zichzelf te zorgen en kijken om naar anderen. Ze zijn zelf- en samenredzaam waar mogelijk. Samen met vrienden, familie, verenigingen, buren geven zij inhoud aan wat zij zelf (aan)kunnen. Vrijwillige inzet en mantelzorg zijn hierin belangrijk. Participatie Iedereen doet mee Gemeente De gemeente faciliteert de deelname aan de samenleving of de arbeidsmarkt, door voorzieningen zo dicht mogelijk bij de mensen te organiseren. En burgers hierin een rol en/of verantwoordelijkheid te geven, bijvoorbeeld op kern- of wijkniveau. Op kleine schaal kan er meer en beter worden samengewerkt: activiteiten of voorzieningen kunnen slim worden gecombineerd, er is minder coördinatie nodig en signalen worden sneller en effectiever opgepakt. 5
Inwoners De inwoners van Langedijk en hun sociale netwerken vormen de basis van de sociale leefbaarheid in Langedijk. Door naar school te (kunnen) gaan, betaald werk te verrichten, vrijwilligerswerk te doen, dagbesteding te volgen of andere vormen van participatie, werkt iedere inwoner aan zijn/haar eigen ontwikkeling en ontplooiing. En daarmee ook aan die van de samenleving. Elke inwoner is daar zo veel als mogelijk zelf verantwoordelijk voor. En wordt, waar nodig, ondersteund. Ruimte voor maatschappelijke initiatieven en innovatie Vraaggericht en vernieuwend Gemeente Maatschappelijke initiatieven en ideeën uit de samenleving bieden wij de ruimte om tot ontplooiing te komen. We werken niet belemmerend, maar faciliterend (bv. door middel van subsidie). We denken mee en sluiten waar mogelijk aan op wat de samenleving van ons vraagt. Daarbij bieden we ook ruimte aan vernieuwing. We vinden het belangrijk om samen met betrokkenen uit te proberen wat wel en wat niet goed werkt in de praktijk. Hierbij kijken we ook wat elders al gebeurt en goed werkt. Op basis van de ervaringen met de innovaties werken wij toe naar goede oplossingen. Inwoners Vanuit de pro-actieve houding van inwoners, vinden wij het belangrijk dat zij met elkaar samenwerken om tot (nieuwe) activiteiten, initiatieven en ideeën te komen. Innovatie is nodig om op een passende manier in te kunnen spelen op de vraag en behoeften van de samenleving. Daar waar vraag en aanbod goed op elkaar aansluiten, is dit van maatschappelijke en preventieve meerwaarde en kan dit zelfs tot lagere kosten leiden. Preventie en vroegsignalering Voorkomen is beter dan genezen Gemeente We hechten veel belang aan het voorkomen en op tijd signaleren van problemen. Daarom investeren we in een breed preventief aanbod. Ons doel is te voorkomen dat vragen uitgroeien tot problemen en dat kleine problemen escaleren. Dit kunnen wij onder meer bereiken door lokale initiatieven en netwerken te faciliteren, omdat hulpvragen vaak het eerst worden gesignaleerd en/of opgelost in de directe leefomgeving van mensen. Inwoners Wanneer onze inwoners naar elkaar omkijken, kunnen problemen eerder worden gesignaleerd en/of kan erger worden voorkomen. Inwoners kunnen waar mogelijk een beroep doen op elkaar of elkaar helpen bij het (tijdig) vinden van de ingang voor ondersteuning. Daarnaast kunnen inwoners activiteiten ontplooien die gericht zijn op het voorkomen van problemen, zoals het stimuleren van gezond gedrag, informatie bieden over veilig opgroeien of het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt. Integraal werken en maatwerk Doen wat nodig is Gemeente De gemeente zorgt voor verbinding tussen de domeinen ondersteuning, werk, inkomen, welzijn, onderwijs, jeugd, sport, vrijwilligers etc. om passende ondersteuning te bieden waar nodig. Door middel van het 1 gezin-1 plan-1 regisseur-principe, een totale aanpak samen met de inwoner/het gezin, wordt hier uitvoering aan gegeven. Maar ook het zorgen voor een heldere en brede toegang is hierbij belangrijk. Deze brede aanpak en het leveren van maatwerk vergt handelingsruimte en verantwoordelijkheid van en voor professionals, met minimale verantwoordingslasten. Met name doelmatigheid en eigen kracht spelen mee in de afweging om tot dit maatwerk te komen. De gemeente is daarbij partner, financier en bestuurlijk verantwoordelijk, maar neemt niet de rol van professionals 6
over. De gemeente heeft de rol van opdrachtgever die uitzet, bewaakt en de best mogelijke zorg weet in te zetten. Zij stuurt op het gewenste maatschappelijke doel en resultaat, maar niet op de inspanning zelf. We onderscheiden drie niveaus in zorg en ondersteuning: - 0 e lijn: eigen netwerk, informele zorg en ondersteuning, algemene voorzieningen - 1 e lijn: ondersteuning dichtbij huis - 2 e lijn: specialistische hulp Ook het samenvoegen van regelingen, geldstromen en de bekostiging van de hulpverlening is daarbij een voorwaarde, omdat het onderscheiden van leefgebieden beperkingen oplevert t.a.v. effectieve zorg en ondersteuning. Inwoners Het grootste deel van de inwoners (zo n 80%) heeft geen ondersteuning nodig. Voor diegenen die niet (volledig) zelfredzaam zijn (ongeveer 20%) is ondersteuning nodig. Daar waar inwoners er met behulp van hun eigen netwerk of algemene voorzieningen zelf niet uitkomen, zorgen professionals, zoals de huisarts, de school, de wijkverpleegkundige of de wijkagent, voor ondersteuning op maat. Als er een bredere aanpak of specialistische inzet nodig is, bieden sociale teams uitkomst. Zie bijlage 3 voor een overzicht van het sociale aanbod. Door de toegang helder, laagdrempelig en integraal te organiseren, vinden de meeste inwoners zelf en tijdig hun weg naar de juiste (informele) dienst- en of hulpverlening. Wat voor de inwoner hierin nodig is, is leidend (maatwerk). En tevens zo tijdelijk/licht als het kan en zo permanent/zwaar als het moet. En altijd gericht op het versterken van de zelfredzaamheid van mensen en hun sociale netwerken. 7
4. Wat gaan we hiervoor doen? De transformatie binnen het Sociaal Domein brengt een verandering mee in visie, kernwaarden en uitgangspunten. Dit vraagt tevens om een verandering en het meebewegen hierin van de organisatie en de inwoners van gemeente. Maar wat gaan we hiervoor doen? 4.1 Bewust veranderen Om bewust te kunnen veranderen bestaan er, vanuit kennis en ervaring over verandermanagement, een aantal richtlijnen waarmee veranderingen kunnen slagen. In relatie tot deze notitie, wordt de volgende succesfactoren benoemd: 1. Communiceer duidelijk over de visie, kernwaarden en uitgangspunten. En geef daarmee een heldere focus voor verbetering van resultaten. 2. Zorg ervoor dat de boodschap over kan worden gebracht. Zowel van beleid naar de toegang. Als van de toegang, naar de inwoners/zorgvragers, zorgaanbieders of andere samenwerkende partijen. 3. Organiseer en monitor: beleid omlaag, acties omhoog, horizontale uitwisseling en van elkaar leren! 4. Maak resultaten binnen het sociaal domein zichtbaar en zorg voor feedback. 5. Durf te sturen; spreek elkaar/collega s erop aan als wanneer er niet wordt gehandeld vanuit de uitgedragen visie, kernwaarden of uitgangspunten. 4.2 Kernboodschap Communicatie is een belangrijk middel om een verandering te kunnen realiseren. De boodschap die gecommuniceerd wordt, moet begrijpelijk zijn voor iedereen en heeft betrekking op datgene wat er gaat veranderen, voor zowel burger, professional en gemeente. En op datgene waar we met z n allen naar streven, het doel. De kernboodschap van de transformatie kan als volgt worden geformuleerd: Het uitgangspunt van de transformatie is de verandering van zorgen voor naar zorgen dat. Zorgen dat de zorg effectiever georganiseerd wordt en zorgen dat ondersteuning voor de meest kwetsbaren in onze samenleving, dichterbij de cliënt plaatsvindt. En vooral zorgen dat dit duurzaam gebeurt. Allemaal met als doel het vergroten van de kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg. Een grootschalige verandering als deze heeft vergaande gevolgen voor alle partijen; burgers, professionals en gemeente. Omdat alles is gekanteld: hoe en waar mensen hun werk doen, de omgang met cliënten, de financiering en de inrichting en aansturing van de organisatie. Om deze kanteling te kunnen laten slagen is een andere mindset nodig en een andere manier van werken. Een manier die is gericht op eigen kracht en verantwoordelijkheid. De focus ligt op ieders mogelijkheden i.p.v. onmogelijkheden. En ondersteuning wordt ingezet daar waar de mogelijkheden (tijdelijk) niet aanwezig zijn. Zo kort, licht en passend als mogelijk. 4.3 Cultuuromslag Om bewust te kunnen veranderen, is ook een verandering in houding en gedrag nodig. Oftewel, een cultuuromslag. Het veranderen van de cultuur binnen de gemeente is geen doel op zich, maar slechts een middel om tot verandering te kunnen komen. Dit kan bijvoorbeeld door mensen te betrekken in de verandering, hun verantwoordelijkheid hierin te benoemen en te versterken. En door hier het gesprek over aan te gaan. Maar een cultuur veranderen is ook een dynamisch proces dat tijd nodig heeft. Niet alleen voor de gemeente, maar ook voor de inwoners. En de verandering moet duurzaam zijn, zodat het daadwerkelijk resultaat oplevert en dit resultaat kan worden uitgebouwd richting de toekomst. Het vraagt om nieuwe vaardigheden 8
voor zowel professionals als opdrachtgevers (waaronder de gemeente). Maar ook om het coachen van burgers in deze veranderde manier van denken, richting zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid. We koersen hierbij op een verandering binnen zowel de gemeentelijke organisatie als de Langedijker samenleving. Een verandering in denken van en naar: VAN Standaardoplossingen en aanbodgericht Indiceren Recht op een voorziening Aanpak per leefgebied Individuele cliënten Controle en verantwoording Praten over inwoners Afhankelijkheid Regelingen centraal NAAR Maatwerk en vraaggericht Arrangeren Eigen kracht en regie Totaal aanpak Huishoudens Vertrouwen in en ruimte Praten met inwoners Zelfredzaamheid Inwoners centraal 4.4 Gewoon doen De uitvoering van de transformatie valt niet binnen het bereik van deze notitie. Wel is het verstandig om inzicht te krijgen in onze uitvoeringsprestaties (wat doen wij/anderen al?) en in onze uitvoeringsplannen (wat willen we nog gaan/laten doen?). Waarbij steeds de visie, kernwaarden en uitgangspunten uit deze notitie als een rode draad door deze uitvoeringsplannen en/of initiatieven lopen. Deze kunnen worden gebundeld in een uitvoeringsagenda, die bijdraagt aan het realiseren van de daadwerkelijke transformatie. Een uitvoeringsagenda is een dynamisch document, dat steeds aan verandering onderhevig is. 9
Bronnen Startnotitie Kadernota Langedijker Sociaal Domein 2013-2016 Rapportage Langedijker Kracht Subsidiëren en accommoderen vanuit Langedijker Visie Kadernota Sociaal team Langedijk vanaf 1 januari 2016 www.waarstaatjegemeente.nl Integraal beleidskader sociaal domein 2016-2018, BUCH gemeenten Strategisch beleidsplan sociaal domein 2015, gemeente Heerhugowaard (concept) Programma hervorming sociaal domein Meer voor Elkaar, gemeente Haarlemmermeer (2013) 10
Bijlage 1: Wettelijke kaders Participatiewet: meer daadkracht bij gemeenten Iedereen die (tijdelijk) niet in zijn eigen inkomen kan voorzien, valt vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet. De Participatiewet richt zich op de mogelijkheden van burgers die aanspraak maken op het sociale zekerheidstelsel, met of zonder beperking, op weg naar de arbeidsmarkt. Deze nieuwe wet vervangt de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wet arbeidsongeschiktheid voor jong gehandicapten. De bedoeling van de wetgever is dat door samenvoeging van deze drie wetten er nog meer daadkracht ontstaat bij de gemeentelijke overheden bij de uitvoering van de Participatiewet. De gemeente is hierdoor verantwoordelijk voor een grotere doelgroep voor begeleiding naar werk. Jeugdwet: het gezin (zo snel mogelijk ) in regie Het nieuwe beleid is gericht op preventie, vroegtijdige hulp en hulp door de juiste professionals. Daarbij gaan we uit van de eigen kracht van jeugdigen en hun ouders/verzorgers. En wordt een nieuwe manier van werken wettelijk verankerd in de uitgangspunten 1. regie bij het gezin en 2. één gezin, één plan, één hulpverlener. Met de methodiek één gezin, één plan krijgen ouders, gezinnen en hun netwerk de mogelijkheid om regie te voeren over de hulp die zij nodig hebben. Dit plan dient ook als onderlegger voor een aanvraag voor een voorziening. Belangrijk is dat de professional zich in zijn houding en gedrag richt op het maken van een groepsplan. Een familiegroepsplan kan zowel in het vrijwillig (eventueel met drang) als gedwongen kader worden vastgesteld. In de gemeente Langedijk zal de uiteindelijke aanvraag conform de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (verder Awb) worden behandeld. Wmo 2015: iedereen doet mee en is zelfredzaam De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (verder Wmo 2015) zorgt ervoor dat burgers die beperkt worden in hun zelfredzaamheid en als gevolg daarvan niet naar behoren kunnen deelnemen aan de samenleving, ondersteund worden. De zelfredzaamheid betreft ook het domein in en rondom het huis van de burger opdat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Samen met de burger kijkt de gemeente naar passende ondersteuning. Er wordt dan ook in dit verband gesproken van een maatwerkvoorziening in de nieuwe wet. In de Wmo 2015 wijkt de aanvraag procedure af van de Awb. In de Wmo 2015 wordt naar aanleiding van een melding een onderzoek verricht in de eerste zes weken alvorens er een aanvraag kan worden ingediend. Dit onderzoek krijgt onder andere vorm in het keukentafelgesprek met als doel de juiste ondersteuningsbehoefte vast te stellen. Naar aanleiding van dit onderzoek kan er een aanvraag voor een maatwerkvoorziening volgen en deze moet dan binnen twee weken zijn behandeld. In totaal is de termijn, net zoals in de Awb, acht weken met dien verstande dat er een knip in zit. Wet passend onderwijs De Wet passend onderwijs (ingegaan per 1 augustus 2014) dat alle kinderen op een school moeten zitten die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Ook als zij extra ondersteuning nodig hebben. Dat is het uitgangspunt van passend onderwijs. Lukt dat niet op de school waar de ouder zijn/haar kind heeft aangemeld? Dan moet er een school worden gevonden die de begeleiding wel kan bieden. Dat kan een speciale school zijn. Passend onderwijs geldt voor kinderen in het basisonderwijs en jongeren in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. 11
Bijlage 2: Sociaal Domein in cijfers 12
Bijlage 3: Overzicht van het sociale aanbod Langedijks model: Sociaal team in een netwerkomgeving. 13