LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: EEN GROEPSTEKST MAKEN



Vergelijkbare documenten
LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX.

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: HET T-SHIRT IS BETER DAN HET BOEK

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: TALENTENBANK

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: ZEG HET MET EEN T- SHIRT

LEERKRACHTGEDEELTE: LETTERS MET JE LIJF

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILES: HOE TUNE IK MIJN AUTO?

LEERKRACHTGEDEELTE HOE-FILES: HOE ZIE IK ER SEXY UIT?

LEERKRACHTGEDEELTE DOE-ACTIVITEIT: SMS. AMIRA EN ILIAS VAN MAART TOT MEI

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: MIJN KAR MOOIE KAR

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: VERTREK VANUIT JE NAAM

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: DE JUISTE BOOR

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: SMOORVERLIEFD: HOE ZEG IK HET MET EEN LIED?

Je eigen nieuwjaarsbrief

de klas met een belangrijke vraag.

WIJ BESLISSEN MEE: KINDEREN EN INSPRAAK

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 TAAL

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Thema 1 Activiteit 4. Een leesworm in de boekenhoek (2A) Ra ra ra, wat ben ik?

LEERKRACHTGEDEELTE DOE-ACTIVITEIT: POST EEN GEHEIM

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

WERK AAN DE WINKEL Hoe vind je een job?

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

EEN GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK. Plannen en evalueren van een activiteit. Inhoud

De Drakendokter: Gideon

Registratieblad aanbod doelen SLO groep 1 en 2

Mijn lichaam is goed! Doe-opdrachten rond lichaamsbeeld voor 5-6 BaO

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Zand erover. verzoeningsviering voor de tweede graad. VAN IN 2013 Tuin van Heden.nu - Viering

Werkloos, hoezo? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Het gedicht Kampioen

a. Een zin lees je van links naar rechts. Waarom eigenlijk? Wat denk jij?

2.5!"FAMILIETREKJES. # basistaak DOEL MATERIAAL ORGANISATIE VERLOOP

Liefde, voor iedereen gelijk?

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen

WOORDENSCHAT - MIDDENBOUW Met woorden aan de gang

Lesbrief thema: Identiteit

DE BAAN OP! Een interessant bedrijf kiezen. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Aan de slag met prentenboeken. Lesduur: ong. 50 min

DC thema 62 Taalbewustzijn stimuleren bij kleuters

Kop. Romp. Lesbrief Seksualiteit Leerjaar 1-Profiel1,2,3

Lestip 'Die hoed zit goed'

ONDERSTEUNING BIJ HET LEZEN

Lesbrief bij de voorstelling Mijn vriend en ik van Soulshine Connection

Over taaie taboes en lastige liefdes

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas:

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. Magda op school? Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8

Begeleidende uitleg voor de leerkracht:

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Werkvormen: Lesdoelen: Filmpjes: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 8: Verliefd. Lesoverzicht

INSPIRATIESESSIE ALFA EN UITDAGENDE DOELGROEPEN. Centrum voor Taal en Onderwijs

in de klas Opzet lesbrief

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

Voorbeelden van basiscompetenties TAAL/mondelinge taalontwikkeling zijn: Groeiboek Groeiboe

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

Wie ben jij? HANDLEIDING

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?

Dag 1 Kaders vol kunst!

Rechtvaardige Rechters in actie

Bijlage interview meisje

Lestip 'De avonturen van Kapitein Onderbroek'

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode

Verdeel de leerlingen in groepjes. Laat elk groepje 3 stellingen bekijken.

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Leerinhoud: lettervorming. Locatie: klaslokaal. Groepsindeling: groepjes van twee leerlingen. Tijdsduur: 10 minuten.

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren?

Vergaderen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenwerkingsopdracht

Je bent je bewust van je eigen referentiekader en houdt er rekening mee dat anderen handelen vanuit hun referentiekader.

Thema: Verhuizen. Lesduur: ong. 50 min

Zo verstuurt u een WhatsApp! Opdracht: Analyseren, evalueren

werkbladen, telefoons en opnametoestel

maken de kinderen een elfje, een gedicht met 11 woorden, rondom dit thema.

MOMOTARO. Beste, Barbara Beel en Sarah Beel

Thema 7 Activiteit 5. medelln. en leerkracht

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8

BROKKENKAARTEN IN DE KLAS

Ko observatielijst/ Kern(tussen)doelen TULE SLO Van November 2006

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

De leerkracht voorziet papier, enveloppes en eventueel materiaal om de enveloppes te versieren.

Gravin Elisabeth en de dieren

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK

Juf Sabine en juf Maaike

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

Thema: Lente. Lesduur: ong. 50 min

Lesonderwerp: Hocus pocus circus: Een nieuw dier samenstellen a.d.h.v. verschillende materialen.

DOOR NELE VANHEX EN ADRIANE LEILICH

Dag 2 Gevoelensgedichten

Transcriptie:

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: EEN GROEPSTEKST MAKEN Omschrijving van de activiteit De leerlingen brengen met ondersteuning van de leerkracht zinnen aan om vanuit hun beleving en ervaring een eenvoudige tekst te creëren; deze tekst dient als basis om te werken aan leesvoorwaarden en beginnend lezen. Fase Ontluikende geletterdheid: mondelinge vaardigheden ontwikkelen; deelvaardigheden ontwikkelen; experimenteel en globaal lezen. Taaldoelen en leesvoorwaarden / deelvaardigheden Deelvaardigheden A. passieve en actieve vertrouwdheid met taal als communicatiemiddel 1. De leerlingen beschikken over de nodige receptieve en productieve mondelinge basistaalvaardigheid 2. De leerlingen zijn voldoende vertrouwd met geschreven bronnen en met de basisdoelen en mechanismen van lezen B. lees- en schrijfvoorwaarden: taalbewustzijn 5. De leerlingen kennen de nodige begrippen met betrekking tot eenvoudige taalbeschouwing en weten wat deze begrippen inhouden Competenties 1. Sociale competenties 1.1. Communiceren De leerling neemt actief deel aan gesprekken 1.5. Samenwerken De leerling werkt aan een gezamenlijk resultaat Duur 1 of meerdere lesuren Lesschema Fase Organisatie Activiteit Materiaal 1 klassikaal de lln brainstormen over de groepstekst en bepalen onderwerp en doel 2 klassikaal de lln brengen mits ondersteuning van de leerkracht zinnen aan voor de groepstekst; de lk verschillende kleuren krijt

schrijft de tekst aan het bord de lln reflecteren op de tekst en lezen de tekst gedeeltelijk of geheel 3 klassikaal de tekst wordt overgenomen op een blad; achteraf wordt op de inhoud teruggekomen grote witte bladen en stiften Voorbereiding Wat is een groepstekst eigenlijk? Een groepstekst is een tekst die je met een groep leerlingen maakt. De leerlingen brengen suggesties aan en jij als leerkracht formuleert op basis hiervan eenvoudige zinnen voor een eenvoudige tekst. Deze tekst wordt aan het bord gebracht. Je kan hem zelf overnemen en kopiëren. Als de leerlingen al wat verder staan, kan je hen de tekst laten overnemen. De teksten kunnen verder worden gebruikt als leerteksten. Het gaat altijd om vrij korte teksten, het kan zelfs om één regel gaan. Het is eigenlijk aan te raden om de teksten in het begin kort te houden. De tekst moet in elk geval vanuit de leerlingen komen, ze moeten zich betrokken voelen. Doordat de tekst een product van de leerlingen is en aanleunt bij hun eigen ervaringen, is het een uitstekende basis om aan leesvoorwaarden te werken en het leren lezen en schrijven verder te ontwikkelen. Probeer het maken van groepsteksten regelmatig in te lassen. Lesverloop Fase 1 (voorgesprek vooractiviteit) Een groepstekst wordt gemaakt onder leiding van de leerkracht. De leerlingen waarmee gewerkt wordt, kunnen een heterogeen groepje vormen. Bijvoorbeeld van leerlingen die al kunnen lezen en schrijven met leerlingen die nog niet gealfabetiseerd zijn. De leerkracht kan het initiatief nemen voor de tekst of de leerlingen kunnen dit ook zelf doen. Bijvoorbeeld: de leerkracht kan voorstellen om een verhaal te reconstrueren of de leerlingen kunnen vragen om een kaartje te sturen naar een zieke medeleerling. Maak aan het begin van de activiteit duidelijk waarover de groepstekst zal gaan en wat het doel ervan is. Stel vragen als: Wat is het onderwerp? Voor wie schrijven we de tekst? Wat voor soort tekst is het? Wat gebeurt er mee? Fase 2 (uitvoering mits ondersteuning) De leerlingen geven de zinnen aan. De leerkracht stelt ondersteunende vragen en stuurt zo de inbreng van de leerlingen. Pols naar een goede beginzin. De zin wordt besproken, eventueel veranderd en opgeschreven. Zo gaat het verder. Lees tussendoor de zinnen voor. Lees aan het eind de tekst nog eens helemaal. Misschien zijn er leerlingen die al verder staan met technisch lezen en de tekst effectief kunnen lezen. Alle leerlingen zullen bepaalde

woorden of stukjes zin tenminste globaal kunnen lezen of herkennen, omdat ze zelf de teksten hebben gemaakt en omdat het produkt uit hun eigen ervaring komt. De teksten die zo ontstaan zijn heel geschikt als basis om verder mee te werken en de taalontwikkeling van de leerlingen, ook het leren lezen en schrijven, te stimuleren. Bijvoorbeeld: de tekst kan dienen als basis voor taalbeschouwing. Je kan op basis van de tekst begrippen als woord, letter, vooraan, laatste, zin, woord, kort, lang aanbrengen: Waar stopt de eerste zin? Hoeveel woorden tel je in de eerste zin? Wat is het langste woord? De tekst kan ook een goede basis zijn om leerlingen verschillen of overeenkomsten tussen woorden te laten zien, hen woorden / letters / delen van de tekst te laten herkennen of hypotheses uit te lokken met betrekking tot klankletterkoppelingen. Stel telkens de nodige ondersteunende vragen. Bijvoorbeeld: Wie ziet de letter van zijn naam? Wie leest de eerste zin nog eens voor? Ik lees woorden voor en jullie wijzen ze aan. Ik veeg een woordje weg; welk woordje heb ik weggeveegd? Welke woorden zie je terugkomen? Dit woord zijn we al verschillende keren tegengekomen: wie herkent de letters; wie kan het lezen? Dit stukje woord kennen jullie; wat komt er nu voor? Fase 3 (nabespreking afsluitende activiteit) Schrijf het eindproduct mooi over op een groot blad. Hang de tekst op en kom er de volgende periode een paar keer op terug. Kopieer de teksten eventueel voor de leerlingen. Zo kunnen ze de eigen verhalen nalezen, bekijken of navertellen. De leerlingen kunnen ook beelden maken bij of over de groepstekst. Ze kunnen de tekst of delen ervan overnemen. Als ze al wat kunnen schrijven, kunnen ze individueel of in kleine groepjes teksten maken met minder ondersteuning van de leerkracht. Differentiatie / ondersteuning In het begin blijft visuele ondersteuning een goede hulp. Bijvoorbeeld: woorden met een prent visualiseren, het navertellen van een verhaal ondersteunen door afbeeldingen. Differentiatie / aanpassing - / + Varieer in lengte van teksten of in mate van ondersteuning om de opdracht moeilijker of makkelijker te maken. Tips: Voorbeelden van mogelijke types groepsteksten: o gedichten die al bestaan en bekend zijn aan de leerlingen

Bron: o zelfgemaakt rijm of gedichten o een verhaal dat de leerlingen al kennen, bvb. pas voorgelezen o het einde van een verhaal: een verhaal afmaken o een verhaal maken bij beelden o een woordveld maken o een boodschap schrijven o een felicitatie of wens schrijven o een lijstje maken o een spreuk / mantra o een samenvatting o een informatieve tekst over een onderwerp dat in de klas werd behandeld o een brief o correspondentie met een andere klas o een uitnodiging o een verslag van een gezamenlijke uitstap of actie o de neerslag van een kringgesprek o... Loeve, D. (2000). Van beginnende geletterdheid tot lezen. Bilthoven: SU De Ronde Tafel.

Voorbeelden uit de praktijk: 1. De neerslag van een kringgesprek De leerlingen van de onthaalklas houden op regelmatige tijdstippen een kringgesprek. Dit doen ze met nepmicrofoons die worden doorgegeven. Het kringgesprek verloopt volgens vooraf afgesproken voorwaarden. De gespreksleider geeft de microfoons door. Wie de microfoon heeft, is aan de beurt. De anderen mogen een vraag stellen als ze de microfoon krijgen. De leerlingen luisteren naar elkaar en laten elkaar uitspreken. Het onderwerp is uiteenlopend. Bijvoorbeeld: de leerlingen praten over een voorwerp dat ze hebben meegebracht, de leerlingen vertellen over hun helden. In onderstaand kringgesprek vertelden de leerlingen wat ze in het weekend hadden meegemaakt. De leerkracht gebruikt foto s van de leerlingen voor de neerslag van het kringgesprek in een groepstekst. Zo zien de leerlingen duidelijk wie wat gezegd heeft. Ook ondersteunt ze bepaalde woorden achteraf door prenten. De volgende les of week krijgen de leerlingen de tekst op papier. Ze bekijken de zinnetjes opnieuw, bespreken de tekst, herkennen en lezen bepaalde woorden. Zo komt in onderstaande tekst het woord bidden en films meermaals voor. Sommige leerlingen kunnen deze woorden al decoderen. Enkele zinnetjes uit de groepstekst over het kringgesprek: De oma van Vanessa is gestorven. Vele mensen zijn naar de kerk gekomen om te bidden. Esra is naar de moskee geweest om te bidden.

Elenir heeft veel films gekeken op dvd. Ismaël is naar de bioscoop geweest in Gent. Daar heeft hij een film over kung fu gezien.

2. Het verhaal van een film navertellen De leerlingen hebben samen een Bollywoodfilm bekeken. Dat is een Indische film die volgens een bepaald stramien is opgevat. De verhaallijn is simpel en vaak gaat het over liefdesproblemen. In dit soort films wordt veel gezongen en gedanst. In de klas zitten enkele fervente aanhangers van het genre. Zij kenden de film Aashiq Banaya Aapne en hebben tijdens de film in het Nederlands getolkt voor de andere leerlingen. Na afloop bespreken de leerlingen de film en vertellen ze het verhaal na in een groepstekst. Enkele stills uit de film doen dienst als geheugensteuntjes. De thematiek van de film sluit mooi aan bij het thema verliefdheid waarrond de klas al heeft gewerkt. Enkele zinnetjes uit de groepstekst over het verhaal van de film: Karan en Sneha zijn goede vrienden. Karan is verliefd op Sneha. Sneha weet dat niet. Vicky is de beste vriend van Karan. Hij is niet altijd goed. Hij heeft ook slechte vrienden. En hij kent veel meisjes. Vicky wordt verliefd op Sneha. Eerst wil ze niet maar daarna wel. Karan is boos. Hij is bang dat Vicky Sneha pijn gaat doen.