In de bovenbouw van het vmbo wordt het keuzeproces ondersteund door het maken van een sectorwerkstuk dat een examenonderdeel is en in het PTA staat.

Vergelijkbare documenten
Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

In de bovenbouw van het vmbo wordt het keuzeproces ondersteund door het maken van een sectorwerkstuk dat een examenonderdeel is en in het PTA staat.

Tessenderlandt. Puberbrein als innovatiekans. Lunchproject 3e jaars MAVO-breed Tessenderlandt

A. Opbrengsten B. Onderwijsleerproces nl. C. Zorg en begeleiding nl. D. Kwaliteitszorg E. Wet- en regelgeving

HANDBOEK. Serviceprogramma

SECTORWERKSTUK

Sectorwerkstuk. Theoretische Leerweg. Klas 4 TL/M

Tessenderlandt. Puberbrein als innovatiekans. Het Kamp HTV Tessenderlandt

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK. Naam: Klas: Begeleider: Sectorwerkstuk Pagina 1 1

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Puberbrein als Innovatiekans. Beschrijving van de 4 basiscompetenties

Het Sectorwerkstuk

Puberbrein als Innovatiekans. Beschrijving van de 4 basiscompetenties

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Handleiding voor de leerling

Leerjaar 4: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

door Eric Maccare januari

Beroepenwerkstuk 3 havo / 3 vwo

Aanleiding projectweken. Gewenste kaders van een projectweek. Het proces

De vragen sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen en zijn onderverdeeld in de volgende vijftien categorieën:

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Reflectiegesprekken met kinderen

PRESENTEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Sectorwerkstuk

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

INTRODUCTIE PERSOONLIJKE GEGEVENS. Naam: Leeftijd: Geslacht: m / v. Begindatum:

Wat is een sectorwerkstuk?

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

SECTORWERKSTUK. Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Brandenberg Schooljaar Naam: Klas:

Handleiding sectorwerkstuk leerlingen 4 TL PCB

Naam leerlingen. Groep BBL1 Mens & Maatschappij. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment

Sectorwerkstuk

Doel van deze presentatie is

Ons. Onderwijs. Kwaliteit in onderwijs

Leerjaar 2: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

Sectorwerkstuk. Kandinsky College. locatie Sint Jorisschool

Realisatiefase fase 5

Sectorproject op De Dijk: leren door te doen! Inleiding: Situatiebeschrijving 3 VMBO-TL: Situatiebeschrijving 4 VMBO-TL:

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Opbrengstgericht werken bij andere vakken. Martine Amsing, Marijke Bertu, Marleen de Haan

Studievaardigheden van A tot Z

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

> TAALWERKBLAD PARTICIPATIE

Coaching als je puber moet kiezen

Criteria. De beroepencarrousel

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Wat is een sectorwerkstuk?

Criteria. Ervaren op school

Handleiding sectoronderzoek V

Tessenderlandt. Puberbrein als innovatiekans. Project puberbrein Kompas

Sport en Gezondheid Hoe fit ben ik? Inleiding

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Rubrics vaardigheden

Beroepenwerkstuk 3 havo / 3 vwo

Handleiding In Dialoog met studenten aan de hand van uitkomst JOB-monitor:

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

Rubrics vaardigheden

Plan van aanpak horizon verbreden Zuid-Afrika

HEY WAT KAN JIJ EIGENLIJK GOED? VERKLAP JE TALENT IN 8 STAPPEN

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Zorg voor je carrière. Neem gerust contact op of maak een afspraak. Telefoon: (030) of

Begeleiding van leerlingen

Introduceren thema Broeikaseffect. Startopdracht. gekeken. Thema: Broeikaseffect. laten stoppen? centraal:

Sectorwerkstuk. Zinvol LOB a. Grenservaring b. Reflectie c. Keuzevrijheid. Algemeen Verplicht? Plaats binnen LOB?

Inhoud. Subject: Taak Wat is een portfolio? Paul van der Linden MT1a Periode 2 School Docoments, user 9994 Year

Van huidige situatie naar gewenste situatie

CKV Festival CKV festival 2012

Het Sectorwerkstuk. Naam leerling

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Open huis. Verrassend nieuw onderwijs voor vmbo-t/havo leerlingen

Werkgroep portfolio & coaching. portfolio handleiding

Naam:. Namen groepsleden:... Begeleider:

PeerEducatie Handboek voor Peers

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

STAP 1 (tijd: 1 uur, Punten 5)

User Centered Design. Ontwerpbeslissingen

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Mijn doelen voor dit jaar

PWS-opdrachtenboekje 5H/6V

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

SECTORPROJECT 4 VMBO - T

SECTORWERKSTUK 4VMBO - T

Handleiding bij het maken van een profielwerkstuk. april 2012

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Module 9 Kennis delen en coachen

HOE GEEF IK DE WEEK VORM? Handvatten voor de invulling van een werkplek tijdens de Week van de Mobiliteit

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

RSC PROFIELWERKSTUK 2015 / 2016 PLAN VAN AANPAK EN LOGBOEK

BROCHURE TIENER COLLEGE

Juridische medewerker

Competenties. De beschrijvingen van de 7 competenties :

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

Samenvatting Zorg en welzijn SPW handboek vaardigheden

Transcriptie:

Inleiding Jongeren in het vmbo staan al snel in het 2 e jaar voor een keuze binnen welke sector ze in de bovenbouw verder willen. Dat blijkt ondanks de vele hulpmiddelen zoals toekomst oriëntatie, gesprekken met mentor toch een moeilijk proces. Vooral pubers laten hun keuze sterk afhangen van wat vrienden doen. Ze hebben nog nauwelijks een goed beroepsbeeld. Dat leidt tot teleurstelling en herkeuze. In de bovenbouw van het vmbo wordt het keuzeproces ondersteund door het maken van een sectorwerkstuk dat een examenonderdeel is en in het PTA staat. Het sectorwerkstuk wordt en werd vooral aangestuurd door strakke handleiding, waar stap voor stap wordt aangegeven aan welke eisen het sectorwerkstuk moet voldoen. Met go or no go momenten. Het is en was afhankelijk van de docent die het sectorwerkstuk begeleidde. In dit project wordt het sectorwerkstuk vormgegeven volgens de principes van activerend onderwijs, waarbij de 10 leer(brein)principes en ASOOO-benadering, de basis vormen. In dit project worden ook vakken gevraagd deel te nemen aan het project. Te denken valt aan het maken van het verslag van het sectorwerkstuk, mindmappen. Dit project wil bevorderen dat leerlingen op een actieve manier aan de slag gaan om een bewuste keuze na het vmbo te kunnen maken.

Het doel van dit project - De leerling leert op een actieve manier het sectorwerkstuk te benutten als een mogelijkheid om een bewuste keuze na het vmbo te maken. - Een formeel onderdeel van het examen (het sectorwerkstuk) binnen aktiverend onderwijs brengen - Het project draagt bij aan het bevorderen van de basiscompetenties samenwerken, plannen en organiseren, reflecteren en omgaan met onverwachte situaties. - De leerling leert wat de invloed is van opvattingen over leren op zijn eigen motivatie via de breinlessen. Doel van het project voor de school - Door het uitvoeren van het project geeft de school vorm aan het bevorderen van de activerende didactiek ook bij het sectorwerkstuk. - De school geeft hiermee invulling aan het bevorderen van de competenties die noodzakelijk zijn voor een succesvollere overgang naar beroep en vervolgopleiding. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 1 -

Didactiek Kerndoelen* 1 De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken. 5 De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen. 35 De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving, en hoe hij de veiligheid van zichzelf en anderen in verschillende leefsituaties (wonen, leren, werken, uitgaan, verkeer) positief kan beïnvloeden. 36 De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan. 38 De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen. 39 De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren. 41 De leerling leert de atlas als informatiebron te gebruiken en kaarten te lezen en te analyseren om zich te oriënteren, zich een beeld van een gebied te vormen of antwoorden op vragen te vinden. [Opm: hieronder scharen wij ook het moderne kaartgebruik dat in dit project wordt toegepast.] 42 De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. 43 De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. 51 De leerling leert met behulp van visuele of auditieve middelen verslag te doen van deelname aan kunstzinnige activiteiten, als toeschouwer en als deelnemer. Beoogde leeftijdsgroep en leerjaar Leeftijd 14-16 jaar; leerjaar 3 en 4 MAVO-breed Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 2 -

Didactiek (vervolg) Aansluiting schoolvakken en leergebieden Het project Mijn toekomst is vakoverstijgend opgezet. Bij de inrichting van het project is rekening gehouden de eisen die gesteld worden aan het sectorwerkstuk binnen het PTA. Bij welke vakken dit project aansluit is ook afhankelijk van de gekozen verwerkingsopdrachten. In principe sluit dit project aan bij de vakken: - Aardrijkskunde (Mens en Maatschappij) - Maatschappijleer/CKV - Economie - Geschiedenis - Nederlands - Biologie (Mens en Natuur) - Informatiekunde. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 3 -

Opbouw en voorwaarden Opbouw van het project Voorbereiding - Inhoud project en draaiboek bespreken in het team - Lesmateriaal bekijken - Controle van technische voorwaarden, roosters, lokalen en materialen - Contacten leggen met collega s vakgroepen en MBO - Introductie van het project aan de leerlingen - Planning Begin en eindtijd project Uitvoering - Leerlingen volgen eerst de breinlessen en oefenen met mindmappen - Leerlingen worden verdeeld in minimaal 2-tallen en maximaal 4 leerlingen - Onderwerpen sectorwerkstuk worden gekoppeld aan gewenst beroep en/of vervolgopleiding - Buitenschoolse activiteiten met gegevens contactpersonen worden als mogelijkheden aan de leerlingen verstrekt. Afronding - Leerlingen presenteren hun sectorwerkstuk aan elkaar - Presentatie en beoordeling worden door medeleerlingen en docent gedaan volgens van te voren bekende criteria - De leerlingen worden beoordeeld op de vier basiscompetenties: samenwerken, plannen en organiseren, reflecteren en omgaan met onverwachte situaties volgens de vastgestelde gedragsindicatoren in het project puberbrein - Uit alle presentaties wordt door leerlingen en docent de beste presentatie gekozente plan Evaluatie leerlingen Evaluatie docenten - Leerlingen evalueren het project m.b.v. een vragenlijst - Docenten evalueren het project op basis van evaluaties leerlingen en eigen ervaringen en leggen dit schriftelijk vast Verbeteracties - Draaiboek wordt bijgesteld op basis van de in de evaluatie afgesproken verbeteracties Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 4 -

Bijlagen Bijlage 1 Les brief mindmappen Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 5 -

Vanaf de allereerste rietpen, hebben mensen zich aangewend om twee dingen te doen: tekeningen te maken en verslagen te schrijven. Jammer genoeg houden we die twee dingen meestal nog steeds uit elkaar. Tekeningen maken is creatief, kunstzinnig, artistiek en moeilijk. Verslagen schrijven daarentegen, of aantekeningen maken, of de notulen, of rapporten, kan iedereen. Dat leer je op school, dat leer je op je werk, dat leer je nooit meer af. Mindmappen Tenzij je gaat mindmappen. Het woord mindmappen klinkt misschien wat vreemd, maar het is simpelweg een nieuwe manier om aantekeningen te maken. Bij mindmappen gaat het om een combinatie van schrijven en tekenen. Op een wonderlijke manier sluit dat beter aan bij ons natuurlijke denken dan simpelweg A4- tjes volschrijven. Tegelijkertijd is het een stuk minder vermoeiend, dan het maken van een prachtige ets, litho, of pentekening. Mindmapping is een breinvriendelijke techiek om informatie goed te onthouden en alle verbanden te ontdekken Beter onthouden Mindmappen heeft nog meer voordelen: de standaard manier van aantekeningen maken helpt je bijvoorbeeld bitter weinig bij het onthouden van wat je schrijft. Mindmappen past veel beter bij de manier waarop je hersenen informatie opslaan. associaties. Door meerdere kleuren, plaatjes en verbindingen te maken leg je sterkere associaties aan - ook jouw geheugen werkt voornamelijk door Beter overzicht Verder is mindmapping een perfecte techniek om structuur en overzicht te houden. Wanneer je aantekeningen maakt tijdens een cursus of seminar kun je makkelijk en eenvoudig je aantekeningen over een bepaald onderwerp uitbreiden, terwijl het toch allemaal redelijk overzichtelijk blijft. Als je klaar bent, kun je letterlijk altijd nog een bijgewerkte, complete versie maken van je mindmap. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 6 -

Brainstormen met jezelf Je kunt mindmappen gebruiken om met jezelf te brainstormen over een project, leerstof uit een boek of om nieuwe onderwerpen uit te diepen. Hoe werkt mindmappen? Schrijf het kernwoord waar je over na wilt denken, of waar je aantekeningen over wilt maken, in het midden van een vel papier. Voor elk woord wat je over het kernwoord te binnen schiet, trek je een lijn vanaf je kernwoord richting de buitenrand van het papier. Net boven die lijn zet je het woord wat linkt aan je kernwoord. Als een woord binnenschiet over het woord wat je dan hebt opgeschreven, wat aan het einde van de andere woorden linkt, trek je vanaf dat woord weer een nieuwe lijn en schrijf je het nieuwste woord net boven die lijn. Dit klinkt een stuk ingewikkelder dan dat het is. Voordelen van mindmappen zijn! Het is persoonlijk, iets van jezelf Het is leuk om te doen Je hebt een goed overzicht en ziet snel verbanden Het leren van de stof gaat sneller en het onthouden lukt beter Je kunt het bij alle vakken en projecten gebruiken Je kunt het ook als manier van aantekeningen gebruiken Hier vind je een heel stel voorbeelden van mindmaps, als je het ziet is het meteen een stuk duidelijker: http://images.google.com/images?q=mindmap Tips voor nóg betere mindmaps Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 7 -

Gebruik verschillende kleuren Teken plaatjes bij de woorden en concepten Schrijf in blokletters, niet in schrijfletters Kleine letters (in plaats van hoofdletters) onthoud je ook beter Verbind delen van je mindmap met pijlen en kleuren Wees creatief Maak plezier Software Natuurlijk zijn er ook computerprogramma's om mindmaps mee te maken. FreeMind (gratis): http://www.meereffect.nl/articles/displayarticle.aspx?link=/log/2005/09/freemind.ht ml MindManager: http://www.mindjet.com/eu/ Opdracht Laat zien dat je het bovenstaande hebt begrepen door een mindmap te maken van zaken die je in het project moet gaan aanpakken. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 8 -

Bijlage 2 Visie op puberbegeleiding Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 9 -

Activerend onderwijs voor pubers De menselijke hersenen functioneren niet als een emmer die je vol giet met kennis. Het is niet zo dat als het gieten mislukt dat we die emmer dan nog een keer kunnen proberen vol te gieten (iemand laten zitten) of dat we constateren dat de emmer lek is (leerling van school verwijderen). Het emmermodel volstaat niet en eigenlijk is de lemniscaat een betere metafoor voor de lerend mens. Evenals de lemniscaat is het leerproces van de mens een doorlopend proces van prikkels, interactie, analyseren, doorontwikkelen en afstemmen met diverse contexten waarbinnen je werkt en leeft. Mensen bouwen kennis en kunde op door een uitdagende omgeving, door nieuwe informatie te relateren aan kennis die ze al hebben, door concrete ervaringen, een inspirerend rolmodel of vanuit persoonlijke waarden. Dat vraagt om een activerende manier van onderwijs en onderwijsbegeleiding waarmee eerdergenoemde processen worden bewerkstelligd. Als we het daar in onderwijsland al over eens zijn blijft de brandende vraag: Wat is activerend onderwijs concreet en hoe doe je dat?. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 10 -

Het onderwijsconcept van activerend leren voor pubers kent 10 leerbreinprincipes die de basis vormen voor het ontwerpen van onderwijs en uitvoeren van begeleiding 1. Veilige leeromgeving en relatie Een student zal leren indien deze zich open stelt voor leren. Het gaat hier over de innerlijk toestand van de lerende. Zeer sterke emoties etsen herinneringen in het geheugen zowel positief als negatief. Daarmee is de emotionele, sociale en fysieke veiligheid van de lerende een basisvoorwaarde. Als zijn aandacht nodig is voor verdediging in de klas, gevoelens van onbehagen, faalangst of onbewuste vluchtreflexen dan is er geen energie voor leren. De positieve werkrelatie die de docent met iedere student aangaat is hierbij essentieel. 2. Prikkel de nieuwsgierigheid Een bevorderlijke emotie voor leren is nieuwsgierigheid. Een lerende leert het beste als de uitdaging groot is, de stress niet te hoog is (en ook niet te laag) en als hij de zin van het geleerde inziet. Studenten besteden meer aandacht aan onderwerpen die voor hen nieuw en betekenisvol zijn (belangrijke relatie met punt 6. focus). 3. Krachtige leeromgeving op school en in het bedrijf (stage) De context waarin iemand leert, is belangrijk. Is deze realistisch (dus lijkend op de praktijk, het echte leven ) dan zal het geleerde beter kunnen worden opgeroepen in vergelijkbare situaties (transfer). De school kan leren bijzonder krachtig bevorderen door inrichting van de leeromgeving (o.a. aankleding klaslokaal, simulatieruimtes, rollenspelen, realistische werkvormen, computerprogramma s, excursies, gastdocenten en demonstratiemodellen). 4. Herhalen en oefenen Lerenden moeten actief aan de slag blijven met wat ze hebben geleerd. De eerste zes weken zijn cruciaal om het geleerde te herhalen in steeds wisselende werkvormen. Oefening en herhaling baren kunst. Het internaliseren van (beroeps)gedrag kan worden bereikt door steeds weer oefenen, vaak in wisselende en/of steeds moeilijker wordende contexten. 5. Co-creatie als sociale bezigheid in plaats van consumptie Het brein van de lerende vindt het prettig om zelf informatie te ordenen, betekenisvolle patronen te maken en te ontdekken, vooral in interactie met elkaar. We spreken dan van coöperatief leren, waarbij ook de metacognitieve vaardigheden (leren leren) sterk worden gestimuleerd. Er komt dan een proces van co-creatie tot stand dat dopamine laat stromen, waardoor neurale verbindingen sterker worden. 6. Focus (waarom leren we dit?) Focus (aandacht richten) is noodzakelijk om te leren. Het richten van aandacht blijkt een rol te spelen bij het doorsturen van informatie naar het kortetermijngeheugen. Studenten focussen gemakkelijker als zij weten waarom ze iets leren. Waar werken we vandaag naar toe? Wat is het doel? Ergo: als de student het nut van het geleerde inziet, neemt zijn focus toe en daardoor kan zijn leerrendement toenemen. 7. Zintuiglijk rijk Onderwijs dat meerdere zintuigen aanspreekt in het leerproces zorgt ervoor dat het geleerde beter beklijft en sneller op te halen is. Bovendien speel je in op meer Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 11 -

verschillende individuele voorkeuren van leren. Als lessen zich niet beperken tot een taalkundige (boeken en mondelinge uitleg) insteek, maar er daarnaast ook gebruik gemaakt wordt van beelden (film, powerpoint, concrete voorwerpen), discussievormen, socratische gespreksvoering, trial- & error- momenten, demonstratiemodellen, doe-opdrachten en beweging, dan zijn de verbindingen in de hersenen sterker. 8. Voortbouwen op het bestaande (kennis/ervaring) Voorkennis activeren zorgt er voor dat nieuwe kennis gemakkelijker kan worden gekoppeld en daardoor wordt nieuwe kennis sneller en beter opgenomen. Methodes als mindmappen, brainstormen, snellezen en een concentrisch curriculum kunnen dat bevorderen. 9. Positieve feedback op het juiste niveau Feedback op het juiste moment geven heeft een sterk effect op leren. Met het juiste moment wordt bedoeld: qua tijd (dus niet een paar dagen later) en qua soort (procesof taakfeedback). Procesfeedback die ingaat op zichtbare inspanning en doorzetten tijdens het leren is zeer effectief en bevordert de leermotivatie van lerenden. Taakfeedback die ingaat op zichtbaar resultaat van de inspanning is eveneens effectief en bevordert het geloof in eigen kunnen (eigen-effectiviteitsverwachting). 10. Sturing en structuur Pubers heb sturing nodig om te kunnen leren samenwerken, plannen en organiseren, reflecteren en omgaan met onverwachte situaties. Hierbij is sprake van afnemende sturing en structurering naarmate studenten ouder worden. De docent dient sturing en structuur gefaseerd aan te bieden met als doel zelfsturing en eigen verantwoordelijkheid voor de jongvolwassene Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 12 -

De professionele docent is eigenlijk het belangrijkste antwoord op bovenstaande leerbreinprincipes. Een professionele docent kan leren bijzonder krachtig bevorderen via zijn werkrelatie met iedere individuele leerling. En door goed gebruik te maken van groepsdynamica en zijn eigen attitude als rolmodel. Het vermogen om echt verbinding te maken met de leerling blijkt in meerdere studies essentieel. Dr. Mainhard (2009) verwoordt dat in zijn proefschrift als volgt: Als de docent dichtbij de leerlingen staat, is hun interesse voor een schoolvak groter. En als de docent een grote invloed heeft op wat er in de klas gebeurt, leren leerlingen meer. Activerend onderwijs en begeleiding van pubers in het vmbo Het begeleiden binnen activerend onderwijs is gericht op het stimuleren, motiveren en activeren van leerlingen. De leerbreinprincipes vormen de uitgangspunten voor het ontwerpen van activerend onderwijs. Begeleidingsmodellen zoals didactisch coachen, brein centraal leren en/of narratieve begeleiding kunnen daarbij ondersteuning voor docenten bieden. Als een vmbo-school kiest voor activerend onderwijs betekent dit dat individuele docenten en teams de begeleiderrol moeten ontwikkelen en/of uitbouwen naast de hen bekende rollen als mentor, onderwijzer, vakdocent. Dit proces wordt ook wel aangeduid als de verschuiving van de traditionele naar de nieuwe didactische driehoek. Van traditionele didactiek naar activerende didactiek Vanuit de traditionele didactiek wordt de leerling gekoppeld aan een docent, een lesuur en een boek/methode. In de verschillende scholen in het project is deze structuur en organisatievorm duidelijk herkenbaar. Er is sprake van traditionele lesroosters en lokalen. Om aan te kunnen sluiten bij de leerbehoeften van leerlingen (vanuit de principes van het breinleren) en tegelijkertijd de leeromgeving dynamischer en uitdagender te maken volstaat deze traditionele organisatie niet meer. Een verschuiving naar een andere organisatieprincipe voor het primair proces leidt bovendien tot een meer uitdagende sterke leeromgeving (met meer dynamiek dan in het klaslokaal of schoolgebouw), maar ook meer uitdaging op inhoud, meer ruimte voor praktijkgericht werken en beter aansluitend bij leervragen en leefwereld). Dit vraagt een nieuwe didactische en organisatorische aanpak. Immers met de huidige middelen en manier van werken heeft men het gevoel onvoldoende uitdaging, aansluiting bij de leefwereld en praktijk te hebben. De nieuwe didactische driehoek veronderstelt dat er meerdere leerplekken of leeromgevingen zijn dan het klaslokaal en de school, er meerdere leerbronnen zijn dan het boek of de docent en biedt meer variaties in keuzes en mogelijkheden voor leerlingen om te leren. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 13 -

Figuur 2: traditionele didactische Figuur 3: activerende didactische driehoek driehoek Zoals uit de figuren blijkt, staat in de nieuwe didactische driehoek het leerproces van de leerling centraal. Uitgangspunt van de organisatie is dan ook het proces en niet meer de tijd of de plaats. De dynamiek en de aansluiting op de leervragen ontstaat door de variatie in leeromgeving en leerbronnen. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 14 -

Parallel aan de verschuiving van de docentrol naar de begeleiderrol zijn veranderingen op gebied van organisatie en inrichting wenselijk. Vanuit de traditionele didactiek wordt de leerling (met andere leerlingen van gelijke statuur) gekoppeld aan een docent, een lesuur en een boek/methode. In de meeste (VO)scholen is deze structuur en organisatievorm duidelijk herkenbaar. Er is sprake van traditionele lesroosters en lokalen. Om aan te kunnen sluiten bij de leerbehoeften van leerlingen (vanuit de principes van het breinleren) en tegelijkertijd de leeromgeving dynamischer en uitdagender te maken volstaat deze traditionele organisatie niet als het enige leidende principe. Het toepassen van andere organisatieprincipes (bijv. teamsamenstelling, curricula, roostering) voor het primair proces kan bijdragen tot een krachtigere leeromgeving met meer dynamiek dan alleen het klaslokaal of schoolgebouw. Maar ook meer uitdaging op inhoud, meer ruimte voor praktijkgericht werken en een betere aansluiting bij de leervragen en de leefwereld van de puber. Dit impliceert tevens een andere didactische aanpak. De nieuwe didactische driehoek veronderstelt dat er meerdere leerplekken of leeromgevingen zijn dan het klaslokaal en de school, er meerdere leerbronnen zijn dan het boek of de docent en biedt meer variaties in keuzes en mogelijkheden voor leerlingen om te leren. Zoals de figuren 2 en 3 tonen komt het leerproces van de leerling centraal te staan, niet de school, niet de docent. De dynamiek en de aansluiting op de leervragen ontstaat door de variatie in leeromgeving en leerbronnen (van Osch, 2010). De 10 leerbreinprincipes die wij propageren stellen docenten in staat invulling te geven aan een krachtig leerklimaat dat uitnodigt tot leren. Binnen die krachtige leeromgeving worden, via het 10e leerbreinprincipe geleide zelfsturing (van veel sturing en structuur naar zelfsturing), leerlingen voorbereid op de overstap naar mbo en werk. Activerend onderwijs en ouders in het vmbo Voor pubers van 12-16 jaar spelen ouders/verzorgers een belangrijke rol bij het succesvol doorlopen van de school. Het is bekend dat de slaag- en groeikansen van kinderen toenemen als school en thuis elkaar goed weten te vinden. Met het stimuleren van ouderbetrokkenheid wordt de ontwikkeling van leerlingen en de kwaliteit van het onderwijs positief beïnvloed. Daarmee is ouderbetrokkenheid een belangrijk punt van aandacht binnen het beleid op activerend onderwijs. Hier kan aandacht aan worden besteed middels ouderavonden, de ouderraad, introductiemomenten, open huis dagen, etc. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 15 -

Bijlage 3: De 7 stappen van de PDSA-cirkel (Plan, Do, Study, Act) Stap 1: Beschrijf het verbeteronderwerp SMART Stel uzelf een doel dat voldoet aan de volgende eisen: specifiek: u beschrijft een waarneembaar resultaat meetbaar: u moet kunnen bepalen in welke mate een doel op een bepaald moment bereikt is (bijv. %) acceptabel: u stelt het doel zo dat er draagvlak voor is binnen het team realistisch: u stelt een haalbaar doel dat bereikt kan worden met aanvaardbare inspanningen tijdgebonden: u stelt een duidelijke einddatum, waarbinnen u het doel wilt behalen. Pak bij stap 1 van een verbeteronderwerp het bijbehorende meetinstrument erbij. Dit bevat waar nodig extra inhoudelijke informatie en ondersteunt u bij het stellen van een meetbaar doel. Welk meetinstrument bij het verbeteronderwerp hoort, staat met een code aangeven bij stap 2. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 16 -

Stap 2: Meet de huidige situatie Voer een voormeting uit met het meetinstrument dat past bij het verbeteronderwerp. Stap 3: Analyseer de resultaten van de beginmeting Analyseer de uitkomsten van de meting die u in stap 2 heeft gedaan. De uitkomsten zijn af te lezen van het meetinstrument. Vergelijk de uitkomsten met het doel dat u in stap 1 heeft gesteld. Stap 4: Kies een verbeteractie Indien uit de analyse van de resultaten van de beginmeting blijkt dat u het doel dat u in stap 1 heeft gesteld reeds behaald heeft, hoeft u geen verbeteractie in te zetten op dit verbeteronderwerp. U kunt dan een nieuw verbeteronderwerp aanpakken. Indien blijkt dat u nog niet voldoet aan uw doelstelling, dan kiest u een verbeteractie. Bij ieder verbeteronderwerp staan suggesties aangegeven voor (een) passende verbeteractie(s). Uiteraard kunt u ook een andere verbeteractie kiezen. Stap 5: Voer een nameting uit Na de periode die u in stap 1 heeft gesteld voor het behalen van het doel, voert u een nameting uit met hetzelfde meetinstrument als u in stap 2 heeft gebruikt. U vergelijkt de resultaten weer met het doel dat u gesteld heeft in stap 1. Stap 6: Borg de verbetering U houdt jaarlijks bij of uw doel uit stap 1 nog steeds behaald wordt, waarmee u in beeld houdt of de behaalde resultaten op dit verbeteronderwerp op het niveau blijven dat u tot doel heeft gesteld. Indien blijkt dat de resultaten toch achteruit gaan, voert u (een deel van) de verbeteractie uit die u bij stap 4 heeft uitgevoerd. Stap 7: Continueer de verbetering Zolang er verschil zit tussen de uitkomsten van stap 5 en uw gewenste resultaten uit stap 1 gaat u ook een volgende periode door met de verbeteractie. De resultaten van stap 5 vormen direct stap 3 van de nieuwe cyclus. Indien de resultaten behaald zijn, wordt dit verbeteronderwerp in principe een volgende periode geen verbeteractie. U kunt er echter ook voor kiezen uw doelstelling naar een hoger niveau te tillen, u verhoogt dan bijvoorbeeld het percentage uit stap 1. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 17 -

Bijlage 4: Docentenevaluatie Evaluatie project Naam. Datum:. 1. helemaal niet mee eens 2. niet mee eens 3. wel mee eens 4. heel erg mee eens Voor de start van het project is er een projectbeschrijving/draaiboek. 1 2 3 4 Leerlingen weten welke competenties bij het project een worden 1 2 3 4 geoefend en beoordeeld. Bij het project is vooraf bepaald welke competenties beoordeeld 1 2 3 4 worden. Docenten weten op welk waarneembaar gedrag gelet wordt bij het 1 2 3 4 beoordelen van de competenties. (de criteria) Leerlingen beoordelen zichzelf en elkaar ook. 1 2 3 4 Het project is zo ontwikkeld dat aan de breinleerprincipes wordt 1 2 3 4 beantwoord. De beoordeling wordt na een gesprek met de leerling vastgesteld. 1 2 3 4 De leerling krijgt uitleg over wat een competentie inhoudt. (klassikaal 1 2 3 4 vooraf) De leerling krijgt uitleg over hoe de beoordeling tot stand is 1 2 3 4 gekomen. De leerling bepaalt zelf hoe hij/zij gaat werken aan de competentie 1 2 3 4 en schrijft dit op in het portfolio Vooraf is bepaald wanneer welke beoordelingen plaatsvinden. 1 2 3 4 Leerlingen weten vooraf op welke manier het resultaat van het 1 2 3 4 project meetelt. Naast de competentiebeoordeling is er ook een productbeoordeling? 1 2 3 4 Leerling weet hoe zwaar de competentiebeoordeling meetelt. 1 2 3 4 Binnen het project is er voor de leerling voldoende mogelijkheid om 1 2 3 4 de competenties te oefenen. Leerlingen weten welke producten zij op moeten leveren. 1 2 3 4 Er wordt tijdens het project aandacht besteed aan hoe de hersenen 1 2 3 4 van pubers zich ontwikkelen. Er zit voldoende uitdaging in het project. 1 2 3 4 Er is voldoende tijd om de leerlingen te begeleiden. 1 2 3 4 Er is voldoende tijd om leerlingen te beoordelen. 1 2 3 4 Na afloop van het project evalueren wij het project met de leerlingen 1 2 3 4 Na afloop van het project evalueren wij het project met de docenten 1 2 3 4 en andere betrokkenen. Iemand is verantwoordelijk om het project aan te passen naar 1 2 3 4 aanleiding van de evaluaties. Docenten zijn getraind om criteriumgerichte gesprekken te voeren 1 2 3 4 Docenten zijn getraind om op coachende wijze te begeleiden. 1 2 3 4 Op de achterkant heeft u ruimte op te schrijven wat er volgens u aan het project verbeterd kan worden. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 18 -

Bijlage 5: Leerlingenevaluatie Evaluatie project Klas/groep. Datum: 1. helemaal niet mee eens 2. niet mee eens Project algemeen 3. wel mee eens 4. heel erg mee eens Het project was een uitdaging voor mij 1 2 3 4 Ik kon meebeslissen over de inhoud van het project 1 2 3 4 Ik heb zelf onderzoek kunnen doen 1 2 3 4 Ik heb met anderen samengewerkt om antwoorden te vinden 1 2 3 4 Ik heb moeten plannen en organiseren 1 2 3 4 Ik wist de beoordelingspunten vooraf van dit project 1 2 3 4 Ik heb moeten nadenken wat ik heb geleerd (reflecteren) 1 2 3 4 Het project is een leuke manier van leren 1 2 3 4 Ik ben tevreden over de begeleiding van de docenten 1 2 3 4 Hieronder heb je ruimte om kort op te schrijven wat er volgens jou moet veranderen aan het project 1. helemaal niet Ondersteunende activiteiten mee eens 2. niet mee eens 3. wel mee eens 4. heel erg mee eens Ik ben voldoende voorbereid over het gebruik van mindmappen 1 2 3 4 Ik ben voldoende voorbereid om een projectverslag te kunnen 1 2 3 4 maken Ik ben voldoende voorbereid om een presentatie te kunnen 1 2 3 4 voorbereiden en te houden Ik heb de werkvorm mindmappen toegepast in dit project 1 2 3 4 Ik heb een presentatie verzorgd in dit project 1 2 3 4 Ik weet hoe de hersenen van pubers zich ontwikkelen 1 2 3 4 Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 19 -

Hieronder heb je ruimte om kort op te schrijven wat er volgens jou moet veranderen aan de ondersteunende activiteiten 1. helemaal niet Projectopdrachten mee eens 2. niet mee eens 3. wel mee eens 4. heel erg mee eens De opdrachten waren voldoende uitdagend 1 2 3 4 Tijdens de projecturen was duidelijk wat er van mij verwacht werd 1 2 3 4 De begeleiding tijdens de projectopdrachten was voldoende 1 2 3 4 Het niveau van de opdrachten was goed te doen 1 2 3 4 Een projectopdracht is een leuke manier van leren 1 2 3 4 Hieronder heb je ruimte om kort op te schrijven wat er volgens jou moet veranderen aan de projectopdrachten. 1. helemaal niet Beoordeling/toetsen mee eens 2. niet mee eens 3. wel mee eens 4. heel erg mee eens Ik werd goed voorbereid op de beoordeling van het project 1 2 3 4 Ik werd goed geïnformeerd over de weging van de beoordeling 1 2 3 4 Ik weet dat de beoordeling mee telt voor het examen 1 2 3 4 Ik vind een beoordeling van basiscompetenties een goede manier 1 2 3 4 van toetsen Hieronder heb je ruimte om kort op te schrijven wat er volgens jou moet veranderen aan de manier van beoordelen/toetsen. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 20 -

Buitenschoolse activiteiten 1. helemaal niet mee eens 2. niet mee eens 3. wel mee eens 4. heel erg mee eens Ik vind de buitenschoolse activiteiten zinvol 1 2 3 4 Dankzij de buitenschoolse activiteiten weet ik nu welke vervolg opleiding ik ga volgen 1 2 3 4 Het project heeft me geholpen om een bewuste keuze te maken 1 2 3 4 Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 21 -

Groepslid Bijlage 6: Competentiemeting Samenwerken fase 1 Leerjaar 3 / 4 meting 1 2 3 4 Naam leerling: Datum meting: Naam docent: Ingevuld door: Leerling/docent/klasgenoot/ouder Fase 1 Samenwerken 1 Samenwerken 2 Samenwerken 3 criteria Ik werk in opdracht samen met klasgenoten. Ik overleg in opdracht met een ander voor ik aan een opdracht begin. Ik kan rekening houden met één ander. Ik overleg met meerdere personen voor ik aan een opdracht begin. Ik overleg met de betrokken personen voor en tijdens de opdracht Ik kan rekening houden met de groep of meerdere klasgenoten. Als ik een opdracht krijg, betrek ik anderen erbij. Ik overleg over de mogelijkheden van samenwerking. Ik werk aan een goede verstandhouding met klasgenoten en/of collega's. Ik overzie de consequenties van mijn eigen gedrag. Op mij van toepassing niet soms meestal 1 2 3 1 2 3 1 2 3 Samenwerken 4 Als ik een opdracht krijg betrek ik anderen erbij. Ik overleg over de mogelijkheden van samenwerking. Ik werk aan een goede verstandhouding met klasgenoten en/of collega's. Ik overzie de consequenties van mijn eigen gedrag en bespreek dit in de groep. Ik lever een bijdrage aan een goede sfeer in de groep. Ik ga in de komende periode werken aan: 1 2 3 ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 22 -

Ik ga aan hieraan werken door: ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Opmerking mentor/klasgenoot/ouder: ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 23 -

Groepslid Bijlage 7: Competentiemeting Samenwerken fase 2 Leerjaar 3 / 4 Meting 1 2 3 4 Naam leerling: Datum meting: Naam docent: Ingevuld door: Leerling/docent/klasgenoot/ouder Fase 2 Samenwerken 3 Samenwerken 4 Samenwerken 5 Samenwerken 6 criteria Als ik een opdracht krijg, betrek ik anderen erbij. Ik overleg over de mogelijkheden van samenwerking. Ik werk aan een goede verstandhouding met klasgenoten en/of collega's. Ik overzie de consequenties van mijn eigen gedrag. Als ik een opdracht krijg betrek ik anderen erbij. Ik overleg over de mogelijkheden van samenwerking. Ik werk aan een goede verstandhouding met klasgenoten en/of collega's. Ik overzie de consequenties van mijn eigen gedrag en bespreek dit in de groep. Ik lever een bijdrage aan een goede sfeer in de groep. Ik zorg voor voldoende samenwerking en overleg met klasgenoten/collega's, opdrachtgevers en klanten. Ik bouw een goede (werk)relatie op met collega's, opdrachtgevers en klanten. Ik neem het initiatief om de onderlinge samenwerking in het team te bespreken. Ik ken de consequenties van mijn gedrag in de groep en kan mijn gedrag veranderen als de situatie daarom vraagt. Ik stimuleer en optimaliseer samenwerking en overleg met klasgenoten, collega's, opdrachtgevers en klanten. Ik bevorder een goede (werk)relatie met klasgenoten/collega's, opdrachtgevers en klanten. Ik signaleer zaken die een negatieve invloed hebben op het eindresultaat en op het team en doe er iets aan. Ik maak de onderlinge samenwerking bespreekbaar om deze te verbeteren. Van toepassing niet soms mees tal 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 24 -

Ik ga in de komende periode werken aan: ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Ik ga aan hieraan werken door: ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Opmerking mentor/klasgenoot/ouder: ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 25 -

Bijlage 8: Competenties samenwerken starter geoefend op niveau boven niveau vmbo * ik krijg een opdracht en ik begin; * ik werk in opdracht samen met collega's *ik hou nog geen rekening met anderen * ik krijg een opdracht en ik begin; * ik werk in opdracht samen met collega's en overleg waar nodig *ik hou soms rekening met anderen. * ik krijg een opdracht, ik betrek anderen erbij en overleg over de mogelijkheden van samenwerking; * ik werk aan een goede verstandhouding met collega's.* ik overzie de consequenties van mijn eigen gedrag * ik krijg een opdracht, ik betrek anderen erbij en overleg over de mogelijkheden van samenwerking; * ik werk aan een goede verstandhouding met collega's; * ik lever een bijdrage aan een goede sfeer in de groep. Ik overzie de consequenties van mijn eigen gedrag en bespreek dit in de groep examen vmbo doorstroom mbo starter geoefend op niveau boven niveau Samenwerken & overleggen niveau 2-3 * ik krijg een opdracht en ik begin; * ik werk in opdracht samen met collega's en overleg waar nodig. *ik hou soms rekening met anderen. * ik krijg een opdracht, ik betrek anderen erbij en overleg over de mogelijkheden van samenwerking; * ik werk aan een goede verstandhouding met collega's.ik overzie de consequenties van mijn eigen gedrag * ik krijg een opdracht, ik betrek anderen erbij en overleg over de mogelijkheden van samenwerking; * ik werk aan een goede verstandhouding met collega's; * ik lever een bijdrage aan een goede sfeer in de groep. Ik overzie de consequenties van mijn eigen gedrag en bespreek dit in de groep * ik zorg voor voldoende samenwerking en overleg met collega's / opdrachtgevers / klanten; * ik bouw een goede (werk)relatie op met collega's / opdrachtgevers / klanten.* stelt soms zaken aan de orde die de harmonie in het team verstoren Niveau 4 starter geoefend op niveau boven niveau * ik krijg een opdracht, ik betrek anderen erbij en overleg over de mogelijkheden van samenwerking; * ik werk aan een goede verstandhouding met collega's.ik overzie de consequenties van mijn eigen gedrag * ik krijg een opdracht, ik betrek anderen erbij en overleg over de mogelijkheden van samenwerking; * ik werk aan een goede verstandhouding met collega's en klanten; * ik lever een bijdrage aan een goede sfeer in de groep. Ik overzie de consequenties van mijn eigen gedrag en bespreek dit in de groep * ik let op samenwerking en overleg met collega's / opdrachtgevers / klanten; * ik bouw een goede (werk)relatie op met collega's / opdrachtgevers / klanten. Ik overzie de consequenties van mijn eigen gedrag en bespreek dit in de groep *stelt soms zaken aan de orde die de harmonie in het team verstoren * ik stimuleer en optimaliseer samenwerking en overleg met collega's / opdrachtgevers / klanten; * ik bevorder een goede (werk)relatie met collega's / opdrachtgevers / klanten. Ik signaleer zaken die het teamresultaat verstoren en onderneem effectieve actie(s) Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 26 -

Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 0 -

Inleiding Het sectorwerkstuk staat voor de deur. Misschien heb je er al slapeloze nachten van, misschien lijkt het je de leukste opdracht van je hele opleiding. We doen dat in de vorm van een project. Eindelijk iets leren en maken over een onderwerp dat je zelf kiest! In deze handleiding kan je lezen wat er zoals bij komt kijken. Als je dat goed volgt, kan je met enthousiasme beginnen, blijft het werken aan het project 20 uur lang leuk en komt er ook nog een mooi eindresultaat! Voordat aan het project begonnen kan worden is het belangrijk om eerst goed te weten wat het is, wat er van je verwacht wordt, hoe je er aan moet werken, enzovoort. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 1 -

Stappenplan project Het project kent een stappenplan. Het stappenplan heeft een aantal GO / NO-GO momenten. Deze zijn aangegeven met een omkaderde tekst. Je mag pas verder gaan met je sectorwerkstuk als je toestemming hebt van je docent. Je docent zet dan een aantekening bij het desbetreffende GO / NO-GO momenten. 1. De teksten die in het project worden gemaakt zijn zelf geschreven! Natuurlijk mag je bronnen gebruiken om inspiratie op te doen en mag je bronnen citeren maar het is niet de bedoeling dat er geknipt en geplakt wordt. Als je toch met behulp van knippen en plakken teksten zijn gemaakt is er sprake van fraude en krijg je een onvoldoende beoordeling. Het project moet bestaan uit een schriftelijk gedeelte en een presentatiegedeelte 2. De beoordeling van het totale sectorwerkstuk en de daarbij horende presentatie vinden plaats aan de hand van het beoordelingsmodel sectorwerkstuk uit bijlage 2. 3. De beoordeling van het verslag vindt plaats aan de hand van het beoordelingsmodel zoals dat staat in het format werkstuk Nederlands. 4. De beoordeling van de presentatie vindt plaats aan de hand van het beoordelingsmodel presentatie. Voorbeeld sectorwerkstuk Nu volgt een voorbeeld van het hele proces dat je door gaat lopen bij het maken van een sectorwerkstuk. Daarvoor wordt een stappenplan gevolgd. Stappenplan voor het doen van onderzoek Fase 1: De voorbereiding van het onderzoek Stap 0: Met wie doe je het onderzoek? Je doet minimaal in tweetallen een onderzoek. De meeste leerlingen vinden het vaak fijner om samen met een klasgenoot te werken. Je kunt dan samen op pad, elkaar aanvullen enz. Het is ook goed om zo te leren samenwerken (taken verdelen en planning maken). Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal. Leg na deze stap jouw keuze ter goedkeuring voor aan je docent Stap 1: Hoe kies je een onderwerp? Je onderwerp moet te maken heb wat je later wil worden en/of een beroepsopleiding die je in het MBO wil gaan volgen. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 2 -

Vraag jezelf af waarom je dit onderwerp kiest (je motivatie). Vul het onderwerp in op je werkblad van het logboek. Voorbeeld: Ik wil graag met dieren gaan werken. Ik verzorg nu al twee katten en een hond en ik wil daar eigenlijk mijn beroep van maken. Het werken bij een dierenarts, kinderboerderij of dierenasiel zie ik wel zitten. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 3 -

Stap 2: Hoe stel je de hoofdvraag en de deelvragen vast? Stel de hoofdvraag. Stel de hoofdvraag in de vorm van een verklarende vraag (Waarom? Waardoor?) en bespreek dit met je docent. Vul de hoofdvraag in op je werkblad van het logboek. Voorbeeld: Welke opleiding kan ik gaan volgen? Bedenk deelvragen. Kijk naar de hoofdvraag vanuit verschillende invalshoeken. Bedenk tenminste drie deelvragen. Deze vragen mogen meer een beschrijvende vorm hebben (Wanneer? Waar? Hoe?). Zet daarna de deelvragen in een logische volgorde. Vul de deelvragen in op je werkblad van het logboek. Voorbeeld: Kan ik ergens stage lopen? In een dierenasiel? Kinderboerderij? Hoe kan ik informatie inwinnen over de vervolgopleiding? Met wie kan daarover een gesprek voeren? Kan ik misschien een dagje meelopen? Bedenk een voorlopig antwoord op de hoofdvraag. Dat kan natuurlijk nog geen precies antwoord zijn, maar het dwingt je vooraf vast na te denken in welke hoek je het antwoord zoeken moet. Dat helpt je bij het zoeken naar informatie. Voorbeeld: Ik ga als start een gesprek voeren met iemand die al werkt of stage heeft gelopen in een dierenasiel? Dierenarts? Stap 3: Hoe stel je een onderzoeksplan op? Maak een taakverdeling Dit is nodig als je met iemand anders samen het werkstuk maakt. Wie gaat wat doen? Vul de afspraken in op je werkblad van het logboek. Maak een planning Vraag aan de docent wanneer het onderzoek af moet zijn. Reken uit hoeveel lessen je aan het onderzoek kunt werken. Bedenk vervolgens in welke les je wat gaat doen en wat er buiten de les gedaan moet worden. Vul je planning in op je werkblad van het logboek. Stop het ingevulde werkblad in het logboek. In dit logboek ga je bij de uitvoering in de volgende fase aantekeningen maken en verzamelde informatie bewaren. Elke keer als je aan het sectorwerkstuk hebt gewerkt, schrijf je op wat je gedaan hebt. Leg na deze drie stappen het resultaat ter goedkeuring voor aan je docent Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 4 -

Fase 2: De uitvoering van het onderzoek Stap 4: Hoe verzamel en selecteer je informatie? Verzamel informatie Voor het verzamelen van informatie zal je op pad moeten gaan. Je kunt informatie over je onderwerp op veel verschillende manieren verkrijgen: op zoek gaan in de bibliotheek, bellen naar instanties of mensen, bezoekjes afleggen voor interviews of vragen en raadplegen van internet Voorbeeld: ik ga eerst op internet zoeken over beroepen met dieren ik bel een dierenarts, dierenasiel, dierenwinkel, kinderboerderij of ik met hen een interview kan houden Ik ga informatie verzamelen over opleidingen Ik zoek op waar in Breda opleidingen zijn voor deze beroepen Ik maak een afspraak met een leerling die een opleiding volgt. Ik ga vragen of ik een dagje mag meelopen Ik zoek filmpjes over het beroep Maak uit de verzamelde informatie een selectie Bekijk welke informatie bij welke deelvraag hoort Stop de geselecteerde informatie in het logboek Het is handig om per deelvraag een mapje in je logboek te maken, zodat je de informatie meteen bij de goede deelvraag hebt. Maak steeds aantekeningen van wat je gedaan hebt. Stap 5: Hoe verwerk en orden je informatie? Verwerk de informatie Alle informatie die je nu hebt moet je op de juiste plaats bij elkaar gaan zetten. Voorbeeld: Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 5 -

Orden de informatie per deelvraag Voorbeeld: Ik maak voor elke deelvraag een apart stuk tekst Stop de verwerkte informatie in het logboek Leg na deze vijf stappen het resultaat voor aan je docent Stap 6 Hoe beantwoord je de hoofdvraag en de deelvragen? Beantwoord de deelvragen Hiervoor ga je de verzamelde informatie bestuderen en in een goede volgorde zetten. Voorbeeld: Ik maak een een hoofdtuk voor elke deelvraag en schrijf er een kort tekstje bij met de dingen die opvallend zijn. Beantwoord de hoofdvraag Bekijk de antwoorden op de deelvragen en bekijk hoe die antwoorden samenhangen met elkaar. Beantwoord nu de hoofdvraag en vergelijk dat met wat je in stap 2 als voorlopig antwoord had opgeschreven. Voorbeeld: Ik zet nu alle gegevens van de deelvragen achter elkaar en trek een paar conclusies over: de inhoud van de verschillende beroepen de opleidingen die je daar voor kunt volgen de dingen die voor jou van belang zijn Bepaal je eigen standpunt Heeft je onderzoek je geholpen om tot een keuze voor je beroep en/of opleiding te komen Leg alles vast in het logboek Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 6 -

Fase 3: Stap 7 De presentatie van het onderzoek Hoe presenteer je de onderzoeksresultaten? Kies een presentatievorm Je doet een voorstel aan de docent over de presentatie die je wilt houden. Een presentatie kan mondeling, schriftelijk, met een powerpoint of een activiteit die je hebt uitgevoerd Een mondelinge presentatie is goed mogelijk. Let dan op de volgende punten: stel vast hoe lang de presentatie mag duren vertel waar de presentatie over gaat vertel wat je in je onderzoek gedaan hebt vertel wat de onderzoeksresultaten zijn geef de conclusie van je onderzoek ga van tevoren oefenen (let op de tijd of je alles hebt wat je nodig hebt voor de presentatie en spreek duidelijk en rustig) Spreek af hoe je de presentatie uitvoert als je met anderen samenwerkt Voer de presentatie uit Fase 4: Stap 8: proces) De beoordeling van het onderzoek Hoe beoordeel je het verloop en de resultaten van een onderzoek (product en bekijk wat goed en fout is aan het resultaat Het kan zijn dat stukken van de deelvragen niet (goed) beantwoord zijn of de hoofdvraag niet helemaal beantwoord is. Bekijk wat goed en fout ging tijdens het onderzoek Beoordeel het onderzoek: Vond je het onderwerp leuk? Waren je deelvragen goed geformuleerd? Heb je de goede informatie geselecteerd? Hoe verliep de samenwerking? Klopte de planning? Ging de presentatie goed? Gebruik bij de beantwoording van deze vragen de gegevens uit het logboek Gebruik hiervoor ook het evaluatieformulier uit bijlage C. Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 7 -

Bijlage A Logboek project mijn toekomst/sectorwerkstuk Naam:... Samen met:... Onderwerp:... Hoofdvraag:... Wie (taakverdeling )... Wat (deelvragen) Deelvraag 1:... Waar (bronnen)... Wanneer (planning / tijd).............................. Deelvraag 2:.................................... Deelvraag 3:.................................... Deelvraag 4:.......................................... (andere deelvragen):.............................. Presentatievorm:...... Presentatie op: Aantekeningen/opmerkingen: Wie heeft Wat en Wanneer gedaan? Project mijn toekomst: sectorwerkstuk op basis van activerend onderwijs Pagina - 8 -