GEMEENTE. Datum Ons kenmerk Contactpersoon. 16 augustus 2016 PK40/D R. Echten. Onderwerp Datum uw brief Doorkiesnummer

Vergelijkbare documenten
GEMEENTE. Hierbij ontvangt u het Besluit instemming evaluatieverslag dat op deze verontreiniging betrekking heeft.

ijmegen Ot OKT2017 Econsultancy T.a.v. R.W.W. Wieskamp Fabriekstraat 19c 7005 AP DOETINCHEM Geachte heer Wieskamp,

GEMEENTE. Ons kenmerk PK40/D Datum uw brief 14 maart 2017

GEMEENTE. Onderwerp Datum uw brief Doorkiesnummer

GEMEENTE. Datum uw brief

katief Informatie EnviroPlan Nederland B.V. T.a.v. G.A.M. Peters Grafwegen KG GROESBEEK

2 3 SEP 2016 Ons kenmerk PK40/D

ijmegen Datum besluit: Nummer besluit: Locatiecode: NM Adres: Waterstraat in NIJMEGEN Melder: Gemeente Nijmegen

G E M E E N TE. Onderwerp Besluit instemming saneringsplan Rouwenboschweg 19 te Nijmegen Locatiecode: GE

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Archief 7 FEB Nipa Milieutechniek t.a.v. A.Oosterhof Landweentraat-Zuid AK Oss

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSONDERZOEK EN -PLAN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE NIJMEGEN

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

GELDERLAND. : Gemeente Wageningen. Nummer van verontreiniging : GE Documentnummer(s) inzagestukken:

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

GEMEENTE. Bij de melding hebben wij het volgende document ontvangen: Evaluatie immobiel BUS sanering, Bredestraat 72 in Nijmegen, Tauw, 20 mei 2016.

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Stadszaken. Milieu. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met: O.F. Jelsma van de afdeling Milieu - bureau Bodem, telefoonnummer

Stadszaken. Milieu. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, namens het college van burgemeester en wethouders.

BESCHIKKING. Globiscode DR

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

1 Inleiding. Aan: Stichting Woonvoorziening Kockengen T.a.v. P.J.R. de Jong Snoeksloot HL Houten. Geachte heer De Jong,

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Verzenddatum Bijlagen Kenmerk /BHZ_BDM_BS-65710

Bodemsanering; locatie Monierweg 4 te Coevorden, gemeente Coevorden, ontwerpbeschikking instemming met het evaluatieverslag

IN GEMEENTE BĖUNIhGEN INGEKOMEN 18 OKT 2013

BESLUIT INSTEMMING DEELSANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

- Beschikking - instemming deelsaneringsplan Gageldijk 7-9 Maarssen. datum 14 januari 2005 nummer 2005WEM000066i bijlage kadastrale kaart

FAB-blad WABO Gemeente Utrecht

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESLUIT INSTEMMING DEELSANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

/02/2018 torngevingsr/i'e/isr

provincie :: Utrecht Dienst Water en Milieu

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Inschrijving publiekrechtelijke beperking - Besluit

omgevingsdienst HAAGLANDEN

1 Inleiding. Aan: BP Nederland B.V T.a.v. de heer B. van de A Postbus BC Rotterdam. Geachte heer Van de A,

1 Inleiding. Aan: De heer W.H.A. Brouwer De Waag CM EEMNES. Geachte heer Brouwer,

Gemeente Haarlem OMGEVINGSBELEID. Uw kenmerk Ons kenmerk OMB/2018/ (zaaknummer: 2018/141436)

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING. Globiscode DR

provincie:: Utrecht VERZO N D EN 0 1 APR 2003 Aan: Houtkamp, s Bouwbedrijf B. V. t.a.v. de heer ing. P. KeIler Boterdijk NA Uithoorn

omgevingsdienst HAAGLANDEN

12 september : Admiraal Trompstraat 2 (voormalig Wilton Fijenoord terrein) te Schiedam

ONTWERPBESCHIKKING. Gasunielocatie S-4735 van K. Brokweg te Witteveen, gemeente Midden-Drenthe, instemming met het evaluatieverslag

DCMR milieudienst Rijnmond

BESLUIT INSTEMMING DEELSANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Afdeling Vergunningverlening

Team Referentie Doorkiesnummer Faxnummer adres Onderwerp

Aan: Gemeente Woudenberg T.a.v. de heer M. Sengers Postbus EA Woudenberg. Geachte heer Sengers,

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING. Globiscode DR

BESCHIKKING. Datum 11 december 2018 Verzenddatum 11 december Kenmerk Z

Onroerende Zaken Hyp4 : 63191/ :01

Ter plaatse van de hierboven genoemde percelen is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

- beschikking - instemming herzien saneringsplan voormalige zoutloods (Stationsweg ) Breukelen

- beschikking - ernst en spoed bodemverontreiniging Oude Holleweg 49 (vh 23) Renswoude

Indien sprake is van een andere gemachtigde, machtigingsformulier ingevuld en ondertekend als bijlage toevoegen.

Stadszaken. Milieu. Grondslag BV t.a.v. mevr. M. Keuning Nijverheidsweg GZ Kamerik (gemeente Woerden)

Nummer verontreiniging 6711 JC EDE GE

Kadastrale gemeente Sectie Nummer IJsselstein C 1048 (terrein Terberg) IJsselstein C 1216 (trottoir)

GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Wet bodembescherming (verder: Wbb ) van een voornemen om de bodem op

BESCHIKKING / CHK

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN Beschikking Wet bodembesclierming - geval van bodemverontreiniging

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

2015/ gemeente Zaanstad Vakspecialisten. Bij de aanvraag zijn ter beoordeling de volgende rapporten gevoegd:

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

1 Inleiding. 2 Beschikking. KDK Project Vof T.a.v. de heer W.J.M. Visscher Postbus AA Volendam. Geachte heer Visscher,

Aan: de heer D.W. Cazant Gieltjesdorp EK Kockengen. Geachte heer Cazant,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Ter plaatse van het hierboven genoemde perceel is sprake van een geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in artikel 29 lid 1, van de Wbb.

Aan: Kuwait Petroleum Nederland BV Postbus AH ROTTERDAM. Geachte meneer, mevrouw,

1 Inleiding. Aan: Provincie Utrecht Afdeling Bodem en Water T.a.v. de heer A.W.J. van Mensvoort. Postbus TH Utrecht

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

1 Inleiding. 2 Saneringsplan. Aan: Tekton Projectontwikkeling b.v. T.a.v. Directie Postbus AB EDE. Geachte heer / mevrouw,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Aan: Gemeente Zeist p/a Milieudienst Zuid-Oost Utrecht t.a.v. dhr R. Kockelkoren Postbus AL Zeist. Geachte heer Kockelkoren,

Team Referentie Doorkiesnummer Faxnummer adres Onderwerp

Transcriptie:

Afdeling Projectmanagement en ruimtelijke kwaliteit GEMEENTE ijmegen III!l Ontwikkelingsbedrijf Waalfront C.V. T.a.v. M. Schoevaers Postbus 1 3800 AA AMERSFOORT Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 329 95 81 E-mail bodem@nijmegen.nl Postbus 9105 6500 HG Nijmegen 17 AUG 2016 Datum Ons kenmerk Contactpersoon 16 augustus 2016 PK40/D161363424 R. Echten Onderwerp Datum uw brief Doorkiesnummer Besluit ernst verontreiniging en 12 juli 2016 06 2568 3513 spoedeisendheid sanering en besluit instemming deelsaneringsplan Weurtseweg 100-108 te Nijmegen Locatiecode: NM026801020 Geachte heer Schoevaers, Op 12 juli 2016 ontvingen wij van uw adviseur Envita Nijmegen B.V. een melding van een voornemen tot bodemsanering. Het gaat om een bodemsanering aan de Weurtseweg 100-108 in Nijmegen. Bij de melding hebben wij de volgende rapporten ontvangen: Saneringsplan Weurtseweg 100-108 in Nijmegen, Envita Nijmegen B.V., 201069-11/R03, 11 juli 2016, Aanvullend bodemonderzoek Weurtseweg 100-108, Nijmegen, Envita Nijmegen B.V., 201069-11/R02, 13 april 2016, Aanvullend bodemonderzoek Weurtseweg 100-108 in Nijmegen, Envita Nijmegen B.V., 201069-10/R02, 8juni 2011, Verkennend bodemonderzoek Weurtseweg 100-108 in Nijmegen, Lankelma, projectnummer 75214, 11 februari 2010. Hierbij ontvangt u 2 besluiten die op deze verontreiniging betrekking hebben: het Besluit ernst bodemverontreiniging en spoedeisendheid sanering met als bijlagen een kadastrale kaart waarop de plaats van de verontreiniging is aangegeven, het Besluit instemming deelsaneringsplan.

1 Verplichte meldingen voor, tijdens en na uitvoering U dient de start en het eind van de sanering tijdig bij ons te melden met behulp van de formulieren start en einde sanering". Bij wijzigingen ten opzichte van het saneringsplan, waarvoor geen nieuwe melding art. 28 nodig is, gebruikt u het formulier melding wijziging". De formulieren kunt u downloaden via de beschikbare snelkoppelingen. Formulier om de start van de werkzaamheden door te geven http://www.niimeqen.nl/verqunninqpaaina/document/downloadone?documentnr=d150963821 Formulier 'melding afwijking om wijzigingen ten opzichte van het plan door te geven. http://www.niimeqen.nl/verqunninqpaqina/document/downloadone?documentnr=d150963817 Formulier melding einde sanering'. Met dit formulier geeft u de afrondingsdatum van de werkzaamheden aan ons door. http://www.niimeqen.nl/verqunninqpaqina/document/downloadone?documentnr=d150963819 Lozing water Uit de aangeleverde stukken blijkt dat het uitgangspunt is dat ten behoeve van de sanering geen bemaling nodig is. Flet grondwaterniveau staat plaatselijk sterk onder invloed van het peil in de Waal. U gaat de werkzaamheden uitvoeren bij een voldoende laag peil, zodat de verontreiniging naar verwachting zonder bemaling kan worden ontgraven tot de gewenste diepte. Bekendmaking Dit besluit wordt bekend gemaakt via de bekendmaking in het elektronische gemeenteblad van de gemeente Nijmegen op: http://www.overheid.nl. De bekendmaking is bij het besluit gevoegd. Flet besluit en de daarbij behorende stukken kunnen gedurende de bezwarentermijn van 6 weken digitaal worden ingezien via de snelkoppelingen die in de bekendmaking zijn opgenomen. Ze kunnen ook digitaal worden ingezien bij de gemeentelijke informatiebalie in de Stadswinkel, Mariënburg 30 in Nijmegen. Ook voor het verloop van de procedure verwijzen wij naar de bekendmaking. Voor vragen en aanvullende informatie kunt u contact opnemen met de heer R. Echten telefoonnummer: 06 2568 3513. U kunt ook een e-mail sturen naar r.echten@niimeqen.nl. Wij verzoeken u dan ons kenmerk, het adres van de locatie en de locatiecode te vermelden. Met vriendelijke groet, Namens burgemeester en wethouders van Nijmegen D B kwaliteit

GEMEENTE # ijmegen 2 Afschriften - Envita, L. Smolders, Metaalweg 18,6551 AD WEURT - ODRN (OD30) J. de Koster - ODRN (OD40ofOD50) (PK40), Handhaving, H. Roelofs (PK40) Archeologie, bevoeqdqezaqarcheoloqie@niimeqen.nl vastqoeddesk@niimeqen.nl publicatiesleefomqevinqskwaliteit@niimeqen.nl (publicatie kennisgeving)

3 BESLUIT VASTSTELLING ERNST BODEMVERONTREINIGING EN SPOEDEISENDHEID SANERING bij deelonderzoek DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE NIJMEGEN (Artikel 29, 37 Wet bodembescherming) Datum besluit: 16 augustus 2016 Nummer besluit: PK40/D161363424 Locatiecode: NM026801020 Adres: Weurtseweg 100-108 in NIJMEGEN Melder: Ontwikkelingsbedrijf Waalfront C.V. 1 INLEIDING Op 12 juli 2016 ontvingen wij van Ontwikkelingsbedrijf Waalfront C.V. een melding van een mogelijk geval van ernstige bodemverontreiniging en een voornemen van bodemsanering. Het gaat om een bodemverontreiniging aan de Weurtseweg 100-108 in Nijmegen. In deze beschikking nemen wij een besluit over de ernst van een deel van deze bodemverontreiniging en de spoedeisendheid van de sanering. Tegelijk met dit besluit nemen wij ook een besluit over het deelsaneringsplan. Daarin is onderbouwd waarom wij akkoord gaan met een deelsanering. Bodemrapporten Bij de melding hebben wij ontvangen: Saneringsplan Weurtseweg 100-108 in Nijmegen, Envita Nijmegen B.V., 201069-11/R03, 11-07-2016, Aanvullend bodemonderzoek Weurtseweg 100-108, Nijmegen, Envita Nijmegen B.V., 201069-11/R02, 13-04-2016, Aanvullend bodemonderzoek Weurtseweg 100-108 in Nijmegen, Envita Nijmegen B.V., 201069-10/R02, 8 juni 2011, Verkennend bodemonderzoek Weurtseweg 100-108 in Nijmegen, Lankelma, projectnummer 75214, 11 februari 2010. 2 BESLUIT Wij stellen vast dat op de locatie Weurtseweg 100-108 te Nijmegen sprake is van 2 gevallen van ernstige bodemverontreiniging. Het eerste geval betreft een verontreiniging met zware metalen en PAK in de ophooglaag. Deze verontreiniging is diffuus verspreid aanwezig en is perceelgrensoverschrijdend. Het tweede geval betreft een verontreiniging met minerale olie en benzeen. Deze verontreiniging is grotendeels afgeperkt en bevindt zich binnen de perceelgrenzen. Voor beide gevallen is een risicobeoordeling uitgevoerd. Voor de verontreiniging met minerale olie en benzeen geldt dat bij zowel het huidige als het voorgenomen toekomstige gebruik (wonen) geen onaanvaardbare risico's bestaan. Sanering kan daarom plaatsvinden op een natuurlijk

4 moment. Voor de verontreiniging met zware metalen en PAK bestaan in de huidige gebruiksvorm eveneens geen onaanvaardbare risico s. De voorgenomen toekomstige gebruiksvorm (wonen) is niet beoordeeld. Op dit moment is nog niet bekend hoe de locatie precies ontwikkeld zal worden. Zodra dit duidelijk is, moet alsnog voorafgaand aan de ontwikkeling een risicobeoordeling worden uitgevoerd om de spoedeisendheid van de sanering vast te stellen. Bij dit besluit hoort een kadastrale kaart waarop de plaats van de verontreiniging in de grond en/of het grondwater is aangegeven. Binnen de interventiewaardecontour voor de grond ontstaat door dit besluit een beperking volgens de Wet kenbaarheid publiek rechtelijke beperkingen onroerende zaken (WKPB). De onder 3.1 genoemde voorschriften maken deel uit van dit besluit. De onder 3.2 genoemde voorschriften zijn wettelijke bepalingen waarover wij geen besluit hoeven te nemen. Ze zijn ter informatie opgenomen. 3 VOORSCHRIFTEN 3.1 VOORSCHRIFTEN VERBONDEN AAN DIT BESLUIT Verplichte melding (bodem)gebruikswijziging. Wanneer de ontwikkelingsplannen concreet zijn, moet voorafgaand aan de ontwikkeling opnieuw een risicobeoordeling worden uitgevoerd om de spoedeisendheid van de sanering vast te stellen. 3.2 WETTELIJK BEPAALDE VOORSCHRIFTEN Voor graafwerkzaamheden binnen de verontreiniging is in het kader van de Wet bodembescherming instemming nodig van de gemeente Nijmegen (art 28 en 39). 4 MOTIVERING Beschrijving situatie Het perceel aan de Weurtseweg 100-108 is onderdeel van het ontwikkelingsgebied Waalfront. In het verleden waren in dit gebied diverse industriële bedrijven actief. Enkele jaren geleden is gestart met het voormalige industrieterrein om te vormen tot een gebied met woonbestemming. Dit betekent dat de veelal aanwezige bodemverontreiniging gesaneerd moet worden om kwalitatief te voldoen aan het voorgenomen bodemgebruik. Op de locatie Weurtseweg 100-108 is vanaf 1927 een aardolieproductenopslagplaats (Bataafse Import Mij N.V.) gevestigd geweest. Tegen de noordoostzijde van het bijbehorende voormalige pand hebben naast elkaar 8 ondergrondse tanks (50.000 liter) gelegen voor de opslag van benzine, petroleum, diesel en huisbrandolie. Deze tanks zijn thans niet meer aanwezig. Gegevens over de verwijdering van deze tanks zijn niet voorhanden. Op de locatie waar de ondergrondse tanks hebben gelegen, bevindt zich op 3,5 m-mv een harde laag, vermoedelijk een betonplaat waaraan de tanks destijds verankerd waren om opdrijven te voorkomen bij hoge Waal- en grondwaterpeilen. Onder het pand bevond zich nog een ondergrondse tank (100.000 liter) voor de opslag van huisbrandolie. Vanaf het pand liep een pijpleiding naar twee aan de haven gelegen pompen ten noordoosten van de saneringslocatie.

5 Tot wanneer de bedrijfsactiviteiten hebben plaatsgevonden is onbekend maar vermoedelijk is dit tot omstreeks 1950 geweest. In 1978 is op de locatie een pand gebouwd, waarbij onder de gehele bebouwing een kelder is aangelegd. Dit pand is inmiddels grotendeels gesloopt. Thans zijn alleen nog de fundering en de kelder aanwezig. De keldervloer heeft een dikte van circa 0,7 meter. Aan de noordoostzijde van het pand ligt een afrit naar de kelder. Op circa 32 m noordoostelijk van de saneringslocatie ligt de kruin van de Waalbandijk. Buitendijks bevindt zich de Waalhaven. Bodemopbouw en hydrologie De bodem ter plaatse bestaat voornamelijk uit zand. Tot een diepte van circa 1,5 tot 2,5 m-mv zijn tijdens bodemonderzoeken verschillende bodemvreemde bijmengingen aangetroffen, zoals puin, kooldelen en asfaltrestanten. Deze zandlaag met bijmengingen is afkomstig van elders en in het verleden aangebracht om het terrein op te hogen. De ophooglaag strekt zich uit over een groter gebied binnen het Waalfront. Vrijwel overal zijn in de ophooglaag sterk verhoogde gehalten zware metalen en/of PAK aangetoond. Een deel van de ophooglaag is reeds beschikt als geval van ernstige bodemverontreiniging (geval Havenweg 2, nr.9501/ge/330/081, d.d. 3 april 1997). In de beschikking is vastgesteld dat geen sprake is van actuele risico s. Onder de ophooglaag bevindt zich een zandige kleilaag van ongeveer een halve meter dik. Daaronder is tot een diepte van 6,8 m-mv (maximale boordiepte op deze locatie) een grof zandig pakket aanwezig. Het grondwaterpeil op de locatie fluctueert sterk onder invloed van het peil van de Waal. Het grondwater wordt veelal tussen 3,0 en 4,5 m-mv aangetroffen maar fluctueert waarschijnlijk tussen 2,0 en 6,0 m-mv. Over het algemeen is het grondwaterpeil het hoogst in februari/maart en het laagst in augustus/september. Er is lokaal geen eenduidige grondwaterstromingsrichting aanwezig. Dit is direct het gevolg van de schommelde waterstanden van de nabijgelegen Waal. Verontreiniging Uit de uitgevoerde bodemonderzoeken blijkt dat op de locatie op hoofdlijnen sprake is van 2 soorten bodemverontreiniging. Ten eerste zijn in de ophooglaag sterk verhoogde gehalten zware metalen (koper en zink) en PAK aangetoond. Deze zijn te relateren aan de bodemvreemde bijmengingen in de ophooglaag. Ten tweede zijn er sterke verontreinigingen vastgesteld met minerale olie en vluchtige aromaten. Deze zijn ontstaan als gevolg van de activiteiten met de aardolieproducten (op- en overslag). Verontreiniging ophooglaag De bodem is op grote delen van de onderzoekslocatie matig tot sterk puinhoudend, globaal tot op de zandhoudende kleilaag die veelal vanaf 1,5 a 2,5 m-mv aanwezig is. In deze laag zijn sterke verontreinigingen met koper, zink en PAK aangetoond. Hoewel naar deze verontreinigingen vrij beperkt analytisch onderzoek heeft plaatsgevonden, kan mede op basis van de zintuiglijk waargenomen bodemvreemde bijmengingen worden gesteld dat op grote delen van het buitenterrein deze verontreinigingen diffuus verspreid aanwezig zijn. Het verontreinigingsbeeld komt overeen met de resultaten van andere bodemonderzoeken die zijn uitgevoerd in de ophooglaag op verschillende plaatsen elders binnen het Waalfront gebied. Daar waar nu nog de kelder aanwezig is, is geen ophooglaag aangetroffen. Deze is waarschijnlijk in het verleden met de aanleg van de kelder verwijderd.

GEMEENTE ijmegen 6 Verontreiniging minerale olie en vluchtige aromaten Op de locatie is sprake van 2 verontreinigingskernen met mobiele componenten. De grootste kern bevindt zich bij het voormalige tankcluster. Een tweede kern met een vermoedelijk beperkte omvang is aangetroffen onder de keldervloer. Ter plaatse van het voormalige tankcluster is de grond sterk verontreinigd met minerale olie. Deze verontreiniging bevindt zich globaal in het traject vanaf circa 1,8 m-mv tot aan de op circa 3,5 m-mv aanwezige betonplaat. De verontreiniging is zowel horizontaal als verticaal afgeperkt. Een deel van de grondverontreiniging bevindt zich in westelijke richting naast de betonplaat en heeft zich hier in de diepte verspreid tot circa 6,5 m-mv. De omvang van de grondverontreiniging met minerale olie tot op de betonplaat wordt geraamd op 810 m3. In het grondwater ter plaatse van het voormalige tankcluster zijn sterke verontreinigingen met minerale olie en benzeen en lichte verontreinigingen met ethylbenzeen, xylenen en naftaleen aangetoond. De grondwaterverontreiniging is horizontaal gedeeltelijk afgeperkt. Verwacht wordt dat de grondwaterverontreiniging zich niet veel verder uitstrekt dan de verontreiniging in de vaste bodem. De omvang van de sterke grondwaterverontreiniging wordt globaal geraamd op 1.900 m3. Onder de kelder (boring 108) is in de grond een sterke verontreiniging met minerale olie aangetoond tot circa 1 meter onder de keldervloer. Deze verontreiniging is alleen in oostelijke richting afgeperkt. De omvang is daardoor niet bekend. De oorzaak van deze verontreiniging is ook niet bekend. De verwachting is dat de omvang van de verontreiniging beperkt is. Datering verontreiniging Alle verontreinigingen zijn veroorzaakt voor 1987. Zowel de verontreiniging veroorzaakt door de ophooglaag (periode 1920-1950) als de verontreiniging die voort is gekomen uit de activiteiten van de aardoliemaatschappij (vermoedelijk beëindigd rond 1950) dateren van voor 1987. Ernst Of sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging hangt af van de concentraties van de verontreiniging én van de hoeveelheid grond of grondwater die verontreinigd is. De hoeveelheid grond en/of grondwater waarin de interventiewaarden worden overschreden is groter dan 25 respectievelijk 100 m3. Wij stellen dus vast dat er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Dit geldt voor zowel de gehalten in de diffuus verontreinigde ophooglaag, als voor de verontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten. Aangezien de verontreinigingen onderling geen organisatorisch en ruimtelijke samenhang hebben, concluderen wij dat sprake is van 2 separate gevallen van bodemverontreiniging. Spoedeisendheid De spoedeisendheid is afhankelijk van de risico s die de verontreiniging met zich meebrengt. Voor beide gevallen is een risicobeoordeling uitgevoerd. Voor de verontreiniging met minerale olie en benzeen geldt dat bij zowel het huidige als het voorgenomen toekomstige gebruik (wonen) geen onaanvaardbare risico s bestaan. Sanering kan daarom plaatsvinden op een natuurlijk moment. Voor de verontreiniging met zware metalen en PAK bestaan in de huidige gebruiksvorm eveneens geen onaanvaardbare risico s. De voorgenomen toekomstige gebruiksvorm (wonen) is niet beoordeeld. Op dit moment is nog niet bekend hoe de locatie precies ontwikkeld zal worden.

7 Zodra dit duidelijk is, moet alsnog voorafgaand aan de ontwikkeling een risicobeoordeling worden uitgevoerd om de spoedeisendheid van de sanering vast te stellen. Mogelijke herziening Dit besluit is genomen op basis van de door de melder overgelegde gegevens. Bij de voorbereiding van het besluit is bij ons geen twijfel gerezen over de juistheid en/of volledigheid van de overgelegde gegevens. Als in een later stadium blijkt dat deze gegevens niet juist en/of volledig zijn of de feitelijke situatie is veranderd, kunnen wij een nieuw besluit nemen. Wij zijn niet verantwoordelijk voor de schade die daardoor kan ontstaan. Percelen Bijgevoegd is een actuele kadastrale kaart van de locatie (voorzien van kadastrale gemeente, sectie en bladnummer). De kadastrale kaart geeft de huidige kadastrale situatie weer. In de kadastrale kaart is aangegeven waar zich de ernstige verontreinigingen in grond en grondwater bevinden. De kadastrale beperking ontstaat daar waar de grond ernstig verontreinigd is. In onderstaande tabel is het kadastrale perceel aangegeven waar volgens de WKPB een beperking ontstaat. Kadastrale gemeente Sectie Perceel nummer Wkpb beperking op perceel Neerbosch A 2294 2294 Grondslag Dit besluit is gebaseerd op de Wet bodembescherming van 1 januari 2006 en de volgende documenten: Het vigerende Besluit bodemkwaliteit - De vigerende Regeling bodemkwaliteit - Verordening bodembescherming Nijmegen, vastgesteld door de gemeenteraad van Nijmegen op 26 januari 2011. - De vigerende Circulaire bodemsanering - Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit - De Nota Bodembeheer van september 2012, vastgesteld door de Nijmeegse gemeenteraad op 3 oktober 2012. - Beleidsnota Bodem 2012, de Gelderse wegwijzer door bodemland; vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen op 30 oktober 2012 en in werking getreden per 1 november 2012. 5 PROCEDURE Voor het voorbereiden van dit besluit volgen wij de procedurele bepalingen van titel 4.1 van de Algemene Wet Bestuursrecht. Voor de procedure verwijzen wij naar de bijgevoegde tekst voor de bekendmaking.

8 Namens burgemeester en wethouders van Nijmegen, Drs. Y.M.G. Michels Bureauhoofd Leefomgevingskwaliteit

9 BESLUIT INSTEMMING DEELSANERINGSPLAN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE NIJMEGEN Datum besluit: 16 augustus 2016 Nummer besluit: PK40/D161363424 Locatiecode: NM026801020 Adres: Weurtseweg 100-108 in NIJMEGEN Melder: Ontwikkelingsbedrijf Waalfront C V. 1 INLEIDING Op 12 juli 2016 ontvingen wij van Ontwikkelingsbedrijf Waalfront C V. een melding van een mogelijk geval van ernstige bodemverontreiniging en een voornemen van bodemsanering. Het gaat om een bodemsanering aan de Weurtseweg 100-108 in Nijmegen. Dit is het besluit voor instemming met het deelsaneringsplan. Gelijktijdig met dit besluit hebben wij het besluit 'Vaststelling ernst bodemverontreiniging en spoedeisendheid bodemsanering genomen. Daarin staat dat sprake is van 2 separate gevallen van bodemverontreiniging. Voor beide gevallen is een risicobeoordeling uitgevoerd. Voor de verontreiniging met minerale olie en benzeen geldt dat bij zowel het huidige als het voorgenomen toekomstige gebruik (wonen) geen onaanvaardbare risico s bestaan. Sanering kan daarom plaatsvinden op een natuurlijk moment. Voor de verontreiniging met zware metalen en PAK bestaan in de huidige gebruiksvorm eveneens geen onaanvaardbare risico s. De voorgenomen toekomstige gebruiksvorm (wonen) is niet beoordeeld. Op dit moment is nog niet bekend hoe de locatie precies ontwikkeld zal worden. Zodra dit duidelijk is, moet alsnog voorafgaand aan de ontwikkeling een risicobeoordeling worden uitgevoerd om de spoedeisendheid van de sanering vast te stellen. Bodemrapporten Bij de melding hebben wij ontvangen: Saneringsplan Weurtseweg 100-108 in Nijmegen, Envita Nijmegen B.V., 201069-11/R03, 11-07-2016, Aanvullend bodemonderzoek Weurtseweg 100-108, Nijmegen, Envita Nijmegen B.V., 201069-11/R02, 13-04-2016, Aanvullend bodemonderzoek Weurtseweg 100-108 in Nijmegen, Envita Nijmegen B.V., 201069-10/R02, 8 juni 2011, - Verkennend bodemonderzoek Weurtseweg 100-108 in Nijmegen, Lankelma, projectnummer 75214, 11 februari 2010.

10 2 BESLUIT Er is sprake van een deelsanering (conform artikel 40 Wet bodembescherming). Wij stemmen in met het ingediende saneringsplan. De directe aanleiding voor de sanering is het verwijderen van de ondergrondse fundaties. Vanwege de aanwezige mobiele verontreiniging is hiervoor het uitvoeren van een bodemsanering noodzakelijk. De doelstelling van de sanering is: het zoveel mogelijk verwijderen van de verontreiniging met minerale oliecomponenten en het bereiken van een stabiele eindsituatie. De onder 3.1 genoemde voorschriften maken deel uit van dit besluit. De onder 3.2 genoemde voorschriften zijn wettelijke bepalingen waarover wij geen besluit hoeven te nemen. Ze zijn ter informatie opgenomen. 3. VOORSCHRIFTEN 3.1 VOORSCHRIFTEN VERBONDEN AAN DIT BESLUIT Verplichte melding gebruikswijziging Het kan zijn dat na dit besluit het bodemgebruik verandert. Iedere verandering moet schriftelijk aan ons worden gemeld. De melder en de eigenaar en/of erfpachter van het terrein waar het bodemgebruik verandert, zijn hiervoor verantwoordelijk. Uitvoering volgens planning De sanering moet worden uitgevoerd volgens de planning die in het plan is aangegeven. De melder kan onmiddellijk nadat hij het besluit heeft ontvangen starten met de deelsanering. Hij loopt daarbij het risico dat het besluit naar aanleiding van een beroepsschrift nog wordt gewijzigd of vernietigd of dat door een voorlopige voorziening het besluit wordt opgeschort. Gescheiden ontgraven Conform artikel 28a van de Wet bodembescherming en de hierbij horende regeling beoordeling reinigbaarheid grond moet de ontgraven grond wat betreft de chemische kwaliteit worden ingedeeld in homogene partijen. Een groot deel van het terrein is voorzien van een ophooglaag die diffuus is verontreinigd boven de interventiewaarde met metalen en PAK s. Deze grond wordt als één partij beschouwd. Depot(s) Tijdens de sanering wordt een deel van de grond in depot geplaatst om later binnen de locatie te herschikken. De depots moeten zijn afgedekt met folie. Aanvoer van grond Binnen de gemeente Nijmegen zijn in aanvulling op het landelijk beleid lokale maximale waarden vastgesteld (LMW). Indien grond van elders wordt aangevoerd/toegepast, dient dit conform de gemeentelijk Nota bodembeheer (2012) te geschieden. Voor grond die van buiten de gemeente komt, is het Besluit Bodemkwaliteit van toepassing. Vaststellen stabiele eindsituatie De positionering van de peilbuizen wordt vooraf afgestemd met het bevoegd gezag. Hierbij wordt aangesloten bij de richtlijnen als omschreven in de Gelderse Bodembeleidsnota 2012. Wanneer

11 in de navolgende metingen sprake blijkt van een trendmatige en significante toename in de concentraties in het grondwater, zijn mogelijk aanvullende saneringsmaatregelen noodzakelijk. In het saneringsplan is een grenswaarde van 5 pg/l voor BTEXN-totaal gesteld. Mocht na drie meetrondes deze grenswaarde nog worden overschreden, dan treedt het terugvalscenario in werking. Eventuele aanvullende saneringsmaatregelen worden in overleg met het bevoegd gezag vastgesteld. Tenaamstelling besluit De melder is verantwoordelijk voor de uitvoering van de sanering. De verantwoordelijkheid kan wel aan een ander worden overgedragen. Daarvoor is instemming van de nodig. Dit wordt formeel geregeld in een gedeeltelijke wijziging van dit besluit. Archeologie Tussen de saneerder en het bevoegd gezag is afgesproken is dat de werkzaamheden conform saneringsplan kunnen worden uitgevoerd. Wel wordt de mogelijkheid geboden om, tijdens dan wel na de ontgraving/sloop, de wanden te laten inspecteren op archeologische waarden. Daartoe dient de aannemer de planning van de werkzaamheden tenminste 1 week voorafgaand aan de start aan de afdeling archeologie van de gemeente Nijmegen door te geven. 3.2 WETTELIJK BEPAALDE VOORSCHRIFTEN Melden startdatum sanering De melder of degene die de sanering feitelijk uitvoert moet ten minste tien werkdagen voor de feitelijke aanvang van de sanering de startdatum melden met behulp van het formulier melding start sanering. Melden bereiken einddiepte De melder of degene die de sanering feitelijk uitvoert moet ten minste twee werkdagen van tevoren bij de toezichthouder van Bureau Bodem en Water melden wanneer hij de einddiepte zal bereiken (tel. 024-329 9052 of mail: h.roelofs@nijmegen.nl). Melden einddatum sanering De melder of degene die de sanering feitelijk uitvoert moet binnen een week na beëindiging van de sanering dit einde melden met behulp van het formulier melding einde sanering. Afwijkingen van het saneringsplan De melder meldt wijzigingen van het deelsaneringsplan waarmee is ingestemd, uiterlijk 2 weken voorafgaand aan de uitvoering daarvan bij ons. Daarbij worden alle gegevens verstrekt die afwijken van de gegevens die eerder zijn verstrekt. Ook wordt de reden van de wijziging vermeld. Zonder onze schriftelijke instemming mag niet worden afgeweken van het saneringsplan of van de voorwaarden van dit besluit. Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer (Kwalibo) De bodemintermediairs die bij de uitvoering van de sanering zijn betrokken moeten voldoen aan de regels die in het Besluit uitvoeringskwaliteit bodembeheer zijn gesteld. Evaluatieverslag en nazorgplan

12 De melder moet het evaluatieverslag binnen 15 weken na afronding van de sanering sturen naar het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen, t.a.v. Bureau Leefomgevingskwaliteit (PK40), Postbus 9105, 6500 HG NIJMEGEN. De rapporten moeten ingediend worden met het formulier' 'bodemverontreiniging of-sanering melden (link: http://www.niimeqen.nl/diqitalebalie/pdc2.asp?req=toon product&productid=157). 4 MOTIVERING Beschrijving situatie Het perceel aan de Weurtseweg 100-108 is onderdeel van het ontwikkelingsgebied 'Waalfront'. In het verleden waren in dit gebied diverse industriële bedrijven actief. Enkele jaren geleden is gestart met het voormalige industrieterrein om te vormen tot een gebied met woonbestemming. Dit betekent dat de veelal aanwezige bodemverontreiniging gesaneerd moet worden om kwalitatief te voldoen aan het voorgenomen bodemgebruik. Op de locatie Weurtseweg 100-108 is vanaf 1927 een aardolieproductenopslagplaats (Bataafse Import Mij N.V.) gevestigd geweest. Tegen de noordoostzijde van het bijbehorende voormalige pand hebben naast elkaar 8 ondergrondse tanks (50.000 liter) gelegen voor de opslag van benzine, petroleum, diesel en huisbrandolie. Deze tanks zijn thans niet meer aanwezig. Gegevens over de verwijdering van deze tanks zijn niet voorhanden. Op de locatie waar de ondergrondse tanks hebben gelegen, bevindt zich op 3,5 m-mv een harde laag, vermoedelijk een betonplaat waaraan de tanks destijds verankerd waren om opdrijven te voorkomen bij hoge Waal- en grondwaterpeilen. Onder het pand bevond zich nog een ondergrondse tank (100.000 liter) voor de opslag van huisbrandolie. Vanaf het pand liep een pijpleiding naar twee aan de haven gelegen pompen ten noordoosten van de saneringslocatie. Tot wanneer de bedrijfsactiviteiten hebben plaatsgevonden is onbekend maar vermoedelijk is dit tot omstreeks 1950 geweest. In 1978 is op de locatie een pand gebouwd, waarbij onder de gehele bebouwing een kelder is aangelegd. Dit pand is inmiddels grotendeels gesloopt. Thans zijn alleen nog de fundering en de kelder aanwezig. De keldervloer heeft een dikte van circa 0,7 meter. Aan de noordoostzijde van het pand ligt een afrit naar de kelder. Op circa 32 m noordoostelijk van de saneringslocatie ligt de kruin van de Waalbandijk. Buitendijks bevindt zich de Waalhaven. Bodemopbouw en hydrologie De bodem ter plaatse bestaat voornamelijk uit zand. Tot een diepte van circa 1,5 tot 2,5 m-mv zijn tijdens bodemonderzoeken verschillende bodemvreemde bijmengingen aangetroffen, zoals puin, kooldelen en asfaltrestanten. Deze zandlaag met bijmengingen is afkomstig van elders en in het verleden aangebracht om het terrein op te hogen. De ophooglaag strekt zich uit over een groter gebied binnen het Waalfront. Vrijwel overal zijn in de ophooglaag sterk verhoogde gehalten zware metalen en/of PAK aangetoond. Een deel van de ophooglaag is reeds beschikt als geval van ernstige bodemverontreiniging (geval Havenweg 2, nr.9501/ge/330/081, d.d. 3 april 1997). In voornoemde beschikking is vastgesteld dat geen sprake is van actuele risico s. Onder de ophooglaag bevindt zich een zandige kleilaag van ongeveer een halve meter dik. Daaronder is tot een diepte van 6,8 m-mv (maximale boordiepte op deze locatie) een grof zandig pakket aanwezig.

13 Het grondwaterpeil op de locatie fluctueert sterk onder invloed van het peil van de Waal. Het grondwater wordt veelal tussen 3,0 en 4,5 m-mv aangetroffen maar fluctueert waarschijnlijk tussen 2,0 en 6,0 m-mv. Over het algemeen is het grondwaterpeil het hoogst in februari/maart en het laagst in augustus/september. Er is lokaal geen eenduidige grondwaterstromingsrichting aanwezig. Dit is direct het gevolg van de schommelde waterstanden van de nabijgelegen Waal. Verontreiniging Uit de uitgevoerde bodemonderzoeken blijkt dat op de locatie op hoofdlijnen sprake is van 2 soorten bodemverontreiniging. Ten eerste zijn in de ophooglaag sterk verhoogde gehalten zware metalen (koper en zink) en PAK aangetoond. Deze zijn te relateren aan de bodemvreemde bijmengingen in de ophooglaag. Ten tweede zijn er sterke verontreinigingen vastgesteld met minerale olie en vluchtige aromaten. Deze zijn ontstaan als gevolg van de activiteiten met de aardolieproducten (op- en overslag). Verontreiniging ophooglaag De bodem is op grote delen van de onderzoekslocatie matig tot sterk puinhoudend, globaal tot op de zandhoudende kleilaag die veelal vanaf 1,5 a 2,5 m-mv aanwezig is. In deze laag zijn sterke verontreinigingen met koper, zink en PAK aangetoond. Hoewel naar deze verontreinigingen vrij beperkt analytisch onderzoek heeft plaatsgevonden, kan mede op basis van de zintuiglijk waargenomen bodemvreemde bijmengingen worden gesteld dat op grote delen van het buitenterrein deze verontreinigingen diffuus verspreid aanwezig zijn. Het verontreinigingsbeeld komt overeen met de resultaten van andere bodemonderzoeken die zijn uitgevoerd in de ophooglaag op verschillende plaatsen elders binnen het Waalfront gebied. Daar waar nu nog de kelder aanwezig is, is geen ophooglaag aangetroffen. Deze is waarschijnlijk in het verleden met de aanleg van de kelder verwijderd. Verontreiniging minerale olie en vluchtige aromaten Op de locatie is sprake van 2 verontreinigingskernen met mobiele componenten. De grootste kern bevindt zich bij het voormalige tankcluster. Een tweede kern met een vermoedelijk beperkte omvang is aangetroffen onder de keldervloer. Ter plaatse van het voormalige tankcluster is de grond sterk verontreinigd met minerale olie. Deze verontreiniging bevindt zich globaal in het traject vanaf circa 1,8 m-mv tot aan de op circa 3,5 m-mv aanwezige betonplaat. De verontreiniging is zowel horizontaal als verticaal afgeperkt. Een deel van de grondverontreiniging bevindt zich in westelijke richting naast de betonplaat en heeft zich hier in de diepte verspreid tot circa 6,5 m-mv. De omvang van de grondverontreiniging met minerale olie tot op de betonplaat wordt geraamd op 810 m3. In het grondwater ter plaatse van het voormalige tankcluster zijn sterke verontreinigingen met minerale olie en benzeen en lichte verontreinigingen met ethylbenzeen, xylenen en naftaleen aangetoond. De grondwaterverontreiniging is horizontaal gedeeltelijk afgeperkt. Verwacht wordt dat de grondwaterverontreiniging zich niet veel verder uitstrekt dan de verontreiniging in de vaste bodem. De omvang van de sterke grondwaterverontreiniging wordt globaal geraamd op 1.900 m3. Onder de kelder (boring 108) is in de grond een sterke verontreiniging met minerale olie aangetoond tot circa 1 meter onder de keldervloer. Deze verontreiniging is alleen in oostelijke richting afgeperkt. De omvang is daardoor niet bekend. De oorzaak van deze verontreiniging is ook niet bekend. De verwachting is dat de omvang van de verontreiniging beperkt is.

14 Datering verontreiniging Alle verontreinigingen zijn veroorzaakt voor 1987. Zowel de verontreiniging veroorzaakt door de ophooglaag (periode 1920-1950) als de verontreiniging die voort is gekomen uit de activiteiten van de aardoliemaatschappij (vermoedelijk beëindigd rond 1950) dateren van voor 1987. Deelsanering De mobiele verontreiniging wordt zoveel mogelijk verwijderd en als geval volledig aangepakt. Van de ophooglaag wordt alleen het gedeelte gesaneerd dat overlap heeft met de mobiele verontreiniging. In het geval van de ophooglaag is dus sprake van een deelsanering. Een deelsanering wordt in dit geval toegestaan, omdat het belang van de bescherming van de bodem zich daar niet tegen verzet. Bovendien heeft de melder aangetoond dat de deelsanering doelmatig kan worden uitgevoerd: 1. De sanering van de gehele verontreiniging (met als einddoel de bodem ter plaatse geschikt te maken voor de beoogde bestemming wonen) wordt niet belemmerd. 2. er treedt na sanering geen herverontreiniging op van gesaneerde grond. 3. er kan niet met een geringe extra inspanning tot een totaalaanpak worden gekomen. Omdat nu nog niet duidelijk is wat de toekomstige terreininrichting zal zijn, wordt na afloop van de sanering het bestaande bodemprofiel teruggebracht. Dit geldt niet voor de ontgraving waar de kelder wordt verwijderd. Deze zal worden aangevuld met grond die reeds geschikt is voor de toekomstige woonfunctie. Nijmeegs beleid met betrekking tot saneringen Nijmegen volgt op hoofdlijnen het landelijk beleid. Er kan gekozen worden voor een functiegerichte sanering van de bovengrond en een kosteneffectieve sanering van de ondergrond. Omdat de termen ondergrond en bovengrond tot misverstanden kunnen leiden lichten we kort toe wat daaronder in dit verband wordt verstaan. Functiegericht saneren van de bovengrond heeft betrekking op verontreiniging die zich niet verspreidt of niet kan verspreiden naar het grondwater. In de praktijk gaat het om immobiele stoffen. Deze stoffen kunnen zich ook op grotere diepte bevinden. Een functiegerichte sanering van de bovengrond is gericht op wegnemen van het risico dat mensen in contact komen met de verontreiniging. Dit kan bijvoorbeeld door te zorgen dat de bovengrond, waarop geleefd wordt, van geschikte kwaliteit is. Kosteneffectief saneren van de ondergrond heeft betrekking op de verontreiniging die zich heeft verspreid of kan verspreiden naar en via het grondwater. In de praktijk gaat het om mobiele stoffen. Deze stoffen kunnen ook aan het oppervlak voorkomen. Een kosteneffectieve sanering van de ondergrond is gericht op de totale aanpak van deze mobiele verontreiniging, waarbij verschillende oplossingen mogelijk zijn. Een afweging moet duidelijk maken welke oplossing het meest kosteneffectief is. Gekozen saneringsdoelstelling De directe aanleiding voor de sanering is het verwijderen van de ondergrondse fundatie. Vanwege de aanwezige mobiele verontreiniging is hiervoor het uitvoeren van een bodemsanering noodzakelijk. De doelstelling van de sanering is: het zoveel mogelijk verwijderen van de verontreiniging met minerale oliecomponenten en het bereiken van een stabiele eindsituatie.

15 Beschrijving (deel)sanering Voor een uitgebreide beschrijving van de sanering wordt verwezen naar het saneringsplan. Hieronder wordt volstaan met een korte samenvatting. Ter plaatse van de betonplaat bij het voormalige tankcluster, wordt eerst de bovenliggende ophooglaag verwijderd en in depot gezet. Vervolgens zal de onderliggende mobiele verontreiniging tot op de betonplaat en keldermuur worden weggegraven en direct worden afgevoerd naar een erkende verwerker. Hierna kunnen de sloopwerkzaamheden beginnen en worden de betonplaat, de keldermuren en de keldervloer verwijderd. Nadat de betonplaat, de keldermuren en de keldervloer zijn verwijderd, wordt afhankelijk van het grondwaterpeil verder gegraven in verticale richting om nog zoveel mogelijk verontreinigde grond als redelijkerwijs mogelijk is, te verwijderen. Het uitgangspunt is dat geen gebruik gemaakt zal worden van bemaling aangezien dit hoge kosten met zich meebrengt en dit niet opweegt tegen het milieurendement. Er zijn immers geen risico s en van de grondwaterverontreiniging staat vrijwel vast dat deze stabiel is en niet verspreidt. De sanering wordt uitgevoerd bij een zo laag mogelijk waterpeil in de Waal, omdat de grondwaterstand op de locatie hiermee nauw samenhangt. Op deze manier kan op een eenvoudige en economisch voordelige wijze zoveel mogelijk verontreinigde grond worden weggegraven. Na afloop van de ontgraving, wordt het gat ter plaatse van de voormalige kelder aangevuld met schone grond (traject 2,5-3,5 m-mv) en daarboven klasse wonen grond (0,5-2,5 m-mv). De laatste halve meter wordt pas aangevuld bij de toekomstige herinrichting van het terrein. Ter plaatse van de betonplaat wordt het bestaande profiel herschikt. Dit betekent dat het traject met ongeroerde grond wordt aangevuld met schone grond en dat daarboven de ophooglaag wordt teruggebracht. Er is een terugsaneerwaarde geformuleerd van 260 mg/kg ds minerale olie (op basis van 2% organische stof). Dit gehalte is representatief voor de achtergrondwaarde voor minerale olie op de locatie. Als laatste stap worden rond de saneringsspot 4 peilbuizen geplaatst. Het grondwater uit de peilbuizen zal tweemaal worden bemonsterd met een tussenliggende periode van 6 maanden. De analyses bestaan uit minerale olie en vluchtige aromaten(btexn). Tijdens de sanering zal worden bepaald waar de streefwaardecontour in het grondwater zich bevindt. De peilbuizen worden net buiten de streefwaardecontour geplaatst. De positionering van de peilbuizen zal vooraf worden afgestemd met het bevoegd gezag. Er zal hierbij worden aangesloten bij de richtlijnen als omschreven in de Gelderse Bodembeleidsnota 2012. Door middel van de monitoring wordt analytisch geverifieerd of sprake is van een stabiele eindsituatie, zoals op voorhand is aangenomen. Wanneer sprake blijkt van een trendmatige en significante toename in de concentraties in het grondwater, zijn mogelijk aanvullende saneringsmaatregelen noodzakelijk. In het saneringsplan is een grenswaarde van 5 pg/l voor BTEXN-totaal gesteld. Mocht na drie meetrondes deze grenswaarde nog worden overschreden, dan treedt het terugvalscenario in werking. Eventuele aanvullende saneringsmaatregelen worden in overleg met het bevoegd gezag vastgesteld. Zorg tijdens sanering Voor de veiligheid wordt het terrein afgezet met een hekwerk. De sanering zal plaatsvinden onder milieukundig toezicht. Er zijn verder geen bijzondere zorgmaatregelen van toepassing.

16 Zorg na saneren In verband met de aanwezige verontreiniging moet het hekwerk in stand worden gehouden zolang de locatie nog in ontwikkeling is. Naar verwachting zijn geen verdere zorgmaatregelen nodig na afloop van de (deel)sanering van de mobiele verontreiniging. Wel blijven er gebruiksbeperkingen van kracht. Dit geldt voor het deel van de locatie waar de (verontreinigde) ophooglaag na sanering nog aanwezig is. Tevens gelden gebruiksbeperkingen voor een eventuele restverontreiniging met minerale oliecomponenten in de bodem dieper dan 3,5 m-mv. De precieze beperkingen zullen na afloop van de sanering worden bepaald en vastgelegd in de evaluatiebeschikking. Tenaamstelling besluit De melder is verantwoordelijk voor de uitvoering van de sanering. De verantwoordelijkheid kan wel aan een ander worden overgedragen. Daarvoor is instemming van de nodig. Dit wordt formeel geregeld in een gedeeltelijke wijziging van dit besluit. Grondslag Dit besluit is gebaseerd op de Wet bodembescherming van 1 januari 2006 en de volgende documenten: Het vigerende Besluit bodemkwaliteit De vigerende Regeling bodemkwaliteit Verordening bodembescherming Nijmegen, vastgesteld door de gemeenteraad van Nijmegen op 26 januari 2011 De vigerende Circulaire bodemsanering Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit De Nota Bodembeheer van september 2012, vastgesteld door de Nijmeegse gemeenteraad op 3 oktober 2012. Beleidsnota Bodem 2012, de Gelderse wegwijzer door bodemland; vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen op 30 oktober 2012 en in werking getreden per 1 november 2012. Rapport Doorstart A5, afwegingsproces voor aanpak van mobiele verontreinigingen in de ondergrond, 2 juli 2001. Andere wetgeving Het kan zijn dat andere vergunningverlenende instanties aanvullende eisen stellen. De melder moet deze vergunningen zelf bij de betreffende instanties aanvragen. Een voornemen tot verplaatsing of verwijdering van de achterblijvende verontreinigingen door ontgraving of grondwateronttrekkingen moet bij ons worden gemeld op grond van artikel 28 van de Wet bodembescherming. Het gebruik van of het contact met het verontreinigd grondwater kan risico's met zich meebrengen. Onttrekking kan ook tot gevolg hebben dat de grondwaterverontreiniging zich op ongewenste wijze verspreidt.

17 5 PROCEDURE Voor het voorbereiden van dit besluit volgen wij de procedurele bepalingen van titel 4.1 van de Algemene Wet Bestuursrecht. Voor de procedure verwijzen wij naar de bijgevoegde tekst voor de bekendmaking. De melding is eerder gepubliceerd. Hierop zijn geen reacties binnengekomen. Namens burgemeester en wethouders van Nijmegen, Drs. Bure raliteit 5302443136313336333432340231022 E444F4358TMP

Afdeling Projectmanagement en ruimtelijke kwaliteit Afdeling Projectmanagement en Ruimtelijke kwaliteit (PK40) Bekendmaking op het elektronische gemeenteblad van de gemeente Nijmegen via: http://www.overheid.nl. Definitief besluit Wet bodembescherming Weurtseweg 100-108 te Nijmegen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen heeft een melding ontvangen dat de bodem aan Weurtseweg 100-108 verontreinigd is met zware metalen, PAK, minerale olie en vluchtige aromaten. De verontreinigingen zijn het gevolg van de aanwezigheid van een industriële ophooglaag en historische bedrijfsactiviteiten (op---en overslag van. aardolieproducten. Uit een risicobeoordeling blijkt dat bij het huidige gebruik geen sprake is van onaanvaardbare risico s. Een spoedeisende sanering is daarom niet nodig. Ten behoeve van het milieuhygiënisch verantwoord verwijderen van een nog aanwezige kelder en fundering, is een (deel)saneringsplan ingediend. Hierin staat beschreven hoe een deel van de aanwezige verontreiniging verwijderd zal worden. In de toekomstige situatie is mogelijk wel sprake van risico s. Dit is afhankelijk van hoe het terrein ingericht gaat worden. Op dit moment is dat nog niet bekend. Op het moment dat de precieze ontwikkelingsplannen bekend zijn, worden de risico s daarom opnieuw beoordeeld. Dan zal de spoedeisendheid van de sanering eveneens opnieuw worden vastgesteld. Op de eerdere bekendmaking zijn geen reacties binnengekomen. Het college vindt dat sprake is van twee gevallen van ernstige bodemverontreiniging en dat door de afwezigheid van onaanvaardbare risico s, de sanering kan plaatsvinden op een 'natuurlijk moment, zoals de beoogde toekomstige bouwactiviteiten. Ook heeft het college ingestemd met het deelsaneringsplan. Daarin is aangegeven dat zo snel mogelijk zal worden gestart met het verwijderen van de verontreinigingen die het verwijderen van de kelder en fundering belemmeren. Inzage U kunt het besluit en de erbij horende stukken inzien via onderstaande snelkoppelingen vanaf 23 augustus 2016. Ze kunnen ook digitaal worden ingezien bij de gemeentelijke informatiebalie in de Stadswinkel, Mariënburg 30 in Nijmegen. Er is een bezwarentermijn/beroepstermijn van 6 weken vanaf 24 augustus 2016. Bezwaar en voorlopige voorziening Belanghebbenden die het niet eens zijn met de besluiten, kunnen in deze periode een bezwaarschrift indienen. Als u bezwaar wilt maken, moet u het bezwaarschrift richten aan het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen, t.a.v. Afdeling Juridische Zaken, team rechtsbescherming (JZ20), Postbus 9105, 6500 HG Nijmegen. In het bezwaarschrift moet in ieder geval staan: - Uw naam en adres;

1 - de datum; - tegen welk besluit u bezwaar maakt; - waarom u bezwaar maakt; - ondertekening bezwaarschrift. De melder kan meteen starten met de werkzaamheden, ook als u bezwaar hebt gemaakt. Als u dit wilt tegenhouden moet u een gemotiveerd verzoek sturen aan de Raad van State. Bij een dergelijk verzoek om voorlopige voorziening moet u een afschrift van het bezwaarschrift meesturen. De voorlopige voorziening moet u vragen bij de Raad van State, Voorzitter van de Afdeling bestuursrecht, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Voor het behandelen van een verzoek om voorlopige voorziening zijn griffierechten verschuldigd. Hierover kunt u informatie krijgen bij de Raad van State, telefoon (070) 426 42 51, website www.raadvanstate.nl. Voor informatie kunt u contact opnemen met de heer R. Echten van Bureau Leefomgevingskwaliteit, telefoonnummer 06 2568 3513. Snelkoppelingen naar de besluiten en de onderliggende de stukken: - Besluit ernst en spoed + instemming (deel)saneringsplan: http://www.niimeqen.nl/verqunninqpaqina/document/downloadone7documentnr-d161363424 - Melding art. 28 en 29 Wbb: http://www.niimeqen.nl/verqunninqpaqina/document/downloadone?documentnr=d161272557 - Saneringsplan Weurtseweg 100-108 in Nijmegen, Envita Nijmegen B.V., 201069-11/R03, 11-07- 2016: http://www.niimeqen.nl/verqunninqpaqina/document/downloadone?documentnr=d161274924 -Aanvullend bodemonderzoek Weurtseweg 100-108 in Nijmegen, Envita Nijmegen B.V., 201069-11/R02, 13-04-2016: http://www.niimeqen.nl/verqunninqpaqina/document/downloadone?documentnr=d161057402 -Aanvullend bodemonderzoek Weurtseweg 100-108 in Nijmegen, Envita Nijmegen B.V., 201069-10/R02, 8 juni 2011: http://www.niimeqen.nl/verqunninqpaqina/document/downloadone?documentnr=d150943994 -Verkennend bodemonderzoek Weurtseweg 100-108 in Nijmegen, Lankelma, projectnummer 75214, 11 februari 2010: http://www.niimeqen.nl/verqunninqpaqina/document/downloadone?documentnr=d150943993 Aantal Bijlagen:

Hoort bij besluit Wet bodembescherming dd..a:.rr..lo!/ Uittreksel Kadastrale Kaart ' Uw referentie: 201069-11.. Deze kaart is noordgericht 12345 Perceelnummer 25 Huisnummer... Vastgestelde kadastrale grens ---------------- Voorlopige kadastrale grens ---------------- Administratieve kadastrale grens ---------------- Bebouwing ---------------- Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 12 april 2016 De bewaarder van het kadaster en de openbarë registers Schaal 1:1000 Kadastrale gemeente NEERBOSCH Sectie A Perceel 2294 Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. Dé Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor. waaronder net auteursrecht en het databankenrecht. ieo\20l069-l i\tekeningen\20l 069-1 i_v1.i.dwp