BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1064-9810.htm



Vergelijkbare documenten
BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\76openbdoc.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm. NMa, Mededingingswet

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit inzake de toepasselijkheid van artikel 34 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 lid 1 van de Mededingingswet.

Betreft zaak: 1603/ Coperatie Cehave - Coperatie Landbouwbelang

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Transcriptie:

pagina 1 van 6 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1064/Friesland Coberco DF - Klooster Kaas I. MELDING 1. Op 9 september 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Friesland Coberco Dairy Foods voornemens is uitsluitende zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over Klooster Kaas Beheer BV. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 173 van 11 september 1998. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. Ambtshalve zijn vragen gesteld aan verschillende marktpartijen. II. PARTIJEN 2. Friesland Coberco Dairy Foods BV (hierna: FCDF) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht en is een onderdeel van de Friesland Coberco Dairy Foods Groep (hierna: FCDF Groep). FCDF omvat de Nederlandse activiteiten van FCDF Groep. De aandelen van FCDF Groep zijn in bezit van de zuivelcoöperatie De Zeven Provinciën UA. 3. FCDF Groep richt zich op het ontwikkelen, produceren en verkopen van een breed assortiment zuivel en aan zuivel gerelateerde producten. 4. Klooster Kaas Beheer BV (hierna: KKB) is een besloten vennootschap naar Nederlands recht. Zij heeft thans als aandeelhouders: FCDF (50%), Schep Interholding B.V. (25%), Bouter Streefkerk Beheer B.V. (22%), de heer W.P. Bouter (1,5%) en de heer W.S.M. de Jong (1,5%). 5. KKB is actief op het gebied van de handel in kaas. Dit omvat mede de opslag, rijping, veredeling en verpakking van kaas. III. DE GEMELDE OPERATIE 6. De gemelde operatie berust op een overeenkomst tot koop en verkoop van aandelen van 26 augustus 1998 en betreft de verwerving door FCDF van de aandelen in KKB die thans in handen zijn van de overige aandeelhouders. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 7. De gemelde operatie betreft een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. In de huidige situatie kunnen in de

pagina 2 van 6 aandeelhoudersvergadering geen beslissingen worden genomen zonder de instemming van FCDF. Partijen hebben bevestigd dat geen der overige aandeelhouders over deze mogelijkheid tot blokkering van beslissingen beschikt. Anderzijds heeft FCDF op basis van haar huidig belang in KKB niet de mogelijkheid beslissingen dwingend op te leggen. Partijen hebben desgevraagd bevestigd dat de huidige mede-aandeelhouders van FCDF thans een actieve betrokkenheid bij het beheer van KKB hebben. Er kan daarom worden aangenomen dat FCDF in de huidige situatie noch de jure noch de facto uitsluitende zeggenschap heeft over KKB. 8. Als gevolg van de voorgenomen transactie komt FCDF met betrekking tot KKB in een wezenlijk andere positie dan de huidige. FCDF verkrijgt immers de mogelijkheid om zelfstandig een beslissende invloed uit te oefenen op de activiteiten van KKB, terwijl thans geen beslissingen kunnen worden genomen zonder de instemming van een of meer andere aandeelhouders dan FCDF. Dat de verhouding tussen FCDF en KKB een wezenlijke verandering zal ondergaan blijkt ook uit de door partijen bij de melding verstrekte opgave van de strategische en financiële overwegingen van FCDF ten aanzien van de transactie. Hieruit blijkt dat FCDF met de transactie beoogt een positie te verwerven die haar in staat stelt de bedrijfsvoering van KKB in vergaande mate af te stemmen op haar overige activiteiten. 9. Op grond van het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de aangemelde transactie een concentratie betreft in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, aangezien FCDF uitsluitende zeggenschap verwerft over KKB. 10. Betrokken ondernemingen, in de zin van het Besluit vaststelling formulieren Mededingingswet (Staatscourant 1 van 2 januari 1998), zijn FCDF Groep en KKB. 11. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens van de betrokken ondernemingen blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten 12. De concentratie heeft betrekking op zowel een horizontale als een verticale relatie. De horizontale relatie betreft de markt waarop zowel FCDF als KKB als (groot)handelaar in kaas actief zijn. De verticale relatie betreft die tussen de productie van kaas, waarin FCDF actief is, en de groothandelsactiviteiten. In het navolgende wordt op zowel de horizontale als de verticale relatie ingegaan. Relevante productmarkten Groothandel in kaas 13. Volgens FCDF en KKB zijn zij beiden actief op de groothandelsmarkt voor harde en halfharde kaas. Met harde en halfharde kaas wordt onder andere bedoeld: Goudse, Edam en Maasdam. Harde en halfharde kazen vormen wat betreft prijs en aard van de consumptie een andere markt dan zachte kazen (smeerkazen en Franse kazen). Belangrijke aanbieders op de groothandelsmarkt voor harde en halfharde kaas zijn de grote Europese producenten van kaas en de handelaars in kaas. Afnemers zijn supermarktorganisaties, kaasspecialiteitenzaken, de industrie, horeca,

pagina 3 van 6 grootkeuken en overigen, waaronder de markthandel. De kaashandelaars leveren zowel rechtstreeks aan afnemers als aan andere kaashandelaars. 14. Partijen zijn van oordeel dat inzake de productmarkt een onderscheid zou kunnen worden gemaakt tussen het segment supermarkten en andere afnemers. 15. Andere marktpartijen zijn het met partijen eens dat de relevante productmarkt de groothandelsmarkt voor harde en halfharde kaas is. Wat betreft het onderscheid tussen het segment supermarkten en andere afnemers, geeft een afnemer aan dat de supermarkten weliswaar een belangrijk segment vormen, maar dat andere afnemers een scala aan categorieën vormen die gezamenlijk ongeveer 50% van de omzet afnemen. 16. Een andere afnemer geeft aan dat er ontwikkelingen gaande zijn waarbij groothandelsbedrijven steeds meer in staat zijn en ook ervoor kiezen om productsoorten direct te kopen bij gespecialiseerde bedrijven. 17. In onderhavige zaak wordt er van uitgegaan dat er een groothandelsmarkt is voor harde en halfharde kaas. Productie van kaas 18. FCDF behoort tot de grotere producenten van harde en halfharde kaas in Europa. FCDF is in deze hoedanigheid werkzaam op de markt voor de levering van kaas aan de groothandel, die zorg draagt voor opslag, rijping, verpakking en distributie. KKB is werkzaam op de markt waarop afnemers van FCDF werkzaam zijn. FCDF is een belangrijke leverancier van KKB. 19. Andere marktpartijen zijn het met partijen eens dat de relevante markt harde en halfharde kaas betreft. Eén afnemer geeft aan dat deze zienswijze niet de enig mogelijke is. Volgens die afnemer worden de diverse producten, onder andere ten gevolge van specialisatie en schaalvergroting, steeds vaker door aparte bedrijven geproduceerd en de markt wordt in veel gevallen ook separaat door deze bedrijven bewerkt. 20. In onderhavige zaak wordt er van uitgegaan dat er voor wat betreft de verticale relatie een markt is voor harde en halfharde kaas. Relevante geografische markten Groothandel in kaas 21. Volgens partijen kan gesproken worden van een Europese markt voor de groothandel in harde en halfharde kaas, nu zowel FCDF als KKB op de Europese markt werkzaam zijn en de concurrentievoorwaarden voldoende gelijk zijn. Een groot deel van de omzet van KKB (zo'n 46%) betreft export, hoofdzakelijk naar Europese landen. Voor FCDF geldt dat meer dan de helft van haar harde en halfharde kaas wordt afgezet in de Europese Unie. Een belangrijk deel van de Nederlandse kaasexport naar lidstaten van de Europese Unie wordt door bemiddeling van Nederlandse groothandelaars uitgevoerd. Ook invoer gebeurt door tussenkomst van zowel Nederlandse als buitenlandse groothandelaars. Dit wordt onder meer geïllustreerd door de internationale activiteit van KKB. Partijen menen daarom dat zowel voor de distributiefunctie als voor de producten sprake is van een Europese markt. 22. Andere marktpartijen geven aan dat de groothandel in de onderhavige kaassoorten geconcentreerd is in Nederland. De afnemers van de groothandel zijn wel in heel Europa actief. Volgens deze marktpartijen is er echter geen sprake van een Europese markt voor de groothandel in harde

pagina 4 van 6 en halfharde kaas. 23. In onderhavige zaak kan het in het midden blijven of sprake is van een Europese markt voor de groothandel in harde en halfharde kaas of dat sprake is van een Nederlandse markt (zie punten 27-29). Productie van kaas 24. Volgens partijen kan gesproken worden van een Europese markt voor de producenten van harde en halfharde kaas. Van de Nederlandse kaasproductie wordt volgens partijen ongeveer 75% geëxporteerd en blijft ongeveer 85% van deze productie binnen de Europese Unie. Partijen erkennen evenwel dat de nationale deelmarkten nog steeds eigen kenmerken hebben. 25. Andere marktpartijen geven aan dat de productie van harde en halfharde kaas hoofdzakelijk plaatsvindt in Nederland en Duitsland. Volgens hen vormt in het buitenland geproduceerde harde en halfharde kaas nog geen goed alternatief voor in Nederland geproduceerde kaas, met name vanwege kwaliteits- en smaakverschillen. De afnemers van harde en halfharde kaas zijn echter wel in heel Europa actief. Buiten Nederland wordt een aantal andere harde en halfharde soorten geproduceerd. Van de soorten Goudse, Edam en Maasdam is de productie buiten Nederland (nog) zeer beperkt. 26. In onderhavige zaak kan in het midden blijven of er voor wat betreft de verticale relatie sprake is van een Europese markt of dat sprake is van een Nederlandse markt (zie punten 30-32). B. Gevolgen van de concentratie Groothandel in kaas 27. De totale afzet van de groothandel in harde en halfharde kaas bedraagt in Europa circa 650.000 ton. Hierin heeft FCDF een aandeel van circa 3-5% en KKB een aandeel van 1-2%. Na de concentratie zal het aandeel van FCDF dus ten hoogste 7% bedragen. 28. Van de groothandel in harde en halfharde kaas in Nederland nemen FCDF en KKB volgens opgave van partijen respectievelijk 12% en 5% voor hun rekening. Er is geen reden om aan deze opgave te twijfelen. Na de concentratie heeft FCDF dus een aandeel van de groothandelsactiviteiten in Nederland in harde en halfharde kaas van 17%. 29. Gelet op de aandelen die partijen innemen op de groothandelsmarkt in harde en halfharde kaas bestaat er, zelfs bij de nauwst mogelijke geografische afbakening, geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de voorgenomen concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt op significante wijze wordt belemmerd. Productie van kaas 30. De totale productie van harde en halfharde kaas in Europa bedraagt 2,7 miljoen ton. Daarvan wordt, naar raming van partijen, 13 tot 14% geproduceerd door FCDF. KKB produceert geen kaas. De positie van FCDF zal als direct gevolg van deze concentratie dus niet wijzigen. 31. In Nederland wordt jaarlijks ca. 690.000 ton harde en halfharde kaas geproduceerd Hiervan wordt 400.000 ton (58%) door FCDF geproduceerd.

pagina 5 van 6 De positie van FCDF als producent zal als direct gevolg van de voorgenomen concentratie niet wijzigen, omdat KKB geen kaas produceert. Van de productie van 400.000 ton wordt 320.000 ton buiten Nederland afgezet. 32. Ten aanzien van de vraag in hoeverre FCDF door de concentratie in staat is via de versterking van haar positie op de groothandelsmarkt een betere positie als producent te verkrijgen kan het volgende worden opgemerkt. Partijen hebben aangegeven dat op dit moment ongeveer 66% van de kaasinkopen van KKB afkomstig is van FCDF. Verwacht wordt dat dit percentage na de concentratie enigszins zal stijgen, alhoewel het de intentie van FCDF is dat KKB ook in de toekomst zal worden bevoorraad door andere leveranciers. Echter, de door KKB afgezette hoeveelheden zijn relatief gering (10.000 ton in Nederland en 8.500 ton export). Een vergroting van de afzet van door FCDF geproduceerde kaas via KKB zal daarom slechts een gering effect hebben op de marktpositie van FCDF als producent. Ook is er geen reden om aan te nemen dat andere producenten als gevolg van de concentratie over onvoldoende distributiemogelijkheden voor de door hen geproduceerde kaas zullen beschikken. Conclusie 33. Op grond van het voorgaande kan worden geconcludeerd dat geen reden bestaat om aan te nemen dat als gevolg van de voorgenomen concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. VI. NEVENRESTRICTIES 34. In de overeenkomst tot koop en verkoop van aandelen is een nonconcurrentiebeding opgenomen. Deze houdt in dat de aandeelhouders van Schep Interholding B.V., de aandeelhouders van Bouter Streefkerk B.V., de heer W.P. Bouter en de heer W.S.M. de Jong zich verplichten om gedurende vier jaren na de leveringsdatum geen nieuwe activiteiten te zullen ontplooien betreffende de kaas(groot)handel en ook geen deelnemingen te verwerven in met deze activiteiten concurrerende bedrijven (behoudens de aankoop van ter beurze genoteerde aandelen). Huidige activiteiten van de verkopende aandeelhouders mogen worden voortgezet, doch zij verplichten zich daarbij niet actief te trachten huidige klanten naar hen of aan hen gelieerde ondernemingen te laten overstappen. 35. Met partijen kan worden aangenomen dat het non-concurrentiebeding nodig is om de koper van de aandelen, FCDF, gedurende de genoemde periode te beschermen tegen concurrerend handelen van de verkopers, Schep Interholding B.V., Bouter Streefkerk Beheer B.V., de heer W.P. Bouter en de heer W.S.M. de Jong, ten einde te bereiken dat de volle waarde van de aandelen aan FCDF wordt overgedragen. Het nonconcurrentiebeding kan derhalve in beginsel geacht worden rechtstreeks verband te houden met en noodzakelijk te zijn voor de verwezenlijking van de concentratie. 36. Het geografisch toepassingsgebied is in de melding niet gedefinieerd. Ten aanzien van een beding als het onderhavige kan de toepasselijkheid van artikel 10 van de Mededingingswet alleen worden aangenomen voor zover het toepassingsgebied niet ruimer is dan het gebied waarbinnen de over te dragen onderneming, in dit geval KKB, actief is op het gebied van de handel in kaas, alsmede opslag, rijpen, verdeling en verpakking van kaas.

pagina 6 van 6 VI. CONCLUSIE 37. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 38. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. 39. Gelet op de punten 35 en 36 is de directeur-generaal van oordeel dat, voorzover de in punt 34 omschreven clausule een overeenkomst vormt als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, dat artikel ingevolge artikel 10 van de Mededingingswet, niet geldt voor deze overeenkomst, voor zover deze van toepassing is op het gebied waarbinnen de over te dragen onderneming actief is op het gebied van de handel in kaas, alsmede opslag, rijpen, verdeling en verpakking van kaas. Datum: 09.10.1998 w.g. A.W. Kist directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam. terug Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.