De kracht van de natuur
inhoud blz. Natuurrampen 3 1. Aardbevingen 4 2. Vulkanen 7 3. Lawines 10 4. Tornado s 13 5. Tsunami s 14 Pluskaarten 15 Bronnen en foto s 17 Colofon en voorwaarden 18
Natuurrampen Rampen gebeuren elke dag. Veel rampen gebeuren, doordat mensen fouten maken. Een piloot kan een fout maken. Een gebouw kan instorten, doordat mensen een fout gemaakt hebben bij het bouwen. Dit boek gaat over andere rampen. Dit boek gaat over rampen waarbij de natuur de boosdoener is. De natuur is sterk en de mens kan er meestal niets tegen doen. In dit boek lees je meer over deze natuurrampen. Je leest over de kracht van aardbevingen, vulkanen, lawines, wervelwinden en tsunami s.
1. Aardbevingen Proefje Neem een vel papier. Leg het vel op de tafel. Neem een boek. Zet het rechtop, Trek nu aan het vel papier. Wat gebeurt er? Juist, het boek wankelt en schudt. Het boek gaat vallen of blijft wiebelen als je niet te hard getrokken hebt. Dat is ook wat er gebeurt bij een aardbeving. Kijk maar naar het filmpje hieronder in een supermakt in Japan. Een aardbeving laat alles schudden Ook in de supermarkt staat alles te wiebelen en te schudden. Sommige dingen blijven staan. Weer andere spul-len vallen. Glazen in de kast rammelen. Boeken vallen uit de kast. Water in zwembaden gaat golven. Gebouwen schudden. Soms storten ze in. Filmpje: de supermarkt
Wat gebeurt er precies bij een aardbeving? De aarde is een bol. Als je de aarde doormidden zou snijden, zie je lagen. De buitenste laag is de aardkorst. Die laag bestaat uit steen en rots. De aardkorst is dik. De aardkorst is op veel plaatsen gebroken. Er zitten scheuren in. aardkorst mantel kern de aarde De aardkorst bestaat uit losse stukken Op het plaatje hiernaast zie je die scheuren heel goed. De losse stukken passen precies in elkaar. Ze liggen in het echt dicht tegen elkaar. De stukken bewegen soms naar elkaar toe. Dat gaat heel langzaam. Misschien maar één centimeter in een jaar. Andere stukken gaan juist uit elkaar. Soms schuren twee stukken aardkorst langs elkaar. Door dat schuren komt er spanning in de aardkorst. Alles boven op de aarde gaat door die spanning meebewegen.
De stukken aardkorst zijn altijd in beweging. Elke dag zijn er aardbevingen. De meeste zijn klein. Je voelt ze niet eens. In Nederlands zijn er geen echte grote aardbevingen. Grote aardbevingen vind je op plaatsen waar de aardkorst gebroken is. Daar storten gebouwen en bruggen in. Bij een zware aardbeving raken veel mensen onder het puin. Een grote aardbeving is een gevaarlijke natuurramp. de kracht van een aardbeving de puinhoop na een aardbeving na de ramp
2. Vulkanen Je weet nu dat de aardkorst op veel plaatsen gebroken is. Op die plaatsen kun je ook vulkanen tegenkomen. We kijken eerst weer naar de binnenkant van de Aarde. De buitenste laag noem je de aardkorst. Onder de aardkorst zit een andere laag. Die laag wordt de mantel genoemd. Het is in de mantel heel erg heet. Zo heet dat steen smelt. Dat gesmolten steen noem je ook wel magma. Als de aardkorst ergens dun of gebroken Lava is gesmolten steen aardkorst de aarde filmpje mantel kern is, kan het magma naar boven stromen. Als het magma boven de aardkorst komt noem je het lava. Daar koelt het af en verandert langzaam in steen. Op een plek waar lava stroomt, groeit een kleine berg. Als daar een volgende keer weer lava gaat stromen, wordt die berg hoger. Die berg noem je een vulkaan.
Binnen in de vulkaan zit een opening. Die opening noem je de krater. Door de krater stroomt lava naar buiten. De vulkaan spuwt niet alleen lava. Er komen ook as, gas en brokken steen uit de krater. Door het gas kan de vulkaan ontploffen. Steen en as vliegen de lucht in. Veel vulkanen vind je op de zeebodem. Daar groeien ze langzaam onder water. Deze vulkaan groeide uit de zee krater kraterpijp magma aswolk een kijkje in een vulkaan lava De vulkaan kan boven water gaan groeien. Zo kan er in zee een eiland ontstaan. Waarom kan een vulkaan zo gevaarlijk zijn? Lava De lava stroomt over land. Planten, bomen en gebouwen vliegen in brand. Mensen in de buurt van een vulkaan slaan op de vlucht
Ontploffing Soms raakt de krater van een vulkaan verstopt met steen. Het magma en het gas willen toch naar buiten. Met veel geweld vliegt de verstopping door de lucht. Die stenen zijn gevaarlijk. Nog gevaarlijker zijn de as en het gas. Mensen die as en gas inademen stikken. overal as As inademen is gevaarlijk As De as bedekt de hele omgeving. Gebouwen, auto s en de hele natuur wordt grijs van de as. Soms storten gebouwen in onder die laag as. De as blijft ook heel lang in de lucht hangen. Je kunt de zon niet meer zien. De as drijft mee met de wind. Andere landen krijgen daardoor ook last van de as. Vliegtuigen blijven aan de grond. De as is niet goed voor de motoren van een vliegtuig. Een uitbarsting van een vulkaan is een echte ramp.
3. Lawines Lawines kun je alleen in gebieden vinden met bergen en sneeuw. Een lawine is een grote massa sneeuw die opeens met grote snelheid van een berghelling rolt. Hoe ontstaat een lawine precies? Laag op laag Sneeuw heb je in heel veel soorten: natte sneeuw, droge sneeuw, poedersneeuw, korrelsneeuw, stuifsneeuw en motsneeuw. Sneeuw in de bergen blijft liggen. Daarna valt er weer een nieuwe laag bovenop. zon, regen en wind filmpje Als de bovenste laag anders is dan de onderste laag is dat soms een probleem. De bovenste laag blijft dan niet goed vastzitten op de onderste laag. Zo kan die laag gaan schuiven. De zon Ook kan een grote laag verse sneeuw losraken als de zon erop schijnt. De sneeuw smelt een beetje. Het water in de sneeuw laat de laag naar beneden glijden. Regen Ook regen kan ervoor zorgen dat een laag sneeuw opeens loslaat.
Wind De wind kan de sneeuw op een grote hoop blazen. Daardoor wordt de laag topzwaar. Zo zwaar dat de sneeuw vanzelf gaat glijden. De helling Op een steile helling vind je geen lawines. De sneeuw glijdt daar gelijk in kleine beetjes naar beneden. De minder steile hellingen zijn het gevaarlijkst. Daar blijft de sneeuw beter laag op laag liggen. de skiër vallende rotsen Een goede helling voor een lawine Rotsblokken Een vallend rotsblok kan ervoor zorgen dat een laag sneeuw gaat bewegen. Wintersport In de bergen wordt veel gesport. Je vindt er veel skiërs en snowboarders. Die sporters zorgen vaak voor het ontstaan van een lawine. Door hun skies of snowboard raakt een laag sneeuw los.
Tegen een aardbeving kun je niet veel doen. Tegen een lawine wel. Sneeuwschutting en bos Op hellingen worden grote schuttingen neergezet. Ook bossen kunnen een lawine breken. Zo wordt de snelheid van de lawine minder. De sneeuw wordt aangedrukt de ontploffing Machines Dit dorp is beschermd door een wal Met sneeuwmachines kunnen te grote lagen sneeuw weggehaald worden. Ook kunnen machines de sneeuwlaag aandrukken. Lawinegevaar wordt zo minder. Ontploffen Soms gebruiken mensen springstof om een sneeuwlaag op te blazen. Ze maken zo een kleine lawine, voordat er een grotere lawine ontstaat. Lawines kunnen ervoor zorgen dat hele dorpen onder de sneeuw verdwijnen. Mensen stikken als ze te lang onder de sneeuw blijven. Daarom zijn de eerste minuten belangrijk bij het redden.
4. De wervelwind Een werveldwind wordt ook wel een tornado genoemd. Een tornado ontstaat in een grote buienwolk. Je herkent de tornado aan de slurf die uit de wolk de grond aanraakt. Die slurf lijkt wel de slang van een stofzuiger. Aan de onderkant van de slurf wordt alles vernield. De tornado draait rond en maakt alles kapot wat hij op zijn weg tegenkomt. de sluf van de tornado filmpje Hier kwam een tornado voorbij In Nederland komen ongeveer 30 tornado s per jaar voor. Die zijn in ons land niet zo sterk als bijvoorbeeld in de Verenigde Staten van Amerika. Daar komen supertornado s voor die hele dorpen kunnen verwoesten.
5. Tsunami s Een tsunami is een grote vloedgolf. Zo n vloedgolf ontstaat door een zeebeving. Een zeebeving is een aardbeving in de bodem van de zee. Tijdens zo n zeebeving schuiven twee losse stukken zeebodem langs elkaar. Op die plek gaat de aardkorst trillen en beven net als bij een aardbeving op land. Door die beving gaat ook het water meebewegen. Het water wordt omhoog geduwd. Daardoor ontstaat er een grote golf. filmpje de vloedgolf de twee gebroken stukken de aardkorst Zo ontstaat een tsunami Je kunt het vergelijken met een glas water. Beweeg het glas maar. Je ziet het water over de rand golven. De kracht van die golf is enorm. Het water beweegt twee kanten op. Bij de kust wordt het water ondieper. Daardoor groeit de golf daar opeens tot een reuzengolf.
Een tsunami kan wel een reis van duizenden kilometers maken voor hij aan land komt. Daar vernielt die vloedgolf alles wat op zijn weg komt. De golf stroomt steeds verder het land in. Het wordt steeds meer een golf met hout, auto s, boten en andere spullen erin. Mensen die daartussen gevangen raken, hebben weinig kans om de tsunami te over-leven. de schade na de tsunami de boei Een tsunami kan het hele landschap veranderen. Op de foto hiernaast kun je dat goed zien. Op de bovenste foto zie je het landschap voor de tsunami. De onderste foto is het landschap na de tsunami. Een tsunami komt voor veel mensen onverwacht. Vaak is de zeebeving heel ver weg gebeurd. Soms kunnen mensen op tijd gewaarschuwd worden. Op zee drijven grote boeien aan een anker. Die boeien voelen de tsunami. Zij geven een teken door aan mensen op het land. Die kunnen nu waarschuwen voor een naderende tsunami.
Tsunami Aardbeving Lawine Bekijk het filmpje Bekijk het filmpje Bekijk het filmpje Bronnen en foto s http://en.wikipedia.org/wiki/natural_disaster http://nl.wikipedia.org/wiki/natuurramp
Copyright Age Cnossen 2011