Aanwezige raadsleden: de heer K.P. Berghuis. mevrouw E.P. van den Broek. de heer J. Fidom. de heer H.W. van Gelder. de heer H.

Vergelijkbare documenten
Raadsinformatiebrief Nr. :

2. Vaststelling agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

INITIATIEFVOORSTEL Gemeente Velsen

Nadere toelichting Op 15 april 2010 presenteert de Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân (RKC) haar rapport inzake het grondbeleid in Achtkarspelen.

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda.

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad

Raadsmededeling. Datum 6 januari 2004 Nr.: Het college van B&W. De raads- en duoburgerleden. Kopie aan. Afvalinzameling in de binnenstad

PROCEDUREBLAD BEHANDELING RAADSVOORSTEL

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

L. van Gerven raad september 2013

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

1. Vaststelling agenda De agenda wordt conform voorstel vastgesteld. 2. Ingekomen en verzonden stukken Er wordt gehandeld als aangegeven.

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 25 september 2012 in de raadzaal

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Nieuw tarieven- en subsidiestelsel sport. Aan de raad, Onderwerp Nieuw tarieven- en subsidiestelsel sport

1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting 2013.

Onderwerp : Verordening Reinigingsheffingen : Besluit tot vaststelling van de verordening Reinigingsheffingen 2012

Follow up onderzoek naar minimabeleid

AAN DE AGENDACOMMISSIE

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

Raadsvoorstel. Aan de raad, 8820 De heer J. Franx, wethouder Vaststellen Programmabegroting 2016 Gooise Meren (RV16.019)

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo

Datum uitwerkingtreding Betreft nieuwe regeling

Bijlage 1 Overzicht besluitvorming Zuiderzeelijn

Registratienummer: GF Datum: 12 november 2010 Agendapunt: 7

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal

Raadsvoorstel. 31 oktober Geachte raad, Agendapunt: 19. Nummer: Behandeld door: J. van Dijk Datum:

Raadsvoorstel Zaak :

SAMENVATTING VOORGESCHIEDENIS

Riedsútstel. Underwerp Hoogte overhead en productieve uren tarievenboek 2013

Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden

Raadsvoorstel en besluitnota

B&W-voorstel. Persgesprek : 23 december 2014

b Onvermijdelijk Er moeten keuzes worden gemaakt ten aanzien van de investeringsportefeuille.

Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage 17 juli juli vertrouwelijke bijlages

Besluitenlijst RAADSVERGADERING

Algemeen advies. Datum : 18 oktober 2017 Kenmerk : ASD Aan : het college van B en W van de Gemeente Oss Betreft : Advies verordening Wmo 2018

Raadsvergadering van 1 november 2012 Agendanummer: 5

De raadsvergadering is openbaar en wordt gehouden in het raadhuis in Schaijk (Pastoor van Winkelstraat 5).

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Registratienummer: GF Datum: 17 september 2013 Agendapunt: 20

Raadsvergadering. Basis van de besluitvorming Collegeagenda Binden en Bewegen. Visie Sociaal Domein en de Beleidsagenda Sociaal Domein

Commissie: Samen leven 9 juni Gemeenteraad: 30 juni 2016

M. van Leeuwen /

RAADSVOORSTEL BIJ ZAAKNUMMER: AST/2014/003710

VOORSTEL AAN DE RAAD. Uitvoeringsplan Wet Werk en Bijstand Volgnr Portefeuillehouder wethouder B. van Vessem

Van: J. Klijberg Tel nr: 8550 Nummer: 17A.00891

Raadsvoorstel. 3. Inleiding

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: OLOGWB10. Onderwerp Tarieven rest- en GFT-afval 2012

2. Startersleningen. Werking Starterslening

RAADSVOORSTEL Besluitvormend. Aan de Raad Agenda nr. 12 Extra middelen voor armoedebestrijding. Datum 20 november 2013

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

gemeente Eindhoven RaadsvoorstelVaststellen Verordening raadscommissie herbenoeming burgemeester

Aanwezige raadsleden: de heer K.P. Berghuis. de heer H.W. van Gelder. de heer H. Gesink. de heer M.H.J. Halsema. de heer H.

De mogelijkheid van incourante bedrijfspercelen op te nemen in de Nota Grondbeleid met de prijsstellingen zoals genoemd in het voorstel.

agendanummer afdeling Simpelveld VII- Dienstverlening 10 april 2014 Ontwerpbegroting 2015 GR Rd4 en Jaarrekening 2013 GR Rd

Rapportage. Effectmeting naar onderzoek Weten waarom uit Alphen-Chaam. Rekenkamercommissie Alphen-Chaam / Baarle-Nassau.

Voorstel : Vaststellen nota Dorpshuizen in Sint Anthonis, inclusief beleid ten aanzien van paracommercialisme

Openbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht

Ambtelijke bijstand: Mw. Drs. J. Bolt 1

Gemeentelijke bijdrage Centrumplan Vlijmen. Collegevoorstel

Voorzitter: de heer M.H.J. Halsema - tevens raadslid

Evaluatie. Minimabeleid. gemeente De Marne

Raadsvoorstel. Aan de raad,

B en W. nr d.d

Raadsvoorstel. Onderwerp Startersleningen voor koopstarters. Status Besluitvormend

Raadsvoorstel. Aan de raad, De heer drs. C.H. Boland, wethouder Aankoop schoolkavel de Krijgsman en voorbereidingskrediet IKC Muiden

Beslisdocument college van Peel en Maas

Een essay over de nieuwe beleidscyclus voor de Gemeente Nuth.

Raadsvoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie Zaaknummer OLOGWB10. Onderwerp Tarieven rest- en GFT-afval 2012

gemeente Eindhoven Raadsbij lage Voorstel tot het verhogen van de bijzondere bijstand voor zelfstandig wonende alleenstaande moeders in de leeftijd

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

Verslag van de vergadering van de Wmo adviesraad Medemblik d.d. 28 april 2014

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

Politieke bijdrage fractie PvdA begroting Voorzitter,

Aanwezige raadsleden: de heer K.P. Berghuis. mevrouw E.P. van den Broek. de heer H.W. van Gelder. de heer H. Gesink. de heer M.H.J.

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. Presentatie aan de raad 16 mei 2013

RAADSVOORSTEL 17R.00651

mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

GEMEENTERAAD. itel. Besluitenlijst openbare raadsvergadering. november Agenda. raadzaal, gemeentehuis Markt 7 in Aalten

Onderwerp : Verschuiving inkomensgrens van 110% naar 120% op het geheel van beleidsnotities, verordeningen en uitvoeringsregelingen voor minima

Zaaknummer: Agendanummer: Datum raadsvergadering: De Gemeenteraad Verzenddatum: Voorbereidingskrediet Jeugdspeelpark

Collegebesluit. Onderwerp: Aanhuur 2e verdieping Zijlweg 245 ten behoeve van statushouders BBV nr: 2015/524330

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Onderwerp: Integraal Huisvestingsplan Voortgezet Onderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs

Behandelend ambtenaar Thijs Klompmaker, (t.a.v. Thijs Klompmaker)

b Onvermijdelijk Conform bespreking commissie FB van 11 december 2012

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Datum: 02 juli 2013 Portefeuillehouder: De heer R. Windhouwer

Beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit. Vaststellen beleidsregel weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit

12 Stiens, 28 juli 2014

Zienswijze kaderbrief MGR

Raadsvoorstel (gewijzigd) 26 september 2013 AB RV

Verslag van de bijeenkomst van het PMV op 22 mei 2008 vanaf uur tot uur.

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

BESLUITENLIJST voor de vergadering van het college van B&W Datum: 12 januari 2016

Transcriptie:

Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente De Marne gehouden op dinsdag, 23 mei 2006 om 20.00 uur in het gemeentehuis, R. Ritzemastraat 2 in Leens. Aanwezige raadsleden: de heer K.P. Berghuis mevrouw E.P. van den Broek de heer J. Fidom de heer H.W. van Gelder de heer H. Gesink de heer M.H.J. Halsema de heer H. van der Heide de heer W.G.J. Limberger de heer J. Roffel de heer L. Smook de heer J.P. van der Vis de heer T.M. de Vries de heer B.S.H. Wiertsema de heer F. van der Zee (komt om 20.20 uur) Afwezige raadsleden: mevrouw J. Vogel Voorzitter: mevrouw J.A.J. Stam - tevens burgemeester Griffier: mevrouw M. van Bergen Notulist: de heer J. Russchen

Aanwezige overige leden burgemeester en wethouders: de heer N. Bakker de heer M. van Dijk - wethouder - wethouder de heer J.L. Hiemstra - wethouder de heer G. Swart - gemeentesecretaris 1. Opening, vaststelling agenda en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering, heet de aanwezigen welkom en constateert dat de raad agenda vaststelt. De heer Hiemstra deelt mee dat hij op 25 april 2006 de raad (met name de fractie van de PvdA) verkeerd heeft geïnformeerd inzake de vraag bij punt 16 (realisatie van een gronddepot op het terrein van de oude waterzuiveringsinstallatie bij Ulrum). Een en ander was op dat moment bij hem niet bekend maar naar aanleiding van een brief van het waterschap, twee dagen daarna, bleek hem dat het gaat om een tijdelijke vestiging (korter dan vijf jaar). Het college zou het betreuren dat dit geen doorgang kan vinden want het depot komt op een plek die hiervoor bij uitstek geschikt is en deze kan door aanplant aan het zicht worden onttrokken. Hij hoopt dat de raad hiermee instemt. De heer Van der Heide heeft inmiddels geconstateerd dat in dezen door de provincie vergunning is verleend en dat de procedure hiertoe reeds in een eindstadium is. Hij had liever gehad dat de raad en ook dorpsbelangen hier tevoren bij waren betrokken. De heer Bakker stelt voor om nummer B8 van de ingekomen stukken (inzake liggelden) af te voeren. Het college heeft in dezen ook een brief ontvangen die vanochtend in het college is behandeld. Er is besloten om hierover nader advies in te winnen en stelt daarom voor dit daarna in de raad te behandelen. De voorzitter deelt mee dat momenteel nog 61 mensen in het AZC in Ulrum verblijven. Op 29 mei 2006 zullen ongeveer 30 mensen vertrekken zodat verwacht mag worden dat de gestelde sluitingstermijn van 15 juni 2006 ruimschoots zal worden gehaald. 2. Spreekrecht voor het publiek. Geen van de aanwezigen maakt gebruik van het spreekrecht. 3. Aanwijzen primus bij hoofdelijke stemming. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad wordt overgegaan tot het aanwijzen van de primus en daartoe wordt getrokken nummer 10, de heer Smook.

4. Vaststelling van de notulen van de raadsvergadering van 25 april 2006 alsmede de lijst van toezeggingen. Notulen De heer Van der Zee stelt voor om de tekst van de tweede vraag van de fractie van de VVD op blz. 16, onder punt 16, als volgt te laten luiden: Het verbranden van slootmaaisel is in de gemeente De Marne sinds enkele jaren ook vergunningspichtig. In het nieuwe collegeprogramma wordt er naar gestreefd om de regelgeving te vereenvoudigen. In dit kader zou de VVD-fractie graag onderzocht willen zien of deze vergunningsplicht kan worden omgezet in een meldingsplicht. De notulen worden met inachtneming van de voorgestelde wijziging vastgesteld. Lijst van toezeggingen: De heer Smook merkt op dat bij de behandeling van het jaarverslag van de WVG door de heer Van Dijk een aantal toezeggingen zijn gedaan die niet zijn opgenomen op de lijst. De heer Van Dijk verklaart dat hij hiervan wel kennis heeft genomen maar dat de antwoorden nog niet beschikbaar zijn. Vóór de volgende vergadering moeten deze beschikbaar zijn. Punt 8 De heer Van der Vis vraagt of al iets bekend is omtrent het gespreksverslag inzake de renovatie van de gras- en renbaan in Eenrum De heer Bakker antwoordt dat het betreffende stuk reeds bij de griffier ligt zodat het de volgende vergadering kan worden gepresenteerd. Punt 22 De heer Wiertsema kan zich niet herinneren dat de evaluatie van het dorps- en buurtbeheer aan de raad is voorgelegd. De heer Van Dijk zegt toe dat dit alsnog zal gebeuren. 5. Ingekomen stukken. opiniërende bespreking: PuntA2 Vakcentrale FNV inzake bijzondere bijstand. Mevrouw Van den Broek verklaart dat de raad van mening is dat voor niet verzekerde medisch nood-zakelijke kosten bijzondere bijstand beschikbaar moet zijn. Ze vraagt naar de stand van zaken inzake het sluiten van een collectieve ziektekostenverzekering want deze aangelegenheid laat lang op zich wachten. De heer Van Dijk antwoordt dat inzake de eerste vraag van mevrouw Van den Broek hiertoe inmiddels een voorziening is geschapen. Hijzelf had al verwacht dat de het sluiten van een

collectieve ziektekosten-verzekering al rond zou zijn geweest maar als je zoiets goed wilt doen dan kost dat tijd. Punt A7 Verzoek tot steun aan petitie van de gemeenteraad van Scheemda Mevrouw Van den Broek leidt uit de brief af dat het hier gaat om een familie die goed is geïntegreerd in de samenleving en hiervoor iets kunnen betekenen. Zij verdienen het dat in dezen een brief wordt gericht aan minister Verdonk. De voorzitter antwoordt dat hieraan niet kan worden begonnen. Met alle mogelijke middelen wordt al getracht zaken als deze onder de aandacht te brengen. Punt A8 Verzamelbrief april 2006 van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mevrouw Van den Broek verklaart dat zij graag de beschikking zou willen hebben over een brochure over bijzonder bijstand waarover in dit schrijven werd gerept. Het gaat hier om het uitzetten van mensen uit woningen die een huurschuld hebben en ze vraagt of in dezen met de woningstichting een convenant is gesloten. De voorzitter antwoordt dat er geen convenant is gesloten maar er is wel een afspraak gemaakt om op dit punt een beleidsstuk te formuleren. In dezen voert de woningstichting een beleid om mensen eerder te waarschuwen voor een voorgenomen uitzetting uit de woning. In bepaalde gevallen is het beslist nodig om een sanctie tot uitzetting achter de hand te hebben. Punt A10 Verzoek om opvangplaats voor statushouders met psychische problemen. De heer Van der Vis informeert naar de stand van zaken met betrekking tot de kwestie die in de brief onder de aandacht wordt gebracht en wil weten of al een oplossing is gevonden hiervoor. De heer Gesink vindt dat wat aan de problematiek moet worden gedaan en dat de brief daarom niet voor kennisgeving kan worden aangenomen. De voorzitter antwoordt dat het college intensief bezig is om voor de persoon in kwestie een opvangplaats te realiseren. Het is moeilijk om middels een inbewaringstelling iemand onder toezicht te plaatsen want een ingrijpen van de GGZ en de politie moet wel gerechtvaardigd zijn. Vanaf volgende week is er een coördinator van vluchtelingenwerk hier werkzaam en de situatie moet worden afgewacht waarop op een gepaste wijze kan worden ingegrepen. Er is wel een opvangplaats beschikbaar gedurende een beperkte tijdsperiode. De heer Gesink gaat hierna er mee akkoord dat de brief voor kennisgeving wordt aangenomen. Punt B1 Jaarverslag 2005 van de Brandweer De heer Van der Vis complimenteert het vrijwilligerskorps van Zoutkamp met de nieuwe boot en kazerne. Punt B6 Evaluatie en bijstellen beleid eenmalige tegemoetkoming chronisch zieken,

gehandicapten en ouderen Mevrouw Van den Broek vindt het niet juist dat de verlaging van de eenmalige bijdrage wordt verlaagd van 250,-- naar 200,--. Dit is in de krant al gepubliceerd en nu pas wordt hiervan kennisgegeven aan de raad. De heer Van Dijk antwoordt dat hierover eind april door het college een besluit is genomen en het was niet mogelijk om dit eerder aan de raad mee te delen. Het gaat hier om een bevoegdheid van het college zodat het hierna is gepubliceerd. De heer Halsema is er tevreden mee dat de regeling is aangepast want zijns inziens was de bestaande regeling op het punt van de vermogenstoets beslist niet toelaatbaar. Het is een goede zaak dat bijstelling heeft plaatsgevonden tot het bijstandsniveau. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig de voorstellen van de griffier besloten. 6. Grondnota 2006. opiniërende bespreking: De heer Van der Vis merkt op dat het stuk voldoende duidelijkheid verschaft. Hij voorziet dat er in de nabije toekomst geen reserves kunnen worden opgebouwd. Hij roept het college op om met initiatieven te komen om de financiële risico s te verkleinen. De heer Smook zegt: De grondnota 2006 en de bijbehorende exploitatieoverzichten en - verkenningen geven een goed beeld van de stand van zaken van de uitvoering van ons grondbeleid. Daarbij is er ook goed nieuws, want gecon-cludeerd mag worden dat 2005 een goed jaar is geweest. De financiële positie van het grondbedrijf is licht verbeterd, er is veel verkocht in 2005 en de aanwezige risico's lijken niet groter te zijn geworden, al zijn die natuurlijk nog steeds aanwezig. Wij willen een compliment geven aan het college en de ambtenaren voor de hele heldere stukken. Tóch is er wat ons betreft ook reden voor zorg, en behoefte aan meer duidelijkheid over een aantal zaken. Dit ligt om te beginnen op het politiek-bestuurlijke vlak. Wij vragen ons af: wordt met deze nota wel een helder, krachtdadig én sociaal beleid geformuleerd? In ons verkiezingsprogramma hebben wij benadrukt dat wij als PvdA veel belang hechten aan het realiseren van voldoende betaalbare woningen. Dan bedoelen wij: woningen voor de laagste inkomens-groepen, starters en mensen met specifieke behoeftes als gevolg van ouderdom of handicap. Niet alleen huur-, maar ook koopwoningen. En waar herstructurering van corporatiewoningen aan de orde is (dus sloop en vervangende nieuwbouw) maken wij ons sterk voor een duidelijke huur- en terugkeergarantie voor de bewoners. Helaas komen al deze doelstellingen er in de grondnota van het college nogal bekaaid van af. Een explicitering en een aanscherping lijkt ons noodzakelijk. Wat woningen voor starters betreft bijvoorbeeld, schetst de nota twee geslaagde voorbeelden om de vrij-op-naam prijs te drukken voor starterwoningen (in Zoutkamp en Kloosterburen), maar wil het college gezien de financiële positie van het grondbedrijf hier niet mee doorgaan. Dat vinden wij jammer, en ook niet zo noodzakelijk. Immers: deze twee projecten hebben in 2005 74.000,-- gekost, en toch is de financiële positie van het grondbedrijf verbeterd! Als er

maar genoeg winstgevende projecten zijn, kan dit best worden voortgezet. Wij pleiten er voor om dit beleid voort te zetten, en hiervoor jaarlijks een 'budget' binnen het grondbedrijf voor te reserveren. Wij denken aan 75.000,-- tot 100.000,-- en vragen het college dit idee over te nemen. Ook landelijk zijn er initiatieven omdat blijkt dat de markt voor starterwoningen zwaar onder druk staat. Minister Dekker presenteert een aantal maatregelen voor nieuwbouwwoningen voor starters om middels leningen of subsidies voor koop dit te stimuleren. Hij vraagt het college gebruik te maken van deze regelingen zo lang hier nog onvoldoende nieuwbouw van deze woningen plaatsvindt. Is het daarnaast zo dat recent de mogelijkheden om over te stappen van een 'gewone' hypotheek naar een hypotheek met NHG zijn verruimd? Zo ja, hoe worden recente en kandidaat-kopers daar dan van op de hoogte gebracht? Meer in het algemeen is de grondnota niet erg scheutig met het formuleren van "concrete beleidsdoelen. Er wordt nog wel geschetst dat er behoefte is aan uitbreiding met 90 seniorenwoningen, maar hoeveel daarvan is het college bijvoorbeeld van plan te realiseren of op te starten in 2006/2007? Graag ontvangen wij daar wat meer concrete informatie over. Dat geldt ook voor woningen voor starters en aangepaste woningen voor gehandicapten. Het lijkt ons verstandig om hier concrete beleidsdoelen voor te formuleren. Uiteraard is het altijd de vraag of je ze kunt realiseren, maar het formuleren van concrete doelen is wel belangrijk, het maakt de inspanningsverplichting beter zichtbaar dan nu het geval is. En als het om concrete plannen voor seniorenwoningen gaat: waarom wordt er niet ingegaan op de mogelijkheden om seniorenwoningen te realiseren in Eenrum? Binnenkort komt de dorpsvisie Eenrum beschikbaar en kan daar nog niet op geanticipeerd worden? Wij willen het college vragen hier alsnog duidelijkheid over te geven. Het strategisch aankoopbeleid is helder beschreven en goed ingekaderd, maar zou wat ons betreft vooral in het teken moeten staan van het realiseren van woningen op geschikte plaatsen voor senioren, gehandi-capten en starters, in die volgorde. Is dat thans ook het geval? De heer Gesink merkt op dat zijn fractie zich heeft voorbereid op de behandeling van de grondnota en niet op het woonplan. De heer Smook merkt op dat de uitgangspunten van het woonplan in de grondnota middels een koppeling tot uitdrukking worden gebracht. De voorzitter kan zich de reactie van de heer Gesink voorstellen. De heer Smook wenst te voorkomen dat na de vaststelling van de grondnota achteraf nog zou worden gekomen met de opmerking dat het beter zou zijn geweest als het door hem gestelde eerder naar voren had moeten worden gebracht. Hij vervolgt te zeggen: Bij de grondnota zijn ook twee vertrouwelijke verken-ningen ter inzage gelegd, van het bedrijventerrein Ulrum Oost en van het AZC-terrein Ulrum. Wij vragen ons hierbij af waarom de ontwikkeling van de AZC-locatie niet eerder wordt gestart dan nu wordt voorzien. Is het mogelijk om deze locatie te versnellen?

Wij denken namelijk dat met name deze locatie erg veel kan bijdragen aan het realiseren van de door ons gewenste doelstellingen. Al met al: een helder geschreven nota, maar wel een beetje beleidsarm, wij pleiten voor duidelijker beleidsdoelen en hebben daar een aantal mogelijkheden voor geschetst. Wij horen graag van de wethouder of hij deze gaat overnemen. De heer Wiertsema vraagt of gewenst is om voor starters op de woningmarkt ruimte te creëren. Door creatief te zijn kan hieraan tegemoet worden gekomen zoals: dubbele bouwlagen, kleinere kavels, casco-bouw enzovoorts. Het lijkt hem voor het college een uitdaging om op dit punt de nodige initiatieven te ontwikkelen. De heer Gesink vindt dat de grondnota voldoet aan de gestelde eisen en hij spreekt daarvoor zijn complimenten uit. De risico s welke worden gelopen zijn duidelijk in kaart gebracht. In hoeverre komt er uit de Grondnota geld vrij voor de algemene middelen zodat nog iets kan worden gedaan voor de sociale woningbouw. Een aantal exploitaties zijn de komende jaren niet kostendekkend zodat de sociale woning-bouw onder druk komt. De risico s die worden gelopen van name gebouwen moeten worden beperkt ondanks het feit dat het bij het voeren van onderhandelingen handig kan zijn dat je ze hebt. Het uitgangspunt van de Grondnota moet blijven dat er voor iedereen een woonplek is en dat daarvoor de benodigde infrastructuur kan worden gerealiseerd. De heer Fidom pleit er voor dat het college moet zorgen voor betaalbare woningen: ook voor mensen die geen starter zijn. De heer Bakker antwoordt dat twee jaar geleden is afgesproken dat van iedere verkochte bouwkavel 10,-- apart wordt gezet voor herstructureringsplannen. Voor het verkleinen van de risico s wordt gekomen met een aantal heel gerichte opzetten. Het concept van de nota lag vóór de collegevorming al klaar om naar de raad te worden gestuurd. Zowel vanwege het gestelde in het verkiezingsprogramma van de PvdA als door het collegeprogramma is het aspect van de starterwoningen alsnog opgenomen. Bij die woningen wordt uitgegaan van woningen in de prijsklasse van ongeveer 120.000,--. Dit zijn de vroegere huurwoningen van de woningbouwstichting die in de verkoop komen. Om de woningbouwstichting niet te beconcurreren moet eerst met hen worden overlegd en er is tijd nodig om er gericht mee aan de slag te gaan. Het omzetten van ruimere leningen tegen lagere rentes is nog niet meegenomen. Beleidsmatig gezien staan het woonplan, de herstructurering enzovoorts aan de basis van de Grondnota. De heer Smook vraagt of het drukken van de prijs voor starterwoningen in Kloosterburen en Zoutkamp een wijziging is waarmee in het woonplan rekening werd gehouden. De heer Bakker antwoordt dat dit niet het geval is. Het is niet zo dat met die handelwijze gestopt gaat worden want er wordt terecht aangestipt dat ook het AZC-terrein in Ulrum hiervoor in aanmerking zou kunnen komen. De heer Smook heeft die indruk wel maar hij neemt met hetgeen de heer Bakker thans stelt genoegen. De heer Hiemstra heeft zich niet voorbereid op de behandeling van het woonplan maar hij denkt dat het de heer Smook gaat om de intenties die het college heeft. Hij vindt dat voor

starterwoningen geen woningen in aanmerking komen in de prijsklasse van 180.000,-- maar 120.000,--. Dit kan niet alleen worden bereikt door de grondprijs te verlagen maar ook door te bouwen op kleine kavels en het zodanig bouwen van woningen dat er weinig buitenmuren ontstaan. Er moet behoedzaam in worden geopereerd maar deze aangelegenheid heeft landelijk de aandacht. Als binnen het Grondbedrijf de mogelijkheid hiertoe ontstaat dan zal die worden aangegrepen maar de raad vraagt wenst ook dat wordt gewerkt met een sluitende begroting en een positief resultaat in de Grondnota. Met de mogelijkheid tot het bouwen van seniorenwoningen in Eenrum zal bij de opstelling van de dorpsvisie Eenrum rekening worden gehouden maar het is nog onzeker of hiertoe daadwerkelijk wordt besloten. De woningbouwlocaties waarover het in de Grond-nota vooral gaat zijn vaak uitbreidingen die aan de randen van dorpen liggen en het heeft de voorkeur om seniorenwoningen te bouwen in de nabijheid van de dorpskernen en het gaat dan om maatwerk. Daar waar het gaat om sociale woningbouw speelt de grondprijs wel een rol maar er zal toch direct overlegt moeten worden met de woningbouwstichting. De heer Bakker merkt nog op dat de invulling van het AZC-terrein in Ulrum niet naar voren wordt gehaald omdat je dan ten opzichte van andere kavels concurrent van jezelf gaat worden en dat is ongewenst. De heer Wiertsema vraagt of de woningbouwstichting een actief verkoopbeleid van huurwoningen voert. De heer Bakker antwoordt hierop bevestigend: vooral in Kloosterburen en Eenrum. De heer Van der Vis vraagt of er ook met andere partijen contact is geweest dan Wierden en Borgen. De heer Hiemstra dat het de voorkeur heeft om in dezen als eerste met Wierden en Borgen te spreken en niet met andere partijen. De heer Smook is er tevreden mee dat is gebleken dat in tegenstelling tot de tekst van de nota het beleid met betrekking tot het verlagen van de V.O.N.-prijs starterswoningen niet zal worden gewijzigd. Het is een goede zaak dat ondanks een gepleegde investering gekomen kan worden met een positief eindresultaat. Het is belangrijk dat door het op de markt brengen van het AZC er geen concurrentie met andere bouwlocaties ontstaat. De geplande datum hiervoor duurt nog lang terwijl hij het gevoel had dat het hier om een veelbelovend plan gaat. In hoeverre kunnen strategische aankopen in verband kunnen worden gebracht met het aanbieden van starterwoningen en woningen voor gehandicapten. De heer Berghuis constateert dat het gestelde door de heer Bakker afwijkt van hetgeen in de Grondnota staat. De heer Bakker zegt toe dat op het moment van behandeling van het punt van de starterswoningen er relatie zal worden gezocht met de strategische aankopen. besluitvorming: De voorzitter constateert dat de raad zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel besluit maar stelt wel vast dat er bij de raad nog behoefte is om over het punt van de starterwoningen alsmede het aspect van de strategische aankopen nog nader van gedachten te wisselen.

7. Rapportage over risicoprofiel van onze gemeente. opiniërende bespreking:. De heer De Vries stelt vast dat de situatie zorgelijk is want in 60 % van de gevallen zijn de risico s hoog, 30 % een gemiddeld risico en 10 % een laag risico. De vraag is of in de nabije toekomst er in negatieve zin nog met verrassingen ontstaan. Hij denkt hierbij vooral aan projecten waarvoor subsidie verleend gaat worden. Waarom wordt in dezen uitgegaan van de procentengrondslag en niet van de feitelijke bedragen. Wordt er ook een financiële controller aangesteld. De heer Gesink heeft de indruk dat het risicoprofiel van De Marne er niet goed uitziet omdat deze in veel gevallen hoog is. Positief hierbij is dat het benoemen van risico s vaak gezien kan worden als een gedeeltelijke oplossing. Een gedeelte van de risico s zou er eigenlijk niet moeten zijn. Met name op het punt van de achtervang zou beter moeten worden geregeld. Hij vraagt hier aandacht voor ook al heeft hij begrepen dat het college hiermee bezig is. Het lijkt er op dat het aspect van de samenwerkingsverbanden niet goed is vastgelegd. Ook zijn er knelpunten op het terrein van het onroerend goed waarmee voorzichtig moet worden omgegaan en het is positief dat uit de aanbevelingen blijkt dat men hiermee bezig is. De heer Fidom gaat akkoord met het voorstel om de aanbevelingen van deze rapportage te betrekken bij Kadernota. De reactie van het college op alarmerende mededelingen (van Deloitte en provincie) vindt hij passief overkomen. Daarom verneemt hij graag hoe het college in alle eerlijkheid en openheid aankijkt tegen de financiële situatie van de gemeente. De heer Smook lijkt het gewenst dat het college een duidelijke financiële ambitie gaat formuleren waarbij in kaart wordt gebracht hoe de situatie over een aantal jaren in vergelijking tot momenteel wordt ingeschat. Door sturend op te treden kunnen risico s worden verkleind en daarom vraagt hij hiervoor aandacht. De nota van Deloitte geeft hiertoe aanknopingspunten. Hij denkt hierbij met name aan het GRP op het havencomplex van Lauwersoog en verder is de control-structuur van de gemeente niet optimaal. De heer Van der Vis vindt dat de gepresenteerde rapportage voldoende duidelijkheid verschaft. De interne bedrijfsvoering baart hem de meeste zorgen. De heer Van Dijk merkt op dat nu en ook eerder al het college blijkens de stukken is ingegaan op de zorgelijke financiële situatie. Daarom wordt onderzocht hoe hoog het weerstandsvermogen moet zijn en welke financiële risico s de gemeente loopt. Er moet worden voorkomen dat er nog onvoorziene financiële risico s naar voren komen en tegen die achtergrond is de hele gemeentelijke organisatie tegen het licht gehouden. Er is uit gekomen dat het risico dat wordt gelopen hoger is dan gemiddeld. Bij de behandeling van de Kadernota wordt ingegaan op de vraag hoe het weerstandsvermogen op een hoger niveau (tussen 2.200.000,-- en 2.900.000,--) kan worden gebracht. Dat een en ander in percentages wordt uitgedrukt komt volgens hem voort uit de accountancy maar een en ander wordt ook in bedragen uitgedrukt en dit zal ook zo worden gepresenteerd in een raadsvoorstel. De functie van de controler is er wel maar deze moet meer aandacht krijgen. Het heeft al geleid tot een notitie waarin wordt gepleit om de sturing van het wel en wee van de gemeente beter in de hand te krijgen zodat de risico s kunnen worden beperkt. De visie van de provincie wordt door het college onderschreven en daarom pakt de gemeente de problemen ook serieus aan en er wordt naar gestreefd om te voldoen aan de gestelde normen. Op het punt van de

samenwerking vinden gesprekken plaats welke worden uitgewerkt in verslagen en deze worden in het college besproken. Het streven is er op gericht om de risico s die worden gelopen te verlagen want zodoende kan weer financiële ruimte worden vrijgemaakt. De ambities en het collegebeleid zullen uitgebreider worden gefor-muleerd en gespecificeerd en de mogelijkheid bestaat dat hier en daar de zaak moet worden bijgesteld. Er zal aandacht worden besteed aan de GRP op het havencomplex van Lauwersoog. De heer Gesink blijft er bij dat hij het gevoel heeft dat het aspect van de samenwerking niet goed is vast-gelegd. Hij vraagt hiervoor aandacht zodat het gevoel in overeenstemming wordt gebracht met de realiteit. De heer Smook gaat er vanuit dat het weerstandsvermogen, op grond van het rapport van Deloitte, moet worden gesteld op 2.900.000,-- inclusief de reserves is van het Grondbedrijf van 1.300.000,--. De heer Van Dijk weet niet zeker of dit klopt. De heer Bakker zegt dat volgens hem de reserve van het Grondbedrijf er niet in is opgenomen. De heer Smook leidt hieruit af dat als reserve voor het weerstandsvermogen een bedrag van 2.900.000,-- moet worden aangehouden en daar komt 1.300.000,-- bij voor de grondexploitatie. De heer Van Dijk antwoordt dat het risicoprofiel ligt tussen gemiddeld en hoog wat neerkomt op een bedrag tussen 2.200.000,-- en 2.900.000,--. Dit impliceert dat van een lager bedrag aan weerstands-vermogen kan worden uitgegaan dan 2.900.000,--. conclusie: De voorzitter concludeert dat in voldoende mate kennis is genomen van hetgeen is gepresen-teerd en dat er bij de behandeling van de Kadernota op terug kan worden gekomen. 8. Wijziging Huisvestingsverordening voorzieningen onderwijs. opiniërende bespreking: De heer Roffel constateert dat de raad haar verantwoordelijkheid kwijt raakt voor de huisvesting van voorzieningen voor het onderwijs en overdraagt aan het college. Dat hoeft niet te betekenen dat zij ook de greep hierop verliest. Hij gaat er vanuit dat vóór 8 maart 2006 geen aanvragen zijn ingediend die een spoedeisend karakter hadden en ook dat de uitleg in de VNG-brief onder ad g had moet moeten worden aangevuld met de zin: binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Als dat zo is dan kan met het voorstel worden ingestemd. De heer Wiertsema wil graag opheldering over de vraag of de raad de urgentiecriteria blijft vaststellen omdat uit de stukken blijkt dat dit niet onomstotelijk vaststaat. De heer Bakker antwoordt dat er geen spoedeisende aanvragen zijn ingediend. Het is hem bekend dat binnen acht weken een besluit moet worden genomen op een ingediende aanvraag. Hij weet niet of dit aspect in deze verordening moet worden opgenomen. Hij gaat er vanuit dat de urgentie gaat worden bepaald door het college. De heer Wiertsema dringt er op aan om het door hem gestelde goed te bekijken want dit staat

niet zo in de verordening. De heer Bakker antwoordt dat het de bedoeling is om ook die bevoegdheid over te dragen aan het college. De heer Roffel zal er op attenderen als niet binnen de gestelde termijn een besluit wordt genomen op aanvragen. De heer Bakker antwoordt dat het college heel goed er van op de hoogte is dat het verzoek wordt geacht te zijn ingewilligd als niet binnen acht weken hierover een besluit is genomen en hij hoopt dat dit deze gemeente niet zal overkomen. besluitvorming: Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 9. Bestuursopdracht uitwerking MFA-locatiekeuze. opiniërende bespreking: De heer Van der Zee stemt in met het gepresenteerde voorstel en ook met het uit elkaar halen van het MFA en de geplande winkelconcentratie. Voor het bepalen van de locatie van het MFA maakt het verschil uit of hierin uitsluitend drie scholen onderdak zullen vinden of dat ook rekening moet worden gehouden met de drie scholen met daarbij allerlei andere voorzieningen. De financiële aspecten moeten goed in het oog worden gehouden. De heer Van der Heide stemt in met het voorstel maar vindt dat het voor de plaatsbepaling uitmaakt of er al dan niet een bibliotheek in wordt ondergebracht. Er zijn al veel onderzoeken gedaan en er zijn nu nog vier locaties die in aanmerking komen. In het Masterplan Leens staat dat het MFA in het centrum moet komen en dat impliceert dat twee van de genoemde locaties afvallen. Wat hem betreft kan de geplande vestigings-locatie aan de Achtervalge afvallen zodat hiervoor geen extra onderzoekskosten behoeven te worden gemaakt. De heer De Vries vindt het gepresenteerde voorstel duidelijk. Waarom wordt het hertenkamp niet bij de vestigingslocatie aan de Prinses Beatrixstraat betrokken. Op de schetsontwerpen staan op de verschillende locaties gebouwen met verschillende vleugels waardoor het moeilijk wordt om te komen tot verschuivingen als scholen groeien of inkrimpen. Wanneer komt het onderzoek klaar en worden de resultaten meegedeeld aan de raad. De heer Halsema vindt het belangrijk te weten of er al dan niet en andere voorzieningen naast de scholen in het MFA zullen worden gehuisvest en zo ja welke. Wanneer worden de resultaten aan de raad meegedeeld. De onderzoekskosten worden volgens hem meegenomen in het totaalbudget want er wordt hiervoor geen dekkingsvoorstel gepresenteerd. De heer Fidom heeft op de gehouden voorlichtingsavond de indruk gekregen dat de locatiekeuze van de MFA en de winkelconcentratie uit elkaar worden gehaald. Anderzijds is het gewenst dat door de omvang van de voorzieningen van de MFA het komt tot een combinatie. Het heeft zijn voorkeur om een zo goed mogelijk onderzoek in te stellen naar de vier genoemde locaties. De heer Van Dijk constateert dat wordt ingestemd met het collegevoorstel behoudens de kanttekening welke is gemaakt door de heer Van der Heide inzake de locatie Achtervalge. Er

is gesteld dat het combineren van de MFA en de winkelvoorziening zal leiden tot een erg omvangrijk complex die moeilijk plaatsbaar is en planologisch inpasbaar. Het gaat om twee afzonderlijke processen waarbij het mogelijk is dat de realisatie daardoor wordt vertraagd. Thans gaat het om de te komen tot een locatiekeuze van de MFA en het is de bedoeling om naast de drie scholen hierin meerdere voorzieningen te huisvesten maar dit moet nog nader worden uitgewerkt. Voor de uitkomst van het onderzoek hoeft het niet doorslaggevend te zijn of er bijvoorbeeld al of niet een bibliotheek in wordt gehuisvest. Vanwege het geplande onderzoek naar de winkelconcentratie is het misschien toch beter om deze voorziening daarbij onder te brengen en daarom wil hij die mogelijkheid graag nog openhouden. Het hertenkamp bevindt zich in een open gebied in het dorp Leens en er wordt naar gestreefd dit zo te houden maar wil zich niet volledig vastleggen dat er geen geringe aantasting van dit gebied plaatsvindt. De vormgeving van het gebouw ligt nog volledig open en de gepresenteerde schetstekeningen liggen beslist niet vast. Als eerste wordt onderzocht welke locatie het meest geschikt is als vestigingsplaats van de MFA. De kosten moeten binnen het budget blijven want als dat niet lukt dan is er direct een probleem vanwege de beperkte financiële middelen. Het onderzoek zal zo spoedig mogelijk plaatsvinden zodat dit na de zomervakantie aan de raad kan worden voorgelegd zodat in de herfst gekomen kan worden tot een architectenkeuze. De heer Halsema vraagt hoe en op welke wijze gecommuniceerd wordt met de bewoners rond de locaties. De heer Fidom vindt dat om wille van de procedure de MFA en de winkelconcentratie niet aan elkaar worden gekoppeld. De uitkomst is nog niet bekend maar het gaat wel om twee projecten waarmee veel geld is gemoeid. De heer Van Dijk antwoordt dat in dit geval door de omvang van de gebouwen het beter is om een en ander in tweeën te knippen. Door het combineren ervan is het mogelijk dat er voor schoolgaande kinderen verkeersgevaar gaat ontstaan. Daarom gaat de voorkeur er naar uit om voor twee verschillende locaties te kiezen. De heer Fidom legt uit dat het zijn bedoeling was om aan te geven dat een en ander binnen bepaalde grenzen van elkaar wordt gerealiseerd en dat de loopafstand naar bijvoorbeeld de bibliotheek beperkt blijft. De heer Van Dijk merkt op dat de MFA in eerste instantie is bestemd voor schoolgaande kinderen en kinderopvang. Voor een bibliotheek met een bredere functie dan alleen het dorp Leens moet een andere afweging worden gemaakt. De heer De Vries vraagt of uit het onderwijsveld tot dezelfde keuzes wordt gekomen. De heer Van Dijk antwoordt dat het volledige onderwijsveld bij deze zaak is betrokken en zij steunen dit voorstel. Er is hierover wel contact geweest met dorpsbelangen maar met de omwonenden van de voorgestelde vier locaties is nog niet gesproken omdat het daarvoor nog te vroeg is. De heer Halsema had het zinvol geleken als via bijvoorbeeld de krant de woonomgeving zou zijn geïnformeerd over de op stapel staande plannen. De heer Van Dijk antwoordt dat de Ommelander Courant hieraan al aandacht heeft besteed en volgens hem weten de dorpelingen wel van de plannen af.