Doelgroep: 2 de graad basisonderwijs

Vergelijkbare documenten
Doelgroep: 3 de graad basisonderwijs

Doelgroep: 3 de graad basisonderwijs

Je wereld kleurt taal

Verkeersborden. Eindtermen. Doelgroep. Lesdoel. Lager onderwijs: Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS

Winkelen in het bos?

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: NADENKEN OVER TEKSTEN

Me, myself and I. Je gaat op de volgende manieren portretten maken:

Verdeel de leerlingen in groepjes. Laat elk groepje 3 stellingen bekijken.

jaar 1 Dieren en hun vacht voorbeeldles uit het thema wie ben ik?

seizoenskleuren Kijk eens naar buiten! Hoe kun je zien welk seizoen het is? Aan de bomen, aan de

Het mysterie van ons bord

Afval als voedsel - voedsel maken zónder olie

Bloos je van bloot? Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Bloot, naakt, privé, persoonlijk, cultuur, grenzen aangeven, respect, meisjes, jongens

Handleiding Leskist bomen groep 7

Project 'positief opvoeden' Maandag: complimentendag! Aangezien we werken rond positief opvoeden, starten we de projectweek met een positieve dag.

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

LEERJAAR 3 WERELDORIËNTATIE

De kolibrie. Lievelingsbloemen

Werkblad. LES 9: Ouders. GROEP 1-2. Bijlage 1. Rood actief inspannen/ sporten. Oranje middelmatig inspannen.

Lestips. Tekst Emy Geyskens Kolet Janssen Illustraties Jessica Raes

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA

De wereld op zijn kop

Lesbrief Evolutiespel slakken. Doelgroep: Groep 5 t/m 8. Leerstofgebied: Wereldoriëntatie. Werkvorm: Klassikaal. Duur: ± 15 minuten

Witte wasjes, bonte wasjes

In tegenstelling tot jouw mijn blanke vriend

Lesleidraad. Beste docent

Naam: TIJD EN SEIZOENEN

Spider(wo)man. Doelstellingen

Werkblad. LES 9: Ouders. GROEP 5-6. Bijlage 1. Rood actief inspannen/ sporten. Oranje middelmatig inspannen.

De zomer van Atlas 2018

All italiana. Nr. Thema Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Leergebied

Kleuren maken met Caran d Ache

LEERKRACHTGEDEELTE HOE-FILES: HOE ZIE IK ER SEXY UIT?

Lesbrief Slakkenevolutiespel 1

Leerlingen maakten reeds kennis met het toepassingsgebied biochemie. De leerlingen hebben al analyserend en onderzoekend gewerkt.

DOOR NELE VANHEX EN ADRIANE LEILICH

Lesbrief. Doelen. Alvast veel dank voor jullie deelname en heel veel plezier met het onderzoek!

STELLINGENSPEL. Tijd 10 minuten. Nodig Aanwijzingen voor de docent Stellingen Gekleurde kaartjes (1 per leerling) Flap en stift of bord en krijt

Liefde, voor iedereen gelijk?

Reality Reeks Verwerkingsopdrachten. Mooi meisje Verliefd op een loverboy

8 4 Streken en klimaten

Verwonderen STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 4, 5 en 6

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Melkweg. Een dagje ouder. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Ouder worden

Het gedicht Kampioen

Bruine bananen. Doelstellingen

Handige Harry s. Handleiding en leerdoelen - 2de graad

Thema: Wat gebeurt er in 2014? Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

Verhaal week 1 (hdl. p ) wordt voorgelezen. (geselecteerde tekst) Prent 1 staat vooraan

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

ACTIVITEITEN GROEP 3 en 4

Werkblad. LES 9: Ouders. GROEP 7-8. Bijlage 1. Rood actief inspannen/ sporten. Oranje middelmatig inspannen.

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

Dia 1 Introductie max. 2 minuten!

Lestip 'Het is een boek!'

t Vuil Reclametruukske

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Je eigen nieuwjaarsbrief

Les 2: Bescherm jezelf

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Handleiding Leskist bomen groep 7/8

Activiteit 3: theekopje versieren (individueel) (drie versies theekopjes: fijn, gewoon, mok)

Kijken naar sterrenbeelden

Werkblad 3: Gravenfeest China

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

LES: Wie van de drie? 2

Kop. Romp. Lesbrief Zoekgedrag Leerjaar 1-Profiel 1,2,3

MUZO AD 19 Genoegen beleven aan muzisch bezig zijn.

Sta in je recht. Lessen over (kinder)rechten voor PO

Thema 6: Kun je verloren lopen in je gedachten? webversie

Thema: WK voetbal in Brazilië. Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

BIJ-ODIVERSITEIT. Kinderen verklaren waarom wij voor veel producten afhankelijk zijn van de

Dag 2 Gevoelensgedichten

;k;lk. Les 1 Verschillende soorten nieuws

aan het water koeler is dan op het land langzamer afkoelt dan aarde

Les 2: De vier vrijheden van president Roosevelt

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten Opdrachten

antwoorden en uitleg bij Micropia-onderwijsmateriaal primair onderwijs (groep 7-8)

WERKBLAD mijn landschap

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. To be or not to be. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Doelgroep: 1 ste graad basisonderwijs

LES: Snelle sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

Een stap in de actualiteit

ontwikkeling Sociale en emotionele III Werkvormen: Lesdoelen: Benodigdheden: Kinderboek: Les 8: Mannen en vrouwen (in de media) Lesoverzicht

Ontmoetingskerk Laren NH 26 juni Lucas 9. Preek

NEDERLAND VIERT 100 JAAR DE STIJL DESTIJLUTRECHTAMERSFOORT.NL ONTDEK HET IN UTRECHT & AMERSFOORT! LESSUGGESTIES 100 JAAR DE STIJL GROEP 1 T/M 4

Over taaie taboes en lastige liefdes

doekaart: Het MuseuM (afspraken)

SPOT EEN JOB! Op bezoek bij een interimkantoor. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

LESBRIEF LES 2 DE THT-LES SAMENVATTING LES 2 BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN WERKVORMEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD VOORBEREIDING

Zand erover. verzoeningsviering voor de tweede graad. VAN IN 2013 Tuin van Heden.nu - Viering

Een moeilijk woord voor Natuurbrug is Ecoduct. Wat dat nu precies is, legt de schrijver Frank van Pamelen hieronder nog eens uit.

Regionaal Integratiecentrum Foyer, Brussel. Opleiding Leeftijd Werkvorm Duur Materiaal Ontwikkelingsdoelen. Ik voel me zo

KIJK! mijn leven. Leerjaar 2. Leskatern 1. Ont wikkeld voor. praktijkonderwijs Basis - Kader

Nu ben jij aan de beurt!!!!!!!

Workshop Handleiding. Striptekenen deel 3. wat is jouw talent?

LESBRIEF GROEP THEMA: DEMOCRATIE Verwerkingsopdrachten & kopieerbladen voor Samsam nr. 2, 2017

In de weer met striphelden

Transcriptie:

1 Lesfiche ICO PRONTO Doelgroep: 2 de graad basisonderwijs Thema: kleur Deze reeks van drie lessen neemt onze huidskleur onder de loep, legt de nadruk op het feit dat onze huid van kleur kan veranderen en belicht de oorzaken hiervan. Daarnaast wordt ook dieper ingegaan op het symbolische gebruik van huidskleur, zowel in taal (uitdrukkingen) als op vlak van lichaamsversiering. Doelstellingen De leerlingen kunnen: - de relativiteit van huidskleur aantonen aan de hand van een gedicht - verschillende processen van (huids)kleurverandering aanduiden en de oorzaak en functie hiervan begrijpen - op zelfstandige wijze kleuren linken aan bepaalde uitdrukkingen die in het Nederlands gebruikt worden en begrijpen de betekenis van de uitdrukkingen - aangeven dat er naast natuurlijke huidskleurverandering ook verschillende vormen van lichaamsbeschildering bestaan en dit overal ter wereld - aantonen dat de mode van een gebruinde of witte huid plaats- en tijdsgebonden is Materiaal In bijlage: - infoblad 1: tekst A4 Wie is hier de kleurling, al naargelang afdrukken of gewoon ter info gebruiken - infoblad 2: afbeeldingen kleurverandering, 1x in kleur afdrukken - infoblad 3: oorzaken kleurverandering trefwoorden, 7x in zwart-wit afdrukken en uitknippen - infoblad 4: oorzaken kleurverandering uitleg, 1x in zwart-wit afdrukken en uitknippen - infoblad 5: tekst A3 Wie is hier de kleurling, 1x afdrukken in zwart-wit op A3 - infoblad 6: uitdrukkingen, 5x afdrukken in zwart-wit op A3 - infoblad 7: lichaamsbeschildering, 1x afdrukken in kleur - infoblad 8: choco- of yoghurtmond, 1x afdrukken in kleur (optioneel) - infoblad 9: liever bruin of liever wit, 1x afdrukken in kleur - werkblad 1: kleurplaten gezicht, 1 per leerling in zwart-wit afdrukken - werkblad 2: uitdrukkingen, evenveel exemplaren als het aantal leerlingen in zwart-wit afdrukken Door de leerkracht te voorzien: - kleurpotloden - computer - 5 pakjes gekleurde kaartjes (bv. een half A4-blad gekleurd papier) met in elk pakje 1x wit, 1x blauw, 1x groen, 1x rood en 1x zwart Eindtermen - WO 1.1, 1.2, 1.5, 4.8, 4.12, 6.9 - Ned 1.9, 2.9, 2.10, 6.1, 6.5, 7 - MV 1.6 - SV 1.2, 3

2 Les 1: huidskleur en kleurverandering 1. Opwarmer: Wie is hier de kleurling? A) Individueel werk. Elke leerling krijgt een werkblad (werkblad 1). De leerkracht legt de opdracht uit: - Op het blad zie je 6 hoofden met daarboven een zin. Lees de zin en kleur daarna het hoofd in die kleur die bij jou opkomt als je de zin leest. De kinderen krijgen hiervoor 5 minuten, het is niet de bedoeling dat de hoofden perfect ingekleurd worden maar wel dat de kinderen de kleur gebruiken die hen spontaan te binnen schiet. B) De leerkracht tekent 6 kolommen op het bord met daarboven de kernwoorden van het werkblad: warm / verlegen / zon / koud / ziek / verliefd. De leerkracht vraagt aan de leerlingen welk(e) kleur(en) ze gebruikt hebben bij welke woorden en noteert per kolom een aantal antwoorden. Klasgesprek. De leerkracht vraagt: - Heeft iedereen bij dezelfde woorden dezelfde kleuren gebruikt? Afhankelijk van de antwoorden kan er een gesprek volgen over wie welke kleuren gebruikt heeft en waarom. Daarbij wordt geen eindoordeel geveld over juiste of foute antwoorden maar wordt de nadruk gelegd op het feit dat er verschillende soorten waarnemingen en interpretaties kunnen zijn. Bij de ene leerling kan het woord zon bijvoorbeeld bruin oproepen, bij de andere dan weer rood. Leerlingen met een donkerdere huid zullen dan misschien weer minder verschillen opmerken dan leerlingen met een lichtere huid. C) De leerkracht laat nu het youtubefilmpje (www.youtube.com/watch?v=u1p0lt1unpm) zien of laat de leerlingen zelf naar het desbetreffende filmpje surfen (surf naar www.youtube.be en tik als zoekwoord "wie is hier de kleurling?" tussen aanhalingstekens in). Eventueel kan ook de gedrukte tekst (infoblad 1) uitgedeeld worden. Klasgesprek. De leerkracht vraagt: - Waarover gaat het filmpje? Wie spreekt er, wat vertelt hij? Een zwarte man leest voor. Hij vertelt over de verschillende fases in zijn leven en het feit dat hij daarbij altijd zwart blijft. Daarna richt hij zich tot zijn blanke vriend en somt dezelfde levensfases op waarbij blijkt dat zijn blanke vriend bij elke fase van kleur verandert. - Wat bedoelt de man precies met blank? Met blank duidt men een lichte huidskleur aan. Vandaar dat men mensen met een lichte huidskleur ook wel blanken noemt en mensen met een donkere huidskleur zwarten. - Wat zegt de man helemaal op het einde? Wat bedoelt hij met kleurling? De man vraagt: Hoe kan je mij dan een kleurling noemen?. Een kleurling is iemand met een (aangeboren) getinte huidskleur. 1 1 Het woord kleurling had vroeger een negatieve weerklank. In deze les kiezen we er bewust voor om hier niet dieper op in te gaan, net om de leerlingen zelf geen negatieve connotatie aan te leren. Het filmpje moet in de eerste plaats doen nadenken over het feit dat onze huid van kleur kan veranderen en dat die veranderingen verschillen van persoon tot persoon.

3 - Kan dat eigenlijk zomaar, veranderen van huidskleur? Geef eens een paar voorbeelden. Ja, onze huid kan inderdaad van kleur veranderen. Zo wordt onze huid bruiner als we in de zomer vaak in de zon zijn. Mensen met een lichtere huidskleur die te lang in de zon blijven, kunnen dan weer verbranden waardoor hun huid rood wordt. Sommige mensen worden ook rood als ze verlegen zijn. Zieke mensen zien er vaak bleek uit, terwijl andere mensen dan weer een gezonde blos kunnen krijgen als ze bijvoorbeeld buiten een rondje gejogd hebben. Als het erg koud is, krijgen sommige mensen een blauwachtige huid. - Klopt het dat donkerdere mensen minder snel van kleur veranderen? Ook mensen met een donkerdere huidskleur veranderen van kleur, alleen merk je dat minder goed op. 2. Iedereen kameleon natuurlijke kleurverandering A) Klasgesprek. De leerkracht toont de afbeelding van de kameleon (infoblad 2, pagina 1). De leerkracht vraagt: - Welk dier is dit? Wat is er zo speciaal aan dit dier? Een kameleon kan veranderen van kleur. Die kleurverandering gebeurt vrij snel en kan gaan van een lichte naar een donkere tot zelfs bijna zwarte kleur. - We weten nu al dat mensen en ook sommige dieren van kleur kunnen veranderen. Kennen jullie nog zaken die van kleur veranderen? Als we eens goed rondom ons kijken, dan zijn er wel meerdere zaken die van kleur veranderen. Fruit bijvoorbeeld. Een onrijpe banaan is groen, hoe rijper de banaan wordt, hoe geler en een te rijpe banaan wordt bruin (infoblad 2, pagina 2). Ook bomen veranderen van kleur: in de herfst krijgen veel bomen een rood-, geel- en bruin bladerdak terwijl in de lente de bomen frisse groene blaadjes krijgen (infoblad 2, pagina 3). B) Groepswerk. De leerkracht verdeelt de klas in 7 groepjes. Elke groep krijgt een foto (infoblad 2, alle pagina s) en een stapeltje trefwoorden (infoblad 3). De leerkracht legt de opdracht uit: - Waarom veranderen mensen, dieren en ook voedsel van kleur? Overleg met jullie groepje welke trefwoord(en) jullie bij de foto zouden leggen. De leerlingen krijgen een paar minuten om met hun groepje de trefwoorden te overlopen en na te denken welke trefwoorden ze met hun foto zouden verbinden. Daarna deelt de leerkracht de tekstjes met uitleg uit (infoblad 3 bis) waarbij elke groep het bijpassende tekstje krijgt. De leerkracht zegt: - Lees nu het tekstje met uitleg dat bij jullie foto hoort en kijk of je de juiste trefwoorden gekozen hebt. Als je denkt dat je alle juiste trefwoorden hebt die bij je foto horen, dan kom je je foto samen met de trefwoorden aan het bord hangen. C) Klasgesprek. Wanneer alle foto s en trefwoorden aan het bord zijn opgehangen, laat de leerkracht elk groepje aan het woord over zijn foto en kan de leerkracht indien nodig meer uitleg geven: - Afbeelding 1 - Waarom verandert een kameleon van kleur? 2 2 Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/kameleons

4 Trefwoorden camouflage, communicatie, stress, ziek, bang, boos - Afbeelding 2 - Waarom verandert voedsel van kleur? Trefwoorden: rijp, lekker, eetbaar, niet langer eetbaar, rot, niet lekker - Afbeelding 3 - Waarom veranderen bladeren van kleur in de herfst? 3 Trefwoorden: minder zon, minder energie, herfst - Afbeelding 4 - Waarom worden we soms rood? 4 Trefwoorden: verlegen, niet op je gemak zijn - Afbeelding 5 - Waarom worden we bruin? 5 Trefwoorden: zonnestralen, meer pigment, bescherming - Afbeelding 6 - Waarom verbrandt onze huid? 6 Trefwoorden: te veel zon, verbrand, niet beschermd, oppassen - Afbeelding 7 - Waarom verandert het stekelbaarsmannetje van kleur? 7 Trefwoorden: goede jager, gezond, vrouwtje versieren, aandacht trekken De leerkracht besluit: kleurverandering gebeurt niet zomaar. Het feit dat dieren, mensen en voedsel van kleur veranderen, heeft een belangrijke signaalfunctie. Het wijst onder andere op hoe we ons voelen (verlegen, boos, bang, ) of op gevaar (verbrand, bedorven, ). 3 Bron: http://www.willemwever.nl/vraag_antwoord/dieren-en-planten/waarom-verkleuren-bladeren-de-herfst en http://www.kennislink.nl/publicaties/geel-oranje-rood 4 Bron: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20120401_blozen01 5 Bron: http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/2157314/biologie/item/229596/huidskleur/ 6 Bron: http://www.nationalgeographic.nl/actueel/waarom-onze-huid-verbrandt-in-de-zon 7 Bron: http://www.natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurdatabase.nl/i002738.html

5 Les 2: kleur, taal en geschiedenis 1. Zo rood als een kalkoen taal en huidskleur A) Klasgesprek. De leerkracht hangt de tekst met de ontbrekende kleuren aan het bord (infoblad 5) en vraagt: - Jullie zien nu de uitgeschreven tekst van de man van het youtubefilmpje. De kleuren in de tekst ontbreken echter. Kunnen jullie ze verder aanvullen? Bij de ik-persoon is het antwoord telkens zwart, bij de jij-persoon vullen de leerlingen aan met wat ze zich herinneren van het youtube-filmpje. - Klopt het wel wat de zwarte man over blanke mensen zegt? We hebben daarnet al geleerd dat onze huid inderdaad rood kan worden als we te lang in de zon liggen. Maar word je echt groen als je bang bent? Of geel als je ziek bent? Wat de man zegt, klopt niet helemaal. Niemand is volledig roze of wit. Als je bang bent, word je uiteraard niet groen, net zoals je niet geel wordt als je ziek bent. Je huid kan wel een beetje van kleur veranderen, bijvoorbeeld als je koud hebt, dan wordt je huid precies een beetje blauwig. En als je ziek bent, kan je er witter of geler uitzien dan normaal. De man gebruikt dus eigenlijk uitdrukkingen die in het Nederlands bestaan om een bepaalde toestand weer te geven. - Kennen jullie nog uitdrukkingen met kleur? Met deze vraag peilt de leerkracht gewoon naar de voorkennis van de leerlingen. B) Groepswerk. De leerkracht verdeelt de klas in 5 verschillende groepjes van 4 à 5 personen. Elk groepje krijgt 1 groot blad met uitdrukkingen (infoblad 6) en een pakje gekleurde kaartjes (1x wit, 1x blauw, 1x groen, 1x rood en 1x zwart). De leerkracht legt de opdracht uit: elke groep heeft een werkblad gekregen met daarop 10 uitdrukkingen (nummer 1 bestaat uit 2 gelijkaardige uitdrukkingen). In elke uitdrukking zit een kleur verwerkt. Jullie moeten achterhalen om welke kleur het gaat. Boven elke uitdrukking wordt telkens de betekenis uitgelegd. Die uitleg kunnen jullie gebruiken om te achterhalen met welke kleur jullie de uitdrukking moeten aanvullen. Schrijf jullie antwoorden op het blad. Jullie krijgen hiervoor 5 minuten, daarna verbeteren we klassikaal. Bij de klassikale verbetering kan de leerkracht bij elk nummer vragen om het bijpassende kleurkaartje in de lucht te steken. Op deze manier worden verschillende antwoorden visueel meteen duidelijk en kan de leerkracht hierop inpikken. Waarom heeft het ene groepje bijvoorbeeld rood van jaloezie als antwoord ingevuld terwijl een ander groepje voor groen koos? Het kan interessant zijn om bij de achterliggende motieven van de leerlingen stil te staan. Eventueel kunnen de leerlingen de oplossingen noteren op hun eigen werkblad (werkblad 2). 2. Liever bruin of liever wit? Klasgesprek. De leerkracht vraagt: - Kennen jullie zelf mensen met een tatoeage? - Wie schminkt zich wel eens of laat zich schminken? - Wie zou er wel eens van kleur willen veranderen? En welk kleurtje zou je willen krijgen? De leerkracht toont nu de foto s van infoblad 9 en vraagt: - Wat zie je op de foto s (infoblad 9, foto s pagina 1)?

6 Een vrouw van wie de ene helft van het gezicht donkerder is dan de andere helft, onder de foto staat In 10 minuten een stralend bruine huid. Het is reclame voor een zelfbruinende crème. Op de andere foto staat een wel erg bruin meisje. - Wat zie je op deze foto s (infoblad 9, pagina 2)? Mensen aan het strand die helemaal ingepakt zijn in een soort van zwempak die hun volledige lichaam verbergt. Alleen hun ogen, mond, neus en handen zijn onbedekt. - Wat zie je op deze foto s (infoblad 9, pagina 3)? Op de ene foto staat een groep Aziatische vrouwen met een witgeschilderd gezicht. De andere afbeelding is een schilderij van een deftig uitziende dame met een wit gezicht. - Wat denken jullie van de foto s? Wat is het verband tussen de foto s? De foto s vertellen iets over de wens van mensen om hun huidskleur te veranderen. Er zijn mensen die graag een bruine huid willen en daarom graag zonnen, naar de zonnebank gaan of zelfbruinende crèmes gebruiken. In veel landen in bijvoorbeeld Europa en Noord-Amerika is het de mode om bruin te zijn. Er zijn ook mensen die hiermee overdrijven en zo verslaafd zijn aan bruin worden dat ze een veel te bruine huid krijgen door al dat zonnen. 8 Maar er zijn ook mensen die helemaal niet graag bruin worden en het liefst van al een zo n bleek mogelijke huidskleur hebben. Veel Chinezen bijvoorbeeld hebben er een hekel aan om te bruinen in de zon. Een donkere huidskleur is een teken van armoede, wit is hét schoonheidsideaal. Daarom beschermen ze zich zoveel mogelijk tegen de zon en gaan ze bijvoorbeeld volledig ingepakt en met een gezichtsmasker gaan zwemmen. 9 Ook in Japan was een witte huid eeuwenlang een statussymbool. Een witte huid betekende dat je niet buiten hoefde te werken. Dus: hoe witter, hoe rijker. Al 1500 jaar voor Christus maakten mensen in Japan hun gezichten wit. De vrouwen die je op de foto ziet, zijn gekleed als geisha s, deze gezelschapsdames waren in het Japan van de 18 e en 19 e eeuw erg populair. 10 De mode van een witte huidskleur Weetje: Het woord chocomond wordt vaak gebruikt wanneer iemand een vuile mond heeft, bijvoorbeeld door een boterham met choco te eten. Maar wist je dat ze in andere landen in dat geval over een yoghurtmond spreken? Bij mensen met een donkerdere huid valt choco immers niet zo op als bij mensen met een lichtere huid. Bij yoghurt geldt net het omgekeerde. Leuke foto s hiervan vind je op infoblad 8. zagen we vroeger ook in veel Europese landen, zoals je ziet bij de vrouw op het schilderij. Zo poederden in de 18 e eeuw adellijke vrouwen en mannen hun gezicht helemaal wit omwille van dezelfde reden: een bleek gezicht betekende dat je van goede komaf was en dus geen zware buitenarbeid hoefde te verrichten. 11 8 Bron: http://www.zapmagazine.be/santee/brein-body/pages/tanorexiaverslaafdaanbruintanorexia.aspx 9 Bron: http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=dmf20120823_238&pid=1904698 10 Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/geisha#make-up 11 Bron: http://frederikdegraaff.tripod.com/id6.html

7 Les 3: Lichaamsbeschildering symbolische huidskleur Deze les is een creatieve les waarbij de leerlingen op basis van verschillende voorbeelden van lichaamsbeschildering zelf aan de slag gaan. Klasgesprek. De leerkracht vraagt: - Onze huid kan van kleur veranderen door bepaalde factoren zoals bijvoorbeeld de zon, of de kou. Maar op welke manieren kan je huid nog een ander kleurtje krijgen? Door de huid te beschilderen. - Ken je voorbeelden van lichaamsbeschildering? Beschilderen jullie soms jullie huid? Tatoeage, henna, schminken, je gezicht beschilderen als je naar een voetbalwedstrijd gaat,.. De leerkracht toont de verschillende afbeeldingen van lichaamsbeschilderingen (infoblad 7), polst telkens eerst naar de voorkennis en geeft daarna duiding. - Afbeelding 1: lichaamsbeschildering in Ethiopië. De Surma leven in Zuidwest-Ethiopië. Een populair ritueel én sport bij de Surma is Donga, een gevecht met stokken. Vóór het gevecht beschilderen de mannen zich met tekeningen van kalk en modder. 12 - Afbeelding 2: lichaamsbeschildering in Pakistan. In verschillende landen ter wereld wordt henna gebruikt om het lichaam mee te versieren. Hennapoeder wordt gemaakt van de gedroogde en gemalen bladeren van een plant. De kunst van het beschilderen van de huid met henna wordt mehndi genoemd en is al zeker zo n 5.000 jaar Tip: Er bestaan speciale tattoo gelpennen om tekening op de huid aan te brengen. Er bestaat ook speciaal papier om neptattoos mee te maken (zie: www.mijneigenneptattoo.nl/tattoo-papier.htm) oud. Men plaatst de tekening omdat men gelooft dat henna beschermt tegen het kwade en geluk en welvaart brengt of gewoon omdat men het mooi vindt. Na een paar weken verdwijnt de tekening van je huid. 13 - Afbeelding 3: lichaamsbeschildering bij Berbers. Traditionele Berbersamenlevingen plaatsen tatoeages als bescherming tegen boze geesten en ziektes. Ze gebruiken hiervoor geometrische motieven die ze aanbrengen op o.a. het hoofd, de polsen, de handen en de enkels. 14 Berbers zijn de oorspronkelijke bewoners van Noord-Afrika en leven nu nog voornamelijk in Marokko, Algerije, Tunesië en Libië. 15 - Afbeelding 4: lichaamsbeschildering in Soedan. Bij de Nuba, een volk dat leeft in het centrale deel van Soedan, is lichaamsbeschildering erg belangrijk, ze kunnen er uren aan besteden. 16 Welk kleur wanneer gebruikt mag worden, is aan strikte regels gebonden. Rood en wit zijn de eerste kleuren die een jongen vanaf 8 jaar mag gebruiken. Zwarte en gele versieringen mogen pas op latere leeftijd gebruikt worden. 17 12 Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/surma_people en http://www.flickr.com/photos/mytripsmypics/5742448474/ 13 Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/henna 14 Bron: http://www.kmkg.be/sites/default/files/files/het_versierde_lichaam_v2.pdf 15 Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/berbers 16 Bron: http://en.wikipedia.org/wiki/nuba 17 Bron: http://www.trindera.pwp.blueyonder.co.uk/african%20art%2009/face_painting_in_nuba.htm

8 Op deze manier kan je de leeftijd en status van iemand van zijn lichaamsbeschilderingen aflezen. 18 - Afbeelding 5: lichaamsbeschildering in Papoea-Nieuw-Guinea. In Papoea-Nieuw-Guinea beschilderen mensen hun lichaam bij festivals of ceremonieën. Elke stam heeft zijn eigen stijl en vormen van lichaamsbeschildering, zo kan je met je lichaamsbeschildering tonen tot welke stam je behoort en het groepsgevoel versterken. 19 - Afbeelding 6: lichaamsbeschildering bij de Kayapo-indianen in Brazilië. De Kayapo beschilderen hun lichaam met rood, groen, zwart en wit. Elke kleur hoort bij een bepaald lichaamsdeel en heeft ook een bepaalde betekenis. Zo wordt rood aangebracht op de ledematen, op het gezicht, op de voorarmen en handen, boven de knie en op de voeten. Deze kleur symboliseert energie, gezondheid en snelheid. 20 - Afbeeldingen 7, 8 en 9: bodypainting, schminken en tatoeages, overal ter wereld. De vorige foto s toonden verschillende soorten lichaamsbeschildering bij enkele afzonderlijke volkeren maar bepaalde vormen van lichaamsbeschildering vind je eigenlijk overal ter wereld. Een nieuwe vorm van lichaamsbeschildering is bijvoorbeeld bodypainting waarbij meestal het hele lichaam wordt beschilderd waardoor je vaak een grappig resultaat krijgt. Schminken doen we dan weer om ons mooi te maken of te verkleden. Veel mensen hebben ook een tatoeage, als versiering of om een bepaalde boodschap mee te geven (denk maar aan een tatoeage met de naam van je lief). 18 Bron: http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/pmc1117338/ 19 Bron: http://web.prm.ox.ac.uk/bodyarts/index.php/temporary-body-arts/body-painting/190-papua-new-guinea-bodypainting.html 20 Bron: http://www.kmkg.be/sites/default/files/files/het_versierde_lichaam_v2.pdf