Kleine beestjes
inhoud. De mier 2. De teek 4. De regenworm 5 4. De pissebed 6 5. De hoofdluis 7 6. De vlieg 8 7. De mug 9 8. De vlo 0 9. Filmpje Pluskaarten 2 Colofon 4 Bronnen en foto s 5
. De mier Een mier woont in een grote groep. Die groep noem je een kolonie. Mieren wonen in nesten. In het nest zijn veel kamers (). In een kolonie leven drie soorten mieren: Eén of meer koninginnen (2) die alle eitjes leggen. De mannetjes (). Zij paren met de koningin. Later kan de koningin eitjes leggen. De werksters (4). Zij doen al het werk. Er zijn allerlei werksters: soldaten, verkenners en verzorgers. Soldaten (5) zijn iets groter. Mieren werken heel goed samen. Een werkster verkent de buurt. Ze vindt voedsel. Ze laat een spoor achter. Het is een geurspoor. De andere mieren weten nu waar het eten is. Ze komen gelijk helpen. ingang eten nieuwe larven 2 koningin ingang eitjes ingang eten 4 5
2. De teek Een teek () is erg klein. Een teek drinkt bloed. Het is het bloed van een mens of een dier. Met zijn snuit bijt hij in de huid. Hij stopt zijn snuit in het wondje (2). Zo drinkt hij. De kleine teek wordt boller en boller (). De teek is vol (4). Hij laat zich vallen. De teek woont in struiken en gras. Een teek kan lang zonder eten. Hij wacht tot er iemand langs loopt. De teek op een hond (5) zoekt een hond. Hij houdt niet van het bloed van een mens. Een teek op een schaap of hert houdt wel van mensenbloed (6). Van de beet van een teek kun je ziek worden. Een teek haal je weg met een tekenlepel (7). 5 2 6 4 7
. De regenworm De regenworm woont onder de grond. Hij graaft er gangen. Het gegraaf houdt de grond lekker luchtig. Zo zakt het water goed in de grond. Hoe meer wormen, hoe gezonder de grond is. In de nacht steekt hij zijn kop boven de grond. Hij zoekt een blad. De worm trekt het blad zijn gang in (). Het blad is zijn eten. De poep van de worm is goede mest. Het is goed voor planten en bomen. Een worm heeft een lijf met ringen. Oude wormen hebben veel ringen. De worm heeft veel vijanden. Mollen (2), egels en vogels () lusten graat wormen. Soms gebeurt er een ongeluk. De worm wordt in twee stukken gebeten. Het ene stuk ontsnapt. De worm groeit gelukkig weer verder. 2
4. De pissebed De pissebed houdt van donkere plekken. Op die plek moet het ook vochtig zijn. Pissebedden vind je onder een steen, onder rottend hout of onder een bloempot in de tuin. In huis vind je ze soms ook. Ze zitten in een vochtige kelder. Heel vroeger was een pissebed een waterdier. Je kunt het nog aan één ding zien: De pissebed heeft net als een vis kieuwen. Met de kieuwen haalt hij adem. Op droge plekken gaat de pissebed dood. Rottend hout en bladeren zijn het eten van de pissebed. De pissebed drinkt door twee kleine staartjes (). In de natuur vind je heel veel pissebedden. Er worden er ook veel opgegeten. Insecten, spinnen, kikkers en vogels zijn dol op pissebedden.
5. De hoofdluis De hoofdluis () woont graag op je hoofd. Hij verstopt zich tussen het haar. De hoofdluis is piepklein. (2) Het diertje zuigt bloed uit je huid Dat bloed is het eten van de hoofdluis. Het wondje zorgt voor jeuk. Het haar is ook het nest van de luis. De hoofdluis legt eitjes. Ze zijn klein en wit. Je noemt het eitje een neet (). Na een dag of acht komt de neet uit. De hoofdluis gaat vaak op reis. Hij zoekt een ander hoofd. De luis verhuist via een jas in de gang. Of hij loopt snel over als twee hoofden tegen elkaar zijn. Hoofdluis jeukt en is vervelend. Een netenkam (4) haalt alle neten en luizen uit het haar. Luizenshampoo is ook een goed middel tegen hoofdluis. 4 2
6. De vlieg De vlieg vind je overal. Hij zit op je eten, op afval en op poep. Dat is niet zo fris. De vlieg is op zoek naar eten. Hij landt in de suikerpot. De vlieg proeft eerst. Dat doet hij met zijn voorpoten. De vlieg eet met een zuigsnuit (). Hij spuit er eerst wat spuug mee op de suiker, De suiker wordt nat. Nu kan de vlieg het opzuigen door zijn rietje. Nu maakt de vliegt zijn poten schoon (2). Zo kan hij weer iets nieuws proeven. De vlieg leeft maar drie weken. In die tijd legt het vrouwtje veel eitjes (). VIEZERD! Ze legt de eitjes in dode dieren. Maar ook in mest. Uit elk eitje komt een made (4). Ze gaan gelijk eten. Na een tijd wordt de made een pop. Uit de pop (5) komt een vlieg. 5 2 4
7. De mug De mug zoemt rond. Het is zomer. Het vrouwtje is op zoek naar eten. Haar eten is bloed. Bloed van een mens of een dier. Ze landt op de huid van Esther. Haar lange zuigsnuit boort een gaatje. De mug spuit eerst wat spuug naar binnen (). Zo wordt het bloed lekker dun. Nu zuigen maar! De mug zit vol bloed (2). Ze vliegt weg. Esther krijgt een bult () die jeukt. Die bult komt door de spuug, 4 De mug heeft bloed nodig. Alleen dan kan het vrouwtje eitjes leggen. Ze legt de eitjes in een sloot of een vijver (4). Uit de eitjes komen eerst larven (5). De larven worden steeds groter Elke larve wordt een pop (6). Uit de pop vliegt later een mug weg uit het water (6). 2 6 5 5 6
8. De vlo Ook de vlo leeft van bloed. Ze gaan graag op bezoek bij een dier. Ze zijn dol op honden en katten. Ook de beet van een vlo jeukt. Vlooien zijn piepklein (). De achterpoten zijn lang. Daarmee maken ze grote sprongen. Ze kunnen niet vliegen. De vrouwtjes leggen eitjes (2). Ze legt de eitjes in mand van de hond of de kat. Uit elk eitje komt een larf (). De larf wordt later een pop (4). En uit de pop komt weer een vlo (5). Er zijn mensen die houden vlooien. De vlooien werken in een circus. Het is een vlooiencircus (6). Vlooien zijn best sterk. be- Ze doen kunstjes en trekken karretjes (7). Je moet wel goede ogen hebben. Anders zie je ze niet. Je ziet vaak alleen de kar wegen. 4 5 2 6 7
9. Filmpje Huisje Boompje Beestje Kriebels in mijn haar Bekijk het filmpje
Bronnen nl.wikipedia.org/wiki/mier nl.wikipedia.org/wiki/teek nl.wikipedia.org/wiki/regenworm nl.wikipedia.org/wiki/pissebed nl.wikipedia.org/wiki/hoofdluis nl.wikipedia.org/wiki/vlieg nl.wikipedia.org/wiki/mug nl.wikipedia.org/wiki/vlo
Colofon en voorwaarden Dit is een uitgave van E-duboek Website: www.eduboek.nl Copyright Age Cnossen 207 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 92 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.