Inhoud. Inleiding 2. 1. Inhoud en opzet project 4. 2. Week één: Mannetje Jas 7. 3. Week twee: Het verhaal van Mannetje Jas 10



Vergelijkbare documenten
Mannetje Jas in de klas. Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2

Kleine Ezel. Handleiding voor de bibliotheek Groep 1-2

Mannetje Jas. Maar op een dag kon hij er niet meer tegen. Hij wilde het eindelijk eens warm hebben. Hij kleedde zich dik aan en ging de deur uit

Auditieve oefeningen thema kleding

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Lesbrief bij de voorstelling Tik Tak Slaap

januari 2013 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Winterwoorden - BVP Hint Music 2013

Sneeuwman kan. Luk Depondt Guido Van Genechten GEGEVENS BOEK: KORTE INHOUD: ISBN ,95. Uitgeverij: Bakermat

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Lesbrief groep 1 en 2 Winter

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Lesbrief Kikker in de kou

Logeer boeken. Groep 1-2

De Taallijn. Peuters Interactief met Taal

Groep "Nog 100 nachtjes slapen" (prentenboek)

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen.

Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!

Knabbel en Babbeltijd.

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Voor het eerst naar school

BiblioMemo. Handleiding voor de bibliotheek Groep 5

INFORMATIEBRIEF nr.6 VRIENDJES - KIKKER IS VERLIEFD. Aan de ouders van groep 1 en 2

Naar het gelijknamige boek van Milja Praagman. : STT-produkties, aanbieder van jeugd- & jongerentheater Bewerking tekst : Peter van Dijk

Inleiding. Drie taalvormen

Dini s poppenrijk Lesbrief

DieDrie. Lesbrief bij de voorstelling Zeg het met muziek

Echte helden. Alice Pantermüller Christiane Hansen GEGEVENS BOEK: KORTE INHOUD: ISBN ,99. Uitgeverij Bakermat

KUNSTLES Suzan Overmeer Jazz4kids

LESBRIEF BIJ VOORSTELLING WOLFJE VAN THEATERGROEP ARTHUR GROEP 3-4-5

Handleiding bij Monkie groep 0 t/m 2 (Peuters & kleuters)

Mirjams mama en moekie

Leesboekje de kleding

Activiteiten bij 'De tovenaar die vergat te toveren'

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

Ik ben een heel klein muisje

Eerste week vd advent

De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd.

CBS DE VAART Informatieboekje groep 1/2

Hosanna. Hosanna! Hosanna! De Heer komt voorbij. Zwaai met de takken en zing nu blij.*

Willen jullie weten hoe een schooldag er bij ons uit ziet? Lees dan maar snel verder..

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

De olifant die woord hield

LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-

Sinterklaas, weet je de weg?

LESBRIEF. Samenvatting: Bij dit boek horen diverse bijlagen: thema s: Ben jij ooit naar een neuzenfeest geweest?

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME

Peuterspeelzaal Viooltjes Stockholm SG Schiedam violierkids@komkids

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Thema 1: Wie zijn wij?

De arme man en zijn parkiet

Leerlingen leren hoe ze ruzies constructief kunnen oplossen. Leerlingen leren hoe ze het na een ruzie weer goed kunnen maken

Inhoud Voor de leerling Voor de leraar Algemeen

De Voorleesvogel. Tips bij interactief voorlezen

Lesbrief. Vliegende Koe

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

Spelen met letters. Groep 3

Ik help je wel. illustraties Karlijn Scholten verhaal Isabelle de Ridder

NAAM ORGANISATIE: KDV DE KNUFFEL ACTIVITEIT:

1 Ik lees graag in mijn leesboek/leeskaart.

Ahoy, kapitein! Stefanie Dahle GEGEVENS BOEK: KORTE INHOUD: ISBN ,99. Uitgeverij Bakermat. Suggesties: Emy Geyskens.

GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers

Op zoek naar mooie geluiden. Lerarenhandleiding Basisonderwijs groep 1, 2, 3 en 4

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven

Nieuwsbrief /2018. Beste ouder(s) en verzorgers,

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Flyer Hihahuttenbouwers.indd :01

in de klas Opzet lesbrief

Lesbrief Ezel en Beer. Beste kleuters,

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

De inrichting van de speelleeromgeving bij Geen troep op de stoep.

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Het houden van een spreekbeurt

Weekprogramma: 1 jaar Zichzelf in de spiegel bekijken en gezichtsuitdrukkingen nadoen

Regen. ( 20 oktober 14 november)

Veilig leren lezen Aftelkalender Sinterklaas: hoeveel nachtjes slapen nog? - Versie 2013

Naam: Welkom op De Leer!

Informatie voor ouders van kinderen van 0 1 ½ jaar

Introductie. Lesinstructie. Lesinstructie. Leerdoelen. Introductie. Opzet. Bronnen

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

De inrichting van de speelleeromgeving bij In elke hoek een boek.

Activiteitenprogramma t/m 07.02

Begrippen: Bekende begrippen: Kleur rood- blauw geel groen oranje paars vorm rond hoek bol kubus cilinder balk tent

Liefde in het kippenhok

Voorlezen is leuk! Handleiding leerkracht - Groep 1-2

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Woorden in prenten. 5 Voorwoord 6 Inleiding

A. Lessuggesties bij het thema jas. Elk van deze oefeningen kan aangevuld worden met het stappenplan: jas aandoen (zie bijlage) 1. Wat is een jas?

maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Informatieboekje (voor)lezen

basisoefeningen workshops Alphons Laudyschool, fase 1

Werkblad. LES 9: Ouders. GROEP 1-2. Bijlage 1. Rood actief inspannen/ sporten. Oranje middelmatig inspannen.

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4

Lesideeën groep 3 en 4

december 2012 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Paul Natte Kerstkaart

Transcriptie:

Inhoud Inleiding 2 1. Inhoud en opzet project 4 2. Week één: Mannetje Jas 7 3. Week twee: Het verhaal van Mannetje Jas 10 4. Week drie: Warm en koud 14 5. Week vier: Verliefd 17 6. Week vijf: Jassenhuis 19 Bijlage: De bibliotheekbrief 22 Bijlage: Voorbeeldtekst voor website/nieuwsbrief 23 1

Inleiding Mannetje Jas in de klas is een leesbevorderingsproject voor groep 1 en 2 van het basisonderwijs. Het is onderdeel van het leesbevorderingsprogramma Rode Draad van Cubiss, waarbij het stimuleren van het leesplezier van kinderen centraal staat. In groep 1 en 2 ligt het accent daarbij op voorlezen. Voorlezen, het samen bekijken van prentenboeken en er over praten, versjes lezen en liedjes zingen zijn belangrijke elementen om kinderen actief en passief met taal in aanraking te laten komen. Er is een positieve samenhang vastgesteld tussen voorlezen en het aanvankelijk en begrijpend lezen. Ook spelen boeken een grote rol bij de ontwikkeling van fantasie en creativiteit van kinderen, bij de uitbreiding en herkenning van hun leefwereld en bij het herkennen van en leren omgaan met gevoelens. Uitgangspunt van dit project is het prentenboek Mannetje Jas van Sieb Posthuma, uitgegeven door uitgeverij Querido in 2012 (3e druk). Het is een modern sprookje over een mannetje dat in zijn jassen woont. Wat Mannetje Jas ook doet, hij wordt maar niet warm. Steeds meer jassen trekt hij aan. Maar met al die jassen past hij niet meer in zijn eigen huis. Hij moet voortaan wonen in zijn jassenhuis. Dan ontmoet hij Vrouwtje Jas, die net zo kouwelijk is als hij en ook in zo n jassenhuis woont. Ze hebben veel om over te praten en ze krijgen het er zelfs warm van. De jassen kunnen uit! Het duurt niet lang of het mannetje haalt alle spullen uit zijn eigen huis en trekt bij Vrouwtje Jas in. Aan de kapstok hangen voortaan nog maar twee jassen. Het prentenboek komt tot leven door het voor te lezen in de klas, door te spelen met het verhaal en door de verwerking van de thema s uit het verhaal, zoals kleding, warm en koud, tegenstellingen, huis en wonen. De suggesties over voorlezen in deze handleiding zijn gebaseerd op de Taallijn, een werkwijze om de taalontwikkeling van jonge kinderen te stimuleren (www.detaallijn.nl). Hierbij ligt de nadruk op de interactie met en tussen kinderen met het doel om zowel het taalaanbod als de taalproductie te stimuleren. 2

Inzet in onderwijspraktijk Leerdoelen Leerlingen hebben inzicht in de verhaallijn en de illustraties van het prentenboek Leerlingen kunnen zich inleven in het verhaalfiguur van het prentenboek Leerlingen kunnen reflecteren op de eigen ervaring van voorgelezen prentenboek Referentiekader en kerndoelen Met dit project werken de leerlingen tevens aan het bereiken van de Referentieniveaus Lezen aan het eind van de basisschool, zoals deze staan beschreven in Leerstoflijnen lezen beschreven (SLO, 2011): Leerlingen komen in aanraking met een leesomgeving; Leerlingen werken aan een leestaak: (voor)lezen van fictie en het delen van leeservaringen; Leerlingen komen in aanraking met verschillende onderwerpen in boeken; Leerlingen komen in aanraking met verschillende kenmerken van verhalen zoals verhaalstructuur en perspectief, personages en woordgebruik; Leerlingen ontwikkelen een waardering voor verhalende teksten en leren de waardering te formuleren; Leerlingen leren bronnen te gebruiken die met jeugdliteratuur te maken hebben zoals de bibliotheek. Het project Mannetje Jas sluit aan op Kerndoel 9 van het Nederlands schriftelijk onderwijs (2006): De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. (Zie ook www.slo.nl/primair/kerndoelen en http://tule.slo.nl) Taal- en stimuleringsprogramma s Het project kan worden ingezet bij de thema s van verschillende taal- en stimuleringsprogramma s. Ik en Ko Piramide Kleuterplein Schatkist Brr, wat koud Kamers in het huis Bouwen Vriendjes Bij mij thuis We gaan verhuizen Th u i s Iedereen is mooi! Thuis in mijn huis Kijk mij eens! Wie ben ik? Hoe vind je het staan? Allemaal mensen 3

1. Inhoud en opzet project Inhoud project Mannetje Jas Van de bibliotheek ontvangt u de volgende projectmaterialen die horen bij het project Mannetje Jas: Een set uitgestanste jassen voor het maken van een jassenhuis Vertelattribuut rood vogeltje Toegang tot www.cubiss.nl/mannetjejas (gebruikersnaam: mannetjejas en wachtwoord: klappertanden) * Vertelplaten Mannetje Jas * Filmpje Mannetje Jas (uitzending Koekeloere 21-8-2008) via www.teleblik.nl * Het Jassenlied * Bibberlied * Vogelgeluiden De bibliotheekbrief Prentenboek Mannetje Jas Handleiding onderwijs Optie: een kleine collectie boeken bij thema s kleding, tegenstellingen, verliefd en huizen. Opzet project Mannetje Jas Het project Mannetje Jas is verdeeld over vijf projectweken. In iedere projectweek kunnen tijdens één of meerdere dagdelen verschillende activiteiten uitgevoerd worden. Eventueel voegt u een aantal weken samen zodat de projectperiode wordt ingekort. In elke projectweek wordt het verhaal steeds op een andere manier aangeboden en er worden een of meerdere activiteiten uitgevoerd met verhaalelementen uit het boek. Suggesties voor deze activiteiten zijn in deze handleiding beschreven. Door het verhaal meerdere keren voor te lezen, door over het boek te praten en kinderen het verhaal te laten navertellen verwerken ze het beter. Kinderen ontdekken dat verhalen voorspelbare elementen bevatten, zoals karakters, situaties, problemen en oplossingen voor de problemen. Zo ontdekken ze dat de volgorde in verhalen iets met het tijdsverloop van het verhaal te maken heeft. Deze kennis helpt hen later met begrijpend lezen. 4

De voorleesactiviteiten in deze handleiding zijn gebaseerd op de Taallijn, waarbij in zes stappen een voorleescyclus worden gevolgd. De zes stappen zijn in deze handleiding geïntegreerd in verschillende projectweken: 1. Voorbereiding door de leerkracht: verhaal lezen en probleemstelling bepalen 2. Kinderen nieuwsgierig maken: kinderen voorspellen de inhoud van het verhaal 3. Introduceren van verhaalfiguren en voorlezen van het verhaal 4. Ingaan op het verhaal: de verhaallijn, het probleem en de oplossing 5. Doorgaan op het verhaal en verwerking 6. Afsluiting van het project Vijf projectweken Week 1 Mannetje Jas Introductie * Voorlezen van de bibliotheekbrief * Leren Bibberlied * Verwerking: een jas voor Mannetje Jas Voorlezen prentenboek Mannetje Jas Doorgaan op het verhaal: woordmuur en projecttafel Week 2 Het verhaal van Mannetje Jas Voorlezen: prentenboek Mannetje Jas Ingaan op het verhaal: verhaalfiguur Mannetje Jas Doorgaan op het verhaal: kleding Leren van Het Jassenlied Verder lezen Week 3 Warm en koud Voorlezen met vertelplaten op digibord: Vogeltje vertelt Mannetje Jas Doorgaan op het verhaal: warme en koude woorden Verwerking: bibberwoorden Doorgaan op het verhaal: warm/koud en andere tegenstellingen Verwerking: Bibberlied en bibber-en beefmuziek Verder lezen Week 4 Verliefd Voorlezen: luisteren en kijken naar Mannetje Jas op www.teleblik.nl Ingaan op het verhaal: Mannetje Jas en Vrouwtje Jas Verwerking: Hartentafel Verder lezen Week 5 Jassenhuis Voorlezen en doorgaan op het verhaal: wonen in een jassenhuis Verwerking: de bouwhoek Verder lezen Afsluiting: minimusical 5

6

2. Week één: Mannetje Jas Introductie * Voorlezen van de bibliotheekbrief * Leren Bibberlied * Verwerking: een jas voor Mannetje Jas Voorlezen prentenboek Mannetje Jas Doorgaan op het verhaal: woordmuur en projecttafel Introductie Voor de introductie heeft u nodig: het prentenboek Mannetje Jas, een set kartonnen jassen, het rode vogeltje en de bibliotheekbrief. U kunt deze brief met een paperclip bevestigen aan de snavel van het rode vogeltje. Als u het vogeltje met de brief ergens in de klas zet, kunnen de kinderen het vogeltje ontdekken tijdens de zoekopdracht die hoort bij onderstaande introductie. Op de computer in de klas opent u de webpagina www.cubiss.nl/mannetjejas (gebruikersnaam: mannetjejas en wachtwoord: klappertanden). Daar vindt u een bestand met een vogelgeluid van ongeveer vijf minuten. Het vogelgeluid kunt u ook via een tablet laten horen. Verder ziet u op deze webpagina een link naar het Bibberlied. Dit lied oefent u van te voren een paar keer, zodat u het lied kunt zingen bij de introductie van Mannetje Jas. Na de introductie gaan de kinderen aan de slag met het maken van een jas voor Mannetje Jas. U zet het vogelgeluid onopvallend aan en wacht op reacties van kinderen. Komt er geen reactie, dan kunt u zelf over het geluid beginnen: Hé ik hoor iets! Horen jullie dat ook? Wat is dat voor een geluid? Maar we hebben toch geen vogel in de klas? Of wel? Zullen we eens goed rondkijken? Nadat de kinderen het vogeltje gevonden hebben, gaat u verder met het gesprek (verwondering over het vogeltje in de klas en de brief in zijn snavel) en leest u de brief van de bibliotheek voor. U gaat daarbij kort in op de koude woorden door deze uit te leggen in woord en beeld. Daarna zingt u het Bibberlied of laat u het Bibberlied horen via de computer of de tablet. Na twee of drie keer kunnen de kinderen het lied waarschijnlijk meezingen. Het is leuk om samen met de kinderen bewegingen te verzinnen bij het liedje. 7

Bibberlied a d 4k s Ik Em k k k k k k k k Am k k k k Liesbeth van den Berg-Hermsen Em k k kk k k k k k s k so k s moet steeds klap-per-tan-den. En heb heel kou-de han-den. Ik bib-ber enikril. Wat a d B7 k k k k Em is het hier toch kil. k n k k k k Am k k k k k k k k Em k k k Kleu-men en ook be -ven. zo kan ik toch niet le -ven. geef k a d k k k k k s k so B7 k s k k k k Em mij nog maar een jas. en ook een wol-len das. k o Arm, koud Mannetje Jas. Zullen we Mannetje Jas helpen? Wat kunnen we doen voor Mannetje Jas? Hoe krijgt hij het weer warm? Kinderen kunnen verschillende manieren opnoemen: handen wrijven, iets warms drinken, sjaal om en muts op, verwarming hoger zetten enzovoorts. Een extra jas is misschien wel de beste manier. Vervolgens deelt u de kartonnen jassen uit en laat u de kinderen de jassen versieren. Ze kunnen kleurpotloden, stiften en/of verf gebruiken. De jassen kunnen ook beplakt worden met papiersnippers uit bijvoorbeeld (mode)tijdschriften of met echte stukjes stof of wol. U wijst de kinderen nog een keer op de verschillende patronen: ruitjes, streepjes, bloemetjes, stippen... Na deze knutselactiviteit verzamelt u de jassen en belooft u de kinderen om de jassen naar de bibliotheek te brengen. Net zoals dat in de bibliotheekbrief is gevraagd. U hoeft de jassen niet werkelijk naar de bibliotheek te brengen, dit is onderdeel van het verhaal rondom de introductie. Tot slot zingt u nog een paar keer het Bibberlied. 8

Voorlezen prentenboek Mannetje Jas De volgende dag of de tweede of derde dag na deze introductie voert u met de kinderen een gesprek over de jassen die u naar de bibliotheek heeft gebracht. De jassen waren niet meer nodig! Mannetje Jas had het niet meer koud en is weer op reis gegaan. Wat is er gebeurd met Mannetje Jas? Waarom heeft hij het niet meer koud? U heeft de jassen weer meegenomen naar school. Maar u heeft ook een boek meegekregen. Een boek over Mannetje Jas. Nieuwsgierig naar het verhaal van Mannetje Jas? Luister maar Doorgaan op het verhaal: woordmuur en projecttafel Na het doorbladeren gaat het boek dicht en laat u de kinderen tien belangrijke woorden uit het verhaal noemen, zoals bibberen, klappertanden, Mannetje Jas, jas, kachel, kruik, winkel, kleermaker, huis, jassenhuis, vrachtwagen, Vrouwtje Jas, warm en koud. U schrijft deze woorden op stroken papier en hangt ze op de woordmuur. Tijdens de projectperiode kunt u de kinderen bij deze woorden tekeningen laten maken of passende afbeeldingen uit tijdschriften laten zoeken. Bij de woordmuur kunt u een projecttafel maken met echte voorwerpen uit het boek. De projecttafel kan ook gebruikt worden om de werkjes van de kinderen tijdens de projectweken tentoon te stellen. Een schoenendoos kan bijvoorbeeld dienst doen als het bed van Mannetje Jas. De kinderen kunnen dan van thuis stukjes stof meebrengen, waaruit ze samen met u dekentjes knippen en hoog opstapelen op het bed. Andere boeken die aansluiten bij Mannetje Jas kunnen gedurende de projectperiode ook een plaats krijgen op de projecttafel. Bibberlied Tot slot zingt u nog een paar keer het Bibberlied en laat u de kinderen de bewegingen er bij maken. 9

3. Week twee: Het verhaal van Mannetje Jas Voorlezen prentenboek Mannetje Jas en ingaan op het verhaal Leren Het Jassenlied Doorgaan op het verhaal: kleding Verder lezen Voorlezen prentenboek Mannetje Jas en ingaan op het verhaal In deze projectweek staat Mannetje Jas centraal. U leest het prentenboek Mannetje Jas voor en gaat tijdens deze voorleesactiviteit vooral in op de verhaallijn, het probleem en de oplossing in het verhaal. Voordat u begint met voorlezen, laat u steeds een pagina zien en laat u de kinderen vrijuit vertellen en associëren. Ook probeert u open vragen te stellen. Daarna leest u de tekst op de pagina letterlijk voor. U kunt uw vragen daarbij ook eens doorspelen naar een minder mondig kind. Een andere manier om reacties los te maken bij kinderen, is door het tegendeel te beweren. Enkele voorbeeldvragen: Wie woont er in dit huis? Is het binnen warm of koud? Hoe kun je dat zien? (rook) Mannetje Jas heeft het altijd koud. Hij verzint allerlei middeltjes om het warm te krijgen, maar niets werkt. Hoe heeft Mannetje Jas geprobeerd om warm te worden? Wat zou hij nog kunnen proberen? Heel hard de trappen op en af rennen, heel veel warme chocolademelk drinken, heel lang dansen tot hij moet zweten? Wat gaat hij in de winkel doen? En wat doet hij bij de kleermaker? Waarom noemt iedereen hem Mannetje Jas? Wat gebeurt er met Mannetje Jas als hij bij zijn huisje komt? Hij past niet meer in zijn huisje. Hoe voelt hij zich dan? Waarom is het erg dat Mannetje Jas niet meer in zijn huisje kan? Hoe gaat het verhaal verder? Wie komt er met een oplossing? Hoe gaat het mannetje op reis en waar gaat hij naar toe? Als Mannetje Jas héél véél jassen over elkaar heeft aangetrokken, kan hij niet meer in zijn huisje. Daar is hij heel verdrietig om. Kunnen de kinderen vertellen waarom dat zo erg is? En hoe het komt dat hij niet meer in zijn huisje kan? Vertel eens over Mannetje Jas en Vrouwtje Jas. Wat zeggen ze tegen elkaar als ze elkaar zien? Hoe loopt het verhaal af? 10

Leren Het Jassenlied In de eerste projectweek hebben de kinderen jassen gemaakt voor Mannetje Jas. Van deze jassen maakt u een kunstobject. Enkele suggesties hiervoor: Op het schoolraam tekent u de contouren van Mannetje Jas (zie voorkant prentenboek). Daarin plakt u de verschillende jassen. Neem een kleerhanger en bevestig met touw de jassen aan de hanger. Maak van twee kleerhangers een mobiel en bevestig met touw de jassen aan de hangers. Hang de jassen op aan de baleinen van een opengevouwen paraplu. Het mooie kunstobject verdient een lied! U leert de kinderen Het Jassenlied. Via www.cubiss.nl/mannetjejas kunt u de kinderen het lied laten horen, maar het is ook goed zonder begeleiding te zingen. Op de opname is het liedje vijf keer te horen: één jas heb ik aangetrokken, twee jassen heb ik aangetrokken, drie jassen enzovoorts. Kleuters vinden het geweldig om het liedje meerdere keren achter elkaar te zingen. Vervolgens laat u nog een keer de plaat zien waarop het jassenhuis goed te zien is (pagina Daarna kwamen er elke dag meer mensen het huis bewonderen ). Samen met de kinderen telt u het aantal jassen dat Mannetje Jas aan heeft: negen! Redden de kinderen het om het lied ook negen keer te zingen? Negen jassen heb ik aangetrokken Bewegingen bij het liedje: Aantal jassen aangeven door aantal vingers op te steken Denkbeeldig een jas aan trekken Bij want het is zo koud de armen om je heen slaan en rillen Met twee handen een dakje maken boven je hoofd (huisje bouwen) Het Jassenlied F a f4 4 j j C k k k k F k k Bb k k kk Liesbeth van den Berg-Hermsen Eén jas heb ik aan-ge-trok-ken, want het is zo koud, want het is zo koud. Eén jas F j C k k kk F j j j a f C k k k k F k k C7 k k k k k k heb ik aan-ge-trok- ken. 'k Heb ereen huis van ge- bouwd F j m 11

Doorgaan op het verhaal: kleding Mannetje Jas trekt verschillende jassen over elkaar aan. Alle jassen zien er anders uit! Samen met de kinderen bekijkt u de platen en de schutbladen van het prentenboek en bespreekt u de verschillende patronen van de jassen. Hoe is dat bij de kinderen? Hoe zien hun jassen of shirts en truien eruit? Streepjes, ruitjes, stippen of effen? U kunt ze laten vertellen wat ze mooi vinden aan hun jas. Een aantal spelsuggesties: Sorteerspel U kunt met de kinderen een sorteerspel spelen met jassen en andere kledingstukken, waarbij u bijvoorbeeld sorteert op een lange broek of iets anders, jassen met knopen of met een rits, jassen met kraag of capuchon, jassen of kleding op kleur of patroon, zoals een ruit of streep. Wat heb ik aan? Wat heb ik aan? is een zintuigenspelletje met kleding. Eén kind staat voor de klas. De andere kinderen kijken goed hoe het kind eruit ziet. Dan gaat het kind naar de gang en u verandert iets aan de kleding: veter of rits los, knoop open, voor- en achterkant trui omwisselen, capuchon op of af enzovoort. Kunnen de kinderen ontdekken wat er veranderd is? Goed of fout? De kinderen geven antwoorden op de volgende waar- of onwaarheden: Ik strik altijd het klittenband van mijn schoenen. Een korte broek heeft lange pijpen. Een muts doe je op in de winter. Een bikini heeft twee stukken. Een maillot is een broek met sokken er aan. Een rok heeft mouwen. Een sjaal doe je om je buik. Een trui is hetzelfde als een vest. Slippers draag je in de zomer. 12

De jassenwinkel U kunt in de (huis)hoek van de klas zelf een jassen- of kledingwinkel maken. Samen met de kinderen bedenkt u een naam voor de winkel. Hier kunt u een rek of kapstok neerzetten en er een aantal jassen aan hangen. Misschien kunnen de kinderen hun jassen een tijdje in deze hoek hangen. Vervolgens maakt u een toonbank en een afscheiding. Deze kan dienst doen als pashokje. Een kassa, een spiegel, kleerhangers en plastic zakken of inpakpapier maken de winkel compleet. Voor de jassenwinkel kunnen de kinderen labels en prijskaartjes maken. Ze kunnen woorden stempelen als zak, mouw, jas, kraag, knoop en rits. Ook kunnen ze het euroteken natekenen met een, twee of meer cijfers voor een prijskaartje. Kant-en-klare stempelkaarten vindt u eenvoudig op internet met de zoekwoorden stempelkaarten kleding, bijvoorbeeld op www.kleutergroep.nl. Van een melkpak of een schoenendoos kan ook een mini jassenwinkel gemaakt worden. Meer informatie vindt u op www.jufsanne.com/boeken/mannetjejas/mannetjejasruimtelijk.html. Verder lezen Er zijn verschillende prentenboeken, voorleesboeken en informatieve boeken die aansluiten bij dit thema. Deze vindt u in de schoolbibliotheek of in de bibliotheek. U kunt eruit voorlezen, ze in de boekenhoek zetten en/of een plaatsje geven op de projecttafel. Voor meer informatie kijkt u op www.leesplein.nl. Enkele voorbeelden: Boeken uit de serie de Kijkdoos Waar is mijn sok? Marijke ten Cate Nog honderd nachtjes slapen Milja Praagman De zonnetjesbroek Carry Slee 13

4. Week drie: Warm en koud Voorlezen met vertelplaten op digibord: Vogeltje vertelt Mannetje Jas Doorgaan op het verhaal: accent op warme en koude woorden Verwerking: bibberwoorden Doorgaan op het verhaal: warm en koud en andere tegenstellingen Verwerking: bibber- en beefmuziek Verder lezen Voorlezen met vertelplaten op digibord: Vogeltje vertelt Mannetje Jas Tijdens deze activiteit leest u het verhaal van Mannetje Jas voor aan de kinderen aan de hand van de vertelplaten die op het digibord vertoond worden. U vindt deze op www.cubiss.nl/mannetjejas. Op deze webpagina staat ook een geluidsfragment van een merel. In het boek staat op elke plaat een rood vogeltje. Met het vogelgeluid kunt u de kinderen nieuwsgierig maken en het rode vogeltje (vertelattribuut) opnieuw introduceren. Daarna opent u de vertelplaten. Terwijl u de platen aan de kinderen laat zien, laat u ze ook meteen het vogeltje zoeken. Wat ziet het vogeltje op de platen? De kinderen vertellen vanuit het perspectief van het vogeltje het verhaal van Mannetje Jas. U kunt hierbij het rode stokvogeltje gebruiken door het aan een kind te geven en het te laten vertellen wat het vogeltje ziet. Daarna krijgt een ander kind de beurt. Doorgaan op het verhaal: warme en koude woorden In het verhaal komen verschillende koude en warme woorden voor, zoals klappertanden, bibberen, beven, rillen, kil (killer), koukleumen, ijskoude tranen, blauw van de kou, verkleumd, roodgloeiend, kachel, stikheet, vuurtje en zweetdruppel. U leest nogmaals het verhaal voor met de letterlijke tekst uit het boek. De kinderen mogen daarbij reageren als ze een koud of een warm woord horen. Vervolgens staat u even stil bij het woord en legt of beeldt u het woord uit. Verwerking: bibberwoorden Met bibberwoorden kun je ook muziek maken. Om dat duidelijk te maken, laat u de kinderen de volgende zin opzeggen: Klappertanden, klappertanden, klappertanden, bibberkoud! 14

Het ritme van deze zin gaan ze vervolgens een keer klappen. Als dat goed gaat, kunnen ze het uitvoeren op eigen slagvlakken: De eerste klappertanden op het hoofd slaan De tweede klappertanden klappen in de handen De derde klappertanden op de knieën slaan Bij bibberkoud met de voeten stampen Uitbreiding: U maakt vier groepen. Iedere groep krijgt een eigen woord en laat dit om de beurt horen. In plaats van eigen slagvlakken kunnen de kinderen ook voorwerpen of instrumenten gebruiken. Ook in de dynamiek kunt u variëren. Zo kunt u de kinderen heel zachtjes, heel hard, heel snel of heel langzaam laten spelen. Of u kunt ze geleidelijk van hard naar zacht laten spelen. Doorgaan op het verhaal: warm/koud en andere tegenstellingen De tegenstelling warm en koud is nadrukkelijk aanwezig in het verhaal. Welke andere tegenstellingen kunnen de kinderen noemen? Het Versje dat nog niet af is van Joke van Leeuwen (O zo heppie en andere versjes, Querido 2000) sluit hier prima bij aan. U kunt het eventueel zelf aanvullen met een regel en er de kinderen op laten rijmen. Versje dat nog niet af is Is het geen dag? Dan is het Is het niet hard? Dan is het Is het niet warm? Dan is het Is het niet jong? Dan is het Is het niet klein? Dan is het Is het niet levend? Dan is het Is het niet weinig? Dan is het Is het niet stuk? Dan is het Is het niet zwaar? Dan is het Is het niet open? Dan is het Is het niet laag? Dan is het Is het niet nat? Dan is het Is het niet niet? Dan is het Is het niet langzaam? Dan is het Is het niet laat? Dan is het En nu hou ik op, want zo is het genoeg. Verwerking: bibber- en beefmuziek Als je het koud hebt, dan ga je bibberen en beven. Je kunt je handen niet stil houden. Voor deze activiteit geeft u de kinderen een instrument dat rammelt, zoals een sambabal, een schellenraam, een tamboerijn of een schudei. Terwijl ze het instrument vasthouden, laat u de kinderen bibberen en beven. Ook het klappertanden kunnen ze nadoen door claves of ritmestokjes heel snel tegen elkaar te tikken. 15

Vervolgens maakt u een opbouw van deze bibber- en beefmuziek. De sambaballen beginnen, dan komen de schellenramen erbij en alle andere instrumenten. De kinderen mogen pas gaan spelen als u ze aanwijst. Het is ook handig om een stopteken met de kinderen af te spreken. U speelt zelf de bibberdirigent door heel zachtjes te bibberen. Daarbij laat u de kinderen eerst zachtjes op hun instrumenten spelen en daarna steeds harder. Hoe harder ze bibberen, hoe harder de muziek klinkt. Natuurlijk willen de kinderen zelf ook wel eens bibberdirigent zijn. Verder lezen Er zijn verschillende prentenboeken, voorleesboeken en informatieve boeken die aansluiten bij het thema warm en koud of tegenstellingen. U kunt bijvoorbeeld een prentenboek of verhaal voorlezen dat bij het seizoen past. U vindt deze boeken in de schoolbibliotheek of in de bibliotheek. U kunt eruit voorlezen, het boek of de boeken in de boekenhoek zetten of ze een plaatsje geven op de projecttafel. Meer informatie vindt u op www.leesplein.nl. Enkele voorbeelden: Vriendjes dik of dun Alice Hoogstad Het kleine boek vol tegenstellingen serie Moemin Het vrolijke wintervoorleesboek Marianne Busser en Rik Schröder 16

5. Week vier: Verliefd Voorlezen: luisteren en kijken naar Mannetje Jas op www.teleblik.nl Ingaan op het verhaal: Mannetje Jas en Vrouwtje Jas Verwerking: hartentafel Verder lezen Voorlezen: luisteren en kijken naar Mannetje Jas op www.teleblik.nl In een uitzending van Koekeloere over het thema kleding (21 januari 2008) werd een korte animatiefilm van het verhaal van Mannetje Jas vertoond. Dit filmfragment vindt u op www.cubiss.nl/mannetjejas. U wordt doorgelinkt naar de website van Teleblik. Het filmfragment kunt u op het digibord aan de kinderen laten zien. Het filmpje kunt u ook via google vinden met de zoektermen schooltv Koekeloere prentenboekendossier. U klikt bij het thema emotie door naar Mannetje Jas. Vervolgens wordt de website van Teleblik geopend. Het prentenboekendossier toont een handig overzicht van alle prentenboekenfilmpjes van Koekeloere. Om het filmpje te bekijken, heeft u de inloggegevens van Teleblik nodig. Heeft u nog geen Teleblik account? Op http://www.teleblik.nl/start vindt u alle informatie om uw school (gratis) aan te melden. Ingaan op het verhaal: Mannetje Jas en Vrouwtje Jas Aan het einde van het verhaal wordt Mannetje Jas verliefd op Vrouwtje Jas. U neemt het prentenboek er bij en laat nog een keer de laatste vier bladzijden zien. Vrouwtje Jas krijgt het opeens warm. Kunnen de kinderen bedenken hoe dat zou komen? Kunnen de kinderen de link leggen tussen blozen en het warm krijgen? Wanneer of van wie worden de kinderen warm? Wat is speciaal aan deze persoon? Wat kan je nog meer voelen als je verliefd bent of als je blij bent? Hoe loopt het af met Mannetje Jas en Vrouwtje Jas? Zijn ze gelukkig? Hoe zie je dat? En het vogeltje? Dat heeft er ook een vriendje bij. 17

Verwerking: hartentafel Vervolgens maakt u een hartentafel. Dit is een aparte tafel waaraan een aantal kinderen kan werken aan allerlei liefdevolle activiteiten. Enkele voorbeelden: Mannetje Jas wil een mooie kaart maken voor Vrouwtje Jas Hart uitprikken en versieren voor mama of voor Hartjes maken op de kralenplank Rekenactiviteiten met hartjes Stempelen met lieve woordjes Op internet zijn nog meer ideeën te vinden en ook verschillende werkbladen. Als u zoekt met de termen stempelkaarten Valentijn vindt u voldoende interessante links. Ook kunt u kijken op bijvoorbeeld http://www.jufjanneke.nl/valentijnsdag.htm. Verder lezen Over liefde en verliefdheid is veel geschreven. U vindt deze in de schoolbibliotheek of in de bibliotheek. U kunt uit een van deze boeken voorlezen, een of enkele boeken in de boekenhoek zetten of ze een plaatsje geven op de projecttafel. Meer informatie vindt u ook op www.leesplein.nl. Enkele voorbeelden: Beer is op vlinder Annemarie van Haeringen Kikker is verliefd Max Velthuijs Rikki en Anni Guido Van Genechten 18

6. Week vijf: Jassenhuis Voorlezen en doorgaan op het verhaal: wonen in een jassenhuis Verwerking: de bouwhoek Verder lezen Afsluiting: minimusical Voorlezen en doorgaan op het verhaal: wonen in een jassenhuis U laat de kinderen de illustratie van het jassenhuis nog een keer zien. Dit kan met het prentenboek of aan de hand van de vertelplaten op het digibord. Door de kinderen hierbij vragen te stellen, kunnen ze het verhaal nog een keer vertellen. U vraagt ook door over het wonen in een huis. Enkele voorbeelden: Waarom past Mannetje Jas niet meer in zijn huis? Hij woont nu in zijn jassenhuis. Hoe kun je zien dat er iemand in het een huisje is? (rook) Een jassenhuis is een bijzonder huis. Welke huizen ken je nog meer? Waar kun je allemaal wonen? Welke kamers zouden er in het huis van Mannetje Jas zijn? Een huiskamer met kachel, een slaapkamer met bed enzovoorts. Hoe is dat bij de kinderen thuis? Verwerking: de bouwhoek In de bouwhoek kunnen de kinderen een huis bouwen voor Mannetje Jas. Hiervoor tekent of kopieert u een illustratie van Mannetje Jas en u plakt deze op een blok. Als u meerdere mannetjes maakt, kan een aantal kinderen tegelijk in de bouwhoek een huis bouwen. 19

Verder lezen Er zijn verschillende prentenboeken, voorleesboeken en informatieve boeken die aansluiten bij het thema huizen en wonen. U vindt deze in de schoolbibliotheek of in de bibliotheek. U kunt eruit voorlezen, ze in de boekenhoek zetten of ze een plaatsje geven op de projecttafel. Voor meer informatie kijkt u ook op www.leesplein.nl. Enkele voorbeelden: Klein Mannetje zoekt een huis Max Velthuijs Een huis bouwen (Willeweten) Pierre Winters Boeken uit de Kijkdoos serie Afsluiting: minimusical Het verhaal is op een eenvoudige manier na te spelen. Met de liedjes en de bibber- en beefmuziek wordt het spel een minimusical. In de voorgaande projectweken hebben de kinderen ook liedjes gezongen en hebben ze beef- en bibbermuziek gemaakt. In het onderstaande schema vindt u een voorstel voor de te spelen scènes en de muziek die er bij gemaakt kan worden. Het is wel de moeite waard om voorafgaand aan de musical een paar keer te oefenen met de kinderen. U kunt de minimusical opvoeren tijdens een weeksluiting of door de ouders uit te nodigen voor een speciale Mannetje Jas voorstelling in de klas. Op deze manier maakt u als school aan de ouders duidelijk dat plezier beleven aan boeken serieus genomen wordt en dat er op een leuke manier invulling aan wordt gegeven. Rolverdeling: Mannetje Jas, Vrouwtje Jas, winkelpersoneel (twee of drie kinderen), mensen op straat (vier of vijf kinderen), een journalist en een chauffeur van de speelkar. De overige kinderen vormen samen het koor of het orkest. Zij maken bibber- en beefmuziek en zingen de liedjes. Benodigde attributen: een kachel (grote doos met een tekening van een kachel), dekens en een kruik, jassen in verschillende formaten, een fototoestel, het huis van Mannetje Jas geschilderd op een grote doos, een speelkar, een zwarte wolk van karton en een bankje. 20

Verhaalscène Mannetje Jas heeft het koud in zijn huis Actie Een kind is Mannetje Jas: beeft, bibbert en rilt. Leerkracht leest tekst voor van de eerste drie bladzijden. De andere kinderen staan aan de zijkant van het speelvlak en laten de bibberwoorden horen. Mannetje Jas in bed Mannetje Jas trekt vier truien aan en pakt een kruik. Een aantal kinderen legt dekens over hem heen. Leerkracht leest tekst voor. Alle kinderen zingen het Bibberlied. Mannetje Jas in de winkel Mannetje Jas past jassen in de winkel. Twee of drie kinderen zijn winkelpersoneel. Voorlezen tekst. Kinderen maken bibber- en beefmuziek. Mannetje Jas op straat in zijn jassenhuis Op straat komen vier kinderen jassen brengen naar Mannetje Jas. Mannetje Jas trekt nog meer jassen aan. Voorlezen tekst. Mannetje Jas past niet meer in zijn huis Mannetje Jas is verdrietig. Voorlezen tekst. Mannetje Jas gaat op reis Mannetje Jas op straat. Een kind laat een zwarte rookwolk achter het mannetje vandaan komen. Een journalist maakt foto s. Mannetje Jas gaat op reis in de speelkar. Kinderen zingen Het Jassenlied. Mannetje Jas bij Vrouwtje Jas Mannetje Jas ontmoet Vrouwtje Jas. Voorlezen tekst. Mannetje Jas en Vrouwtje Jas trekken de jassen uit en gaan gearmd op een bankje zitten. 21

I I m e m e s ed s ed l rt n l rt n E k u h n Wa i e to K o Z k to e G e no ma ja E o w da Gr e v B Bijlage: De bibliotheekbrief H l u r, I (s ho ) e z v m e da e l j k u ha. H ha b ja a no s ed ha e k u. B B B R n n st n. H H z n z n B e B e : : I M w ja vo? E ja e i e, s e, s l e l? K,, r l mo ja! Ma e m e w. B n ja na. K u / es da d? D! S W e B e v M e Ja h? Da k w. is. /m e ja (lo r na : m e ja wa h wo r : l rt n ) 22

Bijlage: Voorbeeldtekst voor website/nieuwsbrief Mannetje Jas Er was eens een mannetje dat het altijd koud had. In de herfst, in de winter, in de lente en zelfs in de zomer, als buiten de zon scheen. In de klas hebben we gewerkt met het boekenproject Mannetje Jas van de bibliotheek. De kleuters luisterden daar naar het verhaal uit het prentenboek van Sieb Posthuma (Querido, 2006/2012). Over een mannetje dat het altijd koud had, zelfs met drie jassen aan. We hebben jassen gemaakt voor Mannetje Jas en een jassenhuis. Ook maakten we bibber- en beefmuziek en we hebben heel vaak Het Jassenlied gezongen! Uw kind kan u meer vertellen over het verhaal van Mannetje Jas en Het Jassenlied voor u zingen. Voorlezen is niet alleen leuk en gezellig, maar ook belangrijk voor uw kind. Belangrijk voor de taalontwikkeling én belangrijk voor het ontdekken van de wereld. Voorlezen kan altijd en overal. De medewerkers van de bibliotheek helpen u graag bij het vinden van een mooi en leuk voorleesboek! Het Jassenlied Eén jas heb ik aangetrokken Want het is zo koud, want het is zo koud Eén jas heb ik aangetrokken k Heb er een huis van gebouwd 23

24