Ontwikkellijn 1: Ik zorg ervoor dat ik aan het werk ga en blijf! Het gaat erom dat je laat merken dat jij zélf verantwoordelijk bent voor het leren: jij kiest de opdrachten, workshops en klussen zélf, je plant je werkzaamheden zorgvuldig en werkt zonder dat de docent je moet aansporen. Van Slaaf Naar Eigen baas Men ziet mij regelmatig doelloos ronddwalen. Ik stel vragen aan een ander. Ik vraag wat ik moet doen. Ik zie wel hoe het loopt. Ik volg het plan van een ander. Ik vraag snel hulp aan de begeleider. Ik zie een hoop problemen. Ik vraag of het zo goed is. Ik volg geen workshops. Ik weet niet wat ik aan het leren ben. Ik ben 80 % van de tijd met mijn werk bezig. Ik stel vragen aan mezelf en aan een tekst. Ik weet wat ik ga doen. Ik maak een plan en verdeel het werk. Ik maak mijn eigen plan. Ik vraag hulp, als mijn buur het ook niet kan. Ik vind het leuk om er zelf uit te komen. Ik weet dat ik niet beter kan. Ik volg alle workshops die mij helpen te leren wat ik nodig heb. Ik kan steeds het aandachtspunt (uit de leer- en ontwikkellijnen) noemen waar ik op dat moment aan werk.
Ontwikkellijn 2: Ik laat zien wat ik kan! Het gaat erom dat je mondeling kunt presenteren: je vertelt hoe je aan je opdracht hebt gewerkt en wat je leerde. Dit doe je zó dat je publiek je goed kan volgen. Ook verkoop je jezelf goed: de houding die je aanneemt, de kleding die je draagt, de manier waarop je praat, wel of geen kauwgom in de mond maken dat mensen geboeid luisteren naar wat jij te vertellen hebt. Van Struisvogel Naar Paradijsvogel Ik praat veel. Ik kan een klein publiek boeien. Ik vertel wat me te binnen schiet. Er zit geen lijn in mijn verhaal. Ik laat een hoop materiaal zien. Ik weet niet hoe ik moet staan. Ik zie er niet uit. Ik slik woorden in en praat heel snel. Ik praat zoals ik met m n vrienden praat. Ik laat zien dat ik snoep erg lekker vind Ik zeg veel. Ik kan veel mensen tegelijk boeien. Iedereen weet waarover ik het ga hebben. Als ik met een nieuw onderdeel begin, is dat duidelijk voor mijn publiek. Ik laat materiaal zien op het juiste moment. Ik zorg ervoor dat ze allemaal naar me kijken. Ik zie er verzorgd uit. Zelfs op de achterste rij kunnen ze me prima verstaan. Ik spreek de toehoorders beleefd aan. In mijn mond en in mijn handen is niets wat het publiek kan afleiden
Ontwikkellijn 3: Wow, wat leer ik veel! Het gaat erom dat je merkt dat je je ontwikkelt, dat je leert, op alle mogelijke manieren, in en buitenschool. Wást je geleerd hebt, kan je goed duidelijk maken aan anderen, mondeling en schriftelijk. Van Nitwit Naar Wizkid Ik kijk nooit naar de leer- en ontwikkellijnen. Ik kies de opdracht die ik het leukst vind. Ik doe een hoop. Als ik het af heb, denk ik er niet meer aan. Ik begin gewoon met een opdracht. Ik baal, als ik een fout gemaakt heb. Ik vind het vervelend, als iemand me vertelt hoe ik werk. Ik heb geen idee wat ik leer. Waarom zou ik moeten kunnen duidelijk maken wat ik leer?! Voordat ik een opdracht kies, bedenk ik eerst met welke leer- en ontwikkellijnen ik verder wil komen. Ik kies de opdracht waar ik het meest van denk te kunnen leren. Ik denk eerst na over wat ik wil, voordat ik iets ga doen. Ik kijk hoe ik gewerkt heb en wat ik nóg beter kan. Ik denk eerst na over hoe ik de opdracht moet aanpakken en als ik daar niet uit kom, vraag ik het. Ik zorg dat ik leer van mijn fouten. Ik vraag om feedback en kan wat anderen vinden van mijn manier van werken, plaatsen en daar in het vervolg rekening mee houden. Ik kan heel goed duidelijk maken wat ik geleerd heb, aan de hand van de leer- en ontwikkellijnen. Voor elke leer- en ontwikkellijn waarmee ik denk gevorderd te zijn, heb ik bij elke opdracht minstens twee bewijzen.
Ontwikkellijn 4: De computer heeft geen geheimen voor me! Het gaat erom dat je prima uit de voeten kunt met de computer: je maakt uitstekend gebruik van de ELO. Ook kan je werken met Word, Excel en Powerpoint, je bouwt je eigen website en als zich een probleempje voordoet, kan je dat zelf oplossen. Van Digibeet Naar Computerexpert Ik ben bang voor alles wat met computers te maken heeft. Ik weet niet wat ik met een computer zou kunnen doen. De website die ik bouwde, is saai om naar te kijken. Ik bouw een website waar alles op staat. Ik kan kleine problemen met de computer zelf oplossen. Ik kan werken met Word, Excel, Powerpoint. Ik bouwde een website die heel leuk is om te zien. Op mijn website laat ik alleen zien wat echt belangrijk voor me is. In mijn portfolio staan de meest recente producten waar ik trots op ben. Ik gebruik de gezamenlijke map bij het samenwerken met mijn groepsgenoten. Elke dag, voordat ik Challengetijd heb, kijk ik op de ELO. Mijn werkkast is altijd geordend. Ik weet precies waar ik opdrachten, workshops en learningzone-materialen kan vinden op de ELO.
Ontwikkellijn 5: Iedereen wil met mij samenwerken! Het gaat erom dat je samen een klus klaart, zodat jij en de ander(en) veel van elkaar geleerd hebben. Van Solist Naar Teamplayer Geen idee waar ik naar kijk. Ik hang lekker in mijn stoel. We praten door elkaar. Ik doe alles in m n eentje. Ik moet van mezelf alles zelf doen. Ik ga gewoon aan het werk. Ik vind complimenten geven iets voor watjes. Ik mopper over mijn maatjes tegen anderen. Als we niet verder kunnen, gaan we niksen. Ik kijk degene aan waarmee ik praat. Ik zit rechtop, met mijn bovenlichaam naar de ander. Eén is tegelijk aan het woord. Ik overleg en toon belangstelling voor anderen. Ik vraag en geef hulp waar nodig. We bespreken eerst wat we gaan doen en wie wat doet. Ik geef en ontvang graag complimenten. Ik zeg het tegen mijn maatjes, als ze niet hun best doen. Als we vastlopen, vraagt één van ons raad aan een begeleider.
Ontwikkellijn 6: Ik ben baas over mijn tijd! Het gaat erom dat je een taakverdeling maakt waardoor ieder zoveel mogelijk kan leren, dat je een tijdsplanning maakt die je helpt binnen de gestelde tijd alles af te hebben, dat je je aan de afspraken houdt en dat je twee dagen voordat je gaat presenteren de voorbereiding ervoor af hebt. Van Ik zie wel waar ik uit kom! Naar Ik heb tijd over! Ik kan jou niet vertellen wat in de Specifications staat. Ik weet niet wat ik hiervan wil leren. Ik begin gewoon met het maken van ons product, met ontwerpen. Studeren betekent voor mij lukraak zoeken op internet en wat ik vind lees ik tot ik het uit heb. De tweede week ben ik al druk bezig met mijn PPP. Ik zie wel of ik bewijzen krijg. Ik vul mijn tijd. Ik kan jou precies uitleggen hoe ons product eruit moet zien. Ik kan jou exact vertellen in welke leer- en ontwikkellijnen ik vorderingen ga boeken. De eerste twee weken ben ik bezig met oriënteren en studeren. Studeren is zoekvragen opstellen, bronnen zoeken, een begrippenveld vullen en schematisch aantekeningen maken. Ik ontwerp pas mijn presentatie, als ik precies kan uitleggen wat we te melden hebben. In week twee heb ik al geregeld van wie ik bewijzen krijg. Ik vraag me telkens af: Houd ik mijn aandacht bij mijn werk? / Zit ik hier op de goede plek? / Werk ik volgens ons plan? / Leer ik genoeg? / Ben ik zo twee dagen voor de presentatie klaar? / Heb ik m n verslag één dag tevoren af?
Ontwikkellijn 7: Ik wil zoveel mogelijk Engels spreken! Het gaat erom dat je laat zien dat je je Engels steeds wilt oefenen. Je stelt je vragen in het Engels, je legt iets aan een medeleerling uit in het Engels, je zoekt je informatie in Engelstalige boeken en op Engelstalige sites, je houdt je presentaties in het Engels Van How goes it with you? Naar I am almost a native speaker! Ik zoek informatie in Nederlandstalige teksten en op Nederlandstalige websites. Ik stel mijn vragen aan een begeleider in het Nederlands. Ik beantwoord vragen van begeleiders in het Nederlands. Ik houd mijn presentaties helemaal in het Nederlands. Ik stel mijn vragen aan een medeleerling in het Nederlands. Ik beantwoord vragen van medeleerlingen in het Nederlands. Ik leg mijn medeleerling iets uit in het Nederlands. Over koetjes en kalfjes praat ik in het Nederlands. Ik zoek informatie in Engelstalige teksten en op Engelstalige websites. Ik stel mijn vragen aan een begeleider in het Engels. Ik beantwoord vragen van begeleiders in het Engels. Ik houd mijn presentaties helemaal in het Engels. Ik stel mijn vragen aan een medeleerling in het Engels. Ik beantwoord vragen van medeleerlingen in het Engels. Ik leg mijn medeleerling iets uit in het Engels. Ook mijn social talk doe ik in het Engels.