Belastinguitgave 2014



Vergelijkbare documenten
Belastinguitgave 2012

Belastinguitgave 2013

Belastinguitgave 2006

Bijlage Paragraaf lokale heffingen

NIEUWSBRIEF. Woonlastenstijging Twentse gemeenten meer dan landelijk gemiddelde

Belastinguitgave 2007

NIEUWSBERICHT Hengelo, 3 mei 2016

NIEUWSBRIEF. Woonlastenstijging Twentse gemeenten meer dan landelijk gemiddelde

Maandelijkse arbeidsmarktmonitor Overijssel

Maandelijkse arbeidsmarktmonitor Overijssel

Maandelijkse arbeidsmarktmonitor Overijssel

Maandelijkse arbeidsmarktmonitor Overijssel

6.1 Lokale heffingen Ontwikkelingen

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 8 november 2016

7. PARAGRAAF BELASTINGEN EN TARIEVEN

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, december 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, juli 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, april 2015

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, augustus 2017

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, mei 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, augustus 2018

Demografie in Overijssel. Hans Peter Benschop Trendbureau Overijssel Conferentie Wonen in Beweging 22 september 2010

3.1. Lokale heffingen

COELO Woonlastenmonitor 2008

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, november 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, oktober 2016

COELO Woonlastenmonitor 2009

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, september 2016

5.1.2 Woonlasten (lokale lastendruk)

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, december 2018

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, juni 2016

PARAGRAAF 1 LOKALE HEFFINGEN

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, mei 2017

Dit is een verkorte versie van het rapport Kerngegevens Belastingen Grote Gemeenten.

MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2015/2016. Gemeente Losser

Ontwikkeling van de lokale woonlasten 2018

Notitie Ontwikkeling van de lokale woonlasten

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, februari 2017

SAMENVATTING DRECHTSTEDEN COELO-Atlas van de lokale lasten 2013

4. Lokale Heffingen. Kader. Algemeen. Tarievenbeleid Onroerende zaakbelastingen

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, augustus 2016

Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2019

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, september 2017

COELO Woonlastenmonitor 2010

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, februari 2019

COELO Woonlastenmonitor 2010

4.1.2 Woonlasten (lokale lastendruk)

Rapportage Vergelijking Lokale Lasten Limburgse Gemeenten

Werkgelegenheid in Twente. Jaarbericht 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, april 2019

Portefeuillehouder: N.R. Werkman Behandelend ambtenaar C.F.M. Veltman, (t.a.v. C.F.M. Veltman)

13 Stiens, 15 november 2016

De provincie Overijssel telt 25 gemeenten, waarvan Zwolle de hoofdstad is. Hieronder is de Provincie schematisch weergegeven:

Klein chemisch afval K.C.A. 37, , ,000.00

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2017.

gemeente roerdalen 2 Verordening rioolheffing 2016.

Ontwikkeling van de lokale woonlasten 2017

Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2016

PARAGRAAF 1 LOKALE HEFFINGEN

Monitor 2015 Gemeente Staphorst

verusse CIE Provinciale Staten van Overijssel

Portefeuillehouder: P.E. Broeksma Behandelend ambtenaar C.F.M. Veltman, (t.a.v. C.F.M. Veltman)

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Overijssel en Gelderland Noord, januari 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 november 2017;

Paragraaf Lokale heffingen

Doelstelling 1. komen tot het vaststellen van de tarieven 2015; 2. gevolg geven aan bedrijfsmatige dan wel maatschappelijke ontwikkelingen.

Presentatie Harmonisatie Belastingverordeningen. Gemeente Krimpenerwaard

Omgekeerd Inzamelen. Effectrapportage fase 1 Dalfsen, Hattem, Oost Gelre, Zwartewaterland 2013

O O * Ontwikkeling OZB

NIEUWSBERICHT Hengelo, 3 meil 2016

COELO Woonlastenmonitor 2011

Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2018

Inleiding Beleidskader Lokaal belastingbeleid Vaststelling tarieven 2012

Onderwerp : Voorstel tot vaststelling van de tarieven ozb 2005

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van diverse verordeningen betreffende gemeentelijke heffingen alsmede aanpassing van de tarieven 2016.

Zaaksverdelingsreglement gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

B&W-Aanbiedingsformulier

3 december n.v.t. wethouder A.G.J. Bosch

Monitor 2015 Gemeente Twenterand

Paragraaf 1. Lokale heffingen

Gemeente Albrandswaard Programmabegroting 2017

Samenvatting: Voorgesteld wordt de Verordening Onroerende Zaakbelasting 2016 vast te stellen.

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL Bosveld, Dolf PF-FIN Ten Heuw. Belastingtarieven 2015

Lokale lastendruk in Kampen

Raadsvoorstel. Raadsvergadering : Voorstel : Agendapunt : <###>

Geachte leden van de gemeenteraad,

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Belasting- en tariefvoorstellen Gevraagde Beslissing:

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PS/201U/6EO 8 JUL Routing

Paragraaf 1: Lokale heffingen

Monitor 2016 Gemeente Twenterand

Aan: de leden van klankbordgroep fusie Beemster-Purmerend. Beemster/Purmerend, 04 juni 2019

Raadsvoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie Zaaknummer OLOGWB10. Onderwerp Tarieven rest- en GFT-afval 2012

Raadsvergadering van 8 november 2011 Agendapunt 6. Onderwerp: Gemeentelijk belastingbeleid 2012 Schiermonnikoog, 20 oktober 2011

Klanttevredenheidsonderzoek 2015

: 28 november 2011 : 12 december : H.T.J. van Beers : L. Evers

Monitor begeleid wonen Twente 2012

Leidse regio - gemeentelijke woonlasten 2016 vergeleken

Het opnieuw vaststellen van de belastingverordeningen vloeit voort uit de begroting voor 2014.

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Zaaknummer: OLOGWB10. Onderwerp Tarieven rest- en GFT-afval 2012

Transcriptie:

Belastinguitgave 2014 Overijsselse gemeenten zetten lijn beperking woonlasten voort De Overijsselse gemeenten blijven de woonlasten voor hun inwoners beperken. Dat blijkt uit de jaarlijkse inventarisatie die de provincie maakt op basis van de begrotingen van de gemeenten. Voor het eerst duikt de gemiddelde stijging van de woonlasten in Overijssel onder het inflatiepercentage. Jaarlijks geeft de provincie Overijssel in deze belastinguitgave een impressie van de ontwikkelingen van de gemeentelijke woonlasten. In de uitgave van vorig jaar constateerde ik al dat de gemeenten er in slagen de lasten voor hun inwoners te beperken, ondanks dat de begrotingen van veel gemeenten door de crisis en door de rijksbezuinigingen onder druk staan. Ook dit jaar blijkt dat de gemeenten de verhogingen van de woonlasten hebben weten te beperken. Volgde de afgelopen jaren het stijgingspercentage nog de lijn van de inflatie, dit jaar duikt het stijgingspercentage net onder het inflatiepercentage. Dat is een prestatie van formaat van de gemeenten en past goed in de landelijke ontwikkeling. Gemiddeld stijgen de woonlasten in Nederland 0,9 procent. Dat is lager dan de inflatie, en bovendien de laagste stijging die ooit is gemeten. Kijken we naar de langere termijn dan zien we in de afgelopen vijf jaar een duidelijke trend van beperking van de woonlasten. In vijf jaar tijd (sinds 2009, toen de crisis begon) zijn de opbrengsten van de gemeentelijke belastingen na aftrek van de inflatie met slechts vier procent gestegen. Overijssel kent traditioneel relatief lage woonlasten. Dat is een van de redenen waarom het een aantrekkelijke provincie is om in te wonen. Zorgelijk is nog wel dat de gemeenten in Overijssel de door het rijk vastgestelde norm voor stijging van de overschrijden. Nog niet bekend is wat de gevolgen hiervan zullen zijn. In deze uitgave leest u ook dit jaar weer hoe de gemeenten omgaan met de lastendruk voor hun inwoners. De uitgave biedt veel informatie en ik hoop dat u de kennis en inzichten kunt toepassen in uw werkzaamheden. Ineke Bakker, gedeputeerde voor Milieu, Wonen en Financieel toezicht Belastinguitgave 2014 Jaarlijks verzorgt de provincie Overijssel een belastinguitgave. Hierin staan de belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot de belastingen van Overijsselse gemeenten. Het is een service van de provincie aan haar inwoners, de gemeenten en andere belangstellenden om inzicht te krijgen in de (ontwikkeling van) de woonlasten als gevolg van gemeentelijke belastingen. Het gaat dan om woonlasten die voorkomen uit Onroerende-zaakbelastingen (), riool- en reinigingsheffingen. In het kader van het financiële toezicht zijn veel (financiële) gegevens beschikbaar. Het uitgebrachte rapport van de Rekenkamer Oost Nederland over het uitgeoefende financiële toezicht in Overijssel heeft ertoe geleid dat Gedeputeerde Staten zich beraden op de wijze waarop met die gegevens meer kan worden gedaan dan tot nu toe het geval is. Het is daarom niet zeker of volgend jaar een belastinguitgave (in de huidige vorm) zal verschijnen.

Algemeen beeld De Overijsselse gemeenten blijven de woonlasten voor hun inwoners beperken. Dat blijkt uit de jaarlijkse inventarisatie die de provincie maakt op basis van de begrotingen van de gemeenten. Voor het eerst duikt de gemiddelde stijging van de woonlasten in Overijssel onder het inflatiepercentage. In onderstaande grafiek ziet u de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten in relatie tot de inflatie. Grafiek 1: stijgingspercentage totale woonlasten in de Overijsselse gemeente afgezet tegen de inflatie in het voorgaande jaar 6% 5% stijgingspercentage inflatiepercentage jaar ervoor 4% 3% 2% 1% 0% 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Het vorenstaande ligt in lijn met landelijke ontwikkelingen. Het COELO (Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden), een onderzoeksinstituut verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, constateert dat de stijging van de gemeentelijke woonlasten met 0,9 procent, lager is dan ooit eerder gemeten en ook lager is dan de inflatie. De onroerendezaakbelastingen () zijn wel meer verhoogd dan afgesproken, maar de gemiddelde afvalstoffenheffing daalt en de rioolheffing is nog nooit zo weinig gestegen. Dit blijkt uit het persbericht van het onderzoeksinstituut naar aanleiding van de presentatie van de Atlas van de Lokale Lasten. Omdat al een aantal jaren wordt gemeld dat de Overijsselse gemeenten de verhoging van de woonlasten weten te beperken, is onderzocht hoeveel de totale opbrengsten absoluut stijgen over de jaren 2009 tot en met 2014; dus exclusief de inflatie. Het blijkt dat de opbrengsten dan over al die jaren met net iets meer dan 4% stijgen. Grootste stijger daarbij is de. De opbrengst van de wordt echter voor een deel gecompenseerd door lagere reinigingsheffingen. Een deel van de stijgingen wordt veroorzaakt door areaaluitbreidingen en betreft dus geen verzwaring van de lasten voor de burger. Het Coelo merkt op dat de meer is verhoogd dan afgesproken. Jaarlijks geeft het rijk aan, met welk percentage de opbrengst van de maximaal mag stijgen (de macronorm). Dat is voor 2014 bepaald op 2,45. In Overijssel wordt deze norm met 1,15% overschreden. Landelijk is de overschrijding 0,3%. Nog niet bekend is wat de gevolgen van deze overschrijding zullen zijn. De beperking van de woonlasten door de gemeenten kent ook een keerzijde. Gemeenten die door de economische omstandigheden en/of de rijksbezuinigingen in de problemen dreigen te komen, kunnen hun belastingtarieven maar beperkt verhogen. Wat een gemeente in een eerder jaar aan verhogingen achterwege heeft gelaten, kan in latere jaren niet zomaar ingehaald worden. Gemeenten zijn gebonden aan de macronorm voor de en het maximaal kostendekkend zijn van de riool- en reinigingsheffingen. Dit zet een rem op het doorvoeren van verhogingen. Daarmee is de (financiële) weerbaarheid van gemeenten beperkt. 2

Stijging opbrengsten per soort Hiervoor zijn in hoofdlijnen de ontwikkelingen van de belastingen in Overijssel beschreven. Onderstaand wordt ingegaan op de opbrengsten van de diverse soorten, te weten de, de rioolheffingen en de reinigingsheffingen. In bijgaande grafiek is de stijging per soort in beeld gebracht over zes jaar. Grafiek 2: totaalopbrengst gemeentelijke lasten in Overijssel, onderverdeeld per soort (x 1.000.000,-) 700 600 rioolheffing reinigingsheffing 500 400 386 398 405 421 433 443 300 187 195 202 213 224 232 200 100 0 83 87 88 93 97 99 116 116 115 115 112 112 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Reinigingsheffingen Het blijkt dat de opbrengsten van de reinigingsheffingen in 2014 minder bedragen dan in 2009 toen de economische crisis begon te spelen. De opbrengsten blijven in 2014 gelijk aan 2013. In dat jaar (2013) deed zich een opmerkelijke daling van de opbrengsten reinigingsheffingen voor. De oorzaak van die daling is vooral gelegen in bezuinigingen door gemeenten op kosten van afvalinzameling. Rioolheffingen De opbrengsten van de rioolheffingen zijn in 2014 16 mln. hoger dan in 2009; een stijging van maar liefst 20%. Voor deze forse stijging is een aantal redenen aan te voeren. De belangrijkste is de verhoging van de kostendekkendheid van de riolering, om de begrotingen van gemeenten op orde te houden. In de loop der jaren is het steeds meer gemeengoed geworden dat de gebruiker betaalt ; zo ook bij gemeenten met betrekking tot de kosten van riolering. De opbrengsten van de laten over de jaren vanaf 2009 een stijging zien van 45 mln., ofwel 24%. Een forse stijging die enerzijds te verklaren is uit noodzakelijke tariefsverhogingen om de waardedalingen van het onroerend goed te compenseren. Anderzijds staan gemeenten voor de noodzaak de dekkingsmiddelen in de begroting te verhogen. Feitelijk is voor gemeenten de de enige min of meer vrije belastingsoort van enige importantie om te kunnen sturen. De reinigings- en rioolheffingen zijn gebonden aan kostendekkendheid, wat inhoudt dat de belastingopbrengsten niet hoger mogen zijn dan de lasten. De is ook gebonden (en wel aan de macronorm, waarover later meer) maar kent toch meer vrijheid. Gemeenten mogen zelf weten waaraan deze belastingopbrengsten worden besteed. Daarnaast zullen gemeenten de inflatie willen compenseren om er reëel niet op achteruit te gaan. Ook deze inflatie is in de opbrengsten begrepen. Ook is bezien wat de stijgingen van de opbrengsten zijn als ze worden geschoond van de inflatie van het jaar ervoor. Het beeld van de totaalopbrengsten en de onderscheiden soorten wordt dan als in grafiek 3. 3

Grafiek 3: totaalopbrengst gemeentelijke lasten in Overijssel, geschoond van inflatie en onderverdeeld per soort (x 1.000.000,-) 700 600 rioolheffing reinigingsheffing 500 400 386 394 395 402 402 402 300 187 193 197 203 208 211 200 100 0 83 86 86 89 90 90 116 115 112 110 104 101 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Het blijkt dan dat de toename van de totaalopbrengsten zich beperkt tot 16 mln., ofwel een stijging van iets meer dan 4%. Daar zijn ook de areaaluitbreidingen in begrepen. Onder areaaluitbreidingen zijn bijvoorbeeld te verstaan de toename van het aantal panden waarover belasting wordt geheven, of de waardevermeerdering (of -vermindering). De grootste stijgingen doen zich voor in de jaren 2010 en 2012; met name bij de. Over al die jaren stijgt de met bijna 13%. De rioolheffingen stijgen met ruim 8%. De reinigingsheffingen daarentegen dalen met bijna 13%. In onderstaande grafiek zijn de stijgingspercentages van de opbrengsten van de afzonderlijke belastingsoorten (inclusief inflatie) opgenomen. Grafiek 4: stijgingspercentages van de opbrengsten van de afzonderlijke belastingsoorten (inclusief inflatie) 7% 6% rioolheffingen reinigingsheffingen 5% 4% 3% 2% 1% 0% -1% -2% -3% -4% 2009 2010 2011 2012 2013 2014 De grafiek laat zien dat de -opbrengsten in 2014 met net iets meer dan 3,5 % stijgen ten opzichte van 2013. Ook dit is weer inclusief de areaaluitbreidingen. Dit percentage ligt boven de macronorm zoals die bestuurlijk is overeengekomen. Het Rijk heeft met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) afgesproken dat de landelijke opbrengst van de in een jaar met niet meer dan een bepaald percentage mag stijgen. Deze zogeheten macronorm bestaat sinds 2008. Voor 2014 is die macronorm door het rijk bepaald op 2,45%. In de macronorm wordt rekening gehouden met areaaluitbreidingen. Beide percentages zijn dus vergelijkbaar met elkaar. 4

Het percentage van de macronorm voor 2014 is door het rijk gecorrigeerd voor de overschrijding in 2013 van de macronorm. Het al of niet overschrijden van de macronorm wordt landelijk gewogen. De Overijsselse overschrijding voor 2014 bedraagt 1,15%. Volgens Coelo bedraagt landelijk de overschrijding 0,3%. Niet bekend is wat de gevolgen zijn van de overschrijding. Het zou kunnen zijn dat de landelijke overschrijding van 0,3% in mindering wordt gebracht op de macronorm voor 2015. Nadere analyse leert dat zeven Overijsselse gemeenten zich gehouden hebben aan de macronorm. Vijf gemeenten hebben een opbrengststijging die meer dan 5% boven de macronorm ligt. Zes gemeenten beperken de opbrengststijging tot 1% boven de macronorm. Er zijn gemeenten waar de opbrengsten reinigingsen/of rioolheffing zijn verlaagd. Soms houdt dit verband met een verlaging van de kwaliteit van de dienstverlening, bijvoorbeeld door de inzamelfrequentie van afval te verminderen. Soms ook zijn de kosten die moeten worden gedekt verminderd, bijvoorbeeld omdat minder afval wordt aangeboden. Maar het kan ook zijn dat de tarieven zijn verlaagd, al of niet met inzet van egalisatiereserves, om zodoende ruimte te scheppen voor een (extra) verhoging van de. Voor de burger neemt de belastingdruk dan niet toe, maar binnen de diverse opbrengstsoorten vindt er wel een verschuiving plaats. Stijging per gemeente Alle Overijsselse gemeenten samen laten de opbrengsten, riool- en reinigingsheffingen stijgen met 2,4%. Dit is opmerkelijk omdat geen gelijke tred wordt gehouden met de inflatie en gemeenten hierdoor feitelijk inleveren. Vanuit een oogpunt van financiële weerbaarheid van gemeenten wellicht minder wenselijk, voor inwoners wel aantrekkelijk. Onderstaand is per gemeente aangegeven hoeveel de woonlasten procentueel toenemen ten opzichte van vorig jaar. Daarbij is per gemeente de woonlastendruk bepaald, uitgaande van de gemiddelde woningwaarde in 2012 en 2013 en de tarieven van 2013 en 2014. Het zal duidelijk zijn dat deze berekeningswijze de invloed van de areaaluitbreidingen buiten beschouwing laat. Onderstaand het resultaat van onze berekeningen, waarbij ook het inflatiepercentage is weergegeven. Grafiek 5: stijging woonlasten per gemeente en afgezet tegen de inflatie 8 7 6 % stijging % inflatie 5 4 3 2 1 0-1 -2 Haaksbergen Losser Hardenberg Dinkelland Tubbergen Borne Staphorst Enschede Ommen Zwolle Hellendoorn Almelo Hengelo Rijssen-Holten Wierden Olst-Wijhe Twenterand Hof van Twente Oldenzaal Deventer Kampen Steenwijkerland Raalte Dalfsen Zwartewaterland Meer dan de helft van de Overijsselse gemeenten beperkt de stijging tot minder dan de inflatie. De gemeenten Haaksbergen en Losser springen eruit met hun stijging van de woonlasten. Dat Haaksbergen en Losser relatief grote stijgers zijn wordt deels veroorzaakt door stijging van de, in combinatie met stijging van de afvalstoffen- en rioolheffing. Vijf gemeenten verlagen de belastingdruk ten opzichte van vorig jaar waaronder Kampen met -0,01%. Bij deze gemeenten is dit een gevolg van de verlaging van de (berekening van de) afvalstoffenheffing en soms ook de rioolheffing. 5

Tarieven Onderstaand zijn per gemeente de tarieven van de, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing verzameld. De afvalstoffenheffing en de rioolheffing zijn de tarieven die gelden per (woon)perceel. Een aantal gemeenten hanteert voor een éénpersoonshuishouden een lager tarief voor de afvalstoffenheffing. Deze tarieven zijn als tweede tarief in de desbetreffende kolom vermeld. Gemeenten die werken met gedifferentieerde tarieven (diftar) brengen meestal naast een vast bedrag, een bedrag per lediging van de container in rekening. Bij die gemeenten is uitgegaan van het aantal ledigingen van een restafval-container van 240 liter en van een gft-container van 140 liter volgens opgaaf van de Rova danwel volgens aanname van de betreffende gemeente. Verder is: voor de meerpersoonshuishoudens uitgegaan van een container van 240 liter voor restafval en een container van 140 liter voor gft-afval; voor de éénpersoonshuishoudens uitgegaan van een container van 140 liter voor zowel rest- als voor gft-afval. Voor de rioolheffing is waar nodig uitgegaan van (maximaal) 125 m³ waterverbruik. Tabel 1: tarieven per gemeente in 2014 voor (percentage woningwaarde), afvalstoffenheffing (in ) en rioolheffing (in ) Gemeente Afvalstoffenheffing eigenaar woning eigenaar niet woning gebruiker niet woning meer personen één persoon Rioolheffing Almelo 0.15700 0.31800 0.25270 273.60 273.60 195.00 Borne 0.15230 0.27210 0.21750 251.88 251.88 194.40 Dalfsen 0.10600 0.14520 0.12040 160.64 160.64 129.60 Deventer 0.13390 0.29780 0.24110 310.17 273.28 179.40 Dinkelland 0.13740 0.19520 0.15670 185.60 125.60 233.40 Enschede 0.16540 0.35120 0.28890 310.44 276.48 186.72 Haaksbergen 0.11880 0.17550 0.14120 237.84 195.72 320.04 Hardenberg 0.09730 0.25690 0.20680 220.01 220.01 255.00 Hellendoorn 0.13080 0.24440 0.19550 232.08 191.16 231.48 Hengelo 0.14280 0.31170 0.24950 246.98 207.93 187.20 Hof van Twente 0.11160 0.18130 0.15850 250.35 201.60 280.20 Kampen 0.10900 0.14670 0.12010 204.35 204.35 168.00 Losser 0.16170 0.23780 0.18590 250.32 194.16 214.11 Oldenzaal 0.11776 0.22803 0.18212 275.28 215.88 166.08 Olst-Wijhe 0.15720 0.22960 0.18020 162.00 162.00 229.44 Ommen 0.09170 0.12730 0.09290 259.00 218.00 185.00 Raalte 0.11720 0.18310 0.14670 135.55 135.55 189.00 Rijssen-Holten 0.10240 0.18870 0.15040 213.00 157.00 209.50 Staphorst 0.09940 0.14810 0.11930 200.77 200.77 229.00 Steenwijkerland 0.10520 0.17770 0.14370 170.26 170.26 251.26 Tubbergen 0.12000 0.14530 0.11660 183.15 160.75 241.00 Twenterand 0.11800 0.15050 0.12250 186.50 186.50 232.20 Wierden 0.10290 0.10000 0.08000 246.60 194.40 245.40 Zwartewaterland 0.10590 0.19120 0.14440 203.06 203.06 256.12 Zwolle 0.13170 0.28570 0.23120 269.23 215.38 104.10 6

Waarden Bij het bepalen van de woonlastendruk per gemeente is voor de berekening van de gebruik gemaakt van waarden die zijn ontleend aan gegevens van het CBS over het jaar 2013; meer recente cijfers waren ten tijde van het opmaken van deze uitgave niet beschikbaar. Er worden twee gemiddelde woningwaarden gebruikt. De eerste gemiddelde woningwaarde is het gemiddelde van alle woningen per gemeente en luidt (in ) als volgt. Tabel 2: gemiddelde woningwaarde (in ) per gemeente in 2013 Gemeente Woningwaarde Stijging t.o.v. 2012 Almelo 164.000-4,7% Borne 221.000-1,8% Dalfsen 272.000-4,2% Deventer 200.000-2,9% Dinkelland 263.000-3,3% Enschede 167.000-0,0% Haaksbergen 230.000-3,8% Hardenberg 209.000-2,8% Hellendoorn 239.000-4,8% Hengelo 181.000-2,7% Hof van Twente 242.000-3,2% Kampen 207.000-3,3% Losser 217.000-2,7% Gemeente Woningwaarde Stijging t.o.v. 2012 Oldenzaal 213.000-4,1% Olst-Wijhe 237.000-2,5% Ommen 261.000-2,2% Raalte 250.000-2,0% Rijssen-Holten 232.000-6,1% Staphorst 268.000-3,6% Steenwijkerland 209.000-2,3% Tubbergen 253.000-2,7% Twenterand 212.000-2,3% Wierden 249.000-4,6% Zwartewaterland 210.000-1,9% Zwolle 212.000-2,3% Het tweede (provinciale) gemiddelde is de gemiddelde woningwaarde van de gehele provincie. Deze woningwaarde maakt het in principe mogelijk een object provinciebreed te vergelijken; de waarde is niet gekoppeld aan een gemeente. De provinciale gemiddelde woningwaarde bedraagt 208.000,- (2012 214.000,-). Gemeenten houden bij de bepaling van de tarieven over het algemeen rekening met de gemiddelde waardevermindering. 7

Woonlastendruk Woonlastendruk uitgaande van de gemiddelde woningwaarde per gemeente. Grafiek 6: woonlastendruk per gemeente uitgaande van de gemiddelde woningwaarde Dalfsen Kampen Raalte Steenwijkerland Zwolle Rijssen-Holten Twenterand Hardenberg Zwartewaterland Ommen Oldenzaal Hengelo Staphorst Almelo Tubbergen Wierden Deventer Olst-Wijhe Enschede Hellendoorn Dinkelland Borne Hof van Twente Losser Haaksbergen 0 200 400 600 800 De gemiddelde woonlastendruk bedraagt 712,98. 578,56 597,98 617,55 641,39 652,53 660,07 668,86 678,37 681,57 683,34 692,19 692,65 696,16 726,08 727,75 748,22 757,37 764,00 773,38 776,17 780,36 782,86 800,62 815,32 831,12 Afvalstoffenheffing Rioolheffing Woonlastendruk uitgaande van de gemiddelde woningwaarde voor de gehele provincie ( 208.000,-). Grafiek 7: woonlastendruk per gemeente uitgaande van de gemiddelde woningwaarde voor de gehele provincie ( 208.000,--) Dalfsen Raalte Kampen Ommen Rijssen-Holten Staphorst Steenwijkerland Zwolle Twenterand Tubbergen Hardenberg Zwartewaterland Oldenzaal Dinkelland Wierden Olst-Wijhe Hengelo Hellendoorn Hof van Twente Borne Deventer Almelo Losser Haaksbergen Enschede 510,72 568,33 599,07 634,74 635,49 636,52 640,34 647,27 664,14 673,75 677,39 679,45 686,30 704,79 706,03 718,42 731,20 735,62 762,68 763,06 768,08 795,16 800,77 804,98 841,19 Afvalstoffenheffing Rioolheffing 0 200 400 600 800 De gemiddelde woonlastendruk bedraagt 695,42. Colofon 2014-167 Uitgave en productie provincie Overijssel, mei 2014 Bronnen (begrotingen 2014 van de) Overijsselse gemeenten CBS Coelo Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Meer informatie provincie Overijssel Telefoon 038 499 93 93 www.overijssel.nl/belastinguitgave