Veel werkverzuim door duizeligheid



Vergelijkbare documenten
Hans Driesman Fysiotherapeut Manueel therapeut, master

21 ste Nascholingscursus. Kliniek van Duizeligheid en Evenwichtsstoornissen en 12 de Ed Marres Lecture

20 ste Nascholingscursus. Kliniek van Duizeligheid en Evenwichtsstoornissen en 11 de Ed Marres Lecture

Dokter op dinsdag. Duizeligheid. Susanne Balter, KNO-arts

BENIGNE PAROXYSMALE POSITIEDUIZELIGHEID (BPPD) Tj.D. Bruintjes KNO-arts Gelre ziekenhuizen, Apeldoorn

In de swing met duizeligheid (focus acute draaiduizeligheid)

Waarom wordt draaiduizeligheid niet vaker behandeld?

MEDICATIE EN VESTIBULAIRE REVALIDATIE. Tj.D. Bruintjes KNO-arts Gelre ziekenhuizen, Apeldoorn

Kinderneurologie.eu. Neuritis vestibularis.

Hands on 2014 Duizeligheid

Nederlandse samenvatting

Wat is BPPD? BPPD is een aandoening waarbij kinderen of volwassen kortdurend last hebben van duizeligheidsklachten bij bewegen van het hoofd.

Duizeligheid is dus de ervaring van een gevoel, dat op zichzelf - net zoals pijn - niet gemeten kan worden.

BENIGNE PAROXYSMALE POSITIEDUIZELIGHEID (BPPD) Tj.D. Bruintjes KNO-arts Gelre ziekenhuizen, Apeldoorn

Benigne paroxysmale positieduizeligheid (BPPD) Draaiduizeligheid

Duizeligheid. Wat is duizeligheid? Hoe werkt het evenwichtssysteem?

Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid

vertigo beoordeling op de SEH Bart van der Worp

Vestibulaire migraine

Zórg voor mensen met duizeligheid!

kno specialisten in keel-, neus- & oorheelkunde Duizeligheid

Duizelingwekkend. Wat hebben we een duizelige patiënt te bieden?

KNO. Duizeligheid BPPD. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep

Benigne Paroxysmal Positional Vertigo (BPPV)

Richtlijn Duizeligheid bij ouderen

De patiënt met duizeligheid: een praktische aanpak

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

DUIZELIGHEID Keel-, Neus- en Oorheelkunde FRANCISCUS VLIETLAND

Samenvatting (summary in Dutch)

Doel Preventie van duizeligheid en complicaties bij zelfstandig wonende ouderen.

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Benigne paroxysmale positieduizeligheid (BPPD) rkz.nl

SAMENVATTING INTRODUCTIE

Samenvatting. Duizeligheid bij ouderen in de huisartsenpraktijk: een diagnostische uitdaging

Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten: De richtlijn

Duizeligheid. Afdeling KNO

Anamnese bij de duizelige patiënt

huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde

Disclosure belangen spreker Wat maakt lijden ondraaglijk? Tjipke D. Ypma & Herman L Hoekstra SCEN-Drenthe KNMG SCEN 23 april 2015 Utrecht

RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG

Aspecten van het zorgpad hersentumor. Fenna Hummel, Neuro-oncologieverpleegkundige

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid

Acuut Lumbosacraal Radiculair Syndroom

Komt stress van de patiënt aan bod bij de huisarts? Factsheet Databank Communicatie, oktober 2007.

Highlights SCEN spiegelinformatie 2017*

Hersentumorcentrum Amsterdam

Positieafhankelijke draaiduizeligheid

De duizelige patiënt.

Inhoud. Nieuw in de NHG Standaard Angst. Vraag 2. Vraag 1. Vraag 3. Nieuw in de NHG standaard in beleid. Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie

Onderzoek VUmc onder huisartsen Amsterdam 2013 Samenvatting en verbeteracties

Whiplash en duizeligheid: een paar apart Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

Duizeligheid door BPPD

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: MimpenMG

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

NVAB-richtlijn blijkt effectief

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Onderzoek naar het functioneren van arts-assistenten in ziekenhuizen

Euthanasie en hulp bij zelfdoding (verzoek tot toepassing) Rubriekhouder: Mw. dr. G.A. Donker, NIVEL ( )

Cover Page. Author: Smelt, Antonette Title: Treatment of migraine : from clinical trial to general practice Issue Date:

Publieksverslag CQ-index 2015

De behandeling van duizeligheid (BPPD)

Chronische migraine. Afdeling neurologie

Comorbiditeit & richtlijnen: gaat dat samen?

PersonaCura. Uw specialist in persoonlijkheid & gedrag bij senioren

*Het betreft hier twee afzonderlijke meldingen, die apart door de commissie zijn beoordeeld. Beide oordelen worden hier weergegeven.

Chronische duizeligheid bij ouderen

status meting in Ketenzorgproject COPD regio Dordrecht

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Cnossen

L-OT-genotendag 16 mei Orthostatische tremor. Fleur van Rootselaar Arthur Buijink. Neurologie AMC, Amsterdam. Wie zijn wij?

PRIMAIRE ORTHOSTATISCHE TREMOR. Diepe hersenstimulatie? Fleur van Rootselaar, neuroloog AMC 12 mei 2017

Multiple Sclerose (MS) Informatie en behandeling

EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk) EUTHANASIE EN OUDEREN: dilemma s (in de praktijk)

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Dementiepoli. Mondriaan. Informatie voor cliënten, familie en betrokkenen. Ouderen. voor geestelijke gezondheid

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid

Dementie, regeren is vooruit zien. R. Dingenouts, specialist ouderengeneeskunde

VRAGEN over SYMPTOMEN

De Epley manoeuvre bij duizeligheidklachten

Monitoren van de effecten van de publiekscampagne depressie op de instroom van patiënten met psychische problemen in de huisartspraktijk

Inleiding en vraagstellingen

FXTAS een neurologische aandoening in verband met fragiele X. Informatie voor mensen met de fragiele X premutatie, behandelaars en andere betrokkenen

PRAKTISCHE VRAGEN OVER BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE. Cor Spreeuwenberg

Duizeligheid. Havenziekenhuis

De ziektelastmeter COPD: de betrouwbaarheid en de ervaringen van huisartsen tot nu toe. Onno van Schayck. Cahag Conferentie

Hoofdpijnpolikliniek

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Hoe vaak ziet de huisarts een zondagmiddagarmpje?

Huisarts of hometrainer?

Ruimte voor substitutie? Verschuivingen van tweedelijns naar eerstelijnszorg

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van atomoxetine

De verschillen tussen Eerstelijns én Tweedelijns

Leidraad voor artsen voor het beoordelen en monitoren van cardiovasculaire risico bij het voorschrijven van Atomoxetine

Uitkomsten van het patiënttevredenheidsonderzoek over de huisarts:

Ruimte en grenzen bij euthanasie. Eric van Wijlick beleidsadviseur

Cijfers over dementie

Revalidatie bij spierziekten Uw behandelprogramma bij Adelante

Kennislacunes NHG-Standaard Depressie

Ambulante behandeling

Draaiduizeligheid Door BPPV

Transcriptie:

Landelijk kenniscentrum nodig Veel werkverzuim door duizeligheid Roeland B. van Leeuwen, neuroloog, Gelre ziekenhuizen Apeldoorn Tjasse D. Bruintjes, kno-arts, Gelre ziekenhuizen Apeldoorn Correspondentieadres: r.b.van.leeuwen@gelre.nl c.c.: redactie@medischcontact.nl Geen belangenverstrengeling gemeld. Duizeligheidspoli Het is hinderlijk, maar verder tamelijk onschuldig. Dat krijgen duizelige patiënten vaak te horen van hun arts. Onderzoek van het Apeldoorns Duizeligheidscentrum laat echter zien dat duizeligheid wel degelijk schade kan aanrichten. Zowel huisartsen als specialisten worden frequent geconfronteerd met de klacht duizeligheid. Bij bevolkingsonderzoek in Nederland in 2004 bleek dat 7,1 procent van de mannen en 12,9 procent van de vrouwen in de veertien dagen voor het onderzoek last had van duizeligheid.1 Huisartsen zien per jaar per duizend patiënten 27 patiënten met als nieuwe klacht duizeligheid.2 Bij het ouder worden neemt de incidentie fors toe; duizeligheid is een van de meestvoorkomende klachten waarmee 75-plussers bij huisartsen komen. Naar de beperkingen die de duizelige patiënt ondervindt, is in Nederland voor zover bekend Het Apeldoorns Duizeligheidscentrum (ADC) is een multidisciplinaire polikliniek van Gelre ziekenhuizen. Het is een samenwerkingsproject tussen de vakgroepen kno, neurologie, biometrie (klinische neurofysiologie) en fysiotherapie. Het centrum richt zich op de diagnostiek en behandeling van patiënten met als hoofdklacht duizeligheid. In MC Document is te zien welke behandelmethoden het Apeldoorns Duizelig heids centrum toepast en welk onderzoek er wordt verricht. Bekijk het filmpje op ww.medischcontact.nl/mc_document. nog geen onderzoek gedaan. Engels onderzoek toont aan dat van de werkende bevolking 20 procent recentelijk last heeft gehad van duizeligheid. De helft van deze groep werd daardoor beperkt in het dagelijks functioneren.3 Ouderen ervoeren de meeste beperkingen. Vragenlijst Het Apeldoorns Duizeligheidscentrum (ADC, zie kader) wilde graag meer duidelijkheid krijgen over de dagelijkse beperkingen van patiënten die wegens duizeligheid naar de tweede lijn worden verwezen. Daarom heeft het ADC zijn patiënten gevraagd de Dizziness Handicap Inventory (DHI) in te vullen. De DHI is een gestandaardiseerde vragenlijst, ontworpen om de fysieke, functionele en emotionele consequenties van duizeligheid te documenteren.4 De lijst is gevalideerd voor de Nederlands taal.5 Het betreft 25 vragen die moeten worden beantwoord met nooit, soms of vaak. De maximumscore is 100 punten. Een totaalscore van 0-29 staat voor milde klachten, 30-59 voor matige klachten en 60-100 voor ernstige klachten. Bij de evaluatie van de DHI-resultaten van 2242 patiënten (63,9% vrouw, gemiddelde leeftijd 54 jaar) bleek dat de gemiddelde DHI-score 40,6 was. Bijna 70 procent van de patiënten had matige of ernstige klachten. Vrouwen ervoeren significant meer beperkingen dan mannen, de invloed van leeftijd was gering. Een derde van de patiënten voelde zich gefrustreerd door de klachten en werd daadwerkelijk beperkt in sociale activiteiten. Van de patiëntengroep 260 Medisch Contact 4 februari 2011 66 nr. 5

8 procent raakt door duizeligheid volledig arbeidsongeschikt meldde 8 procent regelmatig depressief te zijn door de duizeligheid. Werkverzuim Er is weinig bekend over de mate van werkverzuim bij patiënten met duizeligheid. Waarschijnlijk hangt dit samen met het feit dat duizeligheid in het algemeen als een onschuldige klacht wordt gezien. Een Duits bevolkingsonderzoek naar draaiduizeligheid leidde echter tot de conclusie dat het werkverzuim onder patiënten met draaiduizeligheid 41 procent bedroeg.6 Het ADC heeft recentelijk ook onderzoek verricht naar de mate van arbeidsverzuim onder de patiënten. In de eerste acht maanden van 2010 werden 440 patiënten beoordeeld, van wie er 226 full- of parttime werkten. Van deze groep was 55 procent vrouw. Verzuim kwam voor bij 72 procent van de patiënten. De mate en duur van dit verzuim staan in de tabel. Bij verdere analyse bleek er geen relatie te bestaan tussen werkverzuim en geslacht of leeftijd. Van de gehele groep van 226 patiënten was 8 procent volledig arbeidsongeschikt geraakt door de duizeligheid. Wij concluderen dat het werkverzuim onder patiënten verwezen naar de tweede lijn vanwege duizeligheid, hoog is. Verder onderzoek bij grotere groepen patiënten, ook in de eerste lijn, beeld: Thinksock Werkverzuim onder patiënten ADC gemiddelde score Dizziness Handicap Inventory (in punten) patiënten met milde duizeligheid (0-29 punten) patiënten met matige duizeligheid (30 59 punten) patiënten met ernstige duizeligheid (60 100 punten) 43,4 26,5% 50,0% 23,5% mannen 45,6% vrouwen 54,4% patiënten uit de eigen regio 32,7% second opinion 67,3% wel werkverzuim 70,4% geen werkverzuim 29,6% mate van werkverzuim 0-25% 13,9% mate van werkverzuim 25-50% 6,3% mate van werkverzuim 50-100% 14,6% mate van werkverzuim 100% 65,2% duur werkverzuim <1 maanden 26,9% duur werkverzuim 1-3 maanden 19,2% duur werkverzuim 3-6 maanden 17,3% duur werkverzuim 6-12 maanden 14,7% duur werkverzuim >1 jaar 21,8% wel arbeidsongeschikt 8,0% niet arbeidsongeschikt 92,0% De gegevens van 226 werkende patiënten verwezen naar het Apeldoorns Duizeligheidscentrum. 66 nr. 5 4 februari 2011 Medisch Contact 261

Onderzoek en nascholing schieten in Nederland tekort Prikkeling van het evenwichtsorgaan door middel van water (1) laat de oogbewegingsafwijking nystagmus zien (2), die hersteld wordt door canalith repositiemanoeuvres (3). is noodzakelijk om economische gevolgen voor patiënt en maatschappij in beeld te brengen. Diagnose Gezien de impact van duizeligheid op sociaal functioneren en werkverzuim, lijkt het raadzaam om de zorg voor de duizelige patiënt te verbeteren. Op basis van onze ervaringen in het ADC stellen we een aantal problemen vast: het stellen van een juiste diagnose, onbekendheid met behandelingsopties en de overtuiging van artsen dat het een onschuldige klacht betreft. Allereerst de diagnose. Duizeligheid is een symptoom, en vaak is het moeilijk om de achterliggende oorzaken te achterhalen. Die zijn divers. Vestibulaire, maar ook bijvoorbeeld cerebrale, cardiale, medicamenteuze en psychogene factoren kunnen een rol spelen. Bij bijna 40 procent van de nieuwe patiënten met duizeligheid stelt de huisarts geen diagnose; een duidelijk behandeladvies blijft in een dergelijke situatie uit. Indien verwezen wordt naar de tweede lijn, dan blijkt 55 procent van de door huisartsen gestelde diagnoses niet overeen te komen met de diagnoses in het ziekenhuis.7 Een zeer gerichte anamnese levert uiteindelijk meestal toch een diagnose op. Aanvullend lichamelijk onderzoek is, zo blijkt uit de ervaringen van het ADC, doorgaans van beperkte waarde bij de diagnostiek van de duizelige patiënt. Behandelopties Een goede diagnose is zo belangrijk omdat de meeste vormen van duizeligheid goed behandelbaar zijn.8 Bijna de helft van alle patiënten verwezen naar de tweede lijn heeft een perifeer vestibulair syndroom (zie figuur). Benigne paroxismale positieduizeligheid (BPPD) is de meest frequent voorkomende perifeer vestibulaire aandoening. Vaak wordt hier een afwachtend beleid afgesproken. De aandoening kan echter veel beperkingen en verzuim geven. Bij ouderen is er een toegenomen kans op vallen, met alle consequenties van dien. Canalith repositiemanoeuvres, zoals de epleymanoeuvre, zijn echter effectief en makkelijk uitvoerbaar.9 Vestibulaire migraine is een aandoening die vaak niet wordt herkend, maar wel medicamenteus kan worden behandeld. De ziekte van Ménière kan vandaag de dag, indien medicamenteuze therapie onvoldoende effect heeft, worden behandeld met gentamicine-injecties intratympanaal.10 Bij een neuritis vestibularis is het starten van vestibulaire revalidatie met behulp van fysiotherapie van groot belang; op die manier kan er snel een centrale compensatie worden bereikt.11 Bij hyperventilatie en angststoornissen is het van belang dat er inzicht komt bij de patiënt in de relatie tussen de angst en de duizeligheid. Dan kan nader worden bekeken of er behandelopties zijn. Tot slot kan één patiënt last hebben van twee soorten duizeligheid, bijvoorbeeld door BPPD en een angststoornis. Het is belangrijk dat dit wordt onderkend, en dat beide klachten separaat worden behandeld. Nascholing en onderzoek In Nederland is er relatief weinig nascholing op het gebied van duizeligheid. Dit geldt zowel voor fysiotherapeuten als voor huisartsen en medisch specialisten. Met name de vestibulaire revalidatie dient op korte termijn door de fysiotherapeuten te worden opgepakt; het effect is overtuigend aangetoond. En mogelijk zouden fysiotherapeuten ook een rol kunnen krijgen bij de behandeling van BPPD, middels repositiemanoeuvres. De nascholingen voor huisartsen zouden zich meer kunnen richten op de diagnostiek en de behandeling van duizeligheid, met veel aandacht voor veelvoorkomende aandoeningen als BPPD, neuritis vestibularis, vestibulaire migraine en de ziekte van Ménière. Behalve de nascholing schiet ook het onderzoek op het gebied van duizeligheid in Nederland beeld: RosaMedia 1 2 3 262 Medisch Contact 4 februari 2011 66 nr. 5

veldwerk Oorzaken duizeligheid van patiënten ADC Kwaliteit van sterven perifeer vestibulair syndroom 49% geen diagnose 12% overig 10% Samenvatting De klacht duizeligheid leidt tot beperkingen en verlies van kwaliteit van leven. Bij verwezen patiënten met duizeligheid is er een hoog werkverzuim; 8 procent raakt volledig arbeidsongeschikt. Meer wetenschappelijk onderzoek op het gebied van duizeligheid is nodig, evenals betere nascholing voor artsen en gestroomlijnde voorlichting aan de patiënt. Er moet een landelijk kenniscentrum duizeligheid worden opgericht Voor de referenties en andere artikelen bij dit onderwerp gaat u naar www.medischcontact.nl. hyperventilatie en angststoornissen 29% tekort. In het Maastricht UMC+ en het VUmc wordt wetenschappelijk onderzoek verricht, in de overige academies is de aandacht voor duizeligheid beperkt. Het is niet duidelijk waarom dit zo is. Mogelijk speelt mee dat medicatie geen rol van betekenis speelt en dat sponsoring van trials door de farmaceutische industrie derhalve niet aan de orde is. De voorlichting aan patiënten met duizeligheid is ten slotte ook niet gestroomlijnd; hun klacht kan immers vele oorzaken hebben die onder meerdere specialismen vallen. Er is niet één patiëntenvereniging die voor hun belangen opkomt (behalve voor patiënten met de ziekte van Ménière). En er is niet één loket waar de duizelige patiënt terechtkan. In Amerika bestaat zo n loket overigens wel: de Vestibular Disorders Association. Landelijk kenniscentrum Om te bereiken dat kennis over duizeligheid toeneemt bij professionals, dat er meer nascholing en onderzoek komt en dat de voorlichting aan patiënten verbetert, is het noodzakelijk dat er een landelijk kenniscentrum duizeligheid in het leven wordt geroepen. Dit centrum moet duizeligheid meer onder de aandacht brengen, zowel bij professionals als bij verzekeraars en de politiek. Er is financiële ondersteuning nodig om een dergelijk kenniscentrum van de grond te tillen, waarbij verzekeraars en de overheid een belangrijke rol kunnen spelen. Medisch specialisten van het Apeldoorns Duizeligheidscentrum willen het voortouw nemen bij het oprichten van een dergelijk kenniscentrum. De duizelige patiënt verdient meer steun, letterlijk en figuurlijk. De Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) heeft de mogelijkheden tot het oprichten van een levenseindekliniek onderzocht. Het is een controversieel plan waar de voor- en tegenstanders al direct hun stellingen over hebben ingenomen, variërend van een veilige plek kunnen bieden tot aan een tunnelvisie waarin de dood de enige uitkomst is. Ik persoonlijk schaar me in het kamp van de voorstanders van een levenseindekliniek. De doodswens van mensen met chronische psychiatrische klachten, beginnende dementie of een voltooid leven is legitiem. De huidige praktijk, die het uitvoeren van deze wens niet toelaat, zet een groep mensen in de kou en negeert hun lijden. Dat is onnodig wreed en daarom niet vol te houden. Bij het streven naar een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven hoort ook een zo hoog mogelijke kwaliteit van sterven. Een levenseinde kliniek met medische en psychologische deskundigen kan dat bieden en aldus garant staan voor een waardig afscheid van het leven. De wilsbeschikking van het individu moet hierbij prevaleren. Want uiteindelijk moet iemand zelf kunnen bepalen wanneer zijn of haar leven voltooid is. Als iemand een testament opstelt mag hij of zij daarin al zijn bezit weggeven en al zijn laatste wensen kenbaar maken. Er wordt strikt op toegezien dat aan al deze wensen wordt voldaan, behalve aan de wens om te mogen sterven als de betreffende persoon dementerend wordt. Dan worden ineens andere standaarden aangelegd. Vaak tot groot verdriet van de directe familie die deze laatste wens van de betrokkene wél respecteert en vervuld wil zien. Of op afzienbare termijn een levenseindekliniek wordt geopend, is niet zeker. Dat de discussie geopend is, wel. Een discussie waaraan ik graag deelneem. Aysel Erbudak, voorzitter raad van bestuur Slotervaart ziekenhuis 66 nr. 5 4 februari 2011 Medisch Contact 263

Referenties 1. Linden MW van der, Westert GP, Bakker DH de, Schellevis FG. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartsenpraktijk. Klachten en aandoeningen in de bevolking en in de huisartsenpraktijk. Utrecht/Bilthoven: NIVEL/ RIVM 2004. 2. Verheij AAA, Weert HCPM van, Lubbers WJ, Sluisveld ILL van, Saes GAF, Eizinga WH, Boukes FS, Lieshout J van. NHG-Standaard Duizeligheid. Huisarts Wet 2002; 45(110): 601-9. 3. Yardley L, Owen N, Nazareth I, Luxon L. Prevalence and presentation of dizziness in a general practice community sample of working age people. Br J Gen Pract 1998; 48: 1131-5. 4. Jacobson GP, Newman CW. The development of the Dizziness Handicap Inventory. Arch Otolaryngol Head Neck Surg 1990; 116: 424-7. 5. Vereeck L, Truijen S, Wuyts F, Heyning P van de. Test-retest reliability of the Dutch version of the Dizziness Handicap Inventory. B-ENT 2006; 2: 75-80. 6. Neuhauser HK, Radtke A, Breverv M von, Lezius F, Feldmann M, Lempert Th. Burden of Dizziness and Vertigo in the Community. Arch Intern Med 2008; 168(19): 2118-24. 7. Leeuwen RB van, Tabink IC, Oostenbrink P, Bruintjes Tj D. Nieuw houvast. Medisch Contact 2001; 56: 1533-5. 8. Leeuwen RB van, Bruintjes Tj D, Verhagen WIM. De patiënt met duizeligheid: een praktische aanpak. Tijdschr Neurol Neurochir 2008; 109: 2000-8. 9. Hilton M, Pinder D. The Epley maneuver (canalith repositioning maneuver) for benign paroxysmal positioning vertigo. Cochrane Database of Systematic Reviews 2002, Issue 1. 10. Stokroos R, Kingma H. Selective ablation by intratympanic gentamicin in patients with unilateral active Meniere s disease: a prospective, double blind, placebo controled, randomized clinical trial. Acta Otolaryngol 2004; 124: 172-5. 11. Hillier SL, HollohanV. Vestibular rehabilitation for unilateral peripheral vestibular dysfunction. Cochrane Database as Systematic Reviews 2007, Issue 4.