Analyse NVM openhuizendag Gemaakt door: NVM Data & Research Datum: 1 juli 2011
Resultaten analyse Openhuizenbestand 26 maart 2011 Er doen steeds meer woningen mee aan de NVM-openhuizendag. Op 26 maart hebben ruim 48.500 woningen 1 deelgenomen, 32% van het NVM-aanbod. Dat is zowel in absolute aantallen (+3.500), als in percentage van het totale aanbod van woningen meer dan in oktober vorig jaar. Verkoopkansen Het belangrijkste dat we willen weten is of deelname aan de openhuizendag de verkoopkansen van een woning vergroot. Daarom is de groep woningen die heeft meegedaan aan de openhuizendag vergeleken met de groep woningen die niet heeft meegedaan. Gekeken is naar het percentage woningen in beide groepen dat na deelname verkocht is (Tabel 1). Van de groep die wel heeft meegedaan is binnen 2 na de openhuizendag 3, van de woningen die in aanbod stonden verkocht. Voor de groep woningen die niet heeft meegedaan is dat percentage 2,2%. Tot 10 na de openhuizendag zijn deze percentages 10,5% versus 6,4%. In figuur 1 is goed te zien dat naarmate de tijd vordert het verschil tussen de twee groepen woningen nauwelijks toeneemt en lijkt het effect van de openhuizendag dus weg te ebben. Op dit moment, twee maanden na de openhuizendag, is 10,8% versus 6,7% van het toenmalige aanbod verkocht. Een verschil van 4,1 procentpunt, die vooral in de eerste 8 wordt gerealiseerd. aan openhuizendag lijkt dus de kans op het verkopen van een woning te vergroten. De resultaten komen overeen met de analyses na eerdere openhuizendagen. Het enige verschil is dat toen na twee maanden iets meer woningen verkocht waren (in beide groepen) omdat de markt toen beter was dan nu. Tabel 1: Percentage verkochte woningen <2 <4 <6 <8 <10 >10 niet meegedaan 2,2% 3,8% 5, 5,9% 6,4% 6,7% wel meegedaan 3, 6,1% 8,2% 9,7% 10,5% 10,8% verschil 0,8% 2,3% 3,2% 3,8% 4,1% 4,1% Figuur 1: % Verkocht van het aanbod sinds openhuizendag 12, 10, 8, 6, 4, 2, verschil niet meegedaan wel meegedaan 0, < 2 < 4 < 6 < 8 <10 >10 Het is moeilijk te zeggen of het verschil in verkoopkansen volledig door deelname aan de openhuizendag wordt veroorzaakt. Het verschil kan ook ten dele veroorzaakt worden door verschillen tussen de groepen woningen die wel en niet deelgenomen hebben. Daarom is ook gekeken naar hoe deze twee groepen woningen zijn samengesteld. 1 NVM-aanbod, koopwoningen bestaande bouw. 2
Woningtypen Onderstaande grafiek laat zien hoe de twee groepen verdeeld zijn naar woningtype. 3 Figuur 2: % woningen in aanbod naar type woning 2 1 tussenwoning hoekwoning twee onder één kap vrijstaande woning appartement Te zien is bijvoorbeeld dat van de groep woningen die heeft meegedaan (donkerblauw), 23% tussenwoning is. Van de groep die niet heeft meegedaan (lichtblauw) is 19% tussenwoning. Opvallend is verder dat vrijstaande woningen een ondervertegenwoordiging laat zien qua deelname aan de openhuizendag, terwijl de andere woningtypen licht oververtegenwoordigd zijn (en de groep appartementen is vrijwel gelijk). De verdeling is vrijwel gelijk aan de vorige openhuizendag. Omdat er naar verhouding meer courante woningen meededen, is dit deels een verklaring voor het sneller verkopen van woningen die meededen. Hoe groot dit effect is, is lastig te meten. Looptijdklasse De twee groepen woningen zijn ook te verdelen naar het aantal dagen dat ze al in aanbod stonden op het moment van de openhuizendag. In eerste instantie zou je misschien verwachten dat woningen die al langer in aanbod staan, meedoen aan een openhuizendag. Dat blijkt echter niet het geval. Het gemiddeld aantal dagen dat een woning te koop stond op 26 maart is voor de groep die wel heeft meegedaan 269 dagen en voor de groep die niet heeft meegedaan 402 dagen. Naar looptijdklasse ziet de verdeling er als volgt uit: 25% 2 15% 1 5% Figuur 3: % woningen in aanbod naar looptijdklasse Het valt op dat de groep woningen die meegedaan hebben aan de openhuizendag substantieel korter in aanbod stonden dan de groep die niet meedeed. In oktober bij de vorige openhuizendag liet deze onderverdeling hetzelfde beeld zien. Ook opvallend is dat ongeveer de helft van de woningen die participeerden met de openhuizendag korter dan een half jaar in aanbod staan. 3
Looptijd aanbod Looptijd van aanbod per woningtype In figuur 4 is de verdeling te zien van welke woningen er mee gedaan hebben met de openhuizendag. Hierin is te zien dat voor alle types nieuwer aangeboden huizen meer participeren in de openhuizendag dan huizen die al langer te koop staan. Dit geeft hetzelfde beeld als in figuur 3, waar ook naar voren komt dat huizen die langer te koop staan, minder aan de openhuizendagen meedoen. Hiernaast is ook te zien dat de vrijstaande woning een langere looptijd heeft dan de andere woningen. Aangezien dit type woning minder participeert bij de openhuizendag verklaart dit ook deels het verschil. Figuur 4: looptijd van aanbod per woningtype 600 500 400 300 200 100 0 Wel deelgenomen Niet deelgenomen Prijsklasse Als laatste zijn de twee groepen woningen nog vergeleken naar prijsklasse. Onderstaand de uitkomst, wat geen eenduidig beeld oplevert. 4 Figuur 5: In aanbod naar prijsklasse 3 2 1 < 100,000 100,000-200,000 200,000-300,000 300,000-400,000 400,000-500,000 > 600,000 Tenslotte is ook gekeken, per NVM-afdeling, naar het deel van de woningen dat mee heeft gedaan aan de openhuizendag. Gemiddeld is de deelname (als percentage van het aantal woningen in aanbod) licht afgenomen. Absoluut gezien hebben er meer woningen meegedaan. De ranking van de afdelingen is nauwelijks veranderd t.o.v. eerdere openhuizendagen. 4
Tabel 2: aan de NVM-openhuizendag per afdeling Afdeling maart 2011 oktober 2010 maart 2010 oktober 2009 Eemland 41% 42% 44% 46% t Gooi 4 41% 45% 47% Leiden 4 39% 41% 41% Haaglanden 39% 34% 37% 38% Zwolle 38% 36% 38% 38% Gouda 38% 39% 4 41% Noord West Veluwe 37% 3 42% 4 Utrecht 36% 34% 36% 37% IJsselstreek / Oost-Gelderland 36% 35% 36% 35% Haarlem 36% 36% 4 38% Apeldoorn en Epe 35% 31% 33% 37% Flevoland 35% 33% 36% 34% Noord-Holland Noord 33% 3 34% 33% Noordoost Brabant 32% 32% 34% 38% Wageningen 32% 31% 37% 37% Twente 32% 27% 32% 31% Amsterdam 32% 3 32% 34% Rotterdam 31% 29% 31% 3 Limburg 3 28% 32% 27% Nijmegen 3 3 33% 3 West-Brabant 29% 29% 32% 33% Zuidoost Brabant 29% 27% 32% 32% Zeeland 28% 24% 28% 27% Drenthe 27% 26% 27% 3 Arnhem 27% 26% 28% 27% Groningen 25% 25% 27% 28% Friesland 24% 24% 24% 23% Nederland 32% 31% 33% 33% In de afdelingen Eemland en t Gooi doet respectievelijk 41% en 4 van alle woningen die in aanbod staan mee, iets minder dan in maart 2010. Gemiddeld voor heel Nederland is dit percentage 31%. De afdeling Friesland komt er als laatste uit. Hier doet nog geen kwart van de woningen mee. 5