Betreft: stage bachelor onderwijs: secundair onderwijs (bijkomend vak/ 1 vak).

Vergelijkbare documenten
Beste collega. Stages. Observatiestage

Verkorte trajecten BASO

Beste collega. Stages

Verkorte trajecten Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Verkorte trajecten BASO

STAGEOPDRACHT Praktijk SOV Dagonderwijs Afstandsleren (AL)

Stage eerste Leerjaar

Stageconcept en -planning

Deze stageperiode start met een aantal observatie- en participatiedagen in de stageschool en enkele stagevoorbereidingsdagen op de hogeschool.

Didactische Competentie Stage SLO. Infomoment stage 1 december 2017

PRAKTIJK 2 DOORGROEISTAGE STAGEOPDRACHT

WERKPLEKLEREN OPLEIDINGSFASE 3 ACADEMIEJAAR Geachte stagementor, vakmentor(en)

Didactische Competentie Stage SLO. Infomoment stage 27 mei 2016

Zelfstandige stage. Situering. Wat verwachten we van de student? Leraar Lager Onderwijs Thomas More Mechelen

DIDACTISCHE COMPETENTIE STAGE SLO. Infomoment stage 30 november 2018

Stage Eerste Leerjaar

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk verdieping en integratie

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

Bijlage 4: stage-info voor directie en mentoren.

STAGEVADEMECUM. Schooljaar AANVRAGEN VAN STAGE AFSPRAKEN WIE IS WIE? SCHOLENGEMEENSCHAP SINT-JOZEF BILZEN-HOESELT

VERKORTE TRAJECTEN extra ONDERWIJSVAK (SECUNDAIR ONDERWIJS)

Praktijk deel 1. Bachelor in het onderwijs secundair onderwijs Academiejaar Thomas More Lerarenopleiding Kempen campus Vorselaar

Info praktijk 2 BaLO Academiejaar

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk oriëntatie

GROEIDOSSIER Praktijk SOV

Stagevademecum. Data: - indienen van stageaanvragen vóór 14/06/2018, 19/09/2018, 24/10/2018, 08/01/2019;

Docenten Baso Campus Vorselaar Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Wiskunde als tweede vakdidactiek opnemen

PRAKTIJK 3 AFSTUDEERSTAGE STAGEOPDRACHT semester 6

STAGEVADEMECUM

Wiskunde als tweede vakdidactiek opnemen

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

CVO-VTI-Leuven. Dekenstraat Leuven. Geachte mevrouw, heer

ECTS-fiche. Specifieke lerarenopleiding Praktijk experiment

MICROTEACHING: een kort lesfragment door een student gegeven aan medestudenten.

Praktijk. Docenten Baso Campus Vorselaar. Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Wegwijzer groeistages

Wat we minimaal verwachten van een student uit 1 BaKO - 1 BaLO: Eerste stappen in stiel leren

Keuzestage - BAKO - Wat verwachten we van de student?

Aan het einde van het tweede semester vier werkdagen voor het driehoeksgesprek in mei of juni.

Begeleidingsdocument

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Opleiding Module Didactische competentie stage 3

muzische vorming in kleuterschool

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

Stageconcepten. Stage 1 ste jaar - Studenten eerste opleidingsfase

Interpersoonlijk competent

Dag stagiair(e) Welkom in onze scholengemeenschap!

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Moderne Vreemde Talen

FUNCTIEBESCHRIJVING Onderwijzend personeel LERAAR ASV (OV1 OV2 OV3) Buitengewoon Secundair Onderwijs

Handleiding voor vakmentoren

LERAAR LAGER ONDERWIJS STAGEGIDS ATELIER EN STAGE 1 SEMESTER 1 ACADEMIEJAAR

SPECIFIEKE INFO PRAKTIJK 1 BaLO

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

Uitwisseling zal steeds gebeuren na overleg tussen docenten, stagebegeleiders, verantwoordelijken SLO van de instellingen.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep aardrijkskunde

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep personenzorg (component huishoudkunde)

STAGEVOORBEREIDING PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

[VADEMECUM STAGIAIR] Sint-Martinusscholen Herk-de-Stad. Campus Ursula Gebouwen A, B, C Ursulinenstraat 2. Campus Amandina

Competenties, e-portfolio en lerarenopleiding.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

GROEIDOSSIER PRAKTIJK 2 DOORGROEISTAGE

Betreft: Praktijk 3 de jaar Bachelor Lager Onderwijs. Beste mentor

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

Opleidingsfase 1 BcLK STAGES

BEGELEIDINGSDOCUMENT STAGE

Mentorenvorming 2 BaKO 22 oktober 2018

BEOORDELING STAGE DOOR DE VAKMENTOR

Betreft: Praktijk 2 de jaar Bachelor Lager Onderwijs Hasselt, 18 september 2017

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Liobaanovereenkomst inservicetraining

Mogelijke opdrachten voor de vakwerkgroep Personenzorg (component verzorgende vakken)

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9

stagevademecum

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)

LEIDRAAD VOOR HET LEREN REFLECTEREN

Stageprotocol FLOT. Bacheloropleidingen. Fontys Lerarenopleiding. Versie: februari 10 1/7

Mogelijke opdrachten voor de vakwerkgroep Personenzorg (*)

PRAKTIJK 3 AFSTUDEERSTAGE GROEIDOSSIER semester 7

SLO GW zoekt Mentor met Passie. Naar een vernieuw(en)d stagemodel 10 mei 2017

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep muzikale opvoeding

Educatieve Hogeschool van Amsterdam, lerarenopleiding vo/bve Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (definitieve versie, november 2007)

ROOSTERBELEIDSPLAN. 1 Verschillende invalshoeken t.a.v het rooster

Hogeschool van Amsterdam Onderwijs en Opvoeding, tweedegraads lerarenopleidingen Beoordelingsformulier voor het werkplekleren (versie september 2011)

. : WAT JE MOET WETEN... VOOR EEN GOEDE STAGE

Stageconcept en -planning

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode

OF3 - SEMESTER 5+6 ZOOM IN in dit praktijkkompas vind je de concrete stage-opdrachten voor de verkenningsdagen in semester 5+6

Gids voor het zoeken van een praktijkschool GPS - studentversie Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Bachelor in het onderwijs:

Infobrochure SLO SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Masteropleiding Science Education and Communication (SEC)

STAGEDAGBOEK KT fase (Pabo 2) e semester

Beoordeling werkplekleren jaar 2 DEELTIJD

PEILPROEVEN WISKUNDE TWEEDE GRAAD ASO. 1 De resultaten

pedagogie van het jonge kind PJK: Opvoeding en Coaching

* schrappen wat niet past

Transcriptie:

Vorselaar, oktober 2017 Beste directie Betreft: stage bachelor onderwijs: secundair onderwijs (bijkomend vak/ 1 vak). De student die zich bij u aanmeldt voor een stage bijkomend vak/1 vak, heeft al een diploma met onderwijsbevoegdheid behaald. Hij heeft derhalve aangetoond dat hij over de nodige competenties beschikt als leraar (al dan niet secundair) in het onderwijs. Deze stage richt zich dan enkel op het verwerven van de lesgebonden competenties binnen het bijkomende onderwijsvak. De stageopdracht verbonden aan deze stage-aanvraag (voor de externe stagescholen) bestaat uit het geven van 26 tot 30 lessen. De concrete planning m.b.t. de stage kan u flexibel invullen en bespreken met de student. De meest uiterlijke stagedag is 31/5/2018. De meeste studenten vervolledigen deze stage in de periode maart-juni maar afwijkende stageregelingen kunnen steeds in samenspraak met de praktijkcoördinator. Meer toelichting bij het stagetraject van deze studenten kan u onderaan terugvinden in de bijlage Praktijk bijkomend vak van A tot Z. De stage-aanvragen voor de studenten met een regulier traject worden centraal georganiseerd door de lerarenopleiding. Omwille van de specifieke situatie van deze student bijkomend vak/1 vak, o.a. flexibele stageplanning, schrijven zich soms later in (nadat de reguliere stage-aanvragen al behandeld zijn), enz. is het niet mogelijk om hen mee op te nemen bij de reguliere stage-aanvragen. Vandaar ook dat deze student zelf wordt verwacht om contact op te nemen met een stageplaats. Uiteraard kan u hem/haar doorverwijzen naar uw website indien er gevraagd wordt om via deze weg een stageaanvraag te doen. Voor verdere inlichtingen kan u zich steeds richten tot de opleidingsmanager, de praktijkcoördinator of de vakdocent. Wij hopen dat de samenwerking vlot mag verlopen en danken u voor uw medewerking. Vriendelijke groeten Marijke Voets Praktijkcoördinator Stage.basovorselaar@thomasmore.be Hilde Raets Opleidingscoördinator hilde.raets@thomasmore.be

Bijlage: Stage Praktijk bijkomend vak van A tot Z De toelichting m.b.t. het stageconcept en de algemene afspraken m.b.t. het OPO Praktijk in de opleiding zijn onverminderd ook van toepassing op de studenten uit dit traject en worden toegelicht in het stage-infoboek. De studenten informeren de mentoren over de inhoud en vindplaats van dit stage-infoboek voor aanvang van de stage. De mentoren/directie kunnen dit stage-infoboek steeds raadplegen via www.stagelerarenopleiding.thomasmorekempen.be Eerste stagecontact Opdat de stage in de beste omstandigheden kan verlopen zowel voor de student als voor de stageschool, is het van belang dat de student vóór het begin van elke stageperiode kennis maakt met de school, de mentoren en de klassen waarin hij zal terechtkomen. Voor de stage in een externe stageschool, maak de student een afspraak met de betrokken school. Tijdens dit eerste stagecontact bied hij drie exemplaren van de stage-overeenkomst ter ondertekening aan. Eén exemplaar blijft in de stageschool, één bezorgt hij terug aan de stagecoördinator van de lerarenopleiding en één exemplaar bewaart hij zelf. De student licht het stageconcept van de opleiding grondig toe aan de mentor(en) aan de hand van dit document. Verder komen volgende praktische afspraken aan bod: informeren van de mentor/directie over het stage-infoboek, vindplaats en inhoud; afspraken maken voor de observatie- en participatiestage en eigenlijke stage; informeren naar de contactgegevens van de mentor(en); informeren naar de praktische afspraken op de stageschool (begin- en einduren van de lesdagen, schoolreglement, ) afspraken maken i.v.m. het digitaal bezorgen van de lesfeedbackformulieren, de gele fiche (beoordeling lesgebonden competenties synthese)/ brief info stage praktijk bijkomend vak. Observatie- en participatiestage De student vervult 1 dag observatie- en participatiestage in de externe stageschool. Hij observeert minstens 1u bij elke mentor die aan hem wordt toegewezen. De observatie van deze lessen gebeurt bij voorkeur in klassen waaraan de student zelf ook zal lesgeven. Hij stelt zich bovendien d.m.v. een gesprek met de directie, stagecoördinator of mentor op de hoogte van de volgende punten: de schoolcultuur, zoals pedagogisch project, leerlingenbegeleiding, leerlingenparticipatie, sanctioneringsbeleid, bestaan van werkgroepen, vergadercultuur, samenstelling lestijdenpakket ; de structuur en organogram van de school (de studierichtingen en onderwijsvormen die de school per studiejaar aanbiedt); interne gebruiken (bv. aansprekingen van collega s in bijzijn van leerlingen en van directie, toegankelijkheid van en gewoonten in het leraarslokaal ); de wijze waarop de leerlingen zich naar het klaslokaal begeven; de wijze waarop je drukwerk moet aanvragen; het didactisch materiaal dat je per vak ter beschikking staat; onderwijsinhoudelijke thema s, zoals onderwijsvernieuwingen (bv. differentiatie, clustering van vakken, alternatieve werkvormen...); de werking van het evaluatiesysteem op de school.

Volgende zaken zouden zeker nog aan bod moeten komen in een gesprek met de mentoren: De lesvoorbereiding De student bespreekt vooraf met de mentor wanneer deze de lesvoorbereiding ter inzage wil en/of ze bij het begin van de les dient afgegeven te worden. De student maakt eveneens afspraken i.v.m. het (digitaal) bezorgen van de lesfeedbackformulieren, gele fiche (beoordeling lesgebonden competenties synthese)/ brieven info stage indien aanvaard. Beginsituatie van de leerlingen en van de klasgroep Zonder volledigheid te willen nastreven, sommen we enkele mogelijke invalshoeken op. Aandacht voor: leerlingen met specifieke (psycho-)motorische problemen (fysische handicap, stotteren of een ander spraakprobleem, hyperkinetisch gedrag, epilepsie ); leerlingen met vreemde of onverwachte sociale en culturele gedragspatronen (migranten, taalproblemen, problematisch thuismilieu ); leerlingen met ongewone hobby's. Bespreking van: de wijze waarop de studenten de zwakste leerlingen kunnen opvangen en remediëren in de klas; de algemene studiesfeer van de klas (motivatie, werkijver ); opvallende relaties tussen de leerlingen (sterke twisten, de impact van de leider(s) van de klas, de algemene klassfeer ). Concrete didactische en pedagogische afspraken Het is de bedoeling tijdens dit gesprek directe en concrete informatie uit te wisselen over volgende onderwerpen: de wijze waarop schriften, handboeken of invulbladen worden gebruikt; de maatregelen die kunnen worden genomen bij ordeproblemen; de frequentie van aangekondigde en onverwachte toetsen tijdens de stageperiode; het aantal en de inhoud van de huistaken tijdens de stageperiode; de didactische vrijheid om bij het voorbereiden van de lessen af te wijken van de cursus die, of van het handboek dat in die klas wordt gebruikt; de wijze waarop de leerlingen na een pauze naar het klaslokaal gaan. Afspraken over begeleiding en rolverdeling ontvangen en bespreken van de onderwerpen voor de stagelessen; de wenselijkheid om de lesvoorbereidingen vooraf met de stagementor door te nemen; eventuele tussenkomsten tijdens de lessen, participeren van mentor en zelfstandige stage; de afronding van de stage: voorbereiding, verloop en verslag. Afspraken ivm het lessenrooster We vragen bij het samenstellen van het lessenrooster zoveel mogelijk rekening te houden met volgende aanwijzingen:

de lessen dienen zo gelijkmatig mogelijk gespreid te worden over de stageperiode; indien de studenten parallellessen geven (max. 3 keer eenzelfde les per week) verwachten we dat ze de leerkansen benutten die hierdoor geboden worden. Dit moet zichtbaar zijn in de reflecties. Indien de student eenzelfde les meer dan 3 keer geeft, wordt de student gevraagd om duidelijk te variëren in methoden/werkvormen; de studenten nemen zoveel mogelijk het lessenrooster van één of twee leerkrachten over. Op deze manier is er continuïteit in de begeleiding mogelijk van de student; we vinden het ook heel belangrijk dat de studenten een aantal opeenvolgende lessen van een bepaald vak in één klas kunnen geven. Zo leren zij een planning opmaken voor een langere periode (enkele weken) en kunnen zij een leereenheid zelf volledig afwerken; de student moet zich en als lesgever en als opvoeder verder bekwamen. In dat opzicht is klasbinding een belangrijk gegeven. Daarom vragen wij dat de student de mogelijkheid krijgt om meerdere malen in eenzelfde klas les te geven. Persoonlijke accenten van de student en verwachtingen van de stagementor Vooraf is het ook goed dat de verwachtingen van de stagementor en de student op elkaar worden afgestemd. De student in het derde jaar van zijn opleiding dient stilaan een eigen onderwijsstijl te ontwikkelen en het getuigt van de nodige creativiteit en zelfsturing als hij eigen accenten durft te leggen. Uiteraard is het belangrijk dat hierover de nodige communicatie gebeurt en dat hierbij rekening gehouden wordt met de verwachtingen van de stagementor. Afstemming van de clusteractiviteiten op de mogelijkheden van de school Samen met de mentor wordt nagegaan welke activiteiten in de school mogelijkheden bieden voor het tegemoet komen aan de clusteractiviteiten: inzage in toetsen, jaarplannen, vakvergaderingen, projectdagen, data oudercontact, buitenschoolse activiteiten enz. Eigenlijke stage: De student geeft 26u-30u in de externe stageschool 1 (deze school regelt hij zelf. Indien De student al tewerkgesteld is in een school, krijgt hij de toelating om 15 lessen in deze school te geven). Van elke stageles wordt een lesvoorbereiding verwacht volgens het beschikbare sjabloon op Toledo (mapje Praktijk bijkomend vak ). Indien de student parallellessen geeft verwachten we dat hij de leerkansen benut die hierdoor geboden worden. Dit moet zichtbaar zijn in de bijbehorende lesreflectie. Indien je eenzelfde les meer dan 3 keer geeft, varieer je duidelijk in werkvormen! We verwachten dat de student na een gegeven les, op de voorbereidingen korte feedback in een kleur aanbrengt met mogelijk bijsturingen daaraan gekoppeld. Deze herwerkte versies neemt hij mee op in je e-portfolio. De student mag een aantal lessen (een 6-tal) alleen in de klas staan. De beslissing gebeurt in overleg met de mentor en de student. De student kan de mentor bijvoorbeeld ook vervangen wanneer die betrokken is bij andere activiteiten. Je bezorgt de evaluatieformulieren van de lerarenopleiding aan de mentoren van de stageschool. De mentor kan deze ook terugvinden op stagelerarenopleiding.thomasmore.be. 1 Omwille van de individuele trajecten en de flexibele stageperioden zoekt de student zelf een externe stageschool. Hij maakt zelf afspraken in de externe stageschool en bezorgt de roosters uiterlijk 1 week voor aanvang van de stage per mail aan de vakdocent (evenals posten via Toledo < Praktijk deel 3 Baso Vorselaar < Discussieruimte - bijkomend vak).

Clusteractiviteiten (2 activiteiten per cluster): - Cluster 1: Toezichten (speelplaats, refter, studie ) - Cluster 2: Overleg (personeelsvergaderingen, vakgroepen, werkgroepen, oudercontact ) - Cluster 3: Team-ondersteunende activiteiten (sportdag, individuele leerlingenbegeleiding, buitenschoolse activiteiten, excursies, leerwandelingen ) Hiervoor gelden de volgende afspraken: Studenten die een excursie/activiteit mee inhoudelijk voorbereiden, hebben recht op een compensatie in stage-uren. Het gewicht van deze compensatie wordt bepaald in samenspraak met de vakdocenten en stagecoördinator en is afhankelijk van de tijdsinvestering en aard van de excursie/activiteit. Studenten die de excursie/activiteit niet inhoudelijk voorbereiden, hebben geen recht op een compensatie in stage-uren. Wat de student hieruit leert, kan hij inzetten als bijkomende clusteractiviteit en mee opnemen in z n e-portfolio. Studenten voeren de clusteractiviteiten uit in de school voor hun externe stage. Deze clusteractiveiten mogen dus ook uitgevoerd worden in de eigen school indien de student al werkzaam is. Logboek -> het e-portfolio fungeert als verzamelmap (overzicht stagelessen met bijbehorend materiaal, verslagen bijkomende clusteractiviteiten, bewijsmateriaal, lesbeoordelingen ). Dit portfolio dient uiterlijk 1 week na afloop van je stage volledig en beschikbaar te zijn voor de vakdocent/de praktijkcoördinator. Meer informatie i.v.m. het e-portfolio volgt nog via Toledo. Begeleiding en evaluatie van de stage: Lesbegeleidingsgesprek De nabespreking van een les met de mentor zou een gesprek moeten zijn, een samen zoeken op basis van wederzijds respect, in alle eerlijkheid. Zelfs uit een kort begeleidingsgesprek na de les kan de student zeer veel leren. Omdat de student zelf verantwoordelijk moet zijn voor zijn eigen leerproces, is het beste uitgangspunt de eigen ervaring van de student. Het is de taak van de begeleider om de manier van denken van de student te bevragen, te verdiepen, te nuanceren of uit te breiden. Enkele voorbeelden om een gesprek op gang te brengen: Wat is je globale indruk van de les? Hoe voelde je je er bij? Hoe voelden de leerlingen zich, denk je? Hoe was volgens jou de betrokkenheid? Aan welke factoren lag dat volgens jou? Wat zou je zeker behouden? Wat zou je wijzigen? Welk werkpunt had je voor jezelf geformuleerd? Wat zijn jouw bevindingen daaromtrent? In de bespreking kan de begeleider vanzelfsprekend ook feedback geven over punten die de student zelf niet had opgemerkt. Uiteindelijk is het niet de bedoeling van het gesprek om pasklare adviezen te geven, maar om de student te laten nadenken over zijn praktijkervaring en naar aanleiding daarvan een aantal onderliggende ideeën, manieren van aanpak... te bevragen. Aan het einde van het gesprek kunnen eventueel enkele werkpunten of suggesties geformuleerd worden om bij de volgende lessen rekening mee te houden.

Het lesfeedbackformulier De lesfeedbackformulieren hebben een informatieve functie. De opmerkingen en aanbevelingen helpen de student zijn/haar volgende lessen beter aan te pakken. In dit traject volstaat het indien de mentor een formulier invult na elke lessenreeks. Een globale beoordeling per vak Indien mogelijk zou het zinvol zijn als er op het einde van de stage een eindevaluatiegesprek kan gehouden worden waarin mentor en student samen een balans opmaken van de vorderingen t.a.v. de vooropgestelde doelen. We vragen aan de stagementoren of zij op het einde van de stage per vak (of per mentor) een beoordeling geven op het gele formulier Beoordeling lesgebonden competenties synthese / evaluatieformulier. Mogen wij aan de stagescholen vragen deze fiche digitaal te versturen uiterlijk 1 week na de stage naar de student, de betrokken vakdocent en de stagecoördinator van de opleiding? De hoofding met bijhorende e-mailadressen is reeds door de student ingevuld. Via de post is dit uiteraard ook nog altijd welkom. Alle documenten kunnen ook gedownload worden via http://stagelerarenopleiding.thomasmore.be. Begeleiding vanuit de opleiding De vakdocent vanuit de hogeschool bezoekt zijn student minstens één keer tijdens elke stageperiode. Het stagebezoek van de vakdocent houdt het volgende in: bijwonen van een les; een open, reflectiestimulerend gesprek met de student eventueel in aanwezigheid van de mentor; invullen van het lesbeoordelingsformulier. De student maakt -na iedere bijgewoonde les vanuit een docent in de opleiding- een lesreflectie (zie Toledo). Eindsyntheseverslag De student schrijft op het einde van de stage een eindsyntheseverslag en bezorgt dit aan de vakdocent via mail en het e-portfolio. Dit verslag is een synthese van het eigen functioneren. De student baseert zich hiervoor op de ontvangen feedback van docenten en mentoren op de stage aangevuld met de eigen ervaringen en inzichten. Dit verslag beslaat maximaal 2 bladzijden, de student schrijft in de IK-vorm. Hij bewerkt hiervoor het document Syntheseverslag 3 Baso Bijkomend vak dat hij kan terugvinden op Toledo. Hij stuurt dit telkens uiterlijk 1 week na afloop van de stage door. Het eindverslag dat door de student is geschreven wordt aangevuld met opmerkingen van de vakdocenten. Dit verslag dient als basis voor de praktijkevaluatie. Omdat de basiscompetenties ruimer gaan dan het lesgeven, moet de eindnorm meer honoreren dan alleen het goed kunnen lesgeven. Bij de evaluatie wordt dus in rekening gebracht hoe de student zich vervolmaakt in de verschillende basiscompetenties en attitudes. Uiteindelijk wordt de eindbeoordeling voor de stage uitgedrukt in een waardecijfer op 20. De student krijgt de definitieve versie van het syntheseverslag/praktijkrapport, voorzien van de score.

Meer weten? Voor bijkomende vragen kan u steeds contact opnemen met de praktijkcoördinator: Marijke Voets marijke.voets@thomasmore.be/stage.basovorselaar@thomasmore.be We danken u van harte voor de professionele begeleiding en opvolging van onze studenten! Het docententeam van de opleiding