Surinaamse leerlijnen voor taal:

Vergelijkbare documenten
11-JARIG BASISONDERWIJS EEN STAP DICHTERBIJ

Digitale geletterdheid en de lerarenopleidingen, een ontwikkelplan

In het kleuteronderwijs is dat al zo, in leerjaar 3 wordt hierop voortgebouwd. Early childhood education besteedt daar ook aandacht aan.

Schrijven en leren op de pabo en de basisschool. Zomerschool Lopon2 28 augustus 2014 Mieke Smits

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

Het flexibel inzetten van de taalmethode heeft te maken met de functie van taal.

VERSLAG N.A.V. VIERDE CONSULTATIEFASE (JANUARI-MAART 2019) Ontwikkelteam Engels / Moderne Vreemde Talen

Theoretisch kader De 21st century skills Onderverdeling in cognitieve en conatieve vaardigheden

21 e eeuwse vaardigheden in het onderwijs. stand van zaken en toekomstige mogelijkheden. Petra Fisser VELON-studiedag Breda, 13 november 2015

Doelen KENNEN & KUNNEN LEERLIJN OVERLADENHEID EIGEN RUIMTE BALANS

Uitgegeven: 3 februari , no. 10 PROVINCIAAL BLAD VAN FRYSLAN

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Samen leren jezelf te zijn, kansrijk en uniek Wij maken werk van talent!

Schets van het onderwijsprogramma Route 3, jaar vmbo kader/gl/tl

Leerlijnen TAAL (Nederlands, Engels en Spaans)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK

SCOL Sociale Competentie Observatielijst. Analyse doelen Jonge kind

Doorlopende leerlijnen taal: ervaringen met 3 scholen

Beleidsplan cultuureducatie OBS de Driepas

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Positief omgaan met meertaligheid in het basisonderwijs en in de buitenschoolse opvang

BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED ENGELS/MVT

CKV Festival CKV festival 2012

bewegingsonderwijs Kennisbasis bewegingsonderwijs op de Pabo

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Ontwikkelingen in het onderwijs

21 e eeuwse vaardigheden inzetten in het voortgezet onderwijs. Maaike Rodenboog, SLO

Toelichting competenties

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie

Op expeditie naar waarde(n)

Onderwijs Nederlands / taalbeleid in de 21 ste eeuw

Schets onderwijsprogramma en lessentabel Route 3, jaar vmbo kader/gl/tl

Overzicht Methoden en middelen

Onderzoekend en ontwerpend leren

Woordenschatverwerving & taalontwikkelend lesgeven

Taalunie Onderwijsplan Suriname augustus 2005

Verder gestalte geven aan het taalbeleidsplan

Kleine Gartmanplantsoen RP Amsterdam T info@mocca-amsterdam.nl Stappenplan cultuureducatiebeleid

Schets onderwijsprogramma en lessentabel Route 2, jaar vmbo basis

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Kerndoelen primair onderwijs

Schets van het onderwijsprogramma. Route 2, 16+ mbo entree. april 2016

MEERTALIGHEID: EEN TROEF! MARS Studiedag VAC Gent 19 oktober 2016

Kenniskring Vormend Onderwijs Thema: Onderzoekende Houding

Schets van het onderwijsprogramma. Route 2, 16+ mbo 2. april 2016

2. Profiel van onze school

Schets van het onderwijsprogramma Route 2, jaar vmbo basis

Neurowetenschap en Onderwijs W O E N S D A G 2 9 A P R I L B R U S S E L

Willem de Zwijgerschool Een wereldplek om te groeien. Strategisch Beleidsplan

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

Schets onderwijsprogramma en lessentabel. Route 2, 16+ mbo 2. april 2016

Onderwijs in een meertalige Brusselse omgeving Inhoud Stad en onderwijs: topdown bottom up

WORKSHOP LEERLIJNEN. Dag van de Cultuureducatie: workshop leerlijnen

Docentenhandleiding Educatieprogramma

Obs de Bouwsteen. Notitie actief burgerschap en sociale integratie OBS DE BOUWSTEEN. actief burgerschap en sociale integratie

& Sociale Integratie. Beleidsstuk ACTIEF BURGERSCHAP. Actief burgerschap & Sociale integratie. Het Palet MeerderWeert 1

Schets van het onderwijsprogramma Route 3, jaar havo/vwo

Meertaligheid als kerncomponent van internationale competentie. Lies Sercu KU Leuven

Sprekende Portretten

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam

Rapport Meertaligheid

Krachtlijnen voor een sterk basisonderwijs Praktijkvoorbeeld

2. Waar staat de school voor?

Hoofdlijn advies. Wat vind jij? Laat het ons weten op: Persoonlijke ontwikkeling. Basiskennis en -vaardigheden. Vakoverstijgend leren

De Referentieniveaus Taal. BAVO Eemlanden 14 maart 2012

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

Voldoende is niet goed genoeg.. Strategisch beleidsplan 2015/2019. Stichting H 3 O

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

Sterk in taal, sterk in studie

De Taalbrug: 2F van vmbo naar mbo. De doorlopende leerlijn Nederlands

Inhoudsopgave. Inleiding. 1 Taal en taalonderwijs. 2 Taalverwerving

Onderwijs2032. Uw feedback op het advies!

Achtergrond onderzoeksvraag 1

MISSIE & VISIE. Missie

ENGELS als Tweede Taal

Engels in het basisonderwijs: wel of niet vroeg beginnen?

BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK IBBO BARNSTEEN TE EDE

Handreiking voor het opstellen van het implementatieplan taal en rekenen. Korte versie

Talen in het curriculum van de toekomst

Taalgericht vakonderwijs

Dans & drama o.b.s. De Eiber Dedemsvaart Januari 2015

Presentatie VTOI 8 april Paul Schnabel

DATplus. Kerndoelanalyse SLO

Burgerschap in de buurtalen. Annette van der Laan & Marjolein Haandrikman - DIA 25 mei 2018

Waarom Wetenschap en Techniek W&T2015

Actief burgerschap en sociale integratie

Presentatie ouders. Schooltijden voorstel Leeropbrengsten februari 2015 Tevredenheidsonderzoek Stand van zaken visie en vierjarenplan

Schets van het onderwijsprogramma Route 1, jaar praktijkschool vso

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PrOmotie, Hét leermiddelenpakket voor het praktijkonderwijs

Flitsbijeenkomst Steunpunt Taal en Rekenen (10 februari 2012) Handreiking Referentiekader mvt. Van Raamwerk tot Handreiking

Enquête noden van de scholen. Eerste verwerking

Vooronderzoeksplan -Inge de Vries

Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren.

Het beleidsplan cultuureducatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE PC BASISSCHOOL DE REGENBOOG

kansen voor betekenisvol zaakvakonderwijs

Typering van de vakken die binnen het profiel Cognitief ZML en PRO worden aangeboden

Transcriptie:

51 Surinaamse leerlijnen voor taal: een voorbeeld voor Nederland? Surinaamse leerlijnen voor taal: een voorbeeld voor Nederland? Auteur: Mieke Smits In het kader van het Basic Education Improvement Project (BEIP) van het Surinaamse Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (MinOV) heeft het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (SLO) in 2010 de opdracht gekregen om een curriculumraamwerk en leerlijnen te ontwikkelen voor het toekomstige 11-jarige basisonderwijsprogramma van Suriname. Vanaf september 2010 tot maart 2011 heeft een grote groep betrokkenen uit het Surinaamse onderwijsveld in samenwerking met SLO gewerkt aan zowel het curriculumraamwerk, als aan de leerlijnen. Hiermee is een basis gelegd voor het elfjarig basisonderwijs in Suriname (MinOV-Beip/SLO, 2011).

52 Tijdschrift Taal, jaargang 2, nummer 4 In dit artikel zal kort worden ingegaan op het curriculumraamwerk en leerlijnen in het algemeen. Daarna komen de leerlijnen voor taal en de ontwikkeling daarvan met een grote groep betrokkenen uit het onderwijsveld aan de orde. Bijzonder in de leerlijnen is de expliciete aandacht voor taal als intermediair (in Nederland meestal taal als middel, of taal als instrument genoemd). Deze leerlijn is door de werkgroep taal geformuleerd in samenspraak met de andere vakken en dient in alle leerlijnen aan de orde te komen. Het curriculumraamwerk en leerlijnen 1 Het curriculumraamwerk vormt de basis onder het curriculum van het basisonderwijs. Het geeft de visie, missie, algemene doelen en principes weer waarop het onderwijs gestoeld is. Het curriculumraamwerk doet uitspraken over de verwachte algemeen vormende competenties (zoals probleemoplossend vermogen en persoonlijke ontplooiing) en de leergebieden (taal, rekenen enzovoort.) welke aan de orde komen in het onderwijs. Het raamwerk besteedt ook aandacht aan de onderwijsleeromgeving, ondersteuning en zorg, het pedagogisch-didactisch klimaat en de professionaliteit van de leerkracht. Tot slot dient een curriculum continu gevolgd en regelmatig geëvalueerd en bijgesteld te worden. Figuur 1: Het curriculumraamwerk als onderlegger van de Surinaamse leerlijnen Leerlijnen zijn zowel voor de competenties uit de vormingsgebieden, als voor de domeinen van de leergebieden uitgezet. Een leerlijn is een beredeneerde opbouw van tussendoelen en inhouden naar een einddoel (Strijker, 2010). De tussendoelen zijn geformuleerd voor de onderbouw (groep 1-4) en de middenbouw (groep 5-8). De einddoelen gelden voor de gehele periode en zijn vermeld voor de bovenbouw (groep 9-11). De leerlijnen beschrijven naast kennis, vaardigheden en attitudes ook taal als intermediair en samenhang. Kennis, vaardigheden en attitudes (of houdingen) geven aan wat op het cognitief, vaardige en houdingenvlak verwacht wordt. Taal als intermediair besteedt aandacht aan het belang van taal voor het kunnen functioneren binnen de andere leergebieden en hoe de leeractiviteiten van andere leergebieden de taalvaardigheid versterken. De samenhang zoekt verbindingen met alle leergebieden, om een zo samenhangend mogelijk onderwijsprogramma te bewerkstelligen (MinOV-Beip/SLO, 2011: 7, 8). Surinaamse taalsituatie Suriname is wat betreft taal een bijzonder land. Er wonen ongeveer 500.000 mensen en er worden meer dan twintig talen gesproken. Deze twintig talen zijn grofweg te verdelen in vier taalgroepen (Kroon & Yagumur, 2010): inheemse talen (zoals Arowaks, Wayana en Karaïbisch), creolentalen (Sranantongo, Aukaans, Saramaccaans et cetera), Europese talen (Nederlands, Engels, Portugees, Spaans et cetera) en Aziatische talen (Hindoestaans, Javaans, Chinees et cetera). De Nederlandse taal is bij de onafhankelijkheid in 1975 bij wet vastgelegd als de officiële taal. Maar het Nederlands is niet zondermeer de taal van Surinamers in het dagelijkse verkeer, daarvoor gebruiken Surinamers veelal Sranan en of de eigen moedertaal. Het bijzondere is dat bijna iedereen in Suriname twee of meer talen regelmatig naast elkaar gebruikt en het overgrote deel van de samenleving dus meertalig is. Voor het formuleren van de leerlijnen is deze situatie een belangrijk uitgangspunt. Leerlijnen voor taal De algemeen vormende competenties die men van belang vindt zijn ondergebracht binnen gedefinieerde vormingsgebieden. Deze competenties dienen niet alleen aangeleerd, maar ook ervaren te worden. In het onderwijs dienen deze competenties dan ook door alle onderwijsgevenden uitgedragen te worden. Leergebieden (voorheen vakken) bestaan uit domeinen en, in bepaalde gevallen, uit subdomeinen. De leerlijnen voor taal zijn voor de Surinaamse context uitgewerkt samen met de mensen uit het brede Surinaamse onderwijsveld en ondersteuningsinstellingen die zich intensief met het (taal)onderwijs bezighouden. In de werkgroep zaten ook mensen die het onderwijs Engels of Spaans verzorgen. Deze talen staan op het rooster in het voortgezet onderwijs, vandaar de keuze voor deze talen. 1 Aan de ontwikkeling van de leerlijnen en de vormingsgebieden hebben vanuit de SLO meegewerkt: Marco van Berkel, Jan Berkvens, Kees Buys, Marja van Graft, Anita Lek, Anky Jacobse, Sigrid Loenen, Anky Jacobse, Wout Ottevanger en Mieke Smits.

53 Surinaamse leerlijnen voor taal: een voorbeeld voor Nederland? Op basis van het curriculumraamwerk is in de werkgroep taal eerst besproken waaraan de leerlijnen voor het nieuwe elfjarige curriculum tenminste dienen te voldoen. Dit leverde een aantal richtlijnen en aandachtspunten op: De integratie van lezen en schrijven Samenhang tussen taalkennis en de taalvaardigheden Samenhang tussen taal en andere vak- en vormingsgebieden Het leren van de schooltaal (het Nederlands als tweede taal) Engels (vanaf de middenbouw) en Spaans (vanaf de bovenbouw) Meertaligheid en respect voor alle talen die in Suriname worden gesproken Meer ruimte voor de creativiteit van de leerlingen en de leerkrachten Met deze richtlijnen is de taalgroep aan de slag gegaan met het formuleren van leerlijnen, bestaande uit tussendoelen voor de onderbouw (4-8 jaar) en middenbouw (8-12) en einddoelen voor de bovenbouw (12-15) zoals onderscheiden in het elfjarig curriculum. Pendelend tussen praktijkervaringen (van de actoren uit de verschillende onderwijsvelden en ondersteuningsinstellingen) en expertkennis, is er een indeling voor meerdere taalleerlijnen ontstaan. Belangrijk uitgangspunt hierbij is geweest dat taal vakspecifiek is (taal als doel), maar ook vakoverstijgend (taal als instrument om te leren, te communiceren en zich te uiten). Verder werd het noodzakelijk geacht een aparte leerlijn voor Nederlands als tweede taal te formuleren om meer recht te doen aan leerlingen die het Nederlands niet vanzelfsprekend spreken, en zo ook voor meertaligheid om recht te doen aan de veelzijdige taalsituatie in Suriname. Zo is de groep gekomen tot vier leerlijnen voor taal: taal als vak, taal als intermediair, NT2 en meertaligheid (tabel 1). Taal als vak Taal als intermediair NT2 meertaligheid taalsysteemkennis communiceren NT2 inheemse talen taalvaardigheden luisteren, spreken, conceptualiseren creolentalen lezen, schrijven en taalbeschouwing emoties uiten Aziatische talen taalattitude sociaal-cultureel uiten vreemde talen (Engels/ Spaans) Tabel 1: Indeling voor het leergebied taal Bij de formulering van de taaldoelen is er steeds rekening gehouden met de impact die taal heeft op het leren, de sociaalculturele ontwikkeling en het onderwijzen van leerlingen, zowel vakspecifiek als vakoverstijgend. Omdat nu eenmaal is afgesproken dat het Nederlands de gemeenschappelijke taal om te leren is, staat deze taal centraal. Maar zowel bij het onderdeel attitude als bij taal als intermediair en bij NT2 wordt steeds nadrukkelijk gebruik gemaakt van de moedertaal als steuntaal of als uitgangspunt om het leren, communiceren en het zich uiten, te ontwikkelen. Taal als vak Op school is het Nederlands de instructietaal. Alle schoolboeken zijn in het Nederlands en de meeste Surinamers spreken en waarderen het Nederlands als algemene taal (Kroon & Yagmur, 2010). Om optimaal te profiteren van het onderwijs in Suriname is een hoge taalvaardigheid in het Nederlands nodig. Het is daarom belangrijk taal als vak helder te formuleren, maar tevens aandacht te hebben voor wat typisch is voor het Surinaams Nederlands. Immers het Nederlands in Suriname is net als het Nederlands in Vlaanderen en het Nederlands in Nederland te beschouwen als een variant van het Nederlands. Om hieraan recht te doen, is sinds de toetreding van Suriname tot de Taalunie (2003) het woordenboek der Nederlandse taal aangevuld met Surinaamse woorden. Deze woorden krijgen tevens een plek in het Surinaamse onderwijs (voor voorbeelden zie tabel 2). Surinaams Nederlands De cellulair De mobiele telefoon De flatwoning De bungalow Voorkinderen Kinderen voor het trouwen Het okselmouwtje Het T-shirt De tjap Het hakmes Een kweekje Het pleegkind De tandenschuier De tandenborstel De waspen De wasknijper Tabel 2: Enkele Surinaamse woorden en hun betekenis in het Nederlands Voor het leren van de Nederlandse taal voor de alledaagse communicatie (Dagelijks Algemeen Taalgebruik: DAT) is er in de eigen omgeving (indien er voldoende taalaanbod is) meestal voldoende gelegenheid de taal te verwerven en te ontwikkelen en een woordenschat op te bouwen die toereikend is. Voor het opbouwen van de schooltaal, (Cognitief Academisch Taalgebruik: CAT) is de alledaagse omgeving echter niet zonder meer toereikend. Voor het opbouwen van de specifieke schooltaal en schoolse taalvaardigheden zijn veel Surinaamse leerlingen afhankelijk van het taalaanbod op school, de instructiekwaliteit en de taalvaardigheid van de leerkracht en het niveau van de medeleerlingen (peers).

54 Tijdschrift Taal, jaargang 2, nummer 4 De Surinaamse samenleving is multicultureel en meertalig. Je eigen taal en je eigen cultuur is geen jas die je zomaar uit kunt doen. Het bepaalt mede je identiteit en dat is ook het uitgangspunt op school. Om op school te zorgen dat alle leerlingen een vergelijkbaar taalaanbod krijgen, is in de leerlijn voor Taal als vak zo precies mogelijk beschreven welke taalsysteemkennis nodig is voor het opbouwen van de taalvaardigheden luisteren, spreken, lezen en schrijven. Om de taalvaardigheden luisteren, spreken, lezen en schrijven zelfstandig verder te kunnen ontwikkelen en autonoom te kunnen toepassen in de schoolloopbaan en beroepssituaties, is het leren van procedures en bijbehorende strategieën nodig (zoals bijvoorbeeld het ontwikkelen van probleemoplossend en creatief vermogen). Daarom zijn er naast meer declaratieve doelen ook procedurele doelen geformuleerd. Deze doelen zijn steeds in samenhang met elkaar beschreven. Taal als intermediair Taal op school is niet alleen een vak, maar is ook vakoverstijgend. Om taal als instrument in het onderwijs en de samenleving te kunnen gebruiken dient de inhoud van taal als vak op alle aspecten op een hoog niveau ontwikkeld te zijn. Anders kan taal een struikelblok vormen voor het begrijpen van instructie, voor het conceptualiseren, voor het communiceren en voor het zich sociaal en cultureel uiten. Dat zou dan geen recht doen aan een rechtvaardig onderwijssysteem dat gelijke kansen wil bieden aan iedereen, en ook niet bijdragen aan het verkleinen van de kenniskloof in het land en in vergelijking met andere landen (MinOV, 2009). Juist in een curriculum waarin meer ruimte is voor actief en sociaal leren wordt taal nog belangrijker als instrument. Immers, het denken zichtbaar maken voor elkaar en kunnen delen met elkaar vraagt veel interactie waarvoor een grote taalvaardigheid nodig is. Binnen taal als vak wordt een belangrijke basis gelegd, echter het ontwikkelen van taal gebeurt niet alleen bij het vak Nederlands maar tijdens alle leer- en vormende activiteiten die leerlingen ondernemen (Vygotsky, 1978). Taal is dan ook niet alleen de verantwoordelijkheid van de leraar Nederlands maar van alle leraren. In alle leerlijnen is er daarom apart aandacht voor taal als intermediair: de taal die nodig is om de specifieke vakkennis op te bouwen, over die kennis te kunnen communiceren en strategieën te ontwikkelen om zichzelf in een vak al dan niet verder te ontplooien. Taal als intermediair hangt sterk samen met meer algemeen vormende competenties, zoals het opbouwen van probleemoplossend vermogen, het ontwikkelen van mondig burgerschap, en het respectvol omgaan met de medemens. NT2 Het Nederlands is voor veel leerlingen de tweede taal (NT2), soms zelfs de derde of de vierde taal of een vreemde taal. Dit betekent dat er in het onderwijs een extra inspanning moet worden geleverd om alle kinderen voor het Nederlands op een vergelijkbaar niveau te krijgen. Immers, de Nederlandse taal mag geen struikelblok zijn voor het leren en ontwikkelen van kinderen. Maar het leren van een tweede of vreemde taal gaat niet vanzelf. Vanwege de meertalige situatie en het feit dat Nederlands niet vanzelfsprekend de moedertaal is, is er in het elfjarig basiscurriculum een aparte lijn opgenomen voor Nederlands als tweede taal (NT2). De doelen die daarin geformuleerd zijn, zijn niet zozeer ontwikkelingsgericht maar eerder gericht op de inspanning die de leerkrachten dienen te leveren om de leerlingen die het betreft binnen een bepaalde tijdspanne op het taalniveau te krijgen dat nodig is om het reguliere onderwijs te kunnen volgen. Meertaligheid De Surinaamse samenleving is multicultureel en meertalig. Je eigen taal en je eigen cultuur is geen jas die je zomaar uit kunt doen. Het bepaalt mede je identiteit en dat is ook het uitgangspunt op school. Alle talen die in Suriname worden gesproken zijn sociaal en cultureel belangrijk. Het Nederlands en het Sranan (de lingua franca) zijn beide een belangrijk communicatiemiddel tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Het Nederlands is de taal van de overheid en in het onderwijs. Engels en Spaans zijn verplicht in het voortgezet onderwijs. Naast een goede beheersing van het Nederlands, betekenen alle talen en culturen een grote rijkdom en stimulans voor het leren en ontwikkelen

55 Surinaamse leerlijnen voor taal: een voorbeeld voor Nederland? van kinderen. Kennis van elkaars taal en een positieve attitude voor alle talen leiden eerder tot wederzijds begrip en sociale cohesie. De moedertalen van de kinderen bieden bovendien als steuntaal houvast voor het leren van het Nederlands en dus ook voor het leren in het algemeen. De talen kunnen, meer dan nu het geval is, benut worden in het onderwijs. Daarom is er een aparte leerlijn voor meertaligheid opgenomen. Binnen de context van de school is het de bedoeling dat naast Sranan, Engels en Spaans alle talen die op school worden gesproken aandacht krijgen. Per district kunnen dat dus verschillende talen zijn. In het begin van de basisschool bestaat die aandacht vooral uit verhalen, liedjes en versjes in verschillende talen, elkaar begroeten in de verschillende talen en emoties uiten in verschillende talen. Om de doorgaande leerlijn voor het leren van vreemde talen beter te waarborgen en kansen die er in het basisonderwijs al liggen niet onbenut te laten, is er voor Engels (vanaf de middenbouw) al een begin gemaakt van een aparte leerlijn. Voor Spaans als tweede vreemde taal begint die aparte leerlijn in de bovenbouw (vanaf 12 jaar). De leerlijn meertaligheid hangt sterk samen met de leerlijn kunst en cultuur, waarbinnen verhalen en vertellen ook een belangrijke rol spelen, maar dan meer gekoppeld aan muziek, dans, tekenen en dergelijke en minder op taal. In de leerlijnen en tussendoelen is op landelijk niveau (macroniveau) beschreven wat een leerling op een bepaald moment moet weten (kennis), kunnen (vaardigheden), willen (attitude) en vinden (opvattingen) op het gebied van taal. Het hoe, de pedagogisch didactische invulling en de ruimte voor leraren en leerlingen, komt aan de orde op het moment dat er vertaalslagen naar de school (mesoniveau)- en de klassenpraktijk (microniveau) worden gemaakt. Daarmee is de werkgroep taal inmiddels gestart. Om de leerlijnen naar de geest van de letter uit te voeren is een belangrijke paradigmashift nodig. Taal en lezen zullen niet langer gescheiden van elkaar uitgewerkt worden in verschillende methodes: het streven is taal, lezen, schrijven, luisteren en spreken te integreren. Maar het voert te ver om hierop in te gaan binnen het bestek van dit artikel. Tot slot Surinaamse leerlijnen als voorbeeld voor Nederland? Waarom niet. Beschouwen we de Nederlandse situatie, dan zijn er zeker parallellen te trekken met Suriname. De Nederlandse samenleving is multicultureel en meertalig, wat een leerlijn meertaligheid meer dan rechtvaardigt. Taal als intermediair ofwel taal in alle vakken is ook in Nederland een belangrijk aandachtspunt, maar (nog) niet geformuleerd als een aparte leerlijn taal die vervolgens in alle vak- en vormingsgebieden terug dient te komen. Het formuleren van deze aparte leerlijnen is een belangrijke uitkomst van diepgaande discussies en van het delen van veel concrete (vak)voorbeelden met de aanwezige onderwijsbetrokkenen in Suriname. Daarmee zijn twee vliegen in één klap geslagen: samenwerking én afstemming tussen verschillende vak- en vormingsgebieden. Mieke Smits werkt als leerplanontwikkelaar bij de SLO. Zij werkt sinds 2009 mee aan de ontwikkeling van het elfjarig basisschoolcurriculum in Suriname en zij coördineert sinds 2005 het taalbeleid van 0 tot 24 jaar in s-hertogenbosch. In beide projecten zijn ook de lerarenopleidingen betrokken. Literatuur Kroon, S., & Yagmur, K. (2010). Meertaligheid in het onderwijs in Suriname: Een onderzoek naar praktijken, ervaringen en opvattingen van leerlingen en leerkrachten als basis voor de ontwikkeling van een taalbeleid voor het onderwijs in Suriname. Den Haag: Nederlandse Taalunie. MinOV (2009). Sectorplan Onderwijs 2010-2014. Paramaribo: MinOV (concept). MinOV-Beip/SLO (2011). Op weg naar een basisonderwijscurriculum. Curriculumraamwerk en leerlijnen. Paramaribo: MinOV-Beip. Strijker, A. (2010). Leerlijnen en vocabulaires in de praktijk. Enschede: SLO. Vygotsky, L.S. (1978). Mind in Society: The development of higher psychological processes. Cambridge: Harvard University Press.