HET M-DECREET Een eerste stap in de richting van het recht op onderwijs voor kinderen met een beperking 1
INDELING Het Verdrag betreffende de Rechten van Personen met een Handicap: een nieuw paradigma Het begrip discriminatie en redelijke aanpassingen Praktische toepassingen (in onderwijs)
VERDRAG OVER RECHTEN PERSPONEN MET EEN HANDICAP New York 13 december 2006 Actieve participatie van middenveld Nothing about us without us In werking in België op 2 juli 2009 Geratificeerd door Europese Unie
4
VAN SOFT NAAR HARD LAW 1982: Wereld Actieplan Handicap 1993: VN-Standaardregels over gelijkheid van kansen van personen met een handicap. 1994: Salamanca Verklaring over onderwijs aan kinderen met speciale noden. 2006: VN-Verdrag over Rechten Personen met een Handicap: ontstaan vanuit aangevoeld onrecht- soft law onvoldoende
NOTHING ABOUT US Without us! Niet over maar mét personen met handicap Actieve betrokkenheid van civil society bij totstandkoming verdrag
PARADIGMAWISSEL van medisch naar sociaal model van zorg- naar rechtendiscours
SOCIAAL MODEL Afstemmingsprobleem Door organisatie samenleving Men is niet gehandicapt, men wordt gehandicapt Focus op impact, niet op oorzaak
HANDICAP
GEEN HANDICAP
LEERSTOORNIS? Medisch defect niet relevant op zich beperking in combinatie met drempels, zodat participatie aan onderwijs belemmerd wordt Leerstoornis= handicap, indien probleem voor participatie Beperking niet voldoende om van handicapsituatie te kunnen spreken
GÉÉN HANDICAP
RECHTEN I.P.V ZORG Geen objecten van zorg, behandeling en liefdadigheid subjecten met rechten autonoom over hun leven te beslissen en actief deel te nemen aan de samenleving
UITGANGSPUNTEN Inclusie Autonomie Niet-discriminatie Redelijke aanpassingen Universeel ontwerp Handicap als onderdeel van de menselijke diversiteit
UNIVERSEEL ONTWERP Ontwerpen van producten, omgevingen, programma s en diensten die door iedereen in de ruimst mogelijke zin gebruikt kunnen worden zonder dat aanpassing of een speciaal ontwerp nodig is. Omvat tevens ondersteunende middelen voor specifieke groepen personen met een handicap, indien die nodig zijn.
DESIGN FOR ALL
DESIGN FOR ALL
ONDERWIJS Onderwijs kerndomein van het verdrag Op zichzelf staand mensenrecht Middel om andere mensenrechten te kunnen uitoefenen empowerment right
ONDERWIJS: INCLUSIEF IS REGEL Inclusief onderwijs op alle niveaus Geen uitsluiting uit algemeen onderwijssysteem op grond van handicap In de gemeenschap waarin zij leven Voorzien in redelijke aanpassingen Individuele ondersteuningsmaatregelen
20 Werken aan Excellentie en Engagement
DISCRIMINATIE Directe discriminatie: andere behandeling gebaseerd op een beschermd criterium Indirecte discriminatie: ogenschijnlijk neutrale criteria of praktijk benadeelt een zekere (beschermde) groep
22
NIET-DISCRIMINATIE Onderscheid wél toegestaan wanneer: de praktijk objectief kan verantwoord worden vanuit een legitiem doel en noodzakelijk en proportioneel is voor dit doel
REDELIJKE AANPASSING noodzakelijke en passende wijzigingen, en aanpassingen die geen disproportionele of onevenredige, of onnodige last opleggen, indien zij in een specifiek geval nodig zijn om te waarborgen dat personen met een handicap alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid met anderen kunnen genieten of uitoefenen Weigering van redelijke aanpassingen = discriminatie
SOORTEN AANPASSINGEN Materiële aanpassingen Immateriële aanpassingen Collectieve aanpassingen Individuele aanpassingen! Bestaan van collectieve aanpassingen geen reden om individuele aanpassing af te wijzen
CRITERIA doeltreffendheid: de aanpassing moet een concrete verbetering realiseren; evenwaardigheid: de aanpassing moet een evenwaardig gebruik van faciliteiten en diensten mogelijk maken; indien dit slechts gedeeltelijk wordt gerealiseerd mag dit echter geen beletsel zijn om de redelijke aanpassing toch uit te voeren; zelfstandigheid: in de mate van het mogelijke, moet de aanpassing de persoon met een handicap de mogelijkheid bieden een activiteit uit te voeren zonder hulp van derden;
CRITERIA veiligheid: de installatie en het gebruik van de aanpassing mogen de veiligheid van de persoon met een handicap niet in gevaar brengen. Deze lijst van indicatoren is niet limitatief. Deze indicatoren maken het bovendien mogelijk de redelijkheid' te beoordelen in het licht van de complexe en individuele context van diegene die de redelijke aanpassing vraagt en van diegene die ze moet realiseren
REDELIJKHEID De redelijkheid van de aanpassing wordt beoordeeld in het licht van onder meer volgende indicatoren: de financiële impact van de aanpassing, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele ondersteunende financiële tegemoetkomingen; de financiële draagkracht van degene op wie de aanpassingsplicht rust; de organisatorische impact van de aanpassing; de te verwachten frequentie en duur van het gebruik van de aanpassing door personen met een handicap;
REDELIJKHEID de impact van de aanpassing op de levenskwaliteit van (een) daadwerkelijke of potentiële gebruiker(s) met een handicap; de impact van de aanpassing op de omgeving en op andere gebruikers; het ontbreken van gelijkwaardige alternatieven; het verzuim van voor de hand liggende of wettelijk verplichte normen.
TOEPASSINGEN IN ONDERWIJS Compenseren: bv gebruik van laptop Dispenseren: weglaten van de noodzaak een bepaalde competentie te bereiken Vraag: wat behoort tot de kern van een opleiding? Civiele effect diploma Niet bij voorbaat uitsluiten!
UDL Universal design for learning Bij ontwerp rekening houden met diversiteit Vermindert administratieve last! Toekomstperspectief
NOODZAKELIJKE COMPETENTIES? Creativiteit Probleemoplossend vermogen Teamwork Communicatie = ATTITUDE NIET: KENNIS 32 Werken aan Excellentie en Engagement
CONCLUSIE VRPH staat haaks op klassieke benadering van handicap in Vlaanderen Mentaliteitswijziging nodig Aanpassing regelgeving nodig Redelijke aanpassingen moeten evolueren naar universeel ontwerp Geen gunst, maar een recht! 33