Buitengebied 2002 23e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)
Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel 3 Hoofdstuk 2 Plangebied 4 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke - en milieuaspecten 5 Hoofdstuk 4 Landschappelijke inpassing 8 Hoofdstuk 5 Juridische aspecten 9 Hoofdstuk 6 Economische aspecten 10 Bijlagen 11 Bijlage 1 Bedrijfsplan 13 Bijlage 2 Uittreksel geldend bestemmingsplan 31 Bijlage 3 Landschappelijke inpassing 35 Bijlage 4 Landbouwkundig advies 43 Bijlage 5 Archeologisch onderzoek 49 Regels 89 2
Toelichting Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel De voorliggende 23 e wijziging van het bestemmingsplan Buitengebied 2002 is opgesteld naar aanleiding van een verzoek van de heer R.G.M. Veenes. De heer Veenes heeft een melkveebedrijf, gelegen aan de Broekstraat 23 te Wehl. Het plan betreft een vergroting van het bouwperceel aan de Broekstraat 23 te Wehl. Op deze wijze kan een nieuwe ligboxenstal bij het bedrijf gebouwd worden. In een tweede fase zal de ligboxenstal een keer zo groot kunnen worden en zullen twee voedersleufsilo's aangelegd worden. De uitbreidingsplannen zijn verwoordt in het in bijlage 1 opgenomen bedrijfsplan. Dit bedrijfsplan is zonder de daarbij gevoegde bijlagen bij dit bestemmingsplan gevoegd vanwege de bedrijfsinformatie die in de bijlagen opgenomen is. Het huidige bouwperceel biedt hier geen ruimte meer voor. De te bouwen ligboxenstal is nodig om het melkveebedrijf in de toekomst bedrijfseconomisch gezond te houden. Huidige bouwperceel, Buitengebied 2002 4e wijziging 3
Hoofdstuk 2 Plangebied Het plangebied is gelegen ten zuidoosten van Wehl, tussen Doetinchem en Wehl. Het perceel is kadastraal bekend Wehl, sectie K, nummers 710 en 711. Locatie plangebied 4
Hoofdstuk 3 Ruimtelijke - en milieuaspecten Het plangebied aan de Broekstraat 23 valt in het bestemmingsplan Buitengebied 2002 van de gemeente Wehl. De Parapluherziening buitengebied is ook van toepassing. Door de Parapluherziening is voor alle agrarische bestemmingen de doeleindenomschrijving/ bestemmingsomschrijving aangevuld. Dit staat in artikel 4 van de Parapluherziening. Deze aanvullingen hebben betrekking op intensieve veehouderij. Het agrarische bedrijf aan de Broekstraat 23 is geen intensief bedrijf. Deze aanvullingen hebben dus geen invloed op deze wijziging van het bestemmingsplan. Binnen het bestemmingsplan "Buitengebied 2002, gemeente Wehl" heeft het perceel de bestemming 'agrarisch gebied' (artikel 5). Binnen deze bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, artikel 5.14. Hierdoor zijn burgemeester en wethouders bevoegd het plan zodanig te wijzigen, dat de op de plankaart op de gronden zoals bedoeld in lid 1, aangegeven grens van een bouwperceel elders op die gronden wordt aangegeven, volgens de volgende regels: a. Het bouwperceel dient voor ten minste 50% van de oppervlakte van de daarin begrepen gronden, dezelfde gronden te blijven omvatten als ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan; b. Geen gebouw mag door het wijzigen buiten het bouwperceel komen te liggen; c. De noodzaak voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering dient te zijn aangetoond; d. Voorzover gronden op de ontwikkelingskaart voorkomen met de aanduiding 'zoekgebied droge ecologische verbindingszone' of 'natte ecologische verbindingszone' mag door het wijzigingen de realisering van die ecologische verbindingszones niet onomkeerbaar worden belemmerd; e. Geen gebouw mag door het wijzigen op een afstand van minder dan 10 meter komen te liggen tot aanwezige watergangen, voorzover deze op de ontwikkelingskaart voorkomen met de aanduiding 'natte ecologische verbindingszone'; f. De oppervlakte van het bouwperceel mag door het wijzigen tot 1,5 ha worden vergroot en indien de oppervlakte van het bouwperceel ten tijde van het onherroepelijk worden van het plan meer dan 1,2 ha bedraagt, mag die oppervlakte met ten hoogste 25% worden vergroot; g. De landschaps- en natuurwaarden in aangrenzende gebieden mogen door het wijzigen niet onevenredig worden aangetast; h. Het bepaalde in artikel 4 (Beschrijving in hoofdlijnen) en in hoofdstuk IV (Bijzondere bepalingen) dient in acht te worden genomen. Ook is het volgende bepaald: Alvorens te beslissen omtrent wijziging, waarbij het bouwperceel wordt vergroot, winnen burgemeester en wethouders advies in van de provinciale dienst betreffende agrarische aangelegenheden. De provinciale dienst geeft deze adviezen niet meer. Sinds een aantal jaren is de Stichting Advisereing Agrarische Bouwplannen (S/A/A/B) de adviserende instantie voor deze voorwaarde. Zie ook bijlage 2 van dit wijzigingsplan voor een volledige weergave van de wijzigingsbevoegdheid. Het plan is als volgt beoordeeld op basis van deze aspecten: a. Het huidige bouwperceel blijft voor meer dan 50% behouden. Dus aan deze voorwaarde wordt voldaan. 5
b. De nieuw te bouwen gebouwen zullen binnen het nieuwe bouwvlak worden gerealiseerd. Ook de bestaande gebouwen blijven binnen het bouwperceel liggen. c. De vergroting is nodig om de nieuwe ligboxenstal in twee fases te bouwen en bij de tweede fase ook twee voedersleufsilo's. Bij het verzoek is een bedrijfsplan gevoegd, wat als bijlage 1 bij deze toelichting is gevoegd. Hieruit blijkt de noodzaak voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering. d. Het bedrijf is niet gelegen in een dergelijke zone. De natte ecologische verbindingszone (gemeentelijke zone) van de Wehlse Beek ligt wel nabij. De te bouwen stal is aan de anderen kant van het bedrijf gesitueerd dan de Wehlse Beek. De uitbreidingen beïnvloeden deze zone niet op negatieve wijze. e. De te bouwen stal komt op ongeveer 60 meter van de Wehlse Beek te liggen. De kuilvoerplaten aan de noordoostzijde van het bouwperceel die met de wijziging ook in het bouwperceel komen te liggen, liggen op 10 m van de Wehlse Beek. De maat van 10 m is dus gerespecteerd en wordt niet overschreden. f. Het oppervlakte van het agrarisch bouwperceel mag worden vergroot tot 1,5 ha. Dit is gelijk aan de maximale maat uit het reconstructieplan Achterhoek-Liemers. Het huidige bouwperceel is 9.339 m 2 groot. Na de vergroting van het bouwperceel is deze 15.000 m 2 groot. Het bouwperceel wordt dus uitgebreid tot 1,5 ha. Aan deze voorwaarde wordt dus voldaan. g. De ontwikkeling vindt plaats in agrarisch gebied. Het plan veroorzaakt geen onevenredige aantasting van de landschaps- en natuurwaarden. Zie ook onder h voor de landschappelijke inpassing. h. Deze bepalingen zijn in acht genomen. Artikel 4 heeft betrekking op de beschrijving in hoofdlijnen. Hierin is aangegeven dat in het plangebied gestreefd wordt naar instandhoudeing, herstel, versterking en vernieuwing van de karakteristieke, waardevolle beeldkwaliteit van bebouwing en landschap. Er is een landschappelijk inpassings- en beheerplan gemaakt. Dit is als bijlage 3 bij dit wijzigingsplan gevoegd. Deze sluit aan op de beschrijvig in hoofdlijnen. Hoofdstuk IV heeft betrekking op de bijzondere bepalingen. Aan de artikelen van dit hoofdstuk voldoet het voorliggende wijzigingsplan ook. Omdat het verzoek een uitbreiding van het bouwperceel is, is door de verzoeker een bedrijfsontwikkelingsplan opgesteld. Dit is bijlage 1 van dit wijzigingsplan. Dit bedrijfsplan is voor advies voorgelegd aan de Stichting Advisering Agrarische Bouwplannen (S/A/A/B). Op 8 februari 2011, onder kenmerk 0012375VBP11/aw, heeft S/A/A/B een positief advies aan de gemeente uitgebracht. Dit advies is als bijlage 4 bij dit bestemmingsplan gevoegd. Coördinatie bouwen en milieu Het plan voldoet aan de geldende milieunormen. In verband met de uitbreiding van het bedrijf vindt coördinatie van bouwen en milieu plaats. Op 6 juli 2010 is door de verzoeker een melding in het kader van Besluit Landbouw gedaan bij de gemeente. Deze melding is op 17 november 2010 gepubliceerd. Archeologie Het bouwperceel en de uitbreiding ervan ligt opde archeologische beleidskaart van de gemeente Doetinchem in het gebied AWV categorie 7. Dit houdt in dat bij bodemingrepen dieper dan 30 cm of dieper dan de bekende bodemverstoring én groter dan 100 m 2 vroegtijdig archeologisch onderzoek in de vorm van een bureauonderzoek, eventueel gevolgd door een inventariserend veldonderzoek (kartering) moet worden uitgevoerd. Op onderstaande afbeelding is een deel van de beleidskaart opgenomen, waarbij het plangebied globaal is aangeduid met een (blauwe) cirkel. 6
Uitsnede archeologische beleidskaart De verzoeker heeft als gevolg van de archeologische beleidskaart een archeologisch bureauonderzoek, inventariserend veldonderzoek en karterend booronderzoek laten uitvoeren. Dit onderzoek is bij dit wijzigingsplan gevoegd als bijlage 5. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat er geen archeologische vondsten te verwachten zijn. Vervolgonderzoek is niet nodig. Bodemverontreiniging In het historisch bodembestand Doetinchem is de locatie niet als een 'bodemverontreiniging verdachte locatie' aangemerkt. Daarnaast hoeft er op deze locatie gezien de bodemkwaliteitskaart geen bodemonderzoek te worden uitgevoerd. 7
Hoofdstuk 4 Landschappelijke inpassing De locatie ligt in het GIOS-gebied, zoals deze door de provincie Gelderland is vastgelegd in het Streekplan Gelderland 2005 (structuurvisie in de zin van de Wro). De verzoeker heeft een landschappelijk inpassings- en beheerplan opgesteld. Deze is als bijlage 3 bijgevoegd. Het inpassingsplan sluit ook aan op het beleid zoals deze is vastgelegd voor het GIOS-gebied Wehlse Broeklanden. Om verzekert te zijn van realisatie en beheer van de landschappelijke inpassing, is met de initiatiefnemer hierover een overeenkomst gesloten. 8
Hoofdstuk 5 Juridische aspecten De onderhavige wijziging vindt plaats op basis van het artikel 5 lid 14 van de voorschriften in het vigerende bestemmingsplan "Buitengebied 2002". Als bijlage 2 is een uittreksel van de relevante voorschriften opgenomen. Deze wijzigingsbevoegdheid was gebaseerd op de destijds geldende artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Dit wetsartikel is opgevolgd door artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening. Artikel 5 lid 16 van het bestemmingsplan "Buitengebied 2002" geeft aan dat bij wijziging de procedure wordt gevolgd, die is vervat in Afdeling 3.4. van de Algemene wet bestuursrecht. 9
Hoofdstuk 6 Economische aspecten Dit wijzigingsplan is opgesteld op verzoek van de eigenaar. Het wijzigingsplan voorziet niet in een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Daarom is er geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro nodig. Het bedrijf van de verzoeker is een economisch gezond bedrijf. De verzoeker kan het plan realiseren. Via de leges zijn de procedurele kosten voor dit wijzigingsplan afgedekt. Burgemeester en wethouders achten het plan economisch uitvoerbaar. 10