Opmerking voor de docent. Dieren determineren. Werkwijze



Vergelijkbare documenten
Ordening. Bacteriën Schimmels Planten Dieren

Ordening. Planten Dieren Bacteriën Schimmels

Beestige bundel van: 1

Systematiek in planten- en dierenrijk

Opdracht 1 Deze opdracht doe je in de klas en kun je niet hier nakijken.

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4 Ordening

inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9.

Leerlingenhandleiding

Ordening Dieren - B 2

De indeling van het dierenrijk zie je hieronder in de mindmaps van Brent, Guus en Febe!

1. In welke 4 rijken worden organismen ingedeeld? 3. wat is de functie van de celkern in een cel?

Het rijk van de dieren

Reflectiekaart. Vooraf: Wat moeten ze kunnen: Wat moeten ze kennen: Omschrijf wat kinderen volgens jou moeten kennen en kunnen

Dieren (deel 2) Indeling dierenrijk. Cursus Natuur-in-zicht. 2 hoofdgroepen: GEWERVELDEN. * In deze cursus ligt de nadruk op de gewervelden 15/09/2011

T4. Ordening. EB 10. Soorten en rassen EB 11. Indelen in steeds kleinere groepen EB 12. Beoordelingspracticum de mossel

Werkstuk Biologie Dierenrijk

Project Dieren. Week 1AB: Algemeen

108 keer beoordeeld 10 maart Biologie samenvatting Thema 4

Werkstuk Biologie De ordening van het leven

Kaartenset ongewervelde dieren

Dieren ademen hv12. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Om de organismen in te delen moet je letten op de volgende kenmerken: celwand, celkern en bladgroenkorrels.

LEREN CLASSIFICEREN. Classificatie van ongewervelde dieren. Werkblad Niveau 3

ordenen Lokaalles VO onderbouw

Inhoudsopgave. Oriëntatie Herkennen van diersoorten en rassen Voeren van dieren Huisvesten van dieren...

Houden van dieren 91123a.indd :45

Dit kan nog gewijzigd worden!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Doelstelling 1: Je moet de organismen kunnen indelen in 4 rijken en van elk rijk de kenmerken kunnen noemen.

Aquarium. Groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

ordenen Doe-het-zelf-les VO onderbouw

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

Ordening. Voor groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. D M O B - B & E - j u l i

Museumexpeditie Werkboek jaar

Ordening. Klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

vlinders infoblad Meer informatie van de afdeling NME (Natuur en Milieu Educatie) van Carmabi is te vinden op:

Kleine beestjes Tijdstip: Deze activiteit kan in de lente, zomer of herfst en door alle groepen gedaan worden.

INFOFICHE. HOEK 1: Lichaamssymmetrie. Zie kijkwijzer

Tekst en illustraties. Beestjesdeskundige. Zie jij in dit boek 15 keer deze vlieg? Pas op voor neppers!

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

Kreeftachtigen hebben meestal kleine ogen, waar ze maar weinig mee zien. Ze kunnen wel bijzonder goed ruiken.

Galerij van de Evolutie

Praktische opdracht Biologie Natuurlijke ordening

Ordening. Groep 4 en 5 van het basisonderwijs

Museumexpeditie. Naam:

Creepy Griezelbeesten. Handleiding en leerdoelen - 3de graad

*Een Heterotroof wil zeggen dat ze Organische stoffen nodig hebben om te kunnen leven. Deze nemen ze op uit de omgeving.

Samenvatting door F woorden 3 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou

Skelet en bewegen vmbo-kgt34

Project Dieren. Week 1CD: Algemeen

= een stuk grond met fruitbomen. = hard materiaal dat uit de grond komt en waar je mee kunt bouwen.

Handleiding. Geschikte tijd uitvoering jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

LESPAKKET ORDENING EN EVOLUTIE

Pedagogische gids (voor leerkrachten)

BIOLABO. Voorbereiding in de klas

LESPAKKET ORDENING EN EVOLUTIE

Werkblad slootdiertjes

Deel 1: het koraalrif

Taxonomen (ca. 1850): Organismen vertonen kenmerken van zowel planten als dieren. Wetenschappers gingen dus op kenmerken letten.

Kikkers. Inleiding. Kikkers bij ons in de buurt

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Hier zien jullie alweer de zesde uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Wandelroute langs insecten en andere kleine beestjes

Dierenrijk. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Werkstuk groep 7 Een dier

Biodiversiteit SLIMME UILEN DIT WERKBOEK IS VAN ...

inhoud 1. Slangen 2. Een reptiel 3. Maten 4. Waar? 5. Ruiken 6. Gif 7. Wurgen 8. Hap, slik! 9. Een nieuwe jas 10. Weetjes 11. Filmpje Pluskaarten

Project Dieren. Week 1EF: Algemeen

VIVARIUM. Werkblad Niveau 4. De geleedpotigen. Spinachtigen. Blijf even bij de ingang van de insectenzaal staan.

Samenvatting Ordening Biologie voor Jou Brugklas 7 e editie. Ordenen = het indelen in groepen op basis van hetzelfde kenmerk

Ontwerp je eigen superbijzondere dier

Het ordenen van organismen

Thema 1 De wereld om je heen

Lesbrief Bodemdiertjes favoriete voedsel

INSECTEN EN SPINACHTIGEN

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

Bepaling van de biotische index van zoetwater

Info plus Ongewervelden

Ordening BASISSTOF EXTRA STOF AFSLUITING. weet precies hoeveel verschillende soorten er zijn. Biologen ordenen organismen in groepen.

Een opzoekboekje voor insecten en ander klein grut!

Opdrachten behorende bij les 2. Anatomie van de honingbij

Informatie: zoetwaterdiertjes

1. Mensapen (mensapengebouw, binnen en buiten) Welke ledematen zijn het langst bij de chimpansee?

inhoud blz. 1. Prikken en steken 2. De bij 3. De brandenetel 4. De mug 5. De kwal 6. De pieterman 7. De rode mier 8.

Een kreeft in de klas

De Wiershoeck- Kinderwerktuin, dinsdag 18 februari Beste natuurliefhebber/- ster,

Aantekeningen Hoofdstuk 1: Vier rijken Vergelijken KGT

DIERENRIJK Groep 1-2 & Groep 3-4

Docentenhandleiding Onderzoek Leefomgeving

In de troebele sloot kunnen daarentegen geen boten varen en deze zal dus, volgens ons, veel minder vervuild zijn.

Hoofdstuk 2 Classificatie van planten

Thema Ademhaling vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Schaal- en schelpdieren. Waar gaat deze kaart over? Garnalen. Wat wordt er van jou verwacht? Schelpdieren

Levenscyclus dieren vmbo-b12

Levenscyclus dieren vmbo-b12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Een bovenbouwproject van IVN Veldhoven Eindhoven Vessem voorjaar 2015

inhoud 1. Ontdek 2. Insecten 3. Een hart klopt 4. Het spoor 5. De magneet 6. Zie ik dat wel goed 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

Kaartenset gewervelde dieren

Lesvoorbereiding. Student leraar secundair onderwijs groep 1

Afdrukken pagina 2-19 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd

5.1 Zes poten en vier vleugels

Transcriptie:

Opmerking voor de docent. Verspreid door het lokaal ongeveer 30 dieren met een nummer en de naam van de soort. Gebruik preparaten, opgezette dieren eventueel platen. Vermeld eventueel bij het dier enkele belangrijke kenmerken die niet aan de buitenkant zichtbaar zijn. De leerlingen krijgen onderstaande tabellen. Ieder groepje ( 2 ) start ergens bij een dier, kruist de kenmerken aan en gaat daarna naar het volgende dier. Na afloop worden de dieren gedetermineerd met de tabel. Ter controle heeft de leraar een lijst met de juiste antwoorden. Eventueel eerst (of thuis laten oefenen met onze determinatie animatie op Bioplek. http://www.bioplek.org/animaties%20onderbouw/indeling.html Dieren determineren In het lokaal zijn veel verschillende opgezette dieren en dieren op sterk water aanwezig. Met de determinatietabel kan je bepalen tot welke hoofdafdeling de dieren behoren en voor bepaalde groepen ook tot welke klasse. Door met de determinatielijst te werken, leer je ook beter de kenmerken van de verschillende diergroepen kennen. Werkwijze De tabel op deze bladzijde is voor de gewervelde dieren, dat zijn dieren met ruggewervels en een skelet dat lijkt op het geraamte van een mens. Alle andere dieren komen in de tabel voor ongewervelde dieren. Als een dier een bepaald kenmerk heeft, zet je in de tabel bij dat kenmerk een kruisje. Zet bovenaan in de kolom het nummer of naam van het dier. Determineer de dieren aan de hand van de determinatietabel. Je moet eerst uitzoeken tot welke hoofdafdeling een dier behoort. Als je een gewerveld dier of een geleedpotige dier hebt, moet je ook bepalen tot welke klasse het dier behoort. Controleer na afloop of je goed gedetermineerd hebt.

Hoofdafdeling GEWERVELDE DIEREN Klasse (ook het nummer van het dier noteren) De gewervelde dieren klasse nummer Het dier heeft 4 poten Het dier heeft 2 poten en 2 vleugels Het dier heeft vinnen Het dier heeft veren Het dier heeft haren Het dier heeft schubben Het dier heeft een kale huid (geen haren, veren of schubben)

De ongewervelde dieren hoofdafdeling klasse nummer Het dier is tweezijdig symmetrisch Het dier is veelzijdig symmetrisch Het dier heeft een huisje of een schelp De poten bestaan uit verschillende delen (leden) Het dier heeft een uitwendig skelet Het dier heeft 6 poten Het dier heeft 8 poten Het dier heeft 10 poten Het dier heeft meer dan 10 poten Het lijf bestaat volledig uit segmenten (ringen) Het lijf bestaat uit drie delen (kop, borststuk en achterlijf) Alleen het achterlijf bestaat uit segmenten Het dier heeft gelede voelsprieten Het dier heeft tentakels

1. a. Het dier heeft een inwendig skelet met een duidelijke ruggengraat en botten, zoals de mens. Ga naar 2 de gewervelde dieren. b. Het dier heeft geen botten en geen ruggengraat. Ga naar 6 de hoofdafdeling van de ongewervelde dieren. De gewervelde dieren (hoofdafdeling) 2. a. Het dier leeft zijn hele leven onder water en ademt met kieuwen >(klasse vissen) b. Het volwassen dier ademt door longen, ga naar 3. 3. a Het lichaam is bedekt met schubben > klasse reptielen. b. Geen schubben, ga naar 4. 4. a. Het dier heeft een gladde huid, geen haren, veren of schubben. De jonge dieren ademen met kieuwen, de volwassen dieren hebben longen> klasse amfibieën b. Het dier heeft haren (soms maar een paar!), of veren, ga naar 5. 5. a. Het dier heeft haren (soms maar een paar) > klasse zoogdieren b. Het dier heeft veren > klasse vogels De ongewervelde dieren 6. a. Het dier is niet symmetrisch en heeft een onregelmatige vorm > hoofdafdeling sponzen b. Het hele dier of het grootste deel van het dier is twee zijdig symmetrisch, ga naar 7. 7. a. Het dier is veelzijdig symmetrisch, ga naar 8. b Het hele dier of het grootste deel van het dier is tweezijdig symmetrisch ga naar 9. 8. a. Het dier heeft vangarmen met netelcellen. Sommige soorten zitten vast op steen of planten anderen zwemmen rond >hoofdafdeling holtedieren b. Dieren zonder netelcellen met een harde buitenkant (een uitwendig skelet) soms met stekels. Ze lopen met een groot aantal kleine zuignapjes > hoofdafdeling stekelhuidigen 9. a. Het volwassen dier heeft geen skelet en is lang en dun zonder poten of armen verschillende groepen wormen b. Het dier heeft een skelet. (inwendig of uitwendig) of het dier heeft poten, tentakels of voelsprieten, ga naar 10.

10. a. Het volwassen dier heeft poten, ga naar 14 b. Het dier heeft nooit looppoten, ga naar 11 Weekdieren (hoofdafdeling) 11. a. Het skelet is een schelp, ga naar 12. b. Er is geen skelet te zien, maar het dier heeft wel tentakels of vangarmen, ga naar 13. 12. a. De schelp is gedraaid >klasse slakken b. De schelp bestaat uit 2 kleppen > klasse mossels 13. a. Het is een zeedier met 8 of 10 tentakels >klasse inktvissen b. Het dier leeft op het land en is glad en glibberig, maar heeft een paar tentakels op de kop > klasse slakken Geleedpotigen (hoofdafdeling) 14. a. Het hele lichaam van het dier bestaat duidelijk uit segmenten en het dier heeft meer dan 7 paar poten, ga naar 15 b. Een deel bestaat uit segmenten of ze zijn niet duidelijk te zien of het dier heeft segmenten en 7 paar poten, ga naar 16 15. a. Aan ieder segment zitten 2 poten. De dieren kunnen hard lopen en hebben giftige kaken > klasse duizendpoten. b. Aan ieder segment zitten 4 poten Het zijn langzame dieren die planten eten > klasse miljoenpoten. 16. a. Het dier heeft meer dan 10 gelede looppoten > klasse kreeftachtigen b. Het dier heeft minder dan 10 gelede looppoten, ga naar 17. 17. a. Het dier heeft 8 gelede looppoten (Soms heeft het dier 2 paar uitsteeksels op zijn kop met tangen die op poten lijken. Als je twijfelt en het is een dier dat in zee leeft, ga dan naar 16b) > klasse spinachtigen. b. Het dier heeft 6 poten > klasse insecten.