VOC CB3 Opbouwvarianten



Vergelijkbare documenten
Krachten en bewegingen. Definities. Torsiesoepele carrosserie

Voertuigen met verwijderbare opbouw. Algemene informatie over voertuigen met verwijderbare opbouw PGRT

3. BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN

VN/ECE Reglement nr. 73 zijafscherming

Vrachtwagens voor wissellaadbakken. Algemene informatie over vrachtwagens voor wissellaadbakken

Trekeenheden. Algemene informatie over trekeenheden PGRT

---.'fl --_- ==::=E. Kranen. 400 series. 600 t/m 95 series. Fig.213. Fig.215. Fig.214 Fig Fig Fig. 212

Kart Afstellingen. Uit- spoor en toe- spoor

Opbouw hulpchassis. Algemene informatie. Het hulpchassis kan voor de volgende doeleinden worden gebruikt:

Eisen te stellen aan tractie

Berekeningen aslasten. Algemene informatie over berekeningen m.b.t. aslasten

Overige opbouwsystemen 7. Inhoud

Vrachtwagens met gesloten opbouw. Algemene informatie over vrachtwagens met gesloten opbouw

Toolbox-meeting Rijden met aanhangwagens

DE IVECO M250.45W 6 X 6 8 TONS TRUCK:

Deze omzendbrief is bestemd voor de overheden die over een brandweerkorps beschikken.

BEREKENINGEN TEN BEHOEVE VAN DE OPBOUW 2

Toetsen in Techniekstad

Trekkende voertuigen. Aanbevelingen. Wielbasis

Niets uit deze documentatie mag worden gereproduceerd in welke vorm dan ook zonder

Gebruiksaanwijzing Gaasbakken

Veel gestelde vragen bij examen E bij B

Inhoudsopgave. Tenias sinds Overzicht modellen. Serie Evolution. Technische specificaties Serie Evolution. Opties Serie Evolution.

Montagelift Typ: KAL 275 art.-nr

Trekkende voertuigen BELANGRIJK!

Eisen Examenvoertuig T-rijbewijs. Johan Simmelink

Eisen examenvoertuig categorieën C1, C1E, D1 en D1e

TREKKER Bij gebruik van een trekker met oplegger (semi-trailer) is het mogelijk hetzelfde trekkende voertuig voor verschillende transportdoeleinden in

2 elements-zwadharken

RIJKS-Standaard Materieel voor de rampenbestrijding (Brandweer & Geneeskundige hulp bij ongevallen en Rampen (GHOR))

LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 2 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK

Achteroverbouw wijzigen. Algemene informatie over het wijzigen van de achteroverbouw. Aanpassing in de fabriek. Reserveonderdelen

Type systeem : VAKOvouwkap Versie: 3.0 stuurarm voorzijde. Opbouw Instructie VAKO Vouwkap

LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 1 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK

ZEKEREN VAN MACHINES EN MATERIEEL

Tweeassige trekkers juli 2008

Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie

Installatie handleiding t.b.v. elektrisch remsysteem en hydraulisch remsysteem.

druk 1 1TH NSN PROJECTNUMMER TECHNISCHE HANDLEIDING VAU 150 KN 6X6 DAF YBB TAKEL

BIJLAGE INDIVIDUELE GOEDKEURING ELEKTRISCHE VOERTUIGEN

Eisen examenvoertuig categorieën CDE

CARGO DIGGER PLANT ROBUUST SLIM EN FUNCTIONEEL

CONDOR Premium Lifts CONDOR 1-KOLOMS MOBIELE HYDRAULISCHE HEFBRUG 2500KG

BECO Landbouwkipwagens

beleid remtestinrichtingen

Toolbox-meeting Werken met hoogwerkers

Hobelman-Halle HOOBY MH115. Hooby

Shuttle. Shuttle Groot volume opraap-silagewagen

MBO Elektrotechniek. NEN 1010 Opdrachtenboek 2 - NEN 1010:2015. Meer ie NEN Opdrachtenboek 2 NEN 1010:2015. verder in technisch vakmanschap

Januari Verenigingsondersteuning/Belangenbehartiging

MECHRON HEt 4 X 4 werkpaard

Montage Handleiding Ahrend Essa Slinger-Bureau 200 x 120

LOGISTIEKE OPLEIDINGEN HEFTRUCK PROEFEXAMEN 3 VEILIG WERKEN MET DE HEF- OF REACHTRUCK

Door een krachtafnemer aangedreven hydraulische systemen

Handleiding. Tilly Light fietsendrager

Arbocatalogus pkgv- industrie Valgevaar

Motor vermogen: 26 pk Eigen gewicht: 1599 kg KUBOTA WIELLADER

Transport over land en te water laten van de boot

Test18. caravanopstapjes

natuurkunde havo 2018-II

Checklist toestellen Commissie Agility, Raad van Beheer 1

BBRAAVVOK. Ezelsbruggetje

Gebruikshandleiding X-frame 1.0

3.32 Verlichting en belading van aanhangwagens

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

Deelnemerhandleiding. Techniekstad 3.0 KSL Kenteq Leermiddelen

Checklist toestellen 2016 Commissie Agility, Raad van Beheer 1

Inzage COLOFON Kenteq, Hilversum

Bobeco kipwagens, als u kiest voor duurzaamheid en veiligheid!

Rijdynamica van motorvoertuigen (5)

Bijlage 2 PVE Perceel 3 pick-up kiepbak met opbouw t.b.v. ledigen afvalbakken. 2.1 Inhoud van de opdracht

ALGEMEEN CERTIFICATEN

Projectopdracht Bovenloopkraan

Aanbevelingen voor de installatie van Svensson schermdoeken Schuivende installaties

GINAF TRUCKS IN BEELD PRODUCTPROGRAMMA

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË PRACTICUM-TOETS

G E B R U I K S H A N D L E I D I N G. ALP-Lift Luchtlift. Pagina 1

ONT 5: Schaarkrik. Robert-Jan Joosten & Tommy Groen & WP28 D1 & WP28 C2 7/5/2013

Sky-Line Uitwijksteiger

Achterste cabine-ophanging verwijderen voor montage van een hulpchassis

CARGO KIPPER GROTE PRESTATIES LAAG ZWAARTEPUNT

BECO Haakarmcarriers

Max. last op de koppeling. (Kipperknobbel): kg

CombiKipper GEBRUIKSHANDLEIDING

Algemene. Montagerichtlijnen. Elektrische Bediende. Beveiligingsrolluiken. NCP AMR augustus 2007 versie 1.0

Ramen stellen GTV en Spider

van ruimte m² te winnen

Ontwerp. VERORDENING (EU) Nr.../.. VAN DE COMMISSIE. van...

Wielbasis wijzigen. Algemene informatie over het wijzigen van de wielbasis. Methoden BELANGRIJK!

Silagewagen Giga-Trailer

VERORDENINGEN. L 291/22 Publicatieblad van de Europese Unie

Mechanica van materialen: Oefening 1.8

ONKRUIDBORSTEL LINKS/RECHTS

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

GEBRUIKERSHANDLEIDING ELEKTROMOBIEL

VAKO CONTAINERSYSTEMEN

P.M.E. Persenaire Mobile Efficiency Tel. +31(0) fax +31(0) mob. +31(0)

Transcriptie:

VOC CB3 Opbouwvarianten 4247LKJ6181

COLOFON 2013 Kenteq, Hilversum Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname, of enige andere wijze, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Ondanks alle zorg die aan dit lesmateriaal is besteed kunnen auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout, die in dit leermiddel zou kunnen voorkomen. Overal waar u in dit leermiddel de mannelijke vorm hij aantreft, wordt ook de vrouwelijke vorm zij bedoeld. Kenteq Olympia 6-8 1213 NP Hilversum Postbus 81 1200 AB Hilversum T (035) 750 4208 www.kenteq.nl serviceteam@kenteq.nl

Inhoudsopgave 1 Opbouwvarianten 5 1.1 Wisselsystemen 5 1.2 Soorten wisselsystemen 5 1.3 Hulpraam 7 1.4 Voertuigen met een open/gesloten laadbak 8 1.5 Tankwagens 9 1.6 Tankopbouw met hulpraam 9 1.7 Tankopbouw op consoles (met of zonder weegsysteem aan boord) 10 1.8 Kipperopbouw 11 1.9 Scharnierpunten 11 1.10 Stabiliteit 12 1.11 Voorschriften chassisfabrikant 15 2 Vragen Opbouwvarianten 17 2.1 Vragen Wisselsystemen 17 2.2 Vragen Voertuigen met een open/gesloten laadbak 17 2.3 Vragen Tankwagens 18 2.4 Vragen Kipperopbouwen 19 3 Invloed van diverse krachten op het chassisraam 23 3.1 Statische krachten 23 3.2 Dynamische krachten 24 3.3 Verticale buigspanning in de chassislangsliggers 25 3.4 Horizontale buigspanning in de chassislangsliggers 26 3.5 Torsie in het chassisraam 27 3.6 Trillingen die het rijcomfort nadelig beïnvloeden 27 3.7 Stotende bewegingen 27 3.8 Resonantie trillingen 27 4 Vragen Invloed van krachten op het chassisraam. 29 5 Steunpoten (trailersteun) 33 5.1 Bediening 34 5.2 Montagevoorschriften 34 5.3 Onderhoudswerkzaamheden 35 5.4 Specificatie 35 Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 3

4 Inhoudsopgave

1 Opbouwvarianten 1.1 Wisselsystemen Wisselsystemen bieden de mogelijkheid om met een voertuig verschillende transporten uit te voeren, bijvoorbeeld: open laadbak. gesloten laadbak. laadbak met huif. tanktransport. Kipper enz. Tevens worden wissellaadbakken toegepast om laad- en lostijden te verminderen. 1.2 Soorten wisselsystemen In wisselsystemen kunnen enkele soorten worden onderscheiden, te weten wisselsystemen waarbij: de laadbak achter de truck op de grond gezet wordt. de laadbak door een hefinstallatie opgetild en op steunpoten wordt gezet. de laadbak door mechanische, elektrische of hydraulische poten wordt opgetild en na wegrijden van het voertuig tot op de grond kan worden geplaatst. In onderstaande afbeelding. is een aantal mogelijkheden voor op de grond te plaatsen bakken weergegeven. Wisselsystemen Voor het wisselen van laadbakken worden<nohead> Voor het wisselen van laadbakken worden veelal de volgende systemen gebruikt, een systeem met een haakarm die de verschillende wisselbakken optilt of wegdrukt. Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 5

Haakarm een systeem met een staalkabel die de verschillende wisselbakken kan afen opslepen. Kabelsysteem een systeem met een hefinrichting, waarmee de opbouw op steunpoten wordt gezet (zie onderstaande afbeelding). Het hefsysteem hiervoor kan bestaan uit: hydraulische cilinders, pneumatische hefarmen of heftafels, luchtveersysteem van het voertuig, een combinatie van deze systemen, vier hefpoten, waarmee de laadbak ook op de grond kan worden geplaatst. mechanisch systeem, voor met rollen en achter met scharnierende poten. 6 Opbouwvarianten

Wisselbare opbouw met steunpoten 1.3 Hulpraam Een voertuig met wissellaadbak moet voldoen aan de eisen die in de opbouwrichtlijnen van de desbetreffende opbouw worden gesteld. Als er bijvoorbeeld een tankopbouw wordt gebruikt, moet de tank volgens hetzelfde principe aan het onderstel van de wissellaadbak worden bevestigd als geldt voor de bevestiging van een tank aan een chassisraam. Voor elk wisselsysteem moet worden bepaald hoe zwaar het eventuele hulpchassis zal moeten zijn. Als de hefinrichting hogepuntbelastingen op het voertuigchassis uitoefent, dienen extra versterkingen te worden aangebracht. Bij het vastzetten van een wissellaadbak op een chassis dient er op te worden gelet dat de optredende krachten in lengte en dwarsrichting voldoende worden opgevangen. Hulpraamconstructies Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 7

1.4 Voertuigen met een open/gesloten laadbak De opbouwconstructie van voertuigen met een open laadbak is "torsiesoepel" en dient als volgt te worden gebouwd. Het hulpframe moet bestaan uit U-profielen die het voorste gedeelte van het frame relatief torsiesoepel maken. Een voorbeeld van de constructie van een open laadbak staat in de onderstaande figuur. De dwarsbalken kunnen boven op de langsbalken worden aangebracht. De dwarsbalken kunnen ook in hetzelfde vlak als de langsbalken worden aangebracht. Bij een open laadbak moet het hulpframe in de regel de belasting van de opbouw en de lading over het chassisraam verdelen. Bepaal de afmetingen van het hulpframe dan ook aan de hand van de constructie van de open/ gesloten laadbak, het soort lading, de gewenste laadhoogte, de bodemspeling enz. De belasting van het hulpframe blijft laag, zodat er een staalsoort van een lagere kwaliteit kan worden gebruikt dan dat waarvan het chassisraam is gemaakt. In normale omstandigheden volstaat een hulpframe met de afmetingen 110 80 6. I x = 290. Als een hulpframe met kleinere afmetingen wordt gebruikt, kunnen er frametrillingen in het chassisraam optreden. Om de kans op frametrillingen te reduceren moet u het hulpframe altijd zo ver mogelijk naar voren toe uitbouwen. Open laadbak Als een hulpframe met kleinere afmetingen wordt gebruikt, kunnen er frametrillingen in het chassisraam optreden. Om de kans op frametrillingen te reduceren moet het hulpframe altijd zo ver mogelijk naar voren toe worden doorgebouwd. 8 Opbouwvarianten

Hulpframe 1.5 Tankwagens Bij torsiestijve (zelfdragende) opbouwconstructies, waaronder tankopbouwen, kan worden gekozen voor een consolebevestiging. Bij bepaalde snelheden en omstandigheden kunnen echter in het raam hinderlijke buigtrillingen optreden, die het rijcomfort zeer nadelig kunnen beïnvloeden. Het is daarom van belang dat de daarbij aangegeven max. posities van de bevestigingspunten op het chassisraam niet worden overschreden. De opbouwrichtlijnen schrijven voor hoeveel consoles er per voertuigtype en chassissegment nodig zijn. Indien er minder consoles per segment worden toegepast, moeten deze consoles worden verlengd zodat het contactoppervlak in langsrichting langer wordt. De chassisbelasting door de tanksteunen moet in verhouding staan tot de consoleafmetingen en -bevestiging. Bij consolebevestiging is er een plaatselijke verticale puntbelasting die leidt tot plaatselijke spanning in het chassis. Daarom moet het chassis in langsrichting worden versterkt met een binnenversterking, wanneer er geen binnenversterking beschikbaar is, moet een hulpraam worden gemonteerd. Het zwaartepunt van de tankopbouw moet zo laag mogelijk liggen, om het gevaar van kantelen van het voertuig te beperken. Bij trucks met een tankopbouw voor het transport van vloeistoffen moet rekening worden gehouden met langs- en dwarsschotten. 1.6 Tankopbouw met hulpraam Voor een tankopbouw met hulpraam wordt de zorg voor een gelijkmatige verdeling over het hulpraam door voldoende tankdragers aan te brengen (zie afbeelding). Tankopbouw Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 9

1.7 Tankopbouw op consoles (met of zonder weegsysteem aan boord) Bij consolebevestiging is er een plaatselijke verticale puntbelasting die leidt tot plaatselijke spanning in het chassis. Daarom moet het chassis in langsrichting worden versterkt met een binnenversterking, wanneer er geen binnenversterking beschikbaar is, moet een hulpraam worden gemonteerd. Consolebevestiging kan eveneens leiden tot zijdelingse torsie van het chassis. Om deze zijdelingse torsie teniet te doen, moet een dwarsligger aanwezig zijn. Voor het toepassingsgebied zijn er diverse consoles beschikbaar. Consoles geschikt voor tankopbouw Indien consoles met een veer- en rubberconstructie gebruikt worden moeten er een voorziening zijn om de opbouw in lengte- en dwarsrichting te fixeren (zie afbeelding console met veren en rubber) 10 Opbouwvarianten

1.8 Kipperopbouw Een kipperopbouw mag over het algemeen slechts op een daarvoor bestemd chassis worden gemonteerd, omdat bij gebruik van een driezijdige of achterover kipper het chassis aan zware belastingen wordt blootgesteld. Bij de voor deze opbouw geschikte chassis is van fabriekswege veelal een aantal voorzie\-ningen, zoals aangepaste vering en achteras stabilisator, aangebracht om de stabiliteit tijdens het gebruik van de kipper te bevorderen. Afgezien van de wettelijke eisen betreffende kipperopbouw, dienen de voorschriften van de chassisfabrikant te worden opgevolgd. Deze voorschriften hebben veelal betrekking op: -de vereiste minimale profielafmeting van het hulpchassis. -de lengte waarover het hulpraam naar voor moet doorlopen. -de wijze van bevestigen van het hulpchassis, waarbij vooral aandacht besteed dient te worden aan het gedeelte waarover het frame schuifvast of niet schuifvast dient te worden bevestigd. In onderstaande afbeeldingen zijn diverse voorbeelden weergegeven. De onderlinge merken en typen chassis hebben hun eigen specifieke voorschriften betreffen de manier van bevestigen van het hulpraam, waarvan niet mag worden afgeweken. Kipperopbouwen 1.9 Scharnierpunten Om de belasting op het voertuigchassis zo gunstig mogelijk te houden, dient het achterste scharnierpunt zo dicht mogelijk bij de achterste veerhand van de achterveren geplaatst te worden. Sommige fabrikanten schrijven hiervoor een maximale afmeting voor (zie onderstaande afbeelding). Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 11

Positie scharnierpunt volgens opbouwvoorschriften 1.10 Stabiliteit De kipper laadbak dient voldoende stijf te zijn, opdat deze niet noemenswaardig tordeert of zijdelings uitbuigt tijdens het kippen. Het voertuig moet tijdens het kippen op een harde en (in de breedte van het voertuig) horizontale ondergrond staan. Als het voertuig met geheven laadbak moet rijden, bijvoorbeeld bij zandstrooiers, moet de nodige voorzichtigheid worden betracht om teveel overhellen te voorkomen. Veelal dient bij 4x2 voertuigen een stabilisator op de achteras te worden gemonteerd. Bij achterover kippers kan de kipstabiliteit worden verbeterd door het aanbrengen van een kipstabilisator (zie afbeelding onderstaande afbeelding). Kipstabilisator Een kipstabilisator is een installatie die bestaat uit paarsgewijs aangebrachte hefbomen die scharnierend zijn verbonden zowel onderling als aan de kiplaadbak en aan het hulpraam. Omdat de kipstabilisator de dwarskrachten van de kiplaadbak op het chassis overbrengt wordt verhinderd dat de kiplaadbak tijdens het achteroverkippen zijwaarts uitbuigt. In veel gevallen is het aan te bevelen het hulpframe aan de achterzijde tot een gesloten profiel om te bouwen en van een torsie verstijving te voorzien. Torsie verstijving kan worden uitgevoerd door dwarsliggers van gesloten profiel of door een kruisversterking aan te brengen (zie afbeelding). Deze versterking wordt bij bepaalde chassis door de chassisfabrikant voorgeschreven. 12 Opbouwvarianten

Versterkingen chassis Om een goede krachtoverbrenging te verkrijgen dient de kipcilinder op of aan het hulpchassis te worden gemonteerd. De plaats van de kipcilinder in langsrichting is afhankelijk van het soort kipper, en de lengte laadbak en de belading. Voor een goede krachtverdeling dient de kipcilinder voor het zwaartepunt van de laadbak te worden gemonteerd. Wanneer de kipcilinder achter het zwaartepunt van de laadbak zou worden gemonteerd, zou de cilinder bij het begin van het kippen, de achterzijde van de laadbak omhoog willen drukken, dit zal de stabiliteit negatief beïnvloeden. Plaatsing kipcilinder In het algemeen geldt: de grootte van het volume van de kiplaadbak moet zijn aangepast aan de grootte van het chassis. bij het werken aan of onder een omhooggekipte kiplaadbak moet deze zijn ondersteund met bijvoorbeeld een houten balk om te voorkomen dat bij een onverwachte storing aan het hydraulisch systeem de kiplaadbak naar beneden komt. de maximaal toegestane belastingen van de vooras(sen) en van de achteras(sen) mogen niet worden overschreden. de belasting op de vooras(sen) moet onder alle omstandigheden tenminste 20% van Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 13

Veilig werken aan een kipper Bijzondere eisen gesteld aan een kipperopbouw zijn: de bewegingsvrijheid van het schakelstangenmechanisme en van de aandrijving van het voertuig mag niet worden belemmerd door de kipperopbouw. tijdens het kantelen van een kantelcabine mag geen deel van de cabine in aanraking komen met een deel van de kipperopbouw. de mogelijkheid tot onderhoud van de aandrijving van het voertuig mag niet worden bemoeilijkt door de kipperopbouw. de bedieningsorganen van de kipinstallatie moeten zijn beschermd tegen ongewenste inschakeling van de kipbeweging van de kiplaadbak. als optische waarschuwing wanneer de kiplaadbak nog niet geheel is teruggekomen (= de rijstand), moet een controlelampje "kipper in bedrijf" zijn aangesloten. het verdient aanbeveling om voor een lange kiplaadbak altijd met één of twee dicht naast elkaar geplaatste fronthefcilinder(s) te werken. Wanneer twee wijd uit elkaar geplaatste hefcilinders worden toegepast, kan bij een gering verschil in werking van de twee cilinders het chassisraam sterk worden getordeerd. de kipinstallatie moet op een dusdanige wijze zijn afgesteld, dat bij een gekipte eindstand van de kiplaadbak de eventueel aanwezige beveiligingskabels nog niet zijn gespannen. De kiphoek wordt veelal begrensd op ~ 50. bij het bepalen van de lengte van de kiplaadbak is de afstand achterkant cabine tot het eigen zwaartepunt van het voertuig van groot belang. Het zwaartepunt van de kiplaadbak dient in principe in het eigen zwaartepunt van het voertuig te liggen. Hierdoor is de halve kiplaadbaklengte vrijwel bepaald. De plaats van het achterste scharnierpunt van de kiplaadbak moet zo dicht mogelijk bij de achteras of achterste achterveerhand worden gelegd, rekening houdend bij achteroverkip\-pen met: de achteroverbouw van het chassisraam; de eventueel aanwezige aanhangwagenkoppeling; de achterlichten. Een achteroverbouw van de kiplaadbak (zie afbeelding) van 50 cm tot 60 cm wordt het meest aangetroffen bij de middelzware en zware kipperchassis, aanhangwagenchassis en opleggerchassis. 14 Opbouwvarianten

Achteroverbouw er dient rekening mee te worden gehouden dat, naarmate de kiplaadbaklengte toeneemt, de stabiliteit van het voertuig bij omhooggekipte kiplaadbak afneemt. Daarom mag het zwaartepunt van een afgestreken volle kiplaadbak bij het achteroverkip\-pen een bepaalde, door de chassisfabrikant vastgesteld maat boven de bovenkant van het chassisraam niet overschrijden. Dit om de stabiliteit van het voertuig niet in gevaar te brengen bij omhooggekipte kiplaadbak Tevens mag het zwaartepunt van de kiplaadbak met lading bij achteroverkippen alleen voor het midden van de achteras komen wanneer er gezorgd is voor voldoende stabiliteit. Stabiliteit tijdens kiepen vóór de voorste kiplaadbaksteunen moeten geleidingen worden aangebracht, opdat bij het zakken van de kiplaadbak deze op de voorste kiplaadbaksteunen wordt. 1.11 Voorschriften chassisfabrikant De betreffende chassisfabrikant schrijft voor: het weerstandmoment tegen buigen Wb x van de langsliggers van het hulpraam. de lengte waarover de langsliggers van het hulpraam naar voren moeten doorlopen. De langsliggers van het hulpraam moeten zover als is toegestaan naar voren doorlopen om de spanningen in het chassisraam te verminderen en om het risico van chassisraam\-trillingen, die het rijcomfort nadelig beïnvloeden, te verkleinen. Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 15

de wijze waarop de voorkant van de langsliggers van het hulpraam moeten worden afgeschuind. de wijze waarop het hulpraam aan het chassisraam moet worden bevestigd. de plaats van de dwarsbalken in het hulpraam. Veelal moeten de plaatsen van deze dwarsbalken samenvallen met die in het chassis\-raam. dat veelal het hulpraam aan de achterzijde extra moet worden versterkt. De extra versterking van het hulpraam kan worden verkregen door: het aanbrengen van een diagonaalversterking. het aanbrengen van dwarsbalken met een gesloten profiel. de lengte waarover het profiel van de langsliggers van het hulpraam geheel of gedeeltelijk als een gesloten profiel moet worden geconstrueerd. Indien het profiel van de langsliggers van het hulpraam geheel of gedeeltelijk als een gesloten profiel wordt geconstrueerd, moet worden gelet op een deugdelijke overgang van gesloten profiel naar open profiel. de plaats van het achterste scharnierpunt van de kiplaadbak. de wijze waarop de ondersteuning van de kiplaadbak in de rijstand moet plaatsvinden. Veelal moet de kiplaadbak worden ondersteund met 2 steunen op elke langsligger van het hulpraam. De voorste van deze twee steunen moet zover mogelijk vooraan worden geplaatst, terwijl de andere steunen boven de voorste achterveerhand of vlak vóór de voorste achteras Bij 6x4 chassis) worden geplaatst. De ondersteuning kan ook plaatsvinden door over de gehele lengte waarover de beide langsliggers van het hulpraam de kiplaadbak moeten ondersteunen door een houten lat aan te brengen. 16 Opbouwvarianten

2 Vragen Opbouwvarianten 2.1 Vragen Wisselsystemen 1. Noem vier verschillende uitvoeringen van wisselsystemen. 2. Geef aan de drie hoofdgroepen van wisselsystemen. 3. Geef aan op welke wijze een wissellaadbak kan worden gewisseld. 2.2 Vragen Voertuigen met een open/gesloten laadbak 1. Geef aan de voorwaarden waaraan een hulpraam moet voldoen. 2. Geef aan hoe de dwarsliggers ten opzichte van chassislangsliggers dienen te liggen. Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 17

3. Geef aan drie factoren die de hoogte van de langsliggers van het hulpraam bepalen. 4. Welk gedeelte van het hulpraam moet met een niet schuifvaste verbinding worden uitgevoerd. 5. Noem vier torsieslappe opbouwen. 2.3 Vragen Tankwagens 1. Welke opbouwconstructies worden voor tankopbouwen toegepast. 2. Waardoor kunnen hinderlijke buigtrillingen in het chassis ontstaan. 18 Vragen Opbouwvarianten

3. Waarom moet het zwaartepunt zo laag mogelijk bij een tankopbouw worden gehouden? 4. Wat is de functie van een tankdrager?. 5. Welke consoles kunnen voor de bevestiging van tankopbouwen worden toegepast. 2.4 Vragen Kipperopbouwen 1. Geef aan wat de grootte van het volume van de kipbak bepaald. 2. Geef aan waarom een omhoog staande bak tijdens onderhouds\- werkzaamheden moet worden ondersteund. Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 19

3. Geef aan waarom een standaard chassis niet zomaar als kipperchassis worden gebruikt. 4. Noem drie zaken waarop moet worden gelet bij het opbouwen van een kipperopbouw. 5. Noem drie soorten kippers, wat betreft hun manier van lossen. 6. Geef aan waarom het achterste scharnierpunt zo dicht mogelijk bij de achterste veerhand moet liggen. 7. Geef aan hoe de stabiliteit van de kiplaadbak kan worden vergroot. 20 Vragen Opbouwvarianten

8. Waar dient een kipstabilisator te worden geplaatst. 9. Geef aan hoe het hulpframe van achteren een hogere torsie\-stijfheid kan krijgen. 10. Geef aan waar de kipcilinder moet worden geplaatst. 11. Geef aan hoe de chauffeur kan worden gewaarschuwd als de kipper in bedrijf is. 12. Geef aan wat de invloed is van de kiplaadbaklengte op de stabiliteit. 13. Geef aan waarom het zwaartepunt van een volle kiplaadbak niet boven een bepaalde maat uitkomen. Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 21

14. Geef aan de functie van de voorste geleidingen van een kiplaadbak. 15. Geef vijf eisen de een chassisfabrikant stelt aan de opbouw van kiplaadbak. 22 Vragen Opbouwvarianten

3 Invloed van diverse krachten op het chassisraam Krachten waaraan het chassisraam bloot staat zijn te verdelen in statische- en dynamische krachten. Deze statische- en dynamische krachten veroorzaken ondermeer: verticale buigspanning in de chassislangsliggers; horizontale buigspanning in de chassislangsliggers; torsie in het chassisraam. 3.1 Statische krachten Statische krachten worden veroorzaakt door het gewicht van het chassis, de opbouw en de eventuele lading. Deze krachten treden ook op als het voertuig in rust is en kunnen betrekkelijk eenvoudig worden gemeten en berekend. Het buigmoment in de chassislangsliggers, veroorzaakt door de statische krachten, wordt bepaald door de soort opbouw en de lengte van de achteroverbouw in verhouding tot de wielbasis. Enkele voorbeelden: Gelijkmatig verdeelde belasting bij Een vaste open laadbak<nohead> Een vaste open laadbak met een gelijkmatig verdeelde belasting. De gesloten lijn geeft het buigmoment aan. De gestippelde lijn laat zien het buigmoment bij een grotere achterover\-bouw (bij aan gelijkblijvende wielbasis). Gelijkmatig verdeelde belasting Gelijkmatig verdeelde belasting met laadkraan<nohead> Een vaste open laadbak met een gelijkmatig verdeelde belasting met een laadkraan tussen de cabine en de voorzijde van de laadbak. Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 23

Geconcentreerde en gelijkmatig verdeelde belasting Puntbelasting en Statische krachten tankopbouw<nohead> Een tankopbouw waarvan de bevestigingspunten van de opbouw aan het chassis als puntbelastingen zijn te beschouwen. Puntbelasting en Statische krachten 3.2 Dynamische krachten Dynamische krachten ontstaan tijdens het rijden en zijn grotendeels het gevolg van: het stoten veroorzaakt door het wegdek; de rijsnelheid; de aard van de belading, b.v. hangend vlees vervoer; het rijgedrag van de bestuurder, met name de wijze van remmen en het nemen van bochten. 24 Invloed van diverse krachten op het chassisraam

Gevolg van dynamische krachten op een chassis tijdens rijden De bepaling van de grootte van dynamische krachten is dus sterk gebonden<nohead> De bepaling van de grootte van dynamische krachten is dus sterk gebonden aan elk specifiek geval en de omstandigheden die zich daarbij voordoen. Zij berusten meestal op ervaringscijfers. Zoals uit het voorgaande blijkt, is het bepalen van de afmetingen van het hulpraam zowel een zaak van het berekenen van de spanningen die kunnen optreden, als van ervaring. De constructie van chassis en opbouw evenals de materiaalkeuze is in hoge mate bepalend voor de levensduur van het voertuig en de weerstand tegen metaalmoeheid. 3.3 Verticale buigspanning in de chassislangsliggers De drie voorbeelden in vorige afbeelding geven een duidelijk beeld van het spanningsverloop bij verschillende soorten opbouw. Bij verticale buiging van een (chassis) balk treedt hierin een spanningsverdeling op zoals weergegeven. Verticale belasting De lengte van de pijlen in de balk komen overeen met de grootte van de spanning. De spanning is het grootst in de flenzen en neemt af naar de neutrale lijn van de balk, daar is de spanning nul. Boven de neutrale lijn treedt een trekspanning op en onder de neutrale lijn een drukspanning. Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 25

3.4 Horizontale buigspanning in de chassislangsliggers In het chassisraam kunnen grote zijdelingse krachten optreden. Dit is in het bijzonder het geval bij voertuigen met: lange wielbasis; star tandemstel; lange achteroverbouw waaraan een aanhangwagen is gekoppeld. Een voertuig met een lange wielbasis dient een goede weerstand tegen buigen in zijdelingse richting te hebben. Indien de weerstand onvoldoende is, ontstaan slingerbewegingen die "slechte" rijeigenschappen tot gevolg kunnen hebben. De eisen die aan de weerstand van het chassisraam worden gesteld hangt in grote af waarin de opbouw het chassis versterkt. Een voldoende weerstand van het chassisraam wordt verkregen door middel van dwarsbal\-ken die een parallelverschuiving van de chassislangsliggers voorkomen. Bij chassis met een starre tandemachterasconstructie kunnen grote zijdelingse krachten optreden bij het nemen van bochten. Dit is vooral het geval bij het nemen van scherpe bochten en hoge asdrukken. De oorzaak hiervan is de eigenschap van een star tandemstel om rechtuit te willen rijden, ook als de voorwielen worden verdraaid. Bij voertuigen waaraan een aanhangwagen is gekoppeld, treden zijdelingse krachten op in de achteroverbouw bij het nemen van bochten. Wanneer de aanhangwagenkoppeling onder het chassisraam is bevestigd, ontstaat bovendien een zekere mate van torsie in de achteroverbouw. Bij het trekken van middenas-aanhangwagens treden bovendien verticale krachten op in de achteroverbouw. Om de achteroverbouw voldoende weerstand tegen horizontale buiging te geven, dient deze te zijn voorzien van een voldoende aantal dwarsbalken. Bij een extreem lange achteroverbouw kan het wenselijk zijn een diagonale versterking toe te passen. Bij horizontale buiging van een (chassis) balk<nohead> Bij horizontale buiging van een (chassis) balk treedt hierin een spanningsverdeling op zoals weergegeven. De lengte van de pijlen in de balk komen overeen met de grootte van de spanning. De spanning is het grootst in de vrije kant van de flenzen en neemt af naar de neutrale lijn van de flenzen, daar is de spanning nul. Aan de linkerkant van de neutrale lijn treedt een trekspanning op en aan de rechterkant een drukspanning. Horizontale belasting 26 Invloed van diverse krachten op het chassisraam

Zoals uit het voorgaande blijkt, treden er in de flenzen - en dan vooral in de vrije kanten daarvan - de grootste spanningen op. Deze delen zijn daarom ook bijzonder gevoelig voor beschadigingen, zoals b.v. scheurtjes en slakinsluitingen bij het lassen. 3.5 Torsie in het chassisraam Bij het rijden op ongeëffende wegen wordt het chassisraam blootgesteld aan grote torsiebewegingen. Het voorste gedeelte van het chassisraam is verhoudingsgewijs torsieslap, terwijl het achterste gedeelte ter plaatse van de achteras of tandemstel in verhouding torsiestijf is. Zware componenten, zoals accu's, brandstoftanks, reservewielen e.d. die aan de chassis\-langsliggers van het chassisraam worden opgehangen, veroorzaken hierin grote torsiekrach\-ten. Deze componenten dienen zo dicht mogelijk bij een dwarsbalk gemonteerd te worden.. Indien dit niet mogelijk is, dient het aanbrengen van een extra dwarsbalk of verbindingssteun te worden overwogen. 3.6 Trillingen die het rijcomfort nadelig beïnvloeden Hiermee worden trillingen bedoeld in de vorm van: stotende bewegingen, resonanties. Deze trillingen kunnen onder bepaalde omstandigheden ontstaan. Zowel als afzonderlijk verschijnsel als in combinatie. 3.7 Stotende bewegingen Stotende bewegingen komen bij het rijden op vlakke wegen veelal niet voor. Deze bewegingen die het "stoterig rijden" veroorzaken kunnen twee oorzaken hebben, t.w.: De banden en veren krijgen geen tijd om de van de rijbaan overgebrachte schokken te absorberen. De veren blijven stug en de schokken worden op het chassisraam overgebracht. Indien een torsiestijve opbouw niet op de juiste wijze is vastgezet aan het chassisraam of een hulpraam dat geheel schuifvast is vastgezet aan het chassisraam, kan het stoterig rijden worden versterkt. Een van de wielen heeft een te grote verticale en/of axiale speling. Als de stotende beweging van de voorwielen afkomstig is, dan wordt ze in de cabine gevoeld als een verticale trilling met een vooruit en achteruit gaande beweging. De stotende beweging veroorzaakt ook een kleine torsiebeweging in het chassisraam. 3.8 Resonantie trillingen Onronde banden en wielen, vooral die van de vooras en die van een sleepas kunnen trillingen veroorzaken bij lage snelheden. Als bij hogere snelheden deze trillingen de trillingsfrequentie van het chassisraam gaat ondersteunen, heeft het chassisraam de neiging in verticale richting in trilling te komen. Deze trillingen worden resonantie-trillingen genoemd. Bij het rijden op een vlakke weg wordt dit verschijnsel het snelst onderkend. De maatregelen die kunnen worden genomen om resonantietrillingen te dempen, hangen af van de soort opbouw. In het algemeen geldt: Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 27

demp de bewegingen in het chassisraam b.v. bij een tankopbouw waarvan de bevesti\-gingspunten van de opbouw aan het chassisraam goed dempend zijn uitgevoerd. plaats de opbouw zo goed mogelijk op het chassisraam b.v. niet te grote achterover\-bouw en voldoende bevestigingspunten van het hulpraam aan het chassisraam. verhoog de stijfheid van het chassisraam door het chassisraam te versterken of door een passend hulpraam toe te passen. 28 Invloed van diverse krachten op het chassisraam

4 Vragen Invloed van krachten op het chassisraam. 1. Geef aan de oorzaak van het ontstaan van statische krachten in het chassisraam en de opbouw. 2. Geef aan de oorzaak van het ontstaan van dynamische krachten in het chassisraam en de opbouw. 3. Laat door middel van een schets het spanningsverloop zien van een chassis dat met een puntbelasting wordt belast. 4. Geef aan waar de trekspanning ten gevolge van de verticale het grootst is in de langsliggers. 5. Geef aan waar ten gevolge van de horizontale buiging de spanning in de langsliggers ongeveer nul is. Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 29

6. Bij een aangekoppelde aanhangwagen wordt het chassisraam met extra krachten belast, noem twee van deze krachten en door welke oorzaak ont\- staan ze? 7. Geef aan wat voor soort breuk kan optreden als de dynamische krachten worden onderschat. 8. Geef aan wat het gevolg is van grote zijdelingse krachten op een chassis met een tandemstel tijdens het nemen van een bocht. 9. Geef aan hoe de stijfheid van een chassisraam kan worden verhoogd. 10..Geef aan twee factoren die de mate van stijfheid van een chassisraam bepalen. 30 Vragen Invloed van krachten op het chassisraam.

11. Geef aan waar het chassisraam verhoudingsgewijs het slapst is. 12. Noem twee soorten krachten die zware componenten aan de zijkant van het chassisraam veroorzaken. 13. Geef aan in welke twee vormen trillingen kunnen voorkomen, waar zijn ze aan te herkennen en hoe kunnen ze worden opgelost. Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 31

32 Vragen Invloed van krachten op het chassisraam.

5 Steunpoten (trailersteun) Elke trailer en middenas aanhanger wordt meestal uitgerust met steunpoten. Bij regelmatig omkoppelen van trailers heeft een steunpoot veel te verduren, ook als het voertuig beladen is moet de steunpoot uitgedraaid kunnen worden. Steunpoten zijn er in verschillende uitvoeringen en lengtes. Steunpoot Als de trailer ontkoppeld moet worden dan wordt de steunpoot doormiddel van een slinger naar beneden gedraaid. De bediening van de steunpoten zit aan een kant, doormiddel van een tussenas wordt de andere steunpoot bediend. Om de bediening van de steunpoot lichter te maken zijn er een of meerdere tandwieloverbrengingen ingebouwd, bij het vervangen van een beschadigde steunpoot moet hiermee rekening worden gehouden, het moet een poot van het zelfde type zijn. 1. Uitschuifbare poot 2.Slinger 3. Vasthoudbeugel 4.Type plaatje 5.Schoor 6.Steunvoet Onderdelen steunpoot Voor het bestellen van de juiste steunpoten zijn een aantal zaken van belang zoals: Inbouwhoogte Hefhoogte Gewichtsklasse Vorm van de steunvoet Positie van de bevestigingsgaten in de montageplaat van de middenasaanhanger/trailer. Op de steunpoot is een typeplaatje bevestigd, het typeplaatje is nodig om vast te stellen welke steunpoot gemonteerd is en dat bestelde onderdelen voor de juiste poot zijn. Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 33

Typeplaatje steunpoot 5.1 Bediening De steunpoot moet het voertuig zowel in beladen als onbeladen toestand werken, in het geval het voertuig beladen is zal de zwengel met meer handkracht bediend moeten worden. Als in het aandrijfmechanisme een vaste overbrenging zou zitten dan zal het lang duren om een steunpoot te laten zakken of om hoog te halen (Kracht x arm). Door het toepassen van een extra tandwieloverbrenging kan een zware last of lichte last geheven worden. Op het moment de steunpoot het contact met de ondergrond niet meer heeft kan gekozen worden voor het snellere overbrenging. 1. Slinger 2-3. Snel langzaam heffen/dalen 4. draairichting heffen 5. draairichting zakken 6. Steunvoet Bediening steunpoot 5.2 Montagevoorschriften Bij steunpoten worden montagevoorschriften bijgeleverd, indien niet aanwezig kan altijd op de website van de betreffende fabrikant gezocht worden. Volg de instructies volgens de bijbehorende voorschriften. Om de steunpoten meer stabiliteit te geven zijn naast de boutverbindingen ook schoren aangebracht, zijn de schoren vervormd dan kunnen de poten onder spanning komen te staan. Gebruik de voorgeschreven en zorg dat de boutverbinding met het voorgeschreven aanhaalmoment is bevestigd (zie onderstaande afbeelding). Montagevoorschrift. 34 Steunpoten (trailersteun)

5.3 Onderhoudswerkzaamheden Om een steunpoot bedrijfszeker te houden is preventief onderhoud noodzakelijk, in onderstaande tabel zijn de meest voorkomende onderhoudswerkzaamheden, het reinigen van de poten kan met de standaard reinigingsmiddelen gebeuren. Onderhoudswerkzaamheden Onderhoudsinterval Opmerkingen Spindel en spindelmoer invetten Spindel en spindelmoer invetten Controle op slijtage van spindel en spindelmoer Visuele controle van de steunpoot op scheuren en vervormingen Onderhoudstabel Na 3 jaar Controle op slijtage van spindel en spindelmoer Jaarlijks Na elk gebruik Jaarlijks Versmering Spindel en spindelmoer De fabrikant schrijft een bepaalde vetsoort toe, deze moet ook gebruikt worden 5.4 Specificatie In de documentatie van de fabrikant staan alle benodigde gegevens (zie onderstaande afbeelding) Kenteq Geldig tot: 31-07-2014 35

Specificaties steunpoot 36 Steunpoten (trailersteun)